SAMEN is het kerkblad voor gemeente-
leden van de gehele Protestantse Gemeente Eindhoven (PGE) en verschijnt 10 keer per jaar. Het kerkblad wil een bron van toerusting en inspiratie zijn, en de lezers stimuleren met elkaar het geloofsgesprek aan te gaan. Daarom biedt SAMEN naast informatie over PGE-brede activiteiten en berichten uit de wijkgemeenten ook beschouwingen over theologische onderwerpen en actuele thema’s.
Inhoud kerkblad SAMEN
Elke maand wordt gekeken welke artikelen uit het kerkblad online gezet kunnen worden. Hieronder vindt u per maand een selectie van artikelen.
april 2023 met thema: "Pasen " Lees meer...
De overlevering van Pasen
Net als elke andere levensbeschouwing, kan het christendom niet zonder overlevering. Wat waar en waardevol is, moet worden doorgegeven. Dat geldt ook voor de Bijbelse verkondiging. De Kerk kan niet zonder traditie. Dat betekent niet dat alles moet blijven zoals het was. Juist in het doorgeven van geloof is de kerkelijke traditie beweeglijk en veranderlijk. En dat wil weer niet zeggen dat elke verandering een verbetering is. Geloven verandert mee met de mensen en de tijd waarin zij leven. Zo is het altijd geweest. De Bijbel draagt de sporen van de tijd waarin hij is ontstaan (dat is een periode van zo’n duizend jaar!). In de oudste leeruitspraken van de Kerk klinkt de taal en de tijdgeest van de vierde eeuw. De inzichten en beslissingen van de Reformatie staan opgeschreven in teksten uit de zestiende eeuw. Dat kunnen wij zo niet meer zeggen, denken en ervaren. Staan in een traditie is meer dan napraten wat er ooit gezegd is. Als er nooit iets verandert, verstoft de traditie en bloedt zij dood. Als alles nieuw en eigentijds moet zijn, verdwijnt de traditie en is ze, zoals veel mensen in deze tijd zeggen, ook gelovigen, rijp voor het museum of de vuilnisbak. Dan neem je er afstand van, je gebruikt het niet meer. Misschien wil je het nog (ongebruikt) bewaren en anders gooi je het weg.
Over Judas, één van de twaalf discipelen van Jezus, wordt met uitzondering van één tekst, gezegd dat Hij de Heer heeft overgeleverd. Pas later wordt Judas in een ander en veel kwader daglicht gezet. Dan wordt hij verrader genoemd, maar die bewoording is vreemd aan de evangelisten. Zij schreven ook dat Jezus zelf nooit anders gesproken heeft over de weg die Hij zou gaan: de Mensenzoon zal worden overgeleverd… Hij zal in handen vallen van mensen… in dit geval zal het gaan om mensen die van Hem af willen. Maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Jezus valt altijd in de handen van mensen en dat kunnen ook goede handen zijn.
Bij een oordeel over wie Judas was en wat hij gedaan heeft, is het goed om een paar dingen te bedenken. Judas was misschien wel de eerste, maar zeker niet de enige die Jezus heeft overgeleverd. Ook de leden van het Sanhedrin en de stadhouder Pilatus hebben Jezus overgeleverd. Judas is de enige van wie gezegd wordt dat hij inziet dat hij verkeerd heeft gehandeld en dat hij zijn daad ongedaan wil maken. Hij twijfelt niet aan de onschuld van Jezus.
Het is bijna onmogelijk om iets te zeggen over de motieven die Judas gehad kan hebben. De enige aanwijzing is misschien dat Judas tot zijn plan om Jezus over te leveren komt op het moment dat er spraken is van de begrafenis van Jezus. De weg van lijden en vooral van sterven past in Judas’ ogen niet bij wat hij in Jezus ziet en van Hem verwacht. Judas is niet de enige van de discipelen die met afschuw en teleurstelling hoort wat Jezus zegt over wat er met Hem, als de Mensenzoon, zal gebeuren. De vragen en verwondering over de weg van Jezus duren tot op vandaag.
Het woord overlevering blijkt een dubbele betekenis te hebben. Misschien kun je beter zeggen dat overlevering in twee richtingen kan uitwerken. En het moeilijke is dat je die twee kanten vaak niet scherp van elkaar kunt (onder)scheiden.
Wie een tekst vertaalt wordt deel van de traditie. Wie een tekst overlevert doet het origineel altijd geweld aan. Ook als er met de beste bedoelingen wordt gewerkt. Er gaat altijd iets verloren van de oorspronkelijke betekenis en een tekst krijgt ook altijd voor een deel een nieuwe betekenis. Voor elke vertaling geldt wat Jezus Sirach in het voorwoord van zijn boek schrijft: ‘Er is een niet gering verschil tussen de vertaling en het oorspronkelijke werk…’
De apostel Paulus gebruikt in één van zijn brieven in één zin het woord overlevering in beide betekenissen: ‘…zelf heb ik bij overlevering van de Heer ontvangen, wat ik u weer overgeleverd heb, dat de Heer Jezus in de nacht waarin Hij werd overgeleverd…’
Wie kan zeggen hoe zeer deze dubbele betekenis een rol heeft gespeeld bij wat Judas gedacht en gedaan heeft? Hij heeft Jezus horen spreken over de Mensenzoon. Hij heeft gehoord hoe Petrus Jezus de Messias heeft genoemd, de Zoon van de levende God. Er is de hoop en de verwachting van redding en bevrijding gewekt. Hoe heeft Judas daar naar verlangd en wat heeft het met hem gedaan toen hij merkte dat Jezus zijn macht niet gebruikte om zichzelf en de zijnen te bevrijden?
Hoe erg is Judas gaan twijfelen, toen Jezus met zijn leerlingen de Pèsachmaaltijd vierde, waarbij Hij zei: …mijn lichaam, voor jullie gegeven… …mijn bloed, voor jullie uitgegoten…?
Jezus zat aan tafel met wie Hem zou overleveren én met wie Hem verloochenen zou. Wie zijn wij dat we weg zouden blijven of anderen zouden tegenhouden om de Maaltijd van de Heer te vieren?
Het is deze dubbele betekenis van het woord overlevering waarom wij de dag van het sterven van Jezus Goede Vrijdag noemen. Dat is niet om wat door mensen die Jezus overleverden is gedaan, maar het is om wat de Heer voor mensen heeft gedaan.
Er is een weg, niet tot de dood of om de dood heen, maar door de dood heen. Het is de bevrijding die Jezus met zijn discipelen vierde: de weg van uittocht, redding uit onderdrukking en dood; de weg van doortocht, door de dood; de weg van intocht in een nieuw bestaan, een nieuwe toekomst van licht en leven.
Het is deze traditie van donker en licht die het waard blijft om over te leveren. Het is de traditie van Pasen die ons zegt dat in de nacht de morgen gloort, dat wij ons mogen toevertrouwen aan het licht, dat wij gedragen worden door de God van leven en licht.
Staan in de traditie doet ons beseffen dat wij niet de eersten zijn die geloven en geeft ons vertrouwen dat wij ook niet de laatsten zijn die de weg van geloven, hopen en liefhebben gaan.
----------------------------Bert Jan van Haarlem--------------------
Doe de oude desem weg!
We eten met Pasen een Paasontbijt of een Paasbrunch met veel lekkers waaronder ook Paasbrood. Dat Paasbrood heeft met de betekenis van Pasen te maken. ‘Doe de oude desem weg en wees als nieuw deeg’, schrijft Paulus aan de christenen in Korinthe. Dit gedeelte uit de brief, 1 Korintiërs 5:6-8, is de lezing uit de brieven voor Pasen. Wat heeft dit beeld van desem en deeg met Pasen te maken?
Ons christelijke Pasen heeft zijn wortels in het joodse Pascha of Pesachfeest. Wat is desem? Je bewaart een stukje gedesemd deeg en mengt dit met het nieuwe deeg. Tijdens het rijzen trekt de desem door het hele deeg, maakt het deeg zuur en laat het deeg rijzen. Voordat je het deeg gaat bakken neem je weer een stukje van het deeg en bewaar je het voor de volgende keer. Zo maak je van het ene gedesemde deeg het volgende.
Maar één keer per jaar met Pesach moest in de Joodse huizen alle desem worden verwijderd uit het huis. Dit gebruik herinnert aan de uittocht uit Egypte. Toen had het volk de avond voor hun vertrek geen tijd meer om deeg te laten verzuren en rijzen. Daarom bakte men van ongezuurd deeg brood. Zo wordt nu nog door de Joden in de week van Pesach alleen matses gegeten.
‘Doe de oude desem weg en wees als nieuw deeg’. De oude desem verwijst naar een leven in slavernij en het nieuwe deeg verwijst naar een leven in vrijheid. Het gaat daarbij om een bevrijding die de mensen niet aan zichzelf te danken hebben, het is een bevrijding die ons van God werd geschonken. ‘U bent immers als ongedesemd brood omdat ons pesachlam, Christus, is geslacht’ schrijft Paulus.
Het is door Christus' dood en opstanding dat wij nieuwe mensen mogen zijn net als het ongedesemd brood. Paulus roept vervolgens op om als nieuwe mensen te gaan leven. ‘Laten we daarom het feest niet vieren met oude desem van kwaad en ontucht, maar met het ongedesemde brood van reinheid en waarheid.’
Christus heeft ons bevrijd, niet uit een land, niet uit Egypte maar van de zonde.
Het zuurdesem is hier het beeld van de zonde, het kwaad dat de gemeenschap doordrenkt en doordringt. Het ongedesemde brood is hier het beeld van een leven in oprechtheid en waarheid.
Zo ontstond de traditie om met Pasen wit vlechtbrood, of Paasbrood te bakken als een lekker, zoet brood zonder desem. Ik kende wel het witte vlechtbrood met Pasen, maar had geen idee dat deze traditie met een Bijbeltekst te maken had. Christus maakt ons tot witte broden, kinderen van reinheid en waarheid. Paulus roept ons op om hiernaar te leven en het Paasfeest te vieren.
------------------------ds. Susanne Freytag------------------------------------
Samenwerking
Recentelijk kregen we een uitnodiging van de Gemeente Eindhoven om deel te nemen aan een kennismakingsbijeenkomst tussen Burgemeester Dijsselbloem en een brede afvaardiging van de religieuze gemeenschappen in Eindhoven. Deze bijeenkomst vond vorige week plaats in het Stadhuis van Eindhoven. Namens de Protestantse Gemeente Eindhoven zijn Bert Jan van Haarlem en ikzelf hier naartoe gegaan.
Omdat zoals de Gemeente Eindhoven al had aangegeven er rond 50 religieuze groeperingen in Eindhoven aanwezig zijn, was het niet mogelijk iedereen uit te nodigen. Toch was er een zeer gevarieerde groep aanwezig. Onder andere waren er twee groepen van de Rooms-Katholieke Kerk, twee groepen van de moslimgemeenschap en afvaardigingen van een aantal protestantse kerken, de Koptische Kerk en de Joodse Gemeenschap. Namens de Gemeente Eindhoven waren naast burgemeester Dijsselbloem twee ambtenaren aanwezig.
Het eerste deel van de bijeenkomst werd gebruikt voor het voorstellen van de verschillende aanwezigen, waarbij ook wat verteld werd over de kerk die ze vertegenwoordigden. Burgemeester Dijsselbloem legde toen uit dat hij een soort interreligieus overleg wil opzetten tussen de verschillende kerkgenootschappen en de Gemeente Eindhoven om actuele onderwerpen te bespreken. Als voorbeeld werd gegeven het recentelijk projecteren van racistische teksten op het stadhuis van Eindhoven. Het zou mooi zijn als zoiets namens alle kerkelijke groeperingen in Eindhoven verworpen kon worden. Dat is op dit moment niet mogelijk. Door het opzetten van een regulier overleg tussen de Gemeente Eindhoven en de verschillende kerken zou dat in de toekomst wel kunnen.
Het tweede deel van de bijeenkomst werd gebruikt om een aantal thema’s die op dit moment spelen naar voren te brengen. Dit waren onder andere de groeiende groep dak- en thuislozen, antisemitisme, islamofobie, het gebrek aan godsdienstonderwijs op scholen en de huidige financiële problemen van buurthuizen. Er werd ook op gewezen dat in de maatschappij de aandacht is gericht op het individu en dat thema’s als saamhorigheid en aandacht voor anderen op de achtergrond komen, ook in het onderwijs. Afgesproken is om in de toekomst twee keer per jaar een dergelijke bijeenkomst te organiseren, een keer op het stadhuis en een keer bij een van de kerkelijke groeperingen. Ik denk dat dit een goed initiatief is dat ook de samenwerking tussen de kerken zal bevorderen. Fijn was ook om te zien dat mensen van zoveel verschillende kerken kunnen samenkomen en discussiëren, zonder een onvertogen woord tussen hen.
-------------------------Henk Grootjans-------------------------------------
SOVE-vieringen
Op 1 april is er weer een viering van SOVE. In het kader van het jaarthema:
Een radicale Jood, de zeven brieven van Paulus. Het thema deze avond is: ‘Op de hielen gezeten’ We lezen uit de tweede brief aan de Korintiërs hoofdstuk 4: 6-12 Voorganger is Rikko Voorberg Het koor zingt o.l.v. Karel Baken, begeleiding Ronald Kamminga U bent van harte uitgenodigd deze avond met ons mee te vieren. Plaats: Johanneskerk, Mercuriuslaan 1b Aanvang: 18.30 uur
--------------------------Namens SOVE, Wil van Egmond--------------------
Bijbels Bijbellezen 7: De vorm is tevens de inhoud
Kom je aan de vorm, dan kom je aan de inhoud. Zogenaamd modern Bijbel vertalen heet dynamisch equivalent. Dat zijn moeilijke woorden voor een stokoud proces: men behoudt zich het recht voor om eigenmachtig in de teksten in te grijpen en een ongeveer ‘gelijkwaardig iets’ als vertaling op te schrijven. Dus letterlijk wat (zij denken dat) de Bijbelschrijver heeft bedoeld. De eigenlijke woorden doen er niet toe, men gebruikt de woorden die er staan om hun eigen interpretatie van de woorden op te schrijven als vertaling. Zo stond op de titelpagina van de Groot Nieuws Bijbel, vertaling in de omgangstaal, dat zijn dus vier leugens op een pagina. 1. Het is niks nieuws, want Hieronymus deed het al met de Latijnse vertaling Vulgata, maar nog heilig in vergelijking met wat men zich nu permitteert. Ook Luther hoort in deze categorie thuis. Het is niet alleen niks nieuws, 2. het is ook niet (meer) de Bijbel, systematisch worden de woorden verduisterd, die er toe doen. Ten derde is het geen vertaling, maar een losse-polsparafrase en ten vierde ga ik niet om met mensen, die zo praten. De bedoeling van ‘Groot Nieuws’ is naar eigen zeggen bij de lezer van nu dezelfde reactie teweeg te brengen als bij de lezer van toen. Lachwekkende pretentie, als het niet zo treurig was. Je kunt het goed controleren aan de hand van de scheldwoorden. Als iemand wordt uitgemaakt voor ‘gewitte wand’, dan zou er dynamisch equivalent voor in de plaats moeten komen iets als ‘grote eikel’, maar dat zoek je natuurlijk tevergeefs! Als woorden als een rode draad door een Bijbelgedeelte lopen, schroomt men niet hetzelfde woord steeds anders te vertalen, zodat de gewone lezer, die geen Grieks of Hebreeuws kent, dit verband niet meer kan leggen. Kijk, ik red me wel, maar u, lezer, wordt knollen voor citroenen verkocht! Wellicht kunt u het u voorgeschotelde Nederlands beter volgen, maar als de voor de verkondiging beslissende woorden ontbreken, wat is het dan nog wat u wel kunt volgen?!
Ik zal nu een voorbeeld geven, dat ik op cursussen ook wel geef.
Mattheüs 8:23-27 23.En toen hij in het schip ging volgden hem zijn leerlingen 24.en ZIE! Een grote beving geschiedde op de zee, zodat het schip bedekt werd door de golven; maar hij sliep. 25.En op hem toekomend deden zij hem opstaan zeggend: “Heer, red, wij vergaan!” 26.En hij zei tot hen: ‘Waarom zijt ge bevreesd, kleingelovigen?’ t o e n opgestaan, bestrafte hij de winden en de zee en er geschiedde een grote kalmte. 27.En de mensen verwonderden zich, zeggend: ‘Wat is dat voor iemand, deze, dat ook de winden en de zee hem gehoorzaam zijn?’
Deze vertaling is gemaakt op voorlezen (colometrisch, dit is zoveel op 1 regel als je in 1 keer zegt). Immers dit is allemaal ver voor de boekdrukkunst en dus is alle lezen voorlezen. Vandaar.
Verder, het Nieuwe Testament is uitsluitend geschreven voor mensen die het z.g. Oude Testament In hun gehoor hebben. Anders moet je het evangelie niet gaan lezen, je begrijpt het negen van de tien keer toch verkeerd. Wie thuis is in Tenach mag zeggen waaraan dit stukje Mattheüs hem doet denken. Ja, inderdaad, Jona. Op zee in een schip en slapend en een storm. Wordt over boord gekieperd op eigen verzoek, want hij was weggelopen van zijn goddelijke opdracht, enfin, lees zelf maar verder in dat geinige boekje. Mattheüs wil je dus naar Jona hebben, die zijn leven opgeeft, ter wille van de bemanning. Maar er zijn verschillen: Jezus gaat niet overboord, maar spreekt met gezag de elementen toe. Met welke woorden wordt er nu verkondigd? Hier vallen dus meteen de beslissingen. Alle vertalingen (behalve de Naardense Bijbel) gaan voor het plaatje. Immers, je hebt misschien een reis naar Israël gemaakt en bent bij dat meer geweest en de gids verklaarde, dat het flink kan spoken en jij denkt, nu begrijp ik dat stukje Bijbel weer een stuk beter. Nee. Boven veel vertalingen staat Storm op het meer. Fout. Dat is Lucas! Mattheüs wil heel iets anders vertellen, namelijk de BEVING OP ZEE. Niet storm maar seismos, (aard)beving. Drie keer zee. In de vertalingen ontbreekt gewoon het woord zee!! Want het is een meer. Wat verbeeldt die Mattheüs zich wel. Wij weten toch dat het een meer is?! Dus vertaal weg dat woord zee. Geen enkele vraag naar het waarom van het woordgebruik van Mattheüs. Wie voorin de Bijbel begonnen is, namelijk Genesis 1 zal weten dat de zee al in het begin is gedefinieerd als de verzameling van de (doods)wateren. Een deel daarvan wordt boven het hemelgewelf bewaard en vormt geen bedreiging meer voor de mens, onder het gewelf worden in één beweging de wateren op een hoop geveegd en wordt het droge zichtbaar.
De zee blijft nog een dreiging, tot de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, want dan klinkt het bevrijdende: ‘en de zee was niet meer’ (zie Openbaring 21) d.i. de doodsdreiging is weg.
Wat lees je nog meer hier? ‘Een grote beving geschiedde op zee’ en later ‘en er geschiedde een grote kalmte’. Dat moet je natuurlijk parallel kunnen horen en moet zo vertaald worden als ik het heb gedaan. Dan blijft nog de vraag van de ‘toeschouwers’: Wat is dat voor iemand, deze, dat ook de winden en de zee hem gehoorzaam zijn? Ja, wat voor iemand is dat, deze? Dat wil Mattheüs verder vertellen, als hij opnieuw het woord seismos (aard)beving gebruikt, namelijk in hoofdstuk 24, de Rede over de laatste dingen en vooral in hoofdstuk 27 (vers 54) en 28 (vers 2) bij Jezus’ dood en Opstanding.
De boodschap is duidelijk. Door zijn dood en opstanding is hem gegeven alle volmacht in hemel en op aarde (28:18) en daarmee krijg je antwoord op de vraag van de ‘toeschouwers’ van de z.g. storm op het meer, die bij Mattheüs de Beving op zee is. Je ziet hoe men de woorden verduistert en je met vaste hand verwijderen wil van de tekst zoals hij is overgeleverd. Laat staan dat ze je helpen willen om aan de hand van de woorden de theologische mededelingen van Mattheüs te laten zien door de vorm, waarin hij zijn verhaal heeft gegoten: geen woord toevallig, geen woord teveel!
----------------------------Wim de Leeuw--------------------------------------
De Lutherwandeling van Wittenberg naar Rome in 1510 Achter Luther aan lopen Een tocht op stevige stappers Etappe 2: Van Kemberg naar Bad Düben
Markus Matthias over zijn wandeltocht in het voetspoor van Luther. Een serie met belevenissen, ontmoetingen, overdenkingen en beschouwingen opgedaan tijdens zijn voettocht in navolging van Luther in 1510 met Rome als einddoel.
Na de overnachting in Lubast, in het zuiden van Kemberg, liep onze weg op de tweede dag door de Dübener Heide, een voormalige heide, waar echter inmiddels een heel bos was gegroeid omdat er blijkbaar al lang geen schapen en geiten meer zijn geweest die de planten kort houden en op die manier voor een heidelandschap zorgen.
Om te wandelen was het echter uitstekend. Heel bijzonder is het dat ten midden van de hei de weg op een gegeven moment niet rechtstreeks verloopt, maar dat wij met een grote boog om iets heen moesten lopen. Toen wij op onze kaart keken, werd de reden van de omweg duidelijk die ons anders niet was opgevallen. Rechtstreeks zou het pad ons namelijk over een heuvel van rond 190 meter hoogte (Hoge Gieck) heen hebben geleid, op zich voor ons wandelaars goed te doen, maar voor de zware ossenwagen en überhaupt voor het vervoer van grote lasten in het verleden was dat zeker nauwelijks mogelijk. In ieder geval was een kleine omweg tenminste veel verstandiger. Voor ons een groot geluk. Want, op die manier konden wij bijna zeker zijn dat wij hier in de hei van (Bad) Düben echt op oude wegen liepen.
En inderdaad zijn wij hier ook op verschillende plekken oude mijlpalen tegengekomen, niet uit de 16e eeuw, maar wel uit de vroege 19e eeuw. Omdat er echter voor de motorisering van het verkeer geen noodzaak of aanleiding was om het traject van wegen te veranderen, hebben wij hier echt op de sporen (ook) van Luther gewandeld. Te midden van de hei van (Bad) Düben wordt de zogenaamde “Luthersteen” getoond, daar waar de bosweg de hedendaagse Bundesstraße 2 oversteekt, dus ook dat zeker een oude plek op de originele weg van Wittenberg naar Leipzig.
Het wordt verteld dat hier in 1519 na afloop van de disputatie van Leipzig waar Luther voor het eerst met zijn scholastieke tegenstanders in het openbaar had gedisputeerd, te weten over het gezag en de persoon van de paus, zijn studenten hem hier tegenkwamen om hem naar Wittenberg te begeleiden. De studenten waren waarschijnlijk nieuwsgierig om te horen hoe de disputatie was verlopen en ze wilden zeker ook hun leraar de eer aandoen en hem als overwinnar begroeten.
Een mooi verhaal, maar ook een realistisch verhaal. Want het is goed mogelijk, dat de studenten de afstand van Wittenberg naar hier (rond 26 km op het traject van de Bundesstraße 2) en weer terug in één dag hebben gehaald. Dat laat trouwens ook zien dat deze studenten zeker makkelijk mee zouden kunnen lopen met de Vierdaagse in Nijmegen (40 km per dag). De Luthersteen is feitelijk een zwerfsteen die met vele legenden rondom Luther verbonden werd, omdat de steen gewoon op een opmerkelijke plek ligt en een merkwaardige vorm (rustplaats, preekpodium, noem maar op) heeft, waar Luther trouwens zeker meerdere keer op weg naar en van Wittenberg langs is gekomen. Van Luther zelf weten wij niets over deze steen.
Uiteindelijk kwamen wij naar (Bad) Düben, een oude vestigingsplek bij het riviertje “Mulde”. In de tijd van Luther werd hier de rechtszaak afgehandeld tussen een paardenhandelaar, Hans Kohlhase,
en een landjonker, Günter von Zaschnitz. De landjonker had op zijn grondgebied ten onrechte twee paarden van Kohlhase in beslag genomen, waarvoor hij, nadat ze overleden waren, geen schadevergoeding betaalde.
Nadat Kohlhase door de rechtbank en verschillende hoven van hoger beroep geen gelijk had gekregen, hoewel hij duidelijk in het recht stond, heeft hij geprobeerd zijn recht met geweld door te zetten. Hij voerde dus een vete met de jonker. Uiteindelijk werd hij door de overheden gevangen genomen en ter dood veroordeeld.
De Duitse schrijver Heinrich von Kleist (1777- 1811) heeft deze rechtsstrijd als aanleiding genomen voor zijn bekende novelle Michael Kohlhaas (1810), een diepgaand verhaal over gerechtigheid en de vraag of je in het vechten voor gerechtigheid ook onrecht mag doen. Luther heeft Kohlhase toen de raad gegeven, liever onrecht te lijden dan onrecht te doen.
Luther schrijft op 8 december 1534: Het recht mag je alleen proberen op rechtvaardige manier te krijgen. Onrecht wordt door ander onrecht niet rechtgezet. En het is een christen niet toegestaan om zich te wreken, d.w.z. zijn recht met geweld doorzetten. Het is nodig om voor zijn recht en eer te vechten, het is echter beter schade te nemen aan goed en eer dan aan het geweten
(WA.Br. 7, blz. 124-125, Nr. 2151).
---------------------------------prof. dr. Markus Matthias----------------
Inspiratie Impuls ‘Voorjaarsschoonmaak’ op zondag 30 april 2023 in de Johanneskerk
Vanuit De Kapel Eindhoven organiseren we een paar keer per jaar een Inspiratie Impuls in Eindhoven. Het is een korte middag (van 12.00 tot 14.00 uur), waar inspiratie en ontmoeting centraal staan.
Zo is er een meditatief moment en een inspirerende workshop. De middag is spiritueel, bezinnend en creatief: een moment om verbinding te ervaren en nieuwe inspiratie op te doen.
Het thema van de komende keer is ‘Voorjaarsschoonmaak’. Want met het voorjaar komt opluchting, ruimte om je hoofd en hart leeg te maken. Het is tijd om los te laten, stoom af te blazen, tijd voor iets nieuws. Waar heb jij genoeg van? En wat voor nieuws wil jij graag aanpakken? De details van het programma en de verschillende workshops vind je op https://kapel-eindhoven.nl/inspiratie-impuls. De Inspiratie Impuls is gratis en staat open voor iedereen, dus voel je welkom en neem gerust iemand mee!
------------------------------------Berna, Feike en Metta-----------------------------
Cursus kennismaking met christelijk geloven (Bijbels ABC)
In mei start in de Ontmoetingskerk aan de Meerkollaan 3 een cursus christelijk geloven. De bedoeling van deze cursus is om je een inzicht te geven in het christelijk geloof. Je krijgt daar dus uitleg over, maar er is ook veel ruimte voor de eigen inbreng van de deelnemers.
Er zijn cursussen christelijk geloof die je een georganiseerde reis kunt noemen: alles is van tevoren al uitgestippeld, op alle vragen is een antwoord. Maar deze cursus wil - naast uitleg - ook de vragen en ideeën van de deelnemers bespreken. Het wordt meer een zwerftocht door Bijbelverhalen rond de vraag wat die vandaag de dag in je eigen leven zouden kunnen betekenen.
De thema’s waarover we het gaan hebben zijn: over God, over Jezus, wat is geloven, geloven en doen, bidden, een joods verhaal, lezen en leven vanuit de liefde. De cursus wordt gegeven op de maandagavonden in de maanden mei en juni. Voor vragen en opgave: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. / 0615695919
---------------------------------------------------------------------------------------
De Maaltijd van de Heer - 4
In een aantal stukjes probeer ik iets te zeggen over het Avondmaal, dat ook wel Maaltijd van de Heer wordt genoemd. Dat doe ik omdat wij - mijn collega’s en ik van de kerk van Eindhoven - merken dat het Avondmaal bij velen niet leeft; het heeft weinig betekenis. Voor mij is het een belangrijk deel van ons gemeente zijn. Ik wil proberen iets van de betekenis aan u en jullie - mijn lezers - over te brengen. Daarbij heb ik een aantal gemeenteleden gevraagd iets te schrijven over de betekenis van het Avondmaal voor hen. Als u / jij ook iets wilt schrijven, graag!
Plechtig zegt de voorganger: het brood dat wij breken is het lichaam van Christus; de beker die wij delen (met wijn of druivensap) is het bloed van Christus. Voor sommigen roept dat afschuw op: een lichaam eten, bloed drinken! Dat klinkt als een kannibalenmaaltijd. Voor een deel van de ouderen roept het woord bloed de herinnering op aan een bepaalde verzoeningsleer: God is boos omdat de mens zondig is; omdat God de mens toch wil vergeven moet er iemand anders bloeden en dat is Jezus. Het woord ‘bloed’ roept voor hen de gedachte op aan een beeld van God waarin zij niet meer geloven.
Ik vind het juist heel waardevol dat we in de kerk, in navolging van de evangeliën, blijven spreken over bloed en lichaam van Christus. Niet dat ik geloof dat we letterlijk lichaam eten en bloed drinken, niet dat ik geloof in die manier van verzoening. Maar de symbolische betekenis is mij dierbaar: Jezus is zo verbonden met ons alsof er sprake is van een bloedband, zo verbonden als twee lichamen met elkaar. Onverbrekelijk verbonden zijn wij met Jezus.
Mij is wel eens het voorstel gedaan om het niet meer te hebben over lichaam en bloed, maar over liefde. Het gaat toch uiteindelijk om de liefde! Natuurlijk gaat het om de liefde, maar liefde kan zomaar omslaan in haat en verraad; zie het verhaal van Jezus. De verbondenheid waarover het in het Avondmaal gaat, is een diepe band die haat en verraad overleeft. God laat de mensen niet meer los.
Tjalling Huisman
De volgende keer gaat het erover dat het Avondmaal meer is dan een dodengedachtenis.
Tinie Kämink schrijft:
Eventjes terug in de tijd. De Avondmaalsviering was vroeger in mijn ogen een te zware en te plechtige aangelegenheid en het voelde niet aan als vieren. Het was teveel verbonden aan schuldig en zondig zijn. De gedachte aan het lijden en sterven van Christus overheerste, boven de gedachte aan de opstanding en het voluit mogen leven.
Al heel lang ervaar ik dat gelukkig niet meer zo. Het vieren van het Avondmaal zie ik nu als een ritueel van delen en verbondenheid met elkaar en met Christus. Het is mooi dat we allemaal de uitnodiging om aan tafel te gaan, van de Heer zelf ontvangen.
Het is fijn om met elkaar te zingen, dat er voor ieder van ons een plaats is aan de tafel. Tegelijk zet me dit wel aan het denken over mijn eigen gastvrijheid. Gastvrijheid was ook een thema tijdens de Aan Tafel bijeenkomst. Het ging daarbij ook over culturele verschillen in gastvrij zijn. Daar kan ik nog van leren.
Wat betreft de vorm. Het vieren in een kring vind ik mooi, maar vooral dat er aandacht is voor het ritueel en aandacht voor elkaar, bijvoorbeeld door even oogcontact te hebben.
Hein Stufkens schreef hier een mooi gedichtje over.
Avondmaal
Ik zat naast hem
Brood ging rond en wijn
Iemand zei: ‘Geef het licht eens door’
Ik had het licht nog niet gezien
Zocht, zag het nergens staan
Toen keek hij mij aan.
------------------------------------Tjalling Huisman--------------------------------
Bijbelacademie
Donderdag 13 april - 20.00 uur Adventskerk
Donderdag 13 april is de eerste van de twee avonden over de Islam. Een kwart van de wereldbevolking is moslim; een derde beschouwt zich als christelijk. Daarmee is Mohammed de op één na invloedrijkste persoon in de wereld. Dit alleen zou al reden genoeg moeten zijn om het leven van Mohammed te kennen. Het wezen van de Islam laat zich niet begrijpen zonder dat men eerst het leven van Mohammed verkent.
Ook laten zich vele schijnbaar tegenstrijdige uitspraken in de Koran alleen begrijpen op de achtergrond van Mohammeds biografie. Het gaat dus om zeer relevante onderwerpen. Iedereen is van harte welkom – ook al kom je maar voor één avond.
Zondag 23 april - 19.00 uur Adventskerk
Het boek Openbaring is voor veel mensen letterlijk een boek met zeven zegels. Als men echter de bijzondere structuur van dit boek kent, laat zich de bemoedigende boodschap van dit boek beter begrijpen. Het gaat er dus niet om het hele boek in één avond uit te leggen maar een bril aan te reiken waarmee de kleurrijke boodschap van het hele boek zichtbaar kan worden.
---------------------------------------------------------------------------------------------
Capella Vesperale
Het ritme van de Evensongs is op het moment wat onregelmatig. Dat heeft te maken met afspraken die met andere gebruikers van de Catharinakerk zijn gemaakt. De Evensongs vinden in deze periode niet altijd plaats op de derde zondag. Let u dus goed op de afwijkende data.
Nieuwe koorleden zijn nog altijd zeer welkom en ook nodig om de Evensongs op langere termijn mogelijk te blijven maken. Daarom een uitnodiging aan wie graag engelse Hymns en koormuziek zingt om een paar keer per jaar met de Capella mee te zingen. Wie interesse heeft kan het melden bij Bert Jan van Haarlem, mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. tel. 040 2366339.
Evensong
Op zondag 23 april zal er een Evensong zijn. Het is dan de tweede zondag na Pasen, die de zondag van ‘de goedheid van de Heer’ wordt genoemd. Ook vinden we de benaming zondag van ‘de goeder herder’. Gelezen wordt over de zorg waarmee de Eeuwige mensen omgeeft, zoals een herder zijn kudde leidt.
Gezongen openingsvers, gebeden en slotvers klinken in een toonzetting van Fred Vonk. De muziek voor de vaste lofzangen van Maria en Simeon is van Thomas Attwood Walmisley. Als anthem klinkt Stanford’s ‘O for a closer walk’. Als Hymns worden gezongen: Ye choirs of new Jerusalem, This joyful Eastertide en Rejoice, the Lord is King. Een Evensong in het teken van de vreugde van Pasen.
De Evensong is om 16.00 uur in de Catharinakerk.
----------------------------------------------------------------------------------
Opgepast: diaconie in uitvoering!
Ik hoor de opmerking wel eens voorbijkomen, na de kerkdienst bij de koffie of in een vergadering over de activiteiten in het nieuwe seizoen, of rondom een Avondmaalsviering. ‘Wat doet de diaconie?’ In die vraag kan ik, als diaken, van alles horen: nieuwsgierigheid naar wat de diaconie doet, of een verwijt dat de diaconie te weinig doet en onzichtbaar is, of een aanmoediging om vanuit de diaconie ook wat te doen of…..Maar hoe zo’n vraag ook bedoeld is, en wat er ook achter zit, het mooiste van deze vraag is dat er gevraagd wordt naar wat de diaconie DOET. Zo wijst de vragensteller op de kern van wat diaconie is, namelijk werk in uitvoering, iets doen in de wereld en in de kerk.
Diaconie als werk in uitvoering is gelukkig niet voorbehouden aan diakenen en diaconaal medewerkers. Wij zijn er allemaal van. Maar misschien zien we niet altijd even duidelijk hoe wijzelf en anderen aan de slag zijn met diaconale activiteiten. Collecteren en brieven schrijven voor Amnesty, producten voor de Voedselbank meenemen, soep koken voor een sososo-maaltijd, helpen bij het inloophuis St. Catrien, geld geven voor de projecten van Kerk in Actie, een Sinterklaasfeest organiseren voor de kinderen die bij Vluchtelingen in de Knel bekend zijn: dat is toch gewoon vrijwilligerswerk…….? Zeker, vrijwillig is het. Maar gewoon? Het zijn immers allemaal activiteiten die bijdragen aan het eerlijker en rechtvaardiger maken van onze samenleving. Dat doen we omdat we geloven in hoe goed en mooi onze wereld bedoeld is en kan zijn. Dit zijn mogelijk (te)grote woorden voor (te)kleine daden. Het is verleidelijk om snel van onszelf ( of van anderen ) te vinden dat we te weinig doen of dat het weinig voorstelt. Maar stel je eens voor dat iedereen zou ophouden met brieven schrijven, vrijwilliger zijn bij inloophuis en voedselbank, of al die andere activiteiten. Wat zou dat betekenen voor onze buurt, de stad, onze samenleving, voor de contacten met elkaar? Ja, er is altijd meer te doen, maar dat wat we doen is de moeite waard en heeft effect!
En toch. Soms is er extra behoefte aan handjes en helpers voor diaconie in uitvoering. Natuurlijk kijken we dan rond of we zelf nog wat meer kunnen doen en of we anderen kunnen vinden die mee willen gaan doen. Eén van die plekken waar nu behoefte is aan meer mensen is de kookploeg van diaconaal inloophuis ’t Hemeltje. Door de week staat de huiskamer open voor iedereen die behoefte heeft aan een praatje, een plek om te zitten, een maaltijd. Op dinsdag en donderdag wordt er voor ongeveer 70 gasten een warme maaltijd gekookt, op de andere werkdagen is er tussen de middag soep en brood. De kookploeg zoekt nieuwe kokers, mensen die het leuk vinden om zo nu en dan of vaker een eenvoudige maaltijd te bereiden. Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat het leuk, inspannend, gezellig en bevredigend werk is. Misschien ook iets voor u??
--------------------------Antje Dekker, Diaconie--------------------------------
Brood delen
In de gebedsruimte ontmoette ik vier vriendelijke jongemannen. Nadat ze hun gebed gedaan hadden, vertelden ze dat ze in Veldhoven wonen en werken, en dat ze bij familie in Turkije op bezoek gingen. Ik zei dat ik luchthavenpastor ben, en de gebedsruimte bijhoud. Ze zeiden dat ze erg blij waren met de mogelijkheid om op het vliegveld hun gebed te kunnen doen. We hadden een prettig gesprek.
Even later liep ik door de terminal, daar zaten ze en ze riepen me. Mevrouw, kom eens bij ons. Ik ging naar ze toe, ze hadden een Turks brood bij zich, en gaven me een stukje. Het was erg lekker, want vers. Voor mij als christen heeft het delen van brood een diepere lading. Die lading had het voor hen wellicht niet. Maar ik voelde het als bijzonder, dat deze jonge mannen, niet alleen hun verhaal maar ook hun brood met me wilden delen.
(Dit verhaal is van vóór de aardbeving)
-----------------------------Mirjam van Nie----------------------------------------------
Uit het Open Huis
De meeste van onze gasten zijn niet dakloos, maar thuisloos. Dat betekent, dat ze wel een dak boven hun hoofd hebben, maar geen sociaal netwerk hebben en feitelijk behoorlijk eenzaam zijn en sociaal vaak niet aangepast. Dat wil ook zeggen, dat ze niemand hebben die hen eens een keer lekker verwent en natuurlijk is het niet ons eerste doel om hen lekker te verwennen. We zorgen voor een fijne sfeer in de ontmoetingsruimte, schenken koffie en thee met een plak peperkoek en zorgen voor een lunch van brood, soep en wat fruit. Niks mee mis, maar echte verwennerij is het niet. Maar die momenten zijn er wel.
Ieder jaar in de week dat we jarig zijn, afgelopen september was dat al 36 jaar, bestaat de lunch niet uit boterhammen, maar uit broodjes en bij de koffie geen plakje peperkoek, maar iedere dag taart bij de koffie. Dat is echte verwennerij. Dat spreekt zich rond, want die week is het beduidend drukker dan anders. Vorig jaar had een studentenvereniging een enorme stapel pannenkoeken gebakken voor onze gasten en waar ze allemaal vandaan kwamen weet ik niet, maar de ontmoetingsruimte zat heel snel erg vol en de pannenkoeken verdwenen als sneeuw voor de zon. Het was prachtig om te zien. De meesten kennen pannenkoeken uit hun jeugd, maar door hun sociale omstandigheden was het voor velen erg lang geleden, dat ze dit weer aten.
Vorig jaar hebben we op deze plek verteld over een diner in het stroomhuis met heerlijk eten en ‘gouden’ bestek. Het was een feest. Het laat zien hoe belangrijk zulke fijne verwenmomenten zijn; hoe belangrijk het ook is dat je uit kunt kijken naar iets leuks, iets wat de meeste gasten maar bar weinig hebben.
Ieder jaar verzorgde Amaro, van het Ketelhuis op Strijp-S, voor onze gasten een kerstmaaltijd die in de Catharinakerk werd gekookt. Een prachtig evenement, maar dit jaar kwamen we tot de conclusie, dat er met kerstmis al zoveel eten wordt aangeboden, dat het speciale van deze maaltijd niet zo goed uit de verf kwam. Het bleek iets teveel verwennerij. Daarom hebben we het tijdstip van deze maaltijd verplaatst naar 8 mei. Dan komen alle potten en pannen weer naar de kerk en wordt er gekookt voor een groot aantal dak- en thuislozen. We hopen dat het weer zo’n heerlijk verwenmoment wordt, waar iedereen zich nu al op mag verheugen.
Sinds kort hebben we ook iets voor de thuiskoks. De vrijwilligers van Soep&Co brengen iedere dinsdagmorgen een krat groente en fruit, dat overgebleven is in een biologische winkel. Er mag gratis meegenomen worden en zo kan wie wil een gezonde maaltijd koken. Of er echt blijvende belangstelling voor is, weten we nog niet, want de meeste van onze gasten zijn geen fervente koks, maar het is een sympathiek initiatief.
--------------------------------Bernadette van Litsenburg----------------------
God aan het werk!
Als je al meer dan 30 jaar in het jongeren- en studentenwerk zit dan heb je al heel wat verhalen gehoord. Soms heel gewone dagelijkse dingen maar soms ook heel heftige. Zeg maar van liefdesverdriet tot ernstig seksueel misbruik. Van puber issues tot zelfmoord. Of van plastisch chirurgische ingreep tot zelfverwonding. Van verliefdheid tot diepe genderproblemen. Nou ja, je begrijpt me wel. Van kleine dingen tot hele heftige zaken.
Een student vertelde me dat haar moeder psycholoog is en dat, toen ze met haar “verliefdheidsprobleem” bij haar moeder kwam, die reageerde met een opmerking van dat dat hoorde bij de leeftijd en dat het wel over ging. Die ontkenning was voor de studente het moment dat ze haar moeder niet meer in vertrouwen nam én het begin van een eetstoornis. Hoezo is het één minder heftig dan het andere?
Ik heb moeten leren dat luisteren zoveel mooier is dan spreken of met goede voorstellen of oplossingen komen. En ik vind dat moeilijk. Nee echt waar hoor. Met al die ervaring die je inmiddels hebt is het veel makkelijker om met een oplossing te komen en dan kunnen we snel weer verder.
Maar het gekke is dat dat gewoon niet werkt. Ik zie dat veel mensen goede adviezen niet snel aannemen. Volgens mij zit daar een principe achter. Namelijk die van: “Ik weet wat ik heb maar ik weet niet wat ik krijg”. We houden, zolang als het gaat, vast aan de huidige situatie. We hebben een “crisis” nodig om te veranderen. Veranderen is link.
Dus geef ik steeds minder adviezen als mensen er niet om vragen maar ook niet als ze er wel om vragen. Ik wéét inmiddels dat mensen die crisis nodig hebben om gedrag te veranderen.
Maar het belangrijkste wat ik geleerd heb is dat Gód heel betrouwbaar is. Hij is als een vakkundig chirurg bezig in de levens van mensen. Hij weet precies wat er verwijderd moet worden of wat er weer aan elkaar gezet moet worden zodat iemand weer verder kan.
Het beste voorbeeld wat alles goed samenvat is dat verhaal van die ene jongen die me vertelde dat zijn moeder de schoolfoto van hem trots op de schoorsteenmantel had staan. Je weet wel die foto waar je op je best gekleed met een glimlach de wereld inkijkt. Die foto die je moeder trots aan iedereen laat zien als ze vragen wie haar zoon is. Diezelfde foto herinnerde hem aan de donkerste periode van zijn leven. Een periode waarin hij veel nadacht over zelfmoord. Ja, die foto die gemaakt werd een uur nadat hij zichzelf zó hard in zijn arm had gebeten dat hij de pijn in zijn ziel niet meer hoefde te voelen. Diezelfde jongen kwam letterlijk gekweld door demonen naar HOST. Diezelfde jongen zie ik nu stukje bij beetje genezen en vrijkomen. Niet door mij maar door Hem.
------Arjan Scheele, Studentwerker bij Host Eindhoven (IFES----
Wie ben Ik?
U kent het wel, dat spelletje waarin je moet raden wie je bent door vragen te stellen. Ben ik een man? Ben ik een bekende Nederlander? Ben ik oud? Ben ik een sporter? En dan net zo lang tot je door hebt wie je bent. Nu ja, van wie je tijdelijk de identiteit toebedeeld hebt gekregen.
En wie zeggen jullie dat Ik ben? Dat vraagt Jezus aan zijn leerlingen. Want wie Hij is, dat weet Hij zelf wel. En wat de mensen over Hem zeggen, daar zijn ook allerlei beelden over. Een wijs man, een goed mens, een rondreizende prediker, een vriend, een onruststoker, …. Misschien allemaal wel een beetje waar, maar niet de kern. Ze zeggen iets over Hem, een aspect, een randje, maar komen niet tot de kern, niet tot de identiteit van Jezus.
Maar zijn eigen leerlingen, wie is Hij volgens hen!? Petrus is als altijd haantje de voorste (net als toen de haan drie keer kraaide). De Messias, door God gestuurd. Punt gescoord. En de reactie van Jezus: Mondje dicht. Het is nog geen tijd. En Hij begint te vertellen over Zijn lijden en sterven.
En wie is Hij volgens jou? En nu niet wegkruipen achter de brede rug van een ander, achter de mening van de dominee, achter een stichtelijke tekst uit de Bijbel, achter een politiek correcte formulering. Gewoon recht voor zijn raap. In alle helderheid en directheid. Wie ben Ik voor jou? Dat is wat Jezus ons vraagt als Hij op weg is naar het kruis. Dat is wat Jezus van ons vraagt in april 2023. Mondje open.
-------------------------------Benjamin Jansen---------------------------------
Verbouwing Ontmoetingskerk
Wie afgelopen zondag 12 maart in de Ontmoetingskerk was kan het niet zijn ontgaan: na jaren plannen maken en uitwerken is de verbouwing begonnen!
Het was de afgelopen maanden een klus, om alles gepland te krijgen. De levering van de nieuwe kozijnen, de planning van de aannemer, asbestverwijdering, het moest allemaal passen in de agenda’s. En met de drukte in de bouwwereld leek het er een paar weken geleden nog op dat het toch weer later zou worden.
En toen ging het ineens allemaal heel snel en werd begin maart duidelijk dat men nu kon beginnen en anders was het maar weer afwachten.
Nog even op een rijtje wat er allemaal gaat gebeuren:
- We krijgen een moderne en veel ruimere keuken op plaats waar nu de predikantskamer is
- De consistorie wordt een stilte-ruimte geschikt voor kleine vieringen
- De hal krijgt een veel betere akoestiek en wordt opgefrist
- Op de plaats van de oude keuken komt een knus zitje
- De entree krijgt een betere uitstraling als een duidelijke hoofdingang
- Er komt een kleine pantry vlak bij de ingang voor huurders die niet van de keuken gebruik hoeven te maken
- De toiletten worden gemoderniseerd
- Alle ramen en kozijnen in de laagbouw worden vervangen door isolerend glas en aluminium kozijnen met dezelfde uitstraling als de huidige stalen (koude lek!) kozijnen
- Het complete dak van de laagbouw wordt vernieuwd (vanwege alle lekkages) en de koepels (koude-lek!) worden dichtgemaakt
- De elektra inclusief ouderwetse meterkast wordt geheel vernieuwd
- De verwarmingsinstallatie wordt bij de tijd gebracht en onderhoudsvriendelijk gemaakt
Al met al een hele waslijst. En dan zijn er altijd verrassingen in de aanloop, zoals de ontdekking dat onze kerk rond de kozijnen asbest bevat wat eerst specialistisch verwijderd moest worden. De asbestsanering was de eerste klus waarvoor alle ramen vanaf de binnenkant met houten platen werden afgedekt. Daarna werden de nieuwe kozijnen geplaatst.
Vrijwilligers
Het werk begon op zaterdag 4 maart toen een groep vrijwilligers het grind op het dak, dat was overwoekerd door een dikke moslaag, kwam wegscheppen om afgevoerd te worden in een grote container. Een enorme klus die uiteindelijk meer dan twee zaterdagen heeft gekost.
De bouwplanning
De komende maanden zullen er vooral aan de voorkant van de kerk, dus de hal, toiletten, de consistorie en de predikantskamer steeds werkzaamheden zijn. Toch zullen we, met uitzondering van zondag 19 maart, hopelijk steeds de kerkzaal kunnen gebruiken. Het zal af en toe wat improviseren worden.
Zo worden op zeker moment de toiletten onder handen genomen, en zullen die even niet beschikbaar zijn. Gelukkig is er in de blokhut ook een toilet.
Ook zitten we natuurlijk een poos zonder keuken, maar ook hier biedt de blokhut uitkomst.
Het werk aan de elektra kan nog zorgen voor verstoringen in het gebruik van de kerk, wanneer werkzaamheden uitlopen en er misschien geen elektriciteit is.
De exacte planning is alleen beschikbaar voor de komende (afgelopen?) weken:
12-18 maart worden de oude kozijnen verwijderd en vindt de asbestsanering plaats. De week van 20-25 maart wordt begonnen met het plaatsen van de kozijnen. Dat gaat naar verwachting 2 weken duren. Die week wordt ook gewerkt aan het dak. Op 20 maart is ook begonnen met het aanpassen van de verwarmingsinstallatie. Nadat de kozijnen zijn geplaatst gaat de aannemer aan de slag met sloop en nieuwbouw, elektrawerk en aanpassing riolering aan de binnenkant. Dat is dan ongeveer de Stille Week.
Als laatste volgt de interieurbouw, inclusief plaatsing van de nieuwe keuken en pantry. Maar dan zal het al bijna juni zijn. Wordt vervolgd.
-----------------------------------------------------------------------------------------
maart 2023 met thema: "Aan tafel " Lees meer...
De Maaltijd van de Heer
In een aantal stukjes probeer ik iets te zeggen over het Avondmaal, dat ook wel Maaltijd van de Heer wordt genoemd. Dat doe ik omdat wij – mijn collega’s en ik van de kerk van Eindhoven – merken dat het Avondmaal bij velen niet leeft; het heeft weinig betekenis. Voor mij is het een belangrijk deel van ons gemeente zijn. Ik wil proberen iets van de betekenis aan u en jullie – mijn lezers - over te brengen. Daarbij heb ik een aantal gemeenteleden gevraagd iets te schrijven over de betekenis van het Avondmaal voor hen. Als u / jij ook iets wilt schrijven, graag!
Als we de Maaltijd van de Heer vieren, is Jezus zelf de gastheer. Je ziet Hem natuurlijk niet zomaar in de kerk zitten, maar in het delen van brood en wijn (of druivensap) is Hij er bij. Je ziet dat goed in het verhaal van de Emmaüsgangers (Lucas 24): de onbekende die meeloopt op weg naar het dorpje Emmaüs, blijkt opeens Jezus te zijn. Als Hij het brood deelt, herkennen zijn reisgenoten Hem. Zo is het ook als wij de Maaltijd vieren; als gastheer is Jezus in de Geest aanwezig. Je ziet Hem niet, maar Hij is er bij.
Dat maakt van het Avondmaal een bijzondere maaltijd. Het is één van de twee sacramenten in onze kerk, het andere sacrament is de doop. Een sacrament is een heilige handeling. Het Avondmaal wordt daarom ook wel Heilig Avondmaal genoemd, het is niet zomaar iets. Paulus ziet in de christelijke gemeente in de stad Korinthe (1 Korintiërs 11 : 17 – 34) dat mensen groepjes gaan vormen: de rijken zitten samen en eten en drinken zich vol, de armen zitten aan de kant. Woedend is Paulus daarover, zo kan het niet! Aan de Maaltijd waar Jezus gastheer is, gelden de regels van die gastheer. Als de gemeente van Christus brood en wijn deelt, hoort er voor iedereen plaats te zijn. Arm en rijk, huizenbezitter en zwerver, goed en slecht, homo en hetero, gelovig en twijfelaar, wat voor huidskleur ook, kerks en randkerkelijk, non binair en man en vrouw – iedereen krijgt plaats aan de tafel. In ieder die deelneemt kan je Jezus ontmoeten. Hij is de gastheer van de Maaltijd, zijn aanwezigheid onder de avondmaalsgasten maakt er een bijzonder ritueel van: een Heilig Avondmaal.
Op nog een andere manier is Jezus aanwezig: in brood en druivensap.
De volgende keer gaat het over brood en wijn, lichaam en bloed van Christus.
-----------------------------------Tjalling Huisman------------------------------
Leo Steinhauzer schrijft:
Het Avondmaal of de Eucharistie heeft altijd veel voor me betekend. Toen ik op 24-jarige leeftijd in het huwelijk trad met een Rooms-Katholiek meisje was ik nog overtuigd niet-kerkelijk. Dat ik in de traditionele katholieke Limburgse cultuur niet om een kerkelijk huwelijk heen kon, was mij wel duidelijk en dat wilde ik ook niet. In die kerk ben ik getrouwd en deed er met dispensatie van de bisschop de heilige communie. Ik voelde me zeer vereerd. Door die communie verdween voor mij ook het onderscheid tussen kerkelijke en niet-
kerkelijke mensen. Kerkelijk gezien had ik niets met God, maar ik kon het goed vinden met de plaatselijke kapelaan. Ik werkte met hem samen omdat ik maatschappelijk werker was in het dorp waarin ik opgroeide.
Vanaf die tijd ben ik altijd ter communie of aan het Avondmaal gegaan zonder me iets van de kerkelijke regels aan te trekken. Hoewel in die tijd God in mijn leven nog een lastig begrip was, had ik het gevoel dat Hij het wel goed vond. Het Avondmaal vierde ik in onze kerk ook toen ik nog niet was gedoopt. Later werd mij wel duidelijk dat dat niet in alle geloofsgemeenschappen op prijs werd gesteld. Dat heb ik soms wel gerespecteerd.
Het leven volgt zijn eigen weg. Mijn huwelijk mislukte. Tenslotte kwam ik in Eindhoven bij de Opstandingskerk terecht. De toenmalige wijkpredikant Wessel Stoker leidde mij naar doop en belijdenis.
Wat betreft het Avondmaal is mijn belangrijkste ervaring het besef dat mensen over de hele wereld hetzelfde ritueel uitvoeren: het delen van brood en wijn waardoor allen deel hebben aan het lichaam van Christus.
Ik zag al die verschillende mensen, die niet allemaal vrienden zijn en soms heel andere opvattingen hebben, geconcentreerd in één kring staan. Ik voelde me zelf aanvankelijk ook een vreemde eend in de bijt. Zijn de verschillen in een wijkkerk al groot, wereldwijd zijn die met alle culturele en theologische verschillen tussen kerken en groeperingen vele malen groter. Toch volgen allen Jezus in Zijn vraag om hem met een maaltijd te gedenken. Dat wil zeggen Hem in zijn verlangen naar vrede en rechtvaardigheid te volgen. Hij had daar alles, zijn leven en zijn succes voor over gehad.
Het ontroert mij dat al die verschillende mensen die desondanks het verlangen naar vrede en goedheid met elkaar delen en daarmee het offer van Jezus, zijn kruisdood, aanvaarden. Daar word ik stil van.
---------------------------------------------------------------------------------
Veiligheid
Begin februari werden Turkije en Syrië getroffen door twee zware aardbevingen. In een gebied zo groot als twee keer Nederland is er een ongekende verwoesting waarbij vele gebouwen - vaak met een groot aantal verdiepingen - zijn ingestort of omgevallen en waarbij vrijwel alle bewoners werden bedolven. Op het moment van schrijven zijn er ruim dertigduizend doden geteld, maar gevreesd wordt dat dit nog sterk zal oplopen. Naast vele oude gebouwen die zijn ingestort zie je ook dat nieuwe gebouwen, die bestendig zouden zijn tegen aardbevingen, zijn ingestort. De mensen die in die gebouwen woonden moeten gedacht hebben dat ze daar veilig woonden. Het is duidelijk dat veiligheid betrekkelijk is.
Het is bekend dat Turkije op een aantal breuklijnen ligt en dat daardoor in dat land vaak aardbevingen voorkomen. De laatste grote aardbeving was ongeveer 20 jaar geleden in centraal Turkije. In het gebied dat nu getroffen is, was het al honderden jaren geleden dat er een zware aardbeving geweest was. Als je praat over veiligheid, denk ik niet dat de bewoners met de kans op een aardbeving bezig zullen zijn geweest. Hun veiligheid had veel meer te maken met de burgeroorlog in Syrië. Veel mensen in de getroffen steden waren gevlucht uit Syrië en voelden zich nu waarschijnlijk veilig in Turkije. Totdat de aardbeving toesloeg en het leven voor hen totaal veranderde.
Er wordt nu gezegd dat de aardbeving in Turkije en Syrië miljoenen keer zo sterk was als die in Groningen en dat die aardbevingen dus niet veel voorstellen. Dat is anders als je bekijkt dat in Groningen enkele malen per jaar een beving plaatsvindt en dat er altijd wel schade is. Hierdoor voelen de mensen in Groningen zich onveilig en worden ze daarmee een paar keer per jaar geconfronteerd. Dat betekent dat ze daar continu mee bezig zijn, anders waarschijnlijk dan de mensen in Turkije. Die dachten meer aan de oorlog, dan aan een mogelijke aardbeving.
Het is hartverwarmend dat er nu veel hulp naar Turkije onderweg is om de eerste nood van de mensen in het getroffen gebied op te vangen. Echter de enorme grootte van het getroffen gebied en de miljoenen mensen die nu dakloos zijn, maakt het haast onmogelijk voor hen te zorgen. Het is belangrijk dat al deze mensen nu opgevangen worden, te eten krijgen en een dak boven hun hoofd krijgen, zodat ze zich weer een klein beetje veilig gaan voelen. Het is noodzakelijk dat we als kerk hieraan bijdragen, niet alleen nu maar ook in de komende jaren, want die hulp zal nog lang nodig blijven.
---------------------------Henk Grootjans----------------------------------
Bijbels Bijbellezen 6: Voor we verder kunnen nog iets
Ook Genesis 1 is (uiteraard) niet historisch in onze betekenis. Maar...wel interessant, dit verhaal ploft om zo te zeggen in onze brievenbus in de zesde eeuw voor Christus.
In het Hebreeuws! Is God nu helemaal gek geworden? Hij brengt een verhaal van heil voor alle mensen via dit taaltje van niks, dit volkje van niks, met een geschiedenisje van niks en met een landje van niks, als boodschap voor iedereen? Ik zei altijd al, als God werkzaam was geweest bij de communicatieafdeling van Philips, was Hij er onmiddellijk uitgevlogen, zoveel is wel duidelijk.
Nu zijn er twee mogelijkheden: God is inderdaad gek, dan houden we er meteen mee op ons in Zijn Woord te verdiepen. Of Hij heeft een hele diepe bedoeling met Zijn handelswijze en dan moeten we de bedoeling accepteren en volgen. Dat betekent bijvoorbeeld, dat we accepteren, dat de Hebreeuwse Bijbel niet voor ons was geschreven en dus ook niet direct aan ons gericht, maar aan Israël. De anderen, wij heidenen dus (want de Bijbel kent maar twee types, Jood en Goi, Jood en niet-Jood, Jood en heiden) zijn allereerst meelezers over hun (Joodse)? Schouders. Het is dus van a tot z geen algemeen verhaal, maar een van a tot z bijzonder verhaal. En we worden tegengewerkt om dit bijzondere verhaal bijzonder te houden door ongeveer de gehele christelijke wereld. En niet in de laatste plaats de Bijbelvertalers.
Die doen al decennia lang hun best om de duizenden jaren die tussen de lezer nu en de hoorder van toen liggen, weg te werken en te ontkennen. Ze vertalen eigenlijk niet, maar parafraseren meer. Ik bedoel daarmee, toen ik zelf op de middelbare school zat kreeg je wel eens een gedicht voorgeschoteld en dan moest je “zeggen in eigen woorden wat de dichter bedoeld had.” Nou waren we op die leeftijd flink eigenwijs, maar zo arrogant dat we van wat wij dan opschreven zouden zeggen, dat is het gedicht, nee zo ver zouden we nooit gaan. Maar de meeste Bijbelvertalers doen precies dàt. Ze zeggen in eigen woorden wat ze denken dat de Bijbelschrijvers hebben bedoeld. Alleen de onmiddellijke context vinden ze belangrijk. Als je veel geluk hebt bekijken ze een half of heel hoofdstuk, alvorens te beslissen over een woord. Maar waartoe ze zeker niet bereid zijn is dezelfde woorden zoveel mogelijk hetzelfde weergeven, ook al schreeuwt de Bijbel daar zelf om. Ik zal daar nog voorbeelden van geven.
Maar waar ik zeker van ben, namelijk dat de Bijbelwoorden het enige is dat we hebben als reformatorische kerken (sola scriptura, alleen de Schrift!), dat we daar maar zelden zuinig op zijn. Ik heb er als predikant altijd op gegokt dat echt reformatorisch is, was en zal zijn je buigen voor Gods Woord. Dus als ik kon aantonen, dat de Bijbel over heel iets anders gaat dan de klassieke leer het zei, dat de kerkmensen dan gemiddeld zouden reageren met “Jammer, maar als dat er staat moet ik me daar naar richten”. Nou, na meer dan vijfenveertig jaar, kan ik wel verklappen dat het aantal echte gereformeerden in deze zin, uiterst gering is!
De meesten denken al lang te weten waarover de Bijbel gaat: het oude testament is een beetje een antiek boek, met veel geweld erin, maar gelukkig is het nieuwe testament er ook nog, met een God van liefde, die zijn zoon aan het kruis liet nagelen, omdat wij van die zondaars waren. En als je dat nu maar gelooft en niet te veel rottigheid uithaalt, kom je na je dood wel in de hemel.
Als ik nu zeg, dat het meeste hiervan totaal niet Bijbels is, wordt de gemiddelde lezer niet blij. Ik bedoel dan niet, dat ik dat allemaal niet meer kan geloven. Ik bedoel positief, dat na grondige lezing van de Schrift, ik niet geloof dat de klassieke verzoeningsleer Bijbels is. Ook is de hemel nergens in de Bijbel de plaats waar de doden heengaan. Als ik dat opschrijf wordt de doorsnee lezer alweer niet blij. Vraag het anders maar aan je eigen dominee, heb je meteen een lakmoesproef of hij/zij wel Bijbels is. Waar gaat in de Bijbel een dode naar de hemel? Antwoord: nergens. De beweging is vrijwel altijd vanuit de hemel naar de aarde (honderden keren). Slechts tweemaal is er een hemelvaart in de Bijbel: Elia (2 Koningen 2) en Jezus. Beiden waren niet (meer) dood. Van beiden geldt dat de betekenis van die verhalen dezelfde is: dat de profetische boodschap vanuit de hemel kwam en nooit zal sterven. Wat het in elk geval niet betekent, dat hier een toekomstige verblijfplaats voor de doden wordt aangeduid met het woord hemel. Want de hemel is ergens anders voor nodig in de Schrift. Het is allereerst het dak boven je hoofd (Genesis 1:6) en verder de plaats waar de Here God troont (niet woont!) als Hij op aarde handelt.
Dit is maar een voorbeeld van wat er allemaal fout kan gaan. Zoals ik nog wil laten zien zit de inhoud van de Bijbel in de woorden, niet erachter, niet erboven, niet eronder, nee, erin.
--------Wim de Leeuw, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.-------------------
Lutherwandeling Etappe 1
Van Wittenberg naar Kemberg
Markus Matthias over zijn wandeltocht in het voetspoor van Luther. Een serie met belevenissen, ontmoetingen, overdenkingen en beschouwingen opgedaan tijdens zijn voettocht in navolging van Luther in 1510 met Rome als einddoel.
In het eerste jaar (2021) liepen wij van Wittenberg (de witte berg boven de Elbe) naar Rötha in het zuiden van Leipzig. Wij hadden daarvoor zes dagen met gemiddeld 20 km per dag (dus in het geheel 120 km) ingepland – met de hele bagage van zo’n 7 kg.
Na een kort bezoek bij Martin Luther in het Augustijnerklooster in Wittenberg ging het via de zuidelijke stadspoort (Elbtor) eerst over de Elbe, vervolgens door enkele kleine dorpjes en dan door het vlakke land naar Kemberg toe. Aldaar kruisten zich onze wegen met die van Luther. Want hij is waarschijnlijk direct langs de oude weg (ca. 16 km) gegaan, waar vandaag de dag de moderne Bundesstraße 2 loopt, terwijl wij prefereerden om op mooie wandelpaden door het landschap te lopen (20 km).
Kemberg was ten tijde van Luther een stad van mensen die grotendeels als boeren in de omgeving hun grond hadden. De stadskerk van Kemberg was vrij recent gebouwd (1290-1340), dus slechts 170 jaar voordat Luther daar doorheen kwam op zijn weg naar Rome.
Luther is ook op latere leeftijd, toen hij hoogleraar en predikant in Wittenberg was, meerdere keren in Kemberg geweest. Zo vertelt Luther (WA.TR 3, 3722; 2-2-1538) dat hij samen met een collega uit Wittenberg, de jurist Hieronymus Schurff, op 1 november 1517 in Kemberg over de aflaathandel had gesproken: “God heeft ons wonderbaarlijk gered uit de geschillen, mij echter ook buiten mijn weten daarin ingevoerd, meer dan 20 jaar geleden.
Hoe teer was het aan het begin toen wij in het jaar 1517 na Allerheiligen [1 november] naar Kemberg kwamen. En toen ik me voorgenomen had tegen de grove, openbare misvatting van de aflaat te schrijven, heeft D. Hieronymus Schurff weersproken: ‘Wilt U tegen de paus schrijven? Wat wilt U doen? Men zal het niet tolereren!’ Daarop zei ik: ‘Hoe dan, als ze het moeten verdragen?’” Zeker elf keer heeft Luther in Kemberg gepreekt.
Bijzondere aandacht verdient Kemberg, omdat hier Bartholomäus Bernhardi (1487–1551) sinds 1518 provoost (toezichthouder) is geweest, een oude medeleerling van Luther uit Eisenach, vervolgens (1509) ook Augustijnermonnik in Wittenberg en een trouwe ondersteuner van Luthers positie.
Bernhardi heeft in Kemberg van begin af aan voor de reformatie van de kerk gewerkt, vooral door in mei 1521 als een van de eerste predikanten überhaupt te gaan trouwen. Luther schreef daarover tegen Melanchthon (WA.Br 2, Nr. 413; 26-5-1521): “De nieuwe echtgenoot is bewonderens-waard, omdat hij voor niets bang is en zich zo gehaast heeft in deze onrustige tijden.” Zo is Kemberg voor ons ook een plek ter herinnering aan onze voorouders geweest die noch keizer noch paus vreesden als het erom ging voor de waarheid in te staan.
Toen Luther op 18 februari 1546 in Eisleben overleden was, werd zijn grafkist in de nacht van 20 tot 21 februari hier in de stadskerk bijgezet en de burgers van Kemberg hielden voor hem een dodenwake.
Om te overnachten gingen wij echter nog een stuk verder, de natuur in naar Lubast, het begin van de Dübener Heide.
Het werd toch een lange dag en al mijn ongeoefende lichaamsdelen vroegen alleen nog: niet bewegen, rusten! Luther was op dezelfde dag waarschijnlijk nog 20 km verder naar (Bad) Düben gelopen.
--------------------------prof. dr. Markus Matthias------------------------------
Momenten met Hart, Ziel en Handen Gebroken en beter gemaakt
Misschien heb je in een film wel eens een Japanse theeceremonie gezien, of er zelfs wel eens een meegemaakt: een sereen moment van aandacht voor de thee, de ontmoeting en het ritueel. De basis ervan zijn vier uitgangspunten, die bekend staan als ‘wa’ (harmonie in de omgang), ‘kei’ (eerbied voor elkaar en de voorwerpen), ‘sei’ (zuiverheid) en ‘jaku’ (kalmte). Het ritueel vormt een bron van rust om de hectiek van alledag even achter je te laten en het beste in elkaar naar boven te halen.
In het gesprek dat volgt, is er wederzijdse interesse en klinkt er dankbaarheid door. De gasten zijn attent, houden rekening met elkaar en zijn elkaar behulpzaam. Er brandt vuur, het water kookt, de stenen kommen staan klaar, de lucht is vol van de geurige thee. Alle elementen, het hele leven, alles komt even op één moment samen; een moment dat buiten de tijd lijkt te staan, een rustpunt in de tijd.
Beth Kempton schrijft hier in haar handzame boekje ‘Wabi Sabi. De Japanse wijsheid voor een perfect imperfect leven’ over. Er zijn vast rituelen in je leven, waar je zoiets ook vorm geeft, op een manier die bij jou past. Momenten van omgaan met elkaar, waarin deze principes helpen om elkaar met nog meer aandacht te ontmoeten, zoals bijvoorbeeld in de Ramadan en met Kerst.
En als je hierover nadenkt, wordt ook duidelijk hoe belangrijk het is om je huis fijn in te richten. Volgens de Japanse tradities van wabi sabi is het belangrijk dat er ruimte is in huis en oog voor schoonheid, zodat de kleine mooie dingen kunnen stralen: een bloem in een vaas, een schilderij, een groot uitgeschreven gedicht. En daarbij hoeven de dingen die we willen laten opvallen, niet mooi en nieuw te zijn, maar liever ouder en doorleefd, of beter nog: gerepareerd. Zoals een kintsugi kom of kopje, waarbij de scherven met goudlijm aan elkaar zijn geplakt. Want wij zijn ook mensen met krassen en schrammen, littekens en wonden. En we worden als mensen juist mooier en beter door hier mee te leren omgaan. Beth Kempton schrijft:
‘De angst voor mislukking is een van de grootste hindernissen die mensen tegenhoudt om te doen wat ze graag zouden willen doen. Hierbij kunnen we wat leren van een van de belangrijkste lessen van wabi sabi. Wabi sabi is een intuïtieve reactie op schoonheid die de ware aard van het leven weerspiegelt. Het kan een reactie zijn op de schoonheid van je creativiteit, die van diep vanbinnen bij jou vandaan is gekomen. Dit betekent dat je creativiteit gedeeld moet worden voordat de schoonheid ervan echt kan worden gezien. Dus voor iedereen die zijn of haar creatieve uitingen verstopt uit angst voor mislukking: we hebben het niet helemaal begrepen. De ware schoonheid zit niet in het bereiken van een soort perfectie, maar juist in het delen van je creatie met anderen.’ (p. 148-149)
Feike Weeda, docent levensbeschouwing en voorganger in de Kapel Eindhoven
-------------------------------------------------------------------------------
Momenten met Hart, ziel en handen
Hoe maak je een goede keuze?
Keuzes maken heb ik vaak moeilijk gevonden. Ik heb dan de neiging om te gaan piekeren en in gedachten van de ene naar de andere mogelijkheid te springen. Net zolang totdat ik op een bepaald moment maar ‘de knoop doorhak’, op hoop van zegen…
Gelukkig reikte mijn collega Gideon van Dam mij – toen hij mij supervisie gaf – een bruikbare ‘keuzemethode’ aan, die hij weer van anderen had ontvangen: een manier waarop je weloverwogen keuzes kunt maken, waarbij je hoofd en je hart beide mee mogen doen. Nieuwsgierig? Het gaat als volgt:
1. Maak kolommen
Pak een vel papier en maak daarop zoveel kolommen als je mogelijkheden hebt. Stel dat je uit drie dingen (laten we zeggen: A, B, C) kunt kiezen, dan maak je dus drie kolommen en schrijft daarboven: A, B, C.
2. Gedachten en gevoelens
Vervolgens schrijft je in kolom A alles wat er bij je naar boven komt, als je voor A zou kiezen: je gedachten, je gevoelens, de voordelen, de nadelen en de vragen die je er eventueel bij hebt. Daarna doe je hetzelfde met kolom B en C.
3. Wat is belangrijk?
Waarschijnlijk zijn bepaalde gedachten of gevoelens voor jou belangrijker dan andere. Onderstreep wat voor jou het zwaarste weegt. Soms weet je dan met je hoofd en je hart wat de goede keuze is. Zo niet, zet dan ook de volgende stappen.
4. Leef één dag met één keuze
Breng dan rust in je denkproces door iedere dag met één keuze te leven. Je staat op en denkt ‘vandaag is mijn keuze: A’ en door de dag heen neem je waar hoe je je bij die keuze voelt en welke gedachten deze bij je oproept. Aan het einde van de dag kun je aanvullende ideeën aan je kolom toevoegen. De dag daarna leef je met keuze B en zo verder. Na C kun je eventueel weer bij A beginnen.
5. Wat geeft je vreugde?
De onderliggende vraag bij dit alles is: welke keuze geeft jou de meeste vreugde? Dus geen ‘oppervlakkig plezier’ of ‘makkelijke uitweg’, maar: van welke keuze word je blij van binnen? Dit is namelijk de keuze die waarschijnlijk het beste bij je past en het meest aansluit bij wat jij wilt doen en wie je wilt zijn.
6. Doe het!
Als je eenmaal weet welke keuze het beste bij je past, ga er dan ook voor. Laat je niet meer afleiden door smoesjes of uitwegen, maar doe datgene waar je van harte voor kiest.
Het mooie van deze keuzemethode is, dat deze je uit het gepieker haalt. Vooral doordat je één dag met één keuze gaat leven, geeft dat de rust die je nodig hebt om iedere mogelijkheid te doorleven en je keuze op een diepere laag te maken. Iets voor jou? Er is maar één manier om erachter te komen: probeer het uit!
------------------Margit van Tuijl, studentenpastor/life coach----------------
Eindelijk, na 22 jaar
Nathan en zijn moeder hebben in 2019 een aanvraag ingediend bij de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND). Zij hebben een beroep gedaan op het Kinderpardon. De familie woont al ruim 22 jaar in Nederland. Nathan is op zijn tweede naar Nederland gekomen en heeft sindsdien in Nederland gewoond. Hij is in Nederland naar school gegaan en heeft in Nederland zijn vrienden. Toch was de IND van mening dat Nathan en zijn moeder niet in aanmerking kwamen voor het Kinderpardon. De Raad van State dacht daar anders over en heeft op 17 augustus 2022 het hoger beroep van Nathan gegrond verklaard. Dat betekende dat de zaak terugging naar de IND. Zij moesten een nieuwe beslissing nemen in de zaak van Nathan. Om een goede beslissing te nemen heeft de IND Nathan en zijn moeder uitgenodigd voor een gehoor. Er werden veel vragen gesteld. ‘Waar wonen jullie? Ga je naar school? Hoe betalen jullie de huur? Enz.” In januari 2023 heeft de IND een nieuwe beslissing genomen. De hoofdpersoon, Nathan, en zijn moeder krijgen op grond van de “Afsluitingsregeling langdurig verblijvende kinderen” een verblijfsvergunning voor de duur van vijf jaar! Nathan en zijn moeder zijn onwijs blij. Na ruim 22 jaar van onzekerheid komt dit als onbeschrijfelijk binnen. Nathan heeft zijn mbo opleiding bijna afgerond en mag nu officieel een diploma in ontvangst nemen. Hij gaat zich inschrijven voor de hbo opleiding ‘social studies’. Uiteraard hoopt VidK dat Nathan als stagiaire terugkomt bij VidK. In ieder geval wenst VidK het gezin alle goeds toe.
------------Manon Brouwers, Vluchtelingen in de Knel------------------------
In stilte gaat open wat gesloten is
Zomaar een momentje binnen de Woenselse Poort.
In stilte gaat open wat gesloten is, dat kan soms in een groepsgesprek tijdens een zogenaamd blok ‘zingeving’. Zingeving is een vrijwillig moment naast de verplichte onderdelen van het behandelingstraject. Bij zingeving kan het gaan over de dingen van het leven, over de zogenaamde ‘trage‘ vragen. Vragen, die je je hele leven bijblijven zonder dat je ze opgelost krijgt, over waarden die je belangrijk vindt, over wat je motiveert om de behandeling vol te houden enz.
Om te zorgen dat zo’n gesprek goed kan verlopen maken we van tevoren een paar afspraken.
Een van de afspraken die we maken is voor de meesten vanzelfsprekend, maar niet altijd haalbaar. ‘We laten elkaar uitpraten. Als een ander iets zegt, ben jij stil’.
Iemand in de groep zegt dat hij steeds als een klein kind bejegend wordt en dat hij respect verlangt. Omdat ik dan vermoed dat hij niet eerbied voor de ouderdom bedoelt, vraag ik het dan maar gelijk: Wat bedoel je met ‘respect’?
Stilte………………………….Ze doen er alle vijf het zwijgen toe.
En dan alle vijf tegelijk door elkaar heen, dat die ****** zus of zo doet en dat gaat gepaard met de nodige krachttermen dat ‘Ze’ lelijke dingen zeggen over hen; tegen hen en tegen anderen.
‘ Niet allemaal tegelijk. Hoe zou je het vinden als er zo over jou wordt gepraat’? ‘Laten we eerlijk zijn, zo willen wij ook niet behandeld worden. Dat vind ik niet respectvol’. Is een antwoord waar iedereen zich in kan vinden. En dan gaat het verder ‘Maar zij (die anderen dus, en nu personeel) doen alsof ik een kind ben. Ik ben geen kind meer; ik ben een volwassen man en dan komt zo’n ding van twintig mij vertellen hoe het zit. Ik ben 66! Dat ik kan kiezen tussen de groene of de blauwe jas. Ik ben niet achterlijk. Dat heb ik heus wel door. Ik heb niks te kiezen hier’.
Laat ik het oplossen met een verhaal. ‘Genezende vertelkunst’ noemen ze dat, heb ik bij Jezus afgekeken. En daar hoort schelden of roddelen toch echt niet bij. Twee verhalen over wat schelden doet en roddelen. Over het schelden: iedere keer als een vader zijn zoon iemand hoort uitschelden moet hij een spijker in de schutting slaan tot hij zelfbeheersing heeft geleerd en als hij zich inhoudt mag hij er als beloning een uit halen. Als ze er allemaal uit zijn zegt hij tegen zijn zoon: kijk dat doen scheldwoorden met je. Ze laten altijd een wond na. En in een mooi over roddelen moet iemand van de rabbijn als boetedoening bij iedereen waarvan hij kwaad gesproken heeft een veer voor de deur leggen. En als hij dat gedaan heeft moet hij die veren de dag erna weer verzamelen. Hij ontdekt dat dit niet kan. Dat was precies de boodschap van de rabbijn. En toen werd het wel even stil. Ook in de groep. Eventjes dan. Het kabbelt wat door. Tegen het einde van het gesprek komt nog een onverwachte klapper: ‘Mij vertellen “ Ze” nooit wat. En anderen wel. Ze negeren me gewoon. Vind jij het gek dat ik achterdochtig ben. Kunnen we het daar over hebben’? Ik zie de blik in zijn ogen en voel me onzeker. Een verkeerd woord en … Stilte……………( 5x)…In die stilte denken allen er het hunne van en ik ook. Ik denk in mijn hoofd, beleef mijn buik en voel mijn hart. Hoe los ik dit nu op? Zullen we het dan de volgende keer hebben over wantrouwen en vertrouwen? Wat denkt de lezer?
------------Berend Veldhorst, GGZE Grote Beek----------------------------
Ouderdom: een zegen?
Als iemand erg oud is geworden, spreekt men van een gezegende ouderdom. Ook in de Bijbel is heel oud worden inderdaad iets moois. Jesaja (65) zegt in een profetie dat er een nieuwe aarde zal komen, waar geen grijsaard is die zijn jaren niet voltooit en dat een kind pas zal sterven als een honderdjarige. Dat was wel een ideaal, dat heel ver weg lag. De levensverwachting van een kind was in de Middeleeuwen nog maar ongeveer dertig jaar en nu ligt die omstreeks tachtig jaar. Het aantal honderdjarigen in ons land is momenteel rond 2500, waaronder 400 mannen.
Van de aartsvaders wordt gezegd dat zij stierven, verzadigd van het leven. De nieuwe vertaling spreekt van een gezegende ouderdom.
Maar ervaren oude mensen het als een zegen om een hoge ouderdom te bereiken? De dichter van Psalm 71 ziet dat zijn kracht bezwijkt en vraagt God om hem niet te verlaten, nu hij oud en grijs is. Het is moeilijk als je partner, je vrienden en familie je ontvallen. Je mogelijkheden worden beperkt als je gebrekkig wordt, doof, vergeetachtig of als je getroffen wordt door dementie. Onze gemeenten tellen velen die niet meer naar de kerk kunnen gaan en afhankelijk of eenzaam worden.
Toch heeft oud worden ook een positieve kant. Je hebt in je leven veel mensen gekend en je hebt talloze herinneringen aan lieve en interessante mensen. Hoeveel heb je te danken aan je ouders en aan anderen van wie je veel hebt geleerd? Wat heb je allemaal ontvangen dat je ook weer aan anderen hebt kunnen doorgeven, niet het minst aan jongeren? Je inzichten en geloofsleven zijn in de loop van je leven waarschijnlijk wel veranderd, maar ze zijn wel rijper geworden. Daarmee heb je als oudere anderen kunnen dienen.
Een gezegende ouderdom kan ook als een opdracht ervaren worden. Misschien heb je kinderen en heb je kindskinderen mogen meemaken en liefde ontvangen. Het komt tegenwoordig ook vaker voor dat je na het verlies van een partner weer een nieuwe relatie vindt. Het verlies van vrienden en familie geeft wel verdriet en eenzaamheid, maar misschien kun je plekken vinden, waar je toch nog anderen kunt ontmoeten. Zelfs de uitbarsting van Covid, hoe veel verdriet die ook heeft veroorzaakt, heeft de mogelijkheid doen ontstaan om de kerkdienst mee te maken, als je die zelf niet meer kunt bijwonen.
Maak je voor jezelf wel eens de balans op tussen voor- en nadelen van het oud worden?
-------------------------------------Gerard van Gurp-------------------------
Aan Tafel
Het jaarthema is Aan Tafel en dan gaat het in de kerk al gauw over de Maaltijd van de Heer. Als gemeente kunnen we echter op veel meer momenten en manieren samen eten.
In de Johanneskerk is het al vele jaren een goede gewoonte om de laatste vrijdag van de maand (uitgezonderd de zomermaanden en december) in de kerk met elkaar een maaltijd te gebruiken. Iedereen is van harte welkom.
Ruim van tevoren worden de tafels gedekt. Het bestek is niet van zilver, en zelfs past het niet altijd bij elkaar, maar dat doet niets af aan het warme gevoel van samen eten!
Een aantal vrijwilligers kookt bij toerbeurt een complete warme maaltijd.
Het is sinds de verbouwing mogelijk om in de kerk te koken, maar dat doet niet iedereen. Het is voor sommigen handiger de pannen van de kerk mee naar huis te nemen en daar al zo veel mogelijk klaar te maken. Het wordt dan heet aangeleverd, op de warmhoud-platen gezet en klokslag 18.00 uur gaan we beginnen. Een mooi agape-lied wordt gezongen, waarna de koks worden uitgenodigd te vertellen wat er die avond op het menu staat. Er is altijd variatie dus voor elk wat wils. Iedereen loopt naar voren met het bord en daar wordt het eten opgeschept. Wie moeilijk ter been is geeft dit aan en dan zorgt iemand ervoor dat zijn of haar keuze van het gerecht op het goede bordje belandt.
De meeste gasten zijn ouderen en alleengaanden. Dit is natuurlijk ook eigenlijk de opzet van deze avonden, want wat is er fijner dan met anderen aan tafel te gaan en daar met elkaar in gesprek te zijn. Je deelt niet alleen eten maar ook de dingen die je bezighouden. Wat is er natuurlijker dan rustig tijdens het eten een onderwerp aan te snijden waar je vol van bent; in kleine kring misschien je gezondheid of iets in het gezin of familie. Maar ook het nieuws uit stad en wereld kan ter tafel komen. Of iets leuks dat iemand heeft meegemaakt.
Zo vorm je je mening, deel je argumenten, luister je naar wat anderen bezighoudt en alles in een veilige groep.
Bepaald niet onbelangrijk zijn ook de mensen die zich bekommeren om de afwas. Ook hier geldt dat vele handen licht werk maken.
Er is ook een predikant die een bijdrage levert, waarover je kunt praten en nadenken. Een verhaal met een dubbele bodem, een stukje uit de Bijbel of een mooi gedicht. Het kan allemaal.
Door de jaren heen is er natuurlijk een groep ontstaan die altijd aanwezig is. Deze mensen geven zich altijd op en als we ze niet zien worden ze gebeld. Je
weet natuurlijk niet of er iets aan de hand is, ziekte of verdriet. Dit is ook omzien naar elkaar en zo laten we de mensen weten dat ze gezien worden en bij afwezigheid gemist!
Het is dus zeker een activiteit die onder de aandacht gebracht mag worden in het themajaar over Aan Tafel. Samen aan tafel ga je in allerlei vormen en dat maakt het zo belangrijk.
----------------------Hannie Meijer en Rini van Willegen----------------
Een bijzondere mix.
Hoe snel gaat de tijd. We zijn al ruim twee maanden in het nieuwe jaar. Een jaar dat begon met een hele natte, koude maand januari. Dan is het leven op straat geen pretje. Onze gasten kwamen vaak verkleumd en nat in huis. Dan is het fijn dat de kachel aan staat en de koffie klaar staat. Even bijkomen.
We zien dat ook terug in het aantal gasten per dag, dat ligt tussen de 50-70 op een middag. Dat betekent heel wat kopjes koffie/thee, stapels boterhammen en heel wat warme maaltijden. Gelukkig kunnen we bijna iedere dag een warme maaltijd serveren. Op zondag zijn er per toerbeurt een zestal kerken die schalen met eten brengen die door meerdere gemeenteleden zijn gekookt. Op maandag is er soep met brood. Sinds kort krijgen we op woensdag van een organisatie maaltijden. We zijn blij met deze ondersteuning. Op dinsdag en donderdag koken onze eigen kookvrijwilligers. Petje af voor deze vrijwilligers. Want kook maar eens voor 70 mensen macaroni of stamppot! Ik zie in de keuken die pannen wel eens op het fornuis staan. Dat zijn niet de pannetjes die bij u en mij op het fornuis staan. En stamp maar eens kilo’s aardappelen voor de boerenkoolstamppot. Daar wordt een hele flinke stamper voor gebruikt. En al die lekkere stamppot/macaroni wordt uitgedeeld door onze vrijwilligers in de huiskamer. Schaal na schaal wordt leeggeschept. Wat zouden we toch zijn zonder onze vrijwilligers.
Om het jaar op een gezellige manier te beginnen was er op zaterdag 14 januari een “high tea” voor onze vrijwilligers in huis. We hebben elkaar ontmoet onder het genot van thee met heerlijke scones, sandwiches en ander lekkers. Een geslaagde middag. En het leuke van zo’n middag is dat jong en oud gezellig met elkaar aan het kletsen is. Want het is een prachtige mix om zo maar eens te zeggen: ‘oud’ qua leeftijd of ervaring (al jaren vrijwilliger), ‘jong’ qua leeftijd of ervaring (net begonnen). Zo leer je elkaar op een andere manier kennen. En was dit ook voor onze nieuwe coördinator, Nancy Ornek, een mooie gelegenheid om met veel mensen nader kennis te maken. Want we zijn heel blij dat we deze vacature hebben kunnen invullen. Sinds begin december werkt Nancy als coördinator. Zij vormt samen met de huiskamermedewerkers Miriam, Miekje en Gilles, het team. Ook dit team is een mooie mix van jong en oud. En in februari en de rest van het jaar, gaat het werk in de huis gewoon door. Iedere dag is er een team van medewerkers en vrijwilligers (ook een mix) die de mix van daklozen, thuislozen en mensen uit Midden en Oost Europa ontvangen in de huiskamer. Iedere dag is het weer een bijzondere dag, geen dag is hetzelfde. Maar de basis blijft wel hetzelfde: er zijn voor de mensen.
PS. we zijn dringend op zoek naar 2 bestuursleden: voor het beheer van het gebouw en voor de fondsenwerving. Maar ook vrijwilligers voor in de huiskamer zijn van harte welkom.
----------------------Relatiebeheer, Jeannet Venekamp---------------------
Een community starten
Mensen zijn sociale wezens, dat weten we allemaal. We omringen ons graag met vrienden en mensen die we liefhebben, mensen bij wie we ons vertrouwd voelen. Onze levensverwachting gaat zelfs flink omhoog als we niet eenzaam zijn! Kortom, we voelen ons allemaal graag Samen. Bijna iedereen wil ergens bij horen. Een community van mensen die ook graag sociaal met jou willen zijn. Waarom is het dan soms zo lastig om mensen te leren kennen en vrienden te maken?
Het is vaak lastig om mensen te vinden bij wie we ons vertrouwd voelen, omdat je die mensen eerst goed moet leren kennen voordat je dat vertrouwde gevoel kunt ervaren. En dat is niet makkelijk, maar er zijn manieren om de drempel te verlagen. Zo kun je je bijvoorbeeld aansluiten bij een groep mensen die dezelfde interesse, hobby of filosofie delen. Verenigingen en clubs zijn bijvoorbeeld een uitstekende manier om met mensen in contact te komen die een interesse met je delen. Zo heb je altijd iets om over te praten. Voor veel mensen zijn religieuze gemeenschappen een fijne omgeving om anderen met een gelijksoortige filosofie te ontmoeten.
Maar wat kun je doen als er nog geen community bestaat voor de groep mensen waartoe je graag zou horen? TINT organiseerde enkele maanden geleden de workshop ‘Strike up the Conversation’, met als doel het oefenen van contacten leggen en vrienden maken. De workshop bleek een groot succes te zijn; de bijna twintig deelnemers bleven achteraf, zelfs nadat we de ruimte hadden opgeruimd en afgesloten, nog een uur buiten in de frisse herfstavond met elkaar praten. Toen kregen we de vraag of er toevallig een chatgroep was voor bezoekers van TINT evenementen, of een manier om makkelijk in contact te blijven. Juist deze mensen, die op zoek waren naar connecties met anderen, bedachten iets wat wij bij TINT nog niet hadden: een community.
Met dit idee gingen we aan het werk. We wilden graag een community oprichten, maar hoe zouden we dit doen? Het zou laagdrempelig moeten zijn om in contact te blijven, en zoveel mogelijk mensen die dat wilden zouden zich moeten kunnen aansluiten. De oplossing bleek niet moeilijk te zijn; een Whatsapp groep die vrij toegankelijk was. Deze moest uiteraard wel actief blijven. Voortaan werd elke vrijdag in de groep een lunch georganiseerd. Iedereen die behoefte had aan gezelschap kon zich aansluiten bij de lunch. Ook delen we elke week een inspirerende of ludieke uitdaging in de groep; van complimentjes uitdelen tot je bureau opruimen.
Ondertussen hebben we al meer dan 30 leden in de community Whatsapp groep. Met een simpel initiatief kun je dus toch een hoop mensen betrekken. Ondanks dat onze lunches lang niet elke week druk bezocht zijn, bieden we onze community wel telkens de kans om zich aan te sluiten bij anderen om in een fijne open sfeer gesprekken te kunnen hebben. En dat is toch waardevol!
-Kasper de Bruijn, Student-assistent/Evenement-organisator bij TIN-
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Dansende Hemellichamen
The Oh Hellos is een Amerikaanse folk-rock band die liedjes maakt die menselijkheid beschrijven, en onze plaats en ons doel in het universum en de geschiedenis proberen te ontdekken. Tussen 2018 en 2020 heeft deze groep vier korte albums uitgebracht met als overkoepelend kader de vier windrichtingen. De eerste twee albums hebben als thema het reflecteren op je eigen geloof en wat dit betekent, en ik wil het graag over een specifiek nummer hebben op het album Eurus, namelijk het lied Hieroglyphs.
Dit nummer beschrijft een viering van het leven. Het gaat, in mijn interpretatie, over het loslaten van fundamentalistische ideeën van het christendom, en het vinden van een nieuwe, persoonlijke betekenis van spiritualiteit. Deze reflectie op het geloof wordt in het eerste couplet als volgt verteld:
“Stamping your heels along with the drum Praying the serpent’s underneath one of ‘em Like there’s some villain left to defeat Instead of a dance with a rhythm and beat”
Stamp je voeten op het ritme van de trommel Biddend dat de slang onder een van hen ligt Alsof er nog een schurk is om te verslaan In plaats van een dans met een ritme en tempo
Het is een dans, een viering van het leven, maar met nog steeds de onderliggende aanwezigheid van het kwaad, dat hier beschreven wordt als zijnde een slang. Als je je bevraagt wat het geloof nou betekent, komt daar ook twijfel bij over wat het kwaad dan betekent. Zijn we allemaal wel zo slecht als de Bijbel soms beschrijft? Of kunnen we de angst loslaten om te genieten van ons aardse leven?
“Cause you’ve been too busy thinking ahead Of where we’re all going after we’re dead To maybe consider our bodies are worth More than the dust that we can return To the ground again”
Want jij bent te druk bezig met nadenken Over waar we allemaal heen gaan als we dood zijn Om te overwegen dat onze lichamen meer waard zijn Dan het stof dat we terug kunnen geven aan de aarde
In het tweede couplet wordt duidelijk dat in de overweging van de betekenis van het geloof een openbaring heeft plaatsgevonden, namelijk dat de fundamentalistisch christelijke gedachte dat een mensenleven op aarde op zichzelf geen inherente waarde heeft, maar moet leven om daarna in de hemel te komen, niet waar hoeft te zijn. Het leven is wel iets waard, en de tijd die we op aarde spenderen met onszelf en elkaar is belangrijk. Als onze lichamen door God, door de natuur, aan ons gegeven zijn, dan kunnen we beter gebruik maken van de tijd die we hebben op aarde dan alleen na te denken over wat er daarna misschien op ons wacht.
“If the heavens can be both sacred and dust Oh, maybe so can the rest of us”
Als de hemel zowel heilig als stof kan zijn Kunnen wij dat misschien ook zijn
In deze zin wordt de revelatie uitgesproken. Als de hemel, en daarbij ook God en de hemellichamen, zowel heilig zijn als ook van stof gemaakt, wat maakt dat dan zoveel anders dan wij? Wij zijn evenveel waard, en mogen waarde aan onszelf en ons aardse bestaan hechten.
God wordt in dit lied vergeleken met de natuur, met de zon en het hele universum, door het loslaten van het fundamentalistische idee van God. En mensen zijn deel van deze natuur, onze plaats is op deze aarde. We zijn misschien klein vergeleken met het universum, maar dat betekent niet dat onze tijd op aarde er niet toe doet. Wij maken hier ons eigen geluk, geholpen door de schoonheid van de aarde en de spiritualiteit van de natuur. En waar we daarna terecht komen? Dat zien we wel als we zo ver zijn.
------------------------Rosalijn Dekker----------------------------------------
februari 2023 met thema: "Aan tafel " Lees meer...
SAMEN – februarinummer
Het februarinummer gaat over het jaarthema van de PGE: Aan tafel.
Werner Gugler schrijft over wat hem beweegt in het leven; over zijn zoektocht naar waardevolle waarheden in Bijbelstudie. Susanne Freytag schrijft over vrije tijd, waarbij we toch moeite hebben om te onthaasten. Ook bij het eten.
De column gaat over het “aan tafel” gaan en Tjalling Huisman schrijft in de rubriek bezinning samen met een gemeentelid over De Maaltijd van de Heer. Dit artikel is nummer 2 van een serie van 7 die Tjalling samen met een gemeentelid over de Maaltijd van de Heer wil schrijven.
Henk Grootjans schrijft over het omgaan met krimp in de kerk, zoals ook tijdens de gemeenteavond is besproken.
In de agenda veel aankondigingen voor activiteiten die de komende tijd gaan plaatsvinden. Dan gaat het bijvoorbeeld over de theatervoorstelling van Kirsten Benschop op 12 maart 15.00 uur in de Protestantse Kerk in Son en Breugel, een geschilderde kruisweg die te zien is in de Johanneskerk, een thema-avond over de maaltijd in verschillende godsdiensten op 21 maart om 20.00 uur in de Adventskerk.
In rubriek Platform een beschouwing over “zin in de ouderdom” onder de titel ‘Oud geloof in beweging’. Dit naar aanleiding van de avonden die in het najaar zijn geweest onder leiding van Wil van Egmond.
Bij Kerk, Geloof en Kunst een verslag van de lezing van Wessel Stoker over “God opnieuw verbeeld”.
En natuurlijk zijn er de terugkerende artikelen over Bijbels Bijbellezen, Open Huis Sint Cathrien, Inloophuis ’t Hemeltje en natuurlijk de wijkberichten.
Genoeg om even door te nemen.
--------------------Namens de redactie, Jaap Stooker----------------------------
Wat mij beweegt
Jaren geleden gingen wij met onze kinderen in de Eifel naar het zogenaamde Edelsteenland. Kinderen kunnen daar bewapend met een schep en emmer op zoek gaan naar edelstenen die op een afgebakend terrein verstop werden. Oké, het waren maar halfedelstenen maar voor de kinderen was het vinden van hun schatten een prachtige ervaring. Hele emmers werden zodoende verzameld. Het was ook een aanstekelijke zoektocht – vooral het moment als een kind zijn eerste steen gevonden heeft en dit met blijdschap hoorbaar te kennen heeft gegeven. Hoewel de meeste stenen door de medewerkers van dat edelsteenveld uitgestrooid werden moesten de kinderen moeite voor doen om deze te vinden. Het ging niet automatisch.
Hoe vaak moest ik niet aan deze ervaringen op het edelsteenveld in Idar-Oberstein denken wanneer volwassenen vertellen over hun zoektocht in de Bijbel. Uiteraard is de Bijbel vol van waardevolle diamanten maar deze moeten eerst zelf worden ontdekt en tot eigen worden gemaakt. Wij hebben er weinig aan om alleen te weten dat er schatten in Bijbel verborgen liggen, maar wij moeten ook de blijde ervaring opdoen een waardevolle steen zelf te vinden. Het gaat niet vanzelf. Zeker, sommige stenen liggen voor het oprapen maar voor vele andere stenen geldt dat men eerst moet zoeken voordat men iets vindt. Wij zouden een ‘Bijbelstudie’ ook een ‘zoektocht naar waardevolle waarheden’ kunnen noemen.
Wat mij beweegt zijn twee eenzijdige of ongezonde vormen van een zoektocht in de Bijbel. Zo zijn er bijvoorbeeld veel mensen die eigenlijk geen (nieuwe) schatten in de Bijbel meer verwachten te vinden. Je denkt de meest belangrijke schatten al ontdekt te hebben en dat het de moeite eigenlijk niet waard is dieper te spitten. Iemand anders stort zich met veel energie op één bepaald onderwerp in de Bijbel zodat men specialist is in een vraagstuk als ‘doop’, ‘eindtijd’, ‘Israël’ of ‘Heilige Geest’. Het zijn allemaal boeiende onderwerpen maar waarom deze beperking? Ik leerde onlangs iemand online kennen die heel veel tijd gestoken heeft in de vraag rondom de doop. Ze wilde weten wat God over deze kwestie in de Bijbel zegt. Op een gegeven moment vroeg ik haar hoeveel tijd ze bijvoorbeeld gestoken had in het onderwerp ‘Avondmaal’ of de ‘eigenschappen van God’?
Wij lezen blijkbaar allemaal zeer selectief de Bijbel. Persoonlijk probeer ik mij met een kinderlijk vertrouwen te laten verrassen wat God in zijn boek over zichzelf weet te vertellen. Ik ervaar welke blijdschap ontstaat als ik met de houding ‘Ik wil God beter leren kennen’ op zoek ga naar de edelstenen die God in de Bijbel gelegd heeft. Zeker, soms hebben wij wat extra hulp nodig in onze zoektocht – en deze willen wij als kerk graag bieden. Zo zijn er talloze activiteiten (preken, bijbelacademie, bijbelstudiegroepen etc.); het meest belangrijke is dat wij blijven vragen: ‘Heer, wie bent U werkelijk?’
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx Werner Gugler xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Vrije tijd
Hoe gaan we om met de ons gegeven tijd? Hoe we omgaan met onze tijd zegt veel over ons en onze tijd. Waar zouden we meer tijd voor willen hebben en waar zouden we minder tijd aan willen besteden?
Het is een soort paradox dat we steeds meer ‘vrije’ tijd hebben gekregen en wie met pensioen is heeft alleen nog maar ‘vrije tijd’ en ondertussen wordt de vrije tijd weer overladen met heel veel verplichtingen die we onszelf opleggen.
De consumptiemaatschappij is ook op onze vrije tijd gebouwd. We gingen korter werken en daardoor konden we in onze vrije tijd gaan consumeren waardoor vervolgens de economie weer gestimuleerd wordt. De ‘vrijetijdseconomie’ is booming business. Werktijd en vrije tijd willen we graag duidelijk van elkaar scheiden, maar de werkelijkheid is dat dit steeds meer door elkaar heen loopt. Het thuiswerken dat we sinds corona steeds meer zijn gaan doen heeft dit versterkt.
Ondertussen lijken we steeds meer slaven van de tijd te worden. Tijd moet altijd zinvol worden besteed. Naast het werk willen we tijd besteden aan sport, vrienden, cultuur, hobby’s, vakanties en ga zo maar door. Is er nog tijd om te rusten, te luieren, tijd om zich te vervelen, te niksen?
In reclames zie je ze voorbij komen de beelden van het verlangen naar onthaasting. Let u daar maar eens op hoe vaak producten worden verkocht met de belofte van ontspanning.
Ja en dan gingen we ook nog besparen op tijd. We zijn dol op apparaten die ons werk uit handen nemen. Ook aan onze maaltijden willen we maar weinig of geen tijd besteden. Veel kant en klare producten nemen ons werk uit handen.
Men heeft naast het werk ook liever tijd voor zichzelf dan voor het nut van het algemeen. Anders is het voor de gepensioneerden. Die verruilen vaak het betaalde werk voor vrijwilligerswerk dat hen weer nieuwe mogelijkheden biedt.
Hoe we met onze tijd omgaan zegt iets over onszelf, onze waarden. Door welke (tijd-)geest laten we ons daarbij leiden? Vanuit het geloof bezien is de tijd allereerst een geschenk, geschonken tijd. Elke dag is een geschenk van mogelijkheden. Met een geschenk gaan we anders om dan met een opgave of een plicht. Omdat de ons gegeven tijd een geschenk is, mogen we ervan genieten en kunnen we in alle vrijheid met de tijd omgaan. Wie zo met de tijd kan omgaan schenkt zichzelf meer ruimte.
De kunst is daarbij om af te stemmen op het moment. Of zoals Prediker het zegt ‘alles heeft zijn tijd’. Elk moment in de tijd heeft zijn eigen karakter en eigen kansen. In deze ons geschonken tijd kunnen we zo precies datgene bijdragen aan de wereld om ons heen wat binnen onze mogelijkheden ligt. We hoeven onszelf hierbij niet te overvragen.
Zo kunnen we ons altijd opnieuw de vraag stellen: Wat vraagt dit moment van mij, wat is het goede voor dit moment. En het antwoord op deze vraag is op elk moment in de tijd een andere.
Dat is pas ‘vrije tijd’!
------------------------------------Susanne Freytag-------------------------------
Omgaan met krimp
Eind verleden jaar liet een studie van het CBS zien dat op dit moment minder dan de helft van de Nederlanders zich tot een kerk of een andere levensbeschouwing rekent. Dat is het resultaat van een proces dat al tientallen jaren geleden is begonnen.
Steeds minder mensen - vooral jonge mensen - gaan naar de kerk. Het gevolg is dat de kerken krimpen en ook dat de gemiddelde leeftijd van de kerkgangers steeds toeneemt. Dat hebben we ook in de Protestantse Gemeente Eindhoven gezien. In het verleden hebben we door de terugloop van het aantal kerkleden enkele kerken moeten sluiten.
Een ander fenomeen dat we op dit moment zien is dat na corona niet alle mensen in de kerk zijn teruggekomen. Tijdens de lockdowns en beperkingen van de afgelopen twee jaar waren we gedwongen om de diensten via internet te volgen en het lijkt dat zeker een aantal van onze kerkgangers dit zijn blijven doen. We zien minder mensen in de kerk in vergelijking met de tijd voor corona, we zien ook dat nog steeds een aanzienlijk aantal mensen de dienst via internet bekijkt.
Het krimpproces doet zich eveneens voor bij kerken in de omgeving van Eindhoven. Verleden jaar is als gevolg hiervan de Protestantse Gemeente St. Oedenrode, Son en Breugel met ons gefuseerd. Op dit moment gebruiken ze nog hun eigen kerk, maar ze hadden niet voldoende mensen meer om zelf een kerkenraad te vormen. We horen ook van andere gemeenten in de omgeving van Eindhoven dat ze problemen hebben als gevolg van krimp. Soms is het een probleem om mensen te vinden voor de kerkenraad, maar er is ook vaak een tekort aan inkomsten om zelf een predikant te betalen. Het is dan ook waarschijnlijk dat meer gemeenten in de toekomst met elkaar zullen fuseren.
In Eindhoven is op dit moment het grootste probleem dat als gevolg van krimp en de vergrijzing van onze kerkgangers het steeds moeilijker wordt om voldoende mensen te vinden voor onze bestuursorganen. Dit hebben we recentelijk besproken op de gemeenteavond. Het is duidelijk dat we enerzijds ons meer moeten inzetten om mensen te vinden en anderzijds onze kerk moeten gaan besturen met minder mensen. Dat zal natuurlijk als gevolg hebben dat we keuzes zullen moeten maken over wat we in de toekomst wel en niet gaan doen. Dit is iets waar we dit jaar als Algemene Kerkenraad over gaan nadenken. We zullen dit zorgvuldig doen in overleg met de andere bestuursorganen en met de wijkkerkenraden en het doel is om dit jaar tijdens de gemeenteavond hier de gemeente over te informeren.
Kortom voldoende stof om ons als Algemene Kerkenraad dit jaar bezig te houden. Wij vragen u ook hierover te blijven nadenken en er rekening mee te houden dat er waarschijnlijk in de toekomst dingen gaan veranderen. Dit alles natuurlijk om te zorgen dat we als kerk ook in de toekomst vooruit kunnen. ----------------------------------Henk Grootjans ------------------------------
Theatersolo Kirsten Benschop: Bronnen
Op zondag 12 maart as. om 15.00 uur speelt Kirsten Benschop haar voorstelling BRONNEN in de Protestantse Kerk in Son en Breugel.
BRONNEN is een ontwapenende theatervoorstelling over verbinding en (innerlijke) vrijheid en wat daarbij in de weg kan staan. Want wij kunnen wel vol zijn van klimaatbeheersing, gelijke rechten en democratie, maar wat kunnen we met deze grote wij-thema’s als we dichtbij huis vaak al moeite hebben om samen te leven en elkaar te verdragen?
Onze lontjes worden steeds korter, we gaan steeds sneller de barricades op en democratie verwarren we met persoonlijke vrijheid. Ook de kerk als samenbindende factor lijkt verdwenen en God deden we misschien wel samen met die kerk weg. Onrustig zijn we, zoekend en het lijkt of we maar geen grond kunnen vinden om in te wortelen.
In BRONNEN gaat Kirsten op zoek naar hoe het misschien ook kan. Ze gaat hiervoor te rade bij klassieke en hedendaagse schrijvers, filosofen en religieuzen uit verschillende tradities. Wat hebben zij ons vandaag te zeggen als het gaat om verdraagzaamheid, verbinding en vrijheid? Kunnen zij een ander licht werpen? Ervaringen uit haar eigen leven worden aaneengeregen met verrassende verhalen en inzichten van deze ‘bronnen’. Warm, wijs, kinderlijk eenvoudig soms, inspirerend en hoopgevend.
Acterend, vertellend en beeldend zet Kirsten met BRONNEN na haar voorstellingen ‘Wie stenen losbreekt’, ‘Adempauze’, ‘Spiegeltijd’ en ‘Die Ik Ben’, opnieuw een ijzersterke en vernieuwende theatersolo neer. Integer én expressief, omlijst met muziek.
U bent van harte uitgenodigd voor deze voorstelling in de kerk in Son en Breugel. Na afloop is er een collecte. Er is gelegenheid om nog even na te praten na de voorstelling.
----------------------------------- Jeannet Venekamp ---------------------------------
Kruisweg in de Johanneskerk
.
Van Aswoensdag, 15 februari tot en met Pasen hangt er een geschilderde kruisweg in de kerkzaal. ‘Een weg van donker naar licht’.
Deze Kruisweg maakte ik een aantal jaren geleden in de Veertigdagentijd.
De Kruisweg bestaat doorgaans uit 12 staties.
Jezus valt 3x onder het kruis, dat heb ik 1 x verbeeld.
Als begin koos ik voor Witte Donderdag - daarna Goede Vrijdag – Stille Zaterdag en ik eindig met Pasen.
De meditatieve teksten die erbij zijn, zijn onder andere van Jan Rot,
Huub Oosterhuis en komen uit liedboeken.
Dinsdag 28 maart is er een bijeenkomst van Joachim en Anna in de Johannes Kerk waar ik met beeld en geluid toelichting ga geven op deze Kruisweg.
Wie daarbij wil zijn is welkom – we beginnen om 14.00 uur.
In de Wijkbrief van de Johanneskerk komt daarover verder informatie.
----------------------------------------Wietske Lamper------------------------------
Kerk en Israël
Aankondiging conferentie in Oostmalle (B)
De Classicale Werkgroep Kerk en Israël Noord-Brabant / Limburg en de Réunion Wallonne organiseert in samenwerking met de Antwerpse Contactgroep voor Joods-Christelijke Betrekkingen, op 7 en 8 maart 2023 de jaarlijkse tweedaagse conferentie in het Provinciaal Vormingscentrum te Oostmalle (België) met ditmaal als thema:
"Mens en aarde, mij een zorg?! een joods en een christelijk perspectief."
Voor eenieder die zich wil verdiepen in de relatie van Jodendom en Christendom is dit een uitgelezen mogelijkheid.
Tijdens de conferentie verwachten wij de volgende sprekers:
Clary Rooda
rabbijn, docent, schrijver en spreker. Schreef haar afstudeerscriptie over ‘Eco-kasjroet’, een ecologische benadering van de joodse spijswetten.
Trees van Montfoort
predikant, onderzoeker en auteur van ‘Groene theologie’, veelgelezen en uitgeroepen tot beste theologische boek van 2019.
Karel Malfliet
werkzaam voor Ecokerk, de organisatie van de R.K. kerk in Vlaanderen die zich inzet voor de verbinding tussen ecologie en christelijke spiritualiteit.
Bjorn Lous
econoom en betrokken bij Stichting ‘Genoeg om te leven’. In 2021 verscheen zijn boek ‘Ik ben de waarheid’, waarin hij ingaat op de Westerse ethiek in relatie tot anti-Judaïsme in de vroege christelijke theologie.
Roel Bosch
predikant en tekstdichter en actief betrokken bij de Ionagroep Nederland.
Ter plekke is overnachting met vol pension gebruikelijk. Prijs vanaf 125 euro (studenten vanaf 75 euro). Indien gewenst kunt u ook voor een enkele dag inschrijven.
Een uitvoerige beschrijving, met het programma en aanmeldingsformulier kunt u aanvragen bij Derk Blom, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., telefoon 0485-795284.
-------------------------------------------------------------------------------------------
De Maaltijd van de Heer - 2
In een aantal stukjes probeer ik iets te zeggen over het Avondmaal, dat ook wel Maaltijd van de Heer wordt genoemd. Dat doe ik omdat wij - mijn collega’s en ik van de kerk van Eindhoven - merken dat het Avondmaal bij velen niet leeft; het heeft weinig betekenis. Voor mij is het een belangrijk deel van ons gemeente zijn. Ik wil proberen iets van de betekenis aan u en jullie - mijn lezers - over te brengen. Daarbij heb ik een aantal gemeenteleden gevraagd iets te schrijven over de betekenis van het Avondmaal voor hen. Als u / jij ook iets wilt schrijven, graag!
Jezus zelf heeft het Avondmaal ingesteld, daarom wordt het ook wel Maaltijd van de Heer genoemd. Die Heer is Jezus. Het woord ‘Avondmaal’ is ontstaan omdat Jezus deze Maaltijd heeft ingesteld op een avond. Dat is niet zomaar een avond, het is de avond van het Joodse Pesachfeest. Jezus viert met zijn leerlingen het feest van de bevrijding uit de slavernij. Maar het is ook de avond waarop Jezus door een vriend zal worden verraden, de avond voor zijn dood aan het kruis. Tijdens het feestmaal neemt Jezus een brood, Hij spreekt een gebed uit, Hij breekt het brood en zegt: Dit is mijn lichaam voor jullie.
Hij neemt ook een beker (met wijn), allen drinken daaruit. En Jezus zegt: dit is mijn bloed. Hij spreekt over het nieuwe verbond, dat ‘door mijn bloed gesloten wordt’.
Uit zijn woorden klinkt een diepe verbondenheid met hen die aan tafel zitten. Die diepe verbondenheid heeft te maken met bevrijding en het heeft te maken met zijn dood.
In de Bijbel is er een aantal verhalen die spreken over dit Avondmaal. Twee ervan (Lucas 22: 14 – 20 en 1 Corinthiërs 11: 23 – 26) schrijven erbij dat Jezus heeft gezegd: Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken.
En dat gebeurde. Je leest in de Bijbel dat mensen samenkomen om brood te breken en ook om een beker (met wijn) te delen. Dat doen we in de kerk nog steeds.
------------------------------------Tjalling Huisman-------------------------------------
De kracht van rust
De kracht van rust is winnaar van de prijs van het beste spirituele boek van 2021. De ondertitel van het boek is ‘8 tegendraadse lessen over werk en het goede leven’. Deze lessen willen je helpen om stilte en rust een grotere plaats te geven in je leven. De schrijfster, Mirjam van der Vegt, koppelt daarbij praktische handvatten aan inzichten uit de kloosterspiritualiteit en van een aantal voorbeeldfiguren.
Wij gaan met het boek aan de slag door gesprek, bezinning en stilteoefeningen. Dat doen we op een aantal maandagen van 20.00 tot 21.30 uur in de Ontmoetingskerk, Meerkollaan 3 in Eindhoven. De data zijn: 27 februari, 6, 13, 20, 27 maart en 3 april 2023.
Ds Tjalling Huisman begeleidt de avonden. Meer informatie kun je bij hem krijgen, je kunt je ook bij hem opgeven: 06 15695919 / Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
---------------------------------------Tjalling Huisman -------------------------------------
Bijbels Bijbellezen 5: Hoe begin je?
Hopelijk is uit het voorgaande duidelijk geworden, dat je geen eisen aan de Bijbel(schrijvers) kunt stellen, waaraan deze niet kunnen voldoen, omdat ze daar eenvoudig geen rekening mee hielden.
Ons begrip ‘historisch' betekende eenvoudigweg niks voor de Bijbelschrijvers. En de (eind)redacteuren van de Hebreeuwse Canon hadden heel andere dingen aan hun hoofd dan onze eigen benepen orthodoxe, voornamelijk zelf gecreëerde probleempjes. De overspannen eis aan medegelovigen, met als leidende gedachte, dat als één ding niet historisch was, dat dan het hele Bijbelse kaartenhuis in zou storten. En we hebben in de recente geschiedenis sinds Kuitert gezien hoe de gereformeerde bijbelvisie in elkaar stortte.
Hoe lees je dàn? Allereerst moeten we de Bijbelwetenschap dankbaar zijn, dat ze ons de onmogelijkheid van historisme (overdreven van kaft-tot-kaftgeloof) hebben aangetoond. En ook dat we heel benepen zijn omgegaan met het woord werkelijkheid. Alleen wat natuurwetenschappelijk waar is, is werkelijk. Dat dat een enorme inperking is van de werkelijkheid kan ik gemakkelijk aantonen. Als ik naar de vrouw kijk van wie ik houd en een andere man kijkt ook naar haar, dan ziet hij heel iemand anders dan ik (anders heb ik een groot probleem!). Want ik kijk met het oog der liefde naar haar. Is wat ik zie dan geen werkelijkheid? Ik bedoel maar. De Bijbelse werkelijkheid is ook van een andere aard. Eerder te vergelijken met literatuur. Een goede roman creëert zijn eigen werkelijkheid. Het verhaal neemt je mee en je begeeft je (minstens in de geest) in het verhaal en de werkelijkheid die het verhaal oproept. Zo moet je ook leren Bijbellezen: je stapt binnen in het verhaal en begeeft je in de werkelijkheid van de Bijbel. Die is anders dan de onze. Om dat te kunnen zien moet je eerst de compositie van de Bijbel willen erkennen en honoreren. De drieslag van Tenach (Oude Testament) houdt in, dat je elke keer als je de Thora (eerste vijf boeken) uit hebt, je niet door rent het Beloofde Land in, maar dan weer overnieuw begint bij Genesis 1. Vroeger werd de Thora in drie jaar doorgelezen in de synagoge. Je kon dat zien aan de Pesachvieringen: na één jaar Exodus 12 (het ‘echte’ pesach, nl. in Egypte), na twee jaar midden in de woestijn Pesach (Numeri 9) en na drie jaar had men door kunnen lezen in Jozua en dan in Jozua 5 opnieuw Pesach vieren. Maar nee, na Deuteronomium 34 trok men een dikke streep. Wat daarna kwam (Jozua, Richteren, 1 en 2 Samuël, 1 en 2 Koningen) heette Profetie. Dat betekent niet toekomst voorspellen, zoals helaas veel kerkmensen nog steeds denken, maar kritisch spreken over hoe de machthebbers in het heden handelen. Wat lees je dan in het derde jaar met Pesach? Genesis 4, het verhaal van Kaïn en Abel. Dus als je dacht, dat je al rijp was voor het Beloofde Land, moest je even eerst nog horen wie je ten diepste was: de moordenaar van je (zwakste) broeder.
Kijk, dat is een pedagogische manier van Bijbellezen en doet meer recht aan de werkelijkheid van alledag. De Hebreeuwse taal neemt hierin een fundamenteel belangrijke plaats in en we zullen lezen hoe bijbelvertalers daarbij steeds de fout in gaan. Daarover leest u in het volgende nummer.
--------------------------------------Wim de Leeuw--------------------------------
Het verhaal van Hadiatou
Hadiatou vluchtte de eerste keer naar België, waarop België haar terugstuurde naar Gambia. Dit terwijl ze uit Guinee komt. In Gambia kan Hadiatou niet blijven, want ze heeft die nationaliteit helemaal niet. Ze reist zelfstandig terug naar Guinee. Bij terugkeer wordt de vrees van Hadiatou werkelijkheid. Ze wordt besneden en uitgehuwelijkt aan een oude man. Dit wil ze helemaal niet en blijven is geen optie. Hadiatou vlucht opnieuw. Ditmaal naar Nederland. In Nederland wordt ze slachtoffer van mensenhandel. Omdat ze slachtoffer is en de politie in Nederland nader onderzoek wil verrichten krijgt ze een verblijfsvergunning. Dit is inmiddels veertien jaar geleden. Haar asielprocedure werd destijds afgewezen door de IND en de rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De vrees voor terugkeer is er namelijk niet volgens de IND en de rechtbank, want ze heeft een vergunning op dat moment. Haar asielrelaas is dan ook niet inhoudelijk beoordeeld bij de rechtbank. Vervolgens wordt haar slachtoffer mensenhandel-zaak geseponeerd. De vergunning wordt ingetrokken. Dit net voor haar inburgeringsexamen. Hadiatou raakt alles kwijt en blijft ongedocumenteerd achter.
Op 15 december reist Hadiatou af naar het iMMO (Instituut voor Mensenrechten en Medisch Onderzoek) samen met Manon van VidK.
Voorafgaand aan het onderzoek bij het iMMO krijgen Hadiatou en Manon eerst uitleg over de dag. Wat kan Hadiatou verwachten? In ieder geval veel vragen over de reden van haar vlucht naar Nederland. Hadiatou is gelukkig goed voorbereid. Zij heeft vriendinnen die ook een iMMO-onderzoek hebben gehad en met een vergunning als resultaat. Er is dus goede hoop voor Hadiatou.
Als het onderzoek start wacht Manon op de gang. Hadiatou kan alles vertellen over wat haar is overkomen. De nare herinneringen zorgen voor hoofdpijn die opeens kan opspelen. Als dit gebeurt mag ze het aangeven en wordt er een pauze ingelast. Toch zet Hadiatou door, ondanks dat ze weet dat ze later nogmaals alles moet vertellen bij de IND.
-----------------Manon Brouwers, Vluchtelingen in de Knel----------------------
Thema-avond: de maaltijd in verschillende godsdiensten
Op dinsdagavond 21 maart is er om 20.00 uur in de Adventskerk een thema-avond over de betekenis van de maaltijd / samen eten in drie geloven. Deze avond wordt georganiseerd door onze Eindhovense kerken samen. Vertegenwoordigers van islam, hindoeïsme en koptisch christendom zullen iets vertellen naar aanleiding van het thema en met elkaar in gesprek gaan.
Doel van de avond is om meer te leren over het geloof van de ander en ook om met elkaar in gesprek te komen.
In de volgende SAMEN volgt meer informatie hierover.
---------------------------------------------------------------------------------------------------
Open deuren
Als ik er over nadenk is het toch best wonderlijk: als geestelijk verzorger gaan voor mij zo maar heel veel deuren open. Van huizen, van kamers, van slaapkamers. Ik kom dichtbij. Deuren zijn de bescherming tussen binnen en buiten. Tussen het openbare leven en het privéleven. We hebben dat in onze cultuur zeer sterk uit elkaar getrokken. We zijn gesteld op onze privacy.
Daarom vind ik het na al die jaren nog altijd niet vanzelfsprekend dat ik zomaar naar binnen mag. Ik mag binnen bij de huizen van Severinus. Het bijzondere daar is, dat sommige bewoners hun kamer altijd op slot draaien. Het is hun eigen stukje. Ik mag er vaak naar binnen en dan wordt de deur ook weer zorgvuldig afgesloten. De kamers zijn regelmatig erg klein, waardoor ik op een bed plaats neem. Waarom dan niet in de grote woonkamer? Omdat die wordt gedeeld en er meerdere mensen de oren spitsen als er een gesprek wordt gevoerd.
Ook in Veldhoven en Waalre gaan er deuren voor me open bij mensen thuis met zingevingsvragen. Ik begeleid hen vanuit het Centrum voor Levensvragen.
Soms vraagt de situatie bijzondere dingen. Er ligt een boodschappenlijstje op tafel bij een oudere ernstig zieke dame. We praten over die vermaledijde zuurstofslang. Ze kan niet meer zonder. We lezen een stukje uit de Bijbel en woorden van de Dalai Lama, over het lijden. Ze is moe en we ronden al snel af. Achteloos vraag ik of ik nog iets voor haar kan doen. ‘Ja’, zegt ze. ‘Mijn hulp kon niet komen, kun jij de boodschappen voor me halen? Ik kan het de buren niet vragen, zij mijden me sinds ik zo ziek ben.’
En zo sta ik vijf minuten later met een oude leren beurs in de Lidl en koop ik fruit en groente. Staat niet in mijn taak maar hoort er wel helemaal bij. Doe wat je hand vindt om te doen, dat is voor mij het Evangelie leven.
Ik leg de spullen in haar koelkast en sluit zachtjes de deur achter me. Ze fluistert me nog na: ‘Fijn dat je er was, ik ben blij dat ik vandaag een levend wezen heb gezien die als een engel even voor me zorgde.’
De moraal van dit verhaal? Als je het voorrecht hebt om achter een voordeur te komen, moet je niet vasthouden aan je eigen agenda. Laat je eens verrassen om te zien wat je hand vindt om te doen. Dan is een venster op Gods liefde soms zomaar binnen handbereik.
Afgelopen week overleed de zieke oudere dame. Ze had zich in haar leven gezegend gevoeld door alle mensen die als engelen voor haar zorgden. Mijn engelen, noemde ze hen. Ik vond op Marktplaats een wijwaterbakje van aartsengel Michaël en zegende haar daarmee. Bij haar afscheid waren er veel mensen met een engelentaak. Een vrijwilliger die haar bezocht. Een vriendin die haar overal heen reed. Een pedicure die speciaal voor haar aan huis kwam. Allemaal mensen die deden wat hun hand vond om te doen. Dan gaan er veel deuren open.
-----------Karin Seijdell, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. --------------------------
Belangrijke vraag
In de gebedsruimte trof ik twee jonge mannen. Ze kwamen uit Zuid-Amerika. Ze deden hun best Engels te praten, en we konden een goed gesprek voeren.
Ze waren bezig met een toer door verschillende Europese landen. Ze waren in Spanje en Italië geweest. Ze vertelden dat ze thuis naar de kerk gingen, en dat ze bidden belangrijk vonden en daarom naar de gebedsruimte waren gekomen. Ik zei dat ik luchthavenpastor ben, en dat ik vaak met mensen praat over geloof en over hoe mooi het is te bidden.
Ze zeiden dat ze een belangrijke vraag voor me hadden. Ik dacht: ‘Nu komt er iets waarbij ik mijn kennis en ervaring als dominee mag inzetten.’ De vraag was: ‘Welk land is duurder, Nederland of Duitsland?’ Ja, die zag ik niet aankomen. Zo kom je altijd voor verrassingen te staan.
Ik heb maar gezegd dat allebei de landen even duur zijn. Ik heb ze een goede reis gewenst en een Bijbeltje in het Spaans meegegeven. Hopelijk vinden ze in de Blijde Boodschap een verhaal dat niet gaat over hoe duur iets is, maar een verhaal over liefde.
-------------------------------Mirjam van Nie---------------------------------------
Aan tafel
De viering van het Heilig Avondmaal, of zoals het tegenwoordig heet, Maaltijd van de Heer, vindt elke maand plaats. Centraal hierin staan de woorden (1 Kor. 11:23-29). ‘Dit is mijn lichaam, dit is mijn bloed’. Over de betekenis van deze woorden is al eeuwen nagedacht.
In 1525 schreef Cornelis Hoen, advocaat bij het Hof van Holland, de ‘Avondmaalsbrief’. Hij betoogde hierin dat met de woorden wordt bedoeld: ’dit betekent mijn lichaam en bloed’. Deze opvatting was toen al tientallen jaren oud. Hoen zond de brief aan een bevriende theoloog met het verzoek deze voor te leggen aan de reformatoren Luther en Zwingli. Luther verwierp deze opvatting, maar Zwingli was het er geheel mee eens: lichaam en bloed zijn symbolen, beloften van vergeving.
Bij de viering van het Avondmaal in onze kerkdiensten wordt over de inhoud en betekenis van het Avondmaal als gedachtenismaaltijd elke keer aandacht gegeven. Daarnaast is het ook een gemeenschapsmaaltijd. Het is een gezamenlijke viering.
Vroeger zat daarbij de gemeente aan tafel. Het was niet mogelijk de kerkgangers aan één tafel plaats te geven. Daarom werd de maaltijd aan tafel vele malen herhaald, soms tot tien maal of meer, wat zeer veel tijd in beslag nam, waardoor de aandacht verslapte. Het is volkomen begrijpelijk dat naar andere vormen gezocht is. Daaruit is onder meer de huidige methode van lopend deelnemen voortgekomen.
Naar mijn mening wordt aan de gedachte dat het een gemeenschappelijke maaltijd is, onvoldoende aandacht gegeven. Het in de kerk naar voren lopen en, na het ontvangen van brood en wijn, het teruggaan naar de zitplaats maakt de viering onrustig en rommelig. Voor mij doet deze vorm afbreuk aan het ervaren van de gedachtenis. Ik vind dat de maaltijd het karakter van een cafetaria heeft gekregen. Daarbij komt dat de wijn zo snel na de uitreiking van het brood wordt aangeboden dat men dan het brood nog in de mond heeft.
Voordat de uitdeling van brood en wijn een aanvang neemt, kan men voorts passief getuige zijn van de viering door de groep gemeenteleden die aan de uitdeling meewerkt, waaraan de gemeente geen deel heeft. De vorm doet mijns inziens afbreuk aan het karakter van de maaltijd als gemeenschappelijke viering.
Het jaarthema luidt: Aan tafel. Waar kan men daar beter gehoor aan geven dan bij de viering van deze gedachtenis- en gemeenschapsmaaltijd?
Alles goed en wel, maar moeten we dan terug naar vroeger, met de vele opeenvolgende tafels? Dat zij verre.
Een mogelijkheid is om de kerkzaal blijvend in te richten met losse tafels, waaraan de kerkgangers al na binnenkomst plaats nemen. Als dan bij de viering het brood wordt uitgedeeld en na enige tijd de wijn, is het geen heen en weer geloop, en het beeld van een Maaltijd van de Heer is weer teruggekeerd. Dank zij het feit dat tegenwoordig het aantal kerkgangers is afgenomen, denk ik dat een viering met tafels weer mogelijk is geworden. De mogelijkheid hiervan zou onderzocht moeten worden.
----------------------------------Gerard van Gurp---------------------------------------
Op 7 november was het zover dat Wessel Stoker naar de Ontmoetingskerk kwam voor zijn lezing over verbeelding en geloof. De aanleiding daarvoor was zijn in 2019 verschenen boek ‘God opnieuw verbeeld’. Door coronamaatregelen moest zijn komst telkens worden uitgesteld. Wessel is een bekende gast in Eindhoven. Behalve voor lezingen over kunst, komt hij nog geregeld preken. We kennen hem als dominee. Wessel is weliswaar emeritus-hoogleraar esthetiek aan de VU, waar hij ook jarenlang godsdienstfilosofie doceerde, maar de belangrijkste verbinding van Wessel Stoker met Eindhoven is gelegd rond 1990. Hij was toen wijkpredikant in Stratum. Toen ik hier kwam wonen leerde ik Wessel kennen in de Opstandingskerk. In de gesprekken die volgden hebben wij veel gesproken over geloof, filosofie en kunst. Interesses die wij samen deelden. Tenslotte heeft hij mij ervan overtuigd dat ik lid moest worden van de kerk, ben ik gedoopt en deed ik belijdenis. Van de groep trouwe aanhangers van Wessel uit die tijd zijn er nog maar enkele over. De tijd deed zijn werk en velen zijn er niet meer. Gelukkig hadden genoeg mensen binnen en buiten Eindhoven de weg naar de Sionzaal in de Ontmoetingskerk gevonden.
De lezing was opgebouwd uit een aantal onderwerpen om te beginnen de vraag waarom beelden en verbeelding belangrijk zijn. Als eerste toont Wessel Stoker een dia van een stier, één van de muurschilderingen in de grot van Lascaux. Het is een voorbeeld van de oerbehoefte van de mens om de wereld om hem heen te af te beelden. Het is ook een religieus beeld omdat de hele wereld om hem heen zo werd ervaren. Verbeelding geeft de kans om verbinding te leggen. Kortom, zegt Wessel: Verbeelding is onmisbaar voor het menselijk leven. En daarmee is ook kunst belangrijk. Kunst en religie zijn aan elkaar verwant, omdat het bij beide om bestaansvragen gaat.
Stier, muurschildering uit de stierengrot van Lascaux
In zijn eerdere boek: ‘Kunst van Hemel en Aarde’ onderzoekt Wessel de spirituele en religieuze dimensies in het werk van enkele moderne, zogenaamde ‘seculiere’ kunstenaars. In zijn tweede boek ‘God opnieuw verbeeld’ bespreekt Stoker vooral de godsdienstige en christelijke betekenis van kunst in de 20ste en 21ste-eeuw, een seculiere tijd. Seculier betekent dat voor de meeste mensen en de samenleving kerk en geloof geen rol meer spelen.
Het beeldverbod was met name in de protestantse kerk een probleem, maar sinds de Beeldenstorm in de 16e eeuw lijkt daarin toch verandering te zijn gekomen. Op het 2e Concilie van Nicea (787) is vastgesteld dat in de verbeelding niet het beeld wordt vereerd, maar degene naar wie dat beeld verwijst: God of Christus. De Reformatie heeft zich daar lang tegen verzet. In de zin van het besluit in Nicea is bijvoorbeeld het Christusportret van Rouault geen geldige afbeelding van Christus omdat het volgens de Oosterse Orthodoxie niet voldoet aan de regels voor het maken van Christus-afbeeldingen. Het Heilig Gelaat van Rouault is in de westerse traditie wel een icoon. Het zoekt als het ware zelf, vanuit het beeld, contact met de aanschouwer. Zo ontstaat er een dialoog tussen beeld en kijker en komt een relatie met God of Christus tot stand.
George Rouault, Heilig gelaat.
Ook de landschapskunst van Vincent van Gogh en de stillevens van Henk Helmantel zijn religieus. De zaaier verwijst duidelijk naar christelijke betekenis . De grote ondergaande zon geeft daarbij een verwijzingen naar het heilige door de halo-achtige stralenkrans rond de zon. Het schilderij wordt daarmee een loflied op God en op de schepping.
Vincent van Gogh, De zaaier met ondergaande zon (1888)
Henk Helmantel vind zo’n toespeling niet nodig. De uitstraling van de schelpen zoals hij ze schildert zijn een lof aan de schepping op zichzelf.
Henk Helmantel, Stilleven met schelpen (2006)
Een avond over kunst.
Het was een mooie avond met Wessel Stoker, die een goed gesprek mogelijk maakte. Na een informatieve lezing volgde een goed gesprek met de deelnemers. De plaatjes kunt u opzoeken op internet voor een betere afbeelding op internet. Of in het boek (God opnieuw verbeeld, Parthenon 2019, 2022). Ik heb een paar gedeelten uit de lezing samengevat en in mijn eigen woorden weergegeven wat ik ervan heb begrepen. Onlangs is een 2e druk verschenen en ook een vertaling in het Engels. Wessel wees mij erop dat in oktober zijn boek als ‘Boek van de maand’ onder de aandacht is gebracht en besproken in de Kathedraal van Antwerpen. Hij is er fier op zoals de Belgen zeggen.
-------------------------------Leo Steinhauzer-------------------------------------
Feestdagen met Navigators
Navigators Netwerk Eindhoven wil graag een gemeenschap/familie zijn, waarin we mogen genieten van de mooie momenten, mogen delen in de zware momenten en met elkaar mogen groeien in geloof en als persoon. De afgelopen jaren hebben we daar veel in geïnvesteerd door samen te eten, samen te delen van wat we meemaken en open en kwetsbaar te zijn naar elkaar. Bij het zijn van een familie hoort natuurlijk ook het samen vieren van mooie momenten en zeker ook het samen zijn tijdens de feestdagen. Daarom hadden we halverwege december met elkaar Sinterklaas, kerstdiner en oud-en-nieuw in één. Daar wil ik jullie graag over vertellen. Vaak hebben we het met de studenten over diepgaande onderwerpen en zijn we serieus met elkaar. Ik vind het erg belangrijk dat we naast die serieuze momenten ook ruimte maken voor luchtigheid en gezelligheid. Zo ontstaat er een groep die met elkaar groeit.
We begonnen de avond met een diner, waarbij verschillende mensen een gang hadden gekookt. Het is daarin mooi om de verschillende karakters van mensen te zien. Iedereen doet het op z’n eigen manier en heeft de ruimte om z’n eigen talenten te laten zien.
Na ruim de tijd te hebben genomen voor het eten kwamen we aan bij het Sinterklaasgedeelte van de avond. Twee leden waren naar een kringloopwinkel gegaan om kleine cadeautjes te halen voor iedereen. Elk lid mocht een ingepakt cadeautje uitkiezen. Om de volgorde te bepalen van het uitkiezen van de cadeautjes hebben we eerst Mario Kart gespeeld. De persoon die won mocht het eerste cadeautje uitkiezen, degene die tweede werd het volgende cadeautje, en zo verder. Er zaten leuke en originele cadeautjes bij. Zo was er een mooie vaas, een woordenboek, spaarpot en een ouderwetse thermometer van hout. Elk cadeautje zorgde voor een lach of een ‘wauw’.
Als laatste wilden we met elkaar het nieuwe jaar inluiden. Zo stonden we met elkaar (op 20 december) af te tellen en te proosten op het nieuwe jaar. Er was ook gezorgd voor (klein) vuurwerk, dus we stonden met elkaar te genieten van het geluid, het licht en de geur die hoort bij oud en nieuw.
Wat deze avond bijzonder maakte, was het delen met elkaar van de feestdagen. We konden met elkaar genieten van gezelligheid, cadeautjes en goed eten dat hoort bij deze tijd. Zo is Netwerk een familie voor de studenten in een stad waar de meesten ver weg van hun eigen familie zijn. Ook heeft niet elke student het voorrecht om een familie te hebben waar je jezelf kan zijn en waar je kan groeien. Netwerk kan voor deze studenten daarom veel betekenen.
Namens Netwerk wensen we u een plek toe waar u kunt groeien, waar u met mensen kunt delen in de vreugdevolle en verdrietige momenten en waar u uzelf kunt zijn.
--Ymke van Gaalen-Medema, Stafmedewerker Navigators Eindhoven--
Interview Anneke Nieuwenhuizen
Als ik bij Anneke Nieuwenhuizen binnen stap voor dit interview word ik enthousiast begroet door Weimaraner Chaja. Anneke noemt haar een ‘mensenhond’. Ze is in ieder geval dol op mensen. Daarin lijkt ze op haar baasje. Ook Anneke is dol op mensen en dan vooral ook op mensen die moeite hebben zich staande te houden in het leven en in de maatschappij: ‘ik ben diaconaal ingesteld’, zegt ze van zichzelf en in al die jaren dat ik Anneke in de verschillende kerkelijke gremia ben tegengekomen, is dat niks teveel gezegd. Zo heeft ze zich, samen met anderen, een kleine dertig jaar geleden heel erg ingezet om diaconaal inloophuis ’t Hemeltje op te richten om dak- en thuislozen een warme en veilige plek te bieden om op adem te komen, met een gesprek, een boterham, en een douche. Dat die plek er gekomen is, is mede aan Anneke te danken. Door haar diaconale activiteiten in Eindhoven kwam ze op het netvlies van de toenmalige diaconaal werker. Hij wist, dat het bestuur van het Open Huis in de Catharinakerk op zoek was naar een voorzitter en zag direct, dat dat wel eens iets voor haar zou kunnen zijn. Dat is nu acht jaar geleden en ze zei ‘ja’. Na acht jaar vele activiteiten voor het Open Huis en het bereiken van de leeftijd van 75 jaar, vindt Anneke dat het genoeg is geweest. Tijdens de kerstviering voor de vrijwilligers heeft ze afscheid genomen. Daarom leek het me tijd voor een interview.
Op mijn vraag of het voorzitterschap was, wat ze ervan verwachtte, vertelt ze: ‘de taakomschrijving was zes keer per jaar de bestuursvergadering voorzitten en een enkele andere vergadering. Nou, dat heeft in de loop van de jaren anders uitgepakt!’ En dat heeft voor een groot deel aan haarzelf gelegen. Anneke vond het bijvoorbeeld belangrijk, dat de buitenwereld op de hoogte was van het bestaan van het Open Huis, zo heeft ze deelgenomen aan ‘Debat in de stad’ en de Sociale Top. Daarnaast heeft zij contacten gelegd met zusterorganisaties zoals ’t Hemeltje’, zodat ervaringen kunnen worden gedeeld en je bij problemen elkaar kunt helpen, dan wel informeren bij calamiteiten. Ook heeft Anneke veelvuldig contact gehad met de pers om zaken aan de kaak te stellen, die in het nadeel van de gasten waren zoals het afschaffen van de gemeentelijke subsidie vanaf 2021.
Het Open Huis is een uniek inloophuis, dat zonder betaalde krachten werkt en dus helemaal drijft op vrijwilligers. Anneke legde allerlei contacten om vrijwilligers te werven en als die vrijwilligers dan kwamen, was het zaak hen plezier in het werk te laten krijgen en houden. Dat dat goed gelukt is, is te danken aan het team van vrijwilligers, waarvan velen al jaren actief zijn. De druk bezochte vrijwilligersavonden zijn altijd een feest van elkaar ontmoeten en bijpraten.
Er is een tijd vóór corona en een tijd tijdens en ná corona. Dat bracht extra werk met zich mee, want vrijwilligersavonden konden niet doorgaan, maar de vrijwilligers moesten wel geïnformeerd worden over de te volgen maatregelen
en om af te stemmen hoe ze er toch voor de gasten konden zijn. Dat viel niet altijd mee met alle maatregelen, niet voor onze gasten, maar ook niet voor de vrijwilligers; wat hebben zij elkaar gemist! Gelukkig zitten we nu in betere tijden.
In de afgelopen acht jaar hebben er ook noodzakelijke aanpassingen plaatsgevonden. Zo is de ontmoetingsruimte opgeknapt, in samenwerking met de Jorisparochie van wie we deze ruimte huren. Ook is de brandbeveiliging op orde gebracht, de trainingen voor de vrijwilligers zijn geprofessionaliseerd, iedere vrijwilliger heeft een VOG en de website is opnieuw opgezet en geactualiseerd.
Dit alles kon plaatsvinden door een goede en plezierige samenwerking met en tussen alle bestuursleden.
Tijdens haar voorzitterschap heeft Anneke ook haar gezicht laten zien tijdens tal van activiteiten voor de gasten, hoewel zij nooit zelf als gastvrouw heeft dienst gedaan. Daarmee heeft ze een goede band opgebouwd met de vrijwilligers. Dat maakte het afscheid nemen ook zo moeilijk. Waarschijnlijk gaan we haar gezicht nog regelmatig zien, gewoon omdat ze het werk en de mensen van het Open Huis een warm hart toedraagt, dat zal niet veranderen.
------------------------Bernadette van Litsenburg----------------------------
Kerkbezoeken door de achttienplus gespreksgroep
Na het in elkaar zetten en houden van de dienst over hoop, geloof en liefde was het zoeken naar nieuwe activiteiten voor dit kerkseizoen. Toen we met de gespreksgroep begonnen, hebben we een aantal activiteiten verzameld en een daarvan was: naar een klooster gaan. Dit hebben we gepland maar niet uitgevoerd, maar het idee van kijken hoe andere mensen geloven en hoe zich dat vormt in een dienst, sprak ons allemaal wel aan. Daarbij kwam er een vraag over de tijdlijn van de protestantse kerk en alle afsplitsingen: hoe zit dat nou precies. Na een avondje geschiedenisles van Tjalling kwam de nieuwsgierigheid hoe al deze stromingen dan hun geloof uiten in een kerkdienst.
En zo doende zaten we 13 november in het Evoluon bij de Stadskerk 040. Niet goed wetende wat we gingen horen en zien het komende uur, maar de zachte en warme bioscoopstoelen beloofden veel goeds.
De dienst begon met een welkomstlied en nadat de kinderen naar hun eigen dienst gingen, werden er nog drie nummers gezongen. Drie opwekkingsliederen om je warm te maken voor de preek. Deze ging over moeilijke vragen over het geloof die kerkgangers eerder in het jaar hebben opgesteld. Hierna werd weer gezongen en was de dienst afgelopen. Heel anders dan bij ons in de kerk was de begeleiding van een band, compleet met drie zangeressen die de lead hadden in het zingen. De eenvoudige vaak Engelse tekst die geprojecteerd werd, was makkelijk mee te zingen en als je de zaal rondkeek zag je heel mooi hoe iedere kerkganger de muziek en het contact met God, Jezus of het geloof op diens eigen manier opnam: de éne bewoog de heupen een beetje heen en weer, de andere had de handen open en gericht naar boven en sommigen stonden met hun ogen dicht alles in zich op te nemen. Achteraf hadden we de gelegenheid om met een van de oprichters van deze jonge kerk te praten en hem onze vooraf opgestelde vragen te stellen. Na deze interessante ochtend viel ons een aantal dingen op. De dienst was voor ons vrij oppervlakkig en gebruikte geen Bijbelteksten maar bijbelquotes, gaf veel ruimte voor je eigen interpretatie en zette je aan het denken en er zaten heel veel jonge mensen in de zaal.
Natuurlijk hadden we nog meer kerken op ons lijstje staan en de eerstvolgende was een dienst volgen in de Sint Jan in Den Bosch. Tjalling had geen dienst en kon met ons mee en zo zijn we met twee auto’s op zondagmorgen in de kou naar Den Bosch gereden voor een katholieke kerkdienst. Ik als enige katholiek in het gezelschap, maar geen van ons allen had ooit een zondagmis bijgewoond. Toen we de kerk binnen kwamen werden we omarmd met dezelfde kou als buiten, maar stonden we met grote ogen te kijken naar alle beelden en het glas-in-loodwerk van de ramen. Tijdens de dienst waren de Latijnse liederen, gezongen door het koor, soms moeilijk te volgen. Maar de preek, gehouden door de plebaan met wie mij later mochten praten, was duidelijk en helder. Tjalling was wel fan van al het wierrook dat losgelaten werd in de kerk, dus mocht onze kerk eens anders ruiken dan weet je waardoor. Na de dienst werden we doorgeloodst naar het Bisschoppelijke Paleis naast de kerk. Hier werden we wel omhelst met de warmte van een verwarming en een kopje thee of koffie door de diaken, zijn vrouw en de plebaan. We hadden 45 minuten voordat de plebaan door
moest naar de volgende mis en het gesprek startte snel op. We hebben vooral veel geleerd over hoe de katholieke kerk over de hele wereld dezelfde stukken uit de Bijbel leest en dezelfde liederen gebruikt in de dienst. Dit idee vonden we mooi, dat je - waar je dan ook bent op dat moment - je verenigd kan voelen met de rest van de wereld. Ook hebben we een geschiedenislesje gekregen over de katholieke kerk en is er eigenlijk vrij weinig terecht gekomen van de vragen die we vooraf hadden opgesteld, maar dat was eigenlijk niet zo erg. Nadat de plebaan zich klaar ging maken voor de volgende dienst hebben we onze dag afgesloten met een Bossche bol en een autoritje terug naar huis.
Voor de toekomst hebben we nog geen nieuwe kerkbezoeken gepland staan, eerst gaan we nog deel twee afronden van interviews / gesprekken over geloof en politiek.
--------------------------------------Marte----------------------------------------------
december-januari 2023 met thema: "Maria " Lees meer...
SAMEN – decembernummer
December, de maand waarin het kerstfeest wordt gevierd. Het decembernummer gaat over Maria. Bert Jan van Haarlem schrijft over Maria en hoe protestanten naar haar kijken. Wanneer dit artikel naast de column over Maria wordt gelegd krijgen we meer inzicht in de rol van Maria in de Katholieke kerk. En ook wat meer gevoel bij de rol van Maria voor ons.
Naast Maria staat Jozef. Suzanne Freytag zet Jozef naast Maria en probeert zijn rol in het kerstverhaal en in het leven van Jezus weer te geven.
Henk Grootjans verheugt zich op een Kerst met een grote groep familieleden. Ook schrijft hij een kort verslag van de AK vergadering van 16 november jl.
In de agenda veel aankondigingen voor activiteiten die de komende tijd gaan plaatsvinden. Niet alleen met Kerst, maar ook daarna. Dan gaat het onder meer over een filmavond op 6 januari in de Ontmoetingskerk en een nieuwe podcast ‘Ware woorden’ over de actualiteit van de vraag “Wat is waarheid?’.
Op het gebied van bezinning een vijftal artikelen. Twee artikelen zullen de komende maanden een vaste rubriek zijn. Bijbels Bijbellezen was de afgelopen maanden al te lezen en zal doorgaan. Nieuw is ’De maaltijd van de Heer’ die in elk geval tot en met het zomernummer te lezen zal zijn als onderdeel van het jaarthema ‘Aan tafel!’.
Het decembernummer is een nummer met veel kleinere artikelen waarvan de meeste ook op de website te lezen zijn. Lees er eens een aantal.
----------------Namens de redactie, Jaap Stooker------------------------
Maria
Menig protestant zal vinden dat de betekenis van Maria in andere kerken wordt overschat. Je kunt met evenveel – misschien zelfs met meer – recht zeggen dat de rol van Maria in protestantse kerken wordt onderschat. Al lijkt dat wel te veranderen. In het Liedboek vind je een aantal liederen die over Maria gaan en haar noemen als geloofsgetuige. Tot zijn eigen verrassing schreef de protestantse hoogleraar Arnold Huijgen een lijvig boek over Maria. Hij noemt haar ‘Icoon van genade’.
Er wordt in andere kerken een subtiel maar wezenlijk verschil gemaakt tussen aanbidding (die alleen tot God gericht kan zijn) en verering (die Maria en alle andere heiligen ten deel kan vallen). Protestanten weten dat meestal niet goed te zien en kunnen dat vaak niet naar waarde schatten. Aarzelend, om niet te zeggen huiverig, volgen zij wat anderen van Maria zeggen en geloven en het is nog niet zo heel lang geleden dat het luisteren naar een ‘Ave Maria’ voor protestanten een brug te ver was, laat staan het zingen van dit lied…
Ave Maria, gratia plena.
Dominus tecum, benedicta tu in mulieribus,
et benedictus fructus ventris tui, Jesus.
Sancta Maria, Mater Dei,
ora pro nobis peccatoribus,
nunc et in hora mortis nostrae.
Amen.
De eerste zinnen van het lied vinden we in het evangelie naar Lucas als de engel Gabriël naar Maria wordt gezonden: Ave Maria, gratia plena. Dominus tecum, Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.
De volgende zinnen horen we in dat evangelie als Elisabeth en Maria elkaar ontmoeten: Benedicta tu in mulieribus, et benedictus fructus ventris tui, De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot.
Maria heeft als geen ander meegemaakt, lijfelijk gevoeld wat het betekent dat God mens is geworden. Voor niemand is die ervaring dichterbij en intenser geweest dan voor haar. Maria heeft als eerste het evangelie gehoord. En het is eigenlijk te gek voor woorden dat er eeuwenlang vooral door mannen over haar gesproken is en dat zij slechts door mannen aan het woord kon komen.
Meer dan wie ook heeft Maria ervaren wat zegen en genade betekenen.
De Heer is met je… Dat heeft voor Maria grote gevolgen. ‘God heeft je zijn gunst geschonken.’ Dat betekent niet dat het je voor de wind zal gaan, dat je alles krijgt en hebt wat je wilt. Het wil niet zeggen dat geluk en voorspoed je deel zullen zijn. Het zal niet zo zijn dat Maria niets meer te wensen heeft. Er zal gebeuren wat ze (nog) niet had gedacht en verwacht: ze zal zwanger worden. Dat is (waarschijnlijk) niet wat ze op dat moment had gewild en gewenst: de geboorte van haar kind.
We kunnen ons het evangelie eigenlijk niet voorstellen. Langzaam maar zeker kan de hoop in een mens doven en leer je schikken in je lot – goedschiks of kwaadschiks. Op de lange duur kan verlangen naar iets wat je vurig hoopt veranderen in berusting dat het er niet is en wel niet mee zal komen. En als je geluk hebt ontstaat er iets van aanvaarding. Hoe lang kan een mens hoopvol wachten en de spanning dragen van uitzien naar morgen, wanneer het beter zal zijn? Is het een wonder dat een mens soms de hoop verliest? Wat ligt er niet een kracht als je, met wie weet hoeveel strijd, je je kunt verzoenen met je lot. En wat kost het als dat weer open gebroken zou worden? Je kunt er tegen op zien en stil van worden. Wie hoopt moet veel dragen en misschien wel lang vechten, wie verlangt kent ook spanning en onzekerheid en het is soms nauwelijks vol te houden of niet uit te houden. Je hoort en kent het zuchten van mensen: Ik ben oud, ik ben zo moe… en dan wordt het ook stil, want wat er is en gebeurt slaat je met stomheid en woorden voor iets anders, iets nieuws zijn er niet zomaar.
Soms willen mensen niet geloven, daar kun je nog over praten, maar er zijn ook de momenten dat mensen niet of alleen met de grootste moeite kunnen geloven. Dan zijn er niet zo heel veel woorden en moet je voorzichtig spreken. Dan moet je eerst de stilte proeven en tot zijn recht laten komen en in de diepte van het zwijgen, hoop je dan een woord te vinden en hoop je dat de stilte gaat spreken.
Het verhaal wat Lukas vertelt is ongewoon en ongehoord: twee vrouwen, Elisabeth en Maria, die op een ongedacht moment, op een onverwachte manier een kind zullen krijgen, een zoon waarin de weg van God met zijn volk zichtbaar zal worden.
De één had misschien alle hoop opgegeven, oud en onvruchtbaar als zij was. De ander dacht waarschijnlijk in de verste verte nog niet aan een kind. Zij worden opgenomen, meegenomen in de geschiedenis die God schrijft met mensen.
De reactie van Maria is opmerkelijk: natuurlijk is er verbazing, een vraag: ‘hoe zal dat gebeuren’, - verwondering, maar dat is anders dan bij de oude priester Zacharias. Bij hem speelt ook twijfel een grote rol. Hij zegt tegen de engel die aan hem verschijnt en de geboorte van een zoon aankondigt: ‘Hoe kan ik weten of dat waar is?’
Heel bijzonder is hoe Maria op de boodschap van de engel reageert. Zij zegt: ‘De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’ Verbazend en verrassend dat er geen woord klinkt over aarzeling of verzet. Er zit ook niets van nederigheid in het woord dienares. Wel bescheidenheid en dienstbaarheid. Ruimte laten, laten gebeuren
Met die luisterende en dienende houding is Maria het beeld geworden van de Kerk die hoort naar het Woord van de Heer. Maria is de gestalte van de gemeente die zich buigt en voegt onder het Woord van God. Zoals Abraham de vader van alle gelovigen is, is Maria de moeder van ieder die gelooft.
Maria laat het mooie zien van de openheid voor het Woord, maar je ziet ook het weerbarstige van wat er gebeuren kan als het Woord van de Heer klinkt. De houding van Maria roept dankbaarheid en bewondering op. Er is ook verwondering en een vraag: wat zouden wij doen?
------------------Bert Jan van Haarlem---------------------------------
Jozef in het licht gezet
Maria en het kind krijgen met Kerst meestal alle aandacht. Ja, zo gaat dat vaak bij een geboorte. Moeder en kind krijgen alle aandacht en de vader blijft op de achtergrond. Zo gaat het ook met Jozef met Kerst. Hij hoort er vanzelfsprekend bij maar hij staat meestal op de achtergrond, in de schaduw van Maria en het goddelijk kind, Jezus. Arme Jozef. In de kerststal vind je hem ergens op de achtergrond. De schijnwerpers zijn altijd op de moeder met kind gericht. Jozef heeft min of meer dezelfde positie als de os en ezel.
Jozef heeft als vader ook in een ander opzicht een moeilijke positie. Doordat Jezus de Zoon van God is, wordt Jozef weleens de pleegvader van Jezus genoemd. Maar dat gaat wel iets te ver. Jozef was immers de wettige vader van Jezus.
Luister naar de dromen van God
Toen Maria onverklaarbaar zwanger was, wilde hij haar niet blootstellen aan roddels. Jozef wilde haar niet beschuldigen, laten straffen of stenigen, hij wilde haar ontzien en zich stilletjes uit de verloving terugtrekken. Zo probeert hij rechtvaardig te handelen in deze precaire situatie. Terwijl Jozef nog zit te dubben grijpt God in. In een droom stuurt God een engel naar Jozef, die hem uitlegt hoe het werkelijk zit en hem opdraagt Maria tot vrouw te nemen. Jozef luistert naar deze droom en doet wat God hem gezegd heeft. Nog twee keer sturen dromen Jozef op weg. De eerste keer om met zijn gezin naar Egypte te vluchten en nog later om weer terug te keren.
Een heilige familie
Jozef, Maria en Jezus vormen een gezin, soms ‘heilige familie’ genoemd. We weten dat Jezus later nog broers en zussen kreeg. We kennen ook het beroep van Jozef. Van hem wordt verteld dat hij timmerman was. De laatste keer dat we iets van Jozef in de Bijbel vernemen, is toen Jezus twaalf jaar oud was. Dat was toen het gezin samen met de hele familie op pelgrimsreis naar Jeruzalem ging en de ouders op de terugreis ontdekten dat Jezus in Jeruzalem, in de tempel was achtergebleven. Later toen Jezus volwassen was en als prediker rondtrok, wordt Jozef niet meer genoemd. Terwijl zijn broers en zussen en zijn moeder juist nog wel genoemd worden. Van Maria weten we dat ze nog leefde toen Jezus werd gekruisigd. Maar omdat Jozef al die keren niet meer wordt genoemd, neemt men dus aan dat hij dan al overleden was.
Over Jozef
Jozef wordt in de Bijbel een rechtschapen mens genoemd. Kenmerkend voor zijn rol bij de geboorte van Jezus is dat hij naar de stem van God luisterde die in dromen tot hem sprak.
In 1621 kreeg Jozef in de rooms-katholieke kerk zelfs een eigen feestdag, dat is op 19 maart. Als timmerman groeide hij uit tot de heilige voor timmer- en ambachtslieden, later werd hij daarmee ook tot een heilige voor de arbeiders.
Jozef als vader
Jozef wordt vaak als liefdevolle vader afgebeeld en zo als voorbeeld voor alle vaders gesteld. Hij heeft zijn rol als vader vervuld. Hij was bij de geboorte van zijn zoon. Hij neemt zijn rol in het leven van Jezus op zich. Hij was als goede vader zeer bezorgd om zijn zoon toen ze erachter kwamen dat de twaalfjarige Jezus niet bij het reisgezelschap was.
In de kerststal
Ook in de kerststal neemt Jozef zijn aloude plaats in, dienend, op de achtergrond. Maar zonder Jozef is de heilige familie niet compleet.
Jozef is iemand die nadenkt over de situatie, die gehoorzaamt aan de moraal. Hij luistert ook naar de stem in zijn dromen. En wat nog belangrijker is, hij handelt ernaar! Zo beschermt hij zijn gezin en het kind.
Van Jozef kunnen we leren dat Jezus' geboorte in deze wereld ook ons beschermend handelen nodig heeft. Van Jozef kunnen we leren te luisteren naar wat God ons in ons leven wil vertellen en dat te doen wat in onze mogelijkheden ligt om Gods licht in deze wereld te laten schijnen.
Dit alles wordt door de middeleeuwse kunstenaars prachtig in een beeld samengevat. We zien Jozef in de stal bij Jezus’ geboorte. Hoewel het overal licht is in de wereld, heeft hij een brandend kaarsje vast dat hij zorgzaam met zijn hand behoedt voor uitwaaien. Prachtig. Hij was geroepen het Licht van de wereld te behoeden.
Daar zit ook een grote troost in voor ons. Soms hebben wij misschien het idee: Wat betekent onze aanwezigheid nou helemaal in deze wereld? Dan zou dat in Gods ogen wel eens heel anders kunnen liggen. Misschien zijn wij ongemerkt van levensbelang.
Een gezegend Kerstfeest gewenst,
------------------------Susanne Freytag-------------------------------------
Een normale Kerst
Als ik dit schrijf is de adventstijd begonnen en zijn we dus aan het aftellen tot het kerstfeest. Dit jaar zijn er geen beperkingen vanwege corona en kunnen we de Kerst vieren zoals we gewend waren, zowel in de kerk als thuis.
Wat een verschil met verleden jaar toen we vanaf half december in een totale lockdown zaten. Het lijkt al zo lang geleden. Toen konden we alleen naar de kerk met een beperkt aantal mensen met een afstand van anderhalve meter. Thuis mochten we maar twee mensen ontvangen, dus een grote samenkomst van de familie was niet mogelijk. Zelf heb ik verleden jaar de Kerst gevierd met zijn tweeën en zijn geen van de kinderen langs geweest. Dat wordt dit jaar wel anders en we hopen met de hele familie bij ons samen te komen. In de kerk kunnen we weer met zijn allen samenkomen en hopen we dus op een kerstviering met een volle kerk.
Helaas kunnen we niet overal op de wereld vrij en zonder beletsels samenkomen. In Oekraïne is het nog steeds oorlog en die oorlog wordt niet alleen uitgevochten aan het front, maar in alle dorpen en steden. Door de aanhoudende bombardementen op de energie-installaties zitten veel Oekraïners in het donker en ook in de kou omdat ook de warmtecentrales niet zonder elektriciteit kunnen draaien. Het is heel belangrijk dat we blijven meeleven met de Oekraïners en dat onze regering alles zal doen om deze mensen te blijven helpen. In China zijn er nog steeds uitgebreide lockdowns en ook hier kunnen de mensen de wintertijd niet op een normale manier doorkomen.
In de Algemene Kerkenraad hebben we de afgelopen maanden de begrotingen voor het volgende jaar doorgenomen. Ook in deze begrotingen zie je het effect van de huidige tijd, vooral in sterk toegenomen energiekosten voor het volgende jaar. Het is nog onzeker hoe dit effect, samen met de toegenomen inflatie onze Kerk volgend jaar zal treffen. Zeker is dat dit zal zorgen voor een toegenomen tekort op de begroting. Het is te hopen dat we bij de komende Actie Kerkbalans hiermee rekening zullen houden en onze gift zullen verhogen. Een ander punt waaraan hard gewerkt wordt is het maken van een nieuwe website. Het streven is om die voor de komende zomervakantie klaar te hebben.
Namens de Algemene Kerkenraad wens ik u allen een goede kersttijd.
---------------------Henk Grootjans------------------------------------
Verslag Gemeenteavond
Op woensdag 16 november kwamen rond dertig gemeenteleden bij elkaar in de Ontmoetingskerk voor de jaarlijkse gemeenteavond van de PGE.
Het eerste deel van de gemeenteavond had als onderwerp de problemen met de bemensing van de verschillende bestuursorganen van de Protestantse Gemeente Eindhoven. Bij zowel de centrale organen (Algemene Kerkenraad, College van Diakenen, College van Kerkrentmeesters) als bij de wijkkerkenraden zijn er een flink aantal vaak langlopende vacatures. Daardoor is de belasting voor de overige mensen hoog en kan niet al het werk opgepakt worden. Ook doen een aantal mensen dit werk al heel lang en moeten binnenkort stoppen.
Na een korte inleiding verdeelden de mensen zich in drie groepen en volgde er een levendige discussie en ideeën over wat er gedaan kan worden. Veel mensen vonden dat als je lid wordt van de kerk het logisch is dat je ook een taak krijgt. Dit kan onder andere door kleinere taken te creëren en mensen hiervoor direct te benaderen. We zouden ook organen als de Algemene Kerkenraad kleiner kunnen maken en keuzes maken in het werk dat opgepakt kan worden. Als er een groter onderwerp, zoals een fusie opgepakt moet worden, kunnen hiervoor tijdelijk meer mensen worden ingezet. Alle punten die zijn opgebracht zullen op een rijtje worden gezet en volgend jaar in de Algemene Kerkenraad worden besproken.
Na de pauze werd er een overzicht gegeven van de begrotingen van de kerkrentmeesters (CvK) en de diaconie (CvD). Door de fusie met St. Oedenrode, Son en Breugel dekken de begrotingen dit jaar ook dit deel van onze gemeente. De begroting van het CvK laat dit jaar een groot tekort zien als gevolg van de verbouwingsplannen van de Ontmoetingskerk, waar het werk toch eindelijk volgend jaar gaat beginnen, en de plannen voor verduurzaming van de Adventskerk. Dit zijn eenmalige kosten en daarom wordt het acceptabel gevonden hiervoor een groter tekort te hebben. Verder wordt volgend jaar een aanzienlijke verhoging verwacht van de energiekosten voor de kerkgebouwen, aangezien het bestaande energiecontract eind dit jaar zal aflopen. In de begroting is daarom een flinke stijging van de kosten opgenomen, maar het is onzeker of dit genoeg is.
De begroting van de diaconie verandert de laatste jaren niet veel, behalve natuurlijk door het opnemen van de diaconie van St. Oedenrode, Son en Breugel. Voornaamste inkomen is de diaconale jaargift. Voornaamste uitgaven zijn giften en ondersteuningen en plaatselijk en regionaal diaconaal werk.
Na wat kleine vragen stemden de aanwezigen in met de beide begrotingen.
De avond werd afgesloten met gebed.
---Henk Grootjans, voorzitter Algemene Kerkenraad-------------
De 65 ste Volkskerstzang Eindhoven
Dit jaar vindt alweer de 65ste uitvoering plaats van de Volkskerstzang in Eindhoven, zoals altijd georganiseerd door Fanfareorkest Wilhelmina Eindhoven. In het verleden vond de Volkskerstzang plaats op verschillende locaties, waaronder de inmiddels gesloopte Philips Jubileumhal en het prachtige Muziekgebouw Frits Philips.
Philips loopt dan ook als een rode draad door onze bijna 100 jaar oude vereniging. We zijn ontstaan vanuit de protestantse gemeenschap, waarvan leden vanuit alle streken van Nederland naar Eindhoven werden gelokt om te werken in de Philips glasfabrieken.
Onze vereniging sloot zich in 1955 aan bij een initiatief om overal in het land een Volkskerstzang te organiseren, niet alleen voor protestanten, maar voor iedereen. Zo is de Volkskerstzang ontstaan en al die jaren gebleven. De bijgaande foto is uit de oude doos en dateert van de jaren tachtig.
Dit jaar kunt u weer meezingen met de traditionele én hedendaagse kerstliederen en natuurlijk genieten van de mooie klanken van Fanfareorkest Wilhelmina Eindhoven.
U bent welkom in de Emmaüskerk, Jan van der Wegestraat 2 in Eindhoven. We beginnen om 19.30 uur en de toegang is zelfs gratis. Een vrijwillige bijdrage wordt erg gewaardeerd.
-------------------------------------------------------------------------------
SOVE- vieringen
7 januari wordt opnieuw een bijzondere viering.
Er zal een uitvoering zijn van het Klein Kerstoratorium van Huub Oosterhuis
Muziek: Antoine Oomen.
Het zal uitgevoerd worden door leden van het projectkoor aangevuld met
zangers van de Kapel, Oase en Augustinus (leden van kleine geloofsgemeenschappen),
o.l.v. Karel Baken.
Solisten: Betteke Kloosman en Gerrit Kros.
Spreekstem: Michel Besnard
piano: Geert Broeksteeg, orgel: Ronald Kamminga
Voorganger is Margreet Spoelstra: teksten 1 Tessalonicenzen 5 en Hebreeën 11
Plaats: Johanneskerk, Mercuriuslaan 1b
Aanvang: 18.30 uur
De volgende viering is 4 februari om 18.30 uur zelfde plaats.
Voorganger is dan Alex van Heusden.
---------------------------------------------------------------------------------
Hilversum/Amersfoort, 11 november 2022
Vervolg op serie ‘Moderne Profeten’
Nieuwe podcastserie Kees van Ekris: ‘Ware woorden’
Maandag 14 november begint de nieuwe podcastserie ‘Ware woorden’, een vervolg op de veelbeluisterde reeks Moderne Profeten van de EO en de missionaire organisatie IZB. In negen afleveringen belicht theoloog Kees van Ekris de actualiteit van de vraag: ‘Wat is waarheid?’
Van Ekris: ‘Wat is waarheid? Soms word ik er gek van: is waarheid iets gevaarlijks? Iets voor fanatici? Iets voor jouw eigen bubbel, iets dat jou goed uitkomt? Of is het iets groters, iets dat ons kan tegenspreken, iets dan ons verbindt? En als het evangelie zegt: ‘De waarheid zal je vrijmaken’, wat betekent dat dan vandaag?’
In elke podcast staat een bekende figuur uit de christelijke traditie centraal. De lijst omvat een breed palet van mensen van alle tijden en plaatsen: schrijver Henri Nouwen, Leger des Heils-majoor Bosshardt, theoloog Tim Keller, denker Sören Kierkegaard, componist Arvo Pärt, milieu-activist Paul Kingsnorth, priester/auteur Tish Warren en twee martelaressen uit de eerste eeuwen, Perpetua en Felicitas.
Allemaal mensen die iets op het spoor zijn gekomen van waarheid, die kunnen leren hoe je ‘in waarheid kunt leven’. In studiogesprekken gaat Kees van Ekris over hen in gesprek met tijdgenoten, onder wie minister Carola Schouten, filosoof/programmamaker Geert Jan Blanken, presentator Ab Nieuwdorp, journalist Frank Mulder en politicus Pieter Omtzigt.
Download ‘Ware woorden’ in de appstore of luister via www.eerstdit.nl
https://www.eo.nl/podcasts/moderne-profeten-ware-woorden?id=ac4ba41a19cb126706bc3ff22a3b304e61c40858451dfc894aa2f528ef35190e
-----------------------------------------------------------------------------------
Kerstpakkettenactie 2022
De Stichting Kerstpakkettenactie Son en Breugel organiseert ook dit jaar weer de Kerstpakkettenactie voor mensen in onze gemeente die moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Wellicht heeft u al gelezen dat de Kerstpakkettenactie van de gezamenlijke kerken in Son en Breugel sinds dit jaar zelfstandig als stichting verder gaat.
Wilt u ook uw steentje bijdragen en iemand anders een plezier doen?
Hoe werkt het?
U kunt uw Kerstpakket of losse producten afgeven bij de Protestantse kerk. Denk bijv. aan koffie, thee, vruchten op sap, bonbons, lekkers voor kinderen of zomaar iets extra’s. Wat zou u zelf graag in een Kerstpakket vinden?
Let u wel op de uiterste houdbaarheidsdatum! Producten die over deze datum zijn worden niet in de pakketten geplaatst evenals producten die geassocieerd worden met Sinterklaas.
De vrijwilligers van de Kerstpakkettenactie zorgen ervoor dat uw gift terecht komt bij diegenen die dat goed kunnen gebruiken. De pakketten worden met veel zorg samengesteld en er wordt gelet op de samenstelling van het betreffende gezin.
Uw financiële gift wordt zeker ook gewaardeerd, zodat er iets extra’s kan worden gekocht als aanvulling op de ingeleverde artikelen.
U kunt deze storten op onze bankrekening o.v.v. bijdrage kerstpakkettenactie: NL80 RABO 0198 6344 39 t.n.v. Stichting Kerstpakkettenactie Son en Breugel.
Waar kunt u terecht?
Tot en met 23 december kunt u uw pakketten of financiële gift afgeven bij de Protestantse kerk aan de Zandstraat 26 in Son.
Openingstijden:
▪ 12 tot en met 16 december van 10.00 - 12.00 uur
▪ 19 tot en met 22 december van 9:30-16:00 uur
▪ 23 december van 9:30-12:00 uur
Voor informatie kunt u ook terecht op onze website: www.kerstpakkettenactiesonenbreugel.nl en onze facebookpagina: Kerstpakkettenactie Son en Breugel.
Hartelijk dank namens de stichting Kerstpakkettenactie Son en Breugel
----------------------------------------------------------------------------------
Instuif Ontmoetingskerk in 2023
In december 2022 is er geen Instuifochtend i.v.m. kerstactiviteiten.
Vanaf januari 2023 zal er elke derde donderdagochtend van de maand weer een Instuifochtend zijn met lezing of activiteit. De ochtend start om 10.30 uur met koffie/thee en iets lekkers. Rond 11.00 uur begint de lezing/activiteit. Vanaf 12.00 uur staan verse soep en gezonde broodjes klaar en lunchen we samen.
Donderdagochtend 18 januari: Alef Schippers, voorzitter, komt vertellen over het werk van Inloophuis ’t Hemeltje.
Donderdagochtend 16 februari: Kees de Heer neemt ons mee in de verkiezingen van de Provinciale Staten die in maart zullen plaatsvinden.
Donderdagochtend 16 maart: Frederika van Veen zal ons begeleiden bij het maken van papiercollages, met Pasen als thema. De collages kunnen in kaartvorm gemaakt worden, zodat deze als paasgroet naar gedetineerden verzonden worden.
Donderdagochtend 20 april: Greet de Boer vertelt ons over de vormen waarin je een Levensverhaal kunt schrijven en wellicht maken we daar een start mee.
Van harte welkom, neem gerust een gast mee!
Aanmelden (nodig) kan via emailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Of telefonisch bij: Kea van Zweeden tel. 2120235, Margreet Damsma tel. 2113595 of Tinie Kämink tel. 2121253
-----------------------------------------------------------------------------------
DOE GOED ZOEK RECHT
Week van gebed voor eenheid van christenen
15 t/m 22 januari 2023
Eenheid onder christenen betekent niet dat alle gelovigen hetzelfde denken, zeggen en doen. Er is verscheidenheid onder gelovigen en dat leidt vaak tot verdeeldheid. Eenheid is niet dat ieder hetzelfde gelooft. Eenheid is dat we met elkaar en van elkaar weten dat wij één geloof delen. Ieder op haar of zijn eigen manier. De veelkleurigheid die we in de eigen geloofsgemeenschap ervaren en beleven, vinden we ook terug tussen de verschillende kerken. Het geloof in één Heer, het delen van het geloof in één doop verbindt christenen met elkaar We weten ook dat die eenheid onder christenen soms nog ver te zoeken is.
Verscheidenheid bewaart ons voor eenzijdigheid en eigenwijsheid. In veelkleurigheid kunnen we elkaar ontmoeten en samen ontdekken wat geloven in deze tijd kan betekenen.
Het thema van de gebedsweek wordt ons aangereikt door de Raad van Kerken in Minnesota. De kerken in deze Amerikaanse staat roepen kerken in grote delen van de wereld op te erkennen dat zij hebben meegewerkt aan raciaal onrecht, zowel actief als passief (door te zwijgen). Vooroordelen op basis van afkomst waren en zijn een oorzaak van de verdeeldheid die het lichaam van Christus heeft verscheurd. Het idee dat witte mensen superieur zouden zijn heeft als een gif veel schade kunnen aanrichten en heeft gezorgd voor onderdrukking tot op de dag van vandaag. Vooral in Noord Amerika en in landen over de hele wereld die de eeuwen door witte Europese machten zijn gekoloniseerd.
De profeet Jesaja laat horen dat er sprake is van onrechtvaardigheid en onderdrukking. De profeet smeekt de mensen om dit te veranderen.
Bijeenkomsten in de Week van Gebed:
Zo 15 jan Pinkstergemeente Maranatha Venstraat 30
Ma 16 jan Oud-Katholieke kerk en Augustijnen Boschdijk 354
Di 17 jan Vergadering der gelovigen de Bron Elburglaan 51
Wo 18 jan Lutherse gemeente en Remonstr Broederschap Dommelhoefkerk Dommelhoefstraat 1A
Do 19 jan Evang. Baptisten Baken & Ichtusstudenten Mendelssohnlaan 1a
Vr 20 jan Protestantse Gemeente en Straatpastoraat Johanneskerk Mercuriuslaan 1B
Za 21 jan Nederlands Gereformeerde Kerk en Emmaüskerk Jan v.d. Wegestr 2
Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt
Zo 22 jan Rooms-Katholieke Kerk en Koptische Kerk Catharinakerk Catharinaplein 1
Alle bijeenkomsten beginnen om 20.00 uur.
------------------------------------------------------------------------------------
Opener dan ooit, een boek over kansen voor de kerk
Tim Vreugdenhil, een predikant, schreef tijdens de coronalockdown een boekje over welke kansen hij in deze tijd ziet voor de kerk. Hij proeft de tijd, ziet trends en komt tot de conclusie dat de kerk daar goed op in kan spelen.
Tegenover de diagnose van zielsarmoede, een diagnose die overigens niet door iemand van de kerk wordt gemaakt, stelt hij soulfood: zes thema’s die belangrijk zijn voor mensen van deze tijd. Het zijn thema’s die dichtbij het hart van kerk en geloof liggen.
Maar om ze te kunnen delen met anderen zal de kerk ‘opener dan ooit’ moeten worden. Tim Vreugdenhil reikt daarvoor een aantal mogelijkheden aan. Voor iedereen die de kerk een warm hart toedraagt is zijn boek vol inspiratie!
We bespreken het boek en kijken hoe het van invloed kan zijn op hoe wij als gemeente naar buiten treden.
Op vijf maandagavonden in januari en februari komen we samen in de Ontmoetingskerk. Omdat ik nog op vakantie ga in januari (en vanwege de onzekere situatie thuis niet precies weet wanneer), heb ik nog niet de exacte data. Maar geef je /u op en ik stuur begin januari een berichtje over de planning.
In ieder geval beginnen we iedere avond om 20.00 uur en gaan door tot ongeveer 21.30 uur.
Aanmelding kan bij:
ds. Tjalling Huisman: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. / 06 15 69 59 19
------------------------------------------------------------------------------------
Bijbels Bijbellezen: van het midden naar buiten - 4
Totaal anders dan die door de Griekse vertaling van de Hebreeuwse Bijbel voorgestane historische lezing is die van de Hebreeuwse Bijbel. De Hebreeuwse canon functioneert als concentrische cirkels.
In het midden staat de Thora (ook wel Mozes genoemd of de Wet), daar omheen de Profetie, de eerdere (d.w.z. in boeken-volgorde, niet in tijd!), Jozua, Richteren, 1 en 2 Samuël en 1 en 2 Koningen: eindigend met de Ballingschap, dat grote Joodse trauma.
Daarna de latere profeten (nogmaals niet in tijd, maar in boeken-volgorde! De drie grote: Jesaja, Jeremia en Ezechiël en de twaalf kleine) profeten. Bedoeld is klein in omvang. Dit is de eerste cirkel om de Thora. Je kan zeggen Mozes is de leer, het onderricht, profetie is uitleg van die leer aan de hand van het gedrag van het volk in die verhalen. Profetie is dus allereerst prediking en waarheids-zegging en nooit voorspellen en waarzeggen.
Dan is er nog een derde cirkel om Thora en Profetie heen, nog weer verder af van de Wet, nl. de Geschriften. Hier vind je een allegaar van reacties op Wet en Profetie; je zou kunnen zeggen reacties van de ‘gemeente’ op Wet en Profetie. Dat begint met de Psalmen, want dat is het eerste, de lofprijzing. Maar onmiddellijk gevolgd door Job. Omdat rondkijkend in de wereld alle ellende zo zichtbaar is en in strijd met het gehoorde woord van Bevrijding, dat de vraag naar het lijden zich opdringt. Dan krijg je dus een heel andere structuur van de Schrift en ga je ook anders lezen. En als je anders gaat lezen, ga je ook anders léven. Zoals je léést, zo lééf je ook.
En je leest dus niet van A naar B, maar vanuit het MIDDEN. Vanuit de binnenste cirkel, vanuit de Thora, de Wet. In het midden daarvan staat Leviticus, een boek dat we -ten onrechte- meestal overslaan. In het midden van Leviticus staat hoofdstuk 16, over Jom Kippoer, Grote Verzoendag.
Wat houdt verzoening in? Dat het goed komt tussen (deze) God en de mensen. Op aarde betekent dat: het komt goed tussen de mensen. Mensen? Ja, maar dan moet je wel weten, dat de Bijbel twee soorten mensen kent: Jood en Heiden. ‘Heiden’ betekent niet geen religie hebben, was het maar waar!
‘Heiden’ betekent de werkelijkheid verheerlijken zoals die zich aan je voordoet. Oftewel, de bestaande orde aanvaarden als van God gegeven. Nog anders gezegd: geen onderscheid maken tussen natuur en Schepping. Dat is religie en dat is dus heidendom.
In het hart van het hart gaat het dus over Verzoening. Je zou nu het Nieuwe Testament, het verhaal over Jezus Messias kunnen vergelijken met een dartpijl die in het hart van het hart vliegt: one hundred and éééighty.
Het gaat dus in het Nieuwe Testament eigenlijk alleen maar(!) over hoe je de Wet en de Profetie leest, dus hoe een mens lééft. Want de Thora is een geschrift rond de dagelijkse praxis. Immers, een woord is ook een daad en een daad is een gebeuren dat geschiedt en een gebeuren dat geschiedt behoeft dat het verder verteld wordt. Dat alles is de inhoud van dat ene Hebreeuwse woord: Dabar. Woord, daad, geschiedenis. Lezen vanuit het centrum draait dus om het léven van het centrum.
Daar zijn talloze voorbeelden voor te geven en die zullen in de komende afleveringen de revue passeren. Vragen kunnen worden ingestuurd via het emailadres onder de ondertekening.
--------Wim de Leeuw, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.---------------
Joachim en Anna – Engelen
Engelen. Zijn dat wezens uit een andere werkelijkheid of toch niet? Met kerst zijn het versieringen in de kerstboom. Veel schilders en beeldhouwers brachten ze in beeld, meestal met vleugels. In de Bijbel komen ze meer dan 200 keer voor, meestal zonder dat een beeld van hen geschetst wordt.
Mijn naamgenoot, Gideon, had ook een bijzondere ervaring met een engel. Hij deed het in zijn broek uit angst voor de Midjanieten, daarom dorste hij de tarwe in een wijnpers om niet gezien te worden. En juist daar werd hij aangesproken door een engel van de Eeuwige. Die bange man kreeg te horen: ‘De Eeuwige is met je, dappere krijgsman.’
Mensen vertellen soms dat ze zich bewust zijn geweest van engelen om hen heen. Waarom benoemen ze dat zo? Waar staan in de Bijbel engelen voor? Bestaan engelen wel?
We kijken naar beelden van engelen en ik zal wat vertellen over engelen. Met elkaar kunnen we ook ervaringen met engelen uitwisselen.
Koffie/thee is er en na afloop een drankje.
Een vrijwillige bijdrage is welkom – er staat een doos in de hal.
Wanneer: dinsdag 31 januari
Tijd: 14.00-16.00 uur
Waar: Johanneskerk, Mercuriuslaan 18, Eindhoven
Heel graag vóór 24 januari aanmelden via de mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
of via de telefoon: Gonnie v.d. Pijl: 2621624, en Jeanet Hilberts: 2427168.
Iedereen is welkom ongeacht leeftijd/wijk/woonplaats/al dan niet betrokken bij de Johanneskerk.
------------Namens Joachim en Anna, Gideon van Dam-------------
Winterwonderland
Als kerst nadert waan ik mij soms in een sprookjeswereld: winterwonderland.
De sneeuw dwarrelt naar beneden in etalages en in tv-reclames, de wereld is wit geworden.
Getrokken door zijn rendieren rijdt de kerstman in een verlichte slee over de daken van de huizen. Ergens in het witte landschap stapt hij uit een Coca-Cola-vrachtwagen, vrolijk roept hij ho ho ho.
En soms, soms tussendoor in de muziek die over de straat dwarrelt, vang ik een flard op over een kindeke dat geboren is op deze aarde ergens in een stalletje.
Het lijkt naadloos te passen in de sprookjeswereld van kerst: winterwonderland.
Is het kerstverhaal een sprookje geworden?
Ik lees het verhaal maar weer eens en vraag mij af: wie zijn er eigenlijk getuige van de geboorte van Jezus? Wie waren er bij, naast Jozef en Maria?
Natuurlijk, dat zijn de herders!
De engelen tel ik niet mee, zij zijn van een andere orde. Maar de herders, zij zijn getuige van het pasgeboren kindeke in de stal. Zij zijn getuige van de woorden van de engel dat dit kind van God komt.
Maar juist die herders, die komen in de rest van de verhalen over Jezus niet meer voor.
Een gedicht van Anton van Duinkerken (1903 - !968) wees mij er op. Het is bijna het mooiste kerstgedicht dat ik ken, het heet ‘De Herders’.
Omdat eenvoudigen verstaan
wat door geen ingewikkeld zoeken,
noch lezen in geleerde boeken
begrepen wordt of nagegaan,
zijn herders toen in uwe stal
geknield en hebben u aanbeden:
dit is tweeduizend jaar geleden
en nog weet elk het overal.
Geen mens heeft ooit hun naam gemeld,
de rest van hun onschuldig leven
is door geen wetenschap beschreven,
wordt slechts aan kinderen verteld.
Die herders spelen alleen in het kerstverhaal een rol. Daarna verdwijnen zij, je hoort niets meer over hen. Het lijkt wel alsof ze alleen maar bestaan in het verhaal en niet in het echt.
Zijn zij daarmee sprookjesfiguren geworden, die in onze tijd prachtig passen in een winterwonderland? Een wereld waarin kerstman, engeltjes, rendieren en herders als vrolijke decemberfiguren door elkaar heen lopen?
Is het kerstverhaal een sprookje of is het juist geschiedenis?
Volgens mij is het geen geschiedenisverhaal zoals wij dat kennen uit onze boeken. Een geschiedenisboek kun je dichtslaan en je kunt verder gaan met je leven zoals het was.
Maar ik denk ook niet dat het kerstverhaal een sprookje is. Een sprookje begint met ‘er was eens’. Je kunt het aanhoren tot het voorspelbare einde: ‘en zij leefden nog lang en gelukkig’. Daarna kun je verder gaan met je leven zoals het was.
Het verhaal van kerst is een ander soort verhaal, geen sprookje en geen geschiedenis. Het is een evangelieverhaal, het is goed nieuws dat om antwoord vraagt. Zo kom ik weer terug bij de herders, zij hebben antwoord gegeven: het verhaal hebben zij verder verteld.
En precies op het punt waar de herders van de aardbodem lijken te verdwijnen, klinkt aan iedereen de oproep om het verhaal ook verder te vertellen. Net als de herders, zij zijn voorbeeldfiguren.
Maar het verhaal van kerst wil niet alleen met woorden worden doorverteld. Het vraagt er ook om dat wij voor elkaar een herder zijn.
--------Tjalling Huisman, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.-------------------
De Maaltijd van de Heer - 1
In een aantal stukjes probeer ik iets te zeggen over het avondmaal, dat ook wel Maaltijd van de Heer wordt genoemd. Dat doe ik omdat wij – mijn collega’s en ik van de kerk van Eindhoven – merken dat het avondmaal bij velen niet leeft; het heeft weinig betekenis. Voor mij is het een belangrijk deel van ons gemeente zijn. Ik wil proberen iets van de betekenis aan u en jullie - mijn lezers - over te brengen. Daarbij heb ik een aantal gemeenteleden gevraagd iets te schrijven over de betekenis van het avondmaal voor hen. Als u / jij ook iets wilt schrijven, graag!
Ik begin met mijn eigen bekeringsgeschiedenis. Ooit deed het avondmaal mij niets. Ik vond het een vreemd gebeuren. Als ik het meemaakte, ging het langs mij heen. Zo’n slokje wijn of druivensap, een stukje brood dat ik van een schaal af kon pakken. Het deed mij eerlijk gezegd zo goed als niets. Tot het moment dat…. (je merkt het al, dit is een echte bekeringsgeschiedenis…) ik voor het eerst een avondmaal meemaakte in mijn buurtkerk in Amsterdam. Ik herinner mij hoe we in de kring stonden op de kokosmatten voorin de kerk, ergens tussen preekstoel en liturgietafel. Er stonden veel onbekenden om mij heen, ik woonde nog niet zo lang in de buurt. En her en der in de kring stonden mensen van wie het meteen duidelijk was dat zij op straat leefden. Als ik maar niet naast een van hen kom te staan! En dan uit dezelfde beker moet drinken, help! Natuurlijk kom ik wel naast een van hen te staan. Gelukkig veegt de diaken routineus de beker schoon met een witte doek. Ik kijk rond in de kring. En opeens begrijp ik wat er hier gebeurt. We delen hier met elkaar als mensen die niet elkaars vrienden zijn, die in dagelijks leven mijlenver uit elkaar leven. Maar in Jezus zijn we verbonden, Zijn aanwezigheid verbindt ons dieper dan al onze verschillen. Het is een verbondenheid op leven en dood, met lichaam en bloed, met hart en ziel.
Tjalling Huisman
De volgende keer gaat het over de instelling van het avondmaal.
Cees Dellebeke schrijft:
In mijn jeugd mochten we voor het eerst aan het avondmaal deelnemen als we belijdenis hadden gedaan, na een periode voorafgaand van belijdeniscatechisatie.
Ik vond het altijd heel indrukwekkend als er een avondmaalsviering was, waarbij ik alleen maar toeschouwer mocht zijn.
Toen ik echter belijdenis had gedaan en voor het eerst aan de tafel genodigd werd was dit voor mij de mooiste beleving, een wens die in vervulling ging: het gevoel geheel bij de gemeente te horen en echt deel te nemen aan de eucharistie, het heilig sacrament.
De huidige vorm vind ik wel overeenkomst hebben met de studentenkapel en de katholieke kerk (oecumene). De viering in de kring of lopend is een prachtige vorm van gemeenschapsgevoel: verbonden met elkaar en met Christus.
Ik ervaar dit telkens met veel warmte en bezinning.
-------------------------------------------------------------------------------
Protestfonds
De aandacht in de huidige tijd wordt vooral gevraagd voor de oorlog in de Oekraïne en dichter bij huis voor de daarmee gepaard gaande gestegen energiekosten en de inflatie.
De gestegen energiekosten en inflatie raken vooral de mensen met de laagste inkomens. Gelukkig zijn er tijdelijke compensatiemaatregelen. Desondanks hebben veel mensen financiële problemen en mogelijk bijbehorende schulden. Het Protestfonds bestaat al ruim dertig jaar en vraagt sinds haar oprichting aandacht voor het feit dat er veel mensen zijn die moeten rondkomen van een minimum. We zijn als samenleving blijkbaar nog steeds niet in staat om het armoedeprobleem op te lossen.
Het Protestfonds kan slechts een beperkt aantal mensen driekeer per jaar een uitkering ( in de vorm van een ‘lening’) verstrekken. In januari / februari zal weer een uitkeringsronde plaats vinden.
Mag ik u vragen dat ook nu weer mogelijk te maken ?
Zij die in aanmerking willen komen voor een uitkering kunnen tot 15 januari 2023 een brief met onderstaande inhoud naar het Protestfonds sturen.
‘Hierbij deel ik u mee dat ik bereid ben om een bedrag uit het Protestfonds als lening te ontvangen. Ik betaal de lening terug door, als ik ooit in betere doen kom, geld te storten in het Protestfonds.
Mijn huishouding bestaat uit een gezin / vrouw / man / thuiswonende kinderen jonger dan 27 jaar / thuiswonende kinderen van 27 jaar of ouder. ( Omcirkelen wat van toepassing is ).
Als bewijs dat ik van een uitkering op bijstandsniveau leef, stuur ik u bijgaand een kopie van het laatst ontvangen uitkeringsoverzicht van de instelling welke mijn uitkering verzorgt.”
Brief voorzien van naam, adres, telefoonnummer, bankrekeningnummer en handtekening.
Reactie en stortingen
Protestfonds van de Diaconie, PGE
p/a Camphuysenstraat 4, 5615 KS Eindhoven.
IBAN : NL12 RABO 0373 7369 59
---------------------------Wim Wiggers------------------------------
Diaconie: Energiecompensatie
‘Hoge inflatie’, ‘Hogere kosten voor energie’, het zijn bekende krantenkoppen.
Aan alle kanten wordt gewerkt aan tegemoetkomingen voor mensen die het moeilijk hebben. Eén van de besluiten is om (bijna) alle huishoudens een energiecompensatie (190 euro in november en december) te geven die verrekend wordt via de energieleverancier. Sommige energiemaatschappijen verrekenen het bedrag met de maandelijkse factuur, andere maken het over op de rekening van hun klanten.
Dagblad Trouw (zie krant van zaterdag 5 november) vroeg zich af wat mensen doen met de energiecompensatie van honderden euro's? De een heeft het geld nodig om rond te komen, de ander bewaart het voor zijn kinderen of doneert het aan een goed doel. Ook bij de Diaconie kwamen vragen binnen: ‘ik heb het niet nodig, maar wie wel of welke organisatie zou het kunnen gebruiken’?
Hoe u met deze compensatie omgaat, bepaalt u zelf. U kunt het zelf hard nodig hebben. Maar mocht u overwegen iets te doneren van deze compensatie, kijk dan eens om u heen wie of wat u zou kunnen ondersteunen. Denk aan organisaties die opkomen voor kinderen, voor mensen die het minder hebben. We noemen een paar lokale voorbeelden: Kerstpakkettenactie, Voedselbank(en), St. Leergeld, ’t Hemeltje, Open Huis Cathrien, Brabant voor Moldavië.
Daarnaast kunt u ook denken aan landelijke fondsen: St. Jarige Job (verjaardags-boxen voor kinderen via de Voedselbanken), Nationaal Fonds Kinderhulp (actie pepernoot), St. de Vrolijkheid (kunstprojecten voor kinderen in asielzoekerscentra), Armoedefonds (ondersteuning van minima op diverse manieren), Kansfonds (actie: help elkaar de winter door), Kerk in Actie.
-----------------Jeannet Venekamp, De Diaconie-------------------
SMH – óns Steunpunt Materiële Hulpvragen
Kom meehelpen of maak ons werk mogelijk met een donatie
Het SMH ontstond meer dan 25 jaar geleden toen de kloosters en kerken in Eindhoven hun charitatieve activiteiten bundelden in één organisatie, een bijzondere werkgroep van de parochie Sint Joris. Het SMH is er voor alle Eindhoven met een kleine beurs die hulp hard nodig hebben.
Wat doet het SMH?
⦁ Soms kan iemand maar nét, of net niet, rondkomen van zijn uitkering, AOW of loon. En met de prijzen, die overal de pan uitvliegen, wordt dat nog moeilijker.
En dan gaat de koelkast kapot, of de wasmachine. Of de bank zakt door z’n poten. Of de gammele fiets is niet meer te repareren. Het zijn maar een paar voorbeelden.
Het is om wanhopig van te worden en alle moed te verliezen.
Het Steunpunt Materiële Hulpvragen (SMH) kan op zo’n moment helpen met een eenmalige gift. Het SMH geeft géén geld, maar wel een bon waarmee in kringloopwinkels of een witgoedwinkel goede tweedehands goederen gekocht kunnen worden. Niet gloednieuw, maar iemand kan wel weer een tijd vooruit aan die stevige eettafel, op dat lekkere bed, met eindelijk gordijnen voor de ramen of op een gereviseerde fijne fiets. En op alle witgoed zoals wasmachine, koelkast, stofzuiger, kookplaat of gasfornuis zit garantie.
⦁ Mensen kunnen ook terecht bij het Thomas Tandartsfonds dat het SMH beheert. Dit fonds is voor noodzakelijke tandartszorg als mensen geen tandartsverzekering hebben of alleen een basisverzekering, die de urgente behandeling niet dekt.
⦁ En daarnaast beheren wij ook het gemeentelijke Noodfonds. Als men een uitkering aanvraagt duurt het meestal wel zo’n drie of vier weken voordat er een voorschot uitbetaald wordt. Terwijl er geen geld is om zelfs maar eten te kopen. Op dat moment kan zo iemand voor leefgeld terecht bij het Noodfonds van de Gemeente Eindhoven, dat ondergebracht is bij het SMH.
Tot onze verbazing weten veel parochianen niet (meer) van het bestaan van het SMH af. Goed om dit nu weer onder ieders aandacht te brengen. Want het SMH hoort bij óns, de St Jorisparochie, en daar mogen we trots op zijn. En bovendien kunnen we méér hulp, méér donaties en vooral ook méér vrijwilligers voor het telefonisch of fysieke spreekuur en de toekenningscommissies hard gebruiken.
Hebt u interesse? Kijk dan op www.smh-eindhoven.nl of mail naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
---------------------Gemma van Zeventer, voorzitter-----------------
Kyrie uit de gemeentetijd
Gemeentetijd: zo heet een vast onderdeel van de zondagse viering op de Grote Beek. Het is in de jaren zeventig geïntroduceerd door een doopsgezinde predikante C. Offerhaus en is sindsdien een niet meer weg te denken traditie geworden. Vrijwel aan het begin van elke viering mogen mensen naar voren komen om met elkaar en met God te delen wat ze op hun hart hebben. En dat doen velen dan ook graag. De één leest een gedicht voor – al dan niet zelf geschreven. De ander zingt een lied. Mensen vertellen over wat hen raakt: over hun zorgen, maar ook over waar ze blij van werden, wat hen goed heeft gedaan. Er wordt gebeden voor mensen om wie men zich zorgen maakt. Er wordt gezongen voor de jarigen. En na elke bijdrage wordt er hartgrondig geklapt. En dat is niet voor niets: er is tijd en aandacht besteed aan wat gezegd wil worden. Dat hoor je. Het raakt je en roept veel herkenning en meeleven op. Zo ook de bijdrage van Chantal die ik met haar toestemming hier in zijn geheel mag citeren. Zij begon met een lied ‘Een toekomst vol van hoop’ van Hans Maat en voegde daaraan enkele woorden toe van haar eigen worsteling op dit moment met toekomst en met God. Het werd voor ons allen een Kyrie, een gebed om Gods ontferming.
Inkeri Hyvarinen, geestelijk verzorger GGzE
‘In de nacht van strijd en zorgen
Kijken wij naar u omhoog
Biddend om een nieuwe morgen
Om een toekomst vol van hoop
Ook al zijn er duizend vragen
Al begrijpen wij u niet
U blijft ons met liefde dragen
U die alles overziet
U geeft een toekomst vol van hoop
Dat heeft u aan ons beloofd
Niemand anders, u alleen
Leidt ons door het leven heen
U heeft ons geluk voor ogen
Jezus heeft het ons gebracht
Mens als wij, voor ons gebroken
In de allerzwartste nacht’
Een paar coupletten uit de liedtekst
Een toekomst vol van hoop. Tekst: Hans Maat
Maar lieve God....
Welke toekomst, ik zie die nu even niet.
Bestond er maar een telefoonnummer
dat ik u zou kunnen bellen en dat kon vragen.
U kon vertellen over mijn pijn en verdriet.
Dat ik gewoon even in de wilde weg kon klagen.
Lieve God, ik ben naar u op zoek alweer
Ik voel me eenzaam en alleen.
Waar bent u, ik voel u niet meer.
Ik voel alleen een hart van steen.
Lieve God, ik ben bang.
Voel veel onmacht, pijn en verdriet.
Kan alleen maar huilen.
Zo alleen, eenzaam in 't leven wil ik niet.
Lieve God, komt u weer aan mijn zijde staan?
Legt u uw hand weer op mijn schouder terwijl ik loop
zodat we weer samen verder gaan
naar een toekomst vol van hoop?
-------------------------------Chantal-------------------------------------------
Naambordje
In de aankomsthal van het vliegveld staan vaak taxichauffeurs met een naambordje. Ze komen iemand ophalen, en een naambordje is een effectieve manier om de aandacht te trekken.
Ik zag een vrouw met een bordje op een stok, en daarop stond de naam van een kerk. Ik sprak haar aan: ik zie dat u van een kerk bent. Ja ik ben dominee, zei ze, en we komen leden van onze partnergemeente uit Oost-Europa ophalen.
Ik zei dat ik ook dominee ben en luchthavenpastor. Toen kwam er een leuk gesprek over hoe zinvol het is om ontmoetingen te hebben met mensen uit een ander land. Die hebben een andere kijk op de samenleving, en ook op geloven. En dat is heel inspirerend. Het maakt dat je zelf op een veel bredere manier gaat kijken. Ik heb ze veel mooie ontmoetingen toegewenst.
Later dacht ik na over dat naambordje. Ik ga niet over straat lopen met een bordje op een stok, waarop staat dat ik van de kerk ben. Maar op het vliegveld kan dat kennelijk wel
.
---------------------------------Mirjam van Nie---------------------------------
Maria, moeder van dit kind
Toen ik een kind was kwam zij niet voor in mijn gedachten. Als ik aan God dacht was dat met het woord Vader. Onze Vader viel samen met mijn vader, die ook in de hemel was. Later begreep ik dat dit voor veel lotgenoten gold. Ook voor andere gelovige kinderen, die hun overleden vader al vroeg misten. In de loop van mijn leven werd mijn aandacht voor Maria groter. Allereerst al toen ik hier in Brabant kwam wonen waar zij een veel belangrijker rol speelt in de geloofsbeleving van mensen dan in het overwegend protestantse Haarlem, waar ik vandaan kwam. Maar ook toen had zij nog niet veel betekenis voor mij. Het veranderde in de omgang met katholieke vrienden. Vreemd vond ik dat er veel aandacht was voor het vrouwelijke in de geloofsbeleving, bidden op voorspraak van Maria, maar dat vrouwen verder in hun kerk het zwijgen opgelegd werd. Wat maakte Maria zo anders dan andere vrouwen? Was het omdat zij moeder was van dat kind, Jezus? Zij bleef daardoor onder de glazen stolp, waaronder ik haar soms zag.
Echte verandering kwam er toen ik als geestelijk verzorger in De Weerde mocht werken. Daar zag ik wat de diepe betekenis was voor gekwetste mensen. Gekwetst door ziekte of omdat de ouderdom beslag op hen gelegd had en zij afhankelijk waren van de zorg van anderen. Een gespreksgroep van mensen met dementie ontroerde me. Het ging over moeder en warme herinneringen werden opgehaald, maar ook verdriet en gemis. Toen een beeldje van Maria op tafel kwam was er troost: ‘Ons aller moeder’, zei iemand. Langzaam werd zij een echte vrouw en kwam onder haar glazen stolp vandaan.
Het overkwam me dat een man, die graag met me wilde bidden, ‘stop’ riep toen ik begon met: ‘Onze Vader’. Natuurlijk stopte ik, maar wel verward. Toen ik de volgende dag aan zijn bed zat vertelde hij waarom hij zo reageerde, toen ik begon: Onze Vader, had hij een hand gevoeld die zijn keel dicht kneep. Hij had tot Maria willen bidden. In het gesprek bleek dat hij een strenge en hardvochtige vader had gehad en een lieve moeder. Dat warme en moederlijke vond hij bij Maria. Toen ik er met mijn katholieke collega over had en vertelde dat ik er moeite mee had om tot Maria te bidden, zei ze: ‘Heb jij dan woorden voor God’? Het was een vraag die me raakte en die ik nooit vergeten ben. Natuurlijk had ik daar theologisch op kunnen antwoorden, maar er was iets anders geraakt. Dat gebeurde ook toen in Den Bosch de ‘Allemantel’ werd gemaakt door Nelleke de Laat. De mantel voor het beeld van Maria kwam tot stand met lapjes die mensen zelf bij haar brachten: een stukje van het uniform van een soldaat die de Herculesramp overleefde, een deel van een doopjurk van een overleden kindje, een gebreide sok, gemaakt door de moeder van Bisschop Hurkmans. Velen zochten beschutting onder die mantel van Maria, uit dankbaarheid of vanwege verdriet dat rustte op de bodem van hun ziel. Ook ging ik zien hoe de ouders van een kind dat overleden was, troost vonden en herkenning bij het beeld van de Pieta, dat schrijnende verdriet, een zwaard door je ziel.
Voor mij is, denk ik, Maria de moeder van het kind Jezus gebleven, maar zij werd wel voor mij een van de gezegende onder de vrouwen, zoals Ruth, Tamar, de dwaze moeders en nu de Russische vrouwen en moeders die opkomen voor hun zonen en mannen aan het front. Ik heb geleerd hoe je wijzer en rijker kunt worden door te luisteren naar wat zij, Maria voor veel mensen betekent. En ook hoe onze eigen geloofsbeleving wordt gevormd door wat we in onze kindertijd meekrijgen en door het leven zelf.
-------------------------Wil van Egmond--------------------------------
Open Huis, Sint Cathrien
Geachte belanghebbende, mevrouw, mijnheer,
Tijdens de maatregelen vanwege corona, was het Open Huis tijdelijk beperkt geopend. Sinds enige tijd zijn de gebruikelijke openingstijden weer ingesteld, van 10.30 - 16.30 uur.
Nu is gebleken dat er nauwelijks gebruik gemaakt wordt van de middag opening, soms zijn er een of twee gasten, maar regelmatig is er helemaal niemand.
Kennelijk bestaat er op dit moment bij onze gasten geen behoefte aan middag opvang.
Daarom heeft het bestuur besloten de openingstijden aan te passen, zodanig dat daarbij de middagopening komt te vervallen.
Bij het nemen van dit besluit hebben zeker ook de hoge kosten voor energie een rol gespeeld.
Concreet betekent dit dat met ingang van 15 november het Open Huis geopend is van dinsdag tot en met vrijdag van 10.30 - 13.30 uur.
Er zullen dan steeds vier gastvrouwen/ -heren aanwezig zijn, zodat er voldoende tijd en aandacht is voor al onze gasten.
Mocht in de toekomst blijken dat er toch weer behoefte is aan opvang tijdens de middagen, dan zullen we dat opnieuw overwegen.
Voor alle duidelijkheid, de openingstijden op zaterdag in de Petruskerk blijven ongewijzigd, van 12.00 - 13.00 uur.
Met vriendelijke groet, namens het bestuur van het Open Huis,
----------------Anneke Nieuwenhuizen Voorzitter.---------------------
‘Uren, dagen, maanden, jaren vliegen als een schaduw heen’…
Een lied dat vaak aan het einde van het jaar wordt gezongen. Als ik naar mijzelf kijk, dan is dit jaar weer voorbijgevlogen. Een jaar druk met activiteiten voor de kerk, voor organisaties in mijn dorp en voor ’t Hemeltje.
Ook voor ’t Hemeltje is het jaar weer voorbijgevlogen. In het begin van het jaar nog voorzichtig aan doen omdat Corona nog niet verdwenen is, mondkapjes nog op. Medio dit jaar zijn er geen maatregelen meer nodig. En nu aan het einde van het jaar, lijkt alles weer als vanouds. Maar af en toe steekt Corona nog de kop op, dan zijn we weer extra voorzichtig en alert.
Het was ook een jaar met wat personele perikelen en zorgen om het aantal vrijwilligers. Daarnaast baren de inflatie en de hoge kosten voor energie ons zorgen. De kosten voor koffie/thee en de maaltijden worden hoger. De maandelijkse kosten voor gas en elektra zijn verdubbeld. Maar gelukkig zien we ook extra bijdragen van fondsen - zij ondersteunen ons van harte - omdat we goed werk doen voor onze gasten.
Als we kijken naar onze gasten zien we dat we dit jaar ruim 9000 mensen hebben mogen begroeten, sommigen eens per week, anderen dagelijks. Voor hen is er iedere dag iets te eten en te drinken.
Voor onze gasten vliegt het jaar misschien ook wel snel voorbij, maar voor velen is het meer overleven. Het leven op straat is hard. Er zijn weinig plekken meer waar ze welkom zijn. Dat geldt ook voor veel mensen uit Midden- en Oost-Europa die na een tijdelijke baan weer snel op straat staan. Want als je baan ophoudt, heb je ook geen woning meer.
Voor thuislozen, mensen met een huis/kamer, wordt het leven ook niet makkelijker vanwege de hogere kosten, maar ook vanwege de eenzaamheid.
Dit stuk verschijnt in het december/januari nummer van Samen, een periode met veel feesten: sinterklaas, kerst en oud en nieuw.
De winkels liggen vol met allerlei lekkers, de etalages staan vol met cadeaus.
Er wordt volop aandacht besteed aan gezelligheid, samen met je gezin en familie deze feestelijke dagen vieren. Hoe bitter is het dan dat je dit niet samen kunt vieren, omdat de banden met je familie verbroken zijn, je familie in een ander land woont. In deze periode van gezelligheid en huiselijkheid is de eenzaamheid onder onze gasten duidelijk merkbaar. In gesprekken hoorde ik dat ze blij zijn als december er weer op zit. December, feestmaand, herinnert aan dat wat vroeger was en er nu niet meer is. Juist in deze maand willen we als Hemeltje er zijn voor onze gasten met soep, een goede maaltijd en met een luisterend oor.
Laten we een lichtpuntje mogen zijn voor onze gasten in deze periode. Ik wens u en onze gasten goede feestdagen en alle goeds voor 2023.
Ik sluit het af met dit gedicht van Hein Stufkens:
Steek een kaars aan in het duister.
Laat het Licht toe in je hart.
Maak je handen niet tot vuisten.
Streel maar zacht wat is verhard.
Steek een kaars aan in het duister
en zaai vrede waar je gaat.
Strek je handen uit en luister
naar de mens die naast je staat.
Steek een kaars aan in het duister,
eer wat kwetsbaar is en klein.
Ga geduldig tot het uiterst,
laat waar jij bent liefde zijn.
Relatiebeheer
Diaconaal Inloophuis ‘t Hemeltje
-------------------------------Jeannet Venekamp,---------------------------
Afscheid ds. Petra Speelman
Zondag 30 oktober jongstleden is ds. Speelman ‘losgemaakt’ van haar werk in Eindhoven onder ouderen. Ze keert terug naar haar geboortegrond, de Achterhoek, om daar haar werk voort te zetten. In augustus 2007 werd ds. Speelman vanuit wijkgemeente Eindhoven Zuid uitgezonden als predikant met bijzondere opdracht t.b.v. de ouderenzorg bij de Vitalis woonzorggroep, bij ons beter bekend met de namen van de tehuizen Wissehaege, De Berckelhof en Peppelrode. Haar werk en persoon werden hoog gewaardeerd. Hartelijkheid, authenticiteit en belangstelling voor iedereen kenmerken haar. Vanuit de Protestantse Gemeente Eindhoven zijn we ds. Speelman dankbaar voor haar grote inzet voor de ouderen, ook in de afgelopen jaren, toen het werk door Corona een andere aard kreeg. We zijn ook dankbaar voor de betoonde collegialiteit in de richting van de predikanten van onze wijkgemeente in perioden van drukte. Ds. Speelman onderhield een warm contact met de wijkgemeente in Eindhoven-Zuid en ging een aantal keren per jaar voor in de zondagse eredienst. Zo deelde ze de spirituele ervaringen en inzichten voortvloeiend uit het contact met de Ander met regelmaat. Ze deed dat altijd op een rustige manier waarbij ze haar praktijk, en die van de gemeenteleden, in verband bracht met het Woord. Daarmee kwam het Woord praktisch dichtbij en raakte ons hart. Zo verrijkte haar werk als geestelijk verzorger bij de Vitalis woonzorggroep ook ons gemeentezijn. Ten afscheid namen we allen een bloem mee. Het werd een grote bos. En we gaven een olijfboom als teken dat we loslaten maar ook verbonden blijven. We wensen Petra en haar man Bert alle goeds en Gods zegen.
--------------------------------Christof Francke-------------------------------
Een veilige omgeving
Een evenement over grensoverschrijdend gedrag: is dat niet alleen interessant voor mensen die ooit grensoverschrijdend gedrag hebben meegemaakt of mensen die zelf grenzen overschrijden? Waarom zou ik daar naartoe gaan? Dat is wat ik dacht over het toneelstuk van Time Out op de TU/e op 4 oktober. Ondanks mijn aannames ben ik toch naar het toneelstuk gegaan en daar ben ik erg blij om, want het bracht interessante punten aan het licht. Verder zette het de kijkers niet alleen aan het denken, maar was er ook ruimte om te discussiëren en te sparren met elkaar.
Het is lastig om toe te geven dat je iets verkeerd hebt gedaan of dat je iets hebt ervaren waar je je toch niet zo prettig bij voelde, want ja ‘het is maar iets kleins’ en ‘misschien was het ook wel een beetje mijn eigen schuld’. Bij grensoverschrijdend gedrag kan het namelijk best voorkomen dat het een leidt tot het ander. De acteurs lieten dit zien door een scène uit te beelden, waarbij een studente als doel had om een professor te regelen voor haar scriptie. Ze had dit goed voorbereid, maar haar vriendin drong toch aan dat ze beter iets sexy’s aan kon doen en collegiaal moest flirten om zo deze professor over te halen. Een andere vriend drong aan dat ze nog even samen drankjes moest doen met haar vrienden. En zo geschiedde. Even later staat ze met een kort rokje en te veel shotjes achter de kiezen tegenover de professor. Ze komt niet uit haar woorden, maar toch denkt ze van de professor toestemming te hebben gekregen voor de scriptie. Uit enthousiasme (en wellicht de glaasjes alcohol) geeft ze hem een knuffel. De professor deinst eerst terug, maar geeft daarna nog een knuffel en legt zijn hand dan op haar bil, waar zij zich niet prettig bij voelt. Daar stopt de scène. Grenzen zijn overschreden, maar door wie? Had er al eerder aan de bel getrokken moeten worden of is enkel de laatste stap te ver?
Dit is een voorbeeld van grensoverschrijdend gedrag en tijdens de discussies in het publiek na afloop van de scène werd duidelijk dat iedereen een andere kijk kan hebben op grensoverschrijdend gedrag. Hierdoor werd ook duidelijk dat er niet voor alles een goed of fout is, maar dat sommige situaties ingewikkeld zijn en het fijn is om er dan met een ander over te kunnen sparren. In het stuk kwam ook de vraag naar voren ‘Kan een veilige omgeving überhaupt wel bestaan zonder conflict?’ Mensen hebben nou eenmaal andere meningen en het is dan wellicht beter om dit te bespreken - ook al is dat vaak spannend - dan om het weg te stoppen, want juist het wegstoppen kan tot grotere botsingen of voortzetting van het grensoverschrijdend gedrag leiden.
In de maatschappij is grensoverschrijdend gedrag de laatste jaren steeds meer een onderwerp van discussie. Persoonlijk vind ik die gesprekken soms best lastig, want dadelijk zeg je iets waardoor je een ander kwetst. Toch stelt de gedachte dat we allemaal mens zijn en het wel eens kan gebeuren dat je een foutje maakt me gerust. Zolang we met z’n allen maar een veilige omgeving creëren voor de mensen om ons heen, zodat we met een open houding naar een ander durven te luisteren en zelf ook durven te praten over onze opvattingen en onze gemaakte fouten. Zo kunnen we met elkaar van onze ervaringen blijven leren.
------Kimberly Drabbels, Program manager bij TINT-------------
Voetbal en Oekraïne
Het is dit jaar tien jaar geleden dat Nederland gigantisch af ging op het Europees Kampioenschap voetbal. Het waren de nadagen van Wesley Snijder, en na drie kansloze wedstrijden in de groepsfase lagen we eruit.
Precies in die twee weken kreeg ik een nieuwe collega, Andrii uit Oekraïne. Na de normale kennismakingsvragen - uit welk land kom je, wanneer ben je aangekomen, heb je al een huis en een fiets - vroeg ik of hij uit Charkov kwam. Dat kwam hij niet. Maar hij keek verrast omdat ik iets van zijn land wist.
Was ik dan ooit wel eens in Oekraïne geweest? ‘Nee’, antwoordde ik, ‘maar onze jongens zitten daar’, en hij keek trots terug. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik niet veel meer wist dan dat.
In de jaren daarna leerde ik meer over Oekraïne: dat ze er Russisch en Oekraïens spreken, en dat die mensen vredig naast elkaar leven. Andrii sprak zelf Oekraïens, en zijn vrouw sprak Russisch terug, want ze kwam ‘ergens uit het oosten’. Dat was ook handig met Kerst, want 25 december waren ze bij zijn ouders, en pas twee weken later hoefden ze bij zijn schoonouders te zijn.
Ook leerde ik dat Oekraïne zo groot is, dat je met de nachttrein van Kiev naar je ouders moest in het weekend. In de zomer is het er 40 graden, en in de winter min 20.
Oekraïense exacte wetenschap is een nationale trots, en er is een sterke software sector. Verder maakten ze in de Sovjettijd veel raketten, en hadden ze de Sovjet-kernwapens op hun grondgebied gehad. Andrii had in Kiev drie keer zo veel kunnen verdienen als programmeur, maar was toch naar Eindhoven gekomen voor een promotietraject.
Ik las ook boeken: ‘Het land dat maar niet wil lukken’, en recenter ‘Aleksandra’. Ik leerde over de Holodomor en de Amerikaanse belofte van 1994.
Na de inval in 2014 kon Andrii een tijd niet meer terug naar Oekraïne, omdat hij dan in het leger zou moeten. Tegelijk was er een andere Oekraïense collega die wel snapte dat Poetin de Russen in de Donbas kwam helpen. Ze raadde Russia Today aan.
Toen Andrii in 2016 promoveerde, ging hij ook niet terug, en was zijn vrouw er erg op gebrand hier te blijven en de permanente verblijfsvergunning te bemachtigen. Zelf overwoog hij even een postdoc in Israël, maar zijn ouders hadden hem bezworen niet ‘naar een land in oorlog’ te gaan. Een andere werkelijkheid dan de mijne.
Andrii verloor ik een beetje uit het oog, maar de beelden in het nieuws van het afgelopen jaar lieten zijn verhaal terug komen. Vluchtelingenstromen met de trein, Oekraïners die opeens geen Russisch meer willen spreken, of juist wel. Oekraïense en Russische programmeurs die hun werk op afstand doen, of hier aan het werk gaan. Nepnieuws en beïnvloeding door Russische media. En op de kaart kan ik inmiddels, naast Charkov, ook Kiev, Lviv, Odessa en Marioepol aanwijzen.
Dat maakt het onwezenlijk dat het dus pas echt tien jaar geleden is dat ik niets wist van Oekraïne, behalve het EK voetbal.
--------------------------Marleen Kooiman----------------------------------
november 2022 met thema: " Herfst " Lees meer...
Allerheiligen – Gedenkdag der heiligen
Onlangs stelde een gemeentelid na de dienst een vraag over de heiligen en hoe dat zit in de verschillende kerkelijke tradities. Dat thema van de ‘heiligen’ past zeker in deze tijd van het jaar.
Op 1 november wordt namelijk de gedenkdag der heiligen (Allerheiligen) gevierd en het was juist aan de vooravond van deze kerkelijke feestdag dat Maarten Luther zijn 95 stellingen op de kerkdeur van de slotkerk te Wittenberg heeft gepubliceerd. Dan kwamen er immers veel mensen in de kerk.
Op de gedenkdag der heiligen, Allerheiligen, worden zij die in de hemel zijn, herdacht.
Op 2 november, Allerzielen, worden de overledenen herdacht die zich nog in het vagevuur bevinden. De heiligen die met hun naam als ‘heilige’ worden geëerd, zijn zij die als bijzonder goede gelovigen andere gelovigen tot voorbeeld kunnen zijn. Zij hebben de kerkelijke titel ‘heilige’ gekregen. Al vroeg werden in de christelijke kerk martelaren als heiligen geëerd.
Later kwamen er kerkvaders bij. In de middeleeuwen groeide het aantal heiligen enorm. Om dit enigszins in te perken, kwamen er vanaf de 10e eeuw regels en procedures voor de heiligverklaring, waarbij alleen de paus nog een heiligverklaring kon uitspreken.
De middeleeuwen kenden een uitgebreide heiligenverering. Daarbij hoorde dat men zich tot de heilige richtte en de heiligen om voorspraak bij God bad. Luther verzuchtte dat er voor zowat elke kwaal en nood een heilige te vinden was. ‘Wanneer iemand kiespijn heeft, zo vast hij en vereert de Heilige Apollonia; vreest hij een brand, maakt hij de Heilige Lorenz tot zijn noodhelper, vreest hij de pest dan doet hij een gelofte aan de Heilige Sebastian of de Heilige Rochus.’
Luther was zelf ook met deze vanzelfsprekende heiligenverering opgegroeid. Zijn eigen voornaam ‘Maarten’ is verbonden met het gebruik dat een kind naar de Heilige van de doopdag werd vernoemd. Luther werd op 10 november 1483 geboren en op 11 november, de dag van Sint Maarten, gedoopt. Hij was ook zeker vertrouwd met de Heilige Barbara de beschermheilige van de mijnwerkers. Zijn vader werkte immers in de mijnbouw. En Luther zelf heeft als student in een heftig onweer de Heilige Anna aangeroepen en de gelofte gedaan monnik te worden. Een gelofte die vergaande gevolgen voor zijn leven had.
Door de opkomst van de vele heiligen waartoe zich de gelovige kon wenden, raakten God en Christus steeds meer op de achtergrond. God werd alleen nog maar gezien als de onbenaderbare, strenge en oordelende God.
Luthers herontdekking van de genadige God had ook vergaande gevolgen voor de heiligenverering. Christus is namelijk de enige middelaar die ons bij God brengt. In het licht van Christus als enige ware middelaar verbleekten de heiligen net als de sterren in de ochtend verbleken wanneer de zon opgaat.
De omweg via de heiligen is niet meer nodig. Zo keerde Luther zich tegen de verering van de heiligen, tegelijkertijd mochten de beelden van de heiligen in de kerken blijven. Die heiligen kunnen namelijk de gelovigen wel tot voorbeeld zijn en zo het geloof versterken. Een heiligenverering die afleidt van Christus stuit op kritiek van Luther, maar heiligen die de gelovige juist bij Christus brengen verdienen een plek in de kerk. Wij allen worden door de Heilige Geest in het geloof geheiligd en maken hierdoor deel uit van de gemeenschap der heiligen.
Op de gedenkdag der heiligen mag u juist denken aan de heiligen, dat wil zeggen de gelovigen uit alle tijden, die u tot voorbeeld zijn geweest. Wie zijn uw heiligen? Deze ‘heiligen’ hoeven geen bekende heiligen te zijn. Dat kan een vader, moeder, grootouder of elk ander persoon zijn die u tot voorbeeld en inspiratie is geworden en u dichter bij het geloof heeft gebracht. Zo gedenken wij – in lijn met Luther - de heiligen.
--------------Susanne Freytag-----------------------------------------
Herfst
Dit is de tijd dat de schemer je opeens overvalt, terwijl je in de tuin bezig bent. De bladeren kleuren geel en rood, ze dwarrelen van de boom. Een lage mist hangt zo nu en dan over het land. De maan schijnt mysterieus, alsof er meer achter zit.
Dit is de goede tijd om het boek Prediker ter hand te nemen. Er is een tijd om Prediker te lezen, en er is een tijd om het boek weer weg te leggen. Prediker zelf schrijft immers: Er is een tijd voor alles wat er onder de hemel gebeurt (hoofdstuk 3). Tijd om met hem in gesprek te gaan!
Er is een tijd om te genieten, en er is een tijd om te treuren.
Geniet ervan, klinkt alom op terrassen en in supermarkten. Goed bedoeld natuurlijk en ja, je moet toch wat (moois) zeggen. Maar er is ook een tijd dat je niet kunt genieten, maar alleen maar kunt balen. Of dat je treurig bent over wat het leven op je pad heeft gebracht, of juist heeft weggenomen. Of je twijfelt aan jezelf, wat stel ik nou voor. Het gevleugelde woord geniet ervan, is dan een te hoog gegrepen aansporing. Het is een verlossende gedachte dat er ook tijden zijn dat je niet hoeft te genieten omdat je niet kunt genieten. Bij het leven hoort ook dat het leven niet altijd leuk is. Dat te erkennen, geeft ontspanning.
Er is een tijd voor ontspanning en een tijd voor inspanning
Wat is het heerlijk om er bovenop te zitten en het leven aan te kunnen, de teugels in de hand. Bovendien, er is zoveel onrecht in onze wereld, en wat is het belangrijk dat er mensen zijn die daartegen in verzet komen. Het is goed om je in te spannen voor iets goeds. Maar iemand die zich alleen maar inspant, ontspant niet meer. Moet je dan alles relativeren, Prediker! Hoe kun je nu ontspannen, als er zoveel recht te zetten is! Hoe kun je ontspannen als er zoveel moet gebeuren om de wereld mooier te maken? Tja, maar hoe kun je je nog inspannen, als je niet ontspant en van alle inspanning wakker ligt?
Er is een tijd om wakker te liggen en er is een tijd om te slapen.
Ja, dat denk ik wel eens als ik wakker lig: het is nu tijd om te slapen. Maar de slaap laat zich niet commanderen. De slaap is als een schuwe kat, die naast je komt liggen op het moment dat je stopt haar te lokken. Al die tijden van jou, Prediker, wat is dat realistisch! Als mens kun je nu eenmaal niet zonder slaap, om als wakker mens aan het werk te kunnen gaan. Maar ook voor het wakker liggen geldt: er is een tijd om wakker te liggen, en een tijd om te slapen. Het is zoals het is. Maar als je dan slaapt dan staan je luikjes dicht voor de wereld, je richt je naar binnen.
Er is een tijd om open te gaan en een tijd om dicht te zijn.
Dat klinkt natuurlijk niet goed, dat je dicht zit. Inkeer klinkt veel beter. Een mens heeft het nodig om zich in zichzelf te keren. Soms heb je daar zelfs veel tijd voor nodig. Het is een manier om God te zoeken en door God gevonden te worden, het is een manier om tot jezelf te komen. In de kerk lijkt het (hopelijk ’soms’ en niet ‘vaker’) wel of je altijd open moet staan voor alles en iedereen (soms moet je zo veel…). Maar vergeet niet dat Jezus zich regelmatig terugtrok op een stille plaats. Daar zijn geen hoofdstukken vol over geschreven, maar hij had dat wel nodig.
Het is goed om jezelf en je geloof te voeden.
Er is een tijd van geloof en er is een tijd van twijfel.
Dat relativeert heerlijk, Prediker! Ik weet dat jij het nooit zo zou opschrijven, voor jou is God een gegeven. Maar je hebt wel oog voor de ondoorgrondelijkheid van alles. Soms staat je geloof zo vast als een huis, soms twijfel je aan alles. Een mens is nu eenmaal niet meer dan een kleingelovige. Dat zijn, is al heel wat. In een tijd van ongeloof en grote twijfel in je ziel is het troostend om te bedenken: er is een tijd van geloof en er is een tijd van twijfel. Ja, want hoe kan je nu geloven dat er zo iemand als God is die jou – klein vlindertje – in het oog houdt en hooghoudt? Dat zou toch een Godswonder zijn!
Dat lijkt mij een mooie slotzin van deze herfstgedachten. Beter dan de slotzin waarop jij, Prediker, altijd weer uitkomt: dat er niets beters is voor de mens dan dat hij zich aan eten en drinken te goed doet en geniet. Want dan moet ik weer denken: er is een tijd om te genieten, en een tijd om te….en zo kan ik nog wel even doorgaan. Het is herfst.
---------------------------Tjalling Huisman------------------------
Gemeenteavond op 16 November
Op Woensdag 16 November a.s. is de jaarlijkse gemeenteavond van de PGE. U bent van harte welkom. We beginnen om 20.00 uur en eindigen rond 22.15 uur. De bijeenkomst wordt dit jaar gehouden in de Ontmoetingskerk. Het is niet nodig om u hiervoor van tevoren aan te melden.
In het eerste deel van de gemeenteavond willen we het hebben over de bemensing van de bestuursorganen van onze gemeente. Dat zijn de Algemene Kerkenraad, de Wijkkerkenraden, het College van Diakenen en het College van Kerkrentmeesters. In veel van deze organen hebben we te maken met langlopende vacatures en onderbezetting. Tevens zien we dat een aantal van onze bestuurders op kritische posities dit werk al lange tijd doen (soms meer dan twaalf jaar). We willen graag met u in gesprek gaan over mogelijke oplossingen voor dit probleem. Dit kan onder andere zijn: overgaan op kleinere bestuursorganen of gebruik maken van andere vrijwilligers dan onze ambtsdragers. Wellicht zijn er nog andere ideeën, die u kunt inbrengen.
In het tweede deel van de avond zullen de ontwerpbegrotingen voor 2023 kort worden toegelicht door het CvD en het CvK. Deze begrotingen zullen vanaf 1 November beschikbaar zijn op de site van de PGE en vanaf die datum ook opvraagbaar via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Verder wil ik u laten weten dat we tijdens de afgelopen vergadering van de Algemene Kerkenraad afgesproken hebben om over te gaan tot een nieuwe opzet voor onze website. Onze bestaande website is al enige tijd geleden gemaakt en heeft ons goed gediend, maar is nu aan vernieuwing toe. De huidige website wordt als te ingewikkeld ervaren en vergt aardig wat werk om hem bij te houden. We willen graag overgaan op een nieuwe, onderhoudsarme opzet. De bedoeling is om de nieuwe website in de loop van volgend jaar klaar te hebben. Tot die tijd blijft uiteraard de huidige website bestaan. Zoals eerder gezegd, als er mensen zijn met kennis op dit vlak die ons hierbij willen helpen, laat ons dat weten.
Ik hoop van harte dat er veel mensen naar de gemeenteavond zullen komen en dat we elkaar daar zullen ontmoeten.
Namens de Algemene Kerkenraad,
------------Henk Grootjans, Voorzitter-------------------------------
Joachim en Anna - Afscheidsrituelen
Het is al bijna een traditie: bij de bijeenkomsten van Joachim en Anna die in de herfst plaatsvinden, is vergankelijkheid vaak een thema van gesprek. Dat is ook niet verwonderlijk: het is de tijd van Allerzielen en Allerheiligen, de bladeren vallen van de bomen en de planten trekken zich terug in de aarde. Het is de tijd van inkeer, van reflectie, van stilte.
Op dinsdag 8 november is er weer een bijeenkomst van Joachim en Anna. Het thema van die bijeenkomst is: Afscheids- en uitvaartrituelen.
We leven in een tijd waarin kerk en geloof niet meer vanzelfsprekend onderdeel uitmaken van het dagelijkse leven. Hoewel wij, als kerkelijke mensen, de taal en rituelen nog verstaan, is dat voor onze kinderen en naasten vaak niet meer het geval. Het gebeurt dan ook met regelmaat dat wanneer iemand overlijdt, de kinderen de uitvaart willen regelen maar eigenlijk geen idee hebben hoe ze daaraan vorm moeten geven. Ze willen recht doen aan het geloof van hun overleden ouder, maar voelen zelf verlegenheid, soms ook afstand. 'Had moeder nu maar laten weten hoe ze het wilde hebben', spreken ze dan weleens vertwijfeld uit.
Op deze middag gaan ds. Bert Jan van Haarlem en ds. Kirsten Wuijster met de aanwezigen in gesprek over de mogelijkheden rondom de uitvaartdienst. Ze vertellen iets over verschillende manieren van afscheid nemen, en hoe je het gesprek kunt voeren met je kinderen of andere familie. Daarnaast willen ze u ook de ruimte geven om eens wat na te denken over uw eigen afscheid. Hoewel het een confronterend thema kan zijn, kan het u juist ook helpen om wat moeilijk te bespreken is, toch bespreekbaar te maken. En dat kan dan zomaar weer de mooiste gesprekken opleveren. U bent van harte welkom!
Namens Joachim en Anna
-------------------------------Wietske Lamper-------------------------------
Bijbels bijbellezen: de oorsprong van het historisch lezen - 3
Hoe kwam men er eigenlijk toe de Bijbel historisch-lineair te lezen?
Dat gaat heel ver terug. In ongeveer de derde eeuw voor Christus - de Joodse Diaspora (verspreiding) was al een tijd bezig - begonnen na de Babylonische Ballingschap (586 v. Chr.). Het Hebreeuws (dat eigenlijk alleen in de Bijbel bestond) was tanende na een aantal generaties. Veel Joden woonden buiten Palestina en bevonden zich in Griekse invloedsferen. Er ontstond daardoor behoefte aan een Bijbelvertaling in de gangbare taal: het Grieks. Deze kennen we als de Septuaginta. Dit is Latijn voor 70. Volgens de overlevering waren er zeventig geleerden met de Hebreeuwse tekst in zeventig cellen gaan zitten en kwamen na zeventig dagen (en nachten!) weer naar buiten en, O Wonder, hun Griekse vertalingen waren identiek.
Deze in Alexandrië ontstane vertaling werd volgens de wetenschappelijke normen van die tijd gemaakt en de volgorde van de Hebreeuwse boeken werd gecorrigeerd. De eerste vijf boeken bleven vooraan staan, Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium. Dit stond al zo vast als een huis en was bekend als De Wet of (de boeken van) Mozes, in het Hebreeuws de Thora. Deze boeken werden in drie jaar doorgelezen. Dit kun je zien aan bijvoorbeeld de Pesachvieringen, die ook drie maal in de Thora voorkomen: na een jaar Exodus 12 (het ‘echte’ Pesach in Egypte), dan Numeri 9, midden in de woestijn, Pesachviering na twee jaar, na drie jaar zou je dan in Jozua 5 zitten (maar dat staat niet in de Thora!), ook daar een Pesachviering, maar dat deed men niet. Want Deuteronomium 34 was de grens, dan begon men weer vooraan en zo werd in het derde jaar Genesis 4 gelezen: als je denkt dat je rijp bent voor het beloofde land, moet je eerst nog even horen wat je eerder bent: de moordenaar van je (zwakste) broeder!. Met andere woorden je hebt nooit iets gehad, je hebt altijd alles nog vóór je. Hier blijkt al een heel andere lezing dan de historische benadering.
Maar het werd nog erger: niet alleen de Thora was historie, ook Jozua, Richteren, 1 en 2 Samuël en 1 en 2 Koningen waren dat. Bovendien ging men de Hebreeuwse canon ‘corrigeren’ door 1 en 2 Kronieken uit de derde afdeling van de Hebreeuwse bijbelindeling te halen en achter Koningen te zetten. Tevens begint het boekje Ruth met ‘In de dagen dat de richteren richtten’, dus dat moest achter Richteren gezet worden; eveneens Ezra, Nehemia, Esther, Job werden toegevoegd aan de ‘historische’ boeken. Dus een rechte lijn van Genesis t/m Job was geschiedenis. Dan de poëtische boeken: Psalmen, Spreuken, Prediker en Hooglied. Daarna pas de Profeten. Wij hebben die indeling in de christelijke kerk overgenomen, zodat ons Oude Testament eindigt met Maleachi.
Er is in deze leeswijze dus sprake van één lijn. Door de Griekse vertaling werd het belang van de historie bepalend, terwijl de Hebreeuwse Bijbel een geheel ander belang had.
Dat zullen we in de volgende aflevering horen!
-----------------------------Wim de Leeuw----------------------------------
Momenten met Hart, Ziel en Handen
November is in christelijke godsdiensten en culturen de maand om dierbare overledenen te gedenken. Zo doen katholieken dat op Allerzielen (1 november) en protestanten op de zondag van de voleinding (20 november). Daarnaast kennen we natuurlijk ook de steeds bekendere varianten Halloween (de Engels-Amerikaanse verdrijving van de geesten op 31 oktober, naar het Ierse feest Samhain) en het Mexicaanse Fiesta de los Muertos (1 en 2 november).
Ik zelf heb veel met de gedachte dat de dood niet zozeer een einde is, maar eerder het afscheid voor een nieuwe reis, als bij een boot die de zee op vaart. Wij kunnen daarbij niet overzien wat de bestemming is en blijven achter met gemis en vragen, maar vaak ook met dankbaarheid en mooie herinneringen. Dit is een oude gedachte en er zijn er velen die dit in gedichten en liederen hebben verwoord. Ik las de gedachte voor het eerst voorin in Harry Potter 7, verwoord door William Penn (1644-1718). Mooier nog verwoordde de Canadese bisschop Charles Henry Brent (1862-1929) het.
Want op het moment dat de ander aan onze horizon uit het zicht verdwijnt en wij radeloos achter blijven, gebeurt er iets bijzonders. Want diegene komt ook in het zicht van anderen, die op diegene wachten en blij roepen: “daar komt zij aan!”
En tot slot raakt de tekst van het lied ‘Into the West’ van Annie Lennox me nog het meest. Want daar zijn we niet toeschouwer van andermans reis, maar maken wij zelf de reis. Alles in het lied troost ons dat we deze weg veilig en heel zullen maken, om thuis aan te komen.
Feike Weeda
docent levensbeschouwing en voorganger in de Kapel Eindhoven
Wat is sterven? (Charles Henry Brent (1862-1929))
Ik sta aan de zeekust: een boot zeilt op de ochtendwind en maakt haar weg naar de oceaan. Zij is schitterend en ik sta naar haar te kijken totdat zij uiteindelijk aan de horizon vervaagt.
Naast mij zegt iemand: “Zij is verdwenen!” Verdwenen! Waarnaartoe? Verdwenen uit mijn zicht, dat is alles. Zij is nog steeds even groot met haar masten, romp en bomen, als toen ik haar kon zien, en ze kan nog steeds de last van haar levende vracht naar zijn bestemming dragen. De afgenomen maten en het gehele verlies van het gezicht gebeurde alleen in mij, niet in haar;
En op precies hetzelfde moment dat er iemand naast mij zei: ‘Zij is verdwenen’, zijn er anderen die haar zien komen. En andere stemmen die de blijde roep overnemen: ‘Daar komt zij!’ - en dat is sterven.
Into the West (Annie Lennox)
Leg je lieve en vermoeide hoofd neer. De nacht valt en je bent aan het einde van de reis gekomen. Slaap maar en droom van degenen die er eerder heen gingen. Ze roepen je vanuit een verre kust. Waarom huil je? Waarom die tranen op je gezicht? Nog even en dan zullen je angsten verdwijnen. Veilig in mijn armen, je slaapt slechts.
Wat kun je zien daar aan de horizon? Wat roepen de witte meeuwen? Aan de andere kant van de zee rijst een bleke maan op. De schepen komen om je thuis te brengen. En allen zullen in zilver glas veranderen: een licht op het water, alle zielen gaan er langs.
Hoop vervaagt in de wereld van de nacht, door schaduwen heen vallend uit herinnering en tijd. Zeg niet dat we nu aan het einde zijn gekomen. Witte kusten roepen, jij en ik zullen elkaar weerzien en jij zal hier in mijn armen zijn, slechts slapend.
Wat kun je zien daar aan de horizon? Wat roepen de witte meeuwen? Aan de andere kant van de zee rijst een bleke maan op. De schepen komen om je thuis te brengen. En allen zullen in zilver glas veranderen: een licht op het water, grijze schepen gaan er langs, naar het westen.
----------------------------------Feike Weeda-------------------------------
Mediteren in de tijd voor kerst
In de weken voor kerst is er de mogelijkheid om met een groepje mensen te mediteren. Er zijn vier korte bijeenkomsten van 20.00 tot ongeveer 21.00 uur. De avonden vinden plaats op de maandagen 21 en 28 november en 12 en 19 december 2022.
In de eerste bijeenkomst oefenen we wat basisbeginselen van meditatie. Tijdens de andere bijeenkomsten lezen we een Bijbeltekst of een gedicht. We proberen de teksten te lezen met hart en ziel, het gaat om wat je raakt. Daarbij maken we gebruik van verschillende vormen van christelijke meditatie. Het zijn simpele handreikingen die gemakkelijk te oefenen zijn. Iedere bijeenkomst beginnen we met een lichaamsmeditatie: met je gedachten ga je je lichaam langs. Zo kom je tot rust, door even de dingen van alledag de dingen te laten. Hopelijk ga je na de meditatie met rust in je lichaam en voedsel voor je ziel verder op weg naar kerst.
Iedereen van harte welkom! (deelname is gratis)
Plaats van samenkomst is de Ontmoetingskerk.
Opgave kan bij ds Tjalling Huisman: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. / 06 15 69 59 19
-----------------------------------------------------------------------------------
Capella Vesperale
Eind vorig jaar moest het koor dat Evensongs in de Catharinakerk verzorgt besluiten daar mee te stoppen. Door ontwikkelingen in de laatste jaren (met name de corona maatregelen) lag er veel stil en was het koor te klein geworden om verder te kunnen.
Nu heeft het koor toch een nieuwe start kunnen maken. Nieuwe koorleden zijn welkom. Daarom een uitnodiging aan wie graag Engelse Hymns en koormuziek zingt om een paar keer per jaar met de Capella mee te zingen. Wie interesse heeft kan het melden bij:
Bert Jan van Haarlem, mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. tel. 040 2366339.
Evensongs
In september 2022 is gestart met een nieuw seizoen van de Evensongs. Op zondag 20 november is er vesper. De gezangen in deze vesper zullen deze keer Gregoriaanse gezangen zijn. Ze worden gezongen door de Schola van de Catharinakerk, die onder leiding staat van Ruud Huibregts.
De gregoriaanse vesper is om 16.00 uur in de Catharinakerk.
------------------------Bert Jan van Haarlem----------------------------------
Onmenselijk beleid
Naar aanleiding van de toeslagenaffaire wordt er de laatste tijd meer gesproken over (het gebrek aan) de menselijke maat bij overheidsinstanties. Op 19 oktober debatteerden de leden van de Tweede Kamer tevens over de ‘Menselijke maat en dienstverlening in de migratieketen’. De behandeling van vreemdelingen vertoont soms grote gelijkenissen met de behandeling van slachtoffers van de toeslagenaffaire. Door middel van een ingezonden brief gaven NGO’s werkzaam in de begeleiding en opvang van vreemdelingen diverse aanbevelingen. Hierin kwam ook de casus van onze cliënt Ayan aan bod:
Ayan, 24 jaar, heeft als minderjarige zijn land Somalië verlaten vanwege de dreiging van Al-Shabaab. Zijn vader was vermoord en zijn moeder was naar Nederland gevlucht. Ayan moest vanwege geldgebrek achterblijven bij zijn tante. Uiteindelijk is hij zelfstandig naar Nederland gekomen waar hij met behulp van Nidos ( jeugdbescherming voor vluchtelingen) werd herenigd met zijn moeder. Zijn moeder was hertrouwd met een man met Nederlandse nationaliteit, zijn stiefbroertjes en -zusjes hebben dan ook de Nederlandse nationaliteit. Zijzelf kreeg rechtmatig verblijf in Nederland op medische gronden. De asielaanvraag van Ayan werd afgewezen. Er werd getoetst aan artikel 8 EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens) – het recht op familieleven, maar de IND oordeelde dat de gezinsband na negen jaar was verbroken en Ayan was ondertussen 18 geworden en niet meer minderjarig. Ayan kon terug naar zijn tante in Somalië, aldus de IND. Ayan is de enige van het gezin die onrechtmatig in Nederland verblijft.
Ayan klopte aan bij Vluchtelingen in de Knel. Als een minderjarige huis en haard verlaat dan is er doorgaans een ernstige reden voor. Het zal nog moeilijk worden om voor hem een uitweg te vinden. Het beleid om aanzuigende werking van asiel-vragende vluchtelingen te voorkomen gaat zover dat het blijkbaar geen probleem is om een minderjarige vluchteling, die zijn familie zoekt, eerst jarenlang meerderjarig te laten worden om hem dan af te wijzen en terug te sturen.
-------------------Namens VidK, Jaap Morgenstern--------------------------
Toekomst voor iedereen
Eind november begint de adventsperiode. Advent is een tijd van verwachting en hoop. Dat is deze adventsperiode niet makkelijk. Er is veel dat ons wanhopig kan maken, moedeloos en terneergeslagen. De oorlog in Oekraïne. De stijgende kosten van levensonderhoud. Het klimaat. De behandeling van vluchtelingen in ons eigen land en elders. Hopen en verwachten: kunnen we dat nog wel? Is het niet vreselijk naïef en wereldvreemd, om tegen alle realiteit in te hopen op vrede, op gerechtigheid? In het kader van het jaarthema ‘Aan Tafel’ zingen we dat er voor ieder van ons een plaats is aan de tafel, voor jong en voor oud, want iedere stem geeft klank aan het koor…. Tegelijk weten we dat dit nu vaak gewoon niet waar is. Die plaats aan tafel voor iedereen lijkt een droom. En wat kunnen wij daar aan doen? Is Advent hopen tegen beter weten in? Of is Advent een tijd om te oefenen met hopen, juist nu de hoop niet op te geven?
Zoals elk jaar zijn er extra collecten van Kerk in Actie in deze periode. Dit jaar draait het in alle vier de collecten om kinderen en jongeren. Kwetsbare kinderen en jongeren, verder weg en in eigen land. De projecten waarvoor gecollecteerd wordt, bieden hulp en hoop!
Op de eerste zondag van Advent staat een project in Colombia centraal: Onderwijs voor werkende kinderen. Maar liefst anderhalf miljoen kinderen in Colombia moeten elke dag zwaar en gevaarlijk werk doen. Ze groeien op in een omgeving met veel geweld en drugsgebruik, zoals in de sloppenwijken van de hoofdstad Bogotá. Kinderen werken er op de markt of op de vuilnisbelt. School komt vaak op de laatste plaats. Stichting De Kleine Arbeider, partnerorganisatie van Kerk in Actie, geeft deze kinderen onderwijs en maakt hen weerbaarder om zo hun kansen op een betere toekomst te vergroten. Kinderen leren er groenten verbouwen, een aantal van hen kan een koksopleiding volgen en ze maken kunstzinnige producten van papier. Ook tienermoeders vinden er een plek.
Op 4 december ligt de focus op jonge Syrische vluchtelingen in Libanon, Jordanië en Irak. Ze leven daar in extreme armoede en proberen zo goed en zo kwaad als dat kan een nieuw bestaan op te bouwen. Vaak is dat lastig, omdat zij geen werk kunnen vinden. Zij krijgen hulp bij het opzetten van eigen bedrijfjes of het volgen van een opleiding in sectoren waar veel vraag is naar personeel. Zo heeft partnerorganisatie MECC een trainingsprogramma opgezet voor jongeren die in de thuiszorg in Libanon willen gaan werken.
De derde Advent (11 december) richten we de blik op jonge vluchtelingen in Nederland. Eén op de drie vluchtelingen die naar Nederland komen is jonger dan achttien jaar. Ze hebben vaak nare ervaringen achter de rug. In ons land is hun bestaan nog jarenlang onzeker. Stichting De Vrolijkheid organiseert wekelijks meer dan honderd kunstactiviteiten in bijna dertig asielzoekerscentra. Dans, theater, muziek, nieuwe media en beeldende kunst zijn instrumenten om de veerkracht van de jonge azc-bewoners te versterken en hun talenten tot bloei te laten komen. Zo zijn er onder meer creatieve workshops ontwikkeld als activiteiten tijdens de schoolvakanties.
Op de vierde Advent is de collecte voor de ‘kerstchallenge’ van Jong Protestant, de jeugdwerkorganisatie van de Protestantse Kerk. Een spel waarbij jongeren ontdekken wat Kerst betekent. Welke overwegingen maakte de herbergier toen Jozef en Maria voor zijn deur stonden? Wat ging er om in de herders toen ze de engelen hoorden zingen? En wat dachten de wijzen toen ze de ster volgden? Met de ‘kerstchallenge’ kruipen jongeren in de huid van de personages uit het kerstverhaal. Maar liefst zesduizend jongeren doen hier elk jaar aan mee.
Hopen en verwachten. Niet door onze ogen te sluiten voor alles wat er mis is. Ook niet door zo moedeloos te worden van alle onrecht en ongelijkheid, dat we niets meer kunnen. Hoe dan wel? Op de website www.petrus.protestantsekerk.nl staat dit gebed van Ds. Trinette Verhoeven:
Goede God, wat brengt mij de toekomst? Ik vind het zwaar. Kranten vol wereldnieuws schreeuwen mij toe. Ze zeggen dat het niet goed gaat: onze aarde warmt op, de zeespiegel stijgt, mensen slaan op de vlucht. Als ik de toekomst in Uw hand leg, wilt U me dan laten zien welke rol er is voor mij in deze wereld, wat ik kan doen. God, neem de zwaarte van mij weg en laat me zien hoe ik een mens van Uw toekomst mag zijn door Jezus Christus, onze Heer.
-----------------------------Antje Dekker-----------------------------------
Kerstpakketten 2022
In de weken voor kerst worden door de Protestantse Gemeente in Eindhoven gemiddeld 135 kerstpakketten uitgedeeld door de diakenen en andere vrijwilligers aan mensen die in deze tijd een extraatje wel kunnen gebruiken zoals mensen in de bijstand, asielzoekers en daklozen. De pakketten worden aangevuld met het kerstnummer van Open Deur en een zelfgemaakte kerstkaart met een groet van de PGE.
In elke wijk is één diaken die een lijst met namen samenstelt van mensen die in deze wijk in aanmerking komen voor een pakket. Ook het Protestfonds, Het Diaconaal Inloophuis ’t Hemeltje, Vluchtelingen in de Knel en de Stichting “Ervaring die staat” leveren namen aan. Laatstgenoemde stichting geeft zorg aan mensen die eerder dak- en thuisloos waren. De diaconie wil het aantal pakketten dit jaar uitbreiden t.b.v. bezoekers van de Huiskamer voor Vluchtelingen en van het Open Huis Sint Cathrien. Voor 4 extra kerstpakketten is zo’n € 100,- nodig. Al deze groepen en de vluchtelingen kunnen veel pakketten gebruiken.
U kunt deze kerstpakkettenactie ondersteunen door: bij te dragen aan de kosten van deze kerstpakkettenactie door geld over te maken naar IBAN: NL62RABO0373736932 t.n.v. College van Diakenen Protestantse Gemeente Eindhoven. Laten wij oog hebben voor elkaar en onze medemens en waar nodig actief ondersteunen!
Namens de diaconie een hartelijke groet,
---------------------------------Wim van Dijk---------------------------------
GEDULD
Toen ik kinderen kreeg ontdekte ik tot mijn teleurstelling dat ik eigenlijk helemaal niet zo’n geduldig mens ben. Als onze zoon of dochter maar bleef huilen, of treuzelen, of telkens hetzelfde vragen dan bleek mijn lontje soms korter dan ik had gehoopt. Nu weet ik gelukkig dat ik niet de enige ben die daar last van heeft. Ongeduld is nogal menselijk. Ze zeggen ook niet voor niets dat je geduld moet oefenen. Het komt je dus niet altijd aanwaaien.
Het is vrijdagmiddag. Ik ben op één van de afdelingen van de Grote Beek. We zitten in een kring rond de tafel. In het midden staan de kaarsen klaar. Ellen, de activiteitenbegeleider, heeft ‘s ochtends met An kastanjes gezocht en die in een mooi patroon neergelegd. Na het welkom wil Marc wel op de klankschaal slaan. We luisteren naar de toon. Behalve Marja. De angst belet haar om lang rustig te zijn. Doorlopend denkt zij dat zij in de gaten wordt gehouden, en is zij bang om opgepakt te worden, te stikken of ernstig ziek te worden, en dat verhaal móet er uit. Net als gistermiddag, toen ik even bij haar was. En vorige week, toen we hier net zo zaten. Dus doet Marja voor de zoveelste keer haar verhaal. En iedereen is stil.
Dan steekt An als eerste haar kaars aan. Voor haar kleinkind dat die ochtend, samen met haar dochter, even bij haar was en waar ze zo van had genoten. ‘En nu zijn ze weer weg en ben ik hier weer alleen’. De tranen staan in haar ogen. Ze geeft het vuur door aan Nel, die haar kaars, zoals altijd, aansteekt ‘voor de zon’. En – ook net als altijd ‘voor meer rechtvaardigheid in de wereld’. Dan is Jan aan de beurt. Jan maakt zich verstaanbaar met een letterkaart, waar hij de letters één voor één op aanwijst. ‘V-O-O-R D-E D-O-C-H-T-E-R V-A-N M-IJ-N B-R-O-E-R’. Stap voor stap komen we er achter dat de kaars voor het overleden nichtje van Jan is. Opnieuw is iedereen stil.
Net als anders verbaas ik me weer. Over hoe iedereen elkaar de ruimte geeft. Over hoe rustig er gewacht wordt tot alle letters gespeld zijn. Over al dat geduld bij het horen van, telkens weer, hetzelfde verhaal. Ikzelf vind dat nog wel eens lastig. Dat er soms niets lijkt te veranderen. Dat Marja misschien nooit meer haar angst kwijtraakt voor camera’s en kanker. En dat An elke week even verdrietig is als haar dochter weer weg gaat. Dat er soms zo veel moet worden verdragen en zo weinig kan worden opgelost. Ziedaar mijn ongeduld…
Laatst was ik in Zwolle, in museum de Fundatie. Eén van de kunstenaars die je er momenteel kunt zien is Nieke Koek, met haar expositie Gelichaamd. Het meeste indruk maakte op mij een video waarop je een man ziet, van bovenaf gefilmd, die bezig is om met een pen zijn handen om te trekken. Zijn rechterhand trekt zonder probleem de linkerhand om. Maar andersom vraagt juist enorm veel inspanning en tijd, want wat blijkt: vanwege een hersenbloeding is hij nauwelijks in staat om met links iets te doen. Toch maakt hij de opdracht af. Lachend nog wel. ‘De inkt komt overal, behalve op het papier’ hoor je hem zeggen.
Het kunstwerk heeft als titel: Patiënt. Een ouderwets woord, dat overal ingeruild wordt tegen cliënt. Of zorgvrager. Maar patiënt is eigenlijk een woord met een rijke betekenis. Patientia betekent namelijk lijden, maar ook: geduld. En volharding. Patiënt is dus een eretitel. Het is de mens die geduld oefent, verdraagt en volhardt. Ook al verandert er soms niets. Ook al blijft het verhaal steeds hetzelfde.
Het is vier uur geweest en Marc wordt wat ongeduldig, want we zouden toch nog koffiedrinken? En naar Het Dorp luisteren? Aldus doen we. Koffie drinken en Wim Sonneveld luisteren. Net als vorige week. En de week daarvoor, en daarvoor, en daarvoor. Nee, er verandert soms niets. Behalve van
binnen. Want daar voel ik ruimte. En hé, misschien ook wat geduld? Met dank aan de patientia-mensen van de vrijdagmiddag.
----Alice Bremmer, Geestelijk verzorger, GGZE Grote Beek-------
BIDDEN VOOR HET ETEN
Op het vliegveld is veel eten te koop. Even snel, staande in de rij, wat naar binnen werken. Of in het restaurant, er bij gaan zitten, om voor het inchecken nog even wat in je maag te hebben. Bijna al het eten wordt achteloos naar binnen gepropt. Ook door mij. Op het terras, zag ik een vrouw met twee kinderen. Ze had in het restaurant een pizza gekocht. Ze zette die pizza op tafel, en zei tegen de kinderen, en nou gaan we bidden voor het eten, en ze vouwden hun handen. Na het gebed sprak ik ze aan, en zei wat mooi dat jullie bidden voor het eten. We spraken verder over dankbaarheid. Je mag dankbaar zijn, als je te eten hebt. Het is niet vanzelfsprekend, velen hebben niet te eten. Als je het achteloos naar binnen propt denk je er verder niet bij na. Bidden zorgt ervoor dat je ook gaat nadenken bij het eten. En dat je eet met aandacht voor het eten, en aandacht voor elkaar. Dankbaarheid kan je uiten door te bidden. Ze waren ook dankbaar dat ze op vakantie konden gaan.
Het vliegveld is een plek van drukte en haast, wat mooi dat daar toch altijd nog mensen te vinden zijn, die de rust zoeken van het gebed.
------------------------Mirjam van Nie--------------------------------------
Zing dan mee
De tijd van de Reformatie heeft veel liederen opgeleverd. Daarbij denken we eerst aan psalmberijmingen. In 1540 verscheen in Antwerpen de uitgave van Souterliedekens. Hierin werd een berijming van de psalmen gegeven met gebruik van straatliedjes die wereldlijke en soms gewaagde en wulpse teksten hadden. Het voordeel was dat de melodieën bekend waren zodat de psalmen goed konden worden meegezongen. Later gaf Jan Utenhove van de vluchtelingenkerk in Londen zijn berijming uit, die ook wel in de Nederlanden gebruikt werd. Ten slotte verscheen ook de berijming door Petrus Dathenus, Diens berijming was gestoeld op de wijzen die gebruikt werden in de Franse kerken, waarmee de Nederlandse gemeenten veel contacten hadden. Het psalmboek van Dathenus was populair bij de kerkleden en het werd door de synode van 1578 aangenomen voor de kerken van de Reformatie.
Een andere uitgave, niet bestemd voor de kerkdienst, betrof niet psalmberijmingen, maar teksten waarvan onbekend was wie deze gedicht hadden. Het was het Geuzenliedboek, dat omstreeks 1580 verscheen. Hierin stonden liederen waarin geklaagd werd over de vervolgingen, maar ook liederen waarin de spot werd gedreven met de katholieke inquisitie en het katholieke geloof en met het Spaanse bewind (‘Canonicken gaan ter Kerken, vet als ghemeste vercken’).Vaak werd aangegeven op welke wijze de tekst kon gezongen worden. Dat waren soms psalmen, maar ook diverse wereldse versjes of dansliedjes. De verzameling begint met een verslag van de moord op de Antwerpse predikant Fabritius, die in 1564 op de brandstapel kwam. Daarna ook van andere slachtoffers, maar er was ook vreugde om het ontzet van belegerde steden, zoals Alkmaar en de successen van Maurits en Frederik Hendrik, waarin Gods hand werd gezien. Het Wilhelmus was ook een van de Geuzenliederen. Er zijn tot omstreeks 1650 wel 250 liederen verzameld
Een derde soort poëzie komt voor in de Valerius Gedenkklank. Dit is een kroniek uit 1626 over de geschiedenis van de Republiek vanaf het begin van de tachtigjarige oorlog, opgeschreven door Adrianus Valerius te Veere. De kroniek bevat ook liederen met hun melodieën. Het eerste lied is geschreven naar aanleiding van de komst van Alva (‘Hoe groot o Heer en hoe vervaarlijk, staat nu ons leven vol verdriet’). Vanaf 1572, het jaar waarin Den Briel en andere Hollandse steden bevrijd werden, klinkt een ander geluid: ‘Com nu met sang van soete tonen en u met snarenspel verblijt’. Dit lied is ook in het Nieuwe Liedboek opgenomen (865). De laatste strofe spreekt uit dat God dit heeft gedaan voor zijn Kerk. De schrijver ziet de hand Gods in de leiding van Land en Kerk. Dat is ook begrijpelijk, want de bevrijding van het land ging gepaard met het einde van de geloofsvervolging.
Wat in Nederland tijdens de oorlog 1940-1945 plaats vond lijkt op deze geschiedenissen. Ook nu ontstonden allerlei liedjes, die anoniem gedicht en verspreid werden en weer zag men Gods hand in de bevrijding. Een voorbeeld van een spotdicht hing thuis op het toilet: ‘Ons land is als dit kabinet. Eerst was het vrij, nu is ’t bezet’. Het einde luidt: ‘Hoe opgelucht zullen wij ons voelen als we al het vuil weer weg zien spoelen’.
--------------------------------Gerard van Gurp---------------------------
Ontmoeting in de kerk en aan tafel
Bij de naam van Ontmoetingskerk heb ik nog altijd de vraag welke ontmoeting hier nu primair aangeduid wordt: de ontmoeting met God of de ontmoeting met de medegelovigen (kerkgangers, medemens?). Nu is er bij de uitleg van de ontmoetingen altijd veel te combineren. Met het ontmoeten wordt natuurlijk bedoeld dat het zowel om God als om de medemens gaat (gelovig en niet gelovig). Ook dat je God kunt ontmoeten in de medemens.
Toen ik net in Eindhoven kwam wonen en in de Ontmoetingskerk kwam was er koffiedrinken vóór de dienst. Eerst een ontmoeting met de mede kerkgangers en dan ‘gaan wij op tot Gods altaren’ (Ps 43, vrije vertaling). Zo formeel heb ik het nooit gevoeld, maar het past wel enigszins bij die omstandigheden.
Nog steeds vind ik het belangrijk om in de kerk, naast God, andere mensen te ontmoeten. Die ontmoeting met mensen is toch wat concreter. Het samen vieren, samen zingen, geeft toch meer gezicht aan de ontmoeting met God.
Bij de ontmoetingen met de mede kerkgangers, nu bij het koffiedrinken na de dienst, merk ik dat ik niet zo heel sociaal ben. Bij grote groepen en drukte blijf ik liever weg en blijf op een afstandje kijken. Contacten heb ik liever in kleiner verband. Misschien komt die behoefte aan het hebben van meer controle op de situatie. Je krijgt in kleiner verband meer gelegenheid om iets te vertellen en er voor te zorgen dat je niet verkeerd wordt begrepen.
Wat dat betreft is ontmoeten soms wel lastig. In de kerk verwacht je mensen te ontmoeten die in elk geval op één punt het eens zijn: je geloof in Jezus Christus of de poging daartoe. Dat betekent niet dat je het op alle punten eens bent. Misschien is het in de kerk juist heel moeilijk om het niet met elkaar eens te zijn en dan toch de ander te blijven respecteren (liefhebben?). Dat ‘niet met elkaar eens zijn’ zien we op landelijk niveau in de generale synode, maar ook in de wijkgemeente. Dan is het de kunst deze misschien principiële meningsverschillen te zien in verhouding met de gemeenschappelijke liefde of zoeken naar God. Toch samen op weg blijven gaan met name op die punten waar wel een gemeenschappelijk doel is.
Dit jaar ontmoeten we elkaar aan tafel. En wel bij gastvrouwen en gastheren thuis. Dit blijkt toch een vorm te zijn waarbij je iets van jezelf bloot geeft. Wat zijn je tafelmanieren, welke tradities of gewoonten zijn er rond het eten bij jou ontstaan en hoe verhoudt zich dat tot de gewoonten bij je gasten. Voldoe ik in de ogen van mijn gasten wel aan de verwachtingen van bidden voor of na het eten, is een gebed misschien vervangen voor een lied. We hebben in het algemeen wel andere gewoonten dan onze ouders en dat lijkt me ook wel logisch. Gewoonten wijzigen maar we blijven gelukkig wel samen eten.
Het lijkt er op dat bij elkaar aan tafel gaan zitten een leerschool is om je misschien te verbazen over de verschillen tussen de gewoontes die in de loop der jaren zijn ontstaan, zonder deze te gaan veroordelen. Geniet gewoon van het eten en het samenzijn.
------------------------------Jaap Stooker-------------------------------
Open Huis Sint Cathrien
Onlangs vierde het Open Huis in de stadskerk Sint Cathrien zijn 36 jarig bestaan. Een feestweek voor alle gasten en vrijwilligers. Natuurlijk was er die week een traktatie voor iedereen. Dat gasten kregen een cadeaubon die gebruikt kan worden in een kledingzaak. Vrijdag stond de Soepbus op het plein bij de kerk en iedereen kreeg heerlijke eigengemaakte soep. Er was een interview met een vrijwillgster van het eerste uur. Zij verteld hoe alles 36 jaar geleden was begonnen.
Wij hadden toen nog geen eigen ruimte en zaten bij de ingang van de kerk met koffie en thee en een luisterend oor voor iedereen die dat wilde.
Nu hebben we onze eigen plek in de Ontmoetingsruimte waar iedereen welkom is. Daar is nog steeds dat luisterende oor, koffie en thee en wie wil kan tussen de middag na de middagpauze-viering een lunch met soep en brood krijgen.
Gelukkig zijn er de laatste tijd wat nieuwe vrijwilligers bijgekomen zodat we ons Open Huis nog lang open kunnen houden.
--------------Nel Bestebreurtje en Dicky Zeilstra---------------------
Platform Kerk en Kunst, inspiratiedag 2022
Op 24 september was ik op een inspiratiedag van het platform Kerk en Kunst in Zeist. Jaren geleden zijn we met enkele mensen uit Eindhoven en omgeving naar zo'n bijeenkomst geweest. Dat was destijds in Doorn de eerste keer. Het thema kunst in de kerk begon steeds actueler te worden. In die tijd ontstond de stichting Artway, die een interessante website onderhoudt. Ik heb er wel eens op gewezen. In Eindhoven werden ook al eerder activiteiten georganiseerd waarbij bijvoorbeeld kunst in de eredienst een rol speelde. Tineke Dronkert leidde enkele jaren een gespreksgroep 'kijken naar kunst,' geïnspireerd op een methode van Anne Marijke Spijkerboer die zij heeft beschreven in haar boekje 'Wij hebben ongelofelijke dingen gezien / Johannes vanuit de kunst gelezen'.
Op verschillende plekken in Nederland hebben kerken kunstcommissies gevormd. De inspiratiedag was dit jaar speciaal op deze groepen gericht. Hoewel wij in Eindhoven zo'n commissie (nog) niet hebben, ben ik er naartoe gegaan. Corona is ook hier een spelbreker geweest. De inspiratiedag moest een aantal keer worden uitgesteld en de plannen om ook in Eindhoven een groepje te vormen werd op de lange baan geschoven. Maar wat wel werd gerealiseerd is deze mooie rubriek in SAMEN: Kerk Geloof en Kunst.
Het was een mooie dag met een programma vol uitwisseling, prikkeling, kunst en ontmoeting. Er kwamen vragen aan de orde als: wat heb je op het oog met kunst in de kerk? Hoe betrek je de gemeente bij activiteiten? Hoe kun je God aanwezig stellen met kunst? We konden luisteren naar een prikkelende presentatie over kunst in de kerk, meedoen aan workshops, kunstenaars ontmoeten en de dag werd besloten met een optreden van Matthijn Buwalda.
Ik kwam thuis met het 'handboek kerk en kunst'. Dit boekje is samengesteld door Marleen Hengelaar – Rookmaker en Anikó Ouweneel – Tóth. Het biedt een schat aan informatie over mogelijkheden om kunst en kerk samen te laten gaan. Een greep uit de inhoudsgave laat zien dat een verscheidenheid aan thema’s aan bod komen. Van gebouw en kerkinterieur, via kunst in de preek en de kracht van het beeld ‘een katholieke ervaring’ tot vragen over het organiseren van tentoonstellingen en welke kunst geschikt is in de kerk. Ook een hoofdstuk over de kloof tussen kunst, de kerkganger en een ander over kerkelijk erfgoed en het hergebruik van kerkelijke kunst. Het belooft mij nog veel leesplezier en ik hoop dat met anderen te kunnen delen.
Dan een boekje over hedendaagse kunstprojecten die in zeven kerken zijn gerealiseerd en enige documentatie van een aantal kunstenaars die deze dag exposeerden.
Tenslotte nam ik wat de naam van de dag al beloofde, veel inspiratie mee naar huis. Het wordt tijd om ook in Eindhoven een volgende stap te zetten.
-------------------------Leo Steinhauzer--------------------------------
Op weg zijn
‘Ik word bang van mijn eigen gedachten’. ‘Hoe kan ik meer open gesprekken voeren en meer mijn emotie delen?’ ‘Ik verafschuw mijzelf.’ ‘Ik wil ontdekken wie ik nu echt ben.’ ‘Het gaat toch echt niet lekker met mij.’ ‘Hoe kan ik zelf uit mijn paniek komen?’
Gedachten en vragen die de studenten delen wanneer ze in de woonkamer op de bank zitten of wanneer we wandelen door het park. De vraag om gesprekken neemt toe. De openheid en eerlijkheid waarmee studenten hun gedachten delen raakt mij; de nood om gehoord te worden, om gezien te zijn, om even hun hart te kunnen luchten, het verlangen dat iemand naast ze komt zitten in die donkere put, die hoop op een ‘quick fix’ en de teleurstelling als die er niet is. Het kost ze moeite wanneer dingen tijd kosten en dan wordt de valkuil om de symptomen aan te pakken in plaats van de oorzaak wel heel verleidelijk.
Het mooie van mijn werk is om dan naast ze te gaan lopen, zoals we het binnen IFES ook wel noemen: de kritische reisgenoot zijn. En dit alles in vertrouwen met de student. Hoelang ik mag meelopen is aan hen en soms merk ik dat iemand het spannend vindt en weer wat afstand neemt, om meestal later toch weer de nabijheid te zoeken. Met jezelf geconfronteerd worden is niet altijd makkelijk, maar het is de student die de reis bepaalt. Voor mij betekent reisgenoot zijn ze te begeleiden in hun keuzes, ze soms even een spiegel voor te houden, ze soms de verkeerde keus te zien maken en ze niet stoppen, ze niet veroordelen en ze helpen wanneer ze fouten inzien en te vieren wanneer het goed gaat. Maar boven alles betekent het voor mij veel luisteren en ze helpen om de wereld en al haar prikkels te ordenen en te verwerken en dan met alles wat we hebben, hoofd, hart en ziel weer bij God uit te komen. Als Zijn geliefde kinderen, op weg in en naar Zijn koninkrijk.
*De foto is gemaakt op een conferentie waar ik in gesprek ben met een aantal studenten. Dit zijn niet dezelfde studenten als hierboven genoemd.
-------Eveline Buist-Laseur, Studentwerker bij IFES-----------
Kinderen vertellen over muziek
Door de kinderen van de Johanneskerk wordt er naar veel verschillende soorten muziek geluisterd. Ze hebben dan ook uiteenlopende leeftijden en interesses. De link tussen muziek en geloof is voor de meesten een hele “grote” vraag. Wel kunnen ze goed aangeven welk gevoel ze hebben óf juist krijgen als ze naar hun lievelingsmuziek óf lievelingsliedje luisteren. Hieronder een inkijkje in de muzikale leefwereld van onze kids…..
Als ik verdrietig ben, of er zitten tranen dwars, dan vind ik het fijn om naar het nummer ‘Jeroen’ van Guus Meeuwis te luisteren. Door dit nummer komen de tranen dan wel. De opluchting en steun die ik dan voel, doen me denken aan de aanwezigheid van iemand die helpt. Zo iemand is God ook. Sigrid, 10 jaar
Ik luister graag naar de liedjes van Kinderen voor Kinderen. Vooral de ‘Pasapas’ en ‘Bewegen is gezond’ vind ik leuk. Dan kan ik dansen en daar word ik blij van. Dan ben ik even alleen in mijn eigen wereld. Kerstmis maakt me ook blij. We zingen dan altijd gezellige muziek. Daar word ik blij van. Iris, 4 jaar
Ik vind ‘Nu dat jij er bent’ van Trijntje Oosterhuis een mooi lied. Het lied is speciaal voor mij, omdat mama deze bij mijn doop heeft gezongen. Daarna zong ze het vaak als ik naar bed ging. Het is dus een liedje van mama en mij. Als ik het hoor word ik blij en rustig. Dan voel ik me veilig. Anna, 11 jaar
Ik vind ‘Gi-ga-groen’ van Kinderen voor kinderen een leuk liedje, omdat hij nieuw is. Dan krijg ik een dansgevoel, dan wil ik alleen maar dansen. Elianne, 6 jaar
Ik vind het op alle momenten fijn om naar muziek te luisteren. Dan vind ik het leuk, ga ik stil zitten luisteren. Pieter, 4 jaar
Muziek maakt me blij en geeft me een goed gevoel. Vooral de liedjes die je via de radio hoort. Vooral Coldplay maakt mooie muziek. Soms maakt muziek me vrolijk, maar er zijn ook liedjes waar ik verdrietig van word. Als ik aan muziek denk, dan denk ik aan de melodie, de beat en zingen. Yorick, 11 jaar
Ik word blij van muziek en dans er graag op. Van dansen word ik ook blij. Mijn favoriete liedjes zijn ‘Automatisch’ (Flemming) en ‘Dat heb jij gedaan’ (Meau). In sommige muziek kan ik me helemaal inleven en dat helpt mij. Jolijn, 7 jaar
Het was mooi om tijdens de gesprekken te ontdekken hoe helpend muziek voor kinderen kan zijn. Dat zij ook eigen gedachten en gevoelens hebben bij bepaalde muziek of een lied. En dat je ervaart dat kinderen liederen en teksten soms heel anders beleven dan wij volwassenen. Zo geven onze kinderen ons weer nieuwe inzichten en ideeën om mee op weg te gaan.
---------------------------------Linda van Dijk-------------------------
oktober 2022 met thema: " Aan tafel " Lees meer...
Aan tafel…
Twee woorden kunnen veel associaties oproepen. Waar denkt u aan bij ‘aan tafel’, welk gevoel roept dat bij u op?
Ik zie het beeld uit de Disney-klassieker voor me waarin Sneeuwwitje voor de zeven dwergen soep heeft gekookt en de tafel keurig staat gedekt. Zij rammelt met de soeplepel tegen de ketel en roept ‘aan táfel’! Op die manier heb ik mijn kinderen ook vaak geroepen (wij kennen veel Disney-films zo’n beetje uit ons hoofd).
‘Aan tafel’ klinkt zo gezellig. Beter dan: ‘jongens, éten!’
Bijbels gezien betekent het zo’n beetje hetzelfde. Dat leid ik althans af uit het gegeven dat het trefwoord ‘tafel’ staat vermeld bij het trefwoord ‘maaltijd’ in het handboek Symbolen in de bijbel (Dr. C.J. den Heyer & Dr. P. Schelling, p. 282 e.v.).
Als je met elkaar aan tafel zit waar de maaltijd op geserveerd staat, is dat ook een moment van ontmoeting. In de jaren waarin ik opgroeide was het heel vanzelfsprekend dat je aan tafel ging om te eten. We begonnen de maaltijd met gebed en eindigden met een stukje uit de Bijbel lezen en een dankgebed. De maaltijd had een duidelijk begin en een eind.
In ons gezin is het samen aan tafel eten nog steeds de norm maar we wijken er ook vaak van af, doordat de een vroeger moet eten en de ander later thuis is. Ook is even een boterham aan het aanrecht smeren en eten, of iets anders eetbaars uit de koelkast opdiepen en onderweg opeten normaler geworden dan vroeger. Denk ook aan alle snelle ontbijtshakes die je in de supermarkt kunt kopen, of de kant-en-klare salades voor onderweg.
Er is veel te zeggen over samen eten en wat het betekent om samen aan tafel te zitten. In goed gezelschap is het een feest, maar als je ruzie hebt of er zijn spanningen, dan merk je die vooral goed als je samen aan tafel zit.
En hoe is het als je alleen bent komen te staan: hoe eet je dan? Neem je de moeite de tafel te dekken en de rust te nemen voor je maaltijd?
Een tafel in Bijbelse tijden was niet een tafel met vier poten zoals wij die nu kennen. Het Hebreeuwse woord sjoelchan wordt vertaald als tafel/dis maar was oorspronkelijk het woord voor de huid van een dier dat op de grond werd uitgespreid om de maaltijd op te zetten. De deelnemers aan de maaltijd zaten om het kleed op de grond.
In de eeuwen daarna kwamen lage tafels waar mensen aanlagen. Zo kunnen we ons ook de tafels voorstellen waar Jezus aan zat.
Het woord tafel wordt in de Bijbel veelal overdrachtelijk gebruikt. Tafel staat voor maaltijd, een gezamenlijke maaltijd. Er wordt aan tafel genodigd, aan tafel ontvangen, aan tafel gedeeld en samen gegeten.
Jezus at regelmatig met mensen uit verschillende lagen van de bevolking. Hij at met Farizeeën die zich strikt hielden aan de spijswetten en de reinheidsriten. Maar hij at ook met mensen die zich daar niet aan hielden.
Maaltijden houd je bij bijzondere gelegenheden en verschillende sociale gelegenheden. Dat was in Bijbelse tijden ook zo. Na geboorte, besnijdenis of bij een bruiloft werd samen gegeten en gedronken. Denk ook aan de ons bekende koffietafel na een uitvaart, de feestelijke maaltijd bij een bruiloft. De paasbrunch op school en de buurtbarbecue. Als het erom gaat samen iets te doen, dan is samen eten een beproefd middel.
We hopen in het nieuwe seizoen elkaar vaak aan tafel te ontmoeten.
-------------------------------Petra Zweers------------------------
Aan tafel
-enkele gedachten bij en fragmenten over de viering van de Maaltijd van de Heer-
In geen boek, hoe dik ook, laat staan in één artikel, kan alles gezegd worden over de betekenis en de viering van de Maaltijd van de Heer. Er zijn veel accenten en facetten die aandacht vragen en bovendien kan niet alles onder woorden gebracht worden:
O Jezus, uw gedachtenis
vervult het hart met lafenis
maar honigzoete zaligheid
is pas uw tegenwoordigheid
Geen taal weet daar voldoende van,
geen pen die dat beschrijven kan.
ie in ’t geloof is ingeleid,
die weet van Jezus’ innigheid.
(Liedboek 373: 1 en 5)
In dit artikel daarom een paar eigen indrukken.
In de afgelopen jaren waren er soms aanzienlijke perioden waarin nauwelijks of geen kerkdiensten gehouden konden worden. In de kerkdiensten die wel door konden gaan was er vaak sprake van forse beperkingen. Gemeenteleden gaven aan wat zij misten, omdat er geen of aangepaste diensten gevierd werden. Wat vooral genoemd werd was het samen zingen en de ontmoeting en gesprekken voor en na de dienst. Niet of nauwelijks werd de viering van de Maaltijd van de Heer genoemd. Dat zegt misschien iets over de beleving van de avondmaalsviering.
Lang is het zo geweest – en misschien is het soms nog zo – dat de viering van de Maaltijd van de Heer werd gekleurd door ernst, so(m)berheid en stilstaan bij het lijden en sterven van Jezus Christus. De woorden die de Heer tegen zijn leerlingen sprak: ‘doe dit om Mij te gedenken’ riepen vooral gedachten op aan de kruisdood van Jezus.
Ook woorden van de apostel Paulus hebben daar zeker aan bij kunnen dragen. Hij schrijft: bij het delen van brood en wijn ‘verkondigen wij de dood van de Heer, totdat Hij komt’. Het heeft minder indruk nagelaten dat de apostel ook schreef: ‘Jezus is de gekruisigde, wat meer is, Hij is de opgestane’.
Niet zelden werd – en wordt misschien nog – het avondmaal gevierd met een stemming als bij een begrafenis. Dat kun je eigenlijk nauwelijks nog ‘vieren’ noemen. Elementen en ervaringen van dank (de letterlijke betekenis van het woord eucharistie!) en vreugde krijgen dan moeilijk een plaats in de avondmaals-liturgie en zijn ook weinig terug te vinden in de beleving van mensen.
In de bijbelse verhalen over de Maaltijd van de Heer is het element van blijdschap zeker niet afwezig. De maaltijd die Jezus hield met zijn leerlingen op de avond voor zijn lijden, was volgens de evangelisten de joodse pesachmaaltijd. De sedermaaltijd waarbij de onderdrukking in Egypte én de bevrijding uit de slavernij werden herdacht en gevierd. Vreugde was daar zeker niet afwezig: de lofzang (de psalmen 113-118) werd gezongen!
Net als bij de uittocht uit Egypte viel over deze maaltijd de schaduw van onrecht en dood, maar ook werden redding en bevrijding gevierd. Dat was en is reden om te danken en te zingen.
‘Gedenken’ is het samengaan van herdenken, herinneren én vieren. Het één kan niet zonder het ander.
In het verhaal van de Emmaüsgangers – dat mij om meer dan één reden zeer lief is – wordt verteld dat de maaltijd van de Heer ook alles te maken heeft met opstanding en leven. Er wordt gesproken over wat er in Jeruzalem gebeurd is: het verraad, de veroordeling, het lijden en sterven van Jezus. Het verhaal dreigt vast te lopen in verdriet en teleurstelling. De Emmaüsgangers zeggen: ‘wij dachten, wij hoopten, dat Hij (Jezus van Nazareth) het was die Israël (!) zou bevrijden… Je hoort het ‘maar’ van aarzeling en verlegenheid.
Als zij de vreemde (de niet door hem herkende Jezus) uitnodigen om bij hen te gast te zijn, gebeurt het onverwachte: bij het breken van het brood (door Jezus!) herkennen zij Hem als de opgestane, de levende Heer. Van gast wordt Jezus gastheer, die bij zijn volgelingen wil zijn en zich laat zien als de Levende.
Dat is een wezenlijk aspect van de viering van de Maaltijd van de Heer: wij worden door de Heer zelf genodigd, Hij wil bij ons zijn in brood en wijn. Immers: Jezus leeft en wij met Hem!
Zo kan en mag de Maaltijd van Heer met vreugde en blijdschap gevierd worden.
O Jezus in het hart een zon,
een strelend licht, een zoete bron,
die alle vreugd te boven gaat
en alles waar het hart op staat.
(Liedboek 373: 4)
--------------------------Bert Jan van Haarlem---------------------
Aan tafel
Het startweekend ligt intussen al achter ons; het thema ‘Aan tafel’ zal ons als gemeente blijven boeien en bezig houden. ‘Aan tafel’ is een uitnodiging: jij mag aanschuiven, je bent welkom, je mag genieten van lekker eten en vooral van een verbondenheid. Samen eten verbindt mensen, jong en oud maar ook mensen met verschillende achtergronden. Samen eten, samen lachen, samen praten met elkaar. Tijdens het startweekend hebben we natuurlijk een lekkere maaltijd georganiseerd – maar wat mij het meest boeide was een kennismakingspel in vorm van mini-interviews. Geïnteresseerd zijn in de ander, in zijn of haar verhaal en uiteraard ook in zijn manier van geloven – dit alles lukt stukken makkelijker ‘aan tafel’. Als Kruispuntgemeente stimuleren wij bewust gezamenlijke maaltijden met bekenden en met gasten. Waar anders kunnen wij onze gastvrijheid beter laten zien? Hoeveel mensen zitten niet dag in dag uit alleen aan tafel en er is vaak niemand (meer) die geïnteresseerd is in hun verhaal.
Hier komt nog een andere dimensie bij. In de verhalen van Jezus spelen de uitnodiging tot een feestelijk eten een grote rol. God zelf nodigt uit tot zijn feest. ‘Kom, alles is gereed’ – maar de genodigden laten zich verontschuldigen met gênante excuses. Alles lijkt belangrijker te zijn dan aan te schuiven bij deze Gastgever. Hebben ze misschien een verkeerd beeld van God, of slechte ervaringen met de ‘dienstknechten’ van deze God zodat de uitnodiging meer last dan lust is?
Zelf wil ik mij altijd weer de vraag stellen in hoeverre ikzelf en wij samen als kerk een uitnodigende houding hebben. Hebben wij werkelijk iets te delen en iets te vieren dat ons leven rijk heeft gemaakt? Of is het maar een verplicht etentje dat wij organiseren? Gunnen wij de ander datgene waarvan wij zelf ook leven: de genade in Jezus die mensen tot kinderen van God maakt.
-----------------------Werner Gugler--------------------------------------
DE VARKENS VAN DE ETERIJ
over eetregels in het christelijke geloof
Laatst hoorde ik iemand zeggen: christenen zijn de varkens van de godsdiensten. Hij bedoelde daarmee te zeggen dat christenen alles eten wat hen wordt voorgezet, net als varkens. Misschien bedoelde hij het ook een beetje beledigend. Het is goed om daar eens over na te denken. Niet dat de vergelijking met varkens beledigend zou zijn, bepaald niet. Het zijn leuke en intelligente dieren. De christenen van Papua Nieuw Guinea noemen zichzelf de varkentjes van de Heer - men kent daar geen schapen – en dat is liefdevol bedoeld.
Als je het christelijk geloof vergelijkt met andere godsdiensten, zie je al snel dat er in veel andere geloven eetregels gelden. In het Jodendom – in ieder geval het orthodoxe jodendom – is er een hele lijst eetregels. In de Islam eet men geen varkensvlees, net als in het Jodendom. Alcohol is verboden in de Islam, maar in het Joodse geloof weer niet. Hindoes eten geen rundvlees, de koe is een heilig dier.
Maar Christenen eten altijd alles….nou ja, dat is teveel veralgemeniseren. In het Koptische Christendom zijn er lange vastenperiodes waarin er geen dierlijke producten worden gegeten. Men leeft dan zeg maar, veganistisch.
De reden dat de christenen alleseters zijn, ligt in – hoe kan het ook anders – de Bijbel. En ja, het is natuurlijk Jezus die erover begon. In een discussie over reinheidsregels (Marcus 7) zegt Hij: ‘Zien jullie dan niet dat niets dat van buitenaf in de mens komt, hem onrein kan maken….wat uit de mens komt, dat maakt hem onrein.’ Slechte gedachten die tot slechte daden leiden, die maken de mens onrein; die komen van binnenuit de mens.
Het is een revolutionaire gedachte in het Jodendom, waarin onrein eten een grote rol speelde (en speelt). Marcus schrijft er dan ook als parmantig commentaar bij: ‘Zo verklaarde Hij alle spijzen rein’.
De andere evangelisten laten deze revolutionaire zin maar liever weg.
Maar niet helemaal. De gedachte dat alle spijzen rein zijn, duikt ook weer op in het boek Handelingen. Dat is van dezelfde schrijver als het Lucas evangelie. Petrus krijgt daar een visioen (Handelingen 10: 9 – 16): uit de hemel komt een kleed neerzakken met daarop alle lopende en kruipende dieren en alle vogels. Petrus hoort een stem die zegt: ‘slacht en eet!’ Hoewel hij honger heeft, weigert Petrus: ‘Nee Heer,….. ik heb nog nooit iets gegeten dat verwerpelijk of onrein is.’ Als antwoord hoort hij een stem, driemaal (!) zeggen: ‘wat God rein heeft verklaard, zul jij niet als verwerpelijk beschouwen.’
Het verhaal in Handelingen is niet een legitimering voor de wilde dieren markten zoals ze in China schijnen te bestaan. Het gebeurt om Petrus duidelijk te maken dat ook de niet-joden volgeling van Jezus kunnen worden. Het is een behoorlijk discussiepunt in de jonge kerk (zie Handelingen 10 en 11 en ook 15).
Ook Paulus doet – eerder dan de evangeliën werden opgeschreven – een duit in het zakje. Aan de christenen in de stad Korinthe schrijft hij dat het geen probleem is om (heidens) offervlees te eten, als je er natuurlijk maar geen religieuze betekenis aan geeft. ‘Wanneer een ongelovige u uitnodigt om bij hem te komen eten en u neemt zijn uitnodiging aan, kunt u rustig eten wat u aangeboden wordt.’ (l Korintiërs 10: 23 – 33).
Maar voegt Paulus er aan toe, als een medegelovige er wel moeite mee heeft, laat het dan staan. Houd rekening met zijn / haar gewetensproblemen. Paulus heeft het dus niet over rein en onrein, hij heeft het meer over gewetensvol handelen; met anderen rekening houden. Dat is in de lijn met hoe Jezus het in Marcus zegt: het gaat niet om rein of onrein, het gaat om hoe je handelt.
We leven nu in een andere tijd, tweeduizend jaar later.
De laatste tientallen jaren zijn velen anders gaan denken over ‘dat wat je lichaam binnengaat’. Niet dat dat je op een religieuze manier onrein zou maken, maar wel dat voedsel niet waardenvrij is. Hoe slecht is het voor mens en milieu, voor dier en plant als er gif wordt gebruikt bij de productie van groente en fruit? Wat zijn de risico’s van kunstmatige toevoegingen aan producten? Is het ethisch vol te houden om vlees te produceren door dieren hun vrijheid te ontnemen en ze een dierlijk bestaan te ontzeggen? Mag je eigenlijk wel (andere) dieren eten?
De schrijver van het boek Genesis (nou ja, één van de schrijvers) vindt het niet normaal. Die is er van overtuigd dat alles ooit goed begon, en dat de goede God toch niet de bedoeling kan hebben gehad dat mensen en dieren elkaar zouden opeten. De mensen krijgen alle zaaddragende planten als voedsel en de vruchten van de bomen, de dieren de groene planten (Genesis 1: 29 – 30). Zowel mens als dier eet dus veganistisch.
Pas later, na de zondvloed, krijgt de mens dieren te eten. In Genesis 9: 3 staat: ‘Alles wat leeft en beweegt zal jullie tot voedsel dienen: dit alles geef ik je, zoals ik je ook de planten heb gegeven.’ Het eten van dieren is dus iets dat pas wordt toegestaan, als de mens toch niet echt blijkt te deugen. (overigens slacht Abel in Genesis 4 al als vanzelfsprekend een dier als offer, Genesis is een plakboek van allerlei oerverhalen door elkaar heen).
In Genesis vind je dus twee gedachten: de mens is een vleeseter, de mens is veganistisch. Ook de profeet Jesaja hinkt op twee gedachten. Hij spreekt een prachtige profetie (25: 6 – 9) uit over een feestmaal voor alle volken, waarbij God de dood teniet doet en de tranen wist van elk gezicht. Maar dat feestmaal is wel rijk aan merg en vet, er zijn dieren voor geslacht.
Een andere mooie profetie uit Jesaja is weer heel diervriendelijk. In Jesaja 11 staat dat kalf en leeuw samen zullen weiden, koe en beer grazen samen, een leeuw en een rund eten beide stro. In deze profetie lijkt Jesaja weer de goede wereld te schetsen van Genesis 1.
En Jezus zelf, was Hij een vleeseter?
Ongetwijfeld! Hij zit soms aan de maaltijd bij een Farizeeër of een tollenaar en daar zal toch wel een schapenboutje geserveerd zijn. Maar tegelijk moet je constateren dat vlees in die tijd iets was voor de rijken. En Jezus leeft met zijn leerlingen een zwervend bestaan, waarin ze zich waarschijnlijk vaak hebben moeten voeden met de vruchten van de bomen en de granen op het veld.
Natuurlijk eet Jezus ook vis, hij deelt het zelfs met gulle hand uit. Maar daarbij moet je niet vergeten dat alle verhalen uit de evangeliën bol staan van betekenis. Als het gaat over brood, wordt vaak bedoeld: Gods liefde; als het gaat over vis, wordt vaak bedoeld: geloven in Jezus. En niet alleen de vis, ook het lam heeft een betekenis. Het is verbonden met het offer en ook met het feest van de bevrijding.
Misschien is dat een groot verschil met onze tijd: vlees eten is gewoon geworden. Het heeft geen speciale betekenis, het is onverschillig vlees geworden.
Ooit moet het in de eerste gemeente een bevrijding geweest zijn om alles te kunnen eten wat je wilt, zonder verboden, zonder taboes. Misschien is het in onze cultuur eerder een vloek dat wij alles kunnen eten. Zou het een bevrijding zijn als wij in onze cultuur ons meer leren beperken? Is het voorbeeld van de koptische christenen het navolgen waard? Hoe kunnen wij - als het om de eterij gaat – gewetensvol handelen?
----------------------Tjalling Huisman------------------------------
Aan tafel - teken van gastvrijheid
Toen ik achttien was, heb ik een jaartje Nederlandse les gegeven in een asielzoekerscentrum, samen met mijn moeder. De mensen aan wie we lesgaven, kwamen uit alle windstreken: Mauritanië, Bosnië, Iran, Irak, Somalië, Moldavië. Met een aantal mensen hadden we ook buiten de lessen contact. En wat ons altijd weer opviel was hun gastvrijheid.
Waar de mensen ook vandaan kwamen; als we in hun kamer kwamen stond steevast de tafel vol met lekkers. Chocola, blikjes drinken, baklava, marsepein, dolmas, rijst met kip: we werden altijd weer vreselijk verwend en vaak kregen we ook nog een bakje eten mee naar huis.
Met ons gebeurde er dan iets geks: we voelden ons vreselijk opgelaten. Want we wisten hoeveel leefgeld deze mensen per week kregen. We zagen hoe ze leefden, in kleine ruimtes, dicht op elkaar. Van sommigen kenden we het vluchtverhaal. Wij zouden degenen moeten zijn die hún trakteerden op een rijke maaltijd!
Als ik er nu zo op terugkijk, zie ik hoeveel aannames we toen hadden. We zagen deze mensen als meelijwekkend en hulpbehoevend. Dat waren ze ook: als vreemdelingen in een vreemd land, terwijl ze de vreselijkste dingen hadden meegemaakt. Maar ze waren, net als vluchtelingen vandaag, niet alleen maar hun ellende. Ze waren stuk voor stuk trots op hun cultuur en wilden dat met ons delen. En ze wilden ons iets geven, zodat ook wij konden ontvangen.
Ze trakteerden ons op heerlijke maaltijden. Want in veel culturen is dat dé manier om gasten te onthalen. Ik herinner me nog goed dat ik bij een stel Mauritaanse jonge mannen werd uitgenodigd om te eten. Ze kookten rijst met wortel, aardappel, vlees, en kruiden die ik sindsdien niet meer heb geproefd. Voor het eten gingen we niet aan tafel, maar op de grond zitten. Het eten lag op een grote ronde schaal, ieder nam daar telkens met de hand iets vanaf, kneedde het tot een balletje en at het dan op. Een van de jongens had een oogje op me: hij wist dat ik deze manier van eten niet gewend was dus maakte hij de balletjes voor me. Of schoof stukjes vlees mijn kant op. Het was een heel intieme manier van samen eten, in vol vertrouwen dat er genoeg was voor iedereen.
Later dat jaar ben ik met een groep jongeren drie weken naar Indonesië geweest voor een uitwisselingsprogramma tussen Nederlandse en Indonesische kerken. We verbleven in Noord-Sulawesi, het overwegend christelijke deel van Indonesië. Ook daar werden we gastvrij onthaald en samen eten speelde daarbij een grote rol. Na de kerkdiensten waarin wij op bezoek waren, werd er uitgebreid gegeten. En doordat we in rijke gastgezinnen verbleven, werden we 's ochtends, 's middags en 's avonds op een uitgebreide maaltijd getrakteerd. Weer terug in Nederland was het echt even afzien - die boterham met kaas in de ochtend beviel me niet zo goed. Toch voelden we ons ook in Indonesië weleens opgelaten, omdat er zo voor ons werd uitgepakt. Alsof we bijzonder waren. We hadden niet het gevoel dat we er iets voor in de plaats konden teruggeven. We hadden wel wat Nederlandse souvenirs bij ons, maar na een bezoek aan het plaatselijke warenhuis bleek dat we die ook gewoon daar hadden kunnen kopen. Net als de Haagse Hopjes trouwens.
Ik heb geen brede ervaring met het eten in andere culturen. Maar de ervaringen die ik heb, zijn die van overvloed en gastvrijheid. Zo anders, toch, dan we het in Nederland gewend zijn. Bij ons zijn de hoeveelheden nauwkeurig afgemeten, en alleen vrienden en familie worden uitgenodigd voor een maaltijd. Mensen die we niet zo goed kennen: die nodigen we uit voor koffie. Met koek. Het is een groot verschil met de gastvrijheid die ik elders heb ervaren. En misschien kwam daar ook het ongemak vandaan: we waren zoveel gastvrijheid gewoon niet gewend!
Samen eten verbindt mensen met elkaar: als je samen de maaltijd geniet kan de maaltijd zelf al een onderwerp van gesprek zijn. Als we in de kerk samen aan tafel zitten - bij Samen Eten, of voorafgaand aan Tour - dan ervaren we elkaar ook op een andere manier. De gesprekken zijn ontspannen, je deelt herinneringen aan andere maaltijden. En als het smaakt, worden er na afloop recepten uitgedeeld.
Het jaarthema van het nieuwe kerkelijke seizoen is: "Aan tafel". Ik hoop dat we regelmatig bij elkaar aan tafel zullen zitten - of het nu een rijsttafel of een bakje friet is; soep met brood, een stamppotten-buffet, of een currygerecht met rijst. En dat we gastvrij zullen zijn naar wie we ook maar tegenkomen, en samen kunnen delen van het goede dat de aarde ons geeft.
-----------------------------Kirsten Wuijster---------------------------
Communicatie
Communicatie neemt in de huidige wereld een steeds belangrijker plaats in. Terwijl wij vroeger alleen met elkaar spraken, direct of per telefoon, of een brief stuurden, zijn er in de recente tijd veel andere vormen bijgekomen. Veel komt voort uit het gebruik van de mobiele telefoon. Er wordt wat gechat en geappt en terwijl we eerst het internet alleen gebruikten via de computer of laptop wordt dit ook steeds meer met de mobiele telefoon gedaan. Als ik naar mijn kleindochter kijk, die lijkt haast vergroeid met haar mobieltje en kan daar alles mee.
Ook in de Protestantse Gemeente Eindhoven gebruiken we nu verschillende vormen van communicatie. Dit zijn ons kerkblad SAMEN, de verschillende wijkbrieven maar ook afkondigingen tijdens de kerkdienst en gemeenteavonden. Verder hebben we onze website, waar ook veel informatie staat voor mensen die geïnteresseerd zijn in onze kerk, maar geen kerkleden zijn. Veel van deze communicatiemiddelen bestaan al een hele tijd en zijn wellicht niet helemaal van deze tijd. Daarom wil de AK in de komende tijd gaan kijken wat er in de toekomst aangepast zou moeten worden. Daarbij moeten we zowel kijken naar de behoefte van onze oudere kerkleden als naar die van de jongere generatie.
Tijdens de komende AK vergadering eind september gaan we praten over de verschillende communicatiemiddelen in onze kerk en hoe we die in de toekomst willen gaan gebruiken. Onder andere gaat het over welke informatie we via welk middel willen verspreiden en wat de verschillende doelgroepen zijn. Dit laatste betreft vooral de website, die op dit moment gedateerd is en een opknapbeurt kan gebruiken. De huidige website is al een hele tijd geleden opgezet en is voornamelijk gericht op mensen van buiten de kerk die informatie zoeken over de Protestantse Kerk Eindhoven. Bijvoorbeeld heb ik zelf de website gebruikt om informatie te vinden toen ik een aantal jaren geleden naar Eindhoven ging verhuizen. De website wordt natuurlijk ook gebruikt door onze eigen kerkleden om informatie te vinden over kerkdiensten en ook om toegang te krijgen tot online diensten. We moeten nu kijken wat de voornaamste doelgroep is en de opzet van de website daarop richten. Ook moet de website goed geschikt zijn om via een mobiele telefoon te bekijken.
Nadat de AK besloten heeft hoe we in de toekomst verder willen met de communicatie binnen onze gemeente zal het ook nodig zijn om mensen te vinden die dit kunnen uitvoeren. Dat geldt voornamelijk voor de aanpassingen aan de website. Het vinden van mensen in deze tijd is een hele klus. Het zal daarom nog wel wat tijd vergen voor we dit voor elkaar hebben. Als er mensen in de kerk zijn, die ons daarbij willen helpen horen we dat graag.
----------------------------Henk Grootjans-------------------------------
Joachim en Anna - Afscheidsrituelen
Het is al bijna een traditie: bij de bijeenkomsten van Joachim en Anna die in de herfst plaatsvinden, is vergankelijkheid vaak een thema van gesprek. Dat is ook niet verwonderlijk: het is de tijd van Allerzielen en Allerheiligen, de bladeren vallen van de bomen en de planten trekken zich terug in de aarde. Het is de tijd van inkeer, van reflectie, van stilte. Op dinsdag 8 november is er weer een bijeenkomst van Joachim en Anna. Het thema van die bijeenkomst is: Afscheids- en uitvaartrituelen.
We leven in een tijd waarin kerk en geloof niet meer vanzelfsprekend onderdeel uitmaken van het dagelijkse leven. Hoewel wij, als kerkelijke mensen, de taal en rituelen nog verstaan, is dat voor onze kinderen en naasten vaak niet meer het geval. Het gebeurt dan ook met regelmaat dat wanneer iemand overlijdt, de kinderen de uitvaart willen regelen maar eigenlijk geen idee hebben hoe ze daaraan vorm moeten geven. Ze willen recht doen aan het geloof van hun overleden ouder, maar voelen zelf verlegenheid, soms ook afstand. 'Had moeder nu maar laten weten hoe ze het wilde hebben', spreken ze dan weleens vertwijfeld uit.
Op deze middag gaan ds. Bert Jan van Haarlem en ds. Kirsten Wuijster met de aanwezigen in gesprek over de mogelijkheden rondom de uitvaartdienst. Ze vertellen iets over verschillende manieren van afscheid nemen, en hoe je het gesprek kunt voeren met je kinderen of andere familie. Daarnaast willen ze u ook de ruimte geven om eens wat na te denken over uw eigen afscheid. Hoewel het een confronterend thema kan zijn, kan het u juist ook helpen om wat moeilijk te bespreken is, toch bespreekbaar te maken. En dat kan dan zomaar weer de mooiste gesprekken opleveren. U bent van harte welkom!
Wanneer: Dinsdag 8 november
Tijd: 14.00 - 16.00 uur
Waar: Johanneskerk, Mercuriuslaan 1B, Eindhoven
Heel graag vóór 28 oktober aanmelden via de mail HYPERLINK "mailto:Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken."Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
Of via de telefoon :
Gonnie v.d. Pijl 2621624 of Jeanet Hilberts 2427168.
Namens Joachim en Anna,
---------------------Wietske Lamper------------------------------
Bijbels Bijbellezen: zoals het altijd ging en nog steeds gaat - 2
Om Bijbels bijbellezen te begrijpen, moeten we eerst nog goed dóór krijgen hoe de vorige generaties lazen. Ja, hoe nog steeds vaak gelezen wordt.
In het ergste geval werd/wordt hen geleerd dat de Bijbel van kaft tot kaft historisch waar was en dat ieder die daar aan tornde bij zijn vrijzinnige kont gepakt moest worden en eruit gegooid moest worden. Dit gebeurde vooral bij de synodaal gereformeerden. De laatste keer op de synode van Assen in 1926. Toen moesten theologen als Geelkerken verklaren, dat de slang uit Genesis 3 “zintuiglijk waarneembaar” gesproken had. Dat wilden en konden zij niet. Zo ontstonden de gereformeerde kerken in hersteld verband, die later in de hervormde kerk onderdak vonden. Niet de minsten overigens. Denk aan: Buskes, Kroon, Ter Schegget, om er maar een paar te noemen. Hoe kon dat zover komen?
Tot aan de 19e eeuw ging het allemaal nog wel. Maar de liberale wetenschappers van met name de tweede helft van die eeuw gingen “oneerbiedig” lezen. Ze zagen niet in dat je de Bijbel anders zou behandelen dan b.v. Homerus of Vergilius. Dus kwam er historische kritiek, literaire kritiek enzovoorts op de bijbelteksten.
Volgens hen was er van het Oude Testament weinig of niets historisch. Wat het Nieuwe Testament betreft, nou ja, Jezus had dan wel bestaan, maar verder was het toch meer een sprookjesboek/mythologie dan wat anders. Deze nogal hovaardige benadering van wetenschappers, bracht wereldwijde verontwaardiging teweeg bij de “eenvoudige van hart” en leidde tot het fundamentalisme (nee, niet met Moslims). Van kaft tot kaft moest alles wel waar gebeurd zíjn!
Zoals de liberale wetenschap de Bijbel relativeerde, zo heeft het fundamentalisme de Bijbel (historisch) verabsoluteerd.
Assen werd overigens gevolgd door allerlei episoden en schandalen rond Kuitert, Wiersenga en Den Heijer. Zij waren opstandige gereformeerden, eigenlijk afvalligen. Na hen kwam er niet veel opstandigs meer.
We hebben trouwens kunnen zien, dat zodra dat Van Kaft Tot Kaft wegvalt, er eigenlijk niets meer overblijft van het hele christelijke geloof, denk maar aan Kuitert, bijvoorbeeld. Vele gereformeerden zullen hem overigens dankbaar geweest zijn voor hun verlossing uit het wurgende Bijbels fundamentalisme, maar kwamen vervolgens met lege handen te staan. De kerkverlating bij (ex)gereformeerden is naar verhouding veel hoger dan onder (ex)hervormden.
Waar komt dat historisch lezen van de Bijbel vandaan? Dat komt in het volgende nummer aan de orde.
---------------------------Wim de Leeuw-----------------------------------
We worden allen armer
Dat is de waarschuwing die de minister van Financiën Sigrid Kaag ons geeft. Stel je er maar op in. Het lijkt ons toekomstperspectief te worden: minder, armer. En dan gaan de kosten alleen nog maar toenemen van alle aanpassingen die we moeten maken om onze aarde leefbaar te houden en ons te beschermen tegen de gevolgen van het veranderende klimaat. Daarbovenop komt de oorlog in Oekraïne die ons opnieuw heeft laten ervaren hoe afhankelijk we onderling zijn, hoe snel het vertrouwde evenwicht verstoord raakt en hoe groot de onzekerheid is die hieruit voortkomt.
Ik vroeg me daarbij af hoe je als gelovige tegen de huidige situatie aan kunt kijken. De hoge energieprijzen en de stijging van de voedselprijzen treffen ons allemaal maar niet in dezelfde mate. Ik zou voorzichtig zijn om hier het woord ‘arm’ of ‘armer’ voor te gebruiken. Want armoede is iets anders dan ‘minder dan anders’ te besteden te hebben. We kijken dan eenzijdig naar wat we menen te missen en niet welke zegen God ons dagelijks schenkt. Armoede heeft niets met kijken en ervaring te maken en is objectief vast te stellen. Van armoede is sprake wanneer mensen niet genoeg inkomen hebben voor de basisbestedingen als wonen, voedsel, kleding en gezondheid. Daarnaast is er nog iets inkomen nodig om ook nog mee te kunnen doen in onze samenleving. Het is bijzonder wrang dat in onze samenleving eenoudergezinnen de grootste kans op armoede hebben. Kinderen hebben in onze samenleving het hoogste risico op armoede.
‘Wij zijn bedelaars. Dat is waar’ zijn de laatste van Luthers geschreven woorden. Daarmee bedoelde hij niet dat we allemaal moeten gaan bedelen. Het ging Luther daarbij om onze verhouding tot God. We staan allen - rijk of arm - met lege handen voor God. Luther had een hekel aan christelijke verheerlijking van armoede, zoals dat bij de bedelorden gebeurde. God heeft geen armoede gewild en armoede is ook geen christelijk ideaal!
En rijkdom dan? Een bekend citaat over rijkdom van Luther is: “Rijkdom is het minste goed op aarde en het allerkleinste geschenk dat God een mens kan geven. Daarom geeft onze Here God gewoonlijk rijkdom aan de grove ezels, aan wie hij verder niets gunt.”
Luther beklemtoont dat juist rijkdom en bezit sociale verantwoordelijkheid met zich meebrengen. Vanuit het geloof weten we dat alle bezit in wezen van God geleende bezittingen zijn om de mensen te dienen. Een ieder die heeft, heeft de verantwoordelijkheid oog te hebben voor de nood van onze naasten en daar waar mogelijk er iets aan te doen. Dat is het gevolg van het gebod van de naastenliefde.
Daarnaast is het de taak van de overheid in vervulling van hetzelfde liefdesgebod ervoor te zorgen dat behoeftigen – dat waren in Luthers tijd de kreupelen, blinden, melaatsen, ouderen, kinderen en arme gezinnen – recht hebben op de noodzakelijke goederen om te leven, als hun gaven van de schepping Gods. Het gaat hier dus om een recht. Elk mens heeft recht van leven en dat is een taak voor de medemensen.
Luther pleit voor een gemeenschappelijk beheerde ‘algemene kist’ (Gemeiner Kasten), waaruit de behoeftigen worden geholpen met giften of leningen. Niet als een diaconale kas van de kerk maar juist als een taak van de overheid, beheerd door burgers. De bijdragen aan deze kas waren niet alleen in de vorm van geld maar ook in natura (graan of hout) of als een gift van werktijd. Vanuit deze gemeenschappelijke kist wordt er gezorgd dat iedereen een bestaan heeft zodat geen mens hoeft te gaan bedelen.
Ook wil Luther armoede voorkomen door mensen aan het werk te helpen in de gemeenschap, door voor kinderen het schoolgeld te betalen en jongeren een ambacht te laten leren; en voor wie tijdelijk in financiële problemen komt een lening te geven.
Luther neemt het gebod van de naastenliefde;
‘heb de ander lief als jezelf’
als uitgangspunt voor het omgaan met de grote vraagstukken.
Wat zijn eerlijke en billijke oplossingen waarin ieder naar draagkracht bijdraagt aan de gemeenschappelijke kas? De behoeftige heeft christelijk gezien recht op zijn deel van de overvloed van de ander.
Wie zich in deze tijd overdreven zorgen maakt om het eigen bezit en zijn onzekere toekomst, maar ook degene die zich noodgedwongen zorgen móet maken over wonen, kleding en voedsel, zijn beiden gevangen in hun zorgen. Tegenover deze zorgen klinkt Jezus woord: “Daarom zeg ik jullie: maak je geen zorgen over je leven, over wat je zult eten of drinken … Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben. Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen erbij gegeven worden.” (Mattheüs 6:25.32v) Gods gerechtigheid is hier dat een ieder deel kan hebben aan de goede gaven van Zijn schepping.
----------------ds. Susanne Freytag-----------------------------------
De Lutherwandeling,
van Wittenberg naar Rome in 1510
Achter Luther aan lopen
Een tocht op stevige stappers
Het Luthers ABC is in SAMEN bij de Z aangekomen.
Voor we weer bij A beginnen, want er zijn nog genoeg trefwoorden om te behandelen, nu tussendoor eerst even wat anders.
Markus Matthias start met een serie over zijn wandeltocht in het voetspoor van Luther. Een serie met belevenissen, ontmoetingen, overdenkingen en beschouwingen opgedaan tijdens zijn voettocht in navolging van Luther in 1510 met Rome als einddoel.
De aanleiding voor mijn Lutherwandeling(en) is de nieuwe reconstructie van de historische voettocht van Luther in het jaar 1510 van Wittenberg naar Rome door mijn „Doktorvater“ Prof. Dr. Hans Schneider (Marburg). Ik werd geraakt door de mentale sterkte van iemand als Luther die ooit gewoon vanuit Wittenberg is vertrokken om naar Rome te gaan lopen
Luther trad in 1505 in in het klooster. Hij kreeg vijf jaar later de opdracht een medebroeder naar Rome te begeleiden. Dit was in een tijd dat er van een reformatie nog geen sprake was
Zijn vooruitzicht was om de volgende weken en maanden bijna 1400 km te gaan lopen en later uiteraard weer terug. Een mogelijkheid om de reis zomaar af te breken en met een trein of een vliegtuig terug te keren had hij niet. Elke omweg die hij ging zou veel extra tijd en kracht gaan kosten. Hij had bijna niets bij zich dan zijn habijt.
Je kunt wel op ondersteuning van andere monniken of van het gewone volk rekenen, maar je kunt er niet zeker van zijn.
Vandaag de dag is het bijna niet voor te stellen hoe dat geweest moet zijn. Het werd in 1510 een historische tocht naar Rome met enorme gevolgen voor het christelijk geloof.
Het thema is “Achter Luther aan lopen”, een tocht op stevige stappers. Dat heeft betrekking op de fysieke en de intellectuele zoektocht van Luther.
Wat wil ik bereiken met deze tocht? Het is voor mij allereerst een manier om mentaal en lichamelijk fit te blijven.
Het gaat immers niet slechts om wandelen bij goed weer en op mooie paden, nee het gaat om volhouden elke dag opnieuw, weer of geen weer totdat wij het doel hebben bereikt.
De reis die ik doe is geen bekende, toeristische route, of ja, maar dan slechts voor een klein deel.
Het is niet een van de bekende routes van de “Lutherweg 1521” die in verband met het Lutherjaar 2017 zijn ontstaan. Dat zijn keurig georganiseerde wandeltochten die tot in het bos keurig bewegwijzerd zijn.
Ik ga (bijna), voor zover mogelijk, alleen op de oude wegen die in het jaar 1510 van Wittenberg naar Rome leidden. De route volgt in het begin de 'Via Imperii' die ook voor een deel de 'Jakobsweg van Noord' volgt. Niet alleen, we zijn een klein clubje van 5-6 mensen, mijn vrouw en ik en drie kennissen.
Wij lopen ieder jaar 6-8 dagen, per dag maximaal 25 km. Dat betekent ongeveer 150 km per etappe. 200 km hebben wij ondertussen al achter de rug, we moeten nog 1180 km.
Ik hoop als ik over tien jaar 75 jaar word, in Rome aan te komen.
Het is echter ook een mooie ervaring om door heel verschillende landschappen heen te lopen: Sachsen-Anhalt tot en met Toscane!
Het is voor mij geen pelgrimstocht en ook geen „Luther-pelgrimstocht“ maar het volgen van een reconstructie van de wandeling die Luther van Wittenberg naar Rome heeft gelopen in 1510.
Wordt vervolgd.
---------------------prof. dr. Markus Matthias-----------------------
DE RIJ
Vanwege de drukte en het feit dat er minder personeel beschikbaar is bij de beveiliging, staan er lange rijen bij Eindhoven Airport. Wij hebben allemaal wel eens in de rij gestaan. Dat kan op veel verschillende manieren. Op een ongeduldige zenuwachtige manier. Of op een ontspannen prettige manier. Op Eindhoven Airport is het goed georganiseerd, er is informatie beschikbaar, en de rij schiet op. Bovendien is er, als je geluk hebt live muziek aanwezig. Dat alles helpt, om het staan in de rij ontspannen te maken. Als ik mensen spreek die in de rij staan, zijn ze over het algemeen goed gehumeurd, en vinden het leuk even een praatje te maken, en te vertellen over hun bestemming. Een vrouw begon te vertellen over de ziekte van haar moeder. Dat gesprek duurde wat langer, en toen heb ik een stukje met haar meegelopen. Meegelopen in de rij, meegelopen in haar situatie. Het was wel niet een tweede mijl, maar toch, een stukje meegelopen met datgene wat deze vrouw doormaakte in haar leven. Dat is wat luchthavenpastoraat is, maar ook pastoraat in het algemeen. Een eindje meelopen.
---------------------------------Mirjam van Nie-------------------------------
Diaconaal Inloophuis ’t Hemeltje
Jaarlang of jarenlang…
Begin september schreef ik een artikel voor de Wijkbrief van de Johanneskerk. Het was een bedankbrief voor de bijdragen van de gemeenteleden van de Johanneskerk. Een jaar lang was St. Diaconaal Inloophuis ’t Hemeltje het doel van de avondmaalcollecte. Ik neem graag een deel over in dit artikel.
“In de Wijkdiaconievergadering van september 2021 werd besloten dat de avondmaalcollecte bestemd zou worden voor Stichting Diaconaal Inloophuis
’t Hemeltje. Begin oktober heb ik u in de dienst iets verteld over het inloophuis. En nu (september 2022) schrijf ik een bedankje aan u allen als dank voor uw bijdragen aan deze collectes. Het jaar is voorbij gevlogen.
Bij de start van de avondmaalcollecte waren we nog in de ban van Corona. Er konden maximaal 15 gasten in de huiskamer en dan maar vragen of mensen na het eten en douchen plaats wilden maken voor de volgende gasten. Gelukkig zijn we daar nu van af, iedereen is weer welkom.
Je merkt in zo’n jaar wat het betekent om op straat te leven. In de herfst en winter: regen, sneeuw en kou. Dan is onze huiskamer een plek om warm en droog te worden. Een kop warme soep of een warme maaltijd doet je dan goed. En ook een warme douche is fijn: je kunt weer mens worden. In de lente en zomer veel zon: dan is het heerlijk toeven in onze tuin. Daar is dit voorjaar een extra overkapping gemaakt waaronder het in deze hete zomer goed toeven was. Nog een lekker glas koude limonade erbij. Je zou denken dat je op een strand ligt maar helaas is dat een illusie. De harde werkelijkheid is dat mensen slapen, hopelijk in een tentje, op een plek ergens in Eindhoven.
We zien in dit jaar een toename van dakloze mensen uit Midden- en Oost Europa. Mensen die hier gekomen zijn om te werken en na ontslag meteen hun woning/kamer kwijt raken en dakloos worden.
Dan is ’t Hemeltje een plek met aandacht voor onze gasten, een plek om op adem te komen, wat te eten en te drinken, even onder de douche.
“We willen helper zijn waar geen helper is, dat is onze diaconale opdracht.”
En deze beschrijving van een jaar geldt voor veel van onze gasten al jarenlang.
’t Hemeltje is voor veel gasten een vertrouwde plek in hun leven op straat. Om deze plek in stand te kunnen houden zijn mensen (vrijwilligers) en gelden nodig. We hebben beide hard nodig. U kunt overwegen om ’t Hemeltje meerdere jaren te ondersteunen door een periodieke overeenkomst voor vijf jaar (’t Hemeltje heeft een ANBI-status). We helpen u hier graag bij.
Op deze manier kan ’t Hemeltje nog jaren vooruit.
PS: Voor eventuele vragen en voor een abonnement op onze digitale nieuwsbrief kunt u een mailtje sturen naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
--------------------- Jeannet Venekamp, relatiebeheer-------------
Eerste Hulp Bij Ontmoetingen
Ook dit jaar was TINT weer volop aanwezig tijdens de introweken voor de nieuwe bachelor- en masterstudenten op de TU/e. Zowel op de intromarkt als tijdens onze workshops hebben we weer veel nieuwe studenten ontmoet uit uiteenlopende plekken in de wereld: van Eersel tot Taiwan, van Ridderkerk tot Canada. De Cursor (newssite van de TU/e) was aanwezig bij één van de workshops en schreef daar het volgende over:
Nieuwe universiteit, nieuwe mensen, nieuwe vrienden maken. Voor sommige eerstejaars heel leuk, voor anderen kan het best spannend zijn om met die nieuwigheid om te gaan en nieuwe vriendschappen te sluiten. TINT heeft dat ook gemerkt en heeft daarom een speciale workshop opgezet om studenten te helpen gesprekken aan te knopen, die goed te laten verlopen en vervolgens op een natuurlijke manier weer af te ronden. Cursor nam een kijkje bij een van de workshops.
De workshop begint met het overgooien van een bal vergezeld van een vraag, en daarmee is het spreekwoordelijke ijs – bij ruim 31 graden op de thermometer - snel gebroken. In een cirkel krijgen de studenten de beurt om in ieder geval naam, land en studie te vertellen, antwoord te geven op een vraag van de vorige student en zelf een nieuwe vraag voor de volgende deelnemer te bedenken.
Vragen stellen of complimenten geven
Vervolgens begint het platonische speeddaten echt, waarbij men na gesprekjes van een minuut telkens van gesprekspartner wisselt. Om die smalltalk een beetje makkelijker te maken, krijgen de studenten wat tips mee hoe een gesprek te beginnen. “Vragen stellen werkt altijd heel goed”, zegt TINT life coach Margit van Tuijl. “Mensen vinden het leuk als je in ze geïnteresseerd bent. Een compliment geven kan ook een goede gespreksopener zijn.” Op een groot stuk papier staan de hints genoteerd, voor wie ze van de spanning – of van de warmte onder het glazen dak van MetaForum – even vergeten is.
No pressure
Later gaan de studenten nog aan de slag met oefeningen om te zorgen dat een gesprek niet zomaar stilvalt en krijgen ze tips hoe ze het gesprek ook weer op een natuurlijke wijze kunnen beëindigen. Om de workshopdeelnemers verder niet te veel onder druk te zetten – een redacteur ernaast die een artikel schrijft, werkt in deze situatie wellicht niet bevorderend voor het ontspannen gesprekken voeren met nieuwe mensen – is Cursor halverwege vertrokken. Na deze groep studenten volgen er op de Intro-donderdag nog drie. Totaal verwacht TINT zo’n zeventig studenten voor de workshop.
Geschreven door Bridget Alcione Spoor, zie ook www.cursor.tue.nl
Ik vond het mooi om te zien hoe enthousiast studenten met elkaar in gesprek gingen en vaak na de workshop nog lang bleven napraten. Gelukkig staan er dit najaar weer veel activiteiten op ons programma, waarbij we – als het ijs eenmaal gebroken is - nog verder de diepte in gaan en studenten in gesprek kunnen gaan over wie ze zijn, wat hen bezig houdt en wat in je leven echt belangrijk is.
-----Margit van Tuijl, Studentenpastor/life coach bij TINT----
‘Er komt een dag’
Vanuit de redactie werd mij gevraagd om iets te schrijven voor deze rubriek. Nu heb ik niet heel veel met muziek en noem ik mezelf ook wel amuzikaal.Tot een jaar geleden luisterden we thuis bijna nooit muziek, alleen als we in de auto onderweg waren draaiden we muziek.
Maar de komst van onze dochter heeft hier verandering in gebracht. Nu kijken en luisteren we dagelijks you-tube filmpjes. Daarom wil ik iets vertellen over een lied dat haar heel erg aanspreekt.
Na haar komst naar Nederland is ze soms heel erg verdrietig geweest. Ze moest dan denken aan wat en vooral wie ze heeft achtergelaten in haar geboorteland. Ze is heel erg blij om bij ons te zijn, maar mist soms de vrienden die ze heeft moeten achterlaten.
We ervaren dat muziek helpt bij het dealen met verdriet. Het kan soms het verdriet triggeren maar kan juist ook helend zijn.
De titel van het lied is: ‘Er komt een dag’ van Ben Ketting. Dit lied is geschreven over iemand die vanwege oorlog alles heeft moeten achterlaten. Maar sommige stukken zijn ook in andere situaties van toepassing. In het refrein gaat het bijvoorbeeld over dat er een dag komt dat er geen pijn en verdriet meer zal zijn. Niemand zal meer huilen. We mogen uitzien naar dat Jezus terugkomt naar de aarde. Dat er dan vrede en recht zal zijn en geen verdriet meer. We mogen bidden dat dit spoedig zal gebeuren.
Het tweede gedeelte van het refrein gaat erover dat de zanger je de hand geeft, zodat je niet alleen door het diepe dal hoeft te gaan. Op momenten van verdriet of pijn is het fijn als iemand dit tegen je zegt. Maar het is ook mooi om dit tegen de mensen om je heen te kunnen zeggen: ’Geef mij je hand, als je gaat door het diepe dal, ik wil heel dicht bij je staan.’
Maar het mooiste is dat we ook mogen weten dat God dit tegen ons zegt. Als we door een diep dal gaan, heeft Hij beloofd bij ons te zijn.
De eerste keer dat we het hoorden, zaten we in de auto vrolijk mee te zingen met de cd. Ik realiseerde me toen dat dit een lied is dat je ook kan steunen in periodes dat je verdrietig bent. Hier hebben we over gepraat. Toen ze later verdrietig was, luisterden we er naar.
Dat is ook de les die ik leerde. In periodes van vrolijkheid, als het leven mooi is, de zon schijnt, is het goed om liederen zoals deze te leren. Te kijken naar wat God voor je doet, dit in je geheugen te prenten. Zodat je in periodes dat het moeilijker is, dat de weg zwaar is, je weet dat God dan ook bij je is.
Refrein van: ‘Er komt een dag’:
Er komt een dag,
dat er niemand meer huilen zal,
zonder verdriet of pijn.
Geef mij je hand,
als je gaat door het diepe dal.
Ik wil heel dicht bij je zijn.
--------------------Hanna Hardeman-------------------------------------
september 2022 met thema: "De draad opppakken" Lees meer...
Rubriek: De draad oppakken
Klimaatvisie op de toekomst
Maarten van Andel is directeur Toegepaste Natuurwetenschappen van Fontys Hogescholen. Hij werkte daarvoor als ingenieur en manager in de high-tech-industrie. Voor internationale energie- en duurzaamheidsprojecten heeft hij samengewerkt met wetenschappers en deskundigen van bedrijven, overheden en onderzoeksinstellingen. Van Andel noemt zichzelf klimaatneutraal: hij is even bezorgd over het klimaat als over de maatregelen die het klimaat moeten redden.
Op maandag 16 mei heeft Maarten van Andel in de Ontmoetingskerk gesproken op de thema avond “Zorg voor het klimaat, een geloofsartikel?”. Tijdens de thema avond ging het met name om de acties die we voor het klimaat kunnen doen zoals beschreven in zijn laatste boek “De groene kans”.
In dit boek betoogt Maarten dat we de omvang van de energietransitie onderschatten en de mogelijkheden van duurzame energie-opties zoals zon en wind overschatten. Het is een groene illusie dat we de energietransitie kunnen realiseren op de manier zoals we dat nu doen. Maar we hebben ook een groene kans. Laten we stoppen met wachten op politici, ondernemers en wetenschappers. Laten we stoppen met het verkopen van de klimaatdoelstellingen aan energiegiganten en grootindustriëlen. De groene kans ligt niet in technologie en infrastructuur, maar in bewustwording en ander gedrag van ons allemaal. Daarmee kunnen we veel meer fossiele brandstoffen en CO2 besparen dan met windmolens, warmtepompen en elektrische auto’s. De groene kans beschrijft wat we wél kunnen doen om onze planeet te redden.
Dit boek “De groene kans” maakt inzichtelijk wat JIJ kan doen zonder jezelf te veel geweld aan te doen. Maak je eigen top 3 energie verslinders en kijk hoe je op die kan besparen.
Voor de ontwikkelingen in de komende jaren heeft hij de volgende visie.
De wereld in 2040
CO2
We zijn nog lang niet klimaatneutraal, maar de CO2-uitstoot is eindelijk gehalveerd, tien jaar later dan gepland. Niet zozeer door windmolens en zonnepanelen, want die vormen nog steeds een minderheid van onze energievoorziening. De grootste besparing van CO2 komt door veel minder energie te gebruiken en te verspillen. De ooit ingevoerde belasting op CO2 is weer afgeschaft, omdat die niets hielp. Dat was in 2020 al wel te voorzien, want allerlei eerdere prijsverhogingen van energie hadden ook nooit tot lager verbruik geleid. Zelfs het kwartje van Kok uit de 20e eeuw niet. CO2-emissie is al sinds 2025 wettelijk gelimiteerd, net zoals in de 20e eeuw zwaveldioxide, stikstofoxides en freons dwingend aan banden zijn gelegd. Dat bleek de enige manier om de uitstoot echt terug te dringen.
Energie
Energie is daardoor zo schaars en duur geworden dat alle processen in de samenleving verregaand zijn geoptimaliseerd naar minimum energieverbruik. Voorspellingen over een overvloed aan goedkope duurzame energie zijn een utopie gebleken. Achteraf gezien logisch, want als dat mogelijk was geweest had de vrije markt het voor 2025 ook zonder klimaatdoelstellingen en wettelijke maatregelen allang geregeld. Het utopische denken over duurzame energie van voor 2025 wordt in 2040 sowieso als een curieus anachronisme beschouwd.
Circulariteit
Circulariteit is het logische bottom-up resultaat: Zeer lange levensduur van producten en hergebruik van materialen zijn de enige manier om zo min mogelijk energie te gebruiken. Het gangbare business model is daarom niet meer dat producten worden gekocht. De gebruiker betaalt voor het gebruik, en het product blijft eigendom van de maker. Die kan namelijk niet zonder de grondstoffen die hij in zijn product heeft gestopt, en zal er dus alles aan doen om zijn oude producten terug te krijgen in plaats van weg te (laten) gooien. Hij heeft er bovendien alle belang bij dat het product heel lang meegaat.
Productie
Productie is voornamelijk local for local. Transport van goederen over grote afstanden is energie-intensief en daarom onbetaalbaar. Daar waar in 2020 mobiliteit wereldwijd 25% van alle energie consumeerde is dat nu nog maar 10%. ICT daarentegen, dat in 2020 met 3% al groter was dan de wereldwijde luchtvaart, is gestegen naar 20%. Microsoft en Google zijn van de markt verdwenen omdat ze bleven werken met een overvloed aan data. Nieuwe Chinese en Indiase bedrijven bieden moderne snelle software aan met een fractie van de hoeveelheid data en dus veel minder energieverbruik. Bovendien hebben ze samen met nieuwe computerfabrikanten uit Afrika en Zuid-Amerika besturingssystemen ontwikkeld die niet meer gehacked en besmet kunnen worden. HP, Dell, Lenovo en Toshiba zijn van de markt verdwenen omdat ze niet op tijd meegingen met deze ontwikkelingen.
Computers
Dankzij de efficiënte software en computertechnologie zijn zelfrijdende auto’s zeer veilig geworden, met minder dan 10% van het aantal verkeersdoden van 2020. Auto’s zijn er nog steeds in grote aantallen maar wegen nog maar de helft en rijden gemiddeld 1 op 50 met een top van 100. Elektrische auto’s zijn grotendeels uit het straatbeeld verdwenen, omdat ze weinig CO2 bespaarden en de batterijen veel milieuschade veroorzaakten. Bovendien was de winning van het zeldzame lithium veel te energie-intensief. Het maken van de batterij vergde evenveel energie als het maken van de rest van de auto. Dit was in 2018 al door Duitse onderzoekers gepubliceerd, en grote parlementaire enquêtes in diverse Europese landen hebben gedurende de jaren ’20 onthuld dat het ineffectieve beleid van elektrisch rijden met name was geïnspireerd door de commerciële belangen van grote autofabrikanten en elektriciteitsmaatschappijen.
Auto’s
Auto’s zijn op basis van wettelijke richtlijnen zo geprogrammeerd dat ze nooit meer te hard rijden, nooit meer bumperkleven en bij mist automatisch vaart minderen. Daardoor zijn er nauwelijks nog ongelukken op de weg en dus ook weinig files. Dit draagt er evenals intelligente stoplichten en groene golven aan bij dat auto’s zo zuinig zijn geworden. Het niet meer steeds hoeven remmen, stilstaan en optrekken bespaart enorm veel CO2, en daarnaast ook fijnstof, bandenslijtage en asfaltschade. Snelheidscontroles met allerlei elektronische systemen en politieauto’s behoren al lang tot het verleden, de flitskasten en laserapparatuur van weleer staan in het museum naast de gele telefoonpaal.
Vliegen
Vliegen is voornamelijk voor mensen, nauwelijks nog voor goederen. Het gebeurt nog steeds op kerosine, omdat dat energetisch het efficiëntst is. Kerosine is de meest compacte en lichte energiedrager, en is daardoor het gemakkelijkst op te tillen door een vliegtuig. Door het lage gewicht ondervinden de vliegtuigvleugels relatief weinig luchtweerstand, en dit alles bespaart enorm veel energie t.o.v. andere energiedragers zoals batterijen. Kruissnelheden zijn wel teruggebracht van 900 naar 700 km/u, en vlieghoogtes zijn opgevoerd van 10 naar 12 km. Dat scheelt een factor 2 in brandstofgebruik en CO2-uitstoot. Vliegen vertegenwoordigt door dit alles nog steeds minder dan 3% van het mondiale energiegebruik, net als in 2020.
Wereldbevolking
De wereldbevolking is gegroeid naar 9 miljard mensen. Dat vergt zorgvuldig natuurbeheer en efficiënte voedselproductie. Hout en voedsel worden algemeen als zeer kostbare artikelen beschouwd die je uit moreel oogpunt niet behoort te verspillen, ook niet als je veel geld hebt. Het verbranden van biomassa (hout, palmolie, biodiesel, bioethanol) voor energieopwekking is sinds 2025 ten strengste verboden, temeer omdat het ook geen CO2 bleek te besparen. Niemand begrijpt nog dat hout en voedsel verbranden ooit als duurzaam werd gezien in een wereld waarin regenwouden verdwenen en miljoenen mensen honger leden.
Voedsel
Voedingswaren worden net als goederen voornamelijk local for local geproduceerd. Kiwi’s uit Nieuw-Zeeland zijn onbetaalbaar. Het op en neer zeulen van varkensvlees tussen Nederland en Italië, omdat het anders geen Parmaham mocht heten, is verleden tijd. De meeste voedingswaren zijn ook weer seizoengebonden. Het is veel te duur om ’s winters aardbeien in kassen te verbouwen of uit verre landen te halen. Veevoer komt alleen nog uit de eigen regio, en wordt bemest door vee uit diezelfde regio. Daardoor hoeven veevoer en mest niet meer over grote afstanden vervoerd te worden, en is het probleem van mestoverschotten en verzuring van voor 2030 in o.a. Brabant vanzelf verdwenen.
Schaarste
Voedsel wordt nauwelijks nog weggegooid, productie en levering ervan zijn weer vraaggestuurd geworden. Dat betekent dat aan het eind van de dag en week niet alles meer in de schappen ligt, dat mensen dus eten wat er op dat moment nog wel is, en dat er veel minder wordt verspild. Dat laatste geldt ook voor medicijnen, dankzij een wettelijke minimale bewaartijd van 5 jaar. De tijd dat farmaceutische bedrijven commercieel geïnspireerde bewaartermijnen van 1-2 jaar mochten hanteren is allang voorbij.
Aardgas
Aardgas is terug van weggeweest. Daar waar Nederland in de jaren ’20 als enige land ter wereld van het gas afging is het na 2030 bij zinnen gekomen. Winning in Groningen is in 2035 mondjesmaat hervat, met een tempo waarbij de bodem stabiel blijft. Aardgas is nog steeds de schoonste en meest efficiënte energiebron voor huisverwarming en koken, en daar wordt het met name voor ingezet. Stroomopwekking met windmolens en zonnepanelen wordt grotendeels gebruikt voor verlichting, huishoudelijke gebruik, ICT en industriële processen.
CO2 opslag in de grond is sinds 2030 verboden. Het was al een lineaire korte-termijn maatregel die veel weghad van vuil onder het tapijt vegen, maar het bleek ook bodeminstabiliteit en zelfs aardbevingen te veroorzaken.
Kernenergie
Kernenergie maakt sinds 2025, het jaar dat het verbranden van biomassa voor energieopwekking verboden werd, een gestage opmars. Het draagt inmiddels significant bij aan de bereikte CO2 reductie. Thorium is niet doorgebroken, maar de lessen van Fukushima hebben kerncentrales op basis van uranium nog veiliger gemaakt. Er is ook nieuw inzicht ontwikkeld t.a.v. energieafval: Afval dat compact genoeg is om bij je te houden en zicht op te houden is veel beter dan afval dat volumineus is en uit het zicht verdwijnt. Kernafval wordt daarom als de minst riskante vorm van energieafval beschouwd. Het wordt ook niet meer in de grond gestopt waar je het niet meer kunt zien. Integendeel, het wordt op zorgvuldig gekozen en beheerde bovengrondse locaties opgeslagen. Het feit dat het zeer compacte vaste stof is wordt als een enorm voordeel beschouwd t.o.v. CO2, omdat daardoor de impact op het milieu minimaal is.
Plastic
Niet afbreekbaar plastic voor eenmalig gebruik is sinds 2030 verboden, net als in de 20e eeuw lood, cadmium en chroom-6 verboden werden. Statiegeld op verpakkingen bleek weinig te helpen, en convenanten met de industrie helemaal niet. Alle verpakkingsmaterialen moeten binnen een jaar worden afgebroken in de natuur. Het probleem van zwerfvuil is vrijwel verdwenen, plastic soep in de oceanen echter nog niet omdat het nog tientallen jaren zal duren voordat alle plastic van voor 2030 verwijderd is.
Klimaat
De gemiddelde temperatuur op aarde is met nog een graad gestegen, maar sinds 2035 stabiel, evenals de zeespiegel. Apocalyptische voorspellingen over extreem weer en stijgende zeespiegel zijn uitgebleven. Er zijn gemiddeld niet meer extreme weersomstandigheden dan in de 20e eeuw, met toen o.a. een stormvloed in 1953 en een ijzige winter in 1963. De arctische flora en fauna heeft zich aangepast aan het geslonken noordpoolijs en zich hersteld, zoals de natuur ook doet na massale bosbranden en vulkaanuitbarstingen.
-----------------------------------------Jaap Stooker--------------------------
Personeelstekort
Het is op dit moment veel in het nieuws en je hoort het overal: ‘personeelstekort’. Dit sluimert al langer, zoals bij het tekort aan leerkrachten, maar het is pas echt naar buiten gekomen na de coronatijd, toen alle activiteiten die op een laag pitje stonden weer opgestart werden. Iedereen wilde weer uitgaan, winkelen en met vakantie. Met als gevolg lange rijen op Schiphol en terrassen die niet volledig open kunnen. En nu hoor je het overal, zeker in deze zomerperiode nu veel mensen met vakantie zijn en niet iedereen beschikbaar is.
Ook in de Protestantse Gemeente Eindhoven hebben we last van personeelstekort, maar dit is niet iets van de laatste tijd, dit speelt al jaren. Het komt vooral door de vergrijzing en door de krimp van onze gemeente. Het gevolg is dat er steeds minder mensen beschikbaar zijn om het werk te doen, terwijl het werk niet veel minder is geworden. In veel van onze kerkelijke organisaties zijn er vacatures, zowel in de wijkkerkenraden, de diaconie, de kerkrentmeesters en ook in onze Algemene Kerkenraad. Om het bij de AK te houden, volgens de plaatselijke regeling zouden we uit twaalf leden moeten bestaan, echter hiervan zijn er nu vier vacatures, waarvan die van AK-scriba het meeste problemen geeft. Hetzelfde patroon zie je bij de andere kerkorganen.
Omdat er op korte termijn geen zicht is dat het snel beter zal worden, is nu het plan om na te denken hoe we het anders kunnen aanpakken, echter nog wel binnen de regels van de kerkorde. We willen hiervoor ideeën uit de gemeente verzamelen en zijn op dit moment van plan om de gemeenteavond van komende november hiervoor te gebruiken. We moeten hierbij kijken hoe we met kleinere bestuursorganen (dus minder mensen) toch het essentiële werk kunnen uitvoeren. Ook kan er gekeken worden hoe naast de ambtsdragers andere vrijwilligers meer te betrekken. Om de gemeenteavond voor te bereiden en hiervoor de benodigde informatie te verzamelen zal er een klein groepje gevormd worden met vertegenwoordigers van de wijken, de kerkrentmeesters, de diaconie en de AK. De bedoeling is dat dit groepje in september van start zal gaan. We hopen dat er een flink aantal van onze kerkleden naar de gemeenteavond zullen komen. Die zal op 16 november plaatsvinden.
Er zijn nog een aantal andere onderwerpen die we als AK willen aanpakken. We hopen nu hiervoor tijd te hebben, nadat we het afgelopen jaar hard bezig waren met de fusie met de Protestantse Gemeente St. Oedenrode, Son en Breugel. Op de vergadering van september zullen we het hebben over de communicatie binnen onze gemeente en daarbij ook over de website. We hopen dan ook met ideeën te komen om die te verbeteren. Ook hier zullen we moeten zoeken naar mensen om die plannen uit te voeren. Kortom, we beginnen het nieuwe jaar met een hoop energie en veel plannen. Later dit jaar krijgt u nog verdere informatie over de opzet van de gemeenteavond.
-------------------Henk Grootjans, voorzitter AK-------------------------------
Oecumenische thema-avond op 15 september
De dementievriendelijke kerk: een avond met Annemarie Roding
Donderdag 15 september
Tijd: 19:30-21:30
Locatie: PGN Nuenen De Regenboog, Sportlaan 5, 5671 GR Nuenen
telefoon 040 – 283 72 40
Op deze avond laat Annemarie Roding, auteur van het boek ‘De dementievriendelijke kerk’, ons zien wat je als kerkgemeente voor dementerende mensen en hun mantelzorgers kunt betekenen. Ze wil op deze avond handvatten aanreiken om in gemeente- en parochieverband mee verder te kunnen. Deze avond is bestemd voor gemeenteleden, pastorale bezoekers en bestuurders.
Na een korte inleiding door Annemarie Roding gaan wij in vier workshops uit elkaar met de volgende thema’s:
⦁ Contact
Hoe houd ik / maak ik contact met iemand die dementie heeft?
⦁ In contact komen / gesprek voeren / andere vormen van contact
⦁ Op welke manier kun je ook op geloofsvlak contact bewaren?
Doelgroep: pastoraal bezoekers of gemeenteleden / parochianen die vanuit hun kerklid-zijn contact willen bewaren met een medekerklid dat dementie heeft.
⦁ Dementie en de kerkdienst
⦁ Proberen in te beelden hoe iemand met dementie een reguliere kerkdienst kan ervaren
⦁ Samen zoeken naar (eenvoudige) manieren om iemand met dementie hierin (zo lang mogelijk) te ondersteunen.
Doelgroep: voor wie naast elkaar in de banken zit, welkomstmedewerkers, kosters, koffieschenkers, ervaringsdeskundigen
⦁ Parochiebestuur / kerkenraad
Wat kunnen we vanuit de kerk als organisatie doen voor onze parochianen en gemeenteleden die dementie hebben?
⦁ Met praktische en haalbare suggesties
Doelgroep: Voor wie zich betrokken weet bij het bestuur van de gemeenschappen.
⦁ Dementie en mantelzorg
⦁ Hoe raakt dementie de mantelzorger?
⦁ Op welke wijze kan de geloofsgemeenschap ook voor mensen die zorgen voor iemand met dementie van betekenis zijn?
Doelgroep: Voor mantelzorgers zelf en mensen die rondom hen (willen) staan.
Deze bijeenkomst wordt gezamenlijk weer afgesloten en de deelname is gratis. Als u wilt mag u na afloop een vrijwillige bijdrage geven.
-------------------------Marlies Schulz------------------
Bijbels bijbellezen: waarom eigenlijk? - 1
We beginnen vanaf nu een nieuwe rubriek: Bijbels bijbellezen. Dit klinkt eigenaardig. Het brengt ons direct tot de vraag: Is er dan ook niet-bijbels bijbellezen? Ik wou dat dat onmogelijk zou zijn. Maar helaas... het is sneller niet-bijbels dan bijbels.
Wat bedoel ik daar dan mee? Allereerst en vooral de aloude gewoonte om het Nieuwe Testament apart, zeg maar los te lezen. Los van de bodem waarop het staat, nl. het zgn. Oude Testament. Het Nieuwe Testament is niet alleen een commentaar op het Oude, de schrijvers, de apostelen en evangelisten, rekenen erop dat hun lezers vertrouwd zijn met de oudtestamentische begrippen, ze hopen op herkenning. En door die herkenning krijgt de lezer zicht op de betekenis van wat evangelisten en apostelen willen betogen.
Wat gebeurt er met lezen als je niet vertrouwd bent met het Bijbels jargon? Ja, dan moet je het zelf invullen met wat jijzelf weet. Dat heet de filosofie van de dag, dat is wat men nu eenmaal denkt.
Dan gaat het met alle Bijbel lezen helemaal fout. Om een voorbeeld te geven: In Mattheus 3:15, bij de doop van Jezus door Johannes, laat Mattheus Jezus zeggen: ‘Laat mij thans geworden (gedoopt worden), want zo past het ons (jou en mij) alle gerechtigheid te vervullen”. Als je niet uit het Oude Testament hebt geleerd wat gerechtigheid in de Bijbel betekent, dan denk je al gauw: o ja, vorige maand reed ik door rood, nu vind ik een boete op de deurmat, dat is mijn terechte straf: gerechtigheid. Logisch, maar er helemaal naast.
In de Bijbel betekent gerechtigheid, dat iemand tot zijn/haar recht komt, kan zijn wie hij/zij in potentie is, hij/zij wordt zijn/haar echte zelf. Hij/zij wordt niet meer daarvan afgehouden door de machten die er zijn, overheden (toeslagaffaire!), bazen, thuis enz. Je komt tot je recht, jij moet en zult tot je recht komen en allen die dat in de weg zitten (dat mensen tot hun recht komen), zullen daarin niet slagen, uiteindelijk. Dus wat Mattheus hier Jezus laat zeggen, is, dat “door die doop van Mij, verenig ik mij met de reddelozen, die geen leven hebben en dus Bijbels gesproken in de dood liggen, opdat zij in mijn bovenkomen ook tot leven gewekt zullen worden. Nu staat daar bij Mattheus a l l e gerechtigheid, dat betekent dus dat door Jezus’ weg, zijn leven en sterven (en Opstanding!) alle mensen tot hun recht zullen komen.
Dat heet in de Bijbel Shalom, vrede, gerechtigheid als begin van Shalom en Shalom als de voltooide gerechtigheid.
Het zou dus onmiddellijk verboden moeten worden om losse nieuw testamentjes te verspreiden. Hoort gij dat Bijbelgenootschappen?! Stoppen daarmee. Nu. Je gaat van een Agatha Christie ook niet het laatste hoofdstuk los in de winkel leggen. Dat zou achterlijk zijn en niet verkopen. Je weet dan hoogstens wie ”het gedaan heeft”.
Maar ook als men voorin begint, met Genesis 1, kan er nog heel veel fout gaan.
Men gaat dan historisch lezen. Eerst schiep God alles en alles was “dikke mik” en een tijdje later kwam die stomme Eva met die appel en is alle ellende begonnen. Tot Jezus kwam…
Met andere woorden: een tijd-volgorde. Dan gaat alles fout. Automatisch wordt dan Genesis 1 een verhaal dat achter je ligt en niet meer vóór je. Je hebt het dan allemaal “al gehad”. Het is verleden tijd geworden. We gaan dan lineair-historisch lezen. Eerst de Schepping, daarna de zondeval, dan een hele tijd niets, dan Jezus, die met zijn leven, lijden, sterven en opstanding alle kuilen uit de weg heeft geasfalteerd, zodat we lekker door kunnen rijden op weg naar het einde?!….. Deze leeswijze brengt je niet dichter bij de betekenis van de Bijbelse verhalen, maar juist er verder vanaf. Daarover gaat het de volgende keer.
--------------------------Wim de Leeuw--------------------
Praten over poëzie
Als je van gedichten houdt, zijn dit mooie avonden voor je! We gaan met elkaar in gesprek over poëzie. Gedichten kunnen je raken door je met een paar woorden verdieping te geven en inzichten te bieden.
Het gesprek gaat via eenvoudige werkwijze: ieder van de deelnemers neemt een gedicht mee, dat hem of haar aanspreekt. Eerst leest diegene zelf het gedicht hardop voor, daarna leest iedere andere deelnemer datzelfde gedicht nogmaals voor. Het bijzondere van poëzie is dat alleen al de wijze van voorlezen vaak nieuwe betekenissen geeft. Vervolgens krijgt de deelnemer die het gedicht heeft ingebracht de gelegenheid om uit te leggen, wat hem / haar raakt in het gedicht. De anderen kunnen hier weer op reageren. Zo ontspint zich een gesprek, dat vaak persoonlijk van aard kan zijn. Het gaat dus niet in de eerste plaats om de literaire waarde van een gedicht.
Op de maandagen 19 en 26 september en 10 oktober gaan we ‘praten over poëzie’. Maar je kunt er ook voor kiezen om één avond mee te doen. Het is de bedoeling dat iedereen zelf een gedicht zoekt (en meeneemt) naar aanleiding van een thema.
Op maandag 19 september is het thema ‘nieuw begin’; op 26 september ‘verlangen’; op 10 oktober is het thema ‘het einde’.
Voor vragen en opgave, kun je contact opnemen met
ds Tjalling Huisman, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. / 06 15 69 59 19
-----------------------------Tjalling Huisman-------------------------
Luther over de christelijke vrijheid
Luther écht leren kennen waar het spannend wordt: dat is het doel van de cursus ‘Leren van Luther. Want wij denken vrij te zijn, maar zijn we dat ook? Waar zit werkelijke vrijheid in? Luther heeft het over de vrijheid van de geest. Wat bedoelt hij?
In het seizoen 2022-2023 lezen we delen uit Luthers beroemde verhandeling over de vrijheid van de christenmens. Dat korte geschrift begint met een veel geciteerd, maar weinig begrepen aforisme (bondige uitspraak):
Een christenmens is een volkomen vrij heer over allen
en niemands onderdaan.
Een christenmens is een volkomen dienstbare knecht van alles
en ieders onderdaan.
Luther zegt dat geloof de bron is van vrijheid, maar wat is geloof volgens hem (in ieder geval niet: het onderschrijven van een aantal leerstellingen). En waarom is christelijke vrijheid onherroepelijk verbonden met spontane christelijke dienstbaarheid?
In Over de christelijke vrijheid (De libertate christiana) vinden we Luthers eerste samenhangende formuleringen over de betekenis van geloof (als reactie op Gods belofte)
en over de relatie tussen christelijk vrijheid en christelijk ethiek.
In het seizoen 2022-2023 wordt voor de tiende keer de cursus Leren van Luther aangeboden. Ooit begonnen als een korte leergang in enkele Lutherse gemeenten wordt deze cursus nu gegeven op veertien plaatsen in heel Nederland (van Groningen tot Eindhoven en van Amsterdam tot Hengelo). De deelnemers zijn niet alleen van Lutherse huize maar van alle achtergronden, allen met een belangstelling om zich aan de hand van teksten van Luther in vragen van het geloof te verdiepen.
De cursus omvat vier middag- of avondbijeenkomsten van 1,5 uur.
Deelname kost slechts € 20,- per persoon. Deelnemers hebben de beschikking over een zorgvuldig samengestelde reader (pdf of kopie) met een samenvatting van Luthers betoog en een selectie van paragrafen uit zijn geschrift. Er is ook een gelegenheid om online deel te nemen. De cursus gaat door bij minimaal acht deelnemers.
1ste bijeenkomst :
Innerlijke vrijheid door aanvaarding van Gods genade, prof. dr. Markus Matthias
2de bijeenkomst:
Vrij boven alles uit in verbondenheid met Christus, dr. Theo van Willigenburg
3de bijeenkomst:
Tot dienstbaarheid groeien, ds. Willy Metzger
4de bijeenkomst:
Je naaste dienen: leven voor de ander, ds. Susanne Freytag
Tijd: dinsdagmiddag: 14.30 uur – 16.00 uur
Locatie: Dommelhoefkerk, Dommelhoefstraat 1A, Eindhoven
Data: 29 september, 11 en 15 oktober en 8 november
Aanmelden bij: ds. Susanne Freytag, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., 06-43955283
---------------------------------------------------------------------------
Capella Vesperale
Eind vorig jaar moest het koor dat Evensongs in de Catharinakerk verzorgt, besluiten daar mee te stoppen. Door ontwikkelingen in de laatste jaren (met name de coronaaatregelen) lag er veel stil en was het koor te klein geworden om verder te kunnen.
Nu heeft het koor toch een nieuwe start kunnen maken. Nieuwe koorleden zijn welkom. Daarom een uitnodiging aan wie graag Engelse Hymns en koormuziek zingt om een paar keer per jaar met de Capella mee te zingen. Wie interesse heeft kan het melden bij Bert Jan van Haarlem, e-mail::Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken." Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., telefoon: 040-2366339.
Evensongs
Nu na de coronabeperkingen ook koren weer kunnen zingen, is er door de Royal Music School of Church Music (RSCM) een Music Sunday in het leven geroepen, als begin van een nieuwe periode van kerkzang. Ook in Eindhoven is daar vorm aan gegeven op zondag 19 juni in de Catharinakerk.
In september zal gestart worden met een nieuw seizoen van de Evensongs. Op zondag 18 september is er vesper, die in het teken zal staan van het herdenken en vieren van de bevrijding van de stad Eindhoven op 18 september1944. In deze vesper zal naast de in een avondgebed gebruikelijke liederen en gebeden de kantate 'Umschlinget uns, ihr sanften Friedensbande' van Georg Philipp Telemann tot klinken gebracht worden. De viering begint om 16.00 uur.
-----------------------------Bert Jan van Haarlem------------------------
Protestfonds
Het Protestfonds bestaat al ruim dertig jaar en sinds haar oprichting is er nog steeds sprake van dat er veel mensen zijn die moeten rondkomen van een minimum. We zijn als samenleving blijkbaar niet in staat om de uitkeringen en het minimumloon zodanig te verhogen dat mensen kunnen ontsnappen uit de armoede. Jarenlang moeten rondkomen van een bijstandsuitkering is onvoorstelbaar voor mij en waarschijnlijk ook voor u. Het feit dat je elke euro drie keer moet omdraaien voor je hem uitgeeft. Continue in geldzorgen zitten. Dat is ook slecht voor je mentale en lichamelijke gezondheid.
De Raad van Kerken in Nederland maakt zich zorgen over de groeiende tweedeling in onze samenleving. De groeiende kloof tussen rijk en arm tast de sociale samenhang aan. Sociale vrede en welzijn worden bepaald door de onderlinge solidariteit tussen mensen en groepen in de samenleving.
Op het Protestfonds van het College van Diakenen kunnen mensen die in armoede leven een beroep doen voor een financiële bijdrage. In september / oktober zal weer een uitkeringsronde plaats vinden.
Mag ik u vragen dat ook nu weer mogelijk te maken?
Zij die in aanmerking willen komen voor een uitkering kunnen tot 15 september 2022 een brief met onderstaande inhoud naar het Protestfonds sturen.
“Hierbij deel ik u mee dat ik bereid ben om een bedrag uit het Protestfonds als lening te ontvangen. Ik betaal de lening terug door, als ik ooit in betere doen kom, geld te storten in het Protestfonds.
Mijn huishouding bestaat uit een gezin / vrouw / man / thuiswonende kinderen jonger dan 27 jaar / thuiswonende kinderen van 27 jaar of ouder. ( Omcirkelen wat van toepassing is ).
Als bewijs dat ik van een uitkering op bijstandsniveau leef, stuur ik u bijgaand een kopie van het laatst ontvangen uitkeringsoverzicht van de instelling welke mijn uitkering verzorgt.”
Brief voorzien van naam, adres, telefoonnummer, bankrekeningnummer en handtekening.
Reactie en stortingen
Protestfonds van de Diaconie, PGE
p/a Camphuysenstraat 4, 5615 KS Eindhoven.
IBAN : NL12 RABO 0373 7369 59
-------------------------Wim Wiggers----------------------------
Het Vakantiebureau - Midweek 'Ouderen in het zonnetje'
Naast de gratis vakanties die we samen met RCN Vakantieparken organiseren voor honderd kansarme gezinnen, staat ook dit jaar de midweek 'Ouderen in het zonnetje' op het programma.
Deelnemers kunnen zich in kleine groepjes van vier personen of individueel aanmelden voor de midweek van 12 t/m 16 december 2022. De ouderenmidweek vindt plaats op de RCN parken de Jagerstee, de Flaasbloem of de Potten. Hopelijk gooit corona dit jaar geen roet in het eten. Fijn als u helpt meezoeken naar mensen voor wie deze vakantie geschikt is. Meer informatie leest u op de website www.hetvakantiebureau.nl/ouderenmidweek.
---------------------------Wim van Dijk----------------------------
Diaconie buiten de kerk
Als kerk gebruiken we de term ‘diaconie’ voor alle activiteiten waarbij we dienend aanwezig zijn. Praktische steun voor mensen die het moeilijk hebben, aandacht voor situaties van onrecht en ongelijke kansen, projecten van Kerk in Actie, enzovoort. Zo zijn we nu onder andere betrokken bij de Huiskamer voor Vluchtelingen, om cursussen en scholing voor jonge vluchtelingen zonder status mogelijk te maken. Door het aanleren van praktische vaardigheden zoals schilderen, timmeren, eenvoudige klussen op gebied van elektriciteit, ontwikkelen ze vaardigheden waarmee ze hier of elders in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Een heel belangrijk effect is ook dat hun eigenwaarde groeit. Overigens blijven we als diaconie op zoek naar gemeenteleden die hieraan mee willen helpen of mee willen denken over hoe we dit kunnen realiseren in Eindhoven. Iets voor u? Voor jou?
Ons past bescheidenheid: als kerkgemeenschap zijn we in de samenleving vaak niet herkenbaar en niet aanwezig. Soms omdat we niet gezien worden. Maar ook omdat we ons meer richten op de mensen en de gemeenschap in de kerk, dan op de samenleving en de mensen buiten de kerk.
In die samenleving zijn talloze initiatieven die je ook diaconaal zou kunnen noemen. Vrijwilligerswerk bij schuldhulpverlening, het maatjesproject van het Rode Kruis, in onze eigen stad Eindhoven doet, teveel om op te noemen.
Eén van die initiatieven is de Stichting Eet Mee, die vanaf 2009 onbekenden met elkaar samenbrengt aan de keukentafel. Gewoon om nieuwe mensen te leren kennen. Met de komst van veel Oekraïense vluchtelingen naar Nederland ontstond het plan om etentjes voor hen te organiseren. En zo werd Oekraïners aan tafel geboren. Nederlanders die het leuk vinden om een keer te koken en te eten met Oekraïners kunnen zich aanmelden en aangeven hoeveel mensen ze kunnen ontvangen, of er kinderen mee eten. En Oekraïners die geïnteresseerd zijn in een etentje en kennismaking met een Nederlandse familie kunnen zich ook aanmelden. De stichting zorgt voor een match, en laat het dan verder aan het gastgezin over om contact te leggen met de gast of gasten. De stichting Eet mee is ook in onze stad actief. Misschien is het een idee om mee te doen? Op de site www.eetmee.nl kun je je aanmelden. Diaconie , juist ook buiten de kerk!
----------------------------------Antje Dekker---------------------------
De maat slaan
Jarenlang speelde ik blokfluit in een ensemble, samen met vijf anderen. Als solist had je de moeilijkste noten. Geweldig vond ik dat. Ik keek eerlijk gezegd niet erg uit naar het leren bespelen van de grootste blokfluit, de bas. Want die heeft maar een paar noten.
Mijn fluitleraar vertelde me iets dat ik nooit ben vergeten. “De bas heeft misschien niet veel noten maar zonder de bas vliegt alles uit de bocht. De bas bepaalt het tempo. De bas slaat de maat.”
In 2002 ging ik werken in de verstandelijk gehandicaptenzorg. Dit verhaal sluimerde jarenlang in mijn hoofd. Geen reden om het te wekken. Tot ik een uitvoering zag van de muzikanten van de drumband. Cees speelde de grote trom. Heel af en toe sloeg hij met zijn stok op de grote trom. Precies in de maat. Hij hield de hele boel bij elkaar. De stilte tussen de noten bepaalt net zo goed de muziek als de muziek zelf.
Zo is dat ook met gesprekken. Die worden bij elkaar gehouden door woorden én stilte. En bij mensen die de taal niet machtig zijn, voer ik gesprekken met een aanraking, een lied, een blik. Een ontmoeting is net zo veel bij elkaar in de buurt zijn als weer bij elkaar vandaan gaan. Zo leerde mijn fluitleraar me iets heel belangrijks: zonder maat, zonder ritme is er geen muziek. En na twintig jaar in de zorg durf ik te zeggen: zonder maat, zonder ritme, zonder stilte is er ook geen ontmoeting.
Ik leerde de basblokfluit bespelen en leerde zo dat de echte schoonheid van muziek zit in de solo en de bas samen. Soms, in een ontmoeting met een bewoner, collega of familielid, ben ik de solist, en spreek ik veel. Soms ben ik de bassist die af en toe iets 'bromt.’ Allebei even waardevol.
------------------------------Karin Seijdell---------------------------
Bevoogding
Tijdens de zeventiende eeuw werd, naast de Oost-Indische Compagnie, ook de West-Indische Compagnie opgericht, kort de WIC. Deze moest zorgen voor de Nederlandse handel en scheepvaart op het westelijk halfrond. Daarbij hoorde ook de handelspost in Nieuw Amsterdam dat later New York is gaan heten. Voor de Nederlanders die daar werkten moest er ook een protestantse kerk komen. Dat was toen de Gereformeerde Kerk. De WIC wilde de vestiging daarvan uitbesteden aan de classis Amsterdam en de synode van Noord-Holland. In de jaren die volgden benoemden deze kerkelijke instanties predikanten voor de kerk in Nieuw Amsterdam. Die predikanten werden beschouwd als zendelingen, die verantwoording moesten afleggen aan de kerken in Nederland. Zij werden geordend en benoemd in Nederland. Niet alleen de predikanten, maar ook de plaatselijke kerkenraad was onderworpen aan de genoemde classis en de synode.
Van lieverlee groeide het aantal lidmaten en kwamen er kerken bij. De kerkenraden hadden voor tal van zaken de Nederlandse toestemming nodig. Zo mochten zij geen eigen predikantsopleiding opzetten. Deze bevoogding zorgde in de Nederlandse kerken in Amerika op de duur voor irritatie en verzet. Er ontstond in New York in de jaren zeventig in de achttiende eeuw verdeeldheid: een partij was voor handhaving van de ondergeschikte positie en een andere voor eigen vrijheid van handelen. Na verloop van tijd kreeg de laatste partij de overhand en in 1769 ging de Noord-Hollandse synode eindelijk akkoord met het zelf benoemen van predikanten door de Amerikaanse kerken. Omstreeks dezelfde tijd was men daar ook in het Engels gaan preken. Niet lang daarna werden de Amerikaanse kerken onafhankelijk van de kerken in Nederland.
Het paternalisme heeft ook jarenlang bestaan bij de vestiging van andere kerken, zoals bijvoorbeeld in het toenmalige Ceylon, nu Sri Lanka genoemd. Daar bleven die kerken de Nederlandse belijdenisgeschriften en zelfs de Dordtse Leerregels handhaven. Ook bij de Nederlandse zending is deze bevoogding tot in de twintigste eeuw de gewoonte geweest. Dit was ook elders het geval. Zo waren er in China veel Amerikaanse zendelingen werkzaam. Toen de communisten na 1950 de Amerikanen heenzonden, zijn alleen die Chinese kerken staande gebleven die zonder Amerikanen op eigen benen hadden gestaan.
In Nederland waren de plaatselijke kerken eeuwenlang wel zelfstandig. Na de Dordtse Synode in 1619 is er zelfs ongeveer 200 jaar geen nationale synode geweest. Er was wel een kerkorde om gemeenschappelijke zaken te regelen, maar er waren voorzieningen voor het geval kerken bezwaar hadden tegen bepaalde besluiten. Tijdens de achttiende eeuw was men geleidelijk niet meer van gereformeerde maar van hervormde kerken gaan spreken. In 1816 werd een algemene synode benoemd en ging het niet meer over hervormde kerken (meervoud), maar over de Nederlandse Hervormde Kerk. Inmiddels is de kerkorde uitgegroeid tot een boek, waarin heel veel is beschreven en vastgelegd. De bevoogding is daarbij nog steeds levend. Nu is het niet meer een kerkelijke instantie die de dienst uitmaakt, maar een boek vol regels, waarin bijvoorbeeld staat dat een kerk niet zelfstandig kan blijven als er te weinig ouderlingen zijn, ook al zijn de leden actief.
--------------------------------Gerard van Gurp---------------------
Inspiratiebedrijf De Hofstad
Op een van de avonden afgelopen seizoen over klimaat en milieu luisterden we o.a. naar een jonge bevlogen boer, Paul Schots. Hij vertelde over zijn biologische en natuur-inclusieve manier van melkveehouden. Die avond hoorde ik ook zijn bezorgdheid over de toekomst van de leefbaarheid op onze aarde. Graag wil ik dat zijn geluid door meer mensen gehoord zal worden en daarom vroeg ik hem of hij in SAMEN wilde schrijven. Liever wilde hij geïnterviewd worden en zo gebeurde.
Ruim zeven jaar geleden verhuisden Paul en zijn vrouw Lia en drie dochters naar de Hofstad in Son en Breugel. Samen met de oom van Lia vormden ze een maatschap op de, al jaren bestaande, melkveehouderij. Paul is psycholoog en werkte daar voor bij Philips. Tot op dat moment zwaaide oom Albert Vink de scepter op de boerderij en hij deed dat op de traditionele manier.
In de periode voordat Paul met zijn gezin op de boerderij kwam wonen woonden zij in Uden, waar zij in een weide achter hun huis een kalfje hielden. Achter dat weiland was een aardappelveld en regelmatig zagen Paul en Lia daar de gifspuit over gaan, dat gaf te denken. Reden waarom zij toen al biologische aardappels gingen kopen.
Wonend op de boerderij begonnen Paul en Lia te dromen over het omschakelen van de boerderij tot een biologische melkveehouderij. Zij lieten zich gedegen informeren en verdiepten zich erin, wat dat zou betekenen voor hun bedrijfsvoering. In diezelfde tijd las hij het boek van Ben Tichelaar: Dromen, durven, doen.
Dat maakte dat hij en zijn vrouw de sprong waagden en van de droom een daad maakten. Het betekende kruidenrijk gras en de koeien zo veel mogelijk in de wei. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest werd in de ban gedaan, waardoor het gras minder hard ging groeien. En er werd druk op zoek gegaan naar meer weilanden om genoeg voedsel te kunnen produceren voor hun koppel koeien.
Enkele jaren later werd een subsidie aangevraagd om een stalvloer aan te kunnen leggen waarin de urine van de stront gescheiden kan worden. Ook een voorwaarde voor Brabantse boeren vanaf 2024.
Die aanvraag, speciaal ontwikkeld om jonge boeren de kans te geven versneld om te schakelen naar een emissiearme stal, werd geweigerd. Paul en Lia zaten namelijk nog midden in het proces om de boerderij over te nemen van oom Albert. Hierdoor werd deze ook gezien als bedrijfslid, en aangezien hij geen jonge landbouwer was werd de subsidie niet toegekend. Er volgden jaren van procederen en uiteindelijk werd de subsidie toch toegekend. Het duurde daarna nog wel enkele maanden voordat deze werd uitgekeerd. Inmiddels was de stal al klaar.
Mede door deze ervaring heeft Paul begrip voor de protesterende boeren. De overheid is te vaak een minder betrouwbare partner gebleken. Zelf is hij meer van het gesprek. Zijn lijfspreuk is: verbeter de wereld, begin bij jezelf. Hij heeft goed contact met de gedeputeerde in Brabant en met het college van B en W van de gemeente.
Hij is er van doordrongen dat er veel manieren van werken nodig zijn om stikstof te reduceren en alles duurzamer te doen. Er zou een compleet plan moeten komen voor stikstof, CO2 en biodiversiteit. Het heeft te maken met veevoer, met mest, met water enz. Paul is er van overtuigd dat we het met plantaardig voedsel alleen niet redden, we hebben dieren en hun mest nodig. Nu doen we net alsof mest een gifstof is. De Nederlandse mest wordt zelfs naar Frankrijk vervoerd omdat daar te weinig dieren zijn, vertelt hij. Daarnaast zijn de kruidenrijke graslanden bron van voedsel voor de insecten in onze natuur. Als je nu de boeren wegjaagt die hun koeien daar ook in laten weiden, dan krijg je akkers met soja, tarwe, lupinen of andere mono-teelten terug. En hiermee dus een nóg hardere achteruitgang van de biodiversiteit. Volgens Paul een contraproductieve maatregel.
In deze tijd van droogte is de weide van de Hofstad nog groen en hebben de koeien genoeg te eten. Dat komt doordat de weides gedraineerd worden met water uit het restwater van Bavaria. Dit water wordt via het Wilhelminakanaal vervoerd naar de akkers van Paul en Lia. Niet alleen het gras, maar ook de biologische mais vaart er wel bij.
Op het ogenblik hebben ze op de boerderij vijfenzestig koeien op vijfenvijftig hectare grond. Het gezin kan van alleen de biologische melkveehouderij niet leven, ondanks dat Paul lange dagen maakt (van 6 - tot 20.30 uur). Eigenlijk toch te gek, dat wij als maatschappij harde eisen stellen aan onze boeren, maar vervolgens volop voedsel uit het buitenland kopen, dat lang niet aan deze eisen voldoet. Maar toch, Paul geniet van zijn werk. Als zijn moeder
’s avonds zegt: ‘o ja, jij moet nog werken’, antwoordt hij: ‘nee, ik moet nog melken’.
Omdat Lia drie dagen van de week als dierenarts werkt hebben ze voldoende inkomen. Twee dagdelen in de week biedt Paul ook zorg aan op de boerderij. Degenen die daar gebruik van maken, helpen hem en komen vaak weer steviger in het leven te staan. Er staat een kleine vergoeding van het PGB tegenover. Een extraatje en het geeft enorme voldoening. Ook verkopen zij biologisch vlees en melk van hun koeien en hebben zij een vergaderruimte, die regelmatig verhuurd wordt.
Word je nieuwsgierig wanneer je zijn verhaal leest, dan raad ik je aan eens op de website te kijken van de Hofstad, www.dehofstad.com
----------------------------Wil van Egmond------------------------
Wie Wat Waar in beeld
Als nieuwkomer in de hoofdredactie van SAMEN ben ik bezig geweest met de Wie Wat Waar rubriek en het verkrijgen van overzicht in de rubrieken die in de SAMEN worden behandeld.
Via “Wijkberichten/Kerkdiensten” krijgen we als lezer veel informatie over wat er in de verschillende kerken van onze Protestantse Gemeente Eindhoven (PGE) speelt. Via “ZorgSamen” mogen we delen in de ervaringen opgedaan in de verschillende zorginstellingen. En via “Samen naar Buiten” worden we actief betrokken bij onze medemens in de stad Eindhoven.
Alle gegevens bij elkaar vormden bij mij een beeld wat ik graag met u/jou wil delen. We zijn verbonden met elkaar, wat ik heb willen symboliseren met een draad langs alle locaties die betrekking hebben op de verschillende rubrieken.
Het kerkblad SAMEN is een prachtig blad waarin uiting gegeven kan worden aan alles wat leeft in deze verbonden gemeenschap van mensen in de stad Eindhoven. Voor verbondenheid is het nodig om elkaar te (leren) kennen en elkaar persoonlijk te treffen. Wat let u/jou om eens op de fiets te stappen en de verschillende locaties te bezoeken? Een keer buurten bij de ander, het gesprek aangaan, een kijkje in de keuken nemen, deelnemen aan activiteiten die bij de ander georganiseerd worden?
Zelf raak ik keer op keer geïnspireerd wanneer ik in contact kom met de ander door daadwerkelijk elkaar te treffen op die andere locatie, of op de koffie in een huiskamer of door te lezen over wat die ander met mij wil delen.
Ik ben ervan overtuigd dat wanneer wij bij elkaar in beeld komen het gevoel van verbondenheid alleen maar zal toenemen. We zijn geen losse puntjes op een kaart van Eindhoven, maar we vormen met elkaar een prachtig Samenspel!
----------------------Baukje Osinga-Kuipers------------------------------
Open Huis op zaterdag
De meeste mensen denken dat inloophuis Open Huis alleen in de Catharinakerk is van dinsdag t/m vrijdag. In eerste instantie was dat ook zo, maar in de loop van de tijd, bleek dat er op zaterdag geen enkel inloophuis open was voor de dak- en thuislozen. Het bestuur van het Open Huis wilde daar iets aan doen, maar op zaterdag is er vaak een concert of een andere activiteit, waardoor wij niet kunnen beschikken over de ontmoetingsruimte.
Na wat rondvragen gaf de Petruskerk aan de Kloosterdreef aan hun deuren op zaterdag te willen openen voor onze gasten. Het Open Huis op Zaterdag was geboren! Vanaf het begin hebben zich een aantal vrijwilligers gemeld voor juist deze inlooplocatie. Waar we aanvankelijk in een ruimte in een bijgebouw zaten, hebben de coronamaatregelen gemaakt, dat dat niet meer op deze manier kon. Het team van de Petruskerk heeft toen aangeboden om pakketjes brood en soep uit te delen in de ruimte onder de toren van de kerk. Dat bevalt zó goed, dat dat na de maatregelen zo is gebleven. Hoe gaat het daar aan toe? Bijgaand een verslag van een van de vrijwilligers: ‘Vanmorgen vertrok ik richting Petruskerk. Ja, daar is onze zaterdaglocatie voor het Open Huis op Zaterdag. Eerst maar eens boodschappen doen. Meestal zijn er zo’n twintig personen, maar de twee laatste keren waren het er in eens bijna dertig. Er waren een aantal Polen, die onze locatie gevonden hadden. Mond-op-mondreclame blijkt goed te werken, want we zien steeds meer Polen onder onze gasten.
Ik heb de boodschappen er inmiddels op afgesteld en samen met de andere vrijwilligers ga ik vlug van start om de pakketjes brood te maken, de soep te verzorgen en te zorgen dat alles op tijd klaar staat. Dat doen we meestal met drie mensen. We kletsen dan heel wat af en dat maakt het heel gezellig.
Deze morgen was er een uitvaart dus was het belangrijk dat iemand buiten onze gasten op de hoogte stelde, dat we misschien iets later open zouden gaan. We gebruiken namelijk de ruimte onder de toren dus het voorportaal van de kerk.
Iets over twaalf gingen we open en toen waren ze er allemaal tegelijk. We deelden soep uit, en als iemand liever eerst koffie heeft kan dit ook. Maar het was zó druk vandaag, dat we toch maar adviseerden om ook vast soep mee te nemen.
Meestal gaat het rustig eerst de soep en dan de koffie, thee en de pakketjes, maar vandaag niet, hoor. Er werd direct om pakketjes gevraagd: ‘ik wil er graag twee en ook een voor die daar………, ik graag ook’. We zagen de voorraad snel slinken. Gelukkig is het gelukt iedereen van een pakketje te voorzien en dat is een fijn gevoel. We zien blije mensen weggaan; natuurlijk ook sommige teleurgesteld, want aan slaapplaatsen of geld kunnen we ze niet helpen. Maar dat onze gasten het fijn vinden ook op zaterdag bij ons terecht te kunnen, dat doet ons goed. Een ding vandaag geleerd: we maken volgende week een paar pakketjes meer. Fijn om te doen, maar jammer dat het nodig is.
------------------------Loes en Bernadette----------------------
‘Van U is de toekomst’, over klimaat en kunst
Vragen naar een groene kerk worden al jaren besproken. Dat was al met het conciliair proces in de vorige eeuw. Het gaat over rentmeesterschap over de schepping. ‘Aan de Heer behoort de aarde’, zo begint Psalm 24. Aan de mens is opgedragen goed voor de aarde te zorgen. In Genesis 1 vers 15 staat: ‘De Heer God bracht de mens dus in de tuin van Eden, om die te bewerken en erover te waken’.
De vragen en problemen over de natuur en het milieu zijn uiterst actueel. De klimaatverandering ervaren we deze droge hete zomer wederom aan den lijve. De maatregelen die moeten worden getroffen zijn vergaand, maar treffen niet iedereen gelijk. Denk aan de energiecrisis en het boerenprotest. Het zijn bronnen van conflict en tegenstellingen in onze samenleving. Alle reden om daar in de kerk bij stil te staan.
Het was dan ook een goed idee om het afgelopen seizoen de bijeenkomsten over het thema ‘de toekomst begint nu’ te richten op het klimaat. Ik ben zelf helaas niet in staat geweest om aan enkele van die bijeenkomsten deel te nemen, maar ik neem de uitdaging graag aan om eens te kijken wat deze rubriek met Kunst aan het thema kan toevoegen.
Voor een eerste onderzoek type ik bij Google de woorden ‘kunst milieu’ in. Dat geeft meteen resultaat. Er verschijnt een lijst met verwijzingen. Bovenaan milieudefensie. Er wordt een pagina geopend. De tekst ‘Het klimaat heeft kunst nodig’ komt prominent in beeld. Op de achtergrond is een werk te zien van de beroemde kunstenaar Banksy: I DON’T BELIEVE IN GLOBAL WARMING. Het is een tekst, gespoten op een witte muur. Aan de onderkant verdwijnt de tekst als het ware in het water. Het is een werk in de openbare ruimte in Londen, waarschijnlijk uit 2009. Een nadere toelichting is overbodig. Er zijn vijf kunstwerken op deze pagina te zien. Een andere gaat over politici die in het water staan en met elkaar delibereren. Sommigen staan tot hun nek in het water. Velen kunnen het hoofd al niet meer boven water houden. Van hen is alleen nog een stuk van het schedeldak zichtbaar. Het is van de Spaanse kunstenaar Isaac Cordal. De titel van het werk is ‘Follow the leaders’.
In de krant las ik onlangs een reportage over een pas geopend klimaatmuseum, het nieuwe kunstcentrum Radius in Delft. Alle exposities gaan over klimaat. Ik ga het binnenkort eens bezoeken en zal daarna over mijn ervaringen schrijven.
Het is leuk om, geïnspireerd door de vraag om op zoek te gaan naar kunst die verband legt met de klimaatproblematiek, verder te neuzen. En verwant daaraan ook de omgang met de natuur en de ecologie te onderzoeken. Massaproductie van voedsel en de bio-industrie bepalen in hoge mate onze omgang met de schepping. Mogen we vlees blijven eten of moeten we vegetariër of veganist worden? Is er kunst die over deze thema’s iets heeft te melden? Ik denk bijvoorbeeld aan kunstenaars als Piet Oudolf en herman de vries (hij schrijft zijn naam uitdrukkelijk met kleine letters). Piet Oudolf is tuinarchitect en landschapskunstenaar die o.a. de tuinen van het museum Voorlinden en ook ons Eindhovense Van Abbemuseum heeft ontworpen. De in Alkmaar geboren kunstenaar herman de vries vind ik heel interessant, omdat hij de natuur als onderwerp heeft en hoofdzakelijk natuurlijke materialen gebruikt. Tenslotte de geloofsvraag. Verstaan wij de tekenen des tijds? Ik kom er graag op terug.
----------------------------------Leo Steinhauzer-----------------------------
Studentikoos discipelschap
Als mij drie jaar geleden gevraagd werd waar mijn leven op dit moment om draaide had ik waarschijnlijk het beeld omschreven van een levensgenietende maar gedreven student aan de Technische Universiteit Eindhoven. Een perfecte balans tussen aan de ene kant studiepunten halen en carrière maken en aan de andere kant feestjes en een groot sociaal netwerk. Echter hield God mij al sneller dan ikzelf doorhad een heel andere balans voor. Een balans vinden tussen het uitvoeren van mijn roeping in Eindhoven en het wapenen van mezelf om die roeping geestelijk aan te kunnen.
Een kind van God is altijd christen binnen een aardse context. Het is onze roeping om het Koninkrijk van God naar die context toe te brengen. Dat verschilt niet zoveel van bijvoorbeeld het bedrijfsleven, de zorg of de politiek. Het grote verschil zit hem er vooral in dat studenten minder vaste structuren hebben en veel bezig zijn met het ontwikkelen van hun persoonlijkheid.
Als volgelingen van Jezus hebben we in ieder geval allemaal een groep broeders en zusters nodig om ons heen. Een gemeente die ons troost en beschermt als we dat nodig hebben, maar ook uitzendt om onze roeping uit te voeren als het daar tijd voor is. In die zin verschilt een christelijke studentenvereniging niet zoveel van kerk. Het mooie aan de studentenvereniging is dat deze goed binnen haar context past en daardoor met minder drempels haar taak kan uitvoeren.
Ikzelf ben aangesloten bij C.S.V. Ichthus Eindhoven. Het gaafste wat ik aan deze vereniging vind, is het discipelen wat er plaatsvindt. Binnen de vereniging leer je essentiële kwaliteiten ontwikkelen die nodig zijn voort het Koninkrijk van God. Dat doe je binnen een hele grote vriendengroep wat het ontzettend leuk maakt. Het mooie is dat ik nu na nog maar drie jaar bij de vereniging ook weer wat kan betekenen voor de nieuwe leden. Zo ben ik onder andere al kringleider, evangelisatiecoördinator, kringcoördinator en bestuurslid geweest. Het is een ontzettend dynamische structuur die constant zorgt voor verfrissing. Die structuur is alles behalve efficiënt, maar zorgt er wel voor dat leden bizar mooie persoonlijke ontwikkelingen doormaken in korte tijd.
Ik raad dan ook iedere christelijke scholier aan om een christelijke vereniging op te zoeken zodra je de veilige basis van de kerk waarin je bent opgegroeid steeds meer los gaat laten. Daarin denk ik ook dat veel kerken een grotere verantwoordelijkheid hebben dan ze nu nemen. De christelijke studentenvereniging is de plek om als jonge christen je eigen geloof te vormen en ook je roeping te vinden. De studentvereniging heeft op haar plaats dan weer de verantwoordelijkheid om die taak serieus op haar te nemen. Over de christelijke studenten die net tot geloof zijn gekomen maak ik me minder zorgen, omdat zij zonder twijfel in hun enthousiasme al hun christelijke gemeenschap aan het zoeken zijn of al gevonden hebben.
Als volgeling van Jezus is uiteindelijk de vraag wat jouw roeping is binnen de context waarin je je bevindt. Daarin verschilt de kerkganger niet zoveel van de student. Waar wil God dat jouw leven over drie jaar om draait?
----------------------------Maarten van der Hart--------------------------
Muziek heeft altijd een rol gespeeld in mijn leven
Zolang als ik me kan herinneren was er muziek in ons huis. Door mijn moeder, mijn zus, mijn broer en zelfs mijn oma als ze bij ons was. Of het nou op een muziekinstrument was of er werd gezongen, samen of alleen… er was altijd muziek.
Van jongs af aan speelde ik gitaar en zong ik. Mijn oma vertelt mij graag dat ik achter bij haar op de fiets liedjes over Jezus zong als ze mij ophaalde van school. Mijn moeder heeft ons altijd alle mogelijkheden geprobeerd te geven om muziek te kunnen maken en daar zo ver in te komen als we zouden willen.
Nog altijd is muziek een centraal ding in mijn dagelijks leven. Mijn koptelefoon heb ik altijd bij me en ergens op de dag moet er een keer muziek geluisterd worden. Voor mij zorgt muziek vaak voor rust, afleiding en het brengt me even in een ander wereldje. Afhankelijk van mijn stemming komen er allerlei soorten stijlen muziek voorbij, behalve opera, klassiek of hele heftige rock muziek. Daar houd ik dan weer niet van. Muziek moet iets met me doen, anders heb ik er niet zoveel mee. De melodie, een ritme of iets in het instrumentele van een liedje of een tekst. Als het niet meteen iets met me doet, zal ik er niet zo snel opnieuw naar luisteren. Tijdens de doopdienst van een vriendin werd het nummer Oceans (Where my feet may fail) van Hillsong United afgespeeld.
Iets in dat nummer, tijdens die dienst, is blijven hangen. Misschien door het herkenbare gevoel wat er in dat nummer wordt beschreven; als ik in de put zak, niet meer weet hoe ik mijn hoofd boven water kan houden en het water me overvalt, kan ik dan terugvallen op God? In tijden dat het allemaal niet zo lekker ging had ik met dat beeld nog best wat moeite. Dan sloeg vaak die twijfel toe; is dat wel zo? Misschien kwam het alleen door de muziek of was het de gebeurtenis waarin het liedje werd afgespeeld. Hoe dan ook is het liedje altijd blijven hangen. Het werd een nummer waar ik regelmatig een keer naar luisterde om weer even een connectie terug te vinden en weer even tot mezelf te komen.
Muziek is door persoonlijk verlies ook extra emotioneel geworden. Want waar Oceans voor mij een lied was om weer even bij te komen, bleek het dat ook te zijn voor mijn oom. En toen hij overleed en het nummer op de uitvaart werd afgespeeld, voelde ik een connectie met hem die ik eerder niet zo sterk had. Het was ook zijn lievelingsnummer en wie weet hadden we kunnen praten over wat het nummer met ons deed als we dat geweten hadden van elkaar.
En dat is, buiten afleiding en rust, iets waar muziek voor mij over gaat. Het gaat om verbinding, jezelf terugvinden, inclusie, samenzijn, een verhaal vertellen en delen met elkaar. Soms zijn woorden niet te vinden, maar een melodie wel. En soms heeft iemand anders dat wat je wilde zeggen al in een liedje gezegd.
In de kerk was muziek vroeger ook wat bij mij bleef hangen. Zo rond het begin van de middelbare school en eerder vond ik het nog wel eens moeilijk mijn concentratie vast te houden tijdens een kerkdienst. Dan maakte ik tekeningetjes op de liturgie. En bij vriendinnen in hun kerk hield ik de spreker of de preek ook niet bij. Maar de muziek wel. In de kerkdienst voel ik die verbondenheid via muziek. Zeker als de gemeente een nummer goed kent en uit volle borst meezingt, bijvoorbeeld met kerst, dan is dat voor mij een groot gevoel van verbondenheid, samenzijn en gemeenschap. Maar ook als we een kaarsje zingend begeleiden als er iemand overleden is, voel ik die verbondenheid.
Spirit lead me where my trust is without borders
Leid mij naar waar mij vertrouwen zonder grenzen is
Let me walk upon the waters
Laat mij lopen op het water
Wherever You would call me
naar daar waar U me heen roept
Take me deeper than my feet could ever wander
Breng me verder dan waar mijn voeten me brengen kunnen
And my faith will be made stronger
en mijn geloof zal sterker gemaakt worden.
I will call upon Your name
Ik zal U roepen
Keep my eyes above the waves
Mijn ogen boven het water houden
My soul will rest in Your embrace
Mijn ziel zal rust vinden in Uw omarming
-------------------------------------Esther Visser-----------------------
juli-augustus 2022 met thema: "Vormen van Vieren" Lees meer...
Waarom je iets als een PopUpKerk zou starten
(uit het nieuwste boek van Rikko Voorberg, Gerko Tempelman en Bram Kalkman; Onzeker Weten, een inleiding in de radicale theologie)
So let us pick up the stones over which we stumble, friends, and build altars. Let us listen to the sound of breath in our bodies. Let us listen to the sounds of our own voices, of our own names, of our own fears. Let’s claw ourselves out from the graves we’ve dug. Let’s lick the earth from our fingers. Let us look up and out and around. The world is big and wide and wild and wonderful and wicked, and our lives are murky, magnificent, malleable, and full of meaning. Oremus. Let us pray.
- Padraig O’Tuama
De beker van gebrek
Er staan zo’n tien mensen rond de tafel van de PopUpKerk. Ze hebben hun eten gedeeld en er staat nog voldoende om straks uitgebreid na te tafelen. Meestal gaat er ook nog van alles mee naar huis - als mensen gaan delen, lijkt er altijd teveel te zijn. De tien hebben brood gebroken en gedeeld, voordat ze begonnen te eten. Waarschijnlijk is er iets bij gezegd als: ‘broken for those who are broken’, een zinnetje dat de PopUpKerk ergens heeft opgepikt en dat is blijven hangen. Of iets als: ‘verbinding vindt plaats aan de rafelranden’ met een verwijzing naar de randen van de afgescheurde stukken brood. Er is gegeten en er volgt een tafelrede.
Na de korte toespraak krijgen de aanwezigen elk twee papieren bekers in handen. De uitnodiging is om op één van de bekers te schrijven wat je nodig hebt om heel te worden, om verder te komen of om weer overeind te kunnen staan. De één hoopt al heel lang op een relatie, iemand om het leven mee te delen. Dan zal er een nieuw hoofdstuk aanbreken. Een ander wil haar energie terug, die van voordat ze Covid kreeg. Dan kan ze weer gewoon meedoen. Een derde wil zekerheid over haar koers in het leven. Ze schrijven het allemaal op. Vervolgens is de vraag om op de tweede beker het tegenovergestelde te schrijven. Tegenover een relatie staat: ik blijf single. Een ander: ik blijf moe. Een derde: ik blijf onzeker. Dan gaat de wijn rond en is de vraag uit welke beker je drinkt. De beker van het behalen of die van het falen, de beker van de leegte of die van de vervulling.
Verwarring onder de mensen rond de tafel. Welke beker schenk ik in? Bij sommigen is er een stevig gebaar: ik drink dat ik moe ben, want dat is waar. Enkele anderen heffen hun beker en drinken met haar, de wijn verwarmt het hart. Even zijn we samen. Community, koinonia, gemeenschap. We weten dat we straks op de fiets gewoon weer verlangen naar de partner waarmee alles goed komt, naar het verlost worden van de vermoeidheid en naar een echt doel in het leven waar je honderd procent zeker van bent. Maar rond deze tafel vergeten we even dat het nodig is, geloven we heel misschien zelfs even dat die relatie ons echt niet gaat redden, en de energie ook niet. Het is maar een flits, net genoeg om de vaste beelden van geluk te doen wankelen.
De uitdaging die ochtend aan de PopUpKerk was om te onderzoeken wat het meest verbinding bracht. Is dat de hoop dat het allemaal goed komt of de erkenning van de realiteit van het moment. Misschien gaat het in het evangelie niet allereerst om een verlossing die komt, maar over de verlossing die gebeurt - die plaatsvindt. De functie van de kerk en vergelijkbare gemeenschappen is vaak het bevestigen dat er redding mogelijk zou zijn. Terwijl er iets voor te zeggen valt om te geloven dat het onderscheid tussen kerk en wereld tenminste ook ligt in het radicaal bevragen van de reddingsboodschappen die overal klinken. De kerk heeft de kruisiging als alternatief en dat werd ervaren als dwaasheid, zegt Paulus. Dan kan het niet zomaar één van de vele aanbieders op de geluksmarkt zijn toch? Zou het evangelie niet allereerst goed nieuws moeten zijn voor degenen die zich bedrogen voelen door loze beloftes of het lijden van de gekruisigde herkennen in hun eigen leven?
Wat ik zocht met de PopUpKerk?
De Droominee (woordkunstenaar Rik Zutphen) schreef ooit:
Dit is de kerk van brokkenpiloten waar ik voor voel
we zijn een stille wanorde, ontregelde boel
we hebben het niet op een rijtje
we falen bij de vleet dat is een voldongen feit
vanuit hemels perspectief zijn we allemaal gelijk
geen verschil in behandeling tussen jou en mij
je anders denken en zondigen zet ik voor de goegemeente niet te kijk
we leven in dezelfde wereld gebroken
we zullen liefdesvuur stoken met de verstotenen
of buitenbeentjes die het slecht trekken
en geen verstikkende Bijbelteksten gebruiken om ze te nekken
spreek voor degene die weerloos zijn in hemelsnaam
we zijn passievolle prutsers en knoeipotten zonder schaam
Rik sluit zijn stuk even verderop af met :
we zijn de kerk van brokkenpiloten
gezegend zijn zij die het verkloten
zalig zijn zij die proberen maar mislukken
Christus laat zich vinden te midden van brokstukken
niet om te oordelen maar om te redden
wat er te redden valt tussen schip en wal
we zijn onvolmaakt en verre van af.
De kerk als plek waar het ongeloof in zowel het maatschappelijke als het religieuze ideaal wordt gevierd. Hier komt het niet allemaal goed, hier zijn we niet allemaal nette mensen. We deugen maar mondjesmaat, het op tafel leggen van die realiteit zónder daarvoor de oplossing aan te dragen, is een wekelijkse zondagse oefening waard. Laat de kerk, welke kerk dan ook, een plek zijn om het ongemak, de frustratie, de pijn uit te houden. Wie die niet uit kan houden, kan maar beperkt liefhebben. De gemeenschap van de kerk bestaat ook om het lijden samen te dragen
(...) Aan hen die nooit ergens hebben thuisgehoord, de zwarte schapen en vreemde vogels in rechttoe-rechtaan gezinnen.
Aan de onbegrepenen, de gekleurde kwasten in een zwart-witte wereld, aan de eenzamen.
Aan hen die zien wat er onder het zuchten van de mensheid leeft.
Aan degenen die kiezen te voelen, ondanks dat het hen soms verscheurt, voelen wat anderen te bang zijn om te voelen.
Aan degenen die nooit hebben toebehoord, zeggen we:
‘Welkom thuis. Blijf nog even.
Doe je schoenen uit, leg je zwaard af, er huist hoop in deze muren, er is een bed om te rusten, moeie ziel.
Vind rust. Welkom thuis.
Hier hoef je niet over je schouder te kijken.
Hier hoef je niet te vergelijken. Geen meetlat. Geen succes. Geen falen.
Welkom thuis. Welkom thuis’.
(Uit Joel Mc Kerrow – Welcome Home – vert. Rikko Voorberg)
-----------------------------Rikko Voorberg-------------------------
Geloven op straat
“God geeft niet meer zoveel om mij…”
(citaat B. C.)
Een pijnlijke uitspraak van een van onze Eindhovense daklozen.
Pijnlijk, omdat ik geloof dat het niet waar is. Pijnlijker, omdat wij als samenleving niet in staat lijken te zijn deze persoon een gevoel van waarde te geven. Tegelijk maakt het me ook verdrietig. Welk beeld heeft deze man van God gekregen en wat zegt dit over zijn zelfbeeld? Ik zie een stukje van de lijdende Jezus in hem, maar hij herkent de liefde en zorg van God Zelf niet in mijn ogen…
Zingevingsvragen die we in het straatpastoraat tegen komen zijn niet altijd direct gelinkt aan God. Veel vaker is de vraag bijvoorbeeld: “Waarom overkomt me dit ”, of “Denken ze dat ik gek ben”, “Wat heb ik nou nog te bieden?”
In het boek Deuteronomium wordt uitgebreid stilgestaan bij het wettelijke systeem dat God het volk Israël mee geeft om in het Beloofde Land te voorkomen dat mensen vervallen in ellendige armoede. Om een goede samenleving te zijn. Rechtvaardig en barmhartig. In volledig vertrouwen op Gods zorg. Niemand hoeft arm te zijn, want God zegent het land (Deut. 15: 4-5). En toch zullen er altijd armen zijn; het volk krijgt de opdracht om vrijgevig te zijn tegenover iedereen die in armoede leeft of er slecht aan toe is (Deut. 15: 11).
In dit gedeelte wordt al pijnlijk duidelijk dat het ons mensen niet lukt een dusdanig systeem te creëren waarin we wederkerig, barmhartig en gelijkwaardig met elkaar om kunnen gaan. Het lukt ons gewoonweg niet om ons eigen belang, onze macht of ‘de regel’ ondergeschikt te maken aan de menselijke maat. Het systeem waar wij in leven wordt steeds verder dichtgetimmerd om zo te voorkomen dat mensen misbruik maken van dat waar ze geen recht op hebben. Hoezo kwijtschelding van schulden na 7 jaar (Deut. 15: 1-2)?
Vanuit onze overheid wordt met wantrouwen naar de burger gekeken; bewijs eerst maar eens dat je niet fraudeert. Langzaamaan sijpelt dit wantrouwen ook de andere kant op en komt het de Tweede Kamer binnen. Ik hoor het onze minister president Rutte nog zeggen in het zogenaamde sms-debat: “Als het vertrouwen er niet meer is, dan ga ik andere dingen doen”. Hij zou het kunnen. Iets anders gaan doen. Maar wat ga je doen als je helemaal niets meer hebt. Niets mag, omdat je geen recht hebt. Niet weet waar je die avond eet, kan douchen of mag slapen.
Hoe kan dan, de dakloze, de arme, de mens aan de rand van de samenleving, de verslaafde of verwarde mens het geloofsvertrouwen nog vasthouden? Of terug krijgen, wanneer men dusdanig teleurgesteld is en onze zorg niet meer kan of wil ontvangen? Geloven we zelf eigenlijk nog wel in ons sociale maatschappelijke zorg als we zoveel dingen mis zien gaan?
Dat is dan ook de geloofsvraag van de straat; “Is er nog hoop in mijn situatie, in de overheid, in de mensheid, in God”?
Ik denk dat Kirsten Wuijster het heel raak schrijft in haar stukje in Samen 51.6. Wij kunnen als christenen zeker van betekenis zijn in de levens van mensen die op welke manier dan ook arm zijn; financieel, in sociaal netwerk, dakloos, in geloofsvertrouwen. Door liefde en recht te doen. Door tijd te maken voor de ander. Te luisteren naar het verhaal achter de mens. Door op te staan tegen onrecht. Een stem te geven aan hen die geen stem hebben.
Wat zijn we als christenen dan rijk gezegend met de Geest van de Heer. In Mattheus 26:11 bevestigt Jezus de woorden van Deuteronomium: ‘Want de armen zijn altijd bij jullie’. En daarbij zegt Hij ook: ‘Maar ik zal niet altijd bij jullie zijn’. Deze uitspraak doet Jezus nadat Hij gezalfd werd door een (onbekende) vrouw, als voorbereiding op Zijn dood. Tegelijk is het ook een voorbereiding op wat er daarna komt; Zijn opstanding, de hemelvaart en Pinksteren; de uitstorting van de Heilige Geest. Wij mensen zijn gezalfd met Zijn Heilige Geest. Door Hem en met Hem zijn wij in staat om een naaste te zijn voor onze naasten. Mogen we doen wat Jezus ons voordeed. Omzien naar hen die op welke manier dan ook met uitsluiting te maken hebben. Om die ander vertrouwen te leren en te geven. Geloofsvertrouwen. Geloof in hemzelf. In de maatschappij. In God.
In de ontmoeting met ‘de mensen van de straat’ wordt God en geloof prachtig zichtbaar. Ik ben er niet zomaar voor hen, zij zijn er juist voor mij! Deze mensen weten namelijk wat geven en delen is, omdat ook zij hebben leren ontvangen in tijd van nood. Deze mensen hebben de moed om eerlijk en oprecht te zijn, ook als dit ingaat tegen het sociaal wenselijke; hoe moedig was Jezus niet tegen het gezag van zijn tijd? Deze mensen leggen bloot waar we als maatschappij de plank misslaan; ze zijn vaak de schaamte al voorbij en confronteren ons daardoor met het tekort van onze maakbare maatschappij. Wie is er dan eigenlijk arm?
Deze mensen zijn voor mij de spiegel waarin ik Jezus mag zien. Zij leren mij hoe Hij deed. Zoveel geeft God dus om ons dat Hij er Zelf voor naar de aarde kwam en zichtbaar aanwezig is in alle mensen om ons heen.
In de ontmoeting ontstaat er dan ineens een moment van wederzijdse ontroering. We krijgen een knipoog van de nieuwe schepping…
Ik vergeet nooit meer dat, toen ik nog bij ’t Hemeltje werkte, mijn collega en ik een briefje kregen van een van onze jonge gasten. Hij zat op dat moment vast in de gevangenis in Vught en we waren, tegen het gebruikelijke in, bij hem op bezoek geweest. Op de enveloppe stond: ‘Aan de engelen van de Hemel’. Op zo’n moment raakt de hemel de aarde even aan. Door de Geest werden we allemaal in beweging gebracht en waren we van waardevolle betekenis in het (geloofs)leven van elkaar.
Gelooft u nog in ons?
Gerdien de Graaf, straatpastor i.o.
www.straatpastoraateindhoven.nl
-----------------------------------------------------------------------------------------
God wat ben je mooi
De zomer is voor veel mensen een mooie tijd. Velen van ons genieten van het mooie weer. Tijdens vakanties hebben we vaak ook meer aandacht voor het mooie om ons heen. We gaan op zoek naar mooie plaatsen, we hebben tijd om musea, tentoonstellingen, concerten te bezoeken. Voor velen is de natuur zelf het mooiste schouwspel om van te genieten.
Wanneer we iets als mooi beleven dan is het vaak een onverwachte ervaring die ons treft, een ervaring die ons tot in ons binnenste ontroert, een intens mooie zonsondergang, een mooi schilderij, prachtige muziek. Koester die momenten; het zijn bijzondere momenten.
Wat is nu het mooie, het schone?
Schoonheid is niet te definiëren. Het ontsnapt aan een duidelijke omschrijving. Wat we mooi vinden is vaak ook subjectief. Wat we als mooi ervaren heeft met veel factoren te maken. Schoonheid is dat wat bij het zien of horen een gevoel van behagen opwekt. Dat is de meest algemene omschrijving ervan.
Schoonheid heeft met verhouding, harmonie, glans en klank te maken. En hoewel het een heel persoonlijke ervaring is wanneer we ‘iets mooi vinden’ beleven we het tegelijkertijd als ‘iets dat mooi is’. Als iets dat verder reikt dan onze eigen persoonlijke beleving. Ik verwacht dat wat ik mooi vind in wezen mooi is.
Heeft de schoonheid die we ervaren ook iets met geloof te maken?
Mensen kunnen schoonheid ervaren als iets dat verwijst naar God. De violist Yehudi Menuhin vertelde eens dat na afloop van een concert Einstein bij hem kwam en zei: ‘Dank u, heer Menuhin; u heeft opnieuw aan me bewezen dat er een God in de hemel is’
.
Schoonheid is één van de eigenschappen van God. Schoonheid heeft daarmee een link met het goddelijke. Wanneer we God omschrijven spreken we over Gods heerlijkheid. We kunnen de heerlijkheid van God waarnemen en we kunnen de schoonheid in zijn wereld waarnemen. Schoonheid van mensen, tussen mensen, in wat mensen hebben gemaakt enz. Augustinus roept God aan als ‘Schoonheid van al wat schoon is’. God wat ben je mooi.
Het heilige omvat het schone. Daardoor is schoonheid een belangrijke waarde in de christelijke geloofstraditie. En dat is de reden waarom we zo veel aandacht schenken aan de schoonheid en heiligheid in het kerkgebouw, de (kerk)muziek, het lied en de liturgie. Velen die deze zomer weer op reis gaan, gaan bijna als vanzelf onderweg de mooie kerken bezoeken en genieten van het mooie dat daar te zien en te beleven is.
Daar in de kerken ervaren we ook dat een christelijk schoonheidsbegrip verder reikt dan een standaardopvatting van het schone. Want het enige volkomen schone beeld van God in onze wereld is Christus. Ook het lijden en het lelijke van de zonde krijgen een plaats in de christelijke opvatting van schoonheid. Kruis en schoonheid worden met elkaar verbonden.
Het lelijke en het gruwelijke van kruis en martelaarschap is het tegengestelde van het mooie. Maar het laat ons juist als een schrikbeeld verlangen naar het mooie. De schoonheid van Christus is dat Christus de diepten van het zijn opneemt tot in zijn hemelse heerlijkheid.
Een christelijk begrip van schoonheid kan niet ontwikkeld worden zonder het lelijke van het kruis, van lijden en onrecht. In dit geval is er onderscheid te maken tussen gemakkelijke schoonheid zoals eenvoudige melodieën of een mooi menselijk gelaat die spontaan een reactie van genoegen oproepen en moeilijke schoonheid die verder gaat dan oppervlakkige schoonheid.
Een kunstenaar kan juist verborgen schoonheid aan het licht brengen, zoals Rembrandt de schoonheid kan laten zien van een oude vrouw die bidt. Er is dan bezinning nodig voordat we iets als schoon of lelijk beoordelen.
Het leven is waard om geleefd te worden, alleen al vanwege het genieten van schoonheid. Schoonheid behoort tot de vreugde van de sjaloom, tot de vreugde van het komende Rijk van God.
Het beleven van het mooie wekt als vanzelf het verlangen naar het goede. In een wereld zonder schoonheid verliest het goede zijn aantrekkingskracht.
Het is een levenskunst je te richten op het schone en dat juist binnen te laten. De ervaring van schoonheid maakt gelukkig; het is een vorm van genade.
Ik wens u veel mooie momenten en ervaringen van schoonheid toe in deze zomermaanden.
Susanne Freytag
Maar wat heb ik lief als ik U liefheb?
Niet een mooi lichaam,
geen schoonheid die voorbijgaat,
geen licht dat onze ogen graag zien,
geen mooie melodieën van allerlei liederen,
niet de fijne geur van bloemen of van parfum of zalf,
geen manna en geen honing,
niet een lief lichaam om te omhelzen.
Dat heb ik niet lief als ik mijn God liefheb.
En toch heb ik wel zoiets lief als licht,
zoiets als een stem en als een geur,
zoiets als voedsel en als een omhelzing,
als ik mijn God liefheb:
hij is licht en klank en geur en voedsel,
hij is de omhelzing van mijn innerlijke mens,
waar voor mijn ziel oplicht wat niet aan plaats gebonden is,
waar klinkt wat de tijd je niet afneemt,
waar een geur is, die niet op de wind verwaait,
waar smaken niet minder wordt door eten,
waar omhelzing niet loslaat door verzadiging.
Dit heb ik lief als ik mijn God liefheb.
Aurelius Augustinus
Pag. 1350 (NLB)
----------------------------------------------------------------------
Vrijheid
Afgelopen Pinksteren was er een gemeenschappelijke dienst in de Johanneskerk, samen met Wijkgemeente-Zuid. Deze dienst was weer helemaal als vanouds. Alle stoelen stonden weer in de kerkzaal en het zat helemaal vol.
Iedereen zong ook weer uit volle borst mee. Vergeten was dat het ruim twee jaar geleden was dat we echt weer in een geheel kerk konden vieren. Het is een bevrijdend gevoel dat alle coronabeperkingen nu weg zijn. Het is te hopen dat dit zo blijft en dat we van nu af aan de diensten kunnen vieren zoals we altijd gewend waren. Het valt pas op hoe mooi dit is als het ineens niet meer kan.
Ook in de maatschappij is de vrijheid weer terug en we maken er gretig gebruik van. Als je de drukte en de lange rijen ziet op Schiphol lijkt het of iedereen in Nederland tegelijk op vakantie gaat. Ook op Eindhoven Airport is het weer heel druk en het lawaai van de vliegtuigen (ik woon in Acht) is weer helemaal terug. Overal in Nederland zitten de terrasjes helemaal vol. Dat valt nu eens te meer op, omdat sinds corona er veel meer terrassen zijn bij gekomen. Iedereen is blij met de nieuwverworven vrijheid.
Dit is het tegenovergestelde van wat er elders in Europa gebeurt. De oorlog in de Oekraïne duurt nu al meer dan honderd dagen en er lijkt voorlopig geen eind aan te komen. Miljoenen mensen zijn op de vlucht van het oorlogsgeweld, zowel naar het westen van de Oekraïne, als ook naar de rest van Europa. Mensen in het oorlogsgebied brengen het grootste deel van de dag door in schuilkelders en kunnen soms niet wegkomen voor het geweld. Iedere dag komen tientallen soldaten om en nog meer raken gewond. De mensen in de Oekraïne snakken naar de vrijheid die elders in Europa zo gewoon is.
Wellicht ook als gevolg van de oorlog is er in Nederland een toenemend probleem met de opvang van asielzoekers. Er is onvoldoende ruimte om de instroom op te vangen en een dak boven het hoofd te bieden. Iedere dag hoor je van asielzoekers die op stoelen moeten overnachten. Opvang die beschikbaar was, wordt gebruikt voor vluchtelingen uit de Oekraïne en kan niet meer ingezet worden voor asielzoekers. De tegenstelling met ons allen die het zo goed hebben is groot.
Laten we hopen en bidden, dat de vrijheid, waarvan wij zo genieten ook gaat gelden voor de mensen in de Oekraïne en voor alle andere mensen die op de vlucht zijn, ook die asiel zoeken voor een oorlog in hun land. Laten we ook hopen dat de oorlogen tot een einde zullen komen, zodat de mensen als ze dat willen weer terug kunnen keren naar hun eigen land en in vrijheid kunnen leven.
Ik wens u allen een fijne vakantieperiode en geniet van uw vrijheid.
-------------------------------Henk Grootjans--------------------------------
Acceptgiro stopt
Heeft u het ook gelezen in de krant?
De acceptgiro gaat stoppen per 1 juni 2023.
Currence, de producteigenaar van de acceptgiro, heeft besloten op die datum definitief te stoppen met de acceptgiro, omdat het gebruik hiervan flink is afgenomen. Minder gebruik door zowel de aanbieder van de acceptgiro als door de ontvanger.
Onlangs heeft u nog een acceptgiro van ons ontvangen voor uw bijdrage aan de Solidariteitskas. In oktober krijgt u nog een acceptgiro voor de Jaaractie van de Diaconie. Ook voor Actie Kerkbalans hebben diverse gemeenteleden aangegeven nog in bepaalde maanden een acceptgiro te willen ontvangen.
We gebruiken dus nog op meerdere fronten de acceptgiro.
Dat kan in de toekomst dus niet meer.
Andere betaalmethodes
We zullen gebruik moeten gaan maken van andere betaalmethodes, zoals automatische incasso’s, betaallinks of betaalinstructies op schrift. Velen van u maken reeds gebruik van internetbankieren.
Het College van Kerkrentmeesters (CvK) zal in haar aanstaande vergadering spreken over de aanpak van de geldwervingsronden van volgend daar. Blijven we bijvoorbeeld meerdere geldwervingsrondes organiseren of maken we een andere keuze. Daarnaast wordt momenteel ook onderzocht of we u ook andere mogelijkheden van betalen kunnen gaan bieden.
We houden u op de hoogte, maar vragen u gelijktijdig ook om met ons mee te bewegen.
Bij voorbaat dank.
Met hartelijke groet,
College van Kerkrentmeesters,
Henk Broekhuizen
Wouter Leibbrandt
Teun Poot
Johan Zwart
--------------------------------------------------------------------------
Naar een nieuwe toekomst van de diaconie
Op onze laatste vergadering van het College van Diakenen spraken wij over de voortgang van ons college vanaf 2023. Er is nog steeds een vacature voor het secretariaat. Volgend voorjaar zit de laatste termijn van de voorzitter erop en moet er over opvolging worden gedacht. En dit, terwijl ook de diaconieën moeite hebben voldoende vrijwilligers te vinden. Een goede gelegenheid daar weer eens wat dieper over na te denken en stil te staan bij de vraag wat van ons mag worden verwacht. Maken we nog steeds de juiste keuzes en functioneren we wel altijd op de goede manier?
Een mooi thema om daar het volgende seizoen mee te beginnen. Hoe kunnen we dat doen. Een goed idee leek ons om te beginnen elkaar onze droom over diaconie te vertellen. Daartoe heb ik een aanzet gegeven. Voor mij een goede gelegenheid om bij mijn naderend afscheid stil te staan bij twaalf jaar diakenschap, waarvan ruim 8 jaar als voorzitter van het CvD.
Het vertrekpunt is waar we nu staan en wat we nu doen. De vragen die opdoemen zijn: ‘wat willen wij’ en daarna ‘wat kunnen we aan, hoe maken we keuzes ‘? Tenslotte hoe organiseren we wat daarvoor nodig is.
Acht jaar geleden was er veel beroering in de diaconie. Wij verkeerden in een crisis. De samenwerking met de andere geledingen van de kerk was beroerd. We stelden ons toen gelijksoortige vragen en maakten een omslag. We namen afscheid van Anne van Steenwijk als voorzitter van het CvD met een prachtig symposium.
Eén van de uitgangspunten om tot een beter functioneren van de diaconie te komen was: minder vergaderen, anders vergaderen, meer op de inhoud en op de samenwerking. We dachten aan één diaconie voor heel Eindhoven breed. Dat was echter vanwege de kerkorde niet mogelijk. Bovendien was er tijd nodig om al doende met elkaar op weg te gaan.
De kracht van diakenen ligt bij wat zij doen. Ze hebben de wens om het leven voor mensen in nood te verlichten en de samenleving te verbeteren. Dat is mooi, maar te hoog gestemde idealen vergroten het risico op frustratie. Als er teveel van ons wordt gevraagd, meer dan wij aankunnen en als morele plicht persoonlijke interesse overheerst, daalt de motivatie. We gaan meer discussiëren en minder doen en dat is niet goed. Interessegebieden kunnen uiteenlopen. Dit kan ook een valkuil zijn als er strijd ontstaat om elkaar te overtuigen van ons eigen idee. Luisteren naar elkaar is belangrijker, want dromen mag. Dat kan onszelf inspireren en door elkaar onze dromen te vertellen kunnen we anderen inspireren.
Er zijn een aantal concrete punten die onze aandacht vragen. Het aantal ambtsdragers wordt gestaag minder en dat geldt ook het aantal diakenen. Het wordt steeds moeilijker om vrijwilligers te vinden die diaken willen worden of een andere functie willen vervullen. Al jaren is de functie van secretaris vacant en mijn termijn als voorzitter loopt over een jaar af. Hoe gaan we daarmee om? Kunnen we taken verdelen? En hoe zit het dan met verantwoordelijkheden. Let wel op; het CvD is een rechtspersoon. Dat gegeven stelt juridisch eisen. Bijvoorbeeld een voorzitter en een secretaris die het CvD in rechte vertegenwoordigen.
Laat ik beginnen met míjn droom te vertellen:
Ik ben kort na WO II geboren als wereldverbeteraar - met een opdracht. De wereld lag in puin. De vorige generatie vond dat zij – ondanks hun idealen – had gefaald. Zij hadden de puinhoop veroorzaakt. ‘Dit nooit weer’ kreeg de nieuwe generatie op zijn bordje. Die opdracht heb ik zonder nadenken aanvaard. Het is mijn opdracht. Of mijn romantische droom van een vredige wereld waar voor ieder mens plaats is daaraan vooraf ging, durf ik niet te zeggen. Dat weet ik niet. Zoekend naar mijn weg kwam ik in de politiek terecht en in het sociale werk. Na verloop van jaren bij de kerk. De eerste teleurstellingen in mijn ijver de wereld te verbeteren zette mij aan het denken. Ik maakte mij het adagium ‘verbeter de wereld, begin bij jezelf’ eigen. Daar voegde ik een uitspraak van de Duitse kunstenaar Joseph Beuys ‘Jeder Mensch ist ein Künstler’ aan toe. Het is zijn oproep aan de mens om de creatieve kracht die ieder in zich heeft te ontwikkelen.
Dat is ook de roep van Christus. Zijn evangelie. Hij liet het in zijn leven en dood zien. Hij laat het nog steeds zien. Het gezicht van Christus is een diaconaal gezicht. Dat gezicht is het gezicht van de kerk.
Ik droom van een diaconie die het gezicht van de kerk is. Een open gezicht waarin ruimte is voor iedereen. Gelovigen en twijfelaars, ongeacht welke kerk of groepering; ongelovigen en verstokte atheïsten (hebt uw vijanden lief). Een gezicht dat uitnodigt tot dialoog en samenwerking, tot rechtvaardigheid en gerechtigheid, tot liefde en het leven delen. Een gezicht dat fouten niet veroordeeld, dat ruimte biedt tot reflectie op onze daden.
Tot slot:
Dit is mijn droom, mijn drijvende kracht. Die zal voor ieder anders zijn, maar ik hoop dat hij inspireert. Dit laat ik achter als ik volgend jaar opstap en jullie met elkaar verder gaan, nieuwe wegen ontdekkend.
Ik zou graag willen afsluiten met een symposium in het voorjaar van 2023 over de kerk in de publieke ruimte, het diaconale gezicht van de kerk. Een verdere uitwerking van de thema-avond die Petra Zweers en ik hadden voorbereid maar die door corona niet doorging. Petra en ik hebben binnenkort een afspraak om dit te bespreken.
Ondertussen kunnen we het komende seizoen aan de slag om ons voor te bereiden op de toekomst. Wie droomt er mee.
----Leo Steinhauzer, Voorzitter College van Diakenen--------
Samen
Onlangs hebben we weer eens samen met onze gasten gegeten. De maaltijd werd aangeboden en georganiseerd door Amaro. Deze keer niet in de Catherinakerk maar in het Stroomhuis.
Echte Eindhovenaren weten waar dit pand is, maar voor iemand van ‘boven de rivieren’, die pas vijftig jaar in Brabant woont, was het verrassing om uit te zoeken waar dit huis stond. De binnenhuisarchitectuur zou je als eclectisch kunnen bestempelen, oftewel een samengeraapt zooitje. De etensgeuren waren me al tegemoet gestroomd. De gasten stroomden ook binnen en even later waren alle tafeltjes bezet. Aan een tafelschikking werd niet gedaan, iedereen zocht bewust of intuïtief een plaatsje aan een van de feestelijk gedekte tafels.
Ik kwam naast een wat oudere dame te zitten, die met haar zoon was meegekomen. Vol verbazing keek ze naar de uitstalling om haar heen en wat er zoal op tafel stond. Een karaf met water, waarin ook takjes kruiden dobberden. Na enig aandringen besloot ze een glas te nemen en haar gezicht klaarde helemaal op. Zoiets had ze nog nooit geproefd, dat was best lekker. Als voorgerecht was er soep, kokossoep. Ze liet het zich allemaal lekker smaken en werd ook steeds spraakzamer. Om ons heen hoorden we geanimeerde gesprekken en het was een gezellig geroezemoes. Niemand sprak met stemverheffing. Niemand voelde zich opgeprikt of ongemakkelijk. Niet alleen het samen zijn, maar ook het samen eten, liet een huiselijke sfeer ontstaan. Ik realiseerde me dat onze gasten natuurlijk dagelijks eten, maar dat ze dat meestal in hun eentje doen. Het was fijn om te merken dat mensen openbloeien als ze zich kunnen laten zien aan anderen. En dat allemaal bij een etentje, dat overigens voortreffelijk verzorgd was.
Na het eten stond er aan aantal mensen op, maar sommigen had toch behoefte om het samen zijn te verlengen en bleven nog een poosje zitten. Er daalde een tevredenheid neer in het Stroomhuis. Met een fijn en dankbaar gevoel fietste ik naar huis.
---Janny Otto, Vrijwilliger Open Huis St. Cathrien, 15 juni 2022--
Zomer in kleuren en geuren
De geur van vers gemaaid gras roept in mij altijd de herinnering op aan de tijd dat ik naar de middelbare school fietste, langs weilanden waar gehooid werd.
Fluitenkruid langs de bermen doet me denken aan mijn moeder, die dol was op deze schermbloemen en een herinnering aan het Pieterpad dat we samen hebben gelopen.
Aan welke kleuren denkt u bij dit zomerseizoen? Zijn er misschien ook geuren die voor u bij de zomer horen? Voordat u verder leest is het misschien aardig om daar eens bij stil te staan: welke kleur en geur geef ik zelf aan de zomer, welke herinnering komt boven?
Soms ga ik met een cliënt naar buiten om in de tuin een frisse neus te halen, wind in je haren, zon op je gezicht… Voor velen van ons is dat misschien vanzelfsprekend, maar voor oude mensen in een zorginstelling soms een uitje. Met de rolstoel over de paden door de Kwettertuin, kijken bij het kasje waar tomaten groeien, langs de moestuinbakken met courgette, bietjes, aardbeien (netje erover als bescherming tegen vogels en plukgrage vingers!).
We praten over groene vingers, over de moestuin vroeger thuis. Er komen steevast verhalen los, over de afrikaantjes en begonia’s. Meewerken, schoefelen, boontjes doppen. Langs het tuinpad van mijn vader….
Een vleug weemoed, net als in dat liedje, gezongen door Wim Sonneveld.
Wat ik leer van mensen met dementie is om te genieten in het moment zelf. Niet gisteren of morgen, maar vandaag, sterker nog: nu, dit moment telt!
Want soms gebeurt het dat de ervaring van het buitenzijn alweer vervlogen is bij terugkeer in de huiskamer, in de drukte met andere mensen erbij.
Leven in het nu. Dat kun je oefenen in een meditatiecursus of Mindful-training. Ik leer het van deze bewoners: dit moment, dit contact in het nu. Dat telt. Dat heeft en geeft zin!
Fijne zomer gewenst, met mooie momenten.
Petra Speelman, geestelijk verzorger Vitalis Woonzorggroep, in Wissehaege en Engelsbergen
---------------------------------------------------------------------------------
Wijsheid
Er bestaat een spreekwoord: Grijze haren zijn geen teken van wijsheid, maar van ouderdom. Dit suggereert dat niet alle oude mensen ook wijs zijn. Je kunt wel een lang leven gehad hebben, zonder dat je wijs bent geworden. We ontmoeten zulke mensen wel eens. Sommige ouderen kunnen vasthouden aan vroeger en weinig flexibel zijn.
Zijn er in de geschiedenis mensen aan te wijzen bij wie ouderdom en wijsheid wel gepaard gingen? Vroeger werden mensen gemiddeld lang niet zo oud als tegenwoordig. Maar er waren toch wel zeer bejaarde personen. Joost van den Vondel (1587-1679), de bekende dichter, werd 92 jaar. Hij schreef op zijn tachtigste nog het drama Noah. Andere voorbeelden zijn Desiderius Erasmus (1466-1536), beroemd humanist, 70 jaar, Johan van Oldenbarnevelt (1547-1619), staatsman, die op zijn eenenzeventigste werd geëxecuteerd. Zij stonden bekend om hun grote wijsheid. Daarentegen was er ook Michiel van Bommel (1669-1763), textielfabrikant in Tilburg, die zelfs 93 jaar is geworden. Van hem is bekend dat hij zeer opvliegend was en moeilijk in de omgang. Die was dus niet zo wijs te noemen.
In de huidige tijd worden van tijd tot tijd mensen om hun wijsheid ingeschakeld om problemen op te lossen, zoals bij kabinetsformaties. Zij geven dan adviezen, die echter niet altijd ter harte worden genomen.
Wat bedoelen we eigenlijk met wijsheid? Van de filosoof Van Riessen herinner ik mij dat hij zei: wijsheid is weten wat je doen moet en het dan ook doen. Daar hoort dan bij dat je mensenkennis en inzicht hebt en probleemoplossend vermogen bezit. Zo waren er voor en tijdens de oorlog mensen die het gevaar van het nationaal-socialistisch gedachtengoed onderkenden en ervoor waarschuwden.
Onlangs verscheen een boek van Frits de Lange (Eindelijk volwassen. De wijsheid van de tweede levenshelft). Hij is van mening dat naast die praktische betekenis van wijsheid ook behoort: zelfkennis, zelfbeheersing, zelfrelativering, zelfinzicht, zoals de overweging of je motieven wel altijd zuiver zijn.
Zijn wij in de plaatselijke en de landelijke kerken gezegend met mensen die die verschillende eigenschappen bezitten? Van wie wij vinden dat zij wijs zijn? En wordt er dan gebruik gemaakt van hun wijsheid?
Het is interessant te lezen wat Jacobus daarover schreef in zijn zendbrief.
Wie van u kan wijs en verstandig genoemd worden? Laat hij (of zij) het daadwerkelijk bewijzen door een onberispelijk leven en door wijze zachtmoedigheid. Wijsheid van boven is vredelievend, mild en meegaand, vol van ontferming, onpartijdig en oprecht.
Laten we hopen dat wijze mensen, ouden en minder ouden, om ons heen zijn en ook onder hen die leiding moeten geven.
------------------------------Gerard van Gurp-------------------
Mensenrechten
In de aankomsthal sprak ik een ouder stel, een man en een vrouw. Ze vertelden dat ze hun zoon kwamen ophalen, die samen met zijn man, uit een Oost-Europees land kwam.
Ik vroeg hoe dat is in dat land, twee mannen samen. Ze vertelden dat hun zoon werkt bij de Europese Commissie voor de Rechten van de Mens, in het bijzonder homorechten. Ze waren trots op hun zoon, dat hij dit werk doet, en ze vertelden er met enthousiasme over.
Wat bijzonder om zulke trotse ouders te ontmoeten, met een zoon die zulk zinvol en mooi werk doet. Op het vliegveld vind je de maatschappij onder een vergrootglas. Met alle diversiteit en alle variaties. Hoopvol om te horen, dat er gewerkt wordt aan mensenrechten.
-------------------------------Mirjam van Nie-------------------------
Rotbaan
Veel reizigers op het vliegveld gaan op vakantie. Vakantiegangers zijn vaak in een vrolijke stemming, ze hebben er zin in, en dat is duidelijk te zien en te horen. Maar er zijn ook reizigers die onderweg zijn voor hun werk.
Verschillende keren heb ik jonge mensen gesproken die werken in een distributiecentrum. Allemaal vinden ze dat een vreselijke rotbaan. Of iemand die in de binnenscheepvaart werkt. Drie weken de Rijn af, met een schip volgeladen, en één week naar huis, ergens in Oost-Europa. Deze man zei dat hij blij zou zijn als hij met pensioen kon gaan.
En wat dacht u van al die Polen, die hier in Nederland, komen werken bij de asperges, of ergens anders, en na een paar weken weer terug gaan? Hoe zijn hun arbeidsvoorwaarden? Hoe is hun huisvesting? Wat verdienen ze eigenlijk? Dat zijn vragen die vrolijke vakantiegangers niet stellen. Daarom is het goed ook deze mensen te spreken en hun verhaal aan te horen. Dat al het werk dat ze doen, niet geminacht wordt. Iemand ziet ze staan, ook zij mogen er zijn.
--------------------------------Mirjam van Nie-----------------------------
Diaconaal Inloophuis ’t Hemeltje
Op vakantie?
Dit stukje verschijnt in het juli-augustus-nummer van Samen. Een nummer dat precies in de zomervakantie valt. Misschien bent u nog aan het kijken waar u naar toe gaat op vakantie: in Nederland of toch naar het buitenland. Gaan we met de auto, het vliegtuig, de fiets of lopend? Dat noemen we dan voorpret of vakantiestress. Kiest u maar.
Voor de gasten van Diaconaal Inloophuis ’t Hemeltje is er geen vakantie. Als je dakloos bent, is vakantie vieren niet mogelijk. En denk niet dat zij ‘vakantie’ hebben. Het leven op straat is zwaar en vergt veel van mensen. Daarom is ’t Hemeltje ook gewoon open, van zondag tot en met donderdag. De gasten kunnen dan lekker in de tuin zitten bij goed weer. Een plek om even bij te tanken, letterlijk omdat er eten en drinken is en figuurlijk even geen gedoe, een plek waar het rustig en veilig is. Maar onze vrijwilligers gaan wel op vakantie en dan hebben we soms een krappe bezetting. We hopen altijd dat we niet een dag dicht moeten omdat er te weinig vrijwilligers zijn. Daarom zijn we druk op zoek naar nieuwe vrijwilligers die mee willen helpen bij ’t Hemeltje. Vandaar deze ‘advertentie’.
Vacature:
Wij zijn dringend op zoek naar mensen, die op dinsdag- of donderdagmorgen voor onze gasten zouden willen koken.
Er wordt gekookt met tenminste twee personen. Op dit moment is de groep, waarvoor gekookt wordt ca. veertig personen groot. In overleg wordt bepaald wat er gekookt wordt. Per maand wordt er een menu samengesteld zodat er afwisseling is in hetgeen gekookt wordt. Als meer mensen zich aanmelden, kan er gekookt worden volgens een in overleg samen te stellen rooster.
Wij zijn heel blij met iedereen die hieraan mee zou willen helpen, dat hoeft dus zeker niet elke week. Mocht u hier meer over willen weten, neemt u gerust contact op met ons via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Daarnaast zijn wij ook nog op zoek naar vrijwilligers die tijdens openingsuren met onze gasten een praatje willen maken, een kopje koffie wil geven en samen met de andere vrijwilligers het tijdens de openingsuren gezellig maken. Ook hiervoor kunt u zich aanmelden bij bovengenoemd e-mailadres.
Wilt u meer weten over Diaconaal Inloophuis ’t Hemeltje, kijkt u eens op de website, www.inloophuishemeltje.nl.
Ditta van Eijken
Inloophuis ’t Hemeltje
Graag zien we onze vacature(s) snel vervuld worden, maar het mag/kan ook na de vakantie. Wie weet doet u in de vakantie inspiratie op met nieuwe lekkere gerechten en wilt u die ook wel voor onze gasten maken. Of komt u tot rust en stelt u zich de vraag: wat wil en kan ik doen voor een ander?
Denk dan maar even aan dit stukje…
We wensen u allen een goede vakantie toe, een goede reis en kom weer goed thuis.
Jeannet Venekamp
relatiebeheer
PS: Mocht meer willen lezen over ‘t Hemeltje, dan kunt u zich abonneren op onze digitale nieuwsbrief door een mailtje te sturen naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
----------------------------------------------------------------------
Cantate en de eredienst.
In verschillende steden in Nederland is er een traditie van een maandelijkse uitvoering van een Bach-cantate. Als liefhebber van Bach en van koormuziek bezocht ik al lange tijd de maandelijks cantate-uitvoeringen in de Petruskerk te Nijmegen. Maar via de cantate-agenda van Eduard van Hengel (een van de koorleden in de Nijmeegse uitvoering) ontdekte ik diverse cantate-uitvoeringen in de omgeving. Zo is het al enige jaren mijn traditie geworden om via deze cantate-agenda uit te zoeken welke cantate ik in die week eens zou bezoeken, hetgeen me toch gemiddeld wel drie keer per maand lukte. Wanneer je dat doet, dan kom je ook uitvoeringen tegen binnen een eredienst. En voor mij was er maar één keer nodig om me te realiseren dat de cantates daarvoor bedoeld zijn.
De cantate is uitgesproken kerkmuziek, maar in de calvinistische traditie niet erg geaccepteerd. Calvijn stond niet zo open voor zulke muziek, wel zijn de Geneefse psalmmelodieën rechtstreeks te danken aan zijn inbreng. Luther was zelf musicus en zag dat heel anders. En aan hem danken we vele liederen, waaronder het overbekende ‘Een vaste burcht’.
Luther wilde met het evangelie direct het hart van de gelovige bereiken. Daarom was hij ook een groot voorstander van het gebruik van de moedertaal. Reden waarom Luther veel liederen zelf schreef en de Bijbel in het Duits vertaalde. De cantates zijn ook altijd in de Duitse taal. Maar Luther wist ook dat muziek het hart op een speciale manier bereikt en veel aan de woorden toevoegt. Iedereen zal dat wel ervaren hebben als hij of zij een psalm of lied zingt. De tekst komt sterker binnen, dan wanneer het wordt voorgelezen. Denk maar eens terug aan de Covid-tijd toen er niet gezongen mocht worden in de eredienst.
En Yehudi Menuhin, de wereldberoemde violist van Joodse afkomst zegt van de voorzanger in de synagoge: "His singing, magnifying the meaning of the word, is a passionate expression of faith." (Vertaling: Zijn gezang, dat de betekenis van het woord vergroot, is een gepassioneerde uiting van geloof.)
Zelf hoef ik alleen maar te denken aan 25 maart 2018, toen ik geraakt werd door muziek en tekst: BWV 106, ‘Gottes Zeit ist die allerbeste Zeit’ waar het koor zingt (vertaald): “Het is de oude wet: mens, je moet sterven" waarop de sopraan plotseling daar doorheen zingt: "Ja, ja komm, Herr Jesu", want die opgestane Heer doet die oude wet verbleken. Inderdaad wordt door het zingen de betekenis van het woord vergroot.
Luther ontwierp ook een rooster, waarin aangegeven werd over welke tekst gepreekt moest worden op de 52 zondagen en de christelijke feestdagen van het jaar. De nummering is niet, zoals bij de Heidelbergse Catechismus van 1 tot 52, maar de zondagen worden bij naam genoemd. En zo staan ze altijd te boek bij de cantates zoals Bach ze componeerde: bijvoorbeeld voor de ‘Erster Adventsonntag’; Nun komm, der Heiden Heiland (BWV 61 en BWV 62), met aangegeven teksten Romeinen 13:11-14 en Mattheus 21:1-9; en ‘Wie schön leuchtet der Morgenstern’ (BWV 1) voor ‘Mariae Verkündigung’ met teksten Jesaja 7:10-16 en Lucas 1: 26-38.
In de Lutherse kerk bestond in de oude tijd de traditie dat muziek van het type cantate in de kerkdienst geïntegreerd werd. De bekendste cantateschrijver is Johann Sebastian Bach, maar er waren veel tijdgenoten en voorgangers (Telemann, Schütz, Buxtehude en anderen). Kenmerk is dat de cantate als onderwerp de tekst van de zondag kiest zoals door Luther voorgeschreven.
Bach werd speciaal met dat doel, kerkmuziek, als cantor benoemd in Leipzig. Het is interessant te begrijpen wat een werk er verzet werd tijdens één week: de cantate (meestal een half uur muziek) moest gecomponeerd worden, gekopieerd (met de hand!) ingestudeerd door koor en orkest en op zondag uitgevoerd. Klaar om aan een nieuwe cantate te beginnen voor de volgende zondag. En dit naast alle zaken die Bach deed!
Bach maakte wel gebruik van tekstschrijvers, maar soms bediende hij zich ook van de tekst van Luther zelf. Dan koos hij een tekst uit de Luther-Bijbel of lied uit de Lutherbundel dat goed paste bij de tekst van de zondag en baseerde de cantate geheel op die tekst. Meestal zingt dan het koor het eerste couplet, komen latere coupletten aan de beurt in de volgende aria’s en recitatieven, en wordt het slotcouplet meegezongen door de gemeente. Bach gebruikte dan ook de melodie van dat Luther-lied als muzikaal basisthema.
Muziek is van alle tijden. Maar als je de geschiedenis nagaat zie je ook duidelijk dat muziek vanaf het begin gezongen is: ‘waar het hart vol van is loopt de mond van over’. De Westerse klassieke muziek is op die manier ontstaan, door de eeuwen heen is met name religieuze bezieling de basis geweest voor de drang tot componeren. De klassieke muziek is dus grotendeels gebouwd op de christelijke tradities en moet gezien worden als christelijk erfgoed.
Om Paul Witteman met zijn reclame voor het Concertgebouw te imiteren (ieder die radio 4 regelmatig beluistert zal het herkennen): "We hebben een erfenis gekregen”! Hij heeft het dan over het Concertgebouw. “Wie? Wij”! Hij pleit er voor om deze erfenis door te geven aan de volgende generatie. Ook wij christenen hebben een erfenis gekregen en wat voor erfenis? Een heel bijzondere! Een enorme verzameling kerkmuziek van componisten die het fundament hebben gelegd onder onze hele Westerse muziekcultuur. En die moeten we met hart en ziel overdragen aan de volgende generatie. Dus laten we die schitterende erfenis laten klinken in de eredienst.
Nog een anekdote. In 2000 was het 250 jaar geleden dat Bach gestorven was. Toen werd er natuurlijk aan allerlei facetten van zijn werk aandacht besteed. Ook aan de traditie van de cantate in de kerkdienst die tot op die dag nog steeds werd gehandhaafd in Leipzig. Ik herinner me een gesprek van een verslaggever met een jongetje van 12, die lid was van het jongenskoor dat iedere zondag de cantate voor zijn rekening nam. Het jongetje legde uit hoeveel tijd erin ging zitten: thuis repeteren, samen repeteren, en dan op zondag uitvoeren. En dus kwam de vraag: zou je niet liever met je vriendjes voetballen? Het antwoord van het jongetje: “Die Musik macht alles gut”. Laat ik er nog aan toevoegen: bijna alles, de boodschap van die muziek voegt er nog veel aan toe en maakt alles goed.
--------------------Jan van Egmond, Milsbeek 2022------------------
Toch een beetje thuis
Het internationale studentenwerk vanuit IFES heet HOST. Op de website van het HOST-team in Eindhoven staat (in het Engels): HOST is een groep voor internationale studenten met als doel om de studenten te helpen zich ‘thuis’ te voelen in Eindhoven. Bij HOST mag je gastvrijheid verwachten, het is een plek om vriendschappen te vormen en God te ontmoeten.
Ik ben Jetty Bredius en sinds 2018 ben ik betrokken als studentenwerker voor internationale studenten in Eindhoven. Zelf heb ik ruim tien jaar in Azië gewoond. Mijn werk als studentenwerker is één van de mogelijkheden om mijn ervaringen en kennis in te zetten voor jonge mensen.
Bij een verhuizing naar het buitenland of terugkeer naar het land waar je vandaan komt, hebben veel mensen te maken met een cultuurschok. Je kunt dit omschrijven als: gevoelens van stress en onbehagen die ontstaan als je in een andere cultuur moet functioneren. Vaak wordt dit zichtbaar een aantal maanden na de verhuizing. Dit is wat internationale studenten ook mee maken en wordt regelmatig in gesprekken benoemd. Het sterke heimwee of een verlangen naar de gewoonten van thuis worden dan sterk ervaren.
Gastvrijheid is iets wat ik in het buitenland zelf heb ervaren. Ik werd regelmatig bij mensen uitgenodigd om samen te eten en een avond door te brengen. Ik heb geleerd hoe leuk en leerzaam het is om feestdagen van je eigen land te vieren in een internationale gemeenschap. Dit is iets wat we in Eindhoven ook doen met internationale studenten. Het is bijzonder verrijkend om door de ogen van internationale studenten naar de eigen landen en culturen te kijken.
Ik denk terug aan een avond waarop we een buitenlandse feestdag vierden.
De studenten druppelen binnen. De meegebrachte, nog maar half gebakken cake gaat nog even de oven in. Eén van de studenten gaat achter het keyboard zitten en zucht: ‘Thuis speelde ik elke dag en heb ik een eigen keyboard’. Een andere student is bij de hond gaan zitten en vertelt dat hij de hond van thuis wel erg mist. Samen beginnen we met gebed voor de maaltijd, want geloof is wat ons samenbrengt. Een verlangen en zoektocht om God beter te leren kennen en samen een groep te vormen waar we God ontmoeten. We vinden elkaar vanwege een gedeeld geloof en worden verrijkt en verdiept door de verschillende culturele achtergronden en inzichten die we delen.
Een Aziatische christen vertrok naar haar thuisland en vertelde dat ze had geleerd hoe je een ‘democratische’ Bijbelstudie kon leiden. Ze was gewend om naar een Bijbelstudie te gaan waar één spreker de Bijbel uitlegt. Door het voorbereiden en faciliteren van een Bijbelstudie waarbij iedereen betrokken wordt, heeft ze geleerd hoe verrijkend het is om samen te zoeken in Gods woord naar antwoorden op levensvragen en samen te groeien in het geloof. In haar woorden: een democratische Bijbelstudie.
Voor de studenten is HOST een plaats om vrienden te vinden, voor sommigen de plaats waar ze voor het eerst God ontmoeten, het geloof kunnen verdiepen en ook een beetje thuis zijn
-----Jetty Bredius-Van den Belt, studentwerker bij IFES--------
Geloof, Hoop en Liefde
Terugblik op een speciale dienst
Op Zondag 12 juni hebben wij (Eef, Marte, Rosalijn, Koen en natuurlijk Tjalling) in de Ontmoetingskerk in Eindhoven een speciale dienst georganiseerd met het thema Geloof, Hoop en Liefde.
Het organiseren van deze dienst heeft nogal wat voeten in de aarde gehad. Alleen al een thema bedenken bleek een flinke opgave en vergrootte onze bewondering voor Tjalling, die dat natuurlijk bijna iedere week weer voor elkaar moet boksen. Toch waren we het er vrij snel over eens dat diversiteit, gesymboliseerd door de regenboog, een belangrijke rol moest spelen. Intussen kwamen we er ook nog achter dat de dienst middenin Pride Month viel, dus de keus was snel gemaakt. Diversiteit mag ook binnen de kerk gevierd worden. Wat we meteen erg belangrijk vonden was dat queer mensen binnen de kerk zélf aan het woord moesten komen. Zoals dat gaat bij jonge mensen, leek de dienst ontzettend ver weg, tot het ineens bijna juni was. De appjesfrequentie in de appgroep nam behoorlijke vormen aan, terwijl we koortsachtig probeerden alles voor elkaar te krijgen. Geen nood, het is gelukt.
Die zondag nam de spanning flink toe, maar gelukkig liep alles volgens plan. Op allerlei manieren probeerden we om het thema vorm te geven. Zo hing er een grote regenboogvlag over de kansel en Tjalling had zelfs een regenboogstola weten te ritselen. Tijdens het kindermoment las Tjalling het verhaal ‘Kikker is Kikker’ voor, waarin kikker ontdekt dat hij zichzelf mag zijn. Eef las enkele prachtige gedichten voor uit eigen collectie en ook de liederen waren volledig toegespitst op het thema. Zo zongen we het Taizé-lied Ubi Caritas. Waar zorgzaamheid is, en liefde, daar is God. Ten slotte was er een grote rol voor interviews met queer gemeenteleden, die door Marte professioneel waren verwerkt tot drie hapklare fragmenten.
Natuurlijk mocht ook de preek niet ontbreken en die werd vlammend uitgesproken door Rosalijn. Centraal stond de dubbele houding van de kerk ten opzichte van ‘anders’ zijn. Soms heeft de kerk andersdenkenden omarmd, soms werden die juist vervolgd. Wat voor kerk willen we zijn? Een kerk waarin iedereen mag meedoen, of een kerk die de goeden scheidt van de slechten? Ook in deze tijd staan we voor deze vraag. Ook nu zijn er mensen die buiten de hokjes vallen. Vrouwen willen ook preken, een man wil met een man trouwen, een vrouw met een vrouw. Sommige mensen voelen zich niet meer thuis in het onderscheid tussen man en vrouw. Onze boodschap is dat wij kiezen voor de buitengewone waarde van inclusiviteit, maar dat we niet te snel moeten denken dat we dat doel hebben bereikt. Tolerantie is iets anders dan acceptatie. Iemand niet wegjagen is iets anders dan oprecht geïnteresseerd zijn in diens verhaal en perspectief. We mogen, ook als betrekkelijk open kerk, wel wat actiever en misschien zelfs activistischer zijn in onze nieuwsgierigheid naar elkaar.
Een van de hoogtepunten van de dienst was de boodschap dat de kinderen het nut van de dienst totaal niet hadden ingezien. Ze konden zich niet voorstellen dat mensen konden worden buitengesloten vanwege bijvoorbeeld hun geaardheid. Als alle kinderen zo opgroeien, komt het wel goed met de wereld! Na nog wat mooie liederen en interviews gaf Tjalling iedereen de zegen en konden de gemeenteleden zich onder de zoetgevooisde tonen van Lady Gaga's ‘Born this Way’ richting koffie met regenboogkoek begeven.
Mocht u de dienst hebben bijgewoond: wat ontzettend fijn dat u er was! Heeft u per ongeluk de trein gemist omdat de brug open stond vanwege een kapotte wekker: geen nood, de dienst is online terug te kijken via de website van PKN Eindhoven.
------------------------------Koen-----------------------------------
juni 2022 met thema: "Geloofsbrieven" Lees meer...
Hoor wat de Geest tegen de gemeenten zegt...
bij de brief aan de gemeente in Sardes
Schrijf aan de engel van de gemeente in Sardes:
“Dit zegt Hij die de zeven geesten van God en de zeven sterren heeft: Ik weet wat u doet; men zegt dat u het leven hebt, maar u bent dood. 2 Word wakker, versterk uw laatste krachten: u bent op sterven na dood. Want Ik merk dat uw daden tekortschieten in Gods ogen. 3 Herinner u dat u de boodschap hebt ontvangen en begrepen. Houd eraan vast en kom tot inkeer. Maar als u niet wakker wordt, kom Ik onverwacht als een dief, op een tijdstip dat u niet kent. 4 Maar enkelen in Sardes hebben hun kleren schoon gehouden. Zij zullen bij Me zijn, in het wit gekleed, want ze verdienen het.
5 Wie overwint mag zich ook in het wit kleden. Ik zal zijn naam niet uit het boek van het leven schrappen, maar juist voor hem pleiten ten overstaan van mijn Vader en zijn engelen. 6
Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.”
(Openbaring 3: 1-6)
Christen in Sardes
Het leven in Sardes was voor Christenen - als in heel Klein Azië, moeizaam. Sardes was gelegen in het huidige Turkije, zo'n 150 kilometen van Efeze. Johannes schreef zijn brief in de eerste eeuw na Christus. De bevolking zuchtte onder de Romeinse bezetting. Voor christenen was het bestaan bijzonder moeilijk. Ze geloofden in God en Christus, maar de Romeinen eisten dat alleen de keizer vereerd zou worden, als heer van de wereld en de geschiedenis. Deelname aan de cultusverrichtingen was een burgerplicht en niet deelnemen werd gezien als majesteitsschennis. De christenen weigerden aan deze keizercultus mee te doen, en daarom werden ze op veel plekken vervolgd en verloren ze politieke en economische rechten in het rijk. Daarom is het invoelbaar dat ze zochten naar wegen om hun leven veilig te stellen, en tegelijk hun geloof te belijden.
Dat spanningsveld heeft Johannes voor ogen als hij aan Sardes schrijft: je kunt niet twee heren dienen - er moet een keuze gemaakt worden. Voor Johannes was die keuze overduidelijk: wie zou anders kiezen dan voor God, de Eeuwige, en zijn opgestane Zoon? Met zijn brieven wilde hij de gemeentes in Azië bemoedigen. Hij riep ze op standvastig te zijn, te vertrouwen in God alleen. Dat deed hij door helder en vermanend te spreken. Want er stond iets op het spel!
Wat schrijft hij ons?
Wat Johannes aan ons zou schrijven? Hij zou, om te beginnen, niets begrijpen van de situatie van christenen in Nederland. Want christenen worden, in Nederland, niet vervolgd. Ze hoeven niet te kiezen tussen de keizer of God. Er is vrijheid: kerkdiensten mogen gewoon gehouden worden, niets hoeft in het verborgene. Sterker nog: de kerk heeft een bijzondere status binnen het Nederlandse recht: godsdienstvrijheid is in de grondwet vastgelegd.
Maar: in Johannes' ogen zijn we misschien wel teveel opgegaan in de dominante cultuur. En hebben we daardoor uit het oog verloren waar het werkelijk om moet gaan: God liefhebben en je naaste zoals je zelf. God dienen, en bereid zijn daar werkelijk voor te gáán. Nu ik erover nadenk begin ik me zelfs wat ongemakkelijk te voelen. Johannes zou ons waarschijnlijk niets anders schrijven dan de gemeente in Sardes!
Want waar staan wij voor, als christenen in Eindhoven, christenen in Nederland? Hebben we nog wel het gevoel dat er iets op het spel staat? In elk geval het voortbestaan van de kerk. In veel kerkelijke gemeentes zijn er steeds minder mensen die het werk dat er te doen is, kunnen oppakken. Waardoor het steeds moeilijker wordt om de goede werken, waarover we zoveel spreken, ook werkelijk uit te voeren. Onze invloed lijkt beperkt: er gebeurt van alles in onze samenleving wat absoluut niet strookt met onze christelijke overtuigingen. Denk aan vluchtelingen die voortdurend doorgeschoven worden, steeds minder draagvlak om hen op te vangen. We lezen en merken dat het sociale systeem - ooit door de kerken en religieuze groepen gedragen - steeds minder sociaal wordt: mensen die moeten leven van een uitkering worden op onbarmhartige manier behandeld door de overheid. Mensen die vermogend zijn, worden steeds rijker, en elke bezuiniging wordt vooral gevoeld door mensen die toch al de eindjes aan elkaar moeten knopen. Mensen in geestelijke nood moeten steeds langer wachten op een behandeling in de GGZ, waardoor de problemen opstapelen.
Als christenen voelen we, weten we, geloven we, dat het niet goed is. Maar onze stem verheffen als tot één sterke stem: dat lukt eigenlijk niet.
Misschien is dat ook wel een reden waarom de kerken leeglopen. Voor de meeste mensen in de samenleving is het niet meer zichtbaar, hoorbaar, waar het in de kerk om gaat. Waar christenen voor staan. Maar met thema's als rechtvaardigheid, barmhartigheid; maar ook sociale verbinding, geestelijke zorg, kunnen wij als christenen vandaag wel degelijk een verschil maken. En mensen prikkelen om anders te kijken. Door liefde en recht te verkondigen en uit te stralen, kunnen we wel degelijk iets veranderen. En dan willen mensen zich misschien wel weer verbinden met het geloof, met God.
Geestkracht
Het vraagt van ons een nieuwe geest. Van geloof, van vertrouwen, en van moed. Om hiervoor te gaan staan, het voor te leven, en ook op één of andere manier in het grotere debat een plek en een stem in te nemen.
Met het oog op Pinksteren, het feest van de heilige Geest, van inspiratie, van vuur, mogen we ons bezinnen op onze rol in de samenleving. En beseffen dat we daar écht geestkracht bij nodig hebben. Dat het vuur ons aanwakkert om in beweging te komen. Om ons uit te spreken, om te gaan staan voor wat ons geloof in God ons influistert. Dat we woorden vinden, taal, om uit te spreken wat ons ter harte gaat.
Fluister het mij in, heilige Geest:
ik zal het goede denken.
Spoor me aan, heilige Geest:
ik zal het goede doen.
Verlok me, heilige Geest:
ik zal het goede zoeken.
Geef me kracht, heilige Geest:
ik zal het goede vasthouden.
Bescherm me, heilige Geest:
ik zal het goede nooit verliezen.
(Toegeschreven aan Aurelius Augustinus)
-----------Ds. Kirsten Wuijster---------------------------------
Als vanouds
In april hebben we weer een gewone AK-vergadering gehad. Deze keer fysiek bij elkaar en niet digitaal achter een schermpje. Het was fijn om iedereen weer in levenden lijve te zien.
Ditzelfde geldt al enige tijd voor het bezoek aan onze kerken, waar de afstandsmaatregelen zijn geschrapt, en iedereen weer als vanouds bij elkaar kan zitten en de viering kan meemaken. We hopen van harte dat dit zo blijft en we niet komend najaar weer met maatregelen worden getroffen.
Het was ook de eerste AK-vergadering na de fusie met de Protestantse Gemeente St. Oedenrode, Son en Breugel, die nu helemaal bij ons als Protestantse Gemeente Eindhoven hoort. Daarom was het dit keer niet nodig om over allerlei zaken rond de fusie te praten, maar konden we onze aandacht aan andere zaken besteden. Zo hebben we onder andere - zoals normaal in april - de jaarrekeningen van de kerkvoogdij en de diaconie over het afgelopen jaar besproken. Deze zijn nu voorgelegd aan de gemeente en zullen in juni worden goedgekeurd.
Het inhoudelijk onderwerp deze vergadering ging over het straatpastoraat. Dit stond al enige tijd op de agenda, maar moest een aantal keren worden uitgesteld, onder andere door de coronamaatregelen. We hadden als gasten Rob Kosterman en Gerdien de Graaf om ons bij te praten over het straatpastoraat.
Het huidige straatpastoraat in Eindhoven is gericht op de grote groep dak- en thuislozen in Eindhoven en gaat nu uit van de Rooms-Katholieke Kerk. We hebben gesproken over de huidige aanpak van het straatpastoraat en wat dit inhoudt. Dit is duidelijk goed werk, wat op dit moment maar een klein deel van de dak- en thuislozen kan bereiken. Al enige tijd geleden is daarom de Protestantse Gemeente Eindhoven benaderd of wij ook een bijdrage zouden kunnen leveren.
Als protestantse kerk willen we graag helpen, maar we moeten nog verder invullen hoe dat te doen. Het opzetten van een eigen protestantse stichting zou te veel menskracht van ons vergen om dat bestuurlijk te regelen. Daarom moet er een andere weg gevonden worden. Dit kan in de vorm van samenwerking met de bestaande organisatie of samen met andere protestantse kerken. We gaan dit in de komende tijd verder uitwerken.
Het wordt steeds duidelijker in de kerk en ook in de AK dat er vele mooie initiatieven zijn om aan te werken, maar dat gebrek aan mensen vaak een hindernis is. Ook de AK zelf is onderbezet, met nog een aantal vacatures, waar die van scriba nog het meest een probleem is. Als gevolg daarvan moeten we ons als AK voornamelijk op de kernzaken concentreren, ook al willen we vaak meer doen. We gaan uit van het besef dat het beter is een paar zaken goed te doen dan vele zaken half. In Spreuken staat hierover: Vertrouw bij je werk op de Heer en je plannen zullen slagen.
------Henk Grootjans, voorzitter Algemene Kerkenraad-----
Bijbels Bijbellezen
In het Eindhovense kerkblad SAMEN beginnen we met een nieuwe maandelijkse rubriek: ‘Bijbels bijbellezen’.
Dat lijkt dubbelop, maar niets is minder waar! De Bijbel is een boek vol geheimzinnige letters, die op diverse wijzen gelezen kunnen worden. Elke club kan de Bijbel te eigen bate interpreteren. Een overbekende manier van lezen is geïnspireerd door de Amerikaanse dominee Norman Vincent Peale, die de kracht van positief denken voorstond en met dit instrumentarium de Bijbel heeft gelezen. Deze stroming is in de VS wijdverbreid. Ten tijde van Sartre gingen geëngageerde dominees alom de bijbel lezen volgens het existentialisme.
Ik ben van mening, dat de Bijbel om zichzelf gelezen moet worden. Ik ben het dus volkomen eens met de vroegere Amsterdamse hoogleraar Karel Deurloo (ooit ook jeugdpredikant in Eindhoven) die het adagium hanteerde: ‘De tekst mag het zeggen’.
Dat lijkt vanzelfsprekend, maar een andere, vroegere hooggeleerde (Hendrik Berkhof) zei: mensen laten de Bijbel vaak buikspreken, m.a.w. die leggen hun eigen gedachten en ideeën in de teksten.
Daarom de nieuwe rubriek. Toen de redactie van het Eindhovense kerkblad met mijn idee om een kenner van de Schriften een maandelijkse rubriek te gunnen instemmend reageerde dacht ik onmiddellijk: waarom zouden we die broodnodige hernieuwing van kennis niet met andere kerkbladen delen? Bijbelkennis is heden ten dage weer buitengewoon slecht en de nog steeds alom tegenwoordige heilloze historische lezing (‘Waar gebeurd’) zit zó in ons protestantse dna dat we die steeds weer opnieuw moeten elimineren. Ook de seculiere en vaak bijbel-en kerkvijandige hedendaagse Nederlanders gaan ook veelal nog uit van de vermaledijde historische lezing en vinden ons daarom dom en zielig en vinden de kerken nodeloos. Zij hebben er geen weet van dat een andere oorspronkelijker lezing ook mogelijk is en op bepaalde plekken nog steeds wordt gepraktiseerd. Maar dat weet men dan niet!
Wim de Leeuw zal daarom maandelijkse stukjes schrijven ter verheldering. Hij was in zijn werkzame leven een bekende en zeer gewaardeerde Studentenpredikant aan de TUe. Ook heeft hij in het Eindhovense Kerkblad SAMEN vele artikelen geschreven, die hij voor een klein kring liefhebbers heeft laten bundelen tot een dik boekwerk! Hij is een buitengewoon vaardig Bijbels-theoloog.
------Chris Mondt, emeritus-predikant, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.----
De aanhouder wint
De afgelopen jaren kwamen regelmatig schrijnende verhalen voorbij in SAMEN. Verhalen over onrecht en onzekerheid. Maar gelukkig loopt een (groot) deel van deze verhalen uiteindelijk goed af. Zo ook voor een van onze Soedanese cliënten. Hij kwam ruim tien jaar geleden in Nederland aan. Afkomstig uit Darfur, was hij gevlucht voor zijn leven. Niet wetende waar zijn familie was en zowel fysiek als mentaal getekend door de oorlog, vroeg hij asiel aan in Nederland.
Zijn asielaanvraag werd ondanks meerdere overtuigende bewijzen afgewezen op basis van een taalanalyse. Deze taalanalyse – slechts op basis van zijn accent – stelde dat hij weliswaar opgegroeid was in Darfur, maar dat de ‘scherpe randjes’ van zijn accent af waren. En omdat deze ‘scherpe randjes’ eraf waren, plaatste de taalanalist hem in Khartoum en beoordeelde de IND zijn relaas niet inhoudelijk. De redenatie? Hij kon immers (op basis van de taalanalyse) de problemen waarover hij vertelde niet meegemaakt hebben. Hij leefde namelijk niet in Darfur maar in Khartoum.
Op deze manier werd onze cliënt maar liefst drie keer afgewezen. Ondanks vele overtuigende bewijzen en betogen van taalwetenschappers over de onrechtmatige conclusie van de taalanalyse. Een paar jaar geleden nam Huib de Zeeuw, een onderzoeksjournalist, contact met ons op. Hij deed onderzoek naar het asiel- en uitzettingsbeleid rondom Soedan. Hiervoor interviewde hij ook onze cliënt, die met zijn verhaal in de NRC verscheen (zie het artikel ‘Nederland zet Soedanese asielzoekers uit die gemarteld worden – hoe kan dit?’). Uiteindelijk was dit een aanzet voor de IND om het relaas van onze cliënt opnieuw te beoordelen.
Na jaren van strijden kreeg hij enkele weken geleden het verlossende bericht: een asielvergunning! Met terugwerkende kracht vanaf 2017. Dit betekent dan hij over een paar maanden zelfs al Nederlander kan worden. Met de inburgering komt het wel goed. In alle jaren dat hij in Nederland was heeft hij uitstekend Nederlands geleerd en zelfs autotechniek gestudeerd.
Uiteindelijk bewijst dit verhaal dat de aanhouder wint. Met veel geduld, inzet en lef van onze cliënt en een portie volharding vanuit de stichting is het uiteindelijk goed gekomen.
--------Vluchtelingen in de Knel, Anouk Willemsen ---------
Huiskamer voor Vluchtelingen: talenten ontdekken en gebruiken.
Op 28 april jongstleden hebben we in de Huiskamer voor Vluchtelingen gesproken over wat we kunnen doen om vluchtelingen die (nog) geen status hebben meer kansen te bieden in hun leven hier of elders. Aan het gesprek deden verschillende mensen mee: bezoekers van de Huiskamer, namelijk Kamal, Joel, Achmed, Mohammed en Hassan, Sjaak Huijser van de Huiskamer als initiatiefnemer, Karel Jungheim vanuit Kerk in Actie, Wim, Ton, Tjalling en Antje vanuit de Protestantse Gemeente Eindhoven ( PGE). Uitgebreid kennis maken, ervaringen uitwisselen, plannen maken, nadenken over wat een logische volgende stap is en wie we daarbij nodig hebben, en (heel belangrijk!) samen eten en genieten van de lekkere maaltijd die Kamal en een paar anderen bereid hadden.
Karel vertelde over een paar projecten in Amsterdam, waar ervaring is opgedaan met het geven van cursussen en scholing voor mensen zonder papieren. Cursussen zoals schilderen, behangen, vloeren leggen, elektriciteit en loodgieten, maar ook cursussen op gebied van bijvoorbeeld ICT en computeronderhoud. Zo kunnen mensen meer in hun eigen levensonderhoud gaan voorzien, en ontdekken ze waar ze goed in zijn. In het gesprek noemden we dat: je talent ontdekken en gebruiken. Dat project in Amsterdam draait al een paar jaar, en wij denken dat we veel van hen kunnen leren. Dus is afgesproken dat we een bezoek aan dat project gaan organiseren, met enkele bezoekers van de Huiskamer, Sjaak en een paar gemeenteleden. Dat gaat ergens deze zomer gebeuren.
Verder spraken we over het vergroten van betrokkenheid bij dit scholingsproject in Eindhoven. We willen contact zoeken met andere kerken, vragen of Vluchtelingen in de Knel (VidK) met ons mee wil denken, en we gaan na bij de gemeente Eindhoven of zij mogelijkheden zien voor steun (met geld, of een pand of met contacten bijvoorbeeld). En mogelijk wil men ook vanuit het Summa College of andere onderwijsinstellingen wel mee gaan doen. Dit scholingsproject is zo veelomvattend dat het niet alleen door de Huiskamer en de diaconie van de PGE georganiseerd kan worden; er is dus behoefte aan verbreding, zodat we met meer mensen en organisaties de verantwoordelijkheid kunnen dragen voor zo’n scholingsproject.
Ook hebben we ideeën uitgewisseld over de betrokkenheid van leden van onze kerken. Dat begint natuurlijk heel laagdrempeling. Is het een idee dat bezoekers van de Huiskamer koekjes bakken en dat die koekjes in de kerk voortaan bij de koffie worden geserveerd tegen een kleine vergoeding? Kunnen we vaker gezamenlijk maaltijden in de Huiskamer regelen, waarbij bezoekers en kerkleden met elkaar in gesprek gaan? Kunnen we met Advent een activiteit organiseren waarbij we aan winkelend publiek koekjes uitdelen door de Huiskamer gebakken, met het verzoek om die weer met anderen te delen? Sommige bezoekers van de Huiskamer maken mooie tekeningen of schilderijen, hoe kun je daar meer bekendheid aan geven samen? Zou er belangstelling zijn voor een excursie naar de fietsenwerkplaats?
Als laatste bespraken we met elkaar hoe het nu verder zou moeten. Duidelijk werd in elk geval dat we het zo gaan organiseren dat de bezoekers van de Huiskamer zelf direct betrokken zijn bij dit plan en bij het verwezenlijken ervan. Op die manier zorgen we dat iedereen zich verbonden kan voelen aan het project, en leren we van elkaar. Ter plekke is afgesproken dat zij alvast eens gaan rondkijken in de stad naar geschikte locaties. Het bezoek aan Amsterdam zal door Antje geregeld worden. Wim en Antje zullen nagaan welke diakenen nog meer mee kunnen doen. En eind mei worden er alvast een paar mogelijke sponsoren benaderd. Want hoe eerder we geld hebben om een coördinator aan te stellen om dit scholingsproject van de grond te krijgen, hoe beter!
Op 2 juni om 13.00 uur praten we verder. Eerst samen eten en daarna bespreken we wat de volgende stappen zijn.
---------Namens de Diaconie, Antje Dekker en Wim Wiggers--------.
Ontvankelijkheid
Een herinnering.
Het is pauze, ik zit in groep 5 of 6. Ik ga altijd graag naar de evenwichtsbalk naast het schoolplein. De balk is rond, vrij smal en donkerbruin. Niet zo hoog zodat ik er makkelijk op kan staan. Eraf vallen is niet pijnlijk maar zeer beslist niet de bedoeling.
Heen ga ik putjesscheppen, met telkens een been naast de balk. Voorzichtig zet ik daarna mijn voet weer voor de andere. Het einde van de balk komt in zicht en dan is het omdraaien zonder eraf te vallen. Terug ga ik dan met paardensprongetjes naar de andere kant.
Het gaat me niet om hoe vaak het me lukt voor de bel gaat, dat zeg ik tegen mezelf. Diep van binnen wil ik echter ongeschonden de pauze door, zonder een voet op de grond. Zwevend tussen de lessen ben ik even nergens, ben ik alleen met mijn stappen, onderweg, telkens weer, naar de overkant. Om daar dan niet te rusten maar om te keren. Een eindpunt dat geen eindpunt is maar telkens weer een begin van een nieuwe oefening.
Ik wil gewoon heel graag die stilte in mijn hoofd. Dat gevoel dat je met elke stap weer dichter bij je eigen gedachten geraakt. Putjesscheppen, 1, putjesscheppen 2, links, rechts. De sprongen zijn een geconcentreerde vreugdedans. Het is geen moeten, geen willen, daar op die balk. Het is het plezier dat ik met mijn gedachten nergens kan zijn. Ik geef me over aan de oefening en voel me, als ik een pauze lang gebalanceerd heb, rustig en wat zekerder van mezelf.
Een fijne herinnering aan een tijd dat ik mindful was zonder ervan gehoord te hebben. “Leven in het moment” wordt als je opgroeit, vaak steeds moeilijker. Je krijgt taken en verantwoordelijkheden.
In de loop van de jaren raakte ik het steeds meer kwijt en bepaalde de agenda vaak niet wat ik wilde doen, maar wat moest. Van mezelf, of van een ander. Het woord agenda betekent letterlijk: de dingen die gedaan moeten worden. Zo onschuldig en zo verleidelijk. Om de tijd zo vol te proppen dat die gaat leiden naar obesitas.
Ik werk dit jaar 20 jaar als geestelijk verzorger in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. De meesten hebben geen agenda. Ze leven bij de dag, sommigen zelfs bij het moment. Ze hebben vaak alle tijd en confronteren mij met mijn eigen ‘drukkigheid’. Tegenover mijn kloktijd van op tijd komen, te laat zijn en door naar de volgende afspraak, stellen zij een andere tijd. Die van intimiteit, kwaliteit, spiritualiteit. In de ontmoeting ben ik er helemaal, althans, meestal, als ik de druk van de klok buiten de deur laat als ik naar binnen ga.
De evenwichtsbalk uit mijn jeugd, vind ik nu in de ontmoeting die me voor even bevrijdt van alles wat ook nog moet. Dat is niet nu. Ik heb geen tijd, of heb ik niets dan tijd?
-------------Karin Seijdell - Geestelijk verzorger Severinus---------
Vluchtelingen
Een luchtvaartmaatschappij heeft een aantal gratis vliegtickets ter beschikking gesteld voor vluchtelingen uit Oekraïne. Dat betekent dat op Eindhoven Airport die vluchtelingen aankomen.
Ze komen dan meestal uit Polen of Letland en worden opgevangen door mensen die hen willen helpen. Dat kan gebeuren uit particulier initiatief, of door een organisatie als het Rode Kruis.
Het is allemaal met goede bedoelingen, maar het kan gebeuren dat die helpers elkaar in de weg lopen. Ik hoor de verhalen van de hulpverleners aan en wens hen alle goeds.
Maar ik zie ook de vluchtelingen zelf. Mensen een beetje in elkaar gedoken, en schichtig kijkend. Terwijl even verderop mensen uitgelaten vrolijk op vakantie gaan. Een heel vreemd contrast.
-----------------Mirjam van Nie-----------------------------------
Brieven aan gemeenten
Samen met een collega-visitator heb ik meer dan zeven brieven mogen schrijven. We noemden het pastorale brieven. Brieven waarin we benoemden wat ons geraakt had aan inzet en enthousiasme in de gemeente. Daarna waren er dan opmerkingen over wat misschien beter zou kunnen. Ze bevatten in ieder geval nooit zo’n hard oordeel als de brief aan de gemeente in Sardes. Het zal je maar gezegd zijn: ’ jullie zijn levend dood’. Maar wat is levend dood? Is dat lusteloosheid, onverschilligheid, je talenten begraven? Is het zelfverzekerdheid of verdeeldheid, zoals de dichters van lied 967 schrijven?
Of is het gebrek aan menskracht? We kwamen het allemaal tegen. Mijn collega, een ouderling uit een zeer actieve gemeente, zuchtte wel eens bij het bezoek aan zo’n kleine gemeente, waar onvoldoende menskracht was. Ze zei dan: ‘Ik zou verstikken in zo’n gemeente.’ En namens de landelijke kerk moesten we soms zeggen dat zo’n gemeente met twee of drie kerkenraadsleden geen overlevingskansen had. Levend dood? Ik vond dat verschrikkelijk want ik zag heel hardwerkende mensen, die zich met hart en ziel inzetten voor hun gemeente. En vaak in dorpen waar de Rooms-Katholieke kerk al gesloten was en zij de enige plek waren waarover Gods liefde voor mensen werd gesproken. Soms zetten zij zich zelfs nog in om de kinderen op de basisschool godsdienstlessen te geven en de Rooms-Katholieke broeders en zusters pastorale steun te geven. Zo werd door de omstandigheden een verstrooide kudde samengebracht.
Ik blijf me afvragen of zulke kleine gemeenten niet meer onze steun zouden moeten krijgen. Niet alleen financieel maar op één of andere manier met vrijwillige menskracht, ook al moeten mensen daar dan misschien voor reizen.
Het lijkt mij belangrijk dat ook in die kleine dorpen Gods bevrijdende Woord blijft klinken.
Ik heb er moeite mee dat de financiën daar de hoofdrol in spelen. Eerlijk gezegd herinner ik me dan ook niet dat wij die gemeenten waarschuwden, vaak zochten ze al samenwerking met andere gemeenten. Belangrijk vonden ze dat er plaatselijk ook een kerk bleef. Ik deelde hun mening.
We bezochten, als twee vrouwen, ook gemeenten waar men moeite had met het feit dat er vrouwen kwamen visiteren: een besluit van de landelijke kerk dat er geen verschil gemaakt mag worden. Toen ik geconfronteerd werd met ongenoegen daarover spraken we af dat we, als we wisten in zo’n gemeente te komen, ik als eerste de kerkenraadsleden zou vragen hoe dit voor hen was, bezoek van een vrouwelijke dominee en een vrouwelijke ouderling? De vraag overviel dan wel maar ze konden het eerlijk zeggen. Niet iedereen durfde dat of er klonk een zucht, ‘ja, dat heeft de landelijke kerk zo besloten’. Maar als er een eerlijk antwoord kwam en ik aangaf dat ik het begreep vanuit hun gezichtspunt, dan gaf het ruimte om later een diepgaand geloofsgesprek te voeren. Een gesprek waarover we bij sluiting van de vergadering te horen kregen dat ze nog nooit, ook niet met elkaar zo’n gesprek gevoerd hadden. En zij er zelf verwonderd over waren. Met vreugde schreven we dan achteraf de pastorale brief.
Soms was er verdeeldheid in de gemeente dan kwam het erop aan te luisteren, te horen en zien en weer proberen te verbinden. Dat betekende dat het niet bij een bezoek kon blijven. Alle keren betekende het dat wij telkens het mooie en hoopvolle van zo’n gemeente benadrukten en ze probeerden te bemoedigen. Dat gebeurt in vijf van de zeven brieven naar de gemeente in Openbaringen ook, in twee niet waaronder die van Sardes.
Misschien was het nodig, maar of het hielp? Natuurlijk hebben wij in onze tijd veel geleerd over feedback geven en wij doen dat op een andere manier. Ik ben blij dat wij nooit zo’n snoeiharde brief hebben hoeven schrijven. We hebben met onze brieven hopelijk veel kleine gemeenten bemoedigd.
------------------------Wil van Egmond--------------------
Uit het Open Huis
Er is altijd iets te doen in de ontmoetingsruimte van het Open Huis. Onze gasten vinden het erg fijn, dat ze weer op gewone afstand met elkaar kunnen praten. Ook eten we weer gezamenlijk. Alleen zitten we nog niet aan lange tafels met brood op schalen. Iedereen zit in kleine groepjes aan tafel waar de lunch in zakjes wordt uitgedeeld: niet ideaal, maar het went.
Corona heeft ook zijn uitwerking gehad op onze gasten: ze reageren iets sneller op elkaar en om de sfeer goed te houden is ingrijpen soms nodig. Maar ja, hoe doe je dat en wanneer wel en wanneer niet?
Om dat adequaat te doen hebben we, als bestuur, besloten daar een aparte training aan te wijden. Iemand van de Fontys-hogescholen, die bekend is met onze doelgroep heeft een training opgezet, waarin wij, vrijwilligers, leren omgaan met moeilijke situaties en met verwarde mensen. Met een aantal opdrachten gaan we enkele weken daarna aan het werk en na acht weken kijken we wat het ons heeft opgeleverd en wat eventueel nog toegevoegd kan worden.
Op 19 mei hadden we nog een verwenmoment. Er was nog geld in de portemonnee om onze gasten nog eens op een bijzondere manier te verwennen en onze keuze is gevallen op een etentje in een restaurant. Dat maken de meeste van onze gasten niet mee, dus een heel bijzonder moment, zo dachten wij. Zoals u wellicht weet kookt chef Amaro, van het Ketelhuis op Strijp-S, ieder jaar een kerstmaal voor onze mensen en dat gebeurt in de Catharinakerk. Zeker, de afgelopen twee jaar is dat niet doorgegaan, maar we rekenen er op, dat het dit jaar wel kan. We zijn daar zó blij mee, dat we dachten: we doen eens een keer iets terug. Nu heeft hij een klein, nieuw restaurant op Eindje 1: het stroomhuis. Een bijzondere locatie, omdat het vroeger inderdaad een huis was van waaruit de stad van stroom werd voorzien. Later is het een slaap- en opvanglocatie voor daklozen geweest en nu is het een restaurant. Het is klein en helemaal vintage ingericht. Daar hebben we met 29 mensen een heerlijk drie-gangen diner gekregen. Iedereen heeft genoten. De sfeer was ontspannen en er werd druk met elkaar gepraat. De incidenten die er wel eens zijn in de ontmoetingsruimte leken vergeten. Het was heel gezellig en wij, vrijwilligers, waren heel blij dat we hier vrijwilliger mochten zijn.
Zo proberen we steeds weer om onze gasten zich welkom en gezien te weten, iets dat ieder mens nodig heeft, maar de een maakt dat wat vaker mee dan de ander. Ik hoop dat we samen een mooie zomer tegemoet gaan met een gastvrij Open Huis.
-------------Bernadette van Litsenburg-------------------
Gedichten en nog wat
Terwijl de oorlog in Oekraïne doorgaat en er geen einde in zicht is of zelfs van een staakt-het-vuren, komt bij mij steeds een gedicht in gedachten. Een gedicht waarin de schrijver Adam Zagajewski zich een ander Rusland had gewenst. Niet het Rusland van Stalin of iemand als Poetin.
Het is geschreven in 1985, dus nog in de communistische dagen.
“ Als Rusland gesticht zou zijn door Anna Achmatowa,
Als Mandelsztam wetgever was geweest maar Stalin
enkel een marginale figuur in een verloren gegaan Georgisch epos
Als Rusland zijn borstelige berenvel had afgelegd,
Als het kon leven door het woord
en niet met de vuist
Als Rusland, Als Rusland….”
Zowel Achmatowa als Mandelsztam zijn bekende Russische dichters, die in de Stalintijd hebben geleden. Het is zelfs onbekend hoe en waar Mandelsztam is overleden.
Zagajewski is afkomstig uit het vroegere Lwow, toen een Poolse stad, nu Lviv genoemd in het huidige Oekraïne. Na de oorlog is hij als kind met zijn ouders evenals vele anderen uit die stad door het sovjetregime op transport gezet en gedeporteerd naar het “nieuwe“ Polen. Het gezin kwam in Silezië terecht waar op hun beurt de toen woonachtige Duitsers met geweld verdreven waren. Het vertrek was soms zo overhaast dat de nieuwe bewoners bij het betrekken van de “nieuwe” woning ontdekten dat de pannen nog op het fornuis stonden.
Zoals veel migranten, die tegen wil en dank hun geboortegrond moesten verlaten, blijft de herinnering aan vroeger een zere plek in hun leven, ongeacht wie je bent, Pool, Duitser of Oekraïner.
Die zere plek klinkt door in een lang gedicht van Zgajewski. Ik geef hiervan maar enkel de beginregels en het slot door.
“Op weg naar Lwow”
Op weg naar Lwow, uit willekeurig welk station,
Op weg naar Lwow, als het geen droom is, vroeg in de ochtend,
De dauw op de koffer, wanneer juist de sneltreinen tot leven komen.
Op weg naar Lwow, ‘s nachts, overdag, in september of in maart
Als Lwow bestaat onder de dekmantel van grenzen
En niet enkel in mijn nieuwe paspoort…….”
Hierna volgt een lange beschrijving van herinneringen aan het vooroorlogse leven in Lwow. Dit is een leven dat Zagajewski niet zelf heeft gekend, maar dat hem bekend is uit de familiegeschiedenis. Zo heb ik ook zelf enkele malen mensen uit Lwow ontmoet die mij aan de hand van oude foto’s van deze stad hun verhaal hebben doorgegeven.
Het slot van het gedicht volgt nu:
“Zonder zakdoek en tranen volgt ‘s morgens het afscheid
Nooit zal ik je zien, zoveel dood wacht op jou, daarom moet elke stad
een Jeruzalem worden en ieder mens een Jood, en nu snel inpakken
Altijd, dagelijks en zonder aarzeling, op weg naar Lwow.
Immers het bestaat, Lwow is overal”
Iedere migrant draagt zo zijn eigen “Lwow” met zich mee, ofwel zijn eigen Jeruzalem.
---------------------------------Johan Beks------------------
Flexibel omgaan met verandering?
Waar een artikel over verandering vaak gaat over hoe we wel wat flexibeler mogen zijn, wil ik hier het tegenovergestelde voorstellen: blijf te midden van veranderingen dichtbij jezelf. Dit doe ik door een stukje over mijn eigen ervaring rondom verandering en mijn ontwikkeling binnen (en met) TINT met jullie te delen.
Met de deur in huis vallend start ik dit artikel zoals ik bijna vier jaar geleden voor mijn gevoel ook binnen kwam “vallen” bij TINT. Via het netwerk van Anniek Mol (toenmalig event organiser bij TINT) werd ik uitgenodigd in een bewogen periode voor TINT. Binnen een kwartaal stopten 3 medewerkers en werden er 2 nieuwe aangenomen, waaronder ik. In een team van 5 personen had dit een enorme impact. Er volgde een periode waarin TINT zichzelf herontdekte en antwoorden zocht op vragen als: Wat hebben we precies nodig? Wie neemt de benodigde rollen op zich? Hoe vullen we elkaar aan? Doe er dan nog eens een TINT-verhuizing bij van een vast kantoor naar flexwerkplekken en alle vorm van vastigheid lijkt verdwenen (met uitzondering van onze rots in de branding: Margit van Tuijl). Het heeft een grote impact en vraagt veel flexibiliteit van alle betrokkenen op zowel team- als bestuursniveau.
Voor mezelf merk ik dat ik in zulke situaties doorgaans op zoek ga naar wat er het hardst nodig is binnen een team, en hoe ik dat gat kan vullen. Van het ondersteunen in het ‘organiseren van evenementen’ tot ‘bereiken van de studenten door middel van digitale media’, en van secretariële taken tot financiële en personeelszaken, “you need me, I’ll do it”. Ik wil zo’n periode van transitie zo aangenaam mogelijk maken.
En hoewel ik enorm geniet van een ondersteunende rol, ontdekte ik dankzij dit proces dat ik strategisch denken en nieuwe kansen benutten het leukste aspect vind aan mijn werk bij TINT. Onder andere hierdoor ontstond er ook een verandering binnen mijzelf, waarin ik ontdekte wat ik zelf wil: de diversiteit van identiteiten zichtbaar maken en ruimte voor ze creëren. Denk hierbij aan culturele identiteiten, maar ook spirituele, seksuele identiteiten en ‘identiteiten’ door een beperking of handicap. Iets waar TINT gelukkig ook voor staat binnen de studenten community.
Dankzij deze ontwikkeling zie ik dat ik mezelf beter heb leren kennen en dichter bij mijzelf kan blijven. Tegelijkertijd heb ik nu ook juist meer moeite met verandering om mij heen. Vooral wanneer het van mij vraagt om meer taken uit te voeren die mij minder zijn gaan aanspreken, of wanneer ik niet weet wat me te wachten staat.
Heb ik daardoor meer moeite met verandering? Mogelijk.
Leer ik dat ‘geven en nemen’ in balans moet zijn en dat dit voorheen niet het geval was? Absoluut.
Ben ik (en is TINT) - door dit proces gegroeid - gelukkiger? Zonder twijfel!
Laten we daarom ook te midden van veranderingen dicht bij onszelf blijven en begrijpen waar de grenzen van flexibiliteit liggen. Laten we begrijpen wat wij nodig hebben van elkaar. En laten we bovenal met een open blik kritisch naar onszelf durven te kijken. Waar komt (het gebrek aan) flexibiliteit écht vandaan?
Komt het vanuit onze intrinsieke drijfveren? Dan heeft het absoluut recht van bestaan.
-----Arantja Rosalina, Program Manager TINT--------
Zorg voor het klimaat, een geloofsartikel?
Op maandag 16 mei, om 20.00 uur was er in de Ontmoetingskerk aan de Meerkollaan 3 in Eindhoven een avond over het thema Zorg voor het klimaat, een geloofsartikel?
Drie mensen hielden een inleiding als vertegenwoordiger van 3 organisaties.
Wil van Egmond Grootouders voor het klimaat
Laurens Bliek Cristian Climate Action
Maarten van Andel Directeur Fontys Hogescholen Eindhoven
De mensen van Christian Climate Action zijn er zeker van: je inzetten voor het klimaat heeft te maken met je geloof. Zij zetten zich in met acties, desnoods burgerlijk ongehoorzaam, maar altijd geweldloos, om mensen bewust te maken van de klimaatcrisis en overheden aan te zetten tot veranderingsacties. Voor CCA hoort goede zorg voor de schepping tot het hart van hun geloof.
Grootouders voor het klimaat willen de aarde leefbaar houden voor de volgende generatie. Zij proberen, samen met hun (klein)kinderen, invloed uit te oefenen op de overheid en bedrijven om over te stappen naar klimaat neutraal werken. Voorlichting over het klimaat aan kinderen krijgt handen en voeten door het nomineren en kiezen van het KinderKlimaatboek van het jaar. Ook acties worden niet geschuwd door manifestaties bij Schiphol en een pensioenfonds om te wijzen op uitstoot en investeringen in fossiele bedrijven.
Maarten van Andel is auteur van de boeken ‘De groene illusie’ en ‘De groene kans’. Vanuit zijn wetenschappelijke achtergrond benadert hij de zorg voor het klimaat vanuit zijn kennis over energiesystemen. In de transitie naar een duurzame samenleving en duurzaam energiegebruik wil hij eerst nagaan - berekenen - welke maatregelen zoden aan de dijk zetten en daarop persoonlijk inzetten. Een verandering van beleid vanuit het individu afdwingen door verandering van consumentengedrag, waardoor bedrijven en overheid zich moeten aanpassen naar duurzame productie en beleid. Hij vindt zich meer transitiescepticus, geen klimaatscepticus.
De urgentie van klimaataanpak is voor alle partijen boven alle twijfel. Voor de ene begint het met de klimaatfilm van Al Gore. Voor anderen zijn de publicatie van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Control) de reden om nog meer in actie te komen. Voor alle drie de inleiders geldt dat het geloof een rol speelt bij hun inspanningen voor het klimaat. Voor de één misschien wat meer dan de ander, maar rechtvaardigheid naar volgende generaties.
Tijdens de presentaties kwam eerst bij mij over dat Christian Climate Action en Grootouders voor het klimaat zich voornamelijk bezighouden met beïnvloeding van politieke en bedrijfsbestuurlijke beslissers. Minder gericht op aangeven van concrete acties van hen zelf maar het aanzetten van beslissers om een andere koers in te slaan. In de discussie kwam echter naar voren dat de zorg voor het klimaat een duidelijke invloed heeft op het persoonlijke leven van elk van de inleiders. Persoonlijke keuzes die iedereen voor zich kan maken. De nadruk lag op wat je zelf kunt doen. Grote overeenstemming was er over:
- Niet autorijden, of in elk geval niet te hard. (100 km max)
- Minimaliseren van het energieverbruik van huisverwarming
- Koopgedrag: tweedehands kopen, repareren vóór nieuw kopen, kleding en huisraad langer gebruiken. Niet meedoen met de wegwerpmaatschappij.
- Verminderen van watergebruik door kort douchen of minder douchen maar wassen aan de wastafel
- Geen tuin sproeien met drinkwater
Er werd gewaarschuwd voor schijnbare verduurzaming door over te stappen van aardgas naar elektriciteit. Elektriciteit wordt op dit moment nog grotendeels met fossiele brandstoffen opgewekt.
Een elektrische auto waarmee je hard rijdt gebruikt meer energie, die opgewekt moet worden, vergelijkbaar met een benzine auto.
De batterijen die we gebruiken zijn nog vol met chemische stoffen die zeker niet gezond zijn en hergebruik van batterijen is nog niet grootschalig opgezet.
Bij verduurzaming van het eigen leven blijft het dus opletten op echte besparing en niet het omzetten van de ene energiebron naar de andere.
---------------------Jaap Stooker-------------------------------
mei 2022 met thema: "Inclusieve samenleving" Lees meer...
Inclusieve samenleving
We moeten in versneld tempo nieuwe woorden en termen leren waarmee we actuele processen en gewenste ontwikkelingen in onze samenleving kunnen typeren.
Sommige van die begrippen kunnen in een heldere ‘kreet’ worden verwoord. ‘Black lives matter’ ‘is zo’n voorbeeld: kort genoeg om op een spandoek te schrijven en duidelijk genoeg om te snappen waar het over gaat. LHBT in gekleurde vlaggetjes uitgedrukt - vaak zelfs zonder woorden - snappen we inmiddels ook. En alles met ‘groen’ of ‘eco’ of ‘bio’ ervoor spreekt ook goed aan. Maar als je met een spandoek met ‘inclusiviteit’ erop gaat lopen trek je niet veel publiek Meer een term voor de intellectuele elite.
Eerst dus maar wat uitleg over wat bedoeld wordt met ‘inclusieve samenleving’. Met die term willen we zeggen dat ‘we er allemaal bij horen’; gelijke kansen, niemand uitgezonderd. Super slim of verstandsbeperking, rijk of arm, gezond van lijf en leden of gehandicapt, rijke ouders of arme, allochtoon of autochtoon, kletsmajoor of stotteraar: we horen er allemaal bij en we moeten allemaal de kans krijgen om volwaardig mee te doen in onze samenleving.
Even een voorbeeld. Laatst zag ik voor TV een uitzending over kinderen van arme ouders. Zij kunnen het dure schoolreisje niet betalen, zij mijden verjaardagspartijtjes omdat ze geen geld hebben voor een cadeautje, ze kunnen geen hippe kleren dragen omdat die te duur zijn. Ga zo maar door. De inclusief denkende mens gaat dan op zoek naar middelen of mogelijkheden waarop kinderen gelijkwaardig mee kunnen doen in een schoolgemeenschap en niet eindeloos smoesjes moeten bedenken waarom ze af moeten haken.
Een ander voorbeeld. De olympische spelen voor gehandicapten geven een belangrijk en mooi signaal van kansrijkheid bij gebreken. Maar op gymnastieklessen wordt vaak pijnlijk duidelijk wie handig, vlot en sterk is en wie onzeker, zwak en angstig. Vaak worden op onbarmhartige wijze prestaties geprezen en beloond en rest er nauwelijks enige bemoediging voor de zwakkere die minder handig is. De inclusief denkende mens zal dan creatieve wegen moeten zoeken waarop alle leerlingen tot hun recht komen. Helaas gebeurt dat maar al te vaak niet. Misschien komt dat wel omdat er in de sport een volkomen uit de hand gegroeide prestatiecultuur heerst. En zo’n cultuur verdraagt zich slecht met gelijkheidsdenken.
Op wereldschaal zie je schrijnende verschillen tussen hongerigen en mensen die alleen in de beste restaurants willen eten, tussen mensen met vaccinatie en mensen die wonen in landen waar de vaccinatie niet betaald kan worden. Tussen mensen in oorlog en mensen die zo verwend zijn met vrede en luxe dat ze spanning gaan zoeken in rellen en stoken.
Kortom: inclusief denken betekent dat er aandacht is voor die enorme verschillen en dat ernaar gestreefd wordt omstandigheden te scheppen waardoor alle mensen tot hun recht komen: ‘ze horen er allemaal bij’.
Dat alles klinkt mooi. En dat is het ook. Maar bij de invulling van dit alles doen zich ook problemen voor. Enige tijd geleden werd ervoor gepleit de sociale werkplaatsen (werkplekken voor mensen die in het ‘normale’ bedrijfsleven niet mee konden komen) op te heffen; mensen met beperkte ‘gaven’ moeten ook in het bedrijfsleven welkom zijn, je moet ze daar in opnemen, niet uitsluiten naar een ‘vluchtplaats’ zoals ‘de sociale werkplaatsen’. In de praktijk bleek het best moeilijk te zijn om mensen met beperkingen in het bedrijfsleven mee te laten doen. Bovendien verdween voor die zwakker begaafden de sociale werkplaats waar zij minder onder druk stonden, gezelligheid aan elkaar beleefden en waar ze dingen mochten maken die ze aankunnen. Soortgelijke problemen doen zich voor bij een deel van de minder begaafde kinderen die uit het speciaal onderwijs naar het regulier onderwijs moesten verhuizen.
Integratie en inclusiviteit zijn twee verschillende begrippen. Maar niet ontkend kan worden dat sociale apartheid (gebrekkige integratie) nogal eens op gespannen voet staat met gelijke kansen om in de dominante samenleving mee te doen. Dit probleem doet zich nogal eens voor wanneer allochtonen in aparte woonbuurten en sociale gemeenschappen zich afzonderen. Gaan we even terug in de tijd dan zagen we dat veel Ambonezen die na de politionele actie een onderdak zochten in Nederland bij elkaar in clusterdorpen gingen wonen. En wat dichter bij huis In Eindhoven kennen we het ‘Philipsdorp’, een wijk speciaal gebouwd voor Drentse veenarbeiders die in groten getale bij Philips werk kregen aangeboden en waarvoor dan ook een eigen ‘dorp’ (het ‘Philipsdorp’ oftewel het ‘Drents Dorp’) gebouwd werd waar zelfs een eigen typisch Drentse kerk (de huidige Maranathakerk) werd gebouwd om op de vertrouwde wijze hun godsdienst te beleven. In onze tijd zien we dat migrantenkerken hun bestaan vooral ontlenen aan het gegeven dat zij iets vertrouwds bieden voor hun landgenoten. Allemaal een ook beetje apart dus. Niet erg inclusief ondanks het streven om deze mensen wel als gelijken in de samenleving op te nemen.
Maar er kunnen ook goede redenen zijn om bepaalde mensen of groepen van mensen gelijke rechten te onthouden of althans te beperken. Denk aan motorclubs als de ‘Hell’s angels’ of de ‘No Surrender’ groep. Die groepen zouden we niet graag gelijke kansen en rechten geven als een ‘normale’ motorclub omdat ze geen constructieve maar eerder een destructieve rol in de samenleving spelen. We bestrijden terreurgroepen die de samenleving proberen te ontwrichten. We beperken de rechten van religieuze of levensbeschouwelijke groepen wanneer wij vinden dat hun praktijken destructief voor de samenleving zijn. Voor hen geen inclusiviteit. ‘Ze horen er allemaal bij’ en ’ze moeten dus gelijke kansen en faciliteiten hebben’ is dan niet op iedereen en alles van toepassing.
Al met al is dat inclusiviteitsstreven complexer dan het lijkt. Een recente uitglijder vond plaats in de Europese Commissie waar commissaris Helena Dalli op grond van inclusiviteitsmotieven het woord Kerst wilde schrappen en vervangen door winterfeest of wintervakantie. Dat ging die commissie wat al te ver en het voorstel werd ingetrokken.
Het klinkt mooi als je zegt ‘iedereen gelijke kansen’ of ‘we horen er allemaal bij’ maar bij de uitwerking stuiten we op problemen. Het lijkt daarom verstandiger om het streven naar ‘gelijke rechten’ toe te spitsen op deelgroepen en deelproblemen, zoals bijvoorbeeld de positie en honorering van vrouwen, de maatschappelijke erkenning van de waarde van vakmanschap en de daarbij behorende opleidingen, en andere vormen van ongelijkwaardige behandeling van bevolkingsgroepen.
De bijbel en met name het nieuwe testament vertelt hoe Jezus tijdens zijn rondwandeling telkens iemand ‘uit de schare’ uit haar of zijn achterstand naar voren haalt en laat zien dat zij of hij er toe doet. Hij kiest niet voor de rol van de grote beleidsmaker die een voor ieder geldende sociale inclusie-structuur ontwerpt. Hij ziet de naaste, de mens die hij ontmoet en hij zorgt ervoor dat die mens er weer bij hoort, ertoe doet. Inclusiviteit begint met de mens die jij ontmoet. Je ‘naaste’, zoals dat zo mooi in de bijbel genoemd wordt.
Tot slot dan nog even dat mooie verhaal uit handelingen over Petrus’ droom, over dat laken met allerlei dieren (reine en onreine) dat voor hem neerdaalt. Hij mag ze gaan eten, maar hij is geschoold in die oudtestamentische wetten en regels en dus zegt hij ‘dat doe ik niet’. En dan tilt God hem uit dat regelharnas en zegt ‘wat God rein noemt mag jij niet onrein noemen’. Hij moet opnieuw leren zien welke mensen hij ‘erbij’ moet halen. Dan volgt die ontmoeting met de Romeinse officier waar hij anders met een boogje omheen gelopen zou zijn maar die nu opeens toegankelijk is, ertoe doet, erbij hoort, als inclusief beschouwd moet worden. Soms moet je eerst leren ‘kijken’ voordat je kunt ‘zien’ waar mensen en een samenleving van mensen mee geholpen worden. Naastenliefde kan heel verschillende vormen krijgen.
Inclusiviteit lijkt een te breed begrip om sociale nodige veranderingen teweeg te brengen. Het lijkt beter dat we deelthema’s uit dat streven concreet benoemen en daarmee aan de gang gaan. Maar laten we vooral van Jezus leren dat we op onze reis door het leven ook zonder steun van brede theoretische begrippen mensen tegenkomen die we onze ‘naasten’ mogen noemen, die we ‘kansen moeten geven’, die we doen ervaren dat ze erbij horen, dat ze waardevol zijn en dat hun leven zin heeft.
-----------------------Jan Scheurer----------------------
Onzekere Tijden
In het eerste kwartaal van dit jaar zijn stap voor stap de coronamaatregelen opgeheven. Geen mondkapjes meer en andere beperkende maatregelen. Dat zie je ook in de kerkdiensten, die weer bijna als vanouds gehouden worden. Met Pasen zullen er vast weer volle kerken zijn. Daar zijn we heel blij mee.
De afgelopen twee jaar hebben we altijd gedacht dat we na het opheffen van de coronamaatregelen weer helemaal naar een normale samenleving zouden gaan en de onzekerheden achter ons konden laten. Dat is helaas niet het geval. Door de oorlog in de Oekraïne en een aantal andere ontwikkelingen hebben we eens te meer te maken met onzekere tijden. Dat begon al aan het begin van het jaar toen de inflatie begon op te lopen. Door de stijgende energieprijzen en daardoor ook de stijgende prijzen van veel andere zaken werd het veel moeilijker voor ons allemaal en speciaal voor de mensen met een klein inkomen om rond te komen. Dat is door de oorlog alleen nog maar erger geworden. De inflatie is enorm gestegen. Dat zien we in de prijzen van alles we nodig hebben, van de boodschappen in de supermarkt, de benzine voor de auto tot natuurlijk de energierekening.
Naast het effect dat het nu al heeft op ons dagelijks leven brengt de oorlog in de Oekraïne verdere onzekerheid. Niemand weet hoe lang de oorlog zal duren en hoe we daar verder bij betrokken zullen raken. We zien dit nu al in de vorm van grote aantal vluchtelingen in West-Europa. Dat alles staat natuurlijk in geen verhouding met het leed van de plaatselijke bevolking. Laten we hopen dat er snel een vredesproces op gang gaat komen en het vechten stopt. Zelfs dan zal het heel lang duren voor alle schade hersteld zal zijn.
Dit alles speelt naast een aantal grote maatschappelijke vraagstukken waar we in Nederland mee te maken hebben, met als belangrijkste de klimaatcrisis. Dat is alleen al een groot probleem waar we allemaal mee te maken hebben en dat ons leven zal veranderen, al kunnen we op dit moment niet precies overzien hoe. Ook dit geeft ons allen een extra gevoel van onzekerheid. Wat staat ons te wachten in de komende jaren? Wat gaat er allemaal veranderen, niet alleen voor ons maar speciaal voor onze kinderen?
Ondanks alles is het nu belangrijk vertrouwen te blijven houden in de toekomst. Gelukkig weten we dat aan alle oorlogen op een gegeven moment een eind komt en het gezonde verstand weer gebruikt wordt. Laten we hiervoor bidden. Voor alle andere problemen is het belangrijk na te denken wat we zelf kunnen doen. Iedere stap die we zetten brengt ons de goede kant op.
Als je vertrouwen hebt hoef je niet de gehele trap te zien om de eerste stap te zetten.
Henk Grootjans, voorzitter Algemene Kerkenraad-----------
Thema-avonden
In de maand mei zijn er nog twee thema-avonden, die dit jaar georganiseerd zijn door de PGE Noord - Son en Breugel en de PGE Zuid.
Zorg voor het klimaat, een geloofsartikel?
Op maandag 16 mei om 20.00 uur is er in de Ontmoetingskerk aan de Meerkollaan 3 in Eindhoven een avond over het thema Zorg voor het klimaat, een geloofsartikel?
De mensen van Christian Climate Action zijn er zeker van: je inzetten voor het klimaat heeft te maken met je geloof. Zij zetten zich in met acties, desnoods burgerlijke ongehoorzaamheid, om mensen bewust te maken van de klimaatcrisis. Voor hen hoort goede zorg voor de schepping tot het hart van hun geloof. Hoe denkt een ‘grootouder voor het klimaat’ daarover? Hoe denkt u / hoe denk jij daarover? Wat betekent de geloofsuitspraak aan het begin van de Apostolische Geloofsbelijdenis (de Twaalf Artikelen van het geloof): ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde. Is het een vertrouwen dat alles uiteindelijk goed komt? Of is het een appel om de Schepper te eren en verantwoordelijkheid te nemen voor de schepping?
We horen op deze avond verhalen van drie kanten: van iemand die zich bezighoudt met energietransitie horen we welke mogelijkheden hij ziet. De ‘Grootouders voor klimaat’ delen hun drijfveren met ons. En natuurlijk iemand van de Christian Climate Action. Na deze verhalen gaan we met elkaar in gesprek.
De toegang is gratis, aanmelden is niet nodig maar wel handig. Het kan bij Tjalling Huisman: tel. 0615695919, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Film: the Biggest Little Farm
The Biggest Little Farm (2018) is een film van John Lester en vertelt het waargebeurde verhaal van John en zijn vrouw Molly.
Ze kopen een dor en uitgeput stuk land in Californië. Ondanks tegenslagen en teleurstellingen weten ze dit om te bouwen tot een bloeiend en zelfregulerend ecosysteem met een heel bijzondere boerderij.
De beelden zijn prachtig en het is een inspirerende en hoopgevende film.
Op vrijdag 20 mei wordt de film vertoond in de Johanneskerk aan de Mercuriuslaan 1B in Eindhoven. Er zijn twee voorstellingen: ’s middags om 15.00 uur en ’s avonds om 20.00 uur, de zaal is een half uur van tevoren open.
De film duurt anderhalf uur. Wil van Egmond zal ‘m inleiden.
Opgeven is niet nodig maar wel handig. Het kan bij Bert Jan van Haarlem: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. / tel. 040-2366339
---------------------------------------------------------------
Werkvloer voor Vluchtelingen zonder Status
Weet u het nog? In de SAMEN van december hebben we verteld dat de diaconie subsidie heeft aangevraagd voor een project van de Huiskamer voor Vluchtelingen bij het fonds Kerk en Wereld. Met het project ‘Werkvloer voor Vluchtelingen zonder Status’ willen we vluchtelingen die (nog ) geen status hebben cursussen aanbieden, die dienen als voorbereiding op de werkvloer of een toekomstig beroep. Door die cursussen kunnen de vluchtelingen hun gevoel van eigenwaarde herwinnen. Ze krijgen meer zelfvertrouwen en worden actiever. De cursussen worden gegeven door vrijwilligers (van binnen en buiten de PGE), die hun kennis en ervaring willen overbrengen. Daarnaast kan het project ook zorgen voor verbinding met de buurt, met andere maatschappelijke organisaties, met de gemeente Eindhoven en met onderwijsinstellingen.
Jammer genoeg hebben we die subsidie niet gekregen. En er waren zoveel aanvragen dat we ook niet van Kerk en Wereld hoorden wat ze nu van ons project vinden. Heel jammer. Maar daarmee is het niet voorbij. Deze, vaak jonge, vluchtelingen verdienen een kans om hun talenten en mogelijkheden te benutten.
Daarom gaan we nu aan de slag om bij andere fondsen subsidie te krijgen. En tegelijk willen we ook kijken of we ook al concreet iets kunnen doen. We zoeken mensen die hieraan mee willen werken. Meehelpen met fondsenwerving, of vrijwilligers zoeken, of zelf een cursus in elkaar zetten, of ons in contact brengen met andere initiatieven, of…. Zo’n project als dit kan alleen maar slagen als een aantal mensen er enthousiast mee aan de gang gaat!
Doet u mee? Of weet u iemand die misschien wel mee zou kunnen/willen doen? Of hebt u een goed idee? Of wilt u eerst meer weten? Alle reacties zijn van harte welkom!
Namens het College van Diakenen,
Antje Dekker en Wim Wiggers (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.).
---------------------------------------------------------------
Dienen
Deze rubriek over de diaconie heet Dienen. Bijna elke maand wordt in deze rubriek door éen van de diakenen geschreven over diaconale activiteiten. Bijna elke maand: schrijven is niet makkelijk, diakenen zijn bezig met activiteiten, ontmoetingen en het gewone regelwerk van collectes en vergaderingen. Vertellen over wat we als diaconie, in de wijk en in de stad, doen, schiet er dus wel eens bij in. Dat zou tot gevolg kunnen hebben dat gemeenteleden en de lezers van SAMEN niet merken dat er zoiets als een diaconie bestaat. Terwijl diaconie juist een vorm van “geloof in actie’ is, een vorm van naastenliefde, en daarmee een belangrijk kenmerk van kerk zijn.
Diaconie is niet het exclusieve domein van diakenen, van ambtsdragers. Veel gemeenteleden zijn actief bij ‘t Hemeltje, bij het Open Huis, zijn vrijwilliger bij de Voedselbank, zetten zich in voor Amnesty, zijn betrokken bij de daklozenopvang aan het Kanaal, geven taalles aan vluchtelingen, helpen met vervoer, sparen boodschappenpakketten voor mensen die het nodig hebben, brengen kerstpakketten rond, enzovoort. Dat zijn allemaal diaconale activiteiten. Activiteiten waarbij we in contact komen met andere mensen, mensen soms buiten onze eigen sociale kring, mensen met een heel andere levensgeschiedenis als jijzelf. Mensen die (even) hulp en steun nodig hebben, en die op hun beurt ook mij, jou, wat te bieden hebben. Juist de wederkerigheid in het contact, maakt zulke ontmoetingen waardevol. We worden elkaars naasten.
In de wijken zijn diakenen betrokken bij gemeenteleden (en wijkbewoners) die een praktisch of financieel steuntje in de rug kunnen gebruiken, bij activiteiten in de wijkgemeente voor Amnesty International, voor de Voedselbank, voor vluchtelingen met en zonder status, voor een bijzonder diaconaal project buiten Europa…. Er worden soms maaltijden georganiseerd, omdat samen eten zoveel gezelliger is als alleen eten en mensen in de wijk elkaar wat beter leren kennen door samen te eten. Een informatieavond over diaconale acties (zoals Brabant voor Moldavië), het organiseren van paasgroeten aan gevangenen en sobere maaltijden in de Veertigdagentijd: allemaal diaconale activiteiten. Met alle wijkdiaconieën samen organiseren we jaarlijks de kerstpakkettenactie, bespreken we hoe we betrokken kunnen zijn op het armoedebeleid in de stad, en proberen we samen betekenisvolle projecten op te zetten. Voorbeelden daarvan zijn: Brabant voor Moldavië, en ook het project Werkvloer voor Vluchtelingen (zie elders in deze SAMEN).
Er gebeurt dus best veel. Tegelijk is er nog zoveel meer behoefte en nood. Of je nu diaken bent, of vrijwilliger bij de voedselbank, ieder van ons kent wel het gevoel dat je eigenlijk nog zoveel meer zou moeten doen. Meer tijd besteden aan…., meer geven, meer vertellen over wat je doet, meer open staan voor anderen enzovoort. Het is waar, er is nog zoveel meer te doen. Daarover piekeren, je schuldig voelen, of nog meer hooi op je vork nemen, helpt allemaal niet. Helpt mij en jou niet in ons gevoel van tekort schieten, en het helpt ook de ander niet als wij onder druk en met groot plichtsbesef iemand tegemoet treden. Diaconie is dienen. En dat betekent ook accepteren dat we doen wat we kunnen. Claartje Kruuijff zegt over naastenliefde in haar boekje Leegte achter de dingen: “Laat mij maar keuzes maken en proberen mijn naaste lief te hebben waar het in mijn mogelijkheid ligt. En dat is voor iedereen anders. Ik denk dat iedereen andere gezichten en verhalen voor ogen heeft als de vraag gesteld wordt: wie klopt er aan jouw deur? Wie of wat ligt er zwaar op je hart? Eén ding weet ik zeker: het maakt wel degelijk uit wat je doet voor een ander, hoe klein en onbetekenend het ook moge voelen of lijken. Wat als je iets bijdraagt aan de wereld om je heen, word je er ook meer deel van. We kunnen in het kleine groots zijn en verschil maken voor elkaar. Al is het maar door iedere dag zelf opnieuw naaste te worden.”
----------------------Antje Dekker----------------------
Geluk
Vanuit het raam van mijn werkkamer op de Grote Beek heb ik uitzicht op een van de vijfentwintig geluksplekken in Eindhoven. Er staat een bank van waaruit je een mooi uitzicht hebt over het landgoed. Maar behalve de prachtige natuur, waarin je heerlijk kunt wandelen, lijkt er op de Grote Beek in de eerste instantie misschien weinig aanleiding voor spreken over geluk. Dat geld zeker als het gaat om het ‘reclamegeluk’. Al die succesvolle, stralende, gezonde, jeugdige, welvarende, populaire mensen: op de Grote Beek zie je ze zelden. En als je hier een tijdje rondloopt dan ga je ook steeds meer inzien hoe betrekkelijk dat soort geluk is. Je wordt geboren in een liefdeloze omgeving, je groeit op met geweld, misbruik, je krijgt te maken met zwaar verlies, eenzaamheid, je vindt geen aansluiting met mensen om je heen, je raakt verslaafd en zo kan ik nog een hele poos doorgaan. Het gevolg is dat zelfs de hoop om ooit zo’n ideaalbeeld van geluk te bereiken al in de kiem gesmoord is.
En toch is deze geluksplek niet leeg. Er is hier meer geluk dan je ooit zou verwachten. Maar het is niet het geluk dat er van afspat zoals in de reclame. Het is er gewoon in stilte, zonder ophef, in een gebaar, tussen de regels, in een flits, een groet, een verhaal. Dit geluk sluit verdriet en tragiek van het leven niet uit, maar juist in. Het zit in die ene kleine herinnering, die je door alle verdriet en ongeluk heen gedragen heeft: je welkom voelen bij oma en opa, een windvlaag die je streelde toen je buiten aan het spelen was, de juf die je zag en om je gaf. Het geluk zit in de wederzijdse herkenning en erkenning van je verdriet, in tijd en aandacht om te luisteren naar elkaars verhalen. Het lost de tragiek en het verdriet niet op. Maar het is er wel. Je kunt het niet in je zak steken, niet bewaren. Soms is het een lange tijd verborgen totdat het weer onverwacht tevoorschijn schiet. Zoals een lach door de tranen.
Onlangs gaf een cliënte me een gedicht, waarin dit geluk treffend verwoord is. Ze heeft het gekregen van haar oma, die het in de oorlogsjaren geschreven heeft. Het is een hart onder de riem. Niet alleen voor de cliënte die een zware crisis in haar leven doormaakt. Maar onverwachts ook voor mij te midden van alle verdriet over de oorlog in Oekraïne. En misschien ook voor u? De cliënte stemde er graag mee in om dit geluk ook met u te delen.
“Geluk zit in duizend kleinigheden;
De boom die bloeit, een kind dat stoeit,
de dagelijkse bezigheden.
Geluk zit niet in grote dingen,
het is er als de vogels zingen
en als de zon zo schijnt.
Geluk is in de innerlijke vrede,
al vallen bommen naar beneden.
Het is er, ondanks leed en pijn.
Geluk is niet aan het leven hechten,
maar zolang je er bent te blijven vechten
voor alles wat de wereld mist.
Geluk is steeds weer te bezinnen
dat het goeie toch zal overwinnen.
Dan valt het leven licht.
Geluk is niet om na te jagen,
het komt bij ieder alle dagen.
Het is er ondanks leed en pijn.
Geluk is in de innerlijke vrede,
al vallen bommen naar beneden.
De rust die maakt dat het je niet raakt.”
oma van een cliënte
--Inkeri Hyvarinen, Geestelijk verzorger GGzE--
Kaïn de musical uitgespeeld
De eerste twee weekenden van april heeft u de musical ‘Kaïn, zwerver in de oerverhalen’ kunnen meemaken in de Johanneskerk en in de Ontmoetingskerk. Onze enthousiaste groep heeft vol overgave gezongen, gespeeld en muziek gemaakt. Bijna 400 mensen zijn ons publiek geweest.
We hebben een verhaal laten zien op basis van de eerste boeken van Genesis waarin de schepping plaatsvindt en waar Adam en Eva het paradijs uit groeien. Er was Noach die een nieuwe start mocht maken met de schepping en we hebben een kleurrijke dierenparade de Ark zien intrekken.
Kaïn zwerft door al deze verhalen, samen met zijn schuldgevoelens. Het leven in het paradijs of de wens om op gelijke hoogte te komen met God past de mens niet. Als mens moet je je plaats in de schepping respecteren; geniet dat je mens mág zijn, zoals je bent!
Als groep zijn we erg trots op het resultaat.
Corona heeft onze groep parten gespeeld en hierdoor zijn we veel langer bezig geweest met onze voorbereiding. Om die reden hebben we veel meer kosten gemaakt dan bedoeld.
Na afloop van onze musical hebben we gecollecteerd. Er is gul gegeven, maar niet genoeg om onze kosten te dekken. Was u erbij en had u minder contant geld bij u dan u had willen geven? Geef dan nog wat extra aan ons wijkfonds. Hierdoor kunnen we ook in de toekomst weer een musical organiseren en Protestant Eindhoven met elkaar verbinden.
Wilt u ons extra steunen? Maak dan een bijdrage over aan het wijkfonds van de PGE Eindhoven Zuid op IBAN NL88 RABO 0373 7187 13 onder vermelding van Musical Kaïn.
------Ad Fijan,Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.------------
Gods hand?
Onze voorouders waren overtuigd van Gods leiding over wat er allemaal in hun opstand tegen de Spaanse onderdrukkers plaatsvond. Een paar gebeurtenissen.
Op 14 augustus 1568 werd volgens het Martelarenboek Michiel Rombouts in ’s-Hertogenbosch opgehangen. Zijn misdaad was dat hij diaken was geweest in de gereformeerde gemeente en dat hij ook werd verdacht van deelname aan de Beeldenstorm. Voor hij het schavot opging, bad hij God om een teken voor het volk, als bewijs dat hij onschuldig was. Toen hij van de ladder was gestoten, werd onverwacht de lucht verduisterd en hoewel het midden op de dag was, begon het verschrikkelijk te waaien, te onweren en te hagelen. Daarna was vrijwel meteen de lucht weer helder.
De Sint-Jan in Den Bosch had vroeger nog een houten toren op het midden van de kerk. Toen in 1584 Willem van Oranje in Delft was doodgeschoten door een katholieke dader, werd de toren getroffen door een blikseminslag en vloog in brand. De hele toren brandde af. In Den Bosch ging het verhaal rond dat dit Gods straf was voor deze moord.
In 1588 ging de Spaanse ‘onoverwinnelijke vloot’ ten onder door een geweldige storm, toen deze het bestaan van de jonge Nederlandse republiek bedreigde. Er werd een gedenkpenning uitgegeven met de tekst: ‘Gods adem heeft ze verstrooid’.
Valerius dichtte na weer een ander succes tegen de Spanjaarden: ‘Die zulk een grote werk gedaan heeft aan zijn kerk’.
Deze verhalen, maar ook andere verhalen en liederen, tonen een geloof in Gods hulp aan Nederland in de onafhankelijkheidsoorlog onder andere door natuurverschijnselen. Denken we daar nu toch anders over? Zien wij nog Gods hand in onze geschiedenis? En in de wereldgeschiedenis?
Tijdens de oorlog werd er hartstochtelijk gebeden om uitredding, die na vijf jaar werkelijkheid werd. Na de bevrijding dankten we God dat Hij geholpen had om de Duitsers te verslaan. En was de val van de Berlijnse muur en van het communisme een ingreep van God? Ik denk niet dat we kunnen zeggen dat we de hand Gods in de wereldgeschiedenis kunnen ontdekken. De Bijbel zegt ons wel hoe wij moeten leven.
De aanwezigheid van de Eeuwige in ons leven is een geloofsuitspraak. Wij kunnen geloven dat wij zijn zegen en leiding mogen vragen en ontvangen. En bidden om kracht voor onszelf en anderen.
---------------Gerard van Gurp-------------------------
Inclusieveteit
Jan Scheurer heeft hiervoor helder uit de doeken gedaan wat onder ‘inclusieve samenleving’ wordt verstaan. Jan pleit vooral voor het werken aan deelthema’s zoals werken aan gerechtigheid. Dat maakt het concreet.
Een ‘inclusieve samenleving’, stelde iemand in mijn omgeving, is als een paasmandje waar alle eieren in passen: gekleurde, witte, grote en kleine eieren. Voor iedereen is er plaats. Een mooie paasgedachte…, maar nu de praktijk.
Er worden tegenwoordig veel en mooie woorden besteed aan de inclusieve samenleving. Je zou zeggen, is het nog niet geregeld? Bij wet is discriminatie verboden. De regelgeving wordt steeds meer aangescherpt om te voorkomen dat groepen mensen uitgesloten worden. Dus, waar praten we over?
Maar we komen er met elkaar achter dat sommige mechanismen krachtiger zijn dan we zouden wensen. Met het opstellen van anti-discriminatiewetten zou je denken dat het geregeld is. Maar niets blijkt minder waar. In publieke functies bijvoorbeeld, zijn vrouwen, allochtonen enz. nog steeds structureel ondervertegenwoordigd.
Allochtone studenten hebben meer moeite met het vinden van een stageplaats dan niet autochtone studenten, puur vanwege hun naam.
Het uitsluiten van groepen mensen gebeurt dus veel ‘slimmer’. Het onttrekt zich zelfs aan de waarneming van de gewone burger die het hart op de goede plek heeft. Je ontdekt het pas als je het aan den lijve ondervindt. Je gaat het pas zien als je het doorhebt, vatte Cruijff het ooit, in een ander verband, bondig samen.
Als we het door krijgen met elkaar, kijken we vaak naar de politiek en vragen we om aanvullende regelgeving. Het is de vraag of al die wetten en regels ons gaan helpen. En met het stellen van de vraag is die ook beantwoord. Nee, dat gaat ons onvoldoende helpen. Uitsluiting vindt namelijk heel subtiel plaats. Het begint al op het schoolplein tussen de populaire en minder populaire kinderen. Kortom, bij de opvoeding dreigt het al mis te gaan. We geven het elkaar van huis-uit mee.
Een ‘inclusieve samenleving’ is ook gebaat bij gedragsverandering en door hard met elkaar te oefenen. En dat zijn twee lastige zaken voor mensen. Ons gedrag veranderen we niet snel. Mensen zijn gewoonte-dieren en worden niet graag geconfronteerd met het onbekende, laat staan de onbekende ander.
Dan maar hard oefenen. Dat wil zeggen, voortdurend jezelf afvragen hoe inclusief je denkt en werkt. Oefenen met jezelf en met elkaar om de subtiele uitsluitingsmechanismen te ontdekken en te ontmaskeren. Gemakkelijker gezegd dan gedaan. Vertel mij wat.
Moeten we ons er dan maar bij neerleggen? In het verleden hoorden we in de kerk dat ‘De mens onbekwaam is tot enig goed en geneigd tot alle kwaad.’ Geen fraai beeld, zeker als je een ‘inclusieve samenleving’ nastreeft. Je kunt dit inzicht echter ook zien als een uitdaging om te blijven werken aan jezelf.
En er blijft altijd hoop, want ‘de meeste mensen deugen’, stelt een nieuwe generatie psychologen.
Weg met ons negatieve wereldbeeld van hel en verdoemenis. Aan de slag!
--------------------Kees de Heer-------------------------
Diaconaal Inloophuis ’t Hemeltje
De zon schijnt en het is lente. Vroeger betekende dat: tijd voor de voorjaarsschoonmaak. Alle kasten werden uitgesopt, de winterkleding opgeruimd en de zomerkleding kwam weer in de kast. Dat soppen en opruimen gold dan ook voor alle kamers en de keuken. Het huis blonk als nooit te voren. Geen idee of u dat nog doet, ik in ieder geval niet. Het blijft vaak bij het wekelijks poetsen. En tussen neus en lippen door, doe je even de was in de wasmachine en klaar is het weer. Dat was vroeger wel anders, denk maar aan: maandag wasdag…..
Ik hoef u vast niet uit te leggen wat een werk dat betekende. In ’t Hemeltje gaat de was er niet even “tussendoor”. Veel gasten maken gebruik van de mogelijkheid om hun kleren te laten wassen. Er wordt genoteerd van wie de was is, en dan gaat de was de machine in en na het wassen in de droger. Zo lukt het vaak om 2-3 wassen per dag te doen, naast onze eigen was. Hoe kom ik hierop? We houden een staatje bij van het aantal wassen per maand. En achter mijn laptop zittend en nadenkend over een thema voor dit stukje, kwam het overzicht net per mail binnen. Zo zie je maar weer, hele praktische hulp. Maar dat is ook nodig, want waar kun je je was laten doen als je dakloos bent? Zij willen ook graag schone kleren aan, net als u en ik.
In het staatje staan ook het aantal douches. En dat zijn er veel, per middag maken er 6 tot 8 gasten gebruik van de douche. Even genieten van het warme water, even alles van je afspoelen: mens worden. En dat mens worden, mens mogen zijn, is wat we doen in ’t Hemeltje. Aandacht voor de mens die in huis is, die tegenover je zit.
In het nummer van maart van SAMEN heeft Antje Dekker een stuk geschreven over wederkerigheid. En dat is ook in ons huis een belangrijk thema. We willen present zijn, aanwezig zijn, een relatie opbouwen met alle mensen die in huis zijn en komen. Dat betekent luisteren naar de ander, naar zijn/haar verhaal. Dat betekent ook open staan voor de ander, wat heeft hij /zij jou te bieden en wat bied jij hen? Dat is niet altijd gemakkelijk en dat lukt soms ook niet. Het hoeft ook niet groots te zijn, het mag ook in het klein.
En dat kan ook door bijvoorbeeld spijkerbroeken in te zamelen, door een gift te doen. Op velerlei manieren kunt u wat doen. En mocht u wat meer willen doen, denk dan eens aan vrijwilligerswerk bij ’t Hemeltje. We hebben plaats voor vrijwilligers in de huiskamer. Voor het bestuur zijn we dringend op zoek naar bestuursleden. Want met een grote groep vrijwilligers en een goed bestuur kunnen we er zijn voor de dak- en thuislozen in Eindhoven.
PS: Mocht u meer willen lezen over ‘t Hemeltje, dan kunt u zich abonneren op onze digitale nieuwsbrief door een mailtje te sturen naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
--------Jeannet Venekamp ,relatiebeheer---------
IND-logica, Dat dit in Nederland gebeurt!
Mahmoud uit Guinee kwam ruim twintig jaar geleden naar Nederland. Hij sleepte de sporen van zware marteling zichtbaar met zich mee. Een jonge man met een loopje van een oude heer. Mahmoud was marktkoopman in een klein dorpje aan de grens van Sierra Leone. Dat gebied is al decennialang onrustig. Op een dag stormden regeringstroepen het dorp binnen. Ze richtten vernielingen aan en namen een groot deel van de mannelijke bevolking gevangen. De aanklacht? Vermeende samenwerking met de Sierra Leoonse rebellen.
In de gevangenis werd Mahmoud verschrikkelijk gemarteld. Toen hij uiteindelijk met de hulp van een bewaker uit de gevangenis wist te ontsnappen, verliet hij meteen het land. In Nederland werd zijn verhaal niet inhoudelijk beoordeeld omdat hij geen identiteitsdocumenten had. Mahmoud is een eenvoudige man, die niet kan lezen of schrijven. In Nederland kwamen behandelaars er achter dat hij een licht verstandelijke beperking heeft en daarnaast lijdt aan verschillende psychische problemen zoals depressie en PTSS.
Mahmoud wist niet hoe hij de IND kon overtuigen van zijn problemen in Guinee. Hij vroeg VidK om hulp. Wij schakelden in Guinee een onderzoeker in die veldwerk ging doen. Deze onderzoeker reisde af naar het geboortedorp van Mahmoud en sprak met verschillende mensen die Mahmoud kenden. Hij maakte ook foto’s van de vernielingen in het dorp en schreef een ijzersterk rapport. Daarnaast verkreeg hij middels een machtiging diverse officiële documenten voor Mahmoud.
Uiteindelijk wees de IND zijn aanvraag direct af: Hoe kon het zo zijn dat Mahmoud na al deze jaren ineens wél aan documenten kon komen? Zou hier geen sprake zijn geweest van corruptie? De rechtbank maakte korte metten met deze argumentatie, mede gezien het feit dat de documenten op de juiste manier verkregen én gelegaliseerd waren. Na een hoger beroep van de IND verwees de rechter de zaak weer terug naar de IND. Deze week bracht de IND weer een negatief voornemen uit. Let wel: deze hernieuwde asielaanvraag werd al in 2017 ingediend – we zijn al vijf jaar verder! Hoewel ze nu zijn nationaliteit, herkomst, identiteit, de martelingen en de gevangenschap wél geloofwaardig achten, zeggen ze: Het is 20 jaar later, je loopt geen risico meer. Je kan terug.
---Eef Daey Ouwens, Vluchtelingen in de Knel--
‘Kerk, Geloof en Kunst’
Titel: Louis van Dijk
Als kind kwam ik al vroeg in aanraking met muziek. Zo herinner ik me dat ik met mijn ouders meeging naar de Prom-concerten die, al weer lang geleden, jaarlijks in Eindhoven werden gegeven. Dit waren groots opgezette concerten met een symfonieorkest en verrassende cross-over gasten. Eén van die gasten was Louis van Dijk die mij liet kennismaken met Gershwin’s Rhapsody in Blue. Louis van Dijk (alweer twee jaar geleden overleden) was een echte multi-muzikant die grote invloed heeft gehad op mijn muzikale ontwikkeling. Ik was en ben nog steeds diep onder de indruk van hoe hij als organist en pianist kon improviseren. Daarin kon je door zijn omgang met ritme, contrapunt, harmonie en sfeer zijn voorliefde voor de muziek van Bach en Mozart herkennen.
Wat minder bekend is, is dat hij ook gecomponeerd heeft voor de kerkmuziek. Zo heeft hij in 1970 veertien psalmen en gezangen van o.a. Huub Oosterhuis op muziek gezet. Daar is een lp van gemaakt (‘Waar blijft u met uw wonderen’) waarop een jongerenkoor deze nieuwe liederen uitvoert met ritmische begeleiding van trio Louis van Dijk. Wat een muzikaliteit en inventiviteit! Zijn bewerking van psalm 147 (een Hooglied voor de Heer) is ook in onze kerken vaak uitgevoerd door Zajebo.
Van een andere orde is de laatromantische Franse religieuze muziek. Ik word iedere keer weer stil als ik luister naar de Messe Solemnelle van Louis Vierne. Dat begint al met een aantal grandioze openingsnoten op het volle orgel waarna het koor het Kyrie inzet: kippenvel. Deze muziek brengt je in een totaal andere wereld, een ‘hemelse’ wereld waarin je helemaal tot rust kunt komen en kunt mediteren.
En dan is er natuurlijk Bach. Als organist ben ik opgegroeid met zijn orgelmuziek. In de lijdenstijd heb ik vaak geluisterd naar de Mattheus Passion. Maar van de grote werken voor koor, solisten en orkest is en blijft zijn Messe in H-moll mijn favoriet. Ook hier de afwisseling van stemmingen van het feestelijke Gloria tot het zeer ingetogen Agnus Dei: magistraal!
Onlangs kwam ik bij toeval de opname ‘Bach Stories’ tegen van het Poolse duo Aleksander Dębic en Marcin Zdunik. Zij spelen een aantal Sonates van Bach en wisselen die af met eigen bewerkingen van bekende koraalvoorspelen, eveneens van Bach. Die oorspronkelijk voor orgel geschreven koraalvoorspelen zijn door hen heel mooi (opnieuw) gearrangeerd voor piano en cello. Van de koraalbewerkingen kan ik in het bijzonder het bekende ‘Jesus, bleibet meine Freude, O Mensch, bewein dein Sünde groß, en O Lamm Gottes unschuldig’ aanbevelen. Hier wordt met zo’n intensiteit, diepgang en zeggingskracht gespeeld dat er geen woorden nodig zijn om te begrijpen waar dit over gaat. De melodie wordt afwisselend door piano en cello gespeeld. Zij voegen aan de oorspronkelijke Bachversie extra noten toe waarbij jazzy-noten niet worden geschuwd. Hun spel doet mij terugdenken aan Louis van Dijk. Deze opname kan via een streaming service (bijv. Spotify of Tidal) maar ook via YouTube worden beluisterd.
---------------Ronald Kamminga-----------------------
Wie heeft mij door?
Ik ben Arjan Scheele. Studentenwerker voor IFES in Eindhoven en verantwoordelijk voor de internationale studenten. Ik ben 57 jaar en ben bij IFES de oudste studentenwerker en de enige die ook kleinkinderen heeft. Er wordt me vaak gevraagd waar mijn werk uit bestaat en de verleiding is groot om op te gaan sommen wat ik allemaal doe aan activiteiten en wat voor resultaten ik behaal. En ergens willen mensen ook resultaat van me horen omdat een groot deel van mijn inkomen komt van privé-sponsoren. Die willen graag zien dat “hun” geld goed rendeert.
Ik heb een beetje last van een imposter-syndrome. Het oplichterssyndroom. Iemand die daaraan lijdt meent dat het succes van zijn werk sterk afhangt van externe factoren in plaats van zijn/haar eigen kwaliteiten. Geluk, toevallige timing, anderen die hun werk doen en vaak beter. Ik herken er wel wat van. Ik ben naar de maatstaven die onze maatschappij stelt eigenlijk niet zo’n hele gekwalificeerde arbeidskracht. Ik werk met jonge mensen die soms mega-intelligent zijn en hoog opgeleid. Ík heb een mbo opleiding gedaan en ben van oorsprong hovenier. De studenten ontwikkelen zich zodat zij straks een goedbetaalde baan kunnen hebben. Ík leef voor een groot deel van giften. Ik heb mijn leeftijd al genoemd en de afstand tussen de leefwereld van de studenten en die van mij neemt elk jaar een jaartje toe. Ík word steeds ouder, mijn “publiek” houdt de zelfde leeftijd. Je moet toch op zijn minst een sterk geloof en vertrouwen hebben. Ik worstel nog steeds met heel veel dingen van het geloof. Ik ben geen groot spreker, zeker niet voor een groep en al helemaal niet in het Engels. Ik kan me zelf soms zo tekort voelen schieten.
Maar dan laat ik de complimenten en de goede punten even de revue passeren. Ik krijg regelmatig te horen dat ik het verschil mag maken. Mijn houding, degene die ik ben, heeft impact op de levens van sommigen. Ik verbind niet van hoofd tot hoofd maar van hart tot hart. Mijn afhankelijkheid van mensen en van God is een inspiratiebron. Mijn worstelingen, die ik ook deel met de studenten, blijken me meer “mens” te maken en daardoor ben ik benaderbaar. Mijn gebrek aan theologische stelligheden maken dat ik “oordeelloos” kan luisteren. En mijn leeftijd levert op dat ik een bak aan levenservaring heb die me autoriteit geven. Ik ben voor IFES inmiddels verantwoordelijk voor vier studentenwerkers in verschillende steden.
Nog even terug naar dat oplichterssyndroom. Als de definitie nu is dat mijn succes bepaald wordt door een externe factor dan klopt het eigenlijk best wel. Ik zie dat God mijn “zwakheden” gebruikt en dat ik gewoon door mezelf te zijn, de aandacht op God weet te richten. God is mijn externe factor. Hij is de reden dat ik “succesvol” ben. Niet mijn eigen kracht maar Zijn Kracht door mij heen. In Zijn naam mag ik af en toe een wondertje doen. Gewoon door mezelf te zijn en mijn leven te delen. Wat heb ik een prachtige baan.
-----Arjan Scheele, Studentwerker bij IFES------
Pelgrimsgebed (Amanda Strydom, Janine Neethling)
Vader God U ken my naam
My binnegoed en buitestaan
My groopraat en my klein verdriet
My vashou aan als wat verskiet
U ken my vrese en my hoop
Die pad wat ek so kaalvoet loop
Die pad heb U lankal berei
U maak die pad gelyk vir my
Refrein: Alle pelgrims keer weer huistoe
Elke swerver kom weer thuis
Ek verdwaal steeds op die grootpad
Soekend na U boardinghuis
Moeder God U ken my waan
My ego en my regopstaan
Die drake waarteen ek bly veg
U wys my altyd weer die weg
U het my met uw lig geseen
Die lig strooi ek op iedereen
Net U weet hoe my toekoms lyk
Ek het niks, U maak my ryk.
Refrein: Alle pelgrims keer weer huistoe
Elke swerver kom weer thuis
Ek verdwaal steeds op die grootpad
Soekend na U boardinghuis
Het is ons dit keer niet gelukt een jongere te vinden die voor deze rubriek iets wilde schrijven. Daarom hebben we zelf een lied/gebed gekozen dat ons aansprak.
Je kunt het beluisteren via www.youtube.com/watch?v=fTsYx8W_2w0
----------------Redactie----------------------------------
april 2022 met thema: "Geloofsbrieven" Lees meer...
Wie overwint…
bij de brief aan de gemeente in Pergamum
Schrijf aan de engel van de gemeente in Pergamum:
“Dit zegt Hij die het scherpe, tweesnijdende zwaard heeft: Ik weet waar u woont, namelijk waar Satans troon staat. U bent mijn naam trouw gebleven en hebt uw geloof in Mij niet verloochend, ook niet toen Antipas, mijn betrouwbare getuige, werd gedood in uw stad, waar ook Satan woont. Maar enkele dingen heb Ik tegen u: sommigen houden vast aan de leer van Bileam, die Balak liet weten hoe hij voor de Israëlieten een valstrik moest zetten, waardoor ze vlees dat bij de afgodendienst gebruikt is zouden eten en ontucht zouden plegen. Zo is het ook bij u: sommigen houden op dezelfde manier vast aan de leer van de Nikolaïeten. Kom toch tot inkeer, anders kom Ik binnenkort naar u toe en zal Ik hen met het zwaard uit mijn mond bestrijden.
Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint zal Ik van het verborgen manna geven, en ook een wit steentje waarop een nieuwe naam staat, die niemand kent behalve degene die het ontvangt.”
Openbaring 2: 12-16
Pasen is het feest van een overwinning: de dood is verslagen. In veel liederen wordt de overwinning van de dood bezongen:
Christus overwon de dood,
God de Vader zij geloofd.
Nu triomfeert de Zoon van God
die is verrezen uit de dood,
met grote macht en heerlijkheid.
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!
Al dit zingen betekent niet dat de dood er niet meer is. Sterker nog: sterven hoort bij alle leven. Er is geen ontkomen aan. Vroeg of laat komt de dood in één van zijn vele vormen: na ziekte, bij een ongeluk, in een oorlog… Het gaat allerminst om een makkelijke overwinning. Dat klinkt soms ook in liederen door:
Het was een weergaloos gevecht,
het deed de aarde beven,
de strijd werd vorstelijk beslecht,
de vorst liet zelf het leven.
De dood heeft voor het eerst gebeefd.
In de bijbelse verhalen over de opwekking van Jezus lees je niets over strijd die geleverd moest worden om de overwinning te behalen. Je hoort niets over het gevecht dat gevoerd moest worden om de dood te verslaan. In de liederen klinkt het soms wel en we kunnen ons er waarschijnlijk wel iets bij voorstellen.
De brieven die Johannes heeft geschreven aan de zeven gemeenten in de romeinse provincie Asia aan het einde van de eerste eeuw eindigen allemaal met een belofte: Wie overwint… Voor de gelovigen in die gemeenten is de overwinning lang niet zeker. De gemeente van Pergamum blijft trouw aan de Naam van de Heer, maar ze staat onder druk.
Pergamum is de hoofdstad van de provincie Asia (nu grotendeels Turkije) in het romeinse rijk. De stad is vooral beroemd om zijn grote bibliotheek, in die tijd de op één na grootste in het rijk. Het materiaal waarop toen werd geschreven is genoemd naar de stad: perkament. Ook is de stad een centrum van bestuur en handel. Het religieuze leven kent een bonte verscheidenheid. De griekse goden en godinnen, Zeus, Athene en Apollo worden aanbeden en natuurlijk is de stad ook een centrum van de keizerverering. Wie de romeinse keizer niet als een god vereert, loopt groot gevaar in de stad. Het laat zich raden wat er wordt bedoeld met de troon van Satan, die in de stad staat. Het zijn de tempels en de altaren voor de griekse goden en de als god aanbeden keizer van Rome. De gemeente kent minstens één martelaar, die is omgebracht omdat hij trouw bleef aan zijn geloof in Jezus Christus en weigerde te knielen en te buigen voor de keizer. Het zwaard is niet alleen in de hand van Christus.
Er zijn tot op vandaag machthebbers en regeringen die geweld niet schuwen om hun invloed te houden en te vergroten. Oorlogen – en dus ook vluchtelingen en slachtoffers – zijn van alle tijden. Ook wanneer het nu zo dichtbij komt en ons bezig houdt, betekent het niet dat oorlog iets nieuws is en dat er veel oorlogen zijn die ons minder of zelfs nauwelijks raken. De oorlog in Oekraïne roept bij veel mensen herinneringen op aan de tweede wereldoorlog en brengt de tijd van toen met al zijn geweld en angst weer boven. We ervaren hoe groot en sterk de dood is.
Het voegt zich bij de ervaringen van kwetsbaarheid en onzekerheid die we hebben opgedaan in de afgelopen jaren van de covidpandemie. Als de dood al overwonnen is, dan zeker nog niet nu.
Dat zorgt voor spanning en vragen. Wie geloven voelen ook iets van verlegenheid als het Pasen wordt. Het vraagt nogal wat vertrouwen en geduld om te geloven dat de dood niet het einde, het laatste is. Er is hoop nodig om te zeggen dat het leven sterker is dan de dood, het licht sterker dan het donker.
Die verbazing en verwondering merk je ook bij de leerlingen van Jezus als zij horen dat de Heer is opgestaan. Ze kunnen het nauwelijks geloven. Hun aarzeling lijkt sterker dan hun blijdschap. Er is tijd (en dus ook geduld) nodig om te geloven en te blijven vertrouwen. Soms heeft geloven ook iets van een strijd.
Nooit is de verkondiging van het boek Openbaring beter gehoord dan in tijden van spanning en dreiging. Prachtige en krachtige boeken over Openbaring zijn geschreven in Nederland tijdens de duitse bezetting en in Zuid-Afrika onder de apartheid. Waar mensen onder druk en in de knel komen zoeken zij ook veerkracht en wordt moed en wijsheid gevonden. Het boek Openbaring laat in alle tijden en op alle plaatsen horen dat de grootste monden en de hardste handen het niet voor het zeggen houden.
Het laatste woord is aan het manna, het brood voor onderweg door de woestijn naar het land van de belofte. Het laatste woord is aan een wit steentje – teken van overwinning – met daarop een nieuwe naam. Een nieuw begin.
Het laatste woord is aan wie overwint. Niet door geweld, maar door geduld en vertrouwen.
Jezus is door de dood heen gegaan naar een nieuw leven. Als eerste, voor ons uit en wij mogen met hem gaan, het licht tegemoet. Wie overwint gaat de lange weg door de nacht naar het licht van een nieuwe dag.
De morgen is vol nieuw geluid, –
werp af uw boze dromen.
---------------------Bert Jan van Haarlem----------------------
Saamhorigheid
Ik wil beginnen met goed nieuws. Als U dit leest is de akte van de fusie tussen de Protestantse Gemeente Eindhoven en de Protestantse Gemeente St. Oedenrode, Son en Breugel gepasseerd en is daarbij het proces van samengaan van onze beide gemeentes voltooid.
Dat is een blijde gebeurtenis en ik wil de mensen uit St. Oedenrode, Son en Breugel hartelijk welkom heten in onze gezamenlijke gemeente. Vanaf nu zullen ze deel uitmaken van de Johannesgemeente, die daarom vanaf nu twee kerken heeft, een in Woensel en een in Son. Het integratieproces tussen deze twee kerken is al enige tijd in volle gang en ik heb er alle vertrouwen in dat het verder goed gaat verlopen.
Dit proces van samengaan wordt voltooid in een zware periode. Voor het eerst in lange tijd hebben we te maken met een oorlog in Europa. Dagelijks worden we geschokt door de gruwelijke beelden van verwoestingen en menselijk leed in de Oekraïne. Naast de gruwelijke beelden van de oorlog valt ook de wilskracht van de Oekraïense bevolking op, die vecht voor hun eigen land en opkomt voor de andere mensen. We zijn nu in de tijd voor Pasen en het begrip ‘lijdenstijd’ krijgt hier een nieuwe dimensie.
De oorlog heeft een enorme vluchtelingenstroom opgewekt, niet alleen naar de andere landen in Europa, maar vooral van de oorlogsgebieden naar het westen van de Oekraïne. Toch zijn er, als ik dit schrijf, al meer dan twee miljoen mensen gevlucht naar landen van de Europese Unie, vooral vrouwen en kinderen. Het is indrukwekkend om te zien hoe vooral landen als Polen en Moldavië enorme aantallen vluchtelingen opvangen en hen eten, kleding en onderdak geven. Dat spreekt van een geweldige saamhorigheid. Ook in Nederland wordt een groeiend aantal vluchtelingen opgevangen. Gemeenten, instellingen en particulieren zetten zich in om deze vluchtelingen een dak boven het hoofd te geven. In deze onzekere tijd weten we niet voor hoe lang dit zal zijn. Het zal een uitdaging zijn deze volwassenen en kinderen met een eigen taal en cultuur - los van de effecten van de oorlog - op te vangen. Het is onze hoop dat er binnen niet al te lange tijd weer vrede zal zijn in de Oekraïne, zodat deze mensen weer terug kunnen keren naar hun eigen land. Iets wat zij duidelijk allemaal willen.
Het is goed dat op dit moment alle landen van West-Europa eensgezind zijn en achter de maatregelen staan die worden genomen, ook al zullen die zorgen voor problemen bij de eigen bevolking. Dit geldt ook voor Nederland en Eindhoven. Als kerk zullen we hiervoor moeten openstaan en hulp bieden als mensen binnen en buiten onze kerk in de problemen komen.
-------------------------------Henk Grootjans----------------------------
Over dik hout en een witte steen...
Tweeduizend jaar geleden. In de prachtige stad Pergamum wordt in luxe geleefd, worden goden vereerd, zijn de inwoners trots op hun stad en op hun macht. In de stad is ook een christelijke gemeente, volgelingen van Jezus, tot geloof gekomen door het woord van rondreizende evangelisten. En hoe praktiseer je dan om in de wereld te zijn en niet van de wereld te zijn... Nu, een beetje kan wel. Toch? En dus wordt geflirt met de verleidingen van het leven van de stad.
Tweeduizend jaar geleden. Johannes schrijft een brief. Zelf zit hij voor pampus op Patmos, in visioenen ziet hij de afgoden in alle vormen en maten, het is maar de vraag of hij een gemeente om zich heen heeft. Hij heeft alle reden om jaloers te zijn op het leven in Pergamum. Hij schrijft een brief... Na een positieve start van de brief gaat hij er stevig op los, met een harde boodschap voor de gemeente in Pergamum.
Tweeduizend jaar geleden. Mail, app, sms, telefoon bestaan nog niet. Communicatie gaat mondeling of op schrift. De Protestantse Gemeente van Pergamum krijgt een brief. Van Johannes. Van dik hout zaagt men planken. Hoe zal die gelezen zijn? Hoe zal die ingeslagen zijn? Wie kreeg het schaamrood op de kaken? Zou een gebedsbijeenkomst zijn georganiseerd? Wie veranderde zijn of haar leven?
Tweeduizend jaar later. Eindhoven. We hebben het goed. Luxe om ons heen, kerken in alle soorten en maten, een protestantse gemeente met bekende en beminde geloofsgenoten. Op zondagmorgen krijgen we een brief. Een brief van Johannes gericht aan de Protestantse Gemeente van Eindhoven. Hij staat in Openbaring 2: 30-36. Wat is de boodschap aan ons? Wat houdt Johannes ons als spiegel voor? Wat staat voor de eeuwigheid over ons geloof en levenswandel op schrift? En wat is onze reactie?
‘En Ik zal een witte steen geven’, zo eindigt de brief met een belofte. Een witte steen als teken van onschuld en bevrijding. Dat doet herinneren aan de steen die voor het graf van Jezus lag en op zondagmorgen was weggerold. Een steen als teken van Jezus' overwinning op de dood. Een steen als teken van onze vernieuwde onschuld.
-------------------------------Benjamin Jansen------------------------
Een Luthers ABC - V
Een godsdienstige houding houdt zich niet alleen en ook niet in eerste instantie bezig met vragen over het hiernamaals, maar geeft vorm aan het leven hier en nu. Een christen die bij Maarten Luther in de leer is gegaan, zou daarom op vele terreinen een karakteristiek gedrag kunnen laten zien dat voortkomt uit zijn geloof in Jezus Christus. Dit keer de letter V van het alfabet.
Vergeving
Ben je gestruikeld en kun je van harte zeggen: ik heb gezondigd, dan kan God ook zeggen: ik heb je vergeven. Als je echter de zonde rechtvaardigt of verheelt, ze goed praat of ervan niets wilt weten, dan zal Hij zeggen, dat Hij je niet kan vergeven.
[WA 44, 503: 2-4 – Lezingen over Genesis, 1535–45: n.a.v. Gen 42,28; Latijn.]
Met weinig woorden laat Luther zien dat hij – misschien als eerste in de Westerse christenheid - het geheim van vergeving gewaar is geworden en onder woorden heeft gebracht, zonder vergeving theoretisch helemaal te hebben begrepen. En dat hij daarmee tegelijkertijd de boodschap van Jezus Christus herontdekt heeft. Dat is heel bijzonder. Want in de Westerse theologie en wijsbegeerte werd pas vanaf het begin van de 19e eeuw een theorie van vergeving ontwikkeld, dus een betoog erover wat kenmerkend of constitutief voor vergeving is, bijvoorbeeld in tegenstelling met genoegdoening. De discussie daarover is trouwens nog steeds gaande.
Luther noemt in dit stuk als noodzakelijke voorwaarde voor vergeving het inzicht in de eigen schuld, dus in het eigen tekortschieten tegenover iemand anders. Dat inzicht mag niet halfslachtig zijn of opgedrongen, maar moet van harte komen.
Halfslachtig is het als ik me in alledaagse situaties verontschuldig, dus juist probeer de schuld te minimaliseren, weg te nemen. ‘Het kan gewoon gebeuren, dus maken wij ervan geen probleem!’ Hetzelfde gebeurt als ik in het alledaagse leven mijn excuses aanbied. Want dan verwacht ik alleen maar begrip voor mijn situatie.
Opgedrongen is dat inzicht als mij in de kerk of elders verteld wordt dat ik schuldgevoelens moet hebben. Anders zou er geen redding voor mij zijn. Luther heeft in zijn eigen tijd het boetesacrament zo ervaren. Je moest iets opbiechten om de vrijspraak te verkrijgen. Een opgedrongen schuldgevoel is echter geen inzicht en daarom nutteloos. En je hebt niets aan de vrijspraak als ze slechts het gevolg van een opgedrongen schuldgevoel is.
Opvallend genoeg gebruikt Luther in de tekst twee keer het woordje ‘kunnen’ in verband met Gods vergeving. God kan alleen vergeven als je van harte kunt zeggen: ik heb gezondigd. En als jij dat niet kunt doen, dan kan ook Hij niet vergeven. De achterliggende logica is niet die van de wet of de gerechtigheid, noch gaat het om Gods almacht. Nee, God kan niet, omdat vergeving op zich berouw veronderstelt. Berouw is geen voorwaarde die God of wij van de mensen moeten vragen. Het gaat er niet om (in Gods namen) eerst de mensen te vernederen om de eigen of Gods grootheid en barmhartigheid aan te tonen.
Berouw is noodzakelijk voor ons als wij om vergeving vragen omdat wij zonder berouw niet in de vergeving kunnen geloven. Hoe zou ik God kunnen geloven wanneer Hij me vergeving van mijn zonden laat verkondigen als ik van geen zonde weet of slechts halfslachtig of opgedrongen ervan weet? Waarover hebben wij het dan? Vergeving en geloof kunnen alleen waar worden als wij ons eigen gebrek, ons eigen falen inzien. Maar ook andersom: Hoe meer wij in de vergeving kunnen geloven hoe eerlijker en waarachtiger kunnen wij over onszelf zijn. Geen schuld immers die God niet zou kunnen vergeven.
Wat vergeving is, kan ik slechts ervaren als ik weet wat mij vergeven moet worden. Dat vereist diepe waarachtigheid, de waarachtigheid van het hart, zegt Luther. Dat vereist dus juist de erkenning van eigen schuld in tegenstelling tot de poging van verontschuldiging. Erkenning van eigen schuld is echter moeilijk. Daarmee geef je je prijs aan jouw slachtoffer. Je geeft toe dat hij tegenover in het gelijk is. Omdat dat zo moeilijk is, hebben wij zo weinig begrip voor vergeving. Wij zijn immers juist ermee bezig om onszelf steeds in het gelijk te stellen en over de ander te triomferen.
Vergeving is iets anders dan rechtvaardiging door genoegdoening die in de rechtsspraak gebeurt. De rechtsspraak bedoelt op zakelijke manier een herstel van de gerechtigheid. De misdaad wordt vergoed door een bepaalde compensatie. Daarmee wordt de balans van de gerechtigheid hersteld. De schuld die door vergeving weggenomen wordt, ontstaat echter door het kwetsen van de integriteit van een persoon. Iedere inbraak in een huis is niet slechts een zakelijke inbraak, maar ook een schending van het levensvertrouwen van het slachtoffer en daarom een schending van de geboden onaantastbaarheid van de mens. Deze schending kan niet hersteld worden en daarom moet je de ander om vergeving vragen.
Als wij met Luther begrijpen wat het geheim van vergeving is, pas dan ervaren wij dat het geloof een hoog of verheven zaak is, trouwens ook niet slechts een levensbeschouwing.
Want: als je van jouw eigen zonden en hun zwarte van harte weet, als je weet, hoe je iemand anders (incl. God) in zijn integriteit gekwetst hebt, hoe kun je dan geloven dat God of een mens je kan vergeven? Hoe meer je van jezelf weet, hoe minder zou je op vergeving kunnen hopen. Zou de zonde niet te zwaar zijn? Kan en wil God de zonde, die op geen manier te compenseren valt, überhaupt vergeven?
Pas dan begrijpen wij iets van de grootheid en verhevenheid van vergeving.
-------------------------------Markus Matthias------------------------------------
Wim is [nog] niet dood, hij leeft!
Lang niet meer van mij gehoord. Ach ja, iedereen, ook ik, had wel andere dingen aan zijn hoofd.
Maar nu covid op zijn retour is, wil ik toch weer gevolg geven aan mijn activiteiten van daarvoor.
Oftewel, er zal een nieuwe gelegenheid komen om jezelf bijbels theologisch op te frissen:
Bijbelse theologie bij Wim in de serre.
Maximaal 5 deelnemers, duur 10 keer, zoveel mogelijk wekelijks, kosten relatief laag, koffie en thee inbegrepen, alsmede stencils.
Opgave via mijn e-mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., of telefonisch: 06-24795574.
Ik hoop binnenkort 80 jaar te worden, dus niet te lang aarzelen!
Hopelijk gaat het jullie allemaal goed en wie weet tot ziens.
Met hartelijke groet,
---------------------Wim de Leeuw---------------------------------
Plek
Het is 1 april 2021. Mijn eerste werkdag bij de GGZ Eindhoven. Na een heel aantal jaren gewerkt te hebben in de ouderenzorg maak ik welbewust de overstap naar de psychiatrie.
Landgoed de Grote Beek. Een begrip in Eindhoven. “Nooit gedacht dat ik hier nog eens zou komen…” hoor ik zeggen als ik deze eerste dagen kennis maak met de mensen. “En stel je voor dat ik over een tijdje weer naar huis kan. Wat zeg ik dan eigenlijk, als m’n buren vragen waar ik al die tijd was… Oh, ik was gewoon een tijdje op de Grote Beek….?”
Ik wandel deze eerste dagen veel over het terrein. Het is er zo mooi. In de prachtig onderhouden tuin wordt het eerste groen zichtbaar. In de kassen staat de jonge sla. In het bos zijn de bomen nog haast kaal. Maar even verderop, als ik de pasgeboren lammetjes opzoek, loop ik door een haag van perenbloesem.
In de tuin rond het gebouw waar mijn werkkamer is ligt een tegel. Hij is daar, zo blijkt, ooit neergelegd door een oud-collega:
“Zijn met wat er is” – ik vind dat best een hele kunst. Vaak wil ik helemaal niet “zijn”, maar veel liever ergens kómen, iets bereiken. Aan de slag gaan. En “zijn” is niet meteen iets doen, maar juist even stilstaan. Je handen laten rusten. En ook: het lef hebben om te blijven wanneer je je onthand voelt. Want niet alles kan geheeld worden. Of goedgemaakt.
Een klein jaar later zit ik bij Jan. Hij durft sinds kort weer van zijn kamer af. “Maar het gaat niet goed. Eten gaat niet. Naar buiten gaat niet. De pillen helpen niet. En God ook niet.” Hij valt stil. Ik ook. Ik weet ook even niet wat te zeggen. Opeens pakt Jan mijn hand. “Och wat heb je kouwe handen.” En voor ik het weet, Corona of niet, warmt hij ze allebei.
“Zijn met wat er is” - eigenlijk een prachtige samenvatting van deze plek. En wat een voorrecht om hier zomaar te mógen zijn. Om te mogen delen in de levens van zo veel mensen – de rijkdom én de moeite daarin – en me te warmen aan wat me zomaar gegeven wordt.
--------Alice Bremmer, Geestelijk verzorger, GGZE-------------
Auschwitz
In het restaurant van het vliegveld ontmoette ik twee vrouwen die vertelden dat ze naar Auschwitz gingen. Dat is in Polen vlakbij Krakow.
Wat zeg je tegen mensen die naar Auschwitz gaan? Niet ‘Veel plezier’, maar wat dan wel? Ze zeiden dat ze de geschiedenis in de ogen wilden zien. Op die plek, is dat een heel zware confrontatie. Natuurlijk is het belangrijk om de geschiedenis te kennen, en om die goed tot je door te laten dringen. Ieder mens doet dat op de eigen manier. Ik zei, ‘Ik hoop dat dit een zinvolle reis voor u zal zijn’. Ze hoopten met een intense ervaring rijker, weer thuis te komen.
De motieven om op reis te gaan zijn voor iedereen anders. Het boeiende van luchthavenpastoraat is, dat je al die verschillende motieven tegenkomt. Maar iedereen mag ik een goede reis wensen en iedereen mag ik Gods zegen wensen.
------------------Mirjam van Nie----------------
Hoop
In 1561 voltooide de voorganger van de gemeente te Doornik, Guido de Bres, een geloofsbelijdenis. Deze bevatte 37 artikelen over wat volgens hem de gereformeerden beleden. Het was een tijd van vervolgingen. In artikel 27 over de Kerk schreef hij dat zij door God staande wordt gehouden tegen het woeden van de gehele wereld, hoewel zij soms tot niets schijnt te zijn geworden. Het waren woorden van hoop.
In 1567 waren de gemeenten in de zuidelijke Nederlanden tot niets geworden en was Guido opgehangen. Dankzij de standvastigheid van de bewoners waren er vele jaren later weer gemeenten die in vrijheid konden samenkomen. Maar in de zestiende eeuw waren er wel duizenden mensen voor hun overtuiging ter dood gebracht. Er was geen belofte van definitieve bevrijding. Aan het eind van de zestiende eeuw waren de reformatorische kerken in de zuidelijke Nederlanden verdwenen.
In 1940 was het gedaan met de vrijheid in Nederland en andere landen. Hoe lang zou het duren? Een jaar, twee jaar? Het werden er vijf. Steeds leek het gauw voorbij te zijn. Na de invasie in 1944 begon de vrijheid te dagen. De bevrijding kwam dichterbij. Toen kwam Dolle Dinsdag. De geallieerden zouden al in Breda zijn, zelfs in Rotterdam. Op de Rijswijkseweg in Den Haag stonden mensen langs de kant van de weg te hopen op de bevrijding. Tevergeefs. Toen daarna in september de operatie Market Garden mislukte, was de moed en de hoop in de schoenen gezakt. De Hongerwinter volgde. ‘Almaar onvervulde hoop maakt ziek’, aldus de (nieuw vertaalde) Spreukendichter.
Uiteindelijk kwam dan toch de bevrijding. Maar miljoenen waren in de concentratiekampen ter dood gebracht. Ontelbare mensen waren omgekomen door bommen, door gevechten, door uitputting.
De hoop was niet vervuld geworden door alleen maar te wachten en te bidden. Mensen waren staande gebleven, er was verzet geboden, mensen waren gespaard doordat anderen onderdak verleenden. Omdat ze bleven hopen.
Wat kunnen we van dit alles leren?
Hoop wordt niet altijd vervuld. Soms komt het niet goed. Worden we niet beter als we ziek zijn.
Hoop is een voorwaarde om staande te blijven, actief te zijn. Zolang ik niet dood ben, wil ik leven.
Hoop is niet hetzelfde als optimisme.
Evenmin overtuiging
dat iets goed zal aflopen.
Wel de zekerheid dat iets zinvol is,
afgezien van de afloop,
het resultaat.
Vaclav Havel
-------------------------Gerard van Gurp----------------
Kledingbank in de Catharinakerk
Door een gelukkig toeval kwamen wij, bestuur van het Open Huis in de Catharinakerk, in contact met het netwerk Goed Volk. Dit werkt op vrijwillige basis met jonge mensen tussen de veertien en twintig jaar, die gemotiveerd zijn om te werken aan een mooiere wereld en zo ook beter inzicht krijgen in zichzelf. Bij de activiteiten rond kerstmis afgelopen jaar, bleken er Goedvolkers te zijn, die ons Open Huis en haar activiteiten bijzonder genoeg vonden om daar ook actief aan deel te nemen. Zo zijn er inmiddels verschillende jongeren die als gastheer/vrouw bezig zijn. We merken aan onze gasten, dat ze het heel leuk vinden om ook eens jonge vrijwilligers mee te maken, die heel enthousiast zijn. Onze vaste vrijwilligers zijn ook heel enthousiast, maar wat ouder en nieuwe gezichten: dat spreekt altijd aan.
Toen kwam een van de medewerkers op het idee om in de kerk een kledingbank te organiseren voor de dak- en thuislozen van Eindhoven. Daar zijn we nu mee bezig. Er wordt druk kleding ingezameld door Goedvolkers en onze eigen vrijwilligers en op 6 april van 12.00- 14.00 uur is het zover. Netwerk Goedvolk en wij van het Open Huis zijn er om onze gasten te voorzien van allerlei soorten kleding. Naast Goed Volk werken ook vrijwilligers van Soep&Co mee. Zij delen gratis soep uit aan alle aanwezigen. En dat is nog niet alles. Door een gift van muziekgroep 4Tune kunnen we ook een frietkot laten komen, waar alle gasten een frietje met een snack krijgen. Het wordt een feestje en ik nodig u uit om even langs te komen om dit hartverwarmende evenement mee te maken.
En er zijn meer positieve geluiden. Ieder jaar krijgen onze gasten een fantastische lunch aangeboden van een mevrouw uit Eindhoven. Ze wil niet met name genoemd worden, maar het is ontroerend, hoe zij, rond haar verjaardag, met grote zorgvuldigheid een heerlijke en verantwoorde lunch klaar maakt!
Nu de coronamaatregelen vervallen zijn, is het eindelijk weer mogelijk om onze jaarvergadering te houden samen met al onze vrijwilligers. Twee jaar lang moest die afgezegd worden, omdat de maatregelen het niet toelieten om met veel mensen bij elkaar te komen, maar 21 maart zijn we weer bij elkaar geweest om naar het afgelopen jaar te kijken en ook natuurlijk hoe we de toekomst zien. Tijdens deze jaarvergadering heeft wethouder Renate Richters vrijwilligerspenningen uit gereikt aan een vrijwilliger die 12 ½ jaar vrijwilliger is en drie vrijwilligers die al 25 jaar gastheer/ vrouw in het Open Huis zijn. Renate heeft dit alle jaren met verve gedaan en nu was het haar laatste keer, omdat ze zich terugtrekt uit de politiek. Daar hebben we natuurlijk ook nog even een feestje van gemaakt. Na een korte viering hebben we samen genoten van een heerlijk koud buffet. Het was goed om weer eens zo bij elkaar te zijn.
Een volgende keer wil ik wat vertellen over hoe wij onze vrijwilligers toerusten om hun werk zo goed mogelijk te doen.
-----------------Bernadette van Litsenburg--------------------
Kerk Geloof en kunst
Zoekend naar de verbinding tussen kerk, geloof en kunst en naar de onderwerpen die interessant zijn om in deze rubriek te bespreken kom ik altijd weer terecht bij basisvragen als: wat is kunst en heeft wat mij drijft in de kunst met geloof te maken?
Ofwel: wat is kunst en wat geloven wij, wanneer verbindt kunst, geloof en religie met de Bijbel en de Kerk?
Beiden hebben gemeenschappelijk dat ze verwijzen naar mensen en de wereld en al wat in het dagelijks leven gebeurt. U denkt misschien: allemaal mooie woorden, maar ik kijk gewoon of een beeld mij aanspreekt en ik het herken. Wil je echter doordringen tot een dieper begrip van kunstwerken en de vraag naar wat een kunstenaar beweegt en motiveert? Voor de zoektocht naar de plaats van kunst in de kerk is meer nodig. Net zoals het nodig is om tot een dieper begrip van ons geloof te komen om het belang van de Kerk en de Bijbel voor ons persoonlijk leven te ontdekken. In het gesprek met Frederika van Veen bij mijn bezoek aan haar tentoonstelling kwam de vraag naar wat kunst is, het religieuze in haar werk en wat ‘kunst’ tot kunst maakt snel aan de orde
Als u SAMEN op tijd ontvangt en meteen leest, bent u nog t/m 3 april in de gelegenheid op kasteel Geldrop de tentoonstelling van collages, gemaakt door Frederika te bezoeken. Als u dat niet al eerder heeft gedaan. Wat is daar te zien: Landschappen, portretten, bloemen en architectonische werken, die soms doen denken aan religieuze ruimtes. Frederika zegt dat haar werk vaak religieus is geïnspireerd. Dat is in een aantal gevallen heel duidelijk bijvoorbeeld in haar Christusportretten, waar het lijden sterk naar voren komt. Het hele werk ademt een diepte-dimensie die ik religieus zou willen noemen, een kwaliteit die verder moeilijk is te omschrijven of aan te tonen, maar die ík zo ervaar. Aan u om zelf te gaan kijken en uit te maken hoe ú het ervaart.
Daarmee raken we een volgend punt, de vraag naar een objectieve waarde of maat om de waarde van kunst te bepalen. Naar mijn mening is het een subjectieve ervaring en kan die nooit objectief worden vastgesteld. Ook daarin lijkt kunst op religie en geloof. Alleen door de uitwisseling tussen mensen van persoonlijke ervaringen en herkenning bij elkaar kan zowel kunst als geloof eigendom van de gemeenschap worden. Interessant is wat Frederika zelf van haar kunst vindt. Op de vraag of zij die religieus noemt, antwoordt zij direct positief. In de podcast over haar werk gaat zij hier uitvoerig op in en bespreekt zij de wijze waarop ze zich ontwikkeld heeft en hoe haar werk tot stand komt. Ik kan u aanbevelen het interview eens te bekijken: https://youtu.be/nsZbbFlK0Wg
Frederika maakt onderscheid tussen spiritualiteit en het religieuze karakter van haar werk. De religiositeit ervan ziet zij vooral in de christelijke thematiek van bijvoorbeeld het lijden dat zij ervaart in de gelaatsuitdrukking van de Christus-portretten. Daar komt bij, dat zij haar eigen verdriet en pijn daarin herkent. In dat persoonlijke spreekt zij over spiritualiteit. Dan doelt zij op haar eigen persoon en ontwikkeling als kunstenaar. Zij benoemt het wonder van het ontstaan van haar collages, alsof dat buiten haar bemoeienis ligt of anders gezegd haar verwondering over het ontstaan ervan uit haar handen. Ik zou dit ook religieus willen noemen. Bemoeit God er zich mee? Leidt Hij haar hand?
Dit overwegende vraag ik mij af hoe dit zit bij andere gerenommeerde kunstenaars die geen specifieke band met geloof en Christendom hebben. Het doet hen geen recht hun werk specifiek religieus of gelovig te noemen, want zij leggen die relatie zelf niet, maar er spelen zich wel gelijksoortige processen af. Er zijn veel kunstenaars die hun persoonlijke problematiek en ervaringen door hun kunst verwerken. Dat is zeker spiritueel. Maar wat is eigenlijk het verschil tussen spiritualiteit, inspiratie, en geloof. Ik wil dat graag eens nader onderzoeken. Bijvoorbeeld aan de hand van Louise Bourgeois en de Nederlandse Anton Heijboer. Hun werk wordt getekend door hun persoonlijke problematiek. Dit is ook zo voor de Duitse Joseph Beuys en de Nederlander Armando. Bij deze kunstenaars spelen maatschappelijke problemen een grote rol. Bij uitstek de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog doordrenken hun werk. De manier waarop zij deze ervaringen in hun werk laten meespelen zou ik wel religieus willen noemen. Ik kom daar graag in een volgend artikel op terug.
-----------------------------Leo Steinhauzer----------------------
Studentenwelzijn
Als bijwerking van de coronapandemie zie ik meer aandacht komen voor studentenwelzijn in mijn omgeving. Het is zichtbaar in de aanvragen voor workshops en de één-op-één life coaching die TINT aanbiedt. Maar ook andere groepen en zelfs het bestuur van de TU/e steken veel moeite in initiatieven om studenten te ondersteunen.
Het is fijn als student om bevestiging te krijgen dat mijn welzijn belangrijk gevonden wordt. Tegelijkertijd voel ik me ook overspoeld door alle workshops, trainingen en online platforms die me allemaal proberen te helpen. Hoe weet ik mijn weg te vinden in al deze initiatieven? Maar de belangrijkere vraag is: wanneer moet ik gebruik maken van deze initiatieven? Wanneer moet ik hulp zoeken?
Grote hoeveelheden stress, tot diep in de nacht doorstuderen en regelmatig veel alcohol drinken; allemaal dingen die binnen de studentencultuur normaal zijn, maar problematisch kunnen zijn voor je welzijn. Daarnaast zijn er voor (internationale) studenten veel factoren om je zorgen over te maken; studievertraging, woonomstandigheden, financiën, eenzaamheid etc. Met al die factoren is het soms lastig om te bepalen wat precies ‘normaal’ is en wanneer je om hulp moet vragen. Zeker als je voor het eerst met deze dingen geconfronteerd wordt en mensen van je verwachten dat je nu zelfstandig kunt zijn.
Zelf heb ik daar aardig wat moeite mee gehad. Als ras-perfectionist ben ik gewend om hoge eisen aan mezelf te stellen en toen ik op de universiteit kwam, werd dat problematisch. Professoren vragen veel van je met massa’s huiswerk en dikke boeken om te lezen. Maar ik wilde ook graag blijven sporten, afspreken met vrienden en in het weekend naar mijn ouders toe. Het paste simpelweg niet meer in mijn week. Ik heb toen uit onwetendheid gekozen om de dingen die belangrijk zijn voor mijn welzijn te verwaarlozen, waardoor ik uiteraard op den duur mentaal vastliep. Op het moment dat ik die keuze maakte, had ik iemand nodig die een hand op mijn schouder zou leggen en zeggen: ‘Leg je niet te veel druk op jezelf? Kom, laten we uitzoeken wat nu echt belangrijk voor jou is.’
Dat is precies wat TINT voor mij gedaan heeft, toen ik daar uiteindelijk terecht kwam voor life coaching. Die coaching gesprekken en alles wat daarna kwam, heeft mijn leven weer op de rails gezet en ik heb geleerd goed voor mijn welzijn te zorgen. In retrospectief hadden deze problemen voorkomen kunnen worden, door bewustzijn en een gezonde cultuur op de universiteit. Daarom ben ik blij om te zien dat daar nu ook hard aan gewerkt wordt. Er wordt gebouwd aan een cultuur waar welzijn op één staat, we goed op elkaar letten en men voor je klaar staat wanneer je hulp nodig hebt.
Dat is wat mij zo inspireert aan de nieuwe aandacht voor welzijn; het enthousiasme om te werken aan preventie door het bouwen van een nieuwe gezonde cultuur. En ik ben trots dat TINT daar een belangrijke rol in speelt.
-----Nuriye van Lamoen, Student assistent / Event organizer bij TINT
Stilte
Stilte. Een woord dat niet meer lijkt te passen in deze maatschappij. We leven in een maatschappij waar alles 24/7 doorgaat. We worden opgeslokt door onze studie, werk, relaties en social media.
Zelf merk ik dat ook, zelfs als ik eindelijk rust heb dan gaan mijn gedachten toch vaak weer naar wat ik nog moet en kan doen. Het nummer Quiet (stripped) van Elevation Rhythm gaat hier precies over. Het eerste couplet gaat over je gedachtes die alsmaar alle kanten opgaan. Dit kan heel overweldigend zijn en het kan je angstig of onrustig maken. Maar hoe geweldig is het als God die gedachtes kan doorbreken en als je Zijn vrede mag ontvangen en mag weten dat je niet alleen bent. Zelf heb ik dit al vaak genoeg ervaren, namelijk dat mijn hoofd overloopt, maar wanneer ik toch de stilte probeer op te zoeken, wanneer ik God de ruimte geef, dat ik inderdaad die rust heb mogen ontvangen.
Helaas kan het lastig zijn om God daadwerkelijk die ruimte te geven, in ieder geval voor mij. Ik houd zelf graag de controle en ik ben zeker niet de enige. Er zijn echter zaken die ik niet 100% in eigen handen heb. Een goed voorbeeld hiervan is de toekomst, die je in zekere zin kan beïnvloeden, maar je hebt uiteindelijk geen garanties. Je kunt van alles plannen, maar dingen kunnen nu eenmaal anders lopen door omstandigheden. Het kan moeilijk zijn om hiermee om te gaan, maar als christen weet je dat God de wereld in Zijn hand heeft.
Oftewel, je moet de touwtjes loslaten en God vertrouwen, daar gaat het tweede couplet over. Het couplet begint zo:
Ik hoef niet te weten wat er gaat komen,
morgen is in Uw handen,
ik kan mijn toekomst aan U toevertrouwen,
want U bent daar al.
Als je dit leest of hoort, denk je misschien ‘ja, dat weet ik ook wel hoor’, maar dat kan vanuit je verstand zijn. De vraag is of je daadwerkelijk gelooft dat God de toekomst in Zijn handen heeft. Mijn antwoord op deze vraag is, als ik echt eerlijk ben, ‘niet altijd’. Bij mij sluipt er soms onzekerheid in, dan betwijfel ik of alles wel op zijn pootjes terechtkomt met als gevolg dat ik stiekem twijfel aan God.
Hoe kunnen we dan omgaan met die twijfels en onzekerheden? Het volgende gedeelte in het lied geeft hier een mooi antwoord op, vind ik.
‘Away with the distractions, I wanna hear what’s true.
The only words that matter, they come from You.’
Vrij vertaald: ‘Weg met de afleidingen, ik wil horen wat waar is. De enige woorden die ertoe doen komen van U’. We moeten onze ogen richten op God en luisteren naar Zijn stem, dus ga bidden en lees de Bijbel. Daarnaast moeten we afleidingen vermijden, dit betekent soms voor mij het uitzetten van de TV of afstand nemen van Instagram.
Wanneer je deze acties onderneemt, dan leer je wie God is, wat Zijn karakter is en dit is belangrijk. Een uitspraak van A.W. Tozer zegt dit heel mooi: ‘What comes into our minds when we think about God is the most important thing about us’. Vrij vertaald: ‘Wat in onze gedachten komt wanneer we aan God denken zegt het belangrijkste over ons’. Door te weten wie Hij is, kunnen twijfels en onzekerheid verdreven worden.
Dit lied is voor mij keer op keer een herinnering om te vertrouwen op God, want Hij is degene die voor ons strijd. Maar ook herinnert het mij om weer opnieuw de stilte op te zoeken, om in Zijn aanwezigheid te zijn. Gewoon in de stilte.
-----------------------Joan Kant---------------------------
Hebt u belangstelling voor dit kerkblad, maar bent u geen lid van de PGE?
Via de webshop kunt u zich inschrijven voor een abonnement.
Bent u, na het lezen van de bovenstaande artikelen, geprikkeld om zelf ook een stukje in Samen te schrijven lees dan eerst de "richtlijnen voor de auteur".