SAMEN is het kerkblad voor gemeente-
leden van de gehele Protestantse Gemeente Eindhoven (PGE) en verschijnt 10 keer per jaar. Het kerkblad wil een bron van toerusting en inspiratie zijn, en de lezers stimuleren met elkaar het geloofsgesprek aan te gaan. Daarom biedt SAMEN naast informatie over PGE-brede activiteiten en berichten uit de wijkgemeenten ook beschouwingen over theologische onderwerpen en actuele thema’s.
Inhoud kerkblad SAMEN
Elke maand wordt gekeken welke artikelen uit het kerkblad online gezet kunnen worden. Hieronder vindt u per maand een selectie van artikelen.
december-januari 2023 met thema: " Maria " Lees meer...
SAMEN – decembernummer
December, de maand waarin het kerstfeest wordt gevierd. Het decembernummer gaat over Maria. Bert Jan van Haarlem schrijft over Maria en hoe protestanten naar haar kijken. Wanneer dit artikel naast de column over Maria wordt gelegd krijgen we meer inzicht in de rol van Maria in de Katholieke kerk. En ook wat meer gevoel bij de rol van Maria voor ons.
Naast Maria staat Jozef. Suzanne Freytag zet Jozef naast Maria en probeert zijn rol in het kerstverhaal en in het leven van Jezus weer te geven.
Henk Grootjans verheugt zich op een Kerst met een grote groep familieleden. Ook schrijft hij een kort verslag van de AK vergadering van 16 november jl.
In de agenda veel aankondigingen voor activiteiten die de komende tijd gaan plaatsvinden. Niet alleen met Kerst, maar ook daarna. Dan gaat het onder meer over een filmavond op 6 januari in de Ontmoetingskerk en een nieuwe podcast ‘Ware woorden’ over de actualiteit van de vraag “Wat is waarheid?’.
Op het gebied van bezinning een vijftal artikelen. Twee artikelen zullen de komende maanden een vaste rubriek zijn. Bijbels Bijbellezen was de afgelopen maanden al te lezen en zal doorgaan. Nieuw is ’De maaltijd van de Heer’ die in elk geval tot en met het zomernummer te lezen zal zijn als onderdeel van het jaarthema ‘Aan tafel!’.
Het decembernummer is een nummer met veel kleinere artikelen waarvan de meeste ook op de website te lezen zijn. Lees er eens een aantal.
----------------Namens de redactie, Jaap Stooker------------------------
Maria
Menig protestant zal vinden dat de betekenis van Maria in andere kerken wordt overschat. Je kunt met evenveel – misschien zelfs met meer – recht zeggen dat de rol van Maria in protestantse kerken wordt onderschat. Al lijkt dat wel te veranderen. In het Liedboek vind je een aantal liederen die over Maria gaan en haar noemen als geloofsgetuige. Tot zijn eigen verrassing schreef de protestantse hoogleraar Arnold Huijgen een lijvig boek over Maria. Hij noemt haar ‘Icoon van genade’.
Er wordt in andere kerken een subtiel maar wezenlijk verschil gemaakt tussen aanbidding (die alleen tot God gericht kan zijn) en verering (die Maria en alle andere heiligen ten deel kan vallen). Protestanten weten dat meestal niet goed te zien en kunnen dat vaak niet naar waarde schatten. Aarzelend, om niet te zeggen huiverig, volgen zij wat anderen van Maria zeggen en geloven en het is nog niet zo heel lang geleden dat het luisteren naar een ‘Ave Maria’ voor protestanten een brug te ver was, laat staan het zingen van dit lied…
Ave Maria, gratia plena.
Dominus tecum, benedicta tu in mulieribus,
et benedictus fructus ventris tui, Jesus.
Sancta Maria, Mater Dei,
ora pro nobis peccatoribus,
nunc et in hora mortis nostrae.
Amen.
De eerste zinnen van het lied vinden we in het evangelie naar Lucas als de engel Gabriël naar Maria wordt gezonden: Ave Maria, gratia plena. Dominus tecum, Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.
De volgende zinnen horen we in dat evangelie als Elisabeth en Maria elkaar ontmoeten: Benedicta tu in mulieribus, et benedictus fructus ventris tui, De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot.
Maria heeft als geen ander meegemaakt, lijfelijk gevoeld wat het betekent dat God mens is geworden. Voor niemand is die ervaring dichterbij en intenser geweest dan voor haar. Maria heeft als eerste het evangelie gehoord. En het is eigenlijk te gek voor woorden dat er eeuwenlang vooral door mannen over haar gesproken is en dat zij slechts door mannen aan het woord kon komen.
Meer dan wie ook heeft Maria ervaren wat zegen en genade betekenen.
De Heer is met je… Dat heeft voor Maria grote gevolgen. ‘God heeft je zijn gunst geschonken.’ Dat betekent niet dat het je voor de wind zal gaan, dat je alles krijgt en hebt wat je wilt. Het wil niet zeggen dat geluk en voorspoed je deel zullen zijn. Het zal niet zo zijn dat Maria niets meer te wensen heeft. Er zal gebeuren wat ze (nog) niet had gedacht en verwacht: ze zal zwanger worden. Dat is (waarschijnlijk) niet wat ze op dat moment had gewild en gewenst: de geboorte van haar kind.
We kunnen ons het evangelie eigenlijk niet voorstellen. Langzaam maar zeker kan de hoop in een mens doven en leer je schikken in je lot – goedschiks of kwaadschiks. Op de lange duur kan verlangen naar iets wat je vurig hoopt veranderen in berusting dat het er niet is en wel niet mee zal komen. En als je geluk hebt ontstaat er iets van aanvaarding. Hoe lang kan een mens hoopvol wachten en de spanning dragen van uitzien naar morgen, wanneer het beter zal zijn? Is het een wonder dat een mens soms de hoop verliest? Wat ligt er niet een kracht als je, met wie weet hoeveel strijd, je je kunt verzoenen met je lot. En wat kost het als dat weer open gebroken zou worden? Je kunt er tegen op zien en stil van worden. Wie hoopt moet veel dragen en misschien wel lang vechten, wie verlangt kent ook spanning en onzekerheid en het is soms nauwelijks vol te houden of niet uit te houden. Je hoort en kent het zuchten van mensen: Ik ben oud, ik ben zo moe… en dan wordt het ook stil, want wat er is en gebeurt slaat je met stomheid en woorden voor iets anders, iets nieuws zijn er niet zomaar.
Soms willen mensen niet geloven, daar kun je nog over praten, maar er zijn ook de momenten dat mensen niet of alleen met de grootste moeite kunnen geloven. Dan zijn er niet zo heel veel woorden en moet je voorzichtig spreken. Dan moet je eerst de stilte proeven en tot zijn recht laten komen en in de diepte van het zwijgen, hoop je dan een woord te vinden en hoop je dat de stilte gaat spreken.
Het verhaal wat Lukas vertelt is ongewoon en ongehoord: twee vrouwen, Elisabeth en Maria, die op een ongedacht moment, op een onverwachte manier een kind zullen krijgen, een zoon waarin de weg van God met zijn volk zichtbaar zal worden.
De één had misschien alle hoop opgegeven, oud en onvruchtbaar als zij was. De ander dacht waarschijnlijk in de verste verte nog niet aan een kind. Zij worden opgenomen, meegenomen in de geschiedenis die God schrijft met mensen.
De reactie van Maria is opmerkelijk: natuurlijk is er verbazing, een vraag: ‘hoe zal dat gebeuren’, - verwondering, maar dat is anders dan bij de oude priester Zacharias. Bij hem speelt ook twijfel een grote rol. Hij zegt tegen de engel die aan hem verschijnt en de geboorte van een zoon aankondigt: ‘Hoe kan ik weten of dat waar is?’
Heel bijzonder is hoe Maria op de boodschap van de engel reageert. Zij zegt: ‘De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’ Verbazend en verrassend dat er geen woord klinkt over aarzeling of verzet. Er zit ook niets van nederigheid in het woord dienares. Wel bescheidenheid en dienstbaarheid. Ruimte laten, laten gebeuren
Met die luisterende en dienende houding is Maria het beeld geworden van de Kerk die hoort naar het Woord van de Heer. Maria is de gestalte van de gemeente die zich buigt en voegt onder het Woord van God. Zoals Abraham de vader van alle gelovigen is, is Maria de moeder van ieder die gelooft.
Maria laat het mooie zien van de openheid voor het Woord, maar je ziet ook het weerbarstige van wat er gebeuren kan als het Woord van de Heer klinkt. De houding van Maria roept dankbaarheid en bewondering op. Er is ook verwondering en een vraag: wat zouden wij doen?
------------------Bert Jan van Haarlem---------------------------------
Jozef in het licht gezet
Maria en het kind krijgen met Kerst meestal alle aandacht. Ja, zo gaat dat vaak bij een geboorte. Moeder en kind krijgen alle aandacht en de vader blijft op de achtergrond. Zo gaat het ook met Jozef met Kerst. Hij hoort er vanzelfsprekend bij maar hij staat meestal op de achtergrond, in de schaduw van Maria en het goddelijk kind, Jezus. Arme Jozef. In de kerststal vind je hem ergens op de achtergrond. De schijnwerpers zijn altijd op de moeder met kind gericht. Jozef heeft min of meer dezelfde positie als de os en ezel.
Jozef heeft als vader ook in een ander opzicht een moeilijke positie. Doordat Jezus de Zoon van God is, wordt Jozef weleens de pleegvader van Jezus genoemd. Maar dat gaat wel iets te ver. Jozef was immers de wettige vader van Jezus.
Luister naar de dromen van God
Toen Maria onverklaarbaar zwanger was, wilde hij haar niet blootstellen aan roddels. Jozef wilde haar niet beschuldigen, laten straffen of stenigen, hij wilde haar ontzien en zich stilletjes uit de verloving terugtrekken. Zo probeert hij rechtvaardig te handelen in deze precaire situatie. Terwijl Jozef nog zit te dubben grijpt God in. In een droom stuurt God een engel naar Jozef, die hem uitlegt hoe het werkelijk zit en hem opdraagt Maria tot vrouw te nemen. Jozef luistert naar deze droom en doet wat God hem gezegd heeft. Nog twee keer sturen dromen Jozef op weg. De eerste keer om met zijn gezin naar Egypte te vluchten en nog later om weer terug te keren.
Een heilige familie
Jozef, Maria en Jezus vormen een gezin, soms ‘heilige familie’ genoemd. We weten dat Jezus later nog broers en zussen kreeg. We kennen ook het beroep van Jozef. Van hem wordt verteld dat hij timmerman was. De laatste keer dat we iets van Jozef in de Bijbel vernemen, is toen Jezus twaalf jaar oud was. Dat was toen het gezin samen met de hele familie op pelgrimsreis naar Jeruzalem ging en de ouders op de terugreis ontdekten dat Jezus in Jeruzalem, in de tempel was achtergebleven. Later toen Jezus volwassen was en als prediker rondtrok, wordt Jozef niet meer genoemd. Terwijl zijn broers en zussen en zijn moeder juist nog wel genoemd worden. Van Maria weten we dat ze nog leefde toen Jezus werd gekruisigd. Maar omdat Jozef al die keren niet meer wordt genoemd, neemt men dus aan dat hij dan al overleden was.
Over Jozef
Jozef wordt in de Bijbel een rechtschapen mens genoemd. Kenmerkend voor zijn rol bij de geboorte van Jezus is dat hij naar de stem van God luisterde die in dromen tot hem sprak.
In 1621 kreeg Jozef in de rooms-katholieke kerk zelfs een eigen feestdag, dat is op 19 maart. Als timmerman groeide hij uit tot de heilige voor timmer- en ambachtslieden, later werd hij daarmee ook tot een heilige voor de arbeiders.
Jozef als vader
Jozef wordt vaak als liefdevolle vader afgebeeld en zo als voorbeeld voor alle vaders gesteld. Hij heeft zijn rol als vader vervuld. Hij was bij de geboorte van zijn zoon. Hij neemt zijn rol in het leven van Jezus op zich. Hij was als goede vader zeer bezorgd om zijn zoon toen ze erachter kwamen dat de twaalfjarige Jezus niet bij het reisgezelschap was.
In de kerststal
Ook in de kerststal neemt Jozef zijn aloude plaats in, dienend, op de achtergrond. Maar zonder Jozef is de heilige familie niet compleet.
Jozef is iemand die nadenkt over de situatie, die gehoorzaamt aan de moraal. Hij luistert ook naar de stem in zijn dromen. En wat nog belangrijker is, hij handelt ernaar! Zo beschermt hij zijn gezin en het kind.
Van Jozef kunnen we leren dat Jezus' geboorte in deze wereld ook ons beschermend handelen nodig heeft. Van Jozef kunnen we leren te luisteren naar wat God ons in ons leven wil vertellen en dat te doen wat in onze mogelijkheden ligt om Gods licht in deze wereld te laten schijnen.
Dit alles wordt door de middeleeuwse kunstenaars prachtig in een beeld samengevat. We zien Jozef in de stal bij Jezus’ geboorte. Hoewel het overal licht is in de wereld, heeft hij een brandend kaarsje vast dat hij zorgzaam met zijn hand behoedt voor uitwaaien. Prachtig. Hij was geroepen het Licht van de wereld te behoeden.
Daar zit ook een grote troost in voor ons. Soms hebben wij misschien het idee: Wat betekent onze aanwezigheid nou helemaal in deze wereld? Dan zou dat in Gods ogen wel eens heel anders kunnen liggen. Misschien zijn wij ongemerkt van levensbelang.
Een gezegend Kerstfeest gewenst,
------------------------Susanne Freytag-------------------------------------
Een normale Kerst
Als ik dit schrijf is de adventstijd begonnen en zijn we dus aan het aftellen tot het kerstfeest. Dit jaar zijn er geen beperkingen vanwege corona en kunnen we de Kerst vieren zoals we gewend waren, zowel in de kerk als thuis.
Wat een verschil met verleden jaar toen we vanaf half december in een totale lockdown zaten. Het lijkt al zo lang geleden. Toen konden we alleen naar de kerk met een beperkt aantal mensen met een afstand van anderhalve meter. Thuis mochten we maar twee mensen ontvangen, dus een grote samenkomst van de familie was niet mogelijk. Zelf heb ik verleden jaar de Kerst gevierd met zijn tweeën en zijn geen van de kinderen langs geweest. Dat wordt dit jaar wel anders en we hopen met de hele familie bij ons samen te komen. In de kerk kunnen we weer met zijn allen samenkomen en hopen we dus op een kerstviering met een volle kerk.
Helaas kunnen we niet overal op de wereld vrij en zonder beletsels samenkomen. In Oekraïne is het nog steeds oorlog en die oorlog wordt niet alleen uitgevochten aan het front, maar in alle dorpen en steden. Door de aanhoudende bombardementen op de energie-installaties zitten veel Oekraïners in het donker en ook in de kou omdat ook de warmtecentrales niet zonder elektriciteit kunnen draaien. Het is heel belangrijk dat we blijven meeleven met de Oekraïners en dat onze regering alles zal doen om deze mensen te blijven helpen. In China zijn er nog steeds uitgebreide lockdowns en ook hier kunnen de mensen de wintertijd niet op een normale manier doorkomen.
In de Algemene Kerkenraad hebben we de afgelopen maanden de begrotingen voor het volgende jaar doorgenomen. Ook in deze begrotingen zie je het effect van de huidige tijd, vooral in sterk toegenomen energiekosten voor het volgende jaar. Het is nog onzeker hoe dit effect, samen met de toegenomen inflatie onze Kerk volgend jaar zal treffen. Zeker is dat dit zal zorgen voor een toegenomen tekort op de begroting. Het is te hopen dat we bij de komende Actie Kerkbalans hiermee rekening zullen houden en onze gift zullen verhogen. Een ander punt waaraan hard gewerkt wordt is het maken van een nieuwe website. Het streven is om die voor de komende zomervakantie klaar te hebben.
Namens de Algemene Kerkenraad wens ik u allen een goede kersttijd.
---------------------Henk Grootjans------------------------------------
Verslag Gemeenteavond
Op woensdag 16 november kwamen rond dertig gemeenteleden bij elkaar in de Ontmoetingskerk voor de jaarlijkse gemeenteavond van de PGE.
Het eerste deel van de gemeenteavond had als onderwerp de problemen met de bemensing van de verschillende bestuursorganen van de Protestantse Gemeente Eindhoven. Bij zowel de centrale organen (Algemene Kerkenraad, College van Diakenen, College van Kerkrentmeesters) als bij de wijkkerkenraden zijn er een flink aantal vaak langlopende vacatures. Daardoor is de belasting voor de overige mensen hoog en kan niet al het werk opgepakt worden. Ook doen een aantal mensen dit werk al heel lang en moeten binnenkort stoppen.
Na een korte inleiding verdeelden de mensen zich in drie groepen en volgde er een levendige discussie en ideeën over wat er gedaan kan worden. Veel mensen vonden dat als je lid wordt van de kerk het logisch is dat je ook een taak krijgt. Dit kan onder andere door kleinere taken te creëren en mensen hiervoor direct te benaderen. We zouden ook organen als de Algemene Kerkenraad kleiner kunnen maken en keuzes maken in het werk dat opgepakt kan worden. Als er een groter onderwerp, zoals een fusie opgepakt moet worden, kunnen hiervoor tijdelijk meer mensen worden ingezet. Alle punten die zijn opgebracht zullen op een rijtje worden gezet en volgend jaar in de Algemene Kerkenraad worden besproken.
Na de pauze werd er een overzicht gegeven van de begrotingen van de kerkrentmeesters (CvK) en de diaconie (CvD). Door de fusie met St. Oedenrode, Son en Breugel dekken de begrotingen dit jaar ook dit deel van onze gemeente. De begroting van het CvK laat dit jaar een groot tekort zien als gevolg van de verbouwingsplannen van de Ontmoetingskerk, waar het werk toch eindelijk volgend jaar gaat beginnen, en de plannen voor verduurzaming van de Adventskerk. Dit zijn eenmalige kosten en daarom wordt het acceptabel gevonden hiervoor een groter tekort te hebben. Verder wordt volgend jaar een aanzienlijke verhoging verwacht van de energiekosten voor de kerkgebouwen, aangezien het bestaande energiecontract eind dit jaar zal aflopen. In de begroting is daarom een flinke stijging van de kosten opgenomen, maar het is onzeker of dit genoeg is.
De begroting van de diaconie verandert de laatste jaren niet veel, behalve natuurlijk door het opnemen van de diaconie van St. Oedenrode, Son en Breugel. Voornaamste inkomen is de diaconale jaargift. Voornaamste uitgaven zijn giften en ondersteuningen en plaatselijk en regionaal diaconaal werk.
Na wat kleine vragen stemden de aanwezigen in met de beide begrotingen.
De avond werd afgesloten met gebed.
---Henk Grootjans, voorzitter Algemene Kerkenraad-------------
De 65 ste Volkskerstzang Eindhoven
Dit jaar vindt alweer de 65ste uitvoering plaats van de Volkskerstzang in Eindhoven, zoals altijd georganiseerd door Fanfareorkest Wilhelmina Eindhoven. In het verleden vond de Volkskerstzang plaats op verschillende locaties, waaronder de inmiddels gesloopte Philips Jubileumhal en het prachtige Muziekgebouw Frits Philips.
Philips loopt dan ook als een rode draad door onze bijna 100 jaar oude vereniging. We zijn ontstaan vanuit de protestantse gemeenschap, waarvan leden vanuit alle streken van Nederland naar Eindhoven werden gelokt om te werken in de Philips glasfabrieken.
Onze vereniging sloot zich in 1955 aan bij een initiatief om overal in het land een Volkskerstzang te organiseren, niet alleen voor protestanten, maar voor iedereen. Zo is de Volkskerstzang ontstaan en al die jaren gebleven. De bijgaande foto is uit de oude doos en dateert van de jaren tachtig.
Dit jaar kunt u weer meezingen met de traditionele én hedendaagse kerstliederen en natuurlijk genieten van de mooie klanken van Fanfareorkest Wilhelmina Eindhoven.
U bent welkom in de Emmaüskerk, Jan van der Wegestraat 2 in Eindhoven. We beginnen om 19.30 uur en de toegang is zelfs gratis. Een vrijwillige bijdrage wordt erg gewaardeerd.
-------------------------------------------------------------------------------
SOVE- vieringen
7 januari wordt opnieuw een bijzondere viering.
Er zal een uitvoering zijn van het Klein Kerstoratorium van Huub Oosterhuis
Muziek: Antoine Oomen.
Het zal uitgevoerd worden door leden van het projectkoor aangevuld met
zangers van de Kapel, Oase en Augustinus (leden van kleine geloofsgemeenschappen),
o.l.v. Karel Baken.
Solisten: Betteke Kloosman en Gerrit Kros.
Spreekstem: Michel Besnard
piano: Geert Broeksteeg, orgel: Ronald Kamminga
Voorganger is Margreet Spoelstra: teksten 1 Tessalonicenzen 5 en Hebreeën 11
Plaats: Johanneskerk, Mercuriuslaan 1b
Aanvang: 18.30 uur
De volgende viering is 4 februari om 18.30 uur zelfde plaats.
Voorganger is dan Alex van Heusden.
---------------------------------------------------------------------------------
Hilversum/Amersfoort, 11 november 2022
Vervolg op serie ‘Moderne Profeten’
Nieuwe podcastserie Kees van Ekris: ‘Ware woorden’
Maandag 14 november begint de nieuwe podcastserie ‘Ware woorden’, een vervolg op de veelbeluisterde reeks Moderne Profeten van de EO en de missionaire organisatie IZB. In negen afleveringen belicht theoloog Kees van Ekris de actualiteit van de vraag: ‘Wat is waarheid?’
Van Ekris: ‘Wat is waarheid? Soms word ik er gek van: is waarheid iets gevaarlijks? Iets voor fanatici? Iets voor jouw eigen bubbel, iets dat jou goed uitkomt? Of is het iets groters, iets dat ons kan tegenspreken, iets dan ons verbindt? En als het evangelie zegt: ‘De waarheid zal je vrijmaken’, wat betekent dat dan vandaag?’
In elke podcast staat een bekende figuur uit de christelijke traditie centraal. De lijst omvat een breed palet van mensen van alle tijden en plaatsen: schrijver Henri Nouwen, Leger des Heils-majoor Bosshardt, theoloog Tim Keller, denker Sören Kierkegaard, componist Arvo Pärt, milieu-activist Paul Kingsnorth, priester/auteur Tish Warren en twee martelaressen uit de eerste eeuwen, Perpetua en Felicitas.
Allemaal mensen die iets op het spoor zijn gekomen van waarheid, die kunnen leren hoe je ‘in waarheid kunt leven’. In studiogesprekken gaat Kees van Ekris over hen in gesprek met tijdgenoten, onder wie minister Carola Schouten, filosoof/programmamaker Geert Jan Blanken, presentator Ab Nieuwdorp, journalist Frank Mulder en politicus Pieter Omtzigt.
Download ‘Ware woorden’ in de appstore of luister via www.eerstdit.nl
https://www.eo.nl/podcasts/moderne-profeten-ware-woorden?id=ac4ba41a19cb126706bc3ff22a3b304e61c40858451dfc894aa2f528ef35190e
-----------------------------------------------------------------------------------
Kerstpakkettenactie 2022
De Stichting Kerstpakkettenactie Son en Breugel organiseert ook dit jaar weer de Kerstpakkettenactie voor mensen in onze gemeente die moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Wellicht heeft u al gelezen dat de Kerstpakkettenactie van de gezamenlijke kerken in Son en Breugel sinds dit jaar zelfstandig als stichting verder gaat.
Wilt u ook uw steentje bijdragen en iemand anders een plezier doen?
Hoe werkt het?
U kunt uw Kerstpakket of losse producten afgeven bij de Protestantse kerk. Denk bijv. aan koffie, thee, vruchten op sap, bonbons, lekkers voor kinderen of zomaar iets extra’s. Wat zou u zelf graag in een Kerstpakket vinden?
Let u wel op de uiterste houdbaarheidsdatum! Producten die over deze datum zijn worden niet in de pakketten geplaatst evenals producten die geassocieerd worden met Sinterklaas.
De vrijwilligers van de Kerstpakkettenactie zorgen ervoor dat uw gift terecht komt bij diegenen die dat goed kunnen gebruiken. De pakketten worden met veel zorg samengesteld en er wordt gelet op de samenstelling van het betreffende gezin.
Uw financiële gift wordt zeker ook gewaardeerd, zodat er iets extra’s kan worden gekocht als aanvulling op de ingeleverde artikelen.
U kunt deze storten op onze bankrekening o.v.v. bijdrage kerstpakkettenactie: NL80 RABO 0198 6344 39 t.n.v. Stichting Kerstpakkettenactie Son en Breugel.
Waar kunt u terecht?
Tot en met 23 december kunt u uw pakketten of financiële gift afgeven bij de Protestantse kerk aan de Zandstraat 26 in Son.
Openingstijden:
▪ 12 tot en met 16 december van 10.00 - 12.00 uur
▪ 19 tot en met 22 december van 9:30-16:00 uur
▪ 23 december van 9:30-12:00 uur
Voor informatie kunt u ook terecht op onze website: www.kerstpakkettenactiesonenbreugel.nl en onze facebookpagina: Kerstpakkettenactie Son en Breugel.
Hartelijk dank namens de stichting Kerstpakkettenactie Son en Breugel
----------------------------------------------------------------------------------
Instuif Ontmoetingskerk in 2023
In december 2022 is er geen Instuifochtend i.v.m. kerstactiviteiten.
Vanaf januari 2023 zal er elke derde donderdagochtend van de maand weer een Instuifochtend zijn met lezing of activiteit. De ochtend start om 10.30 uur met koffie/thee en iets lekkers. Rond 11.00 uur begint de lezing/activiteit. Vanaf 12.00 uur staan verse soep en gezonde broodjes klaar en lunchen we samen.
Donderdagochtend 18 januari: Alef Schippers, voorzitter, komt vertellen over het werk van Inloophuis ’t Hemeltje.
Donderdagochtend 16 februari: Kees de Heer neemt ons mee in de verkiezingen van de Provinciale Staten die in maart zullen plaatsvinden.
Donderdagochtend 16 maart: Frederika van Veen zal ons begeleiden bij het maken van papiercollages, met Pasen als thema. De collages kunnen in kaartvorm gemaakt worden, zodat deze als paasgroet naar gedetineerden verzonden worden.
Donderdagochtend 20 april: Greet de Boer vertelt ons over de vormen waarin je een Levensverhaal kunt schrijven en wellicht maken we daar een start mee.
Van harte welkom, neem gerust een gast mee!
Aanmelden (nodig) kan via emailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Of telefonisch bij: Kea van Zweeden tel. 2120235, Margreet Damsma tel. 2113595 of Tinie Kämink tel. 2121253
-----------------------------------------------------------------------------------
DOE GOED ZOEK RECHT
Week van gebed voor eenheid van christenen
15 t/m 22 januari 2023
Eenheid onder christenen betekent niet dat alle gelovigen hetzelfde denken, zeggen en doen. Er is verscheidenheid onder gelovigen en dat leidt vaak tot verdeeldheid. Eenheid is niet dat ieder hetzelfde gelooft. Eenheid is dat we met elkaar en van elkaar weten dat wij één geloof delen. Ieder op haar of zijn eigen manier. De veelkleurigheid die we in de eigen geloofsgemeenschap ervaren en beleven, vinden we ook terug tussen de verschillende kerken. Het geloof in één Heer, het delen van het geloof in één doop verbindt christenen met elkaar We weten ook dat die eenheid onder christenen soms nog ver te zoeken is.
Verscheidenheid bewaart ons voor eenzijdigheid en eigenwijsheid. In veelkleurigheid kunnen we elkaar ontmoeten en samen ontdekken wat geloven in deze tijd kan betekenen.
Het thema van de gebedsweek wordt ons aangereikt door de Raad van Kerken in Minnesota. De kerken in deze Amerikaanse staat roepen kerken in grote delen van de wereld op te erkennen dat zij hebben meegewerkt aan raciaal onrecht, zowel actief als passief (door te zwijgen). Vooroordelen op basis van afkomst waren en zijn een oorzaak van de verdeeldheid die het lichaam van Christus heeft verscheurd. Het idee dat witte mensen superieur zouden zijn heeft als een gif veel schade kunnen aanrichten en heeft gezorgd voor onderdrukking tot op de dag van vandaag. Vooral in Noord Amerika en in landen over de hele wereld die de eeuwen door witte Europese machten zijn gekoloniseerd.
De profeet Jesaja laat horen dat er sprake is van onrechtvaardigheid en onderdrukking. De profeet smeekt de mensen om dit te veranderen.
Bijeenkomsten in de Week van Gebed:
Zo 15 jan Pinkstergemeente Maranatha Venstraat 30
Ma 16 jan Oud-Katholieke kerk en Augustijnen Boschdijk 354
Di 17 jan Vergadering der gelovigen de Bron Elburglaan 51
Wo 18 jan Lutherse gemeente en Remonstr Broederschap Dommelhoefkerk Dommelhoefstraat 1A
Do 19 jan Evang. Baptisten Baken & Ichtusstudenten Mendelssohnlaan 1a
Vr 20 jan Protestantse Gemeente en Straatpastoraat Johanneskerk Mercuriuslaan 1B
Za 21 jan Nederlands Gereformeerde Kerk en Emmaüskerk Jan v.d. Wegestr 2
Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt
Zo 22 jan Rooms-Katholieke Kerk en Koptische Kerk Catharinakerk Catharinaplein 1
Alle bijeenkomsten beginnen om 20.00 uur.
------------------------------------------------------------------------------------
Opener dan ooit, een boek over kansen voor de kerk
Tim Vreugdenhil, een predikant, schreef tijdens de coronalockdown een boekje over welke kansen hij in deze tijd ziet voor de kerk. Hij proeft de tijd, ziet trends en komt tot de conclusie dat de kerk daar goed op in kan spelen.
Tegenover de diagnose van zielsarmoede, een diagnose die overigens niet door iemand van de kerk wordt gemaakt, stelt hij soulfood: zes thema’s die belangrijk zijn voor mensen van deze tijd. Het zijn thema’s die dichtbij het hart van kerk en geloof liggen.
Maar om ze te kunnen delen met anderen zal de kerk ‘opener dan ooit’ moeten worden. Tim Vreugdenhil reikt daarvoor een aantal mogelijkheden aan. Voor iedereen die de kerk een warm hart toedraagt is zijn boek vol inspiratie!
We bespreken het boek en kijken hoe het van invloed kan zijn op hoe wij als gemeente naar buiten treden.
Op vijf maandagavonden in januari en februari komen we samen in de Ontmoetingskerk. Omdat ik nog op vakantie ga in januari (en vanwege de onzekere situatie thuis niet precies weet wanneer), heb ik nog niet de exacte data. Maar geef je /u op en ik stuur begin januari een berichtje over de planning.
In ieder geval beginnen we iedere avond om 20.00 uur en gaan door tot ongeveer 21.30 uur.
Aanmelding kan bij:
ds. Tjalling Huisman: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. / 06 15 69 59 19
------------------------------------------------------------------------------------
Bijbels Bijbellezen: van het midden naar buiten - 4
Totaal anders dan die door de Griekse vertaling van de Hebreeuwse Bijbel voorgestane historische lezing is die van de Hebreeuwse Bijbel. De Hebreeuwse canon functioneert als concentrische cirkels.
In het midden staat de Thora (ook wel Mozes genoemd of de Wet), daar omheen de Profetie, de eerdere (d.w.z. in boeken-volgorde, niet in tijd!), Jozua, Richteren, 1 en 2 Samuël en 1 en 2 Koningen: eindigend met de Ballingschap, dat grote Joodse trauma.
Daarna de latere profeten (nogmaals niet in tijd, maar in boeken-volgorde! De drie grote: Jesaja, Jeremia en Ezechiël en de twaalf kleine) profeten. Bedoeld is klein in omvang. Dit is de eerste cirkel om de Thora. Je kan zeggen Mozes is de leer, het onderricht, profetie is uitleg van die leer aan de hand van het gedrag van het volk in die verhalen. Profetie is dus allereerst prediking en waarheids-zegging en nooit voorspellen en waarzeggen.
Dan is er nog een derde cirkel om Thora en Profetie heen, nog weer verder af van de Wet, nl. de Geschriften. Hier vind je een allegaar van reacties op Wet en Profetie; je zou kunnen zeggen reacties van de ‘gemeente’ op Wet en Profetie. Dat begint met de Psalmen, want dat is het eerste, de lofprijzing. Maar onmiddellijk gevolgd door Job. Omdat rondkijkend in de wereld alle ellende zo zichtbaar is en in strijd met het gehoorde woord van Bevrijding, dat de vraag naar het lijden zich opdringt. Dan krijg je dus een heel andere structuur van de Schrift en ga je ook anders lezen. En als je anders gaat lezen, ga je ook anders léven. Zoals je léést, zo lééf je ook.
En je leest dus niet van A naar B, maar vanuit het MIDDEN. Vanuit de binnenste cirkel, vanuit de Thora, de Wet. In het midden daarvan staat Leviticus, een boek dat we -ten onrechte- meestal overslaan. In het midden van Leviticus staat hoofdstuk 16, over Jom Kippoer, Grote Verzoendag.
Wat houdt verzoening in? Dat het goed komt tussen (deze) God en de mensen. Op aarde betekent dat: het komt goed tussen de mensen. Mensen? Ja, maar dan moet je wel weten, dat de Bijbel twee soorten mensen kent: Jood en Heiden. ‘Heiden’ betekent niet geen religie hebben, was het maar waar!
‘Heiden’ betekent de werkelijkheid verheerlijken zoals die zich aan je voordoet. Oftewel, de bestaande orde aanvaarden als van God gegeven. Nog anders gezegd: geen onderscheid maken tussen natuur en Schepping. Dat is religie en dat is dus heidendom.
In het hart van het hart gaat het dus over Verzoening. Je zou nu het Nieuwe Testament, het verhaal over Jezus Messias kunnen vergelijken met een dartpijl die in het hart van het hart vliegt: one hundred and éééighty.
Het gaat dus in het Nieuwe Testament eigenlijk alleen maar(!) over hoe je de Wet en de Profetie leest, dus hoe een mens lééft. Want de Thora is een geschrift rond de dagelijkse praxis. Immers, een woord is ook een daad en een daad is een gebeuren dat geschiedt en een gebeuren dat geschiedt behoeft dat het verder verteld wordt. Dat alles is de inhoud van dat ene Hebreeuwse woord: Dabar. Woord, daad, geschiedenis. Lezen vanuit het centrum draait dus om het léven van het centrum.
Daar zijn talloze voorbeelden voor te geven en die zullen in de komende afleveringen de revue passeren. Vragen kunnen worden ingestuurd via het emailadres onder de ondertekening.
--------Wim de Leeuw, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.---------------
Joachim en Anna – Engelen
Engelen. Zijn dat wezens uit een andere werkelijkheid of toch niet? Met kerst zijn het versieringen in de kerstboom. Veel schilders en beeldhouwers brachten ze in beeld, meestal met vleugels. In de Bijbel komen ze meer dan 200 keer voor, meestal zonder dat een beeld van hen geschetst wordt.
Mijn naamgenoot, Gideon, had ook een bijzondere ervaring met een engel. Hij deed het in zijn broek uit angst voor de Midjanieten, daarom dorste hij de tarwe in een wijnpers om niet gezien te worden. En juist daar werd hij aangesproken door een engel van de Eeuwige. Die bange man kreeg te horen: ‘De Eeuwige is met je, dappere krijgsman.’
Mensen vertellen soms dat ze zich bewust zijn geweest van engelen om hen heen. Waarom benoemen ze dat zo? Waar staan in de Bijbel engelen voor? Bestaan engelen wel?
We kijken naar beelden van engelen en ik zal wat vertellen over engelen. Met elkaar kunnen we ook ervaringen met engelen uitwisselen.
Koffie/thee is er en na afloop een drankje.
Een vrijwillige bijdrage is welkom – er staat een doos in de hal.
Wanneer: dinsdag 31 januari
Tijd: 14.00-16.00 uur
Waar: Johanneskerk, Mercuriuslaan 18, Eindhoven
Heel graag vóór 24 januari aanmelden via de mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
of via de telefoon: Gonnie v.d. Pijl: 2621624, en Jeanet Hilberts: 2427168.
Iedereen is welkom ongeacht leeftijd/wijk/woonplaats/al dan niet betrokken bij de Johanneskerk.
------------Namens Joachim en Anna, Gideon van Dam-------------
Winterwonderland
Als kerst nadert waan ik mij soms in een sprookjeswereld: winterwonderland.
De sneeuw dwarrelt naar beneden in etalages en in tv-reclames, de wereld is wit geworden.
Getrokken door zijn rendieren rijdt de kerstman in een verlichte slee over de daken van de huizen. Ergens in het witte landschap stapt hij uit een Coca-Cola-vrachtwagen, vrolijk roept hij ho ho ho.
En soms, soms tussendoor in de muziek die over de straat dwarrelt, vang ik een flard op over een kindeke dat geboren is op deze aarde ergens in een stalletje.
Het lijkt naadloos te passen in de sprookjeswereld van kerst: winterwonderland.
Is het kerstverhaal een sprookje geworden?
Ik lees het verhaal maar weer eens en vraag mij af: wie zijn er eigenlijk getuige van de geboorte van Jezus? Wie waren er bij, naast Jozef en Maria?
Natuurlijk, dat zijn de herders!
De engelen tel ik niet mee, zij zijn van een andere orde. Maar de herders, zij zijn getuige van het pasgeboren kindeke in de stal. Zij zijn getuige van de woorden van de engel dat dit kind van God komt.
Maar juist die herders, die komen in de rest van de verhalen over Jezus niet meer voor.
Een gedicht van Anton van Duinkerken (1903 - !968) wees mij er op. Het is bijna het mooiste kerstgedicht dat ik ken, het heet ‘De Herders’.
Omdat eenvoudigen verstaan
wat door geen ingewikkeld zoeken,
noch lezen in geleerde boeken
begrepen wordt of nagegaan,
zijn herders toen in uwe stal
geknield en hebben u aanbeden:
dit is tweeduizend jaar geleden
en nog weet elk het overal.
Geen mens heeft ooit hun naam gemeld,
de rest van hun onschuldig leven
is door geen wetenschap beschreven,
wordt slechts aan kinderen verteld.
Die herders spelen alleen in het kerstverhaal een rol. Daarna verdwijnen zij, je hoort niets meer over hen. Het lijkt wel alsof ze alleen maar bestaan in het verhaal en niet in het echt.
Zijn zij daarmee sprookjesfiguren geworden, die in onze tijd prachtig passen in een winterwonderland? Een wereld waarin kerstman, engeltjes, rendieren en herders als vrolijke decemberfiguren door elkaar heen lopen?
Is het kerstverhaal een sprookje of is het juist geschiedenis?
Volgens mij is het geen geschiedenisverhaal zoals wij dat kennen uit onze boeken. Een geschiedenisboek kun je dichtslaan en je kunt verder gaan met je leven zoals het was.
Maar ik denk ook niet dat het kerstverhaal een sprookje is. Een sprookje begint met ‘er was eens’. Je kunt het aanhoren tot het voorspelbare einde: ‘en zij leefden nog lang en gelukkig’. Daarna kun je verder gaan met je leven zoals het was.
Het verhaal van kerst is een ander soort verhaal, geen sprookje en geen geschiedenis. Het is een evangelieverhaal, het is goed nieuws dat om antwoord vraagt. Zo kom ik weer terug bij de herders, zij hebben antwoord gegeven: het verhaal hebben zij verder verteld.
En precies op het punt waar de herders van de aardbodem lijken te verdwijnen, klinkt aan iedereen de oproep om het verhaal ook verder te vertellen. Net als de herders, zij zijn voorbeeldfiguren.
Maar het verhaal van kerst wil niet alleen met woorden worden doorverteld. Het vraagt er ook om dat wij voor elkaar een herder zijn.
--------Tjalling Huisman, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.-------------------
De Maaltijd van de Heer - 1
In een aantal stukjes probeer ik iets te zeggen over het avondmaal, dat ook wel Maaltijd van de Heer wordt genoemd. Dat doe ik omdat wij – mijn collega’s en ik van de kerk van Eindhoven – merken dat het avondmaal bij velen niet leeft; het heeft weinig betekenis. Voor mij is het een belangrijk deel van ons gemeente zijn. Ik wil proberen iets van de betekenis aan u en jullie - mijn lezers - over te brengen. Daarbij heb ik een aantal gemeenteleden gevraagd iets te schrijven over de betekenis van het avondmaal voor hen. Als u / jij ook iets wilt schrijven, graag!
Ik begin met mijn eigen bekeringsgeschiedenis. Ooit deed het avondmaal mij niets. Ik vond het een vreemd gebeuren. Als ik het meemaakte, ging het langs mij heen. Zo’n slokje wijn of druivensap, een stukje brood dat ik van een schaal af kon pakken. Het deed mij eerlijk gezegd zo goed als niets. Tot het moment dat…. (je merkt het al, dit is een echte bekeringsgeschiedenis…) ik voor het eerst een avondmaal meemaakte in mijn buurtkerk in Amsterdam. Ik herinner mij hoe we in de kring stonden op de kokosmatten voorin de kerk, ergens tussen preekstoel en liturgietafel. Er stonden veel onbekenden om mij heen, ik woonde nog niet zo lang in de buurt. En her en der in de kring stonden mensen van wie het meteen duidelijk was dat zij op straat leefden. Als ik maar niet naast een van hen kom te staan! En dan uit dezelfde beker moet drinken, help! Natuurlijk kom ik wel naast een van hen te staan. Gelukkig veegt de diaken routineus de beker schoon met een witte doek. Ik kijk rond in de kring. En opeens begrijp ik wat er hier gebeurt. We delen hier met elkaar als mensen die niet elkaars vrienden zijn, die in dagelijks leven mijlenver uit elkaar leven. Maar in Jezus zijn we verbonden, Zijn aanwezigheid verbindt ons dieper dan al onze verschillen. Het is een verbondenheid op leven en dood, met lichaam en bloed, met hart en ziel.
Tjalling Huisman
De volgende keer gaat het over de instelling van het avondmaal.
Cees Dellebeke schrijft:
In mijn jeugd mochten we voor het eerst aan het avondmaal deelnemen als we belijdenis hadden gedaan, na een periode voorafgaand van belijdeniscatechisatie.
Ik vond het altijd heel indrukwekkend als er een avondmaalsviering was, waarbij ik alleen maar toeschouwer mocht zijn.
Toen ik echter belijdenis had gedaan en voor het eerst aan de tafel genodigd werd was dit voor mij de mooiste beleving, een wens die in vervulling ging: het gevoel geheel bij de gemeente te horen en echt deel te nemen aan de eucharistie, het heilig sacrament.
De huidige vorm vind ik wel overeenkomst hebben met de studentenkapel en de katholieke kerk (oecumene). De viering in de kring of lopend is een prachtige vorm van gemeenschapsgevoel: verbonden met elkaar en met Christus.
Ik ervaar dit telkens met veel warmte en bezinning.
-------------------------------------------------------------------------------
Protestfonds
De aandacht in de huidige tijd wordt vooral gevraagd voor de oorlog in de Oekraïne en dichter bij huis voor de daarmee gepaard gaande gestegen energiekosten en de inflatie.
De gestegen energiekosten en inflatie raken vooral de mensen met de laagste inkomens. Gelukkig zijn er tijdelijke compensatiemaatregelen. Desondanks hebben veel mensen financiële problemen en mogelijk bijbehorende schulden. Het Protestfonds bestaat al ruim dertig jaar en vraagt sinds haar oprichting aandacht voor het feit dat er veel mensen zijn die moeten rondkomen van een minimum. We zijn als samenleving blijkbaar nog steeds niet in staat om het armoedeprobleem op te lossen.
Het Protestfonds kan slechts een beperkt aantal mensen driekeer per jaar een uitkering ( in de vorm van een ‘lening’) verstrekken. In januari / februari zal weer een uitkeringsronde plaats vinden.
Mag ik u vragen dat ook nu weer mogelijk te maken ?
Zij die in aanmerking willen komen voor een uitkering kunnen tot 15 januari 2023 een brief met onderstaande inhoud naar het Protestfonds sturen.
‘Hierbij deel ik u mee dat ik bereid ben om een bedrag uit het Protestfonds als lening te ontvangen. Ik betaal de lening terug door, als ik ooit in betere doen kom, geld te storten in het Protestfonds.
Mijn huishouding bestaat uit een gezin / vrouw / man / thuiswonende kinderen jonger dan 27 jaar / thuiswonende kinderen van 27 jaar of ouder. ( Omcirkelen wat van toepassing is ).
Als bewijs dat ik van een uitkering op bijstandsniveau leef, stuur ik u bijgaand een kopie van het laatst ontvangen uitkeringsoverzicht van de instelling welke mijn uitkering verzorgt.”
Brief voorzien van naam, adres, telefoonnummer, bankrekeningnummer en handtekening.
Reactie en stortingen
Protestfonds van de Diaconie, PGE
p/a Camphuysenstraat 4, 5615 KS Eindhoven.
IBAN : NL12 RABO 0373 7369 59
---------------------------Wim Wiggers------------------------------
Diaconie: Energiecompensatie
‘Hoge inflatie’, ‘Hogere kosten voor energie’, het zijn bekende krantenkoppen.
Aan alle kanten wordt gewerkt aan tegemoetkomingen voor mensen die het moeilijk hebben. Eén van de besluiten is om (bijna) alle huishoudens een energiecompensatie (190 euro in november en december) te geven die verrekend wordt via de energieleverancier. Sommige energiemaatschappijen verrekenen het bedrag met de maandelijkse factuur, andere maken het over op de rekening van hun klanten.
Dagblad Trouw (zie krant van zaterdag 5 november) vroeg zich af wat mensen doen met de energiecompensatie van honderden euro's? De een heeft het geld nodig om rond te komen, de ander bewaart het voor zijn kinderen of doneert het aan een goed doel. Ook bij de Diaconie kwamen vragen binnen: ‘ik heb het niet nodig, maar wie wel of welke organisatie zou het kunnen gebruiken’?
Hoe u met deze compensatie omgaat, bepaalt u zelf. U kunt het zelf hard nodig hebben. Maar mocht u overwegen iets te doneren van deze compensatie, kijk dan eens om u heen wie of wat u zou kunnen ondersteunen. Denk aan organisaties die opkomen voor kinderen, voor mensen die het minder hebben. We noemen een paar lokale voorbeelden: Kerstpakkettenactie, Voedselbank(en), St. Leergeld, ’t Hemeltje, Open Huis Cathrien, Brabant voor Moldavië.
Daarnaast kunt u ook denken aan landelijke fondsen: St. Jarige Job (verjaardags-boxen voor kinderen via de Voedselbanken), Nationaal Fonds Kinderhulp (actie pepernoot), St. de Vrolijkheid (kunstprojecten voor kinderen in asielzoekerscentra), Armoedefonds (ondersteuning van minima op diverse manieren), Kansfonds (actie: help elkaar de winter door), Kerk in Actie.
-----------------Jeannet Venekamp, De Diaconie-------------------
SMH – óns Steunpunt Materiële Hulpvragen
Kom meehelpen of maak ons werk mogelijk met een donatie
Het SMH ontstond meer dan 25 jaar geleden toen de kloosters en kerken in Eindhoven hun charitatieve activiteiten bundelden in één organisatie, een bijzondere werkgroep van de parochie Sint Joris. Het SMH is er voor alle Eindhoven met een kleine beurs die hulp hard nodig hebben.
Wat doet het SMH?
⦁ Soms kan iemand maar nét, of net niet, rondkomen van zijn uitkering, AOW of loon. En met de prijzen, die overal de pan uitvliegen, wordt dat nog moeilijker.
En dan gaat de koelkast kapot, of de wasmachine. Of de bank zakt door z’n poten. Of de gammele fiets is niet meer te repareren. Het zijn maar een paar voorbeelden.
Het is om wanhopig van te worden en alle moed te verliezen.
Het Steunpunt Materiële Hulpvragen (SMH) kan op zo’n moment helpen met een eenmalige gift. Het SMH geeft géén geld, maar wel een bon waarmee in kringloopwinkels of een witgoedwinkel goede tweedehands goederen gekocht kunnen worden. Niet gloednieuw, maar iemand kan wel weer een tijd vooruit aan die stevige eettafel, op dat lekkere bed, met eindelijk gordijnen voor de ramen of op een gereviseerde fijne fiets. En op alle witgoed zoals wasmachine, koelkast, stofzuiger, kookplaat of gasfornuis zit garantie.
⦁ Mensen kunnen ook terecht bij het Thomas Tandartsfonds dat het SMH beheert. Dit fonds is voor noodzakelijke tandartszorg als mensen geen tandartsverzekering hebben of alleen een basisverzekering, die de urgente behandeling niet dekt.
⦁ En daarnaast beheren wij ook het gemeentelijke Noodfonds. Als men een uitkering aanvraagt duurt het meestal wel zo’n drie of vier weken voordat er een voorschot uitbetaald wordt. Terwijl er geen geld is om zelfs maar eten te kopen. Op dat moment kan zo iemand voor leefgeld terecht bij het Noodfonds van de Gemeente Eindhoven, dat ondergebracht is bij het SMH.
Tot onze verbazing weten veel parochianen niet (meer) van het bestaan van het SMH af. Goed om dit nu weer onder ieders aandacht te brengen. Want het SMH hoort bij óns, de St Jorisparochie, en daar mogen we trots op zijn. En bovendien kunnen we méér hulp, méér donaties en vooral ook méér vrijwilligers voor het telefonisch of fysieke spreekuur en de toekenningscommissies hard gebruiken.
Hebt u interesse? Kijk dan op www.smh-eindhoven.nl of mail naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
---------------------Gemma van Zeventer, voorzitter-----------------
Kyrie uit de gemeentetijd
Gemeentetijd: zo heet een vast onderdeel van de zondagse viering op de Grote Beek. Het is in de jaren zeventig geïntroduceerd door een doopsgezinde predikante C. Offerhaus en is sindsdien een niet meer weg te denken traditie geworden. Vrijwel aan het begin van elke viering mogen mensen naar voren komen om met elkaar en met God te delen wat ze op hun hart hebben. En dat doen velen dan ook graag. De één leest een gedicht voor – al dan niet zelf geschreven. De ander zingt een lied. Mensen vertellen over wat hen raakt: over hun zorgen, maar ook over waar ze blij van werden, wat hen goed heeft gedaan. Er wordt gebeden voor mensen om wie men zich zorgen maakt. Er wordt gezongen voor de jarigen. En na elke bijdrage wordt er hartgrondig geklapt. En dat is niet voor niets: er is tijd en aandacht besteed aan wat gezegd wil worden. Dat hoor je. Het raakt je en roept veel herkenning en meeleven op. Zo ook de bijdrage van Chantal die ik met haar toestemming hier in zijn geheel mag citeren. Zij begon met een lied ‘Een toekomst vol van hoop’ van Hans Maat en voegde daaraan enkele woorden toe van haar eigen worsteling op dit moment met toekomst en met God. Het werd voor ons allen een Kyrie, een gebed om Gods ontferming.
Inkeri Hyvarinen, geestelijk verzorger GGzE
‘In de nacht van strijd en zorgen
Kijken wij naar u omhoog
Biddend om een nieuwe morgen
Om een toekomst vol van hoop
Ook al zijn er duizend vragen
Al begrijpen wij u niet
U blijft ons met liefde dragen
U die alles overziet
U geeft een toekomst vol van hoop
Dat heeft u aan ons beloofd
Niemand anders, u alleen
Leidt ons door het leven heen
U heeft ons geluk voor ogen
Jezus heeft het ons gebracht
Mens als wij, voor ons gebroken
In de allerzwartste nacht’
Een paar coupletten uit de liedtekst
Een toekomst vol van hoop. Tekst: Hans Maat
Maar lieve God....
Welke toekomst, ik zie die nu even niet.
Bestond er maar een telefoonnummer
dat ik u zou kunnen bellen en dat kon vragen.
U kon vertellen over mijn pijn en verdriet.
Dat ik gewoon even in de wilde weg kon klagen.
Lieve God, ik ben naar u op zoek alweer
Ik voel me eenzaam en alleen.
Waar bent u, ik voel u niet meer.
Ik voel alleen een hart van steen.
Lieve God, ik ben bang.
Voel veel onmacht, pijn en verdriet.
Kan alleen maar huilen.
Zo alleen, eenzaam in 't leven wil ik niet.
Lieve God, komt u weer aan mijn zijde staan?
Legt u uw hand weer op mijn schouder terwijl ik loop
zodat we weer samen verder gaan
naar een toekomst vol van hoop?
-------------------------------Chantal-------------------------------------------
Naambordje
In de aankomsthal van het vliegveld staan vaak taxichauffeurs met een naambordje. Ze komen iemand ophalen, en een naambordje is een effectieve manier om de aandacht te trekken.
Ik zag een vrouw met een bordje op een stok, en daarop stond de naam van een kerk. Ik sprak haar aan: ik zie dat u van een kerk bent. Ja ik ben dominee, zei ze, en we komen leden van onze partnergemeente uit Oost-Europa ophalen.
Ik zei dat ik ook dominee ben en luchthavenpastor. Toen kwam er een leuk gesprek over hoe zinvol het is om ontmoetingen te hebben met mensen uit een ander land. Die hebben een andere kijk op de samenleving, en ook op geloven. En dat is heel inspirerend. Het maakt dat je zelf op een veel bredere manier gaat kijken. Ik heb ze veel mooie ontmoetingen toegewenst.
Later dacht ik na over dat naambordje. Ik ga niet over straat lopen met een bordje op een stok, waarop staat dat ik van de kerk ben. Maar op het vliegveld kan dat kennelijk wel
.
---------------------------------Mirjam van Nie---------------------------------
Maria, moeder van dit kind
Toen ik een kind was kwam zij niet voor in mijn gedachten. Als ik aan God dacht was dat met het woord Vader. Onze Vader viel samen met mijn vader, die ook in de hemel was. Later begreep ik dat dit voor veel lotgenoten gold. Ook voor andere gelovige kinderen, die hun overleden vader al vroeg misten. In de loop van mijn leven werd mijn aandacht voor Maria groter. Allereerst al toen ik hier in Brabant kwam wonen waar zij een veel belangrijker rol speelt in de geloofsbeleving van mensen dan in het overwegend protestantse Haarlem, waar ik vandaan kwam. Maar ook toen had zij nog niet veel betekenis voor mij. Het veranderde in de omgang met katholieke vrienden. Vreemd vond ik dat er veel aandacht was voor het vrouwelijke in de geloofsbeleving, bidden op voorspraak van Maria, maar dat vrouwen verder in hun kerk het zwijgen opgelegd werd. Wat maakte Maria zo anders dan andere vrouwen? Was het omdat zij moeder was van dat kind, Jezus? Zij bleef daardoor onder de glazen stolp, waaronder ik haar soms zag.
Echte verandering kwam er toen ik als geestelijk verzorger in De Weerde mocht werken. Daar zag ik wat de diepe betekenis was voor gekwetste mensen. Gekwetst door ziekte of omdat de ouderdom beslag op hen gelegd had en zij afhankelijk waren van de zorg van anderen. Een gespreksgroep van mensen met dementie ontroerde me. Het ging over moeder en warme herinneringen werden opgehaald, maar ook verdriet en gemis. Toen een beeldje van Maria op tafel kwam was er troost: ‘Ons aller moeder’, zei iemand. Langzaam werd zij een echte vrouw en kwam onder haar glazen stolp vandaan.
Het overkwam me dat een man, die graag met me wilde bidden, ‘stop’ riep toen ik begon met: ‘Onze Vader’. Natuurlijk stopte ik, maar wel verward. Toen ik de volgende dag aan zijn bed zat vertelde hij waarom hij zo reageerde, toen ik begon: Onze Vader, had hij een hand gevoeld die zijn keel dicht kneep. Hij had tot Maria willen bidden. In het gesprek bleek dat hij een strenge en hardvochtige vader had gehad en een lieve moeder. Dat warme en moederlijke vond hij bij Maria. Toen ik er met mijn katholieke collega over had en vertelde dat ik er moeite mee had om tot Maria te bidden, zei ze: ‘Heb jij dan woorden voor God’? Het was een vraag die me raakte en die ik nooit vergeten ben. Natuurlijk had ik daar theologisch op kunnen antwoorden, maar er was iets anders geraakt. Dat gebeurde ook toen in Den Bosch de ‘Allemantel’ werd gemaakt door Nelleke de Laat. De mantel voor het beeld van Maria kwam tot stand met lapjes die mensen zelf bij haar brachten: een stukje van het uniform van een soldaat die de Herculesramp overleefde, een deel van een doopjurk van een overleden kindje, een gebreide sok, gemaakt door de moeder van Bisschop Hurkmans. Velen zochten beschutting onder die mantel van Maria, uit dankbaarheid of vanwege verdriet dat rustte op de bodem van hun ziel. Ook ging ik zien hoe de ouders van een kind dat overleden was, troost vonden en herkenning bij het beeld van de Pieta, dat schrijnende verdriet, een zwaard door je ziel.
Voor mij is, denk ik, Maria de moeder van het kind Jezus gebleven, maar zij werd wel voor mij een van de gezegende onder de vrouwen, zoals Ruth, Tamar, de dwaze moeders en nu de Russische vrouwen en moeders die opkomen voor hun zonen en mannen aan het front. Ik heb geleerd hoe je wijzer en rijker kunt worden door te luisteren naar wat zij, Maria voor veel mensen betekent. En ook hoe onze eigen geloofsbeleving wordt gevormd door wat we in onze kindertijd meekrijgen en door het leven zelf.
-------------------------Wil van Egmond--------------------------------
Open Huis, Sint Cathrien
Geachte belanghebbende, mevrouw, mijnheer,
Tijdens de maatregelen vanwege corona, was het Open Huis tijdelijk beperkt geopend. Sinds enige tijd zijn de gebruikelijke openingstijden weer ingesteld, van 10.30 - 16.30 uur.
Nu is gebleken dat er nauwelijks gebruik gemaakt wordt van de middag opening, soms zijn er een of twee gasten, maar regelmatig is er helemaal niemand.
Kennelijk bestaat er op dit moment bij onze gasten geen behoefte aan middag opvang.
Daarom heeft het bestuur besloten de openingstijden aan te passen, zodanig dat daarbij de middagopening komt te vervallen.
Bij het nemen van dit besluit hebben zeker ook de hoge kosten voor energie een rol gespeeld.
Concreet betekent dit dat met ingang van 15 november het Open Huis geopend is van dinsdag tot en met vrijdag van 10.30 - 13.30 uur.
Er zullen dan steeds vier gastvrouwen/ -heren aanwezig zijn, zodat er voldoende tijd en aandacht is voor al onze gasten.
Mocht in de toekomst blijken dat er toch weer behoefte is aan opvang tijdens de middagen, dan zullen we dat opnieuw overwegen.
Voor alle duidelijkheid, de openingstijden op zaterdag in de Petruskerk blijven ongewijzigd, van 12.00 - 13.00 uur.
Met vriendelijke groet, namens het bestuur van het Open Huis,
----------------Anneke Nieuwenhuizen Voorzitter.---------------------
‘Uren, dagen, maanden, jaren vliegen als een schaduw heen’…
Een lied dat vaak aan het einde van het jaar wordt gezongen. Als ik naar mijzelf kijk, dan is dit jaar weer voorbijgevlogen. Een jaar druk met activiteiten voor de kerk, voor organisaties in mijn dorp en voor ’t Hemeltje.
Ook voor ’t Hemeltje is het jaar weer voorbijgevlogen. In het begin van het jaar nog voorzichtig aan doen omdat Corona nog niet verdwenen is, mondkapjes nog op. Medio dit jaar zijn er geen maatregelen meer nodig. En nu aan het einde van het jaar, lijkt alles weer als vanouds. Maar af en toe steekt Corona nog de kop op, dan zijn we weer extra voorzichtig en alert.
Het was ook een jaar met wat personele perikelen en zorgen om het aantal vrijwilligers. Daarnaast baren de inflatie en de hoge kosten voor energie ons zorgen. De kosten voor koffie/thee en de maaltijden worden hoger. De maandelijkse kosten voor gas en elektra zijn verdubbeld. Maar gelukkig zien we ook extra bijdragen van fondsen - zij ondersteunen ons van harte - omdat we goed werk doen voor onze gasten.
Als we kijken naar onze gasten zien we dat we dit jaar ruim 9000 mensen hebben mogen begroeten, sommigen eens per week, anderen dagelijks. Voor hen is er iedere dag iets te eten en te drinken.
Voor onze gasten vliegt het jaar misschien ook wel snel voorbij, maar voor velen is het meer overleven. Het leven op straat is hard. Er zijn weinig plekken meer waar ze welkom zijn. Dat geldt ook voor veel mensen uit Midden- en Oost-Europa die na een tijdelijke baan weer snel op straat staan. Want als je baan ophoudt, heb je ook geen woning meer.
Voor thuislozen, mensen met een huis/kamer, wordt het leven ook niet makkelijker vanwege de hogere kosten, maar ook vanwege de eenzaamheid.
Dit stuk verschijnt in het december/januari nummer van Samen, een periode met veel feesten: sinterklaas, kerst en oud en nieuw.
De winkels liggen vol met allerlei lekkers, de etalages staan vol met cadeaus.
Er wordt volop aandacht besteed aan gezelligheid, samen met je gezin en familie deze feestelijke dagen vieren. Hoe bitter is het dan dat je dit niet samen kunt vieren, omdat de banden met je familie verbroken zijn, je familie in een ander land woont. In deze periode van gezelligheid en huiselijkheid is de eenzaamheid onder onze gasten duidelijk merkbaar. In gesprekken hoorde ik dat ze blij zijn als december er weer op zit. December, feestmaand, herinnert aan dat wat vroeger was en er nu niet meer is. Juist in deze maand willen we als Hemeltje er zijn voor onze gasten met soep, een goede maaltijd en met een luisterend oor.
Laten we een lichtpuntje mogen zijn voor onze gasten in deze periode. Ik wens u en onze gasten goede feestdagen en alle goeds voor 2023.
Ik sluit het af met dit gedicht van Hein Stufkens:
Steek een kaars aan in het duister.
Laat het Licht toe in je hart.
Maak je handen niet tot vuisten.
Streel maar zacht wat is verhard.
Steek een kaars aan in het duister
en zaai vrede waar je gaat.
Strek je handen uit en luister
naar de mens die naast je staat.
Steek een kaars aan in het duister,
eer wat kwetsbaar is en klein.
Ga geduldig tot het uiterst,
laat waar jij bent liefde zijn.
Relatiebeheer
Diaconaal Inloophuis ‘t Hemeltje
-------------------------------Jeannet Venekamp,---------------------------
Afscheid ds. Petra Speelman
Zondag 30 oktober jongstleden is ds. Speelman ‘losgemaakt’ van haar werk in Eindhoven onder ouderen. Ze keert terug naar haar geboortegrond, de Achterhoek, om daar haar werk voort te zetten. In augustus 2007 werd ds. Speelman vanuit wijkgemeente Eindhoven Zuid uitgezonden als predikant met bijzondere opdracht t.b.v. de ouderenzorg bij de Vitalis woonzorggroep, bij ons beter bekend met de namen van de tehuizen Wissehaege, De Berckelhof en Peppelrode. Haar werk en persoon werden hoog gewaardeerd. Hartelijkheid, authenticiteit en belangstelling voor iedereen kenmerken haar. Vanuit de Protestantse Gemeente Eindhoven zijn we ds. Speelman dankbaar voor haar grote inzet voor de ouderen, ook in de afgelopen jaren, toen het werk door Corona een andere aard kreeg. We zijn ook dankbaar voor de betoonde collegialiteit in de richting van de predikanten van onze wijkgemeente in perioden van drukte. Ds. Speelman onderhield een warm contact met de wijkgemeente in Eindhoven-Zuid en ging een aantal keren per jaar voor in de zondagse eredienst. Zo deelde ze de spirituele ervaringen en inzichten voortvloeiend uit het contact met de Ander met regelmaat. Ze deed dat altijd op een rustige manier waarbij ze haar praktijk, en die van de gemeenteleden, in verband bracht met het Woord. Daarmee kwam het Woord praktisch dichtbij en raakte ons hart. Zo verrijkte haar werk als geestelijk verzorger bij de Vitalis woonzorggroep ook ons gemeentezijn. Ten afscheid namen we allen een bloem mee. Het werd een grote bos. En we gaven een olijfboom als teken dat we loslaten maar ook verbonden blijven. We wensen Petra en haar man Bert alle goeds en Gods zegen.
--------------------------------Christof Francke-------------------------------
Een veilige omgeving
Een evenement over grensoverschrijdend gedrag: is dat niet alleen interessant voor mensen die ooit grensoverschrijdend gedrag hebben meegemaakt of mensen die zelf grenzen overschrijden? Waarom zou ik daar naartoe gaan? Dat is wat ik dacht over het toneelstuk van Time Out op de TU/e op 4 oktober. Ondanks mijn aannames ben ik toch naar het toneelstuk gegaan en daar ben ik erg blij om, want het bracht interessante punten aan het licht. Verder zette het de kijkers niet alleen aan het denken, maar was er ook ruimte om te discussiëren en te sparren met elkaar.
Het is lastig om toe te geven dat je iets verkeerd hebt gedaan of dat je iets hebt ervaren waar je je toch niet zo prettig bij voelde, want ja ‘het is maar iets kleins’ en ‘misschien was het ook wel een beetje mijn eigen schuld’. Bij grensoverschrijdend gedrag kan het namelijk best voorkomen dat het een leidt tot het ander. De acteurs lieten dit zien door een scène uit te beelden, waarbij een studente als doel had om een professor te regelen voor haar scriptie. Ze had dit goed voorbereid, maar haar vriendin drong toch aan dat ze beter iets sexy’s aan kon doen en collegiaal moest flirten om zo deze professor over te halen. Een andere vriend drong aan dat ze nog even samen drankjes moest doen met haar vrienden. En zo geschiedde. Even later staat ze met een kort rokje en te veel shotjes achter de kiezen tegenover de professor. Ze komt niet uit haar woorden, maar toch denkt ze van de professor toestemming te hebben gekregen voor de scriptie. Uit enthousiasme (en wellicht de glaasjes alcohol) geeft ze hem een knuffel. De professor deinst eerst terug, maar geeft daarna nog een knuffel en legt zijn hand dan op haar bil, waar zij zich niet prettig bij voelt. Daar stopt de scène. Grenzen zijn overschreden, maar door wie? Had er al eerder aan de bel getrokken moeten worden of is enkel de laatste stap te ver?
Dit is een voorbeeld van grensoverschrijdend gedrag en tijdens de discussies in het publiek na afloop van de scène werd duidelijk dat iedereen een andere kijk kan hebben op grensoverschrijdend gedrag. Hierdoor werd ook duidelijk dat er niet voor alles een goed of fout is, maar dat sommige situaties ingewikkeld zijn en het fijn is om er dan met een ander over te kunnen sparren. In het stuk kwam ook de vraag naar voren ‘Kan een veilige omgeving überhaupt wel bestaan zonder conflict?’ Mensen hebben nou eenmaal andere meningen en het is dan wellicht beter om dit te bespreken - ook al is dat vaak spannend - dan om het weg te stoppen, want juist het wegstoppen kan tot grotere botsingen of voortzetting van het grensoverschrijdend gedrag leiden.
In de maatschappij is grensoverschrijdend gedrag de laatste jaren steeds meer een onderwerp van discussie. Persoonlijk vind ik die gesprekken soms best lastig, want dadelijk zeg je iets waardoor je een ander kwetst. Toch stelt de gedachte dat we allemaal mens zijn en het wel eens kan gebeuren dat je een foutje maakt me gerust. Zolang we met z’n allen maar een veilige omgeving creëren voor de mensen om ons heen, zodat we met een open houding naar een ander durven te luisteren en zelf ook durven te praten over onze opvattingen en onze gemaakte fouten. Zo kunnen we met elkaar van onze ervaringen blijven leren.
------Kimberly Drabbels, Program manager bij TINT-------------
Voetbal en Oekraïne
Het is dit jaar tien jaar geleden dat Nederland gigantisch af ging op het Europees Kampioenschap voetbal. Het waren de nadagen van Wesley Snijder, en na drie kansloze wedstrijden in de groepsfase lagen we eruit.
Precies in die twee weken kreeg ik een nieuwe collega, Andrii uit Oekraïne. Na de normale kennismakingsvragen - uit welk land kom je, wanneer ben je aangekomen, heb je al een huis en een fiets - vroeg ik of hij uit Charkov kwam. Dat kwam hij niet. Maar hij keek verrast omdat ik iets van zijn land wist.
Was ik dan ooit wel eens in Oekraïne geweest? ‘Nee’, antwoordde ik, ‘maar onze jongens zitten daar’, en hij keek trots terug. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik niet veel meer wist dan dat.
In de jaren daarna leerde ik meer over Oekraïne: dat ze er Russisch en Oekraïens spreken, en dat die mensen vredig naast elkaar leven. Andrii sprak zelf Oekraïens, en zijn vrouw sprak Russisch terug, want ze kwam ‘ergens uit het oosten’. Dat was ook handig met Kerst, want 25 december waren ze bij zijn ouders, en pas twee weken later hoefden ze bij zijn schoonouders te zijn.
Ook leerde ik dat Oekraïne zo groot is, dat je met de nachttrein van Kiev naar je ouders moest in het weekend. In de zomer is het er 40 graden, en in de winter min 20.
Oekraïense exacte wetenschap is een nationale trots, en er is een sterke software sector. Verder maakten ze in de Sovjettijd veel raketten, en hadden ze de Sovjet-kernwapens op hun grondgebied gehad. Andrii had in Kiev drie keer zo veel kunnen verdienen als programmeur, maar was toch naar Eindhoven gekomen voor een promotietraject.
Ik las ook boeken: ‘Het land dat maar niet wil lukken’, en recenter ‘Aleksandra’. Ik leerde over de Holodomor en de Amerikaanse belofte van 1994.
Na de inval in 2014 kon Andrii een tijd niet meer terug naar Oekraïne, omdat hij dan in het leger zou moeten. Tegelijk was er een andere Oekraïense collega die wel snapte dat Poetin de Russen in de Donbas kwam helpen. Ze raadde Russia Today aan.
Toen Andrii in 2016 promoveerde, ging hij ook niet terug, en was zijn vrouw er erg op gebrand hier te blijven en de permanente verblijfsvergunning te bemachtigen. Zelf overwoog hij even een postdoc in Israël, maar zijn ouders hadden hem bezworen niet ‘naar een land in oorlog’ te gaan. Een andere werkelijkheid dan de mijne.
Andrii verloor ik een beetje uit het oog, maar de beelden in het nieuws van het afgelopen jaar lieten zijn verhaal terug komen. Vluchtelingenstromen met de trein, Oekraïners die opeens geen Russisch meer willen spreken, of juist wel. Oekraïense en Russische programmeurs die hun werk op afstand doen, of hier aan het werk gaan. Nepnieuws en beïnvloeding door Russische media. En op de kaart kan ik inmiddels, naast Charkov, ook Kiev, Lviv, Odessa en Marioepol aanwijzen.
Dat maakt het onwezenlijk dat het dus pas echt tien jaar geleden is dat ik niets wist van Oekraïne, behalve het EK voetbal.
--------------------------Marleen Kooiman----------------------------------
november 2022 met thema: " Herfst " Lees meer...
Allerheiligen – Gedenkdag der heiligen
Onlangs stelde een gemeentelid na de dienst een vraag over de heiligen en hoe dat zit in de verschillende kerkelijke tradities. Dat thema van de ‘heiligen’ past zeker in deze tijd van het jaar.
Op 1 november wordt namelijk de gedenkdag der heiligen (Allerheiligen) gevierd en het was juist aan de vooravond van deze kerkelijke feestdag dat Maarten Luther zijn 95 stellingen op de kerkdeur van de slotkerk te Wittenberg heeft gepubliceerd. Dan kwamen er immers veel mensen in de kerk.
Op de gedenkdag der heiligen, Allerheiligen, worden zij die in de hemel zijn, herdacht.
Op 2 november, Allerzielen, worden de overledenen herdacht die zich nog in het vagevuur bevinden. De heiligen die met hun naam als ‘heilige’ worden geëerd, zijn zij die als bijzonder goede gelovigen andere gelovigen tot voorbeeld kunnen zijn. Zij hebben de kerkelijke titel ‘heilige’ gekregen. Al vroeg werden in de christelijke kerk martelaren als heiligen geëerd.
Later kwamen er kerkvaders bij. In de middeleeuwen groeide het aantal heiligen enorm. Om dit enigszins in te perken, kwamen er vanaf de 10e eeuw regels en procedures voor de heiligverklaring, waarbij alleen de paus nog een heiligverklaring kon uitspreken.
De middeleeuwen kenden een uitgebreide heiligenverering. Daarbij hoorde dat men zich tot de heilige richtte en de heiligen om voorspraak bij God bad. Luther verzuchtte dat er voor zowat elke kwaal en nood een heilige te vinden was. ‘Wanneer iemand kiespijn heeft, zo vast hij en vereert de Heilige Apollonia; vreest hij een brand, maakt hij de Heilige Lorenz tot zijn noodhelper, vreest hij de pest dan doet hij een gelofte aan de Heilige Sebastian of de Heilige Rochus.’
Luther was zelf ook met deze vanzelfsprekende heiligenverering opgegroeid. Zijn eigen voornaam ‘Maarten’ is verbonden met het gebruik dat een kind naar de Heilige van de doopdag werd vernoemd. Luther werd op 10 november 1483 geboren en op 11 november, de dag van Sint Maarten, gedoopt. Hij was ook zeker vertrouwd met de Heilige Barbara de beschermheilige van de mijnwerkers. Zijn vader werkte immers in de mijnbouw. En Luther zelf heeft als student in een heftig onweer de Heilige Anna aangeroepen en de gelofte gedaan monnik te worden. Een gelofte die vergaande gevolgen voor zijn leven had.
Door de opkomst van de vele heiligen waartoe zich de gelovige kon wenden, raakten God en Christus steeds meer op de achtergrond. God werd alleen nog maar gezien als de onbenaderbare, strenge en oordelende God.
Luthers herontdekking van de genadige God had ook vergaande gevolgen voor de heiligenverering. Christus is namelijk de enige middelaar die ons bij God brengt. In het licht van Christus als enige ware middelaar verbleekten de heiligen net als de sterren in de ochtend verbleken wanneer de zon opgaat.
De omweg via de heiligen is niet meer nodig. Zo keerde Luther zich tegen de verering van de heiligen, tegelijkertijd mochten de beelden van de heiligen in de kerken blijven. Die heiligen kunnen namelijk de gelovigen wel tot voorbeeld zijn en zo het geloof versterken. Een heiligenverering die afleidt van Christus stuit op kritiek van Luther, maar heiligen die de gelovige juist bij Christus brengen verdienen een plek in de kerk. Wij allen worden door de Heilige Geest in het geloof geheiligd en maken hierdoor deel uit van de gemeenschap der heiligen.
Op de gedenkdag der heiligen mag u juist denken aan de heiligen, dat wil zeggen de gelovigen uit alle tijden, die u tot voorbeeld zijn geweest. Wie zijn uw heiligen? Deze ‘heiligen’ hoeven geen bekende heiligen te zijn. Dat kan een vader, moeder, grootouder of elk ander persoon zijn die u tot voorbeeld en inspiratie is geworden en u dichter bij het geloof heeft gebracht. Zo gedenken wij – in lijn met Luther - de heiligen.
--------------Susanne Freytag-----------------------------------------
Herfst
Dit is de tijd dat de schemer je opeens overvalt, terwijl je in de tuin bezig bent. De bladeren kleuren geel en rood, ze dwarrelen van de boom. Een lage mist hangt zo nu en dan over het land. De maan schijnt mysterieus, alsof er meer achter zit.
Dit is de goede tijd om het boek Prediker ter hand te nemen. Er is een tijd om Prediker te lezen, en er is een tijd om het boek weer weg te leggen. Prediker zelf schrijft immers: Er is een tijd voor alles wat er onder de hemel gebeurt (hoofdstuk 3). Tijd om met hem in gesprek te gaan!
Er is een tijd om te genieten, en er is een tijd om te treuren.
Geniet ervan, klinkt alom op terrassen en in supermarkten. Goed bedoeld natuurlijk en ja, je moet toch wat (moois) zeggen. Maar er is ook een tijd dat je niet kunt genieten, maar alleen maar kunt balen. Of dat je treurig bent over wat het leven op je pad heeft gebracht, of juist heeft weggenomen. Of je twijfelt aan jezelf, wat stel ik nou voor. Het gevleugelde woord geniet ervan, is dan een te hoog gegrepen aansporing. Het is een verlossende gedachte dat er ook tijden zijn dat je niet hoeft te genieten omdat je niet kunt genieten. Bij het leven hoort ook dat het leven niet altijd leuk is. Dat te erkennen, geeft ontspanning.
Er is een tijd voor ontspanning en een tijd voor inspanning
Wat is het heerlijk om er bovenop te zitten en het leven aan te kunnen, de teugels in de hand. Bovendien, er is zoveel onrecht in onze wereld, en wat is het belangrijk dat er mensen zijn die daartegen in verzet komen. Het is goed om je in te spannen voor iets goeds. Maar iemand die zich alleen maar inspant, ontspant niet meer. Moet je dan alles relativeren, Prediker! Hoe kun je nu ontspannen, als er zoveel recht te zetten is! Hoe kun je ontspannen als er zoveel moet gebeuren om de wereld mooier te maken? Tja, maar hoe kun je je nog inspannen, als je niet ontspant en van alle inspanning wakker ligt?
Er is een tijd om wakker te liggen en er is een tijd om te slapen.
Ja, dat denk ik wel eens als ik wakker lig: het is nu tijd om te slapen. Maar de slaap laat zich niet commanderen. De slaap is als een schuwe kat, die naast je komt liggen op het moment dat je stopt haar te lokken. Al die tijden van jou, Prediker, wat is dat realistisch! Als mens kun je nu eenmaal niet zonder slaap, om als wakker mens aan het werk te kunnen gaan. Maar ook voor het wakker liggen geldt: er is een tijd om wakker te liggen, en een tijd om te slapen. Het is zoals het is. Maar als je dan slaapt dan staan je luikjes dicht voor de wereld, je richt je naar binnen.
Er is een tijd om open te gaan en een tijd om dicht te zijn.
Dat klinkt natuurlijk niet goed, dat je dicht zit. Inkeer klinkt veel beter. Een mens heeft het nodig om zich in zichzelf te keren. Soms heb je daar zelfs veel tijd voor nodig. Het is een manier om God te zoeken en door God gevonden te worden, het is een manier om tot jezelf te komen. In de kerk lijkt het (hopelijk ’soms’ en niet ‘vaker’) wel of je altijd open moet staan voor alles en iedereen (soms moet je zo veel…). Maar vergeet niet dat Jezus zich regelmatig terugtrok op een stille plaats. Daar zijn geen hoofdstukken vol over geschreven, maar hij had dat wel nodig.
Het is goed om jezelf en je geloof te voeden.
Er is een tijd van geloof en er is een tijd van twijfel.
Dat relativeert heerlijk, Prediker! Ik weet dat jij het nooit zo zou opschrijven, voor jou is God een gegeven. Maar je hebt wel oog voor de ondoorgrondelijkheid van alles. Soms staat je geloof zo vast als een huis, soms twijfel je aan alles. Een mens is nu eenmaal niet meer dan een kleingelovige. Dat zijn, is al heel wat. In een tijd van ongeloof en grote twijfel in je ziel is het troostend om te bedenken: er is een tijd van geloof en er is een tijd van twijfel. Ja, want hoe kan je nu geloven dat er zo iemand als God is die jou – klein vlindertje – in het oog houdt en hooghoudt? Dat zou toch een Godswonder zijn!
Dat lijkt mij een mooie slotzin van deze herfstgedachten. Beter dan de slotzin waarop jij, Prediker, altijd weer uitkomt: dat er niets beters is voor de mens dan dat hij zich aan eten en drinken te goed doet en geniet. Want dan moet ik weer denken: er is een tijd om te genieten, en een tijd om te….en zo kan ik nog wel even doorgaan. Het is herfst.
---------------------------Tjalling Huisman------------------------
Gemeenteavond op 16 November
Op Woensdag 16 November a.s. is de jaarlijkse gemeenteavond van de PGE. U bent van harte welkom. We beginnen om 20.00 uur en eindigen rond 22.15 uur. De bijeenkomst wordt dit jaar gehouden in de Ontmoetingskerk. Het is niet nodig om u hiervoor van tevoren aan te melden.
In het eerste deel van de gemeenteavond willen we het hebben over de bemensing van de bestuursorganen van onze gemeente. Dat zijn de Algemene Kerkenraad, de Wijkkerkenraden, het College van Diakenen en het College van Kerkrentmeesters. In veel van deze organen hebben we te maken met langlopende vacatures en onderbezetting. Tevens zien we dat een aantal van onze bestuurders op kritische posities dit werk al lange tijd doen (soms meer dan twaalf jaar). We willen graag met u in gesprek gaan over mogelijke oplossingen voor dit probleem. Dit kan onder andere zijn: overgaan op kleinere bestuursorganen of gebruik maken van andere vrijwilligers dan onze ambtsdragers. Wellicht zijn er nog andere ideeën, die u kunt inbrengen.
In het tweede deel van de avond zullen de ontwerpbegrotingen voor 2023 kort worden toegelicht door het CvD en het CvK. Deze begrotingen zullen vanaf 1 November beschikbaar zijn op de site van de PGE en vanaf die datum ook opvraagbaar via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Verder wil ik u laten weten dat we tijdens de afgelopen vergadering van de Algemene Kerkenraad afgesproken hebben om over te gaan tot een nieuwe opzet voor onze website. Onze bestaande website is al enige tijd geleden gemaakt en heeft ons goed gediend, maar is nu aan vernieuwing toe. De huidige website wordt als te ingewikkeld ervaren en vergt aardig wat werk om hem bij te houden. We willen graag overgaan op een nieuwe, onderhoudsarme opzet. De bedoeling is om de nieuwe website in de loop van volgend jaar klaar te hebben. Tot die tijd blijft uiteraard de huidige website bestaan. Zoals eerder gezegd, als er mensen zijn met kennis op dit vlak die ons hierbij willen helpen, laat ons dat weten.
Ik hoop van harte dat er veel mensen naar de gemeenteavond zullen komen en dat we elkaar daar zullen ontmoeten.
Namens de Algemene Kerkenraad,
------------Henk Grootjans, Voorzitter-------------------------------
Joachim en Anna - Afscheidsrituelen
Het is al bijna een traditie: bij de bijeenkomsten van Joachim en Anna die in de herfst plaatsvinden, is vergankelijkheid vaak een thema van gesprek. Dat is ook niet verwonderlijk: het is de tijd van Allerzielen en Allerheiligen, de bladeren vallen van de bomen en de planten trekken zich terug in de aarde. Het is de tijd van inkeer, van reflectie, van stilte.
Op dinsdag 8 november is er weer een bijeenkomst van Joachim en Anna. Het thema van die bijeenkomst is: Afscheids- en uitvaartrituelen.
We leven in een tijd waarin kerk en geloof niet meer vanzelfsprekend onderdeel uitmaken van het dagelijkse leven. Hoewel wij, als kerkelijke mensen, de taal en rituelen nog verstaan, is dat voor onze kinderen en naasten vaak niet meer het geval. Het gebeurt dan ook met regelmaat dat wanneer iemand overlijdt, de kinderen de uitvaart willen regelen maar eigenlijk geen idee hebben hoe ze daaraan vorm moeten geven. Ze willen recht doen aan het geloof van hun overleden ouder, maar voelen zelf verlegenheid, soms ook afstand. 'Had moeder nu maar laten weten hoe ze het wilde hebben', spreken ze dan weleens vertwijfeld uit.
Op deze middag gaan ds. Bert Jan van Haarlem en ds. Kirsten Wuijster met de aanwezigen in gesprek over de mogelijkheden rondom de uitvaartdienst. Ze vertellen iets over verschillende manieren van afscheid nemen, en hoe je het gesprek kunt voeren met je kinderen of andere familie. Daarnaast willen ze u ook de ruimte geven om eens wat na te denken over uw eigen afscheid. Hoewel het een confronterend thema kan zijn, kan het u juist ook helpen om wat moeilijk te bespreken is, toch bespreekbaar te maken. En dat kan dan zomaar weer de mooiste gesprekken opleveren. U bent van harte welkom!
Namens Joachim en Anna
-------------------------------Wietske Lamper-------------------------------
Bijbels bijbellezen: de oorsprong van het historisch lezen - 3
Hoe kwam men er eigenlijk toe de Bijbel historisch-lineair te lezen?
Dat gaat heel ver terug. In ongeveer de derde eeuw voor Christus - de Joodse Diaspora (verspreiding) was al een tijd bezig - begonnen na de Babylonische Ballingschap (586 v. Chr.). Het Hebreeuws (dat eigenlijk alleen in de Bijbel bestond) was tanende na een aantal generaties. Veel Joden woonden buiten Palestina en bevonden zich in Griekse invloedsferen. Er ontstond daardoor behoefte aan een Bijbelvertaling in de gangbare taal: het Grieks. Deze kennen we als de Septuaginta. Dit is Latijn voor 70. Volgens de overlevering waren er zeventig geleerden met de Hebreeuwse tekst in zeventig cellen gaan zitten en kwamen na zeventig dagen (en nachten!) weer naar buiten en, O Wonder, hun Griekse vertalingen waren identiek.
Deze in Alexandrië ontstane vertaling werd volgens de wetenschappelijke normen van die tijd gemaakt en de volgorde van de Hebreeuwse boeken werd gecorrigeerd. De eerste vijf boeken bleven vooraan staan, Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium. Dit stond al zo vast als een huis en was bekend als De Wet of (de boeken van) Mozes, in het Hebreeuws de Thora. Deze boeken werden in drie jaar doorgelezen. Dit kun je zien aan bijvoorbeeld de Pesachvieringen, die ook drie maal in de Thora voorkomen: na een jaar Exodus 12 (het ‘echte’ Pesach in Egypte), dan Numeri 9, midden in de woestijn, Pesachviering na twee jaar, na drie jaar zou je dan in Jozua 5 zitten (maar dat staat niet in de Thora!), ook daar een Pesachviering, maar dat deed men niet. Want Deuteronomium 34 was de grens, dan begon men weer vooraan en zo werd in het derde jaar Genesis 4 gelezen: als je denkt dat je rijp bent voor het beloofde land, moet je eerst nog even horen wat je eerder bent: de moordenaar van je (zwakste) broeder!. Met andere woorden je hebt nooit iets gehad, je hebt altijd alles nog vóór je. Hier blijkt al een heel andere lezing dan de historische benadering.
Maar het werd nog erger: niet alleen de Thora was historie, ook Jozua, Richteren, 1 en 2 Samuël en 1 en 2 Koningen waren dat. Bovendien ging men de Hebreeuwse canon ‘corrigeren’ door 1 en 2 Kronieken uit de derde afdeling van de Hebreeuwse bijbelindeling te halen en achter Koningen te zetten. Tevens begint het boekje Ruth met ‘In de dagen dat de richteren richtten’, dus dat moest achter Richteren gezet worden; eveneens Ezra, Nehemia, Esther, Job werden toegevoegd aan de ‘historische’ boeken. Dus een rechte lijn van Genesis t/m Job was geschiedenis. Dan de poëtische boeken: Psalmen, Spreuken, Prediker en Hooglied. Daarna pas de Profeten. Wij hebben die indeling in de christelijke kerk overgenomen, zodat ons Oude Testament eindigt met Maleachi.
Er is in deze leeswijze dus sprake van één lijn. Door de Griekse vertaling werd het belang van de historie bepalend, terwijl de Hebreeuwse Bijbel een geheel ander belang had.
Dat zullen we in de volgende aflevering horen!
-----------------------------Wim de Leeuw----------------------------------
Momenten met Hart, Ziel en Handen
November is in christelijke godsdiensten en culturen de maand om dierbare overledenen te gedenken. Zo doen katholieken dat op Allerzielen (1 november) en protestanten op de zondag van de voleinding (20 november). Daarnaast kennen we natuurlijk ook de steeds bekendere varianten Halloween (de Engels-Amerikaanse verdrijving van de geesten op 31 oktober, naar het Ierse feest Samhain) en het Mexicaanse Fiesta de los Muertos (1 en 2 november).
Ik zelf heb veel met de gedachte dat de dood niet zozeer een einde is, maar eerder het afscheid voor een nieuwe reis, als bij een boot die de zee op vaart. Wij kunnen daarbij niet overzien wat de bestemming is en blijven achter met gemis en vragen, maar vaak ook met dankbaarheid en mooie herinneringen. Dit is een oude gedachte en er zijn er velen die dit in gedichten en liederen hebben verwoord. Ik las de gedachte voor het eerst voorin in Harry Potter 7, verwoord door William Penn (1644-1718). Mooier nog verwoordde de Canadese bisschop Charles Henry Brent (1862-1929) het.
Want op het moment dat de ander aan onze horizon uit het zicht verdwijnt en wij radeloos achter blijven, gebeurt er iets bijzonders. Want diegene komt ook in het zicht van anderen, die op diegene wachten en blij roepen: “daar komt zij aan!”
En tot slot raakt de tekst van het lied ‘Into the West’ van Annie Lennox me nog het meest. Want daar zijn we niet toeschouwer van andermans reis, maar maken wij zelf de reis. Alles in het lied troost ons dat we deze weg veilig en heel zullen maken, om thuis aan te komen.
Feike Weeda
docent levensbeschouwing en voorganger in de Kapel Eindhoven
Wat is sterven? (Charles Henry Brent (1862-1929))
Ik sta aan de zeekust: een boot zeilt op de ochtendwind en maakt haar weg naar de oceaan. Zij is schitterend en ik sta naar haar te kijken totdat zij uiteindelijk aan de horizon vervaagt.
Naast mij zegt iemand: “Zij is verdwenen!” Verdwenen! Waarnaartoe? Verdwenen uit mijn zicht, dat is alles. Zij is nog steeds even groot met haar masten, romp en bomen, als toen ik haar kon zien, en ze kan nog steeds de last van haar levende vracht naar zijn bestemming dragen. De afgenomen maten en het gehele verlies van het gezicht gebeurde alleen in mij, niet in haar;
En op precies hetzelfde moment dat er iemand naast mij zei: ‘Zij is verdwenen’, zijn er anderen die haar zien komen. En andere stemmen die de blijde roep overnemen: ‘Daar komt zij!’ - en dat is sterven.
Into the West (Annie Lennox)
Leg je lieve en vermoeide hoofd neer. De nacht valt en je bent aan het einde van de reis gekomen. Slaap maar en droom van degenen die er eerder heen gingen. Ze roepen je vanuit een verre kust. Waarom huil je? Waarom die tranen op je gezicht? Nog even en dan zullen je angsten verdwijnen. Veilig in mijn armen, je slaapt slechts.
Wat kun je zien daar aan de horizon? Wat roepen de witte meeuwen? Aan de andere kant van de zee rijst een bleke maan op. De schepen komen om je thuis te brengen. En allen zullen in zilver glas veranderen: een licht op het water, alle zielen gaan er langs.
Hoop vervaagt in de wereld van de nacht, door schaduwen heen vallend uit herinnering en tijd. Zeg niet dat we nu aan het einde zijn gekomen. Witte kusten roepen, jij en ik zullen elkaar weerzien en jij zal hier in mijn armen zijn, slechts slapend.
Wat kun je zien daar aan de horizon? Wat roepen de witte meeuwen? Aan de andere kant van de zee rijst een bleke maan op. De schepen komen om je thuis te brengen. En allen zullen in zilver glas veranderen: een licht op het water, grijze schepen gaan er langs, naar het westen.
----------------------------------Feike Weeda-------------------------------
Mediteren in de tijd voor kerst
In de weken voor kerst is er de mogelijkheid om met een groepje mensen te mediteren. Er zijn vier korte bijeenkomsten van 20.00 tot ongeveer 21.00 uur. De avonden vinden plaats op de maandagen 21 en 28 november en 12 en 19 december 2022.
In de eerste bijeenkomst oefenen we wat basisbeginselen van meditatie. Tijdens de andere bijeenkomsten lezen we een Bijbeltekst of een gedicht. We proberen de teksten te lezen met hart en ziel, het gaat om wat je raakt. Daarbij maken we gebruik van verschillende vormen van christelijke meditatie. Het zijn simpele handreikingen die gemakkelijk te oefenen zijn. Iedere bijeenkomst beginnen we met een lichaamsmeditatie: met je gedachten ga je je lichaam langs. Zo kom je tot rust, door even de dingen van alledag de dingen te laten. Hopelijk ga je na de meditatie met rust in je lichaam en voedsel voor je ziel verder op weg naar kerst.
Iedereen van harte welkom! (deelname is gratis)
Plaats van samenkomst is de Ontmoetingskerk.
Opgave kan bij ds Tjalling Huisman: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. / 06 15 69 59 19
-----------------------------------------------------------------------------------
Capella Vesperale
Eind vorig jaar moest het koor dat Evensongs in de Catharinakerk verzorgt besluiten daar mee te stoppen. Door ontwikkelingen in de laatste jaren (met name de corona maatregelen) lag er veel stil en was het koor te klein geworden om verder te kunnen.
Nu heeft het koor toch een nieuwe start kunnen maken. Nieuwe koorleden zijn welkom. Daarom een uitnodiging aan wie graag Engelse Hymns en koormuziek zingt om een paar keer per jaar met de Capella mee te zingen. Wie interesse heeft kan het melden bij:
Bert Jan van Haarlem, mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. tel. 040 2366339.
Evensongs
In september 2022 is gestart met een nieuw seizoen van de Evensongs. Op zondag 20 november is er vesper. De gezangen in deze vesper zullen deze keer Gregoriaanse gezangen zijn. Ze worden gezongen door de Schola van de Catharinakerk, die onder leiding staat van Ruud Huibregts.
De gregoriaanse vesper is om 16.00 uur in de Catharinakerk.
------------------------Bert Jan van Haarlem----------------------------------
Onmenselijk beleid
Naar aanleiding van de toeslagenaffaire wordt er de laatste tijd meer gesproken over (het gebrek aan) de menselijke maat bij overheidsinstanties. Op 19 oktober debatteerden de leden van de Tweede Kamer tevens over de ‘Menselijke maat en dienstverlening in de migratieketen’. De behandeling van vreemdelingen vertoont soms grote gelijkenissen met de behandeling van slachtoffers van de toeslagenaffaire. Door middel van een ingezonden brief gaven NGO’s werkzaam in de begeleiding en opvang van vreemdelingen diverse aanbevelingen. Hierin kwam ook de casus van onze cliënt Ayan aan bod:
Ayan, 24 jaar, heeft als minderjarige zijn land Somalië verlaten vanwege de dreiging van Al-Shabaab. Zijn vader was vermoord en zijn moeder was naar Nederland gevlucht. Ayan moest vanwege geldgebrek achterblijven bij zijn tante. Uiteindelijk is hij zelfstandig naar Nederland gekomen waar hij met behulp van Nidos ( jeugdbescherming voor vluchtelingen) werd herenigd met zijn moeder. Zijn moeder was hertrouwd met een man met Nederlandse nationaliteit, zijn stiefbroertjes en -zusjes hebben dan ook de Nederlandse nationaliteit. Zijzelf kreeg rechtmatig verblijf in Nederland op medische gronden. De asielaanvraag van Ayan werd afgewezen. Er werd getoetst aan artikel 8 EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens) – het recht op familieleven, maar de IND oordeelde dat de gezinsband na negen jaar was verbroken en Ayan was ondertussen 18 geworden en niet meer minderjarig. Ayan kon terug naar zijn tante in Somalië, aldus de IND. Ayan is de enige van het gezin die onrechtmatig in Nederland verblijft.
Ayan klopte aan bij Vluchtelingen in de Knel. Als een minderjarige huis en haard verlaat dan is er doorgaans een ernstige reden voor. Het zal nog moeilijk worden om voor hem een uitweg te vinden. Het beleid om aanzuigende werking van asiel-vragende vluchtelingen te voorkomen gaat zover dat het blijkbaar geen probleem is om een minderjarige vluchteling, die zijn familie zoekt, eerst jarenlang meerderjarig te laten worden om hem dan af te wijzen en terug te sturen.
-------------------Namens VidK, Jaap Morgenstern--------------------------
Toekomst voor iedereen
Eind november begint de adventsperiode. Advent is een tijd van verwachting en hoop. Dat is deze adventsperiode niet makkelijk. Er is veel dat ons wanhopig kan maken, moedeloos en terneergeslagen. De oorlog in Oekraïne. De stijgende kosten van levensonderhoud. Het klimaat. De behandeling van vluchtelingen in ons eigen land en elders. Hopen en verwachten: kunnen we dat nog wel? Is het niet vreselijk naïef en wereldvreemd, om tegen alle realiteit in te hopen op vrede, op gerechtigheid? In het kader van het jaarthema ‘Aan Tafel’ zingen we dat er voor ieder van ons een plaats is aan de tafel, voor jong en voor oud, want iedere stem geeft klank aan het koor…. Tegelijk weten we dat dit nu vaak gewoon niet waar is. Die plaats aan tafel voor iedereen lijkt een droom. En wat kunnen wij daar aan doen? Is Advent hopen tegen beter weten in? Of is Advent een tijd om te oefenen met hopen, juist nu de hoop niet op te geven?
Zoals elk jaar zijn er extra collecten van Kerk in Actie in deze periode. Dit jaar draait het in alle vier de collecten om kinderen en jongeren. Kwetsbare kinderen en jongeren, verder weg en in eigen land. De projecten waarvoor gecollecteerd wordt, bieden hulp en hoop!
Op de eerste zondag van Advent staat een project in Colombia centraal: Onderwijs voor werkende kinderen. Maar liefst anderhalf miljoen kinderen in Colombia moeten elke dag zwaar en gevaarlijk werk doen. Ze groeien op in een omgeving met veel geweld en drugsgebruik, zoals in de sloppenwijken van de hoofdstad Bogotá. Kinderen werken er op de markt of op de vuilnisbelt. School komt vaak op de laatste plaats. Stichting De Kleine Arbeider, partnerorganisatie van Kerk in Actie, geeft deze kinderen onderwijs en maakt hen weerbaarder om zo hun kansen op een betere toekomst te vergroten. Kinderen leren er groenten verbouwen, een aantal van hen kan een koksopleiding volgen en ze maken kunstzinnige producten van papier. Ook tienermoeders vinden er een plek.
Op 4 december ligt de focus op jonge Syrische vluchtelingen in Libanon, Jordanië en Irak. Ze leven daar in extreme armoede en proberen zo goed en zo kwaad als dat kan een nieuw bestaan op te bouwen. Vaak is dat lastig, omdat zij geen werk kunnen vinden. Zij krijgen hulp bij het opzetten van eigen bedrijfjes of het volgen van een opleiding in sectoren waar veel vraag is naar personeel. Zo heeft partnerorganisatie MECC een trainingsprogramma opgezet voor jongeren die in de thuiszorg in Libanon willen gaan werken.
De derde Advent (11 december) richten we de blik op jonge vluchtelingen in Nederland. Eén op de drie vluchtelingen die naar Nederland komen is jonger dan achttien jaar. Ze hebben vaak nare ervaringen achter de rug. In ons land is hun bestaan nog jarenlang onzeker. Stichting De Vrolijkheid organiseert wekelijks meer dan honderd kunstactiviteiten in bijna dertig asielzoekerscentra. Dans, theater, muziek, nieuwe media en beeldende kunst zijn instrumenten om de veerkracht van de jonge azc-bewoners te versterken en hun talenten tot bloei te laten komen. Zo zijn er onder meer creatieve workshops ontwikkeld als activiteiten tijdens de schoolvakanties.
Op de vierde Advent is de collecte voor de ‘kerstchallenge’ van Jong Protestant, de jeugdwerkorganisatie van de Protestantse Kerk. Een spel waarbij jongeren ontdekken wat Kerst betekent. Welke overwegingen maakte de herbergier toen Jozef en Maria voor zijn deur stonden? Wat ging er om in de herders toen ze de engelen hoorden zingen? En wat dachten de wijzen toen ze de ster volgden? Met de ‘kerstchallenge’ kruipen jongeren in de huid van de personages uit het kerstverhaal. Maar liefst zesduizend jongeren doen hier elk jaar aan mee.
Hopen en verwachten. Niet door onze ogen te sluiten voor alles wat er mis is. Ook niet door zo moedeloos te worden van alle onrecht en ongelijkheid, dat we niets meer kunnen. Hoe dan wel? Op de website www.petrus.protestantsekerk.nl staat dit gebed van Ds. Trinette Verhoeven:
Goede God, wat brengt mij de toekomst? Ik vind het zwaar. Kranten vol wereldnieuws schreeuwen mij toe. Ze zeggen dat het niet goed gaat: onze aarde warmt op, de zeespiegel stijgt, mensen slaan op de vlucht. Als ik de toekomst in Uw hand leg, wilt U me dan laten zien welke rol er is voor mij in deze wereld, wat ik kan doen. God, neem de zwaarte van mij weg en laat me zien hoe ik een mens van Uw toekomst mag zijn door Jezus Christus, onze Heer.
-----------------------------Antje Dekker-----------------------------------
Kerstpakketten 2022
In de weken voor kerst worden door de Protestantse Gemeente in Eindhoven gemiddeld 135 kerstpakketten uitgedeeld door de diakenen en andere vrijwilligers aan mensen die in deze tijd een extraatje wel kunnen gebruiken zoals mensen in de bijstand, asielzoekers en daklozen. De pakketten worden aangevuld met het kerstnummer van Open Deur en een zelfgemaakte kerstkaart met een groet van de PGE.
In elke wijk is één diaken die een lijst met namen samenstelt van mensen die in deze wijk in aanmerking komen voor een pakket. Ook het Protestfonds, Het Diaconaal Inloophuis ’t Hemeltje, Vluchtelingen in de Knel en de Stichting “Ervaring die staat” leveren namen aan. Laatstgenoemde stichting geeft zorg aan mensen die eerder dak- en thuisloos waren. De diaconie wil het aantal pakketten dit jaar uitbreiden t.b.v. bezoekers van de Huiskamer voor Vluchtelingen en van het Open Huis Sint Cathrien. Voor 4 extra kerstpakketten is zo’n € 100,- nodig. Al deze groepen en de vluchtelingen kunnen veel pakketten gebruiken.
U kunt deze kerstpakkettenactie ondersteunen door: bij te dragen aan de kosten van deze kerstpakkettenactie door geld over te maken naar IBAN: NL62RABO0373736932 t.n.v. College van Diakenen Protestantse Gemeente Eindhoven. Laten wij oog hebben voor elkaar en onze medemens en waar nodig actief ondersteunen!
Namens de diaconie een hartelijke groet,
---------------------------------Wim van Dijk---------------------------------
GEDULD
Toen ik kinderen kreeg ontdekte ik tot mijn teleurstelling dat ik eigenlijk helemaal niet zo’n geduldig mens ben. Als onze zoon of dochter maar bleef huilen, of treuzelen, of telkens hetzelfde vragen dan bleek mijn lontje soms korter dan ik had gehoopt. Nu weet ik gelukkig dat ik niet de enige ben die daar last van heeft. Ongeduld is nogal menselijk. Ze zeggen ook niet voor niets dat je geduld moet oefenen. Het komt je dus niet altijd aanwaaien.
Het is vrijdagmiddag. Ik ben op één van de afdelingen van de Grote Beek. We zitten in een kring rond de tafel. In het midden staan de kaarsen klaar. Ellen, de activiteitenbegeleider, heeft ‘s ochtends met An kastanjes gezocht en die in een mooi patroon neergelegd. Na het welkom wil Marc wel op de klankschaal slaan. We luisteren naar de toon. Behalve Marja. De angst belet haar om lang rustig te zijn. Doorlopend denkt zij dat zij in de gaten wordt gehouden, en is zij bang om opgepakt te worden, te stikken of ernstig ziek te worden, en dat verhaal móet er uit. Net als gistermiddag, toen ik even bij haar was. En vorige week, toen we hier net zo zaten. Dus doet Marja voor de zoveelste keer haar verhaal. En iedereen is stil.
Dan steekt An als eerste haar kaars aan. Voor haar kleinkind dat die ochtend, samen met haar dochter, even bij haar was en waar ze zo van had genoten. ‘En nu zijn ze weer weg en ben ik hier weer alleen’. De tranen staan in haar ogen. Ze geeft het vuur door aan Nel, die haar kaars, zoals altijd, aansteekt ‘voor de zon’. En – ook net als altijd ‘voor meer rechtvaardigheid in de wereld’. Dan is Jan aan de beurt. Jan maakt zich verstaanbaar met een letterkaart, waar hij de letters één voor één op aanwijst. ‘V-O-O-R D-E D-O-C-H-T-E-R V-A-N M-IJ-N B-R-O-E-R’. Stap voor stap komen we er achter dat de kaars voor het overleden nichtje van Jan is. Opnieuw is iedereen stil.
Net als anders verbaas ik me weer. Over hoe iedereen elkaar de ruimte geeft. Over hoe rustig er gewacht wordt tot alle letters gespeld zijn. Over al dat geduld bij het horen van, telkens weer, hetzelfde verhaal. Ikzelf vind dat nog wel eens lastig. Dat er soms niets lijkt te veranderen. Dat Marja misschien nooit meer haar angst kwijtraakt voor camera’s en kanker. En dat An elke week even verdrietig is als haar dochter weer weg gaat. Dat er soms zo veel moet worden verdragen en zo weinig kan worden opgelost. Ziedaar mijn ongeduld…
Laatst was ik in Zwolle, in museum de Fundatie. Eén van de kunstenaars die je er momenteel kunt zien is Nieke Koek, met haar expositie Gelichaamd. Het meeste indruk maakte op mij een video waarop je een man ziet, van bovenaf gefilmd, die bezig is om met een pen zijn handen om te trekken. Zijn rechterhand trekt zonder probleem de linkerhand om. Maar andersom vraagt juist enorm veel inspanning en tijd, want wat blijkt: vanwege een hersenbloeding is hij nauwelijks in staat om met links iets te doen. Toch maakt hij de opdracht af. Lachend nog wel. ‘De inkt komt overal, behalve op het papier’ hoor je hem zeggen.
Het kunstwerk heeft als titel: Patiënt. Een ouderwets woord, dat overal ingeruild wordt tegen cliënt. Of zorgvrager. Maar patiënt is eigenlijk een woord met een rijke betekenis. Patientia betekent namelijk lijden, maar ook: geduld. En volharding. Patiënt is dus een eretitel. Het is de mens die geduld oefent, verdraagt en volhardt. Ook al verandert er soms niets. Ook al blijft het verhaal steeds hetzelfde.
Het is vier uur geweest en Marc wordt wat ongeduldig, want we zouden toch nog koffiedrinken? En naar Het Dorp luisteren? Aldus doen we. Koffie drinken en Wim Sonneveld luisteren. Net als vorige week. En de week daarvoor, en daarvoor, en daarvoor. Nee, er verandert soms niets. Behalve van
binnen. Want daar voel ik ruimte. En hé, misschien ook wat geduld? Met dank aan de patientia-mensen van de vrijdagmiddag.
----Alice Bremmer, Geestelijk verzorger, GGZE Grote Beek-------
BIDDEN VOOR HET ETEN
Op het vliegveld is veel eten te koop. Even snel, staande in de rij, wat naar binnen werken. Of in het restaurant, er bij gaan zitten, om voor het inchecken nog even wat in je maag te hebben. Bijna al het eten wordt achteloos naar binnen gepropt. Ook door mij. Op het terras, zag ik een vrouw met twee kinderen. Ze had in het restaurant een pizza gekocht. Ze zette die pizza op tafel, en zei tegen de kinderen, en nou gaan we bidden voor het eten, en ze vouwden hun handen. Na het gebed sprak ik ze aan, en zei wat mooi dat jullie bidden voor het eten. We spraken verder over dankbaarheid. Je mag dankbaar zijn, als je te eten hebt. Het is niet vanzelfsprekend, velen hebben niet te eten. Als je het achteloos naar binnen propt denk je er verder niet bij na. Bidden zorgt ervoor dat je ook gaat nadenken bij het eten. En dat je eet met aandacht voor het eten, en aandacht voor elkaar. Dankbaarheid kan je uiten door te bidden. Ze waren ook dankbaar dat ze op vakantie konden gaan.
Het vliegveld is een plek van drukte en haast, wat mooi dat daar toch altijd nog mensen te vinden zijn, die de rust zoeken van het gebed.
------------------------Mirjam van Nie--------------------------------------
Zing dan mee
De tijd van de Reformatie heeft veel liederen opgeleverd. Daarbij denken we eerst aan psalmberijmingen. In 1540 verscheen in Antwerpen de uitgave van Souterliedekens. Hierin werd een berijming van de psalmen gegeven met gebruik van straatliedjes die wereldlijke en soms gewaagde en wulpse teksten hadden. Het voordeel was dat de melodieën bekend waren zodat de psalmen goed konden worden meegezongen. Later gaf Jan Utenhove van de vluchtelingenkerk in Londen zijn berijming uit, die ook wel in de Nederlanden gebruikt werd. Ten slotte verscheen ook de berijming door Petrus Dathenus, Diens berijming was gestoeld op de wijzen die gebruikt werden in de Franse kerken, waarmee de Nederlandse gemeenten veel contacten hadden. Het psalmboek van Dathenus was populair bij de kerkleden en het werd door de synode van 1578 aangenomen voor de kerken van de Reformatie.
Een andere uitgave, niet bestemd voor de kerkdienst, betrof niet psalmberijmingen, maar teksten waarvan onbekend was wie deze gedicht hadden. Het was het Geuzenliedboek, dat omstreeks 1580 verscheen. Hierin stonden liederen waarin geklaagd werd over de vervolgingen, maar ook liederen waarin de spot werd gedreven met de katholieke inquisitie en het katholieke geloof en met het Spaanse bewind (‘Canonicken gaan ter Kerken, vet als ghemeste vercken’).Vaak werd aangegeven op welke wijze de tekst kon gezongen worden. Dat waren soms psalmen, maar ook diverse wereldse versjes of dansliedjes. De verzameling begint met een verslag van de moord op de Antwerpse predikant Fabritius, die in 1564 op de brandstapel kwam. Daarna ook van andere slachtoffers, maar er was ook vreugde om het ontzet van belegerde steden, zoals Alkmaar en de successen van Maurits en Frederik Hendrik, waarin Gods hand werd gezien. Het Wilhelmus was ook een van de Geuzenliederen. Er zijn tot omstreeks 1650 wel 250 liederen verzameld
Een derde soort poëzie komt voor in de Valerius Gedenkklank. Dit is een kroniek uit 1626 over de geschiedenis van de Republiek vanaf het begin van de tachtigjarige oorlog, opgeschreven door Adrianus Valerius te Veere. De kroniek bevat ook liederen met hun melodieën. Het eerste lied is geschreven naar aanleiding van de komst van Alva (‘Hoe groot o Heer en hoe vervaarlijk, staat nu ons leven vol verdriet’). Vanaf 1572, het jaar waarin Den Briel en andere Hollandse steden bevrijd werden, klinkt een ander geluid: ‘Com nu met sang van soete tonen en u met snarenspel verblijt’. Dit lied is ook in het Nieuwe Liedboek opgenomen (865). De laatste strofe spreekt uit dat God dit heeft gedaan voor zijn Kerk. De schrijver ziet de hand Gods in de leiding van Land en Kerk. Dat is ook begrijpelijk, want de bevrijding van het land ging gepaard met het einde van de geloofsvervolging.
Wat in Nederland tijdens de oorlog 1940-1945 plaats vond lijkt op deze geschiedenissen. Ook nu ontstonden allerlei liedjes, die anoniem gedicht en verspreid werden en weer zag men Gods hand in de bevrijding. Een voorbeeld van een spotdicht hing thuis op het toilet: ‘Ons land is als dit kabinet. Eerst was het vrij, nu is ’t bezet’. Het einde luidt: ‘Hoe opgelucht zullen wij ons voelen als we al het vuil weer weg zien spoelen’.
--------------------------------Gerard van Gurp---------------------------
Ontmoeting in de kerk en aan tafel
Bij de naam van Ontmoetingskerk heb ik nog altijd de vraag welke ontmoeting hier nu primair aangeduid wordt: de ontmoeting met God of de ontmoeting met de medegelovigen (kerkgangers, medemens?). Nu is er bij de uitleg van de ontmoetingen altijd veel te combineren. Met het ontmoeten wordt natuurlijk bedoeld dat het zowel om God als om de medemens gaat (gelovig en niet gelovig). Ook dat je God kunt ontmoeten in de medemens.
Toen ik net in Eindhoven kwam wonen en in de Ontmoetingskerk kwam was er koffiedrinken vóór de dienst. Eerst een ontmoeting met de mede kerkgangers en dan ‘gaan wij op tot Gods altaren’ (Ps 43, vrije vertaling). Zo formeel heb ik het nooit gevoeld, maar het past wel enigszins bij die omstandigheden.
Nog steeds vind ik het belangrijk om in de kerk, naast God, andere mensen te ontmoeten. Die ontmoeting met mensen is toch wat concreter. Het samen vieren, samen zingen, geeft toch meer gezicht aan de ontmoeting met God.
Bij de ontmoetingen met de mede kerkgangers, nu bij het koffiedrinken na de dienst, merk ik dat ik niet zo heel sociaal ben. Bij grote groepen en drukte blijf ik liever weg en blijf op een afstandje kijken. Contacten heb ik liever in kleiner verband. Misschien komt die behoefte aan het hebben van meer controle op de situatie. Je krijgt in kleiner verband meer gelegenheid om iets te vertellen en er voor te zorgen dat je niet verkeerd wordt begrepen.
Wat dat betreft is ontmoeten soms wel lastig. In de kerk verwacht je mensen te ontmoeten die in elk geval op één punt het eens zijn: je geloof in Jezus Christus of de poging daartoe. Dat betekent niet dat je het op alle punten eens bent. Misschien is het in de kerk juist heel moeilijk om het niet met elkaar eens te zijn en dan toch de ander te blijven respecteren (liefhebben?). Dat ‘niet met elkaar eens zijn’ zien we op landelijk niveau in de generale synode, maar ook in de wijkgemeente. Dan is het de kunst deze misschien principiële meningsverschillen te zien in verhouding met de gemeenschappelijke liefde of zoeken naar God. Toch samen op weg blijven gaan met name op die punten waar wel een gemeenschappelijk doel is.
Dit jaar ontmoeten we elkaar aan tafel. En wel bij gastvrouwen en gastheren thuis. Dit blijkt toch een vorm te zijn waarbij je iets van jezelf bloot geeft. Wat zijn je tafelmanieren, welke tradities of gewoonten zijn er rond het eten bij jou ontstaan en hoe verhoudt zich dat tot de gewoonten bij je gasten. Voldoe ik in de ogen van mijn gasten wel aan de verwachtingen van bidden voor of na het eten, is een gebed misschien vervangen voor een lied. We hebben in het algemeen wel andere gewoonten dan onze ouders en dat lijkt me ook wel logisch. Gewoonten wijzigen maar we blijven gelukkig wel samen eten.
Het lijkt er op dat bij elkaar aan tafel gaan zitten een leerschool is om je misschien te verbazen over de verschillen tussen de gewoontes die in de loop der jaren zijn ontstaan, zonder deze te gaan veroordelen. Geniet gewoon van het eten en het samenzijn.
------------------------------Jaap Stooker-------------------------------
Open Huis Sint Cathrien
Onlangs vierde het Open Huis in de stadskerk Sint Cathrien zijn 36 jarig bestaan. Een feestweek voor alle gasten en vrijwilligers. Natuurlijk was er die week een traktatie voor iedereen. Dat gasten kregen een cadeaubon die gebruikt kan worden in een kledingzaak. Vrijdag stond de Soepbus op het plein bij de kerk en iedereen kreeg heerlijke eigengemaakte soep. Er was een interview met een vrijwillgster van het eerste uur. Zij verteld hoe alles 36 jaar geleden was begonnen.
Wij hadden toen nog geen eigen ruimte en zaten bij de ingang van de kerk met koffie en thee en een luisterend oor voor iedereen die dat wilde.
Nu hebben we onze eigen plek in de Ontmoetingsruimte waar iedereen welkom is. Daar is nog steeds dat luisterende oor, koffie en thee en wie wil kan tussen de middag na de middagpauze-viering een lunch met soep en brood krijgen.
Gelukkig zijn er de laatste tijd wat nieuwe vrijwilligers bijgekomen zodat we ons Open Huis nog lang open kunnen houden.
--------------Nel Bestebreurtje en Dicky Zeilstra---------------------
Platform Kerk en Kunst, inspiratiedag 2022
Op 24 september was ik op een inspiratiedag van het platform Kerk en Kunst in Zeist. Jaren geleden zijn we met enkele mensen uit Eindhoven en omgeving naar zo'n bijeenkomst geweest. Dat was destijds in Doorn de eerste keer. Het thema kunst in de kerk begon steeds actueler te worden. In die tijd ontstond de stichting Artway, die een interessante website onderhoudt. Ik heb er wel eens op gewezen. In Eindhoven werden ook al eerder activiteiten georganiseerd waarbij bijvoorbeeld kunst in de eredienst een rol speelde. Tineke Dronkert leidde enkele jaren een gespreksgroep 'kijken naar kunst,' geïnspireerd op een methode van Anne Marijke Spijkerboer die zij heeft beschreven in haar boekje 'Wij hebben ongelofelijke dingen gezien / Johannes vanuit de kunst gelezen'.
Op verschillende plekken in Nederland hebben kerken kunstcommissies gevormd. De inspiratiedag was dit jaar speciaal op deze groepen gericht. Hoewel wij in Eindhoven zo'n commissie (nog) niet hebben, ben ik er naartoe gegaan. Corona is ook hier een spelbreker geweest. De inspiratiedag moest een aantal keer worden uitgesteld en de plannen om ook in Eindhoven een groepje te vormen werd op de lange baan geschoven. Maar wat wel werd gerealiseerd is deze mooie rubriek in SAMEN: Kerk Geloof en Kunst.
Het was een mooie dag met een programma vol uitwisseling, prikkeling, kunst en ontmoeting. Er kwamen vragen aan de orde als: wat heb je op het oog met kunst in de kerk? Hoe betrek je de gemeente bij activiteiten? Hoe kun je God aanwezig stellen met kunst? We konden luisteren naar een prikkelende presentatie over kunst in de kerk, meedoen aan workshops, kunstenaars ontmoeten en de dag werd besloten met een optreden van Matthijn Buwalda.
Ik kwam thuis met het 'handboek kerk en kunst'. Dit boekje is samengesteld door Marleen Hengelaar – Rookmaker en Anikó Ouweneel – Tóth. Het biedt een schat aan informatie over mogelijkheden om kunst en kerk samen te laten gaan. Een greep uit de inhoudsgave laat zien dat een verscheidenheid aan thema’s aan bod komen. Van gebouw en kerkinterieur, via kunst in de preek en de kracht van het beeld ‘een katholieke ervaring’ tot vragen over het organiseren van tentoonstellingen en welke kunst geschikt is in de kerk. Ook een hoofdstuk over de kloof tussen kunst, de kerkganger en een ander over kerkelijk erfgoed en het hergebruik van kerkelijke kunst. Het belooft mij nog veel leesplezier en ik hoop dat met anderen te kunnen delen.
Dan een boekje over hedendaagse kunstprojecten die in zeven kerken zijn gerealiseerd en enige documentatie van een aantal kunstenaars die deze dag exposeerden.
Tenslotte nam ik wat de naam van de dag al beloofde, veel inspiratie mee naar huis. Het wordt tijd om ook in Eindhoven een volgende stap te zetten.
-------------------------Leo Steinhauzer--------------------------------
Op weg zijn
‘Ik word bang van mijn eigen gedachten’. ‘Hoe kan ik meer open gesprekken voeren en meer mijn emotie delen?’ ‘Ik verafschuw mijzelf.’ ‘Ik wil ontdekken wie ik nu echt ben.’ ‘Het gaat toch echt niet lekker met mij.’ ‘Hoe kan ik zelf uit mijn paniek komen?’
Gedachten en vragen die de studenten delen wanneer ze in de woonkamer op de bank zitten of wanneer we wandelen door het park. De vraag om gesprekken neemt toe. De openheid en eerlijkheid waarmee studenten hun gedachten delen raakt mij; de nood om gehoord te worden, om gezien te zijn, om even hun hart te kunnen luchten, het verlangen dat iemand naast ze komt zitten in die donkere put, die hoop op een ‘quick fix’ en de teleurstelling als die er niet is. Het kost ze moeite wanneer dingen tijd kosten en dan wordt de valkuil om de symptomen aan te pakken in plaats van de oorzaak wel heel verleidelijk.
Het mooie van mijn werk is om dan naast ze te gaan lopen, zoals we het binnen IFES ook wel noemen: de kritische reisgenoot zijn. En dit alles in vertrouwen met de student. Hoelang ik mag meelopen is aan hen en soms merk ik dat iemand het spannend vindt en weer wat afstand neemt, om meestal later toch weer de nabijheid te zoeken. Met jezelf geconfronteerd worden is niet altijd makkelijk, maar het is de student die de reis bepaalt. Voor mij betekent reisgenoot zijn ze te begeleiden in hun keuzes, ze soms even een spiegel voor te houden, ze soms de verkeerde keus te zien maken en ze niet stoppen, ze niet veroordelen en ze helpen wanneer ze fouten inzien en te vieren wanneer het goed gaat. Maar boven alles betekent het voor mij veel luisteren en ze helpen om de wereld en al haar prikkels te ordenen en te verwerken en dan met alles wat we hebben, hoofd, hart en ziel weer bij God uit te komen. Als Zijn geliefde kinderen, op weg in en naar Zijn koninkrijk.
*De foto is gemaakt op een conferentie waar ik in gesprek ben met een aantal studenten. Dit zijn niet dezelfde studenten als hierboven genoemd.
-------Eveline Buist-Laseur, Studentwerker bij IFES-----------
Kinderen vertellen over muziek
Door de kinderen van de Johanneskerk wordt er naar veel verschillende soorten muziek geluisterd. Ze hebben dan ook uiteenlopende leeftijden en interesses. De link tussen muziek en geloof is voor de meesten een hele “grote” vraag. Wel kunnen ze goed aangeven welk gevoel ze hebben óf juist krijgen als ze naar hun lievelingsmuziek óf lievelingsliedje luisteren. Hieronder een inkijkje in de muzikale leefwereld van onze kids…..
Als ik verdrietig ben, of er zitten tranen dwars, dan vind ik het fijn om naar het nummer ‘Jeroen’ van Guus Meeuwis te luisteren. Door dit nummer komen de tranen dan wel. De opluchting en steun die ik dan voel, doen me denken aan de aanwezigheid van iemand die helpt. Zo iemand is God ook. Sigrid, 10 jaar
Ik luister graag naar de liedjes van Kinderen voor Kinderen. Vooral de ‘Pasapas’ en ‘Bewegen is gezond’ vind ik leuk. Dan kan ik dansen en daar word ik blij van. Dan ben ik even alleen in mijn eigen wereld. Kerstmis maakt me ook blij. We zingen dan altijd gezellige muziek. Daar word ik blij van. Iris, 4 jaar
Ik vind ‘Nu dat jij er bent’ van Trijntje Oosterhuis een mooi lied. Het lied is speciaal voor mij, omdat mama deze bij mijn doop heeft gezongen. Daarna zong ze het vaak als ik naar bed ging. Het is dus een liedje van mama en mij. Als ik het hoor word ik blij en rustig. Dan voel ik me veilig. Anna, 11 jaar
Ik vind ‘Gi-ga-groen’ van Kinderen voor kinderen een leuk liedje, omdat hij nieuw is. Dan krijg ik een dansgevoel, dan wil ik alleen maar dansen. Elianne, 6 jaar
Ik vind het op alle momenten fijn om naar muziek te luisteren. Dan vind ik het leuk, ga ik stil zitten luisteren. Pieter, 4 jaar
Muziek maakt me blij en geeft me een goed gevoel. Vooral de liedjes die je via de radio hoort. Vooral Coldplay maakt mooie muziek. Soms maakt muziek me vrolijk, maar er zijn ook liedjes waar ik verdrietig van word. Als ik aan muziek denk, dan denk ik aan de melodie, de beat en zingen. Yorick, 11 jaar
Ik word blij van muziek en dans er graag op. Van dansen word ik ook blij. Mijn favoriete liedjes zijn ‘Automatisch’ (Flemming) en ‘Dat heb jij gedaan’ (Meau). In sommige muziek kan ik me helemaal inleven en dat helpt mij. Jolijn, 7 jaar
Het was mooi om tijdens de gesprekken te ontdekken hoe helpend muziek voor kinderen kan zijn. Dat zij ook eigen gedachten en gevoelens hebben bij bepaalde muziek of een lied. En dat je ervaart dat kinderen liederen en teksten soms heel anders beleven dan wij volwassenen. Zo geven onze kinderen ons weer nieuwe inzichten en ideeën om mee op weg te gaan.
---------------------------------Linda van Dijk-------------------------
oktober 2022 met thema: " Aan tafel " Lees meer...
Aan tafel…
Twee woorden kunnen veel associaties oproepen. Waar denkt u aan bij ‘aan tafel’, welk gevoel roept dat bij u op?
Ik zie het beeld uit de Disney-klassieker voor me waarin Sneeuwwitje voor de zeven dwergen soep heeft gekookt en de tafel keurig staat gedekt. Zij rammelt met de soeplepel tegen de ketel en roept ‘aan táfel’! Op die manier heb ik mijn kinderen ook vaak geroepen (wij kennen veel Disney-films zo’n beetje uit ons hoofd).
‘Aan tafel’ klinkt zo gezellig. Beter dan: ‘jongens, éten!’
Bijbels gezien betekent het zo’n beetje hetzelfde. Dat leid ik althans af uit het gegeven dat het trefwoord ‘tafel’ staat vermeld bij het trefwoord ‘maaltijd’ in het handboek Symbolen in de bijbel (Dr. C.J. den Heyer & Dr. P. Schelling, p. 282 e.v.).
Als je met elkaar aan tafel zit waar de maaltijd op geserveerd staat, is dat ook een moment van ontmoeting. In de jaren waarin ik opgroeide was het heel vanzelfsprekend dat je aan tafel ging om te eten. We begonnen de maaltijd met gebed en eindigden met een stukje uit de Bijbel lezen en een dankgebed. De maaltijd had een duidelijk begin en een eind.
In ons gezin is het samen aan tafel eten nog steeds de norm maar we wijken er ook vaak van af, doordat de een vroeger moet eten en de ander later thuis is. Ook is even een boterham aan het aanrecht smeren en eten, of iets anders eetbaars uit de koelkast opdiepen en onderweg opeten normaler geworden dan vroeger. Denk ook aan alle snelle ontbijtshakes die je in de supermarkt kunt kopen, of de kant-en-klare salades voor onderweg.
Er is veel te zeggen over samen eten en wat het betekent om samen aan tafel te zitten. In goed gezelschap is het een feest, maar als je ruzie hebt of er zijn spanningen, dan merk je die vooral goed als je samen aan tafel zit.
En hoe is het als je alleen bent komen te staan: hoe eet je dan? Neem je de moeite de tafel te dekken en de rust te nemen voor je maaltijd?
Een tafel in Bijbelse tijden was niet een tafel met vier poten zoals wij die nu kennen. Het Hebreeuwse woord sjoelchan wordt vertaald als tafel/dis maar was oorspronkelijk het woord voor de huid van een dier dat op de grond werd uitgespreid om de maaltijd op te zetten. De deelnemers aan de maaltijd zaten om het kleed op de grond.
In de eeuwen daarna kwamen lage tafels waar mensen aanlagen. Zo kunnen we ons ook de tafels voorstellen waar Jezus aan zat.
Het woord tafel wordt in de Bijbel veelal overdrachtelijk gebruikt. Tafel staat voor maaltijd, een gezamenlijke maaltijd. Er wordt aan tafel genodigd, aan tafel ontvangen, aan tafel gedeeld en samen gegeten.
Jezus at regelmatig met mensen uit verschillende lagen van de bevolking. Hij at met Farizeeën die zich strikt hielden aan de spijswetten en de reinheidsriten. Maar hij at ook met mensen die zich daar niet aan hielden.
Maaltijden houd je bij bijzondere gelegenheden en verschillende sociale gelegenheden. Dat was in Bijbelse tijden ook zo. Na geboorte, besnijdenis of bij een bruiloft werd samen gegeten en gedronken. Denk ook aan de ons bekende koffietafel na een uitvaart, de feestelijke maaltijd bij een bruiloft. De paasbrunch op school en de buurtbarbecue. Als het erom gaat samen iets te doen, dan is samen eten een beproefd middel.
We hopen in het nieuwe seizoen elkaar vaak aan tafel te ontmoeten.
-------------------------------Petra Zweers------------------------
Aan tafel
-enkele gedachten bij en fragmenten over de viering van de Maaltijd van de Heer-
In geen boek, hoe dik ook, laat staan in één artikel, kan alles gezegd worden over de betekenis en de viering van de Maaltijd van de Heer. Er zijn veel accenten en facetten die aandacht vragen en bovendien kan niet alles onder woorden gebracht worden:
O Jezus, uw gedachtenis
vervult het hart met lafenis
maar honigzoete zaligheid
is pas uw tegenwoordigheid
Geen taal weet daar voldoende van,
geen pen die dat beschrijven kan.
ie in ’t geloof is ingeleid,
die weet van Jezus’ innigheid.
(Liedboek 373: 1 en 5)
In dit artikel daarom een paar eigen indrukken.
In de afgelopen jaren waren er soms aanzienlijke perioden waarin nauwelijks of geen kerkdiensten gehouden konden worden. In de kerkdiensten die wel door konden gaan was er vaak sprake van forse beperkingen. Gemeenteleden gaven aan wat zij misten, omdat er geen of aangepaste diensten gevierd werden. Wat vooral genoemd werd was het samen zingen en de ontmoeting en gesprekken voor en na de dienst. Niet of nauwelijks werd de viering van de Maaltijd van de Heer genoemd. Dat zegt misschien iets over de beleving van de avondmaalsviering.
Lang is het zo geweest – en misschien is het soms nog zo – dat de viering van de Maaltijd van de Heer werd gekleurd door ernst, so(m)berheid en stilstaan bij het lijden en sterven van Jezus Christus. De woorden die de Heer tegen zijn leerlingen sprak: ‘doe dit om Mij te gedenken’ riepen vooral gedachten op aan de kruisdood van Jezus.
Ook woorden van de apostel Paulus hebben daar zeker aan bij kunnen dragen. Hij schrijft: bij het delen van brood en wijn ‘verkondigen wij de dood van de Heer, totdat Hij komt’. Het heeft minder indruk nagelaten dat de apostel ook schreef: ‘Jezus is de gekruisigde, wat meer is, Hij is de opgestane’.
Niet zelden werd – en wordt misschien nog – het avondmaal gevierd met een stemming als bij een begrafenis. Dat kun je eigenlijk nauwelijks nog ‘vieren’ noemen. Elementen en ervaringen van dank (de letterlijke betekenis van het woord eucharistie!) en vreugde krijgen dan moeilijk een plaats in de avondmaals-liturgie en zijn ook weinig terug te vinden in de beleving van mensen.
In de bijbelse verhalen over de Maaltijd van de Heer is het element van blijdschap zeker niet afwezig. De maaltijd die Jezus hield met zijn leerlingen op de avond voor zijn lijden, was volgens de evangelisten de joodse pesachmaaltijd. De sedermaaltijd waarbij de onderdrukking in Egypte én de bevrijding uit de slavernij werden herdacht en gevierd. Vreugde was daar zeker niet afwezig: de lofzang (de psalmen 113-118) werd gezongen!
Net als bij de uittocht uit Egypte viel over deze maaltijd de schaduw van onrecht en dood, maar ook werden redding en bevrijding gevierd. Dat was en is reden om te danken en te zingen.
‘Gedenken’ is het samengaan van herdenken, herinneren én vieren. Het één kan niet zonder het ander.
In het verhaal van de Emmaüsgangers – dat mij om meer dan één reden zeer lief is – wordt verteld dat de maaltijd van de Heer ook alles te maken heeft met opstanding en leven. Er wordt gesproken over wat er in Jeruzalem gebeurd is: het verraad, de veroordeling, het lijden en sterven van Jezus. Het verhaal dreigt vast te lopen in verdriet en teleurstelling. De Emmaüsgangers zeggen: ‘wij dachten, wij hoopten, dat Hij (Jezus van Nazareth) het was die Israël (!) zou bevrijden… Je hoort het ‘maar’ van aarzeling en verlegenheid.
Als zij de vreemde (de niet door hem herkende Jezus) uitnodigen om bij hen te gast te zijn, gebeurt het onverwachte: bij het breken van het brood (door Jezus!) herkennen zij Hem als de opgestane, de levende Heer. Van gast wordt Jezus gastheer, die bij zijn volgelingen wil zijn en zich laat zien als de Levende.
Dat is een wezenlijk aspect van de viering van de Maaltijd van de Heer: wij worden door de Heer zelf genodigd, Hij wil bij ons zijn in brood en wijn. Immers: Jezus leeft en wij met Hem!
Zo kan en mag de Maaltijd van Heer met vreugde en blijdschap gevierd worden.
O Jezus in het hart een zon,
een strelend licht, een zoete bron,
die alle vreugd te boven gaat
en alles waar het hart op staat.
(Liedboek 373: 4)
--------------------------Bert Jan van Haarlem---------------------
Aan tafel
Het startweekend ligt intussen al achter ons; het thema ‘Aan tafel’ zal ons als gemeente blijven boeien en bezig houden. ‘Aan tafel’ is een uitnodiging: jij mag aanschuiven, je bent welkom, je mag genieten van lekker eten en vooral van een verbondenheid. Samen eten verbindt mensen, jong en oud maar ook mensen met verschillende achtergronden. Samen eten, samen lachen, samen praten met elkaar. Tijdens het startweekend hebben we natuurlijk een lekkere maaltijd georganiseerd – maar wat mij het meest boeide was een kennismakingspel in vorm van mini-interviews. Geïnteresseerd zijn in de ander, in zijn of haar verhaal en uiteraard ook in zijn manier van geloven – dit alles lukt stukken makkelijker ‘aan tafel’. Als Kruispuntgemeente stimuleren wij bewust gezamenlijke maaltijden met bekenden en met gasten. Waar anders kunnen wij onze gastvrijheid beter laten zien? Hoeveel mensen zitten niet dag in dag uit alleen aan tafel en er is vaak niemand (meer) die geïnteresseerd is in hun verhaal.
Hier komt nog een andere dimensie bij. In de verhalen van Jezus spelen de uitnodiging tot een feestelijk eten een grote rol. God zelf nodigt uit tot zijn feest. ‘Kom, alles is gereed’ – maar de genodigden laten zich verontschuldigen met gênante excuses. Alles lijkt belangrijker te zijn dan aan te schuiven bij deze Gastgever. Hebben ze misschien een verkeerd beeld van God, of slechte ervaringen met de ‘dienstknechten’ van deze God zodat de uitnodiging meer last dan lust is?
Zelf wil ik mij altijd weer de vraag stellen in hoeverre ikzelf en wij samen als kerk een uitnodigende houding hebben. Hebben wij werkelijk iets te delen en iets te vieren dat ons leven rijk heeft gemaakt? Of is het maar een verplicht etentje dat wij organiseren? Gunnen wij de ander datgene waarvan wij zelf ook leven: de genade in Jezus die mensen tot kinderen van God maakt.
-----------------------Werner Gugler--------------------------------------
DE VARKENS VAN DE ETERIJ
over eetregels in het christelijke geloof
Laatst hoorde ik iemand zeggen: christenen zijn de varkens van de godsdiensten. Hij bedoelde daarmee te zeggen dat christenen alles eten wat hen wordt voorgezet, net als varkens. Misschien bedoelde hij het ook een beetje beledigend. Het is goed om daar eens over na te denken. Niet dat de vergelijking met varkens beledigend zou zijn, bepaald niet. Het zijn leuke en intelligente dieren. De christenen van Papua Nieuw Guinea noemen zichzelf de varkentjes van de Heer - men kent daar geen schapen – en dat is liefdevol bedoeld.
Als je het christelijk geloof vergelijkt met andere godsdiensten, zie je al snel dat er in veel andere geloven eetregels gelden. In het Jodendom – in ieder geval het orthodoxe jodendom – is er een hele lijst eetregels. In de Islam eet men geen varkensvlees, net als in het Jodendom. Alcohol is verboden in de Islam, maar in het Joodse geloof weer niet. Hindoes eten geen rundvlees, de koe is een heilig dier.
Maar Christenen eten altijd alles….nou ja, dat is teveel veralgemeniseren. In het Koptische Christendom zijn er lange vastenperiodes waarin er geen dierlijke producten worden gegeten. Men leeft dan zeg maar, veganistisch.
De reden dat de christenen alleseters zijn, ligt in – hoe kan het ook anders – de Bijbel. En ja, het is natuurlijk Jezus die erover begon. In een discussie over reinheidsregels (Marcus 7) zegt Hij: ‘Zien jullie dan niet dat niets dat van buitenaf in de mens komt, hem onrein kan maken….wat uit de mens komt, dat maakt hem onrein.’ Slechte gedachten die tot slechte daden leiden, die maken de mens onrein; die komen van binnenuit de mens.
Het is een revolutionaire gedachte in het Jodendom, waarin onrein eten een grote rol speelde (en speelt). Marcus schrijft er dan ook als parmantig commentaar bij: ‘Zo verklaarde Hij alle spijzen rein’.
De andere evangelisten laten deze revolutionaire zin maar liever weg.
Maar niet helemaal. De gedachte dat alle spijzen rein zijn, duikt ook weer op in het boek Handelingen. Dat is van dezelfde schrijver als het Lucas evangelie. Petrus krijgt daar een visioen (Handelingen 10: 9 – 16): uit de hemel komt een kleed neerzakken met daarop alle lopende en kruipende dieren en alle vogels. Petrus hoort een stem die zegt: ‘slacht en eet!’ Hoewel hij honger heeft, weigert Petrus: ‘Nee Heer,….. ik heb nog nooit iets gegeten dat verwerpelijk of onrein is.’ Als antwoord hoort hij een stem, driemaal (!) zeggen: ‘wat God rein heeft verklaard, zul jij niet als verwerpelijk beschouwen.’
Het verhaal in Handelingen is niet een legitimering voor de wilde dieren markten zoals ze in China schijnen te bestaan. Het gebeurt om Petrus duidelijk te maken dat ook de niet-joden volgeling van Jezus kunnen worden. Het is een behoorlijk discussiepunt in de jonge kerk (zie Handelingen 10 en 11 en ook 15).
Ook Paulus doet – eerder dan de evangeliën werden opgeschreven – een duit in het zakje. Aan de christenen in de stad Korinthe schrijft hij dat het geen probleem is om (heidens) offervlees te eten, als je er natuurlijk maar geen religieuze betekenis aan geeft. ‘Wanneer een ongelovige u uitnodigt om bij hem te komen eten en u neemt zijn uitnodiging aan, kunt u rustig eten wat u aangeboden wordt.’ (l Korintiërs 10: 23 – 33).
Maar voegt Paulus er aan toe, als een medegelovige er wel moeite mee heeft, laat het dan staan. Houd rekening met zijn / haar gewetensproblemen. Paulus heeft het dus niet over rein en onrein, hij heeft het meer over gewetensvol handelen; met anderen rekening houden. Dat is in de lijn met hoe Jezus het in Marcus zegt: het gaat niet om rein of onrein, het gaat om hoe je handelt.
We leven nu in een andere tijd, tweeduizend jaar later.
De laatste tientallen jaren zijn velen anders gaan denken over ‘dat wat je lichaam binnengaat’. Niet dat dat je op een religieuze manier onrein zou maken, maar wel dat voedsel niet waardenvrij is. Hoe slecht is het voor mens en milieu, voor dier en plant als er gif wordt gebruikt bij de productie van groente en fruit? Wat zijn de risico’s van kunstmatige toevoegingen aan producten? Is het ethisch vol te houden om vlees te produceren door dieren hun vrijheid te ontnemen en ze een dierlijk bestaan te ontzeggen? Mag je eigenlijk wel (andere) dieren eten?
De schrijver van het boek Genesis (nou ja, één van de schrijvers) vindt het niet normaal. Die is er van overtuigd dat alles ooit goed begon, en dat de goede God toch niet de bedoeling kan hebben gehad dat mensen en dieren elkaar zouden opeten. De mensen krijgen alle zaaddragende planten als voedsel en de vruchten van de bomen, de dieren de groene planten (Genesis 1: 29 – 30). Zowel mens als dier eet dus veganistisch.
Pas later, na de zondvloed, krijgt de mens dieren te eten. In Genesis 9: 3 staat: ‘Alles wat leeft en beweegt zal jullie tot voedsel dienen: dit alles geef ik je, zoals ik je ook de planten heb gegeven.’ Het eten van dieren is dus iets dat pas wordt toegestaan, als de mens toch niet echt blijkt te deugen. (overigens slacht Abel in Genesis 4 al als vanzelfsprekend een dier als offer, Genesis is een plakboek van allerlei oerverhalen door elkaar heen).
In Genesis vind je dus twee gedachten: de mens is een vleeseter, de mens is veganistisch. Ook de profeet Jesaja hinkt op twee gedachten. Hij spreekt een prachtige profetie (25: 6 – 9) uit over een feestmaal voor alle volken, waarbij God de dood teniet doet en de tranen wist van elk gezicht. Maar dat feestmaal is wel rijk aan merg en vet, er zijn dieren voor geslacht.
Een andere mooie profetie uit Jesaja is weer heel diervriendelijk. In Jesaja 11 staat dat kalf en leeuw samen zullen weiden, koe en beer grazen samen, een leeuw en een rund eten beide stro. In deze profetie lijkt Jesaja weer de goede wereld te schetsen van Genesis 1.
En Jezus zelf, was Hij een vleeseter?
Ongetwijfeld! Hij zit soms aan de maaltijd bij een Farizeeër of een tollenaar en daar zal toch wel een schapenboutje geserveerd zijn. Maar tegelijk moet je constateren dat vlees in die tijd iets was voor de rijken. En Jezus leeft met zijn leerlingen een zwervend bestaan, waarin ze zich waarschijnlijk vaak hebben moeten voeden met de vruchten van de bomen en de granen op het veld.
Natuurlijk eet Jezus ook vis, hij deelt het zelfs met gulle hand uit. Maar daarbij moet je niet vergeten dat alle verhalen uit de evangeliën bol staan van betekenis. Als het gaat over brood, wordt vaak bedoeld: Gods liefde; als het gaat over vis, wordt vaak bedoeld: geloven in Jezus. En niet alleen de vis, ook het lam heeft een betekenis. Het is verbonden met het offer en ook met het feest van de bevrijding.
Misschien is dat een groot verschil met onze tijd: vlees eten is gewoon geworden. Het heeft geen speciale betekenis, het is onverschillig vlees geworden.
Ooit moet het in de eerste gemeente een bevrijding geweest zijn om alles te kunnen eten wat je wilt, zonder verboden, zonder taboes. Misschien is het in onze cultuur eerder een vloek dat wij alles kunnen eten. Zou het een bevrijding zijn als wij in onze cultuur ons meer leren beperken? Is het voorbeeld van de koptische christenen het navolgen waard? Hoe kunnen wij - als het om de eterij gaat – gewetensvol handelen?
----------------------Tjalling Huisman------------------------------
Aan tafel - teken van gastvrijheid
Toen ik achttien was, heb ik een jaartje Nederlandse les gegeven in een asielzoekerscentrum, samen met mijn moeder. De mensen aan wie we lesgaven, kwamen uit alle windstreken: Mauritanië, Bosnië, Iran, Irak, Somalië, Moldavië. Met een aantal mensen hadden we ook buiten de lessen contact. En wat ons altijd weer opviel was hun gastvrijheid.
Waar de mensen ook vandaan kwamen; als we in hun kamer kwamen stond steevast de tafel vol met lekkers. Chocola, blikjes drinken, baklava, marsepein, dolmas, rijst met kip: we werden altijd weer vreselijk verwend en vaak kregen we ook nog een bakje eten mee naar huis.
Met ons gebeurde er dan iets geks: we voelden ons vreselijk opgelaten. Want we wisten hoeveel leefgeld deze mensen per week kregen. We zagen hoe ze leefden, in kleine ruimtes, dicht op elkaar. Van sommigen kenden we het vluchtverhaal. Wij zouden degenen moeten zijn die hún trakteerden op een rijke maaltijd!
Als ik er nu zo op terugkijk, zie ik hoeveel aannames we toen hadden. We zagen deze mensen als meelijwekkend en hulpbehoevend. Dat waren ze ook: als vreemdelingen in een vreemd land, terwijl ze de vreselijkste dingen hadden meegemaakt. Maar ze waren, net als vluchtelingen vandaag, niet alleen maar hun ellende. Ze waren stuk voor stuk trots op hun cultuur en wilden dat met ons delen. En ze wilden ons iets geven, zodat ook wij konden ontvangen.
Ze trakteerden ons op heerlijke maaltijden. Want in veel culturen is dat dé manier om gasten te onthalen. Ik herinner me nog goed dat ik bij een stel Mauritaanse jonge mannen werd uitgenodigd om te eten. Ze kookten rijst met wortel, aardappel, vlees, en kruiden die ik sindsdien niet meer heb geproefd. Voor het eten gingen we niet aan tafel, maar op de grond zitten. Het eten lag op een grote ronde schaal, ieder nam daar telkens met de hand iets vanaf, kneedde het tot een balletje en at het dan op. Een van de jongens had een oogje op me: hij wist dat ik deze manier van eten niet gewend was dus maakte hij de balletjes voor me. Of schoof stukjes vlees mijn kant op. Het was een heel intieme manier van samen eten, in vol vertrouwen dat er genoeg was voor iedereen.
Later dat jaar ben ik met een groep jongeren drie weken naar Indonesië geweest voor een uitwisselingsprogramma tussen Nederlandse en Indonesische kerken. We verbleven in Noord-Sulawesi, het overwegend christelijke deel van Indonesië. Ook daar werden we gastvrij onthaald en samen eten speelde daarbij een grote rol. Na de kerkdiensten waarin wij op bezoek waren, werd er uitgebreid gegeten. En doordat we in rijke gastgezinnen verbleven, werden we 's ochtends, 's middags en 's avonds op een uitgebreide maaltijd getrakteerd. Weer terug in Nederland was het echt even afzien - die boterham met kaas in de ochtend beviel me niet zo goed. Toch voelden we ons ook in Indonesië weleens opgelaten, omdat er zo voor ons werd uitgepakt. Alsof we bijzonder waren. We hadden niet het gevoel dat we er iets voor in de plaats konden teruggeven. We hadden wel wat Nederlandse souvenirs bij ons, maar na een bezoek aan het plaatselijke warenhuis bleek dat we die ook gewoon daar hadden kunnen kopen. Net als de Haagse Hopjes trouwens.
Ik heb geen brede ervaring met het eten in andere culturen. Maar de ervaringen die ik heb, zijn die van overvloed en gastvrijheid. Zo anders, toch, dan we het in Nederland gewend zijn. Bij ons zijn de hoeveelheden nauwkeurig afgemeten, en alleen vrienden en familie worden uitgenodigd voor een maaltijd. Mensen die we niet zo goed kennen: die nodigen we uit voor koffie. Met koek. Het is een groot verschil met de gastvrijheid die ik elders heb ervaren. En misschien kwam daar ook het ongemak vandaan: we waren zoveel gastvrijheid gewoon niet gewend!
Samen eten verbindt mensen met elkaar: als je samen de maaltijd geniet kan de maaltijd zelf al een onderwerp van gesprek zijn. Als we in de kerk samen aan tafel zitten - bij Samen Eten, of voorafgaand aan Tour - dan ervaren we elkaar ook op een andere manier. De gesprekken zijn ontspannen, je deelt herinneringen aan andere maaltijden. En als het smaakt, worden er na afloop recepten uitgedeeld.
Het jaarthema van het nieuwe kerkelijke seizoen is: "Aan tafel". Ik hoop dat we regelmatig bij elkaar aan tafel zullen zitten - of het nu een rijsttafel of een bakje friet is; soep met brood, een stamppotten-buffet, of een currygerecht met rijst. En dat we gastvrij zullen zijn naar wie we ook maar tegenkomen, en samen kunnen delen van het goede dat de aarde ons geeft.
-----------------------------Kirsten Wuijster---------------------------
Communicatie
Communicatie neemt in de huidige wereld een steeds belangrijker plaats in. Terwijl wij vroeger alleen met elkaar spraken, direct of per telefoon, of een brief stuurden, zijn er in de recente tijd veel andere vormen bijgekomen. Veel komt voort uit het gebruik van de mobiele telefoon. Er wordt wat gechat en geappt en terwijl we eerst het internet alleen gebruikten via de computer of laptop wordt dit ook steeds meer met de mobiele telefoon gedaan. Als ik naar mijn kleindochter kijk, die lijkt haast vergroeid met haar mobieltje en kan daar alles mee.
Ook in de Protestantse Gemeente Eindhoven gebruiken we nu verschillende vormen van communicatie. Dit zijn ons kerkblad SAMEN, de verschillende wijkbrieven maar ook afkondigingen tijdens de kerkdienst en gemeenteavonden. Verder hebben we onze website, waar ook veel informatie staat voor mensen die geïnteresseerd zijn in onze kerk, maar geen kerkleden zijn. Veel van deze communicatiemiddelen bestaan al een hele tijd en zijn wellicht niet helemaal van deze tijd. Daarom wil de AK in de komende tijd gaan kijken wat er in de toekomst aangepast zou moeten worden. Daarbij moeten we zowel kijken naar de behoefte van onze oudere kerkleden als naar die van de jongere generatie.
Tijdens de komende AK vergadering eind september gaan we praten over de verschillende communicatiemiddelen in onze kerk en hoe we die in de toekomst willen gaan gebruiken. Onder andere gaat het over welke informatie we via welk middel willen verspreiden en wat de verschillende doelgroepen zijn. Dit laatste betreft vooral de website, die op dit moment gedateerd is en een opknapbeurt kan gebruiken. De huidige website is al een hele tijd geleden opgezet en is voornamelijk gericht op mensen van buiten de kerk die informatie zoeken over de Protestantse Kerk Eindhoven. Bijvoorbeeld heb ik zelf de website gebruikt om informatie te vinden toen ik een aantal jaren geleden naar Eindhoven ging verhuizen. De website wordt natuurlijk ook gebruikt door onze eigen kerkleden om informatie te vinden over kerkdiensten en ook om toegang te krijgen tot online diensten. We moeten nu kijken wat de voornaamste doelgroep is en de opzet van de website daarop richten. Ook moet de website goed geschikt zijn om via een mobiele telefoon te bekijken.
Nadat de AK besloten heeft hoe we in de toekomst verder willen met de communicatie binnen onze gemeente zal het ook nodig zijn om mensen te vinden die dit kunnen uitvoeren. Dat geldt voornamelijk voor de aanpassingen aan de website. Het vinden van mensen in deze tijd is een hele klus. Het zal daarom nog wel wat tijd vergen voor we dit voor elkaar hebben. Als er mensen in de kerk zijn, die ons daarbij willen helpen horen we dat graag.
----------------------------Henk Grootjans-------------------------------
Joachim en Anna - Afscheidsrituelen
Het is al bijna een traditie: bij de bijeenkomsten van Joachim en Anna die in de herfst plaatsvinden, is vergankelijkheid vaak een thema van gesprek. Dat is ook niet verwonderlijk: het is de tijd van Allerzielen en Allerheiligen, de bladeren vallen van de bomen en de planten trekken zich terug in de aarde. Het is de tijd van inkeer, van reflectie, van stilte. Op dinsdag 8 november is er weer een bijeenkomst van Joachim en Anna. Het thema van die bijeenkomst is: Afscheids- en uitvaartrituelen.
We leven in een tijd waarin kerk en geloof niet meer vanzelfsprekend onderdeel uitmaken van het dagelijkse leven. Hoewel wij, als kerkelijke mensen, de taal en rituelen nog verstaan, is dat voor onze kinderen en naasten vaak niet meer het geval. Het gebeurt dan ook met regelmaat dat wanneer iemand overlijdt, de kinderen de uitvaart willen regelen maar eigenlijk geen idee hebben hoe ze daaraan vorm moeten geven. Ze willen recht doen aan het geloof van hun overleden ouder, maar voelen zelf verlegenheid, soms ook afstand. 'Had moeder nu maar laten weten hoe ze het wilde hebben', spreken ze dan weleens vertwijfeld uit.
Op deze middag gaan ds. Bert Jan van Haarlem en ds. Kirsten Wuijster met de aanwezigen in gesprek over de mogelijkheden rondom de uitvaartdienst. Ze vertellen iets over verschillende manieren van afscheid nemen, en hoe je het gesprek kunt voeren met je kinderen of andere familie. Daarnaast willen ze u ook de ruimte geven om eens wat na te denken over uw eigen afscheid. Hoewel het een confronterend thema kan zijn, kan het u juist ook helpen om wat moeilijk te bespreken is, toch bespreekbaar te maken. En dat kan dan zomaar weer de mooiste gesprekken opleveren. U bent van harte welkom!
Wanneer: Dinsdag 8 november
Tijd: 14.00 - 16.00 uur
Waar: Johanneskerk, Mercuriuslaan 1B, Eindhoven
Heel graag vóór 28 oktober aanmelden via de mail HYPERLINK "mailto:Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken."Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
Of via de telefoon :
Gonnie v.d. Pijl 2621624 of Jeanet Hilberts 2427168.
Namens Joachim en Anna,
---------------------Wietske Lamper------------------------------
Bijbels Bijbellezen: zoals het altijd ging en nog steeds gaat - 2
Om Bijbels bijbellezen te begrijpen, moeten we eerst nog goed dóór krijgen hoe de vorige generaties lazen. Ja, hoe nog steeds vaak gelezen wordt.
In het ergste geval werd/wordt hen geleerd dat de Bijbel van kaft tot kaft historisch waar was en dat ieder die daar aan tornde bij zijn vrijzinnige kont gepakt moest worden en eruit gegooid moest worden. Dit gebeurde vooral bij de synodaal gereformeerden. De laatste keer op de synode van Assen in 1926. Toen moesten theologen als Geelkerken verklaren, dat de slang uit Genesis 3 “zintuiglijk waarneembaar” gesproken had. Dat wilden en konden zij niet. Zo ontstonden de gereformeerde kerken in hersteld verband, die later in de hervormde kerk onderdak vonden. Niet de minsten overigens. Denk aan: Buskes, Kroon, Ter Schegget, om er maar een paar te noemen. Hoe kon dat zover komen?
Tot aan de 19e eeuw ging het allemaal nog wel. Maar de liberale wetenschappers van met name de tweede helft van die eeuw gingen “oneerbiedig” lezen. Ze zagen niet in dat je de Bijbel anders zou behandelen dan b.v. Homerus of Vergilius. Dus kwam er historische kritiek, literaire kritiek enzovoorts op de bijbelteksten.
Volgens hen was er van het Oude Testament weinig of niets historisch. Wat het Nieuwe Testament betreft, nou ja, Jezus had dan wel bestaan, maar verder was het toch meer een sprookjesboek/mythologie dan wat anders. Deze nogal hovaardige benadering van wetenschappers, bracht wereldwijde verontwaardiging teweeg bij de “eenvoudige van hart” en leidde tot het fundamentalisme (nee, niet met Moslims). Van kaft tot kaft moest alles wel waar gebeurd zíjn!
Zoals de liberale wetenschap de Bijbel relativeerde, zo heeft het fundamentalisme de Bijbel (historisch) verabsoluteerd.
Assen werd overigens gevolgd door allerlei episoden en schandalen rond Kuitert, Wiersenga en Den Heijer. Zij waren opstandige gereformeerden, eigenlijk afvalligen. Na hen kwam er niet veel opstandigs meer.
We hebben trouwens kunnen zien, dat zodra dat Van Kaft Tot Kaft wegvalt, er eigenlijk niets meer overblijft van het hele christelijke geloof, denk maar aan Kuitert, bijvoorbeeld. Vele gereformeerden zullen hem overigens dankbaar geweest zijn voor hun verlossing uit het wurgende Bijbels fundamentalisme, maar kwamen vervolgens met lege handen te staan. De kerkverlating bij (ex)gereformeerden is naar verhouding veel hoger dan onder (ex)hervormden.
Waar komt dat historisch lezen van de Bijbel vandaan? Dat komt in het volgende nummer aan de orde.
---------------------------Wim de Leeuw-----------------------------------
We worden allen armer
Dat is de waarschuwing die de minister van Financiën Sigrid Kaag ons geeft. Stel je er maar op in. Het lijkt ons toekomstperspectief te worden: minder, armer. En dan gaan de kosten alleen nog maar toenemen van alle aanpassingen die we moeten maken om onze aarde leefbaar te houden en ons te beschermen tegen de gevolgen van het veranderende klimaat. Daarbovenop komt de oorlog in Oekraïne die ons opnieuw heeft laten ervaren hoe afhankelijk we onderling zijn, hoe snel het vertrouwde evenwicht verstoord raakt en hoe groot de onzekerheid is die hieruit voortkomt.
Ik vroeg me daarbij af hoe je als gelovige tegen de huidige situatie aan kunt kijken. De hoge energieprijzen en de stijging van de voedselprijzen treffen ons allemaal maar niet in dezelfde mate. Ik zou voorzichtig zijn om hier het woord ‘arm’ of ‘armer’ voor te gebruiken. Want armoede is iets anders dan ‘minder dan anders’ te besteden te hebben. We kijken dan eenzijdig naar wat we menen te missen en niet welke zegen God ons dagelijks schenkt. Armoede heeft niets met kijken en ervaring te maken en is objectief vast te stellen. Van armoede is sprake wanneer mensen niet genoeg inkomen hebben voor de basisbestedingen als wonen, voedsel, kleding en gezondheid. Daarnaast is er nog iets inkomen nodig om ook nog mee te kunnen doen in onze samenleving. Het is bijzonder wrang dat in onze samenleving eenoudergezinnen de grootste kans op armoede hebben. Kinderen hebben in onze samenleving het hoogste risico op armoede.
‘Wij zijn bedelaars. Dat is waar’ zijn de laatste van Luthers geschreven woorden. Daarmee bedoelde hij niet dat we allemaal moeten gaan bedelen. Het ging Luther daarbij om onze verhouding tot God. We staan allen - rijk of arm - met lege handen voor God. Luther had een hekel aan christelijke verheerlijking van armoede, zoals dat bij de bedelorden gebeurde. God heeft geen armoede gewild en armoede is ook geen christelijk ideaal!
En rijkdom dan? Een bekend citaat over rijkdom van Luther is: “Rijkdom is het minste goed op aarde en het allerkleinste geschenk dat God een mens kan geven. Daarom geeft onze Here God gewoonlijk rijkdom aan de grove ezels, aan wie hij verder niets gunt.”
Luther beklemtoont dat juist rijkdom en bezit sociale verantwoordelijkheid met zich meebrengen. Vanuit het geloof weten we dat alle bezit in wezen van God geleende bezittingen zijn om de mensen te dienen. Een ieder die heeft, heeft de verantwoordelijkheid oog te hebben voor de nood van onze naasten en daar waar mogelijk er iets aan te doen. Dat is het gevolg van het gebod van de naastenliefde.
Daarnaast is het de taak van de overheid in vervulling van hetzelfde liefdesgebod ervoor te zorgen dat behoeftigen – dat waren in Luthers tijd de kreupelen, blinden, melaatsen, ouderen, kinderen en arme gezinnen – recht hebben op de noodzakelijke goederen om te leven, als hun gaven van de schepping Gods. Het gaat hier dus om een recht. Elk mens heeft recht van leven en dat is een taak voor de medemensen.
Luther pleit voor een gemeenschappelijk beheerde ‘algemene kist’ (Gemeiner Kasten), waaruit de behoeftigen worden geholpen met giften of leningen. Niet als een diaconale kas van de kerk maar juist als een taak van de overheid, beheerd door burgers. De bijdragen aan deze kas waren niet alleen in de vorm van geld maar ook in natura (graan of hout) of als een gift van werktijd. Vanuit deze gemeenschappelijke kist wordt er gezorgd dat iedereen een bestaan heeft zodat geen mens hoeft te gaan bedelen.
Ook wil Luther armoede voorkomen door mensen aan het werk te helpen in de gemeenschap, door voor kinderen het schoolgeld te betalen en jongeren een ambacht te laten leren; en voor wie tijdelijk in financiële problemen komt een lening te geven.
Luther neemt het gebod van de naastenliefde;
‘heb de ander lief als jezelf’
als uitgangspunt voor het omgaan met de grote vraagstukken.
Wat zijn eerlijke en billijke oplossingen waarin ieder naar draagkracht bijdraagt aan de gemeenschappelijke kas? De behoeftige heeft christelijk gezien recht op zijn deel van de overvloed van de ander.
Wie zich in deze tijd overdreven zorgen maakt om het eigen bezit en zijn onzekere toekomst, maar ook degene die zich noodgedwongen zorgen móet maken over wonen, kleding en voedsel, zijn beiden gevangen in hun zorgen. Tegenover deze zorgen klinkt Jezus woord: “Daarom zeg ik jullie: maak je geen zorgen over je leven, over wat je zult eten of drinken … Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben. Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen erbij gegeven worden.” (Mattheüs 6:25.32v) Gods gerechtigheid is hier dat een ieder deel kan hebben aan de goede gaven van Zijn schepping.
----------------ds. Susanne Freytag-----------------------------------
De Lutherwandeling,
van Wittenberg naar Rome in 1510
Achter Luther aan lopen
Een tocht op stevige stappers
Het Luthers ABC is in SAMEN bij de Z aangekomen.
Voor we weer bij A beginnen, want er zijn nog genoeg trefwoorden om te behandelen, nu tussendoor eerst even wat anders.
Markus Matthias start met een serie over zijn wandeltocht in het voetspoor van Luther. Een serie met belevenissen, ontmoetingen, overdenkingen en beschouwingen opgedaan tijdens zijn voettocht in navolging van Luther in 1510 met Rome als einddoel.
De aanleiding voor mijn Lutherwandeling(en) is de nieuwe reconstructie van de historische voettocht van Luther in het jaar 1510 van Wittenberg naar Rome door mijn „Doktorvater“ Prof. Dr. Hans Schneider (Marburg). Ik werd geraakt door de mentale sterkte van iemand als Luther die ooit gewoon vanuit Wittenberg is vertrokken om naar Rome te gaan lopen
Luther trad in 1505 in in het klooster. Hij kreeg vijf jaar later de opdracht een medebroeder naar Rome te begeleiden. Dit was in een tijd dat er van een reformatie nog geen sprake was
Zijn vooruitzicht was om de volgende weken en maanden bijna 1400 km te gaan lopen en later uiteraard weer terug. Een mogelijkheid om de reis zomaar af te breken en met een trein of een vliegtuig terug te keren had hij niet. Elke omweg die hij ging zou veel extra tijd en kracht gaan kosten. Hij had bijna niets bij zich dan zijn habijt.
Je kunt wel op ondersteuning van andere monniken of van het gewone volk rekenen, maar je kunt er niet zeker van zijn.
Vandaag de dag is het bijna niet voor te stellen hoe dat geweest moet zijn. Het werd in 1510 een historische tocht naar Rome met enorme gevolgen voor het christelijk geloof.
Het thema is “Achter Luther aan lopen”, een tocht op stevige stappers. Dat heeft betrekking op de fysieke en de intellectuele zoektocht van Luther.
Wat wil ik bereiken met deze tocht? Het is voor mij allereerst een manier om mentaal en lichamelijk fit te blijven.
Het gaat immers niet slechts om wandelen bij goed weer en op mooie paden, nee het gaat om volhouden elke dag opnieuw, weer of geen weer totdat wij het doel hebben bereikt.
De reis die ik doe is geen bekende, toeristische route, of ja, maar dan slechts voor een klein deel.
Het is niet een van de bekende routes van de “Lutherweg 1521” die in verband met het Lutherjaar 2017 zijn ontstaan. Dat zijn keurig georganiseerde wandeltochten die tot in het bos keurig bewegwijzerd zijn.
Ik ga (bijna), voor zover mogelijk, alleen op de oude wegen die in het jaar 1510 van Wittenberg naar Rome leidden. De route volgt in het begin de 'Via Imperii' die ook voor een deel de 'Jakobsweg van Noord' volgt. Niet alleen, we zijn een klein clubje van 5-6 mensen, mijn vrouw en ik en drie kennissen.
Wij lopen ieder jaar 6-8 dagen, per dag maximaal 25 km. Dat betekent ongeveer 150 km per etappe. 200 km hebben wij ondertussen al achter de rug, we moeten nog 1180 km.
Ik hoop als ik over tien jaar 75 jaar word, in Rome aan te komen.
Het is echter ook een mooie ervaring om door heel verschillende landschappen heen te lopen: Sachsen-Anhalt tot en met Toscane!
Het is voor mij geen pelgrimstocht en ook geen „Luther-pelgrimstocht“ maar het volgen van een reconstructie van de wandeling die Luther van Wittenberg naar Rome heeft gelopen in 1510.
Wordt vervolgd.
---------------------prof. dr. Markus Matthias-----------------------
DE RIJ
Vanwege de drukte en het feit dat er minder personeel beschikbaar is bij de beveiliging, staan er lange rijen bij Eindhoven Airport. Wij hebben allemaal wel eens in de rij gestaan. Dat kan op veel verschillende manieren. Op een ongeduldige zenuwachtige manier. Of op een ontspannen prettige manier. Op Eindhoven Airport is het goed georganiseerd, er is informatie beschikbaar, en de rij schiet op. Bovendien is er, als je geluk hebt live muziek aanwezig. Dat alles helpt, om het staan in de rij ontspannen te maken. Als ik mensen spreek die in de rij staan, zijn ze over het algemeen goed gehumeurd, en vinden het leuk even een praatje te maken, en te vertellen over hun bestemming. Een vrouw begon te vertellen over de ziekte van haar moeder. Dat gesprek duurde wat langer, en toen heb ik een stukje met haar meegelopen. Meegelopen in de rij, meegelopen in haar situatie. Het was wel niet een tweede mijl, maar toch, een stukje meegelopen met datgene wat deze vrouw doormaakte in haar leven. Dat is wat luchthavenpastoraat is, maar ook pastoraat in het algemeen. Een eindje meelopen.
---------------------------------Mirjam van Nie-------------------------------
Diaconaal Inloophuis ’t Hemeltje
Jaarlang of jarenlang…
Begin september schreef ik een artikel voor de Wijkbrief van de Johanneskerk. Het was een bedankbrief voor de bijdragen van de gemeenteleden van de Johanneskerk. Een jaar lang was St. Diaconaal Inloophuis ’t Hemeltje het doel van de avondmaalcollecte. Ik neem graag een deel over in dit artikel.
“In de Wijkdiaconievergadering van september 2021 werd besloten dat de avondmaalcollecte bestemd zou worden voor Stichting Diaconaal Inloophuis
’t Hemeltje. Begin oktober heb ik u in de dienst iets verteld over het inloophuis. En nu (september 2022) schrijf ik een bedankje aan u allen als dank voor uw bijdragen aan deze collectes. Het jaar is voorbij gevlogen.
Bij de start van de avondmaalcollecte waren we nog in de ban van Corona. Er konden maximaal 15 gasten in de huiskamer en dan maar vragen of mensen na het eten en douchen plaats wilden maken voor de volgende gasten. Gelukkig zijn we daar nu van af, iedereen is weer welkom.
Je merkt in zo’n jaar wat het betekent om op straat te leven. In de herfst en winter: regen, sneeuw en kou. Dan is onze huiskamer een plek om warm en droog te worden. Een kop warme soep of een warme maaltijd doet je dan goed. En ook een warme douche is fijn: je kunt weer mens worden. In de lente en zomer veel zon: dan is het heerlijk toeven in onze tuin. Daar is dit voorjaar een extra overkapping gemaakt waaronder het in deze hete zomer goed toeven was. Nog een lekker glas koude limonade erbij. Je zou denken dat je op een strand ligt maar helaas is dat een illusie. De harde werkelijkheid is dat mensen slapen, hopelijk in een tentje, op een plek ergens in Eindhoven.
We zien in dit jaar een toename van dakloze mensen uit Midden- en Oost Europa. Mensen die hier gekomen zijn om te werken en na ontslag meteen hun woning/kamer kwijt raken en dakloos worden.
Dan is ’t Hemeltje een plek met aandacht voor onze gasten, een plek om op adem te komen, wat te eten en te drinken, even onder de douche.
“We willen helper zijn waar geen helper is, dat is onze diaconale opdracht.”
En deze beschrijving van een jaar geldt voor veel van onze gasten al jarenlang.
’t Hemeltje is voor veel gasten een vertrouwde plek in hun leven op straat. Om deze plek in stand te kunnen houden zijn mensen (vrijwilligers) en gelden nodig. We hebben beide hard nodig. U kunt overwegen om ’t Hemeltje meerdere jaren te ondersteunen door een periodieke overeenkomst voor vijf jaar (’t Hemeltje heeft een ANBI-status). We helpen u hier graag bij.
Op deze manier kan ’t Hemeltje nog jaren vooruit.
PS: Voor eventuele vragen en voor een abonnement op onze digitale nieuwsbrief kunt u een mailtje sturen naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
--------------------- Jeannet Venekamp, relatiebeheer-------------
Eerste Hulp Bij Ontmoetingen
Ook dit jaar was TINT weer volop aanwezig tijdens de introweken voor de nieuwe bachelor- en masterstudenten op de TU/e. Zowel op de intromarkt als tijdens onze workshops hebben we weer veel nieuwe studenten ontmoet uit uiteenlopende plekken in de wereld: van Eersel tot Taiwan, van Ridderkerk tot Canada. De Cursor (newssite van de TU/e) was aanwezig bij één van de workshops en schreef daar het volgende over:
Nieuwe universiteit, nieuwe mensen, nieuwe vrienden maken. Voor sommige eerstejaars heel leuk, voor anderen kan het best spannend zijn om met die nieuwigheid om te gaan en nieuwe vriendschappen te sluiten. TINT heeft dat ook gemerkt en heeft daarom een speciale workshop opgezet om studenten te helpen gesprekken aan te knopen, die goed te laten verlopen en vervolgens op een natuurlijke manier weer af te ronden. Cursor nam een kijkje bij een van de workshops.
De workshop begint met het overgooien van een bal vergezeld van een vraag, en daarmee is het spreekwoordelijke ijs – bij ruim 31 graden op de thermometer - snel gebroken. In een cirkel krijgen de studenten de beurt om in ieder geval naam, land en studie te vertellen, antwoord te geven op een vraag van de vorige student en zelf een nieuwe vraag voor de volgende deelnemer te bedenken.
Vragen stellen of complimenten geven
Vervolgens begint het platonische speeddaten echt, waarbij men na gesprekjes van een minuut telkens van gesprekspartner wisselt. Om die smalltalk een beetje makkelijker te maken, krijgen de studenten wat tips mee hoe een gesprek te beginnen. “Vragen stellen werkt altijd heel goed”, zegt TINT life coach Margit van Tuijl. “Mensen vinden het leuk als je in ze geïnteresseerd bent. Een compliment geven kan ook een goede gespreksopener zijn.” Op een groot stuk papier staan de hints genoteerd, voor wie ze van de spanning – of van de warmte onder het glazen dak van MetaForum – even vergeten is.
No pressure
Later gaan de studenten nog aan de slag met oefeningen om te zorgen dat een gesprek niet zomaar stilvalt en krijgen ze tips hoe ze het gesprek ook weer op een natuurlijke wijze kunnen beëindigen. Om de workshopdeelnemers verder niet te veel onder druk te zetten – een redacteur ernaast die een artikel schrijft, werkt in deze situatie wellicht niet bevorderend voor het ontspannen gesprekken voeren met nieuwe mensen – is Cursor halverwege vertrokken. Na deze groep studenten volgen er op de Intro-donderdag nog drie. Totaal verwacht TINT zo’n zeventig studenten voor de workshop.
Geschreven door Bridget Alcione Spoor, zie ook www.cursor.tue.nl
Ik vond het mooi om te zien hoe enthousiast studenten met elkaar in gesprek gingen en vaak na de workshop nog lang bleven napraten. Gelukkig staan er dit najaar weer veel activiteiten op ons programma, waarbij we – als het ijs eenmaal gebroken is - nog verder de diepte in gaan en studenten in gesprek kunnen gaan over wie ze zijn, wat hen bezig houdt en wat in je leven echt belangrijk is.
-----Margit van Tuijl, Studentenpastor/life coach bij TINT----
‘Er komt een dag’
Vanuit de redactie werd mij gevraagd om iets te schrijven voor deze rubriek. Nu heb ik niet heel veel met muziek en noem ik mezelf ook wel amuzikaal.Tot een jaar geleden luisterden we thuis bijna nooit muziek, alleen als we in de auto onderweg waren draaiden we muziek.
Maar de komst van onze dochter heeft hier verandering in gebracht. Nu kijken en luisteren we dagelijks you-tube filmpjes. Daarom wil ik iets vertellen over een lied dat haar heel erg aanspreekt.
Na haar komst naar Nederland is ze soms heel erg verdrietig geweest. Ze moest dan denken aan wat en vooral wie ze heeft achtergelaten in haar geboorteland. Ze is heel erg blij om bij ons te zijn, maar mist soms de vrienden die ze heeft moeten achterlaten.
We ervaren dat muziek helpt bij het dealen met verdriet. Het kan soms het verdriet triggeren maar kan juist ook helend zijn.
De titel van het lied is: ‘Er komt een dag’ van Ben Ketting. Dit lied is geschreven over iemand die vanwege oorlog alles heeft moeten achterlaten. Maar sommige stukken zijn ook in andere situaties van toepassing. In het refrein gaat het bijvoorbeeld over dat er een dag komt dat er geen pijn en verdriet meer zal zijn. Niemand zal meer huilen. We mogen uitzien naar dat Jezus terugkomt naar de aarde. Dat er dan vrede en recht zal zijn en geen verdriet meer. We mogen bidden dat dit spoedig zal gebeuren.
Het tweede gedeelte van het refrein gaat erover dat de zanger je de hand geeft, zodat je niet alleen door het diepe dal hoeft te gaan. Op momenten van verdriet of pijn is het fijn als iemand dit tegen je zegt. Maar het is ook mooi om dit tegen de mensen om je heen te kunnen zeggen: ’Geef mij je hand, als je gaat door het diepe dal, ik wil heel dicht bij je staan.’
Maar het mooiste is dat we ook mogen weten dat God dit tegen ons zegt. Als we door een diep dal gaan, heeft Hij beloofd bij ons te zijn.
De eerste keer dat we het hoorden, zaten we in de auto vrolijk mee te zingen met de cd. Ik realiseerde me toen dat dit een lied is dat je ook kan steunen in periodes dat je verdrietig bent. Hier hebben we over gepraat. Toen ze later verdrietig was, luisterden we er naar.
Dat is ook de les die ik leerde. In periodes van vrolijkheid, als het leven mooi is, de zon schijnt, is het goed om liederen zoals deze te leren. Te kijken naar wat God voor je doet, dit in je geheugen te prenten. Zodat je in periodes dat het moeilijker is, dat de weg zwaar is, je weet dat God dan ook bij je is.
Refrein van: ‘Er komt een dag’:
Er komt een dag,
dat er niemand meer huilen zal,
zonder verdriet of pijn.
Geef mij je hand,
als je gaat door het diepe dal.
Ik wil heel dicht bij je zijn.
--------------------Hanna Hardeman-------------------------------------
september 2022 met thema: "De draad opppakken" Lees meer...
Rubriek: De draad oppakken
Klimaatvisie op de toekomst
Maarten van Andel is directeur Toegepaste Natuurwetenschappen van Fontys Hogescholen. Hij werkte daarvoor als ingenieur en manager in de high-tech-industrie. Voor internationale energie- en duurzaamheidsprojecten heeft hij samengewerkt met wetenschappers en deskundigen van bedrijven, overheden en onderzoeksinstellingen. Van Andel noemt zichzelf klimaatneutraal: hij is even bezorgd over het klimaat als over de maatregelen die het klimaat moeten redden.
Op maandag 16 mei heeft Maarten van Andel in de Ontmoetingskerk gesproken op de thema avond “Zorg voor het klimaat, een geloofsartikel?”. Tijdens de thema avond ging het met name om de acties die we voor het klimaat kunnen doen zoals beschreven in zijn laatste boek “De groene kans”.
In dit boek betoogt Maarten dat we de omvang van de energietransitie onderschatten en de mogelijkheden van duurzame energie-opties zoals zon en wind overschatten. Het is een groene illusie dat we de energietransitie kunnen realiseren op de manier zoals we dat nu doen. Maar we hebben ook een groene kans. Laten we stoppen met wachten op politici, ondernemers en wetenschappers. Laten we stoppen met het verkopen van de klimaatdoelstellingen aan energiegiganten en grootindustriëlen. De groene kans ligt niet in technologie en infrastructuur, maar in bewustwording en ander gedrag van ons allemaal. Daarmee kunnen we veel meer fossiele brandstoffen en CO2 besparen dan met windmolens, warmtepompen en elektrische auto’s. De groene kans beschrijft wat we wél kunnen doen om onze planeet te redden.
Dit boek “De groene kans” maakt inzichtelijk wat JIJ kan doen zonder jezelf te veel geweld aan te doen. Maak je eigen top 3 energie verslinders en kijk hoe je op die kan besparen.
Voor de ontwikkelingen in de komende jaren heeft hij de volgende visie.
De wereld in 2040
CO2
We zijn nog lang niet klimaatneutraal, maar de CO2-uitstoot is eindelijk gehalveerd, tien jaar later dan gepland. Niet zozeer door windmolens en zonnepanelen, want die vormen nog steeds een minderheid van onze energievoorziening. De grootste besparing van CO2 komt door veel minder energie te gebruiken en te verspillen. De ooit ingevoerde belasting op CO2 is weer afgeschaft, omdat die niets hielp. Dat was in 2020 al wel te voorzien, want allerlei eerdere prijsverhogingen van energie hadden ook nooit tot lager verbruik geleid. Zelfs het kwartje van Kok uit de 20e eeuw niet. CO2-emissie is al sinds 2025 wettelijk gelimiteerd, net zoals in de 20e eeuw zwaveldioxide, stikstofoxides en freons dwingend aan banden zijn gelegd. Dat bleek de enige manier om de uitstoot echt terug te dringen.
Energie
Energie is daardoor zo schaars en duur geworden dat alle processen in de samenleving verregaand zijn geoptimaliseerd naar minimum energieverbruik. Voorspellingen over een overvloed aan goedkope duurzame energie zijn een utopie gebleken. Achteraf gezien logisch, want als dat mogelijk was geweest had de vrije markt het voor 2025 ook zonder klimaatdoelstellingen en wettelijke maatregelen allang geregeld. Het utopische denken over duurzame energie van voor 2025 wordt in 2040 sowieso als een curieus anachronisme beschouwd.
Circulariteit
Circulariteit is het logische bottom-up resultaat: Zeer lange levensduur van producten en hergebruik van materialen zijn de enige manier om zo min mogelijk energie te gebruiken. Het gangbare business model is daarom niet meer dat producten worden gekocht. De gebruiker betaalt voor het gebruik, en het product blijft eigendom van de maker. Die kan namelijk niet zonder de grondstoffen die hij in zijn product heeft gestopt, en zal er dus alles aan doen om zijn oude producten terug te krijgen in plaats van weg te (laten) gooien. Hij heeft er bovendien alle belang bij dat het product heel lang meegaat.
Productie
Productie is voornamelijk local for local. Transport van goederen over grote afstanden is energie-intensief en daarom onbetaalbaar. Daar waar in 2020 mobiliteit wereldwijd 25% van alle energie consumeerde is dat nu nog maar 10%. ICT daarentegen, dat in 2020 met 3% al groter was dan de wereldwijde luchtvaart, is gestegen naar 20%. Microsoft en Google zijn van de markt verdwenen omdat ze bleven werken met een overvloed aan data. Nieuwe Chinese en Indiase bedrijven bieden moderne snelle software aan met een fractie van de hoeveelheid data en dus veel minder energieverbruik. Bovendien hebben ze samen met nieuwe computerfabrikanten uit Afrika en Zuid-Amerika besturingssystemen ontwikkeld die niet meer gehacked en besmet kunnen worden. HP, Dell, Lenovo en Toshiba zijn van de markt verdwenen omdat ze niet op tijd meegingen met deze ontwikkelingen.
Computers
Dankzij de efficiënte software en computertechnologie zijn zelfrijdende auto’s zeer veilig geworden, met minder dan 10% van het aantal verkeersdoden van 2020. Auto’s zijn er nog steeds in grote aantallen maar wegen nog maar de helft en rijden gemiddeld 1 op 50 met een top van 100. Elektrische auto’s zijn grotendeels uit het straatbeeld verdwenen, omdat ze weinig CO2 bespaarden en de batterijen veel milieuschade veroorzaakten. Bovendien was de winning van het zeldzame lithium veel te energie-intensief. Het maken van de batterij vergde evenveel energie als het maken van de rest van de auto. Dit was in 2018 al door Duitse onderzoekers gepubliceerd, en grote parlementaire enquêtes in diverse Europese landen hebben gedurende de jaren ’20 onthuld dat het ineffectieve beleid van elektrisch rijden met name was geïnspireerd door de commerciële belangen van grote autofabrikanten en elektriciteitsmaatschappijen.
Auto’s
Auto’s zijn op basis van wettelijke richtlijnen zo geprogrammeerd dat ze nooit meer te hard rijden, nooit meer bumperkleven en bij mist automatisch vaart minderen. Daardoor zijn er nauwelijks nog ongelukken op de weg en dus ook weinig files. Dit draagt er evenals intelligente stoplichten en groene golven aan bij dat auto’s zo zuinig zijn geworden. Het niet meer steeds hoeven remmen, stilstaan en optrekken bespaart enorm veel CO2, en daarnaast ook fijnstof, bandenslijtage en asfaltschade. Snelheidscontroles met allerlei elektronische systemen en politieauto’s behoren al lang tot het verleden, de flitskasten en laserapparatuur van weleer staan in het museum naast de gele telefoonpaal.
Vliegen
Vliegen is voornamelijk voor mensen, nauwelijks nog voor goederen. Het gebeurt nog steeds op kerosine, omdat dat energetisch het efficiëntst is. Kerosine is de meest compacte en lichte energiedrager, en is daardoor het gemakkelijkst op te tillen door een vliegtuig. Door het lage gewicht ondervinden de vliegtuigvleugels relatief weinig luchtweerstand, en dit alles bespaart enorm veel energie t.o.v. andere energiedragers zoals batterijen. Kruissnelheden zijn wel teruggebracht van 900 naar 700 km/u, en vlieghoogtes zijn opgevoerd van 10 naar 12 km. Dat scheelt een factor 2 in brandstofgebruik en CO2-uitstoot. Vliegen vertegenwoordigt door dit alles nog steeds minder dan 3% van het mondiale energiegebruik, net als in 2020.
Wereldbevolking
De wereldbevolking is gegroeid naar 9 miljard mensen. Dat vergt zorgvuldig natuurbeheer en efficiënte voedselproductie. Hout en voedsel worden algemeen als zeer kostbare artikelen beschouwd die je uit moreel oogpunt niet behoort te verspillen, ook niet als je veel geld hebt. Het verbranden van biomassa (hout, palmolie, biodiesel, bioethanol) voor energieopwekking is sinds 2025 ten strengste verboden, temeer omdat het ook geen CO2 bleek te besparen. Niemand begrijpt nog dat hout en voedsel verbranden ooit als duurzaam werd gezien in een wereld waarin regenwouden verdwenen en miljoenen mensen honger leden.
Voedsel
Voedingswaren worden net als goederen voornamelijk local for local geproduceerd. Kiwi’s uit Nieuw-Zeeland zijn onbetaalbaar. Het op en neer zeulen van varkensvlees tussen Nederland en Italië, omdat het anders geen Parmaham mocht heten, is verleden tijd. De meeste voedingswaren zijn ook weer seizoengebonden. Het is veel te duur om ’s winters aardbeien in kassen te verbouwen of uit verre landen te halen. Veevoer komt alleen nog uit de eigen regio, en wordt bemest door vee uit diezelfde regio. Daardoor hoeven veevoer en mest niet meer over grote afstanden vervoerd te worden, en is het probleem van mestoverschotten en verzuring van voor 2030 in o.a. Brabant vanzelf verdwenen.
Schaarste
Voedsel wordt nauwelijks nog weggegooid, productie en levering ervan zijn weer vraaggestuurd geworden. Dat betekent dat aan het eind van de dag en week niet alles meer in de schappen ligt, dat mensen dus eten wat er op dat moment nog wel is, en dat er veel minder wordt verspild. Dat laatste geldt ook voor medicijnen, dankzij een wettelijke minimale bewaartijd van 5 jaar. De tijd dat farmaceutische bedrijven commercieel geïnspireerde bewaartermijnen van 1-2 jaar mochten hanteren is allang voorbij.
Aardgas
Aardgas is terug van weggeweest. Daar waar Nederland in de jaren ’20 als enige land ter wereld van het gas afging is het na 2030 bij zinnen gekomen. Winning in Groningen is in 2035 mondjesmaat hervat, met een tempo waarbij de bodem stabiel blijft. Aardgas is nog steeds de schoonste en meest efficiënte energiebron voor huisverwarming en koken, en daar wordt het met name voor ingezet. Stroomopwekking met windmolens en zonnepanelen wordt grotendeels gebruikt voor verlichting, huishoudelijke gebruik, ICT en industriële processen.
CO2 opslag in de grond is sinds 2030 verboden. Het was al een lineaire korte-termijn maatregel die veel weghad van vuil onder het tapijt vegen, maar het bleek ook bodeminstabiliteit en zelfs aardbevingen te veroorzaken.
Kernenergie
Kernenergie maakt sinds 2025, het jaar dat het verbranden van biomassa voor energieopwekking verboden werd, een gestage opmars. Het draagt inmiddels significant bij aan de bereikte CO2 reductie. Thorium is niet doorgebroken, maar de lessen van Fukushima hebben kerncentrales op basis van uranium nog veiliger gemaakt. Er is ook nieuw inzicht ontwikkeld t.a.v. energieafval: Afval dat compact genoeg is om bij je te houden en zicht op te houden is veel beter dan afval dat volumineus is en uit het zicht verdwijnt. Kernafval wordt daarom als de minst riskante vorm van energieafval beschouwd. Het wordt ook niet meer in de grond gestopt waar je het niet meer kunt zien. Integendeel, het wordt op zorgvuldig gekozen en beheerde bovengrondse locaties opgeslagen. Het feit dat het zeer compacte vaste stof is wordt als een enorm voordeel beschouwd t.o.v. CO2, omdat daardoor de impact op het milieu minimaal is.
Plastic
Niet afbreekbaar plastic voor eenmalig gebruik is sinds 2030 verboden, net als in de 20e eeuw lood, cadmium en chroom-6 verboden werden. Statiegeld op verpakkingen bleek weinig te helpen, en convenanten met de industrie helemaal niet. Alle verpakkingsmaterialen moeten binnen een jaar worden afgebroken in de natuur. Het probleem van zwerfvuil is vrijwel verdwenen, plastic soep in de oceanen echter nog niet omdat het nog tientallen jaren zal duren voordat alle plastic van voor 2030 verwijderd is.
Klimaat
De gemiddelde temperatuur op aarde is met nog een graad gestegen, maar sinds 2035 stabiel, evenals de zeespiegel. Apocalyptische voorspellingen over extreem weer en stijgende zeespiegel zijn uitgebleven. Er zijn gemiddeld niet meer extreme weersomstandigheden dan in de 20e eeuw, met toen o.a. een stormvloed in 1953 en een ijzige winter in 1963. De arctische flora en fauna heeft zich aangepast aan het geslonken noordpoolijs en zich hersteld, zoals de natuur ook doet na massale bosbranden en vulkaanuitbarstingen.
-----------------------------------------Jaap Stooker--------------------------
Personeelstekort
Het is op dit moment veel in het nieuws en je hoort het overal: ‘personeelstekort’. Dit sluimert al langer, zoals bij het tekort aan leerkrachten, maar het is pas echt naar buiten gekomen na de coronatijd, toen alle activiteiten die op een laag pitje stonden weer opgestart werden. Iedereen wilde weer uitgaan, winkelen en met vakantie. Met als gevolg lange rijen op Schiphol en terrassen die niet volledig open kunnen. En nu hoor je het overal, zeker in deze zomerperiode nu veel mensen met vakantie zijn en niet iedereen beschikbaar is.
Ook in de Protestantse Gemeente Eindhoven hebben we last van personeelstekort, maar dit is niet iets van de laatste tijd, dit speelt al jaren. Het komt vooral door de vergrijzing en door de krimp van onze gemeente. Het gevolg is dat er steeds minder mensen beschikbaar zijn om het werk te doen, terwijl het werk niet veel minder is geworden. In veel van onze kerkelijke organisaties zijn er vacatures, zowel in de wijkkerkenraden, de diaconie, de kerkrentmeesters en ook in onze Algemene Kerkenraad. Om het bij de AK te houden, volgens de plaatselijke regeling zouden we uit twaalf leden moeten bestaan, echter hiervan zijn er nu vier vacatures, waarvan die van AK-scriba het meeste problemen geeft. Hetzelfde patroon zie je bij de andere kerkorganen.
Omdat er op korte termijn geen zicht is dat het snel beter zal worden, is nu het plan om na te denken hoe we het anders kunnen aanpakken, echter nog wel binnen de regels van de kerkorde. We willen hiervoor ideeën uit de gemeente verzamelen en zijn op dit moment van plan om de gemeenteavond van komende november hiervoor te gebruiken. We moeten hierbij kijken hoe we met kleinere bestuursorganen (dus minder mensen) toch het essentiële werk kunnen uitvoeren. Ook kan er gekeken worden hoe naast de ambtsdragers andere vrijwilligers meer te betrekken. Om de gemeenteavond voor te bereiden en hiervoor de benodigde informatie te verzamelen zal er een klein groepje gevormd worden met vertegenwoordigers van de wijken, de kerkrentmeesters, de diaconie en de AK. De bedoeling is dat dit groepje in september van start zal gaan. We hopen dat er een flink aantal van onze kerkleden naar de gemeenteavond zullen komen. Die zal op 16 november plaatsvinden.
Er zijn nog een aantal andere onderwerpen die we als AK willen aanpakken. We hopen nu hiervoor tijd te hebben, nadat we het afgelopen jaar hard bezig waren met de fusie met de Protestantse Gemeente St. Oedenrode, Son en Breugel. Op de vergadering van september zullen we het hebben over de communicatie binnen onze gemeente en daarbij ook over de website. We hopen dan ook met ideeën te komen om die te verbeteren. Ook hier zullen we moeten zoeken naar mensen om die plannen uit te voeren. Kortom, we beginnen het nieuwe jaar met een hoop energie en veel plannen. Later dit jaar krijgt u nog verdere informatie over de opzet van de gemeenteavond.
-------------------Henk Grootjans, voorzitter AK-------------------------------
Oecumenische thema-avond op 15 september
De dementievriendelijke kerk: een avond met Annemarie Roding
Donderdag 15 september
Tijd: 19:30-21:30
Locatie: PGN Nuenen De Regenboog, Sportlaan 5, 5671 GR Nuenen
telefoon 040 – 283 72 40
Op deze avond laat Annemarie Roding, auteur van het boek ‘De dementievriendelijke kerk’, ons zien wat je als kerkgemeente voor dementerende mensen en hun mantelzorgers kunt betekenen. Ze wil op deze avond handvatten aanreiken om in gemeente- en parochieverband mee verder te kunnen. Deze avond is bestemd voor gemeenteleden, pastorale bezoekers en bestuurders.
Na een korte inleiding door Annemarie Roding gaan wij in vier workshops uit elkaar met de volgende thema’s:
⦁ Contact
Hoe houd ik / maak ik contact met iemand die dementie heeft?
⦁ In contact komen / gesprek voeren / andere vormen van contact
⦁ Op welke manier kun je ook op geloofsvlak contact bewaren?
Doelgroep: pastoraal bezoekers of gemeenteleden / parochianen die vanuit hun kerklid-zijn contact willen bewaren met een medekerklid dat dementie heeft.
⦁ Dementie en de kerkdienst
⦁ Proberen in te beelden hoe iemand met dementie een reguliere kerkdienst kan ervaren
⦁ Samen zoeken naar (eenvoudige) manieren om iemand met dementie hierin (zo lang mogelijk) te ondersteunen.
Doelgroep: voor wie naast elkaar in de banken zit, welkomstmedewerkers, kosters, koffieschenkers, ervaringsdeskundigen
⦁ Parochiebestuur / kerkenraad
Wat kunnen we vanuit de kerk als organisatie doen voor onze parochianen en gemeenteleden die dementie hebben?
⦁ Met praktische en haalbare suggesties
Doelgroep: Voor wie zich betrokken weet bij het bestuur van de gemeenschappen.
⦁ Dementie en mantelzorg
⦁ Hoe raakt dementie de mantelzorger?
⦁ Op welke wijze kan de geloofsgemeenschap ook voor mensen die zorgen voor iemand met dementie van betekenis zijn?
Doelgroep: Voor mantelzorgers zelf en mensen die rondom hen (willen) staan.
Deze bijeenkomst wordt gezamenlijk weer afgesloten en de deelname is gratis. Als u wilt mag u na afloop een vrijwillige bijdrage geven.
-------------------------Marlies Schulz------------------
Bijbels bijbellezen: waarom eigenlijk? - 1
We beginnen vanaf nu een nieuwe rubriek: Bijbels bijbellezen. Dit klinkt eigenaardig. Het brengt ons direct tot de vraag: Is er dan ook niet-bijbels bijbellezen? Ik wou dat dat onmogelijk zou zijn. Maar helaas... het is sneller niet-bijbels dan bijbels.
Wat bedoel ik daar dan mee? Allereerst en vooral de aloude gewoonte om het Nieuwe Testament apart, zeg maar los te lezen. Los van de bodem waarop het staat, nl. het zgn. Oude Testament. Het Nieuwe Testament is niet alleen een commentaar op het Oude, de schrijvers, de apostelen en evangelisten, rekenen erop dat hun lezers vertrouwd zijn met de oudtestamentische begrippen, ze hopen op herkenning. En door die herkenning krijgt de lezer zicht op de betekenis van wat evangelisten en apostelen willen betogen.
Wat gebeurt er met lezen als je niet vertrouwd bent met het Bijbels jargon? Ja, dan moet je het zelf invullen met wat jijzelf weet. Dat heet de filosofie van de dag, dat is wat men nu eenmaal denkt.
Dan gaat het met alle Bijbel lezen helemaal fout. Om een voorbeeld te geven: In Mattheus 3:15, bij de doop van Jezus door Johannes, laat Mattheus Jezus zeggen: ‘Laat mij thans geworden (gedoopt worden), want zo past het ons (jou en mij) alle gerechtigheid te vervullen”. Als je niet uit het Oude Testament hebt geleerd wat gerechtigheid in de Bijbel betekent, dan denk je al gauw: o ja, vorige maand reed ik door rood, nu vind ik een boete op de deurmat, dat is mijn terechte straf: gerechtigheid. Logisch, maar er helemaal naast.
In de Bijbel betekent gerechtigheid, dat iemand tot zijn/haar recht komt, kan zijn wie hij/zij in potentie is, hij/zij wordt zijn/haar echte zelf. Hij/zij wordt niet meer daarvan afgehouden door de machten die er zijn, overheden (toeslagaffaire!), bazen, thuis enz. Je komt tot je recht, jij moet en zult tot je recht komen en allen die dat in de weg zitten (dat mensen tot hun recht komen), zullen daarin niet slagen, uiteindelijk. Dus wat Mattheus hier Jezus laat zeggen, is, dat “door die doop van Mij, verenig ik mij met de reddelozen, die geen leven hebben en dus Bijbels gesproken in de dood liggen, opdat zij in mijn bovenkomen ook tot leven gewekt zullen worden. Nu staat daar bij Mattheus a l l e gerechtigheid, dat betekent dus dat door Jezus’ weg, zijn leven en sterven (en Opstanding!) alle mensen tot hun recht zullen komen.
Dat heet in de Bijbel Shalom, vrede, gerechtigheid als begin van Shalom en Shalom als de voltooide gerechtigheid.
Het zou dus onmiddellijk verboden moeten worden om losse nieuw testamentjes te verspreiden. Hoort gij dat Bijbelgenootschappen?! Stoppen daarmee. Nu. Je gaat van een Agatha Christie ook niet het laatste hoofdstuk los in de winkel leggen. Dat zou achterlijk zijn en niet verkopen. Je weet dan hoogstens wie ”het gedaan heeft”.
Maar ook als men voorin begint, met Genesis 1, kan er nog heel veel fout gaan.
Men gaat dan historisch lezen. Eerst schiep God alles en alles was “dikke mik” en een tijdje later kwam die stomme Eva met die appel en is alle ellende begonnen. Tot Jezus kwam…
Met andere woorden: een tijd-volgorde. Dan gaat alles fout. Automatisch wordt dan Genesis 1 een verhaal dat achter je ligt en niet meer vóór je. Je hebt het dan allemaal “al gehad”. Het is verleden tijd geworden. We gaan dan lineair-historisch lezen. Eerst de Schepping, daarna de zondeval, dan een hele tijd niets, dan Jezus, die met zijn leven, lijden, sterven en opstanding alle kuilen uit de weg heeft geasfalteerd, zodat we lekker door kunnen rijden op weg naar het einde?!….. Deze leeswijze brengt je niet dichter bij de betekenis van de Bijbelse verhalen, maar juist er verder vanaf. Daarover gaat het de volgende keer.
--------------------------Wim de Leeuw--------------------
Praten over poëzie
Als je van gedichten houdt, zijn dit mooie avonden voor je! We gaan met elkaar in gesprek over poëzie. Gedichten kunnen je raken door je met een paar woorden verdieping te geven en inzichten te bieden.
Het gesprek gaat via eenvoudige werkwijze: ieder van de deelnemers neemt een gedicht mee, dat hem of haar aanspreekt. Eerst leest diegene zelf het gedicht hardop voor, daarna leest iedere andere deelnemer datzelfde gedicht nogmaals voor. Het bijzondere van poëzie is dat alleen al de wijze van voorlezen vaak nieuwe betekenissen geeft. Vervolgens krijgt de deelnemer die het gedicht heeft ingebracht de gelegenheid om uit te leggen, wat hem / haar raakt in het gedicht. De anderen kunnen hier weer op reageren. Zo ontspint zich een gesprek, dat vaak persoonlijk van aard kan zijn. Het gaat dus niet in de eerste plaats om de literaire waarde van een gedicht.
Op de maandagen 19 en 26 september en 10 oktober gaan we ‘praten over poëzie’. Maar je kunt er ook voor kiezen om één avond mee te doen. Het is de bedoeling dat iedereen zelf een gedicht zoekt (en meeneemt) naar aanleiding van een thema.
Op maandag 19 september is het thema ‘nieuw begin’; op 26 september ‘verlangen’; op 10 oktober is het thema ‘het einde’.
Voor vragen en opgave, kun je contact opnemen met
ds Tjalling Huisman, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. / 06 15 69 59 19
-----------------------------Tjalling Huisman-------------------------
Luther over de christelijke vrijheid
Luther écht leren kennen waar het spannend wordt: dat is het doel van de cursus ‘Leren van Luther. Want wij denken vrij te zijn, maar zijn we dat ook? Waar zit werkelijke vrijheid in? Luther heeft het over de vrijheid van de geest. Wat bedoelt hij?
In het seizoen 2022-2023 lezen we delen uit Luthers beroemde verhandeling over de vrijheid van de christenmens. Dat korte geschrift begint met een veel geciteerd, maar weinig begrepen aforisme (bondige uitspraak):
Een christenmens is een volkomen vrij heer over allen
en niemands onderdaan.
Een christenmens is een volkomen dienstbare knecht van alles
en ieders onderdaan.
Luther zegt dat geloof de bron is van vrijheid, maar wat is geloof volgens hem (in ieder geval niet: het onderschrijven van een aantal leerstellingen). En waarom is christelijke vrijheid onherroepelijk verbonden met spontane christelijke dienstbaarheid?
In Over de christelijke vrijheid (De libertate christiana) vinden we Luthers eerste samenhangende formuleringen over de betekenis van geloof (als reactie op Gods belofte)
en over de relatie tussen christelijk vrijheid en christelijk ethiek.
In het seizoen 2022-2023 wordt voor de tiende keer de cursus Leren van Luther aangeboden. Ooit begonnen als een korte leergang in enkele Lutherse gemeenten wordt deze cursus nu gegeven op veertien plaatsen in heel Nederland (van Groningen tot Eindhoven en van Amsterdam tot Hengelo). De deelnemers zijn niet alleen van Lutherse huize maar van alle achtergronden, allen met een belangstelling om zich aan de hand van teksten van Luther in vragen van het geloof te verdiepen.
De cursus omvat vier middag- of avondbijeenkomsten van 1,5 uur.
Deelname kost slechts € 20,- per persoon. Deelnemers hebben de beschikking over een zorgvuldig samengestelde reader (pdf of kopie) met een samenvatting van Luthers betoog en een selectie van paragrafen uit zijn geschrift. Er is ook een gelegenheid om online deel te nemen. De cursus gaat door bij minimaal acht deelnemers.
1ste bijeenkomst :
Innerlijke vrijheid door aanvaarding van Gods genade, prof. dr. Markus Matthias
2de bijeenkomst:
Vrij boven alles uit in verbondenheid met Christus, dr. Theo van Willigenburg
3de bijeenkomst:
Tot dienstbaarheid groeien, ds. Willy Metzger
4de bijeenkomst:
Je naaste dienen: leven voor de ander, ds. Susanne Freytag
Tijd: dinsdagmiddag: 14.30 uur – 16.00 uur
Locatie: Dommelhoefkerk, Dommelhoefstraat 1A, Eindhoven
Data: 29 september, 11 en 15 oktober en 8 november
Aanmelden bij: ds. Susanne Freytag, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., 06-43955283
---------------------------------------------------------------------------
Capella Vesperale
Eind vorig jaar moest het koor dat Evensongs in de Catharinakerk verzorgt, besluiten daar mee te stoppen. Door ontwikkelingen in de laatste jaren (met name de coronaaatregelen) lag er veel stil en was het koor te klein geworden om verder te kunnen.
Nu heeft het koor toch een nieuwe start kunnen maken. Nieuwe koorleden zijn welkom. Daarom een uitnodiging aan wie graag Engelse Hymns en koormuziek zingt om een paar keer per jaar met de Capella mee te zingen. Wie interesse heeft kan het melden bij Bert Jan van Haarlem, e-mail::Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken." Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., telefoon: 040-2366339.
Evensongs
Nu na de coronabeperkingen ook koren weer kunnen zingen, is er door de Royal Music School of Church Music (RSCM) een Music Sunday in het leven geroepen, als begin van een nieuwe periode van kerkzang. Ook in Eindhoven is daar vorm aan gegeven op zondag 19 juni in de Catharinakerk.
In september zal gestart worden met een nieuw seizoen van de Evensongs. Op zondag 18 september is er vesper, die in het teken zal staan van het herdenken en vieren van de bevrijding van de stad Eindhoven op 18 september1944. In deze vesper zal naast de in een avondgebed gebruikelijke liederen en gebeden de kantate 'Umschlinget uns, ihr sanften Friedensbande' van Georg Philipp Telemann tot klinken gebracht worden. De viering begint om 16.00 uur.
-----------------------------Bert Jan van Haarlem------------------------
Protestfonds
Het Protestfonds bestaat al ruim dertig jaar en sinds haar oprichting is er nog steeds sprake van dat er veel mensen zijn die moeten rondkomen van een minimum. We zijn als samenleving blijkbaar niet in staat om de uitkeringen en het minimumloon zodanig te verhogen dat mensen kunnen ontsnappen uit de armoede. Jarenlang moeten rondkomen van een bijstandsuitkering is onvoorstelbaar voor mij en waarschijnlijk ook voor u. Het feit dat je elke euro drie keer moet omdraaien voor je hem uitgeeft. Continue in geldzorgen zitten. Dat is ook slecht voor je mentale en lichamelijke gezondheid.
De Raad van Kerken in Nederland maakt zich zorgen over de groeiende tweedeling in onze samenleving. De groeiende kloof tussen rijk en arm tast de sociale samenhang aan. Sociale vrede en welzijn worden bepaald door de onderlinge solidariteit tussen mensen en groepen in de samenleving.
Op het Protestfonds van het College van Diakenen kunnen mensen die in armoede leven een beroep doen voor een financiële bijdrage. In september / oktober zal weer een uitkeringsronde plaats vinden.
Mag ik u vragen dat ook nu weer mogelijk te maken?
Zij die in aanmerking willen komen voor een uitkering kunnen tot 15 september 2022 een brief met onderstaande inhoud naar het Protestfonds sturen.
“Hierbij deel ik u mee dat ik bereid ben om een bedrag uit het Protestfonds als lening te ontvangen. Ik betaal de lening terug door, als ik ooit in betere doen kom, geld te storten in het Protestfonds.
Mijn huishouding bestaat uit een gezin / vrouw / man / thuiswonende kinderen jonger dan 27 jaar / thuiswonende kinderen van 27 jaar of ouder. ( Omcirkelen wat van toepassing is ).
Als bewijs dat ik van een uitkering op bijstandsniveau leef, stuur ik u bijgaand een kopie van het laatst ontvangen uitkeringsoverzicht van de instelling welke mijn uitkering verzorgt.”
Brief voorzien van naam, adres, telefoonnummer, bankrekeningnummer en handtekening.
Reactie en stortingen
Protestfonds van de Diaconie, PGE
p/a Camphuysenstraat 4, 5615 KS Eindhoven.
IBAN : NL12 RABO 0373 7369 59
-------------------------Wim Wiggers----------------------------
Het Vakantiebureau - Midweek 'Ouderen in het zonnetje'
Naast de gratis vakanties die we samen met RCN Vakantieparken organiseren voor honderd kansarme gezinnen, staat ook dit jaar de midweek 'Ouderen in het zonnetje' op het programma.
Deelnemers kunnen zich in kleine groepjes van vier personen of individueel aanmelden voor de midweek van 12 t/m 16 december 2022. De ouderenmidweek vindt plaats op de RCN parken de Jagerstee, de Flaasbloem of de Potten. Hopelijk gooit corona dit jaar geen roet in het eten. Fijn als u helpt meezoeken naar mensen voor wie deze vakantie geschikt is. Meer informatie leest u op de website www.hetvakantiebureau.nl/ouderenmidweek.
---------------------------Wim van Dijk----------------------------
Diaconie buiten de kerk
Als kerk gebruiken we de term ‘diaconie’ voor alle activiteiten waarbij we dienend aanwezig zijn. Praktische steun voor mensen die het moeilijk hebben, aandacht voor situaties van onrecht en ongelijke kansen, projecten van Kerk in Actie, enzovoort. Zo zijn we nu onder andere betrokken bij de Huiskamer voor Vluchtelingen, om cursussen en scholing voor jonge vluchtelingen zonder status mogelijk te maken. Door het aanleren van praktische vaardigheden zoals schilderen, timmeren, eenvoudige klussen op gebied van elektriciteit, ontwikkelen ze vaardigheden waarmee ze hier of elders in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Een heel belangrijk effect is ook dat hun eigenwaarde groeit. Overigens blijven we als diaconie op zoek naar gemeenteleden die hieraan mee willen helpen of mee willen denken over hoe we dit kunnen realiseren in Eindhoven. Iets voor u? Voor jou?
Ons past bescheidenheid: als kerkgemeenschap zijn we in de samenleving vaak niet herkenbaar en niet aanwezig. Soms omdat we niet gezien worden. Maar ook omdat we ons meer richten op de mensen en de gemeenschap in de kerk, dan op de samenleving en de mensen buiten de kerk.
In die samenleving zijn talloze initiatieven die je ook diaconaal zou kunnen noemen. Vrijwilligerswerk bij schuldhulpverlening, het maatjesproject van het Rode Kruis, in onze eigen stad Eindhoven doet, teveel om op te noemen.
Eén van die initiatieven is de Stichting Eet Mee, die vanaf 2009 onbekenden met elkaar samenbrengt aan de keukentafel. Gewoon om nieuwe mensen te leren kennen. Met de komst van veel Oekraïense vluchtelingen naar Nederland ontstond het plan om etentjes voor hen te organiseren. En zo werd Oekraïners aan tafel geboren. Nederlanders die het leuk vinden om een keer te koken en te eten met Oekraïners kunnen zich aanmelden en aangeven hoeveel mensen ze kunnen ontvangen, of er kinderen mee eten. En Oekraïners die geïnteresseerd zijn in een etentje en kennismaking met een Nederlandse familie kunnen zich ook aanmelden. De stichting zorgt voor een match, en laat het dan verder aan het gastgezin over om contact te leggen met de gast of gasten. De stichting Eet mee is ook in onze stad actief. Misschien is het een idee om mee te doen? Op de site www.eetmee.nl kun je je aanmelden. Diaconie , juist ook buiten de kerk!
----------------------------------Antje Dekker---------------------------
De maat slaan
Jarenlang speelde ik blokfluit in een ensemble, samen met vijf anderen. Als solist had je de moeilijkste noten. Geweldig vond ik dat. Ik keek eerlijk gezegd niet erg uit naar het leren bespelen van de grootste blokfluit, de bas. Want die heeft maar een paar noten.
Mijn fluitleraar vertelde me iets dat ik nooit ben vergeten. “De bas heeft misschien niet veel noten maar zonder de bas vliegt alles uit de bocht. De bas bepaalt het tempo. De bas slaat de maat.”
In 2002 ging ik werken in de verstandelijk gehandicaptenzorg. Dit verhaal sluimerde jarenlang in mijn hoofd. Geen reden om het te wekken. Tot ik een uitvoering zag van de muzikanten van de drumband. Cees speelde de grote trom. Heel af en toe sloeg hij met zijn stok op de grote trom. Precies in de maat. Hij hield de hele boel bij elkaar. De stilte tussen de noten bepaalt net zo goed de muziek als de muziek zelf.
Zo is dat ook met gesprekken. Die worden bij elkaar gehouden door woorden én stilte. En bij mensen die de taal niet machtig zijn, voer ik gesprekken met een aanraking, een lied, een blik. Een ontmoeting is net zo veel bij elkaar in de buurt zijn als weer bij elkaar vandaan gaan. Zo leerde mijn fluitleraar me iets heel belangrijks: zonder maat, zonder ritme is er geen muziek. En na twintig jaar in de zorg durf ik te zeggen: zonder maat, zonder ritme, zonder stilte is er ook geen ontmoeting.
Ik leerde de basblokfluit bespelen en leerde zo dat de echte schoonheid van muziek zit in de solo en de bas samen. Soms, in een ontmoeting met een bewoner, collega of familielid, ben ik de solist, en spreek ik veel. Soms ben ik de bassist die af en toe iets 'bromt.’ Allebei even waardevol.
------------------------------Karin Seijdell---------------------------
Bevoogding
Tijdens de zeventiende eeuw werd, naast de Oost-Indische Compagnie, ook de West-Indische Compagnie opgericht, kort de WIC. Deze moest zorgen voor de Nederlandse handel en scheepvaart op het westelijk halfrond. Daarbij hoorde ook de handelspost in Nieuw Amsterdam dat later New York is gaan heten. Voor de Nederlanders die daar werkten moest er ook een protestantse kerk komen. Dat was toen de Gereformeerde Kerk. De WIC wilde de vestiging daarvan uitbesteden aan de classis Amsterdam en de synode van Noord-Holland. In de jaren die volgden benoemden deze kerkelijke instanties predikanten voor de kerk in Nieuw Amsterdam. Die predikanten werden beschouwd als zendelingen, die verantwoording moesten afleggen aan de kerken in Nederland. Zij werden geordend en benoemd in Nederland. Niet alleen de predikanten, maar ook de plaatselijke kerkenraad was onderworpen aan de genoemde classis en de synode.
Van lieverlee groeide het aantal lidmaten en kwamen er kerken bij. De kerkenraden hadden voor tal van zaken de Nederlandse toestemming nodig. Zo mochten zij geen eigen predikantsopleiding opzetten. Deze bevoogding zorgde in de Nederlandse kerken in Amerika op de duur voor irritatie en verzet. Er ontstond in New York in de jaren zeventig in de achttiende eeuw verdeeldheid: een partij was voor handhaving van de ondergeschikte positie en een andere voor eigen vrijheid van handelen. Na verloop van tijd kreeg de laatste partij de overhand en in 1769 ging de Noord-Hollandse synode eindelijk akkoord met het zelf benoemen van predikanten door de Amerikaanse kerken. Omstreeks dezelfde tijd was men daar ook in het Engels gaan preken. Niet lang daarna werden de Amerikaanse kerken onafhankelijk van de kerken in Nederland.
Het paternalisme heeft ook jarenlang bestaan bij de vestiging van andere kerken, zoals bijvoorbeeld in het toenmalige Ceylon, nu Sri Lanka genoemd. Daar bleven die kerken de Nederlandse belijdenisgeschriften en zelfs de Dordtse Leerregels handhaven. Ook bij de Nederlandse zending is deze bevoogding tot in de twintigste eeuw de gewoonte geweest. Dit was ook elders het geval. Zo waren er in China veel Amerikaanse zendelingen werkzaam. Toen de communisten na 1950 de Amerikanen heenzonden, zijn alleen die Chinese kerken staande gebleven die zonder Amerikanen op eigen benen hadden gestaan.
In Nederland waren de plaatselijke kerken eeuwenlang wel zelfstandig. Na de Dordtse Synode in 1619 is er zelfs ongeveer 200 jaar geen nationale synode geweest. Er was wel een kerkorde om gemeenschappelijke zaken te regelen, maar er waren voorzieningen voor het geval kerken bezwaar hadden tegen bepaalde besluiten. Tijdens de achttiende eeuw was men geleidelijk niet meer van gereformeerde maar van hervormde kerken gaan spreken. In 1816 werd een algemene synode benoemd en ging het niet meer over hervormde kerken (meervoud), maar over de Nederlandse Hervormde Kerk. Inmiddels is de kerkorde uitgegroeid tot een boek, waarin heel veel is beschreven en vastgelegd. De bevoogding is daarbij nog steeds levend. Nu is het niet meer een kerkelijke instantie die de dienst uitmaakt, maar een boek vol regels, waarin bijvoorbeeld staat dat een kerk niet zelfstandig kan blijven als er te weinig ouderlingen zijn, ook al zijn de leden actief.
--------------------------------Gerard van Gurp---------------------
Inspiratiebedrijf De Hofstad
Op een van de avonden afgelopen seizoen over klimaat en milieu luisterden we o.a. naar een jonge bevlogen boer, Paul Schots. Hij vertelde over zijn biologische en natuur-inclusieve manier van melkveehouden. Die avond hoorde ik ook zijn bezorgdheid over de toekomst van de leefbaarheid op onze aarde. Graag wil ik dat zijn geluid door meer mensen gehoord zal worden en daarom vroeg ik hem of hij in SAMEN wilde schrijven. Liever wilde hij geïnterviewd worden en zo gebeurde.
Ruim zeven jaar geleden verhuisden Paul en zijn vrouw Lia en drie dochters naar de Hofstad in Son en Breugel. Samen met de oom van Lia vormden ze een maatschap op de, al jaren bestaande, melkveehouderij. Paul is psycholoog en werkte daar voor bij Philips. Tot op dat moment zwaaide oom Albert Vink de scepter op de boerderij en hij deed dat op de traditionele manier.
In de periode voordat Paul met zijn gezin op de boerderij kwam wonen woonden zij in Uden, waar zij in een weide achter hun huis een kalfje hielden. Achter dat weiland was een aardappelveld en regelmatig zagen Paul en Lia daar de gifspuit over gaan, dat gaf te denken. Reden waarom zij toen al biologische aardappels gingen kopen.
Wonend op de boerderij begonnen Paul en Lia te dromen over het omschakelen van de boerderij tot een biologische melkveehouderij. Zij lieten zich gedegen informeren en verdiepten zich erin, wat dat zou betekenen voor hun bedrijfsvoering. In diezelfde tijd las hij het boek van Ben Tichelaar: Dromen, durven, doen.
Dat maakte dat hij en zijn vrouw de sprong waagden en van de droom een daad maakten. Het betekende kruidenrijk gras en de koeien zo veel mogelijk in de wei. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest werd in de ban gedaan, waardoor het gras minder hard ging groeien. En er werd druk op zoek gegaan naar meer weilanden om genoeg voedsel te kunnen produceren voor hun koppel koeien.
Enkele jaren later werd een subsidie aangevraagd om een stalvloer aan te kunnen leggen waarin de urine van de stront gescheiden kan worden. Ook een voorwaarde voor Brabantse boeren vanaf 2024.
Die aanvraag, speciaal ontwikkeld om jonge boeren de kans te geven versneld om te schakelen naar een emissiearme stal, werd geweigerd. Paul en Lia zaten namelijk nog midden in het proces om de boerderij over te nemen van oom Albert. Hierdoor werd deze ook gezien als bedrijfslid, en aangezien hij geen jonge landbouwer was werd de subsidie niet toegekend. Er volgden jaren van procederen en uiteindelijk werd de subsidie toch toegekend. Het duurde daarna nog wel enkele maanden voordat deze werd uitgekeerd. Inmiddels was de stal al klaar.
Mede door deze ervaring heeft Paul begrip voor de protesterende boeren. De overheid is te vaak een minder betrouwbare partner gebleken. Zelf is hij meer van het gesprek. Zijn lijfspreuk is: verbeter de wereld, begin bij jezelf. Hij heeft goed contact met de gedeputeerde in Brabant en met het college van B en W van de gemeente.
Hij is er van doordrongen dat er veel manieren van werken nodig zijn om stikstof te reduceren en alles duurzamer te doen. Er zou een compleet plan moeten komen voor stikstof, CO2 en biodiversiteit. Het heeft te maken met veevoer, met mest, met water enz. Paul is er van overtuigd dat we het met plantaardig voedsel alleen niet redden, we hebben dieren en hun mest nodig. Nu doen we net alsof mest een gifstof is. De Nederlandse mest wordt zelfs naar Frankrijk vervoerd omdat daar te weinig dieren zijn, vertelt hij. Daarnaast zijn de kruidenrijke graslanden bron van voedsel voor de insecten in onze natuur. Als je nu de boeren wegjaagt die hun koeien daar ook in laten weiden, dan krijg je akkers met soja, tarwe, lupinen of andere mono-teelten terug. En hiermee dus een nóg hardere achteruitgang van de biodiversiteit. Volgens Paul een contraproductieve maatregel.
In deze tijd van droogte is de weide van de Hofstad nog groen en hebben de koeien genoeg te eten. Dat komt doordat de weides gedraineerd worden met water uit het restwater van Bavaria. Dit water wordt via het Wilhelminakanaal vervoerd naar de akkers van Paul en Lia. Niet alleen het gras, maar ook de biologische mais vaart er wel bij.
Op het ogenblik hebben ze op de boerderij vijfenzestig koeien op vijfenvijftig hectare grond. Het gezin kan van alleen de biologische melkveehouderij niet leven, ondanks dat Paul lange dagen maakt (van 6 - tot 20.30 uur). Eigenlijk toch te gek, dat wij als maatschappij harde eisen stellen aan onze boeren, maar vervolgens volop voedsel uit het buitenland kopen, dat lang niet aan deze eisen voldoet. Maar toch, Paul geniet van zijn werk. Als zijn moeder
’s avonds zegt: ‘o ja, jij moet nog werken’, antwoordt hij: ‘nee, ik moet nog melken’.
Omdat Lia drie dagen van de week als dierenarts werkt hebben ze voldoende inkomen. Twee dagdelen in de week biedt Paul ook zorg aan op de boerderij. Degenen die daar gebruik van maken, helpen hem en komen vaak weer steviger in het leven te staan. Er staat een kleine vergoeding van het PGB tegenover. Een extraatje en het geeft enorme voldoening. Ook verkopen zij biologisch vlees en melk van hun koeien en hebben zij een vergaderruimte, die regelmatig verhuurd wordt.
Word je nieuwsgierig wanneer je zijn verhaal leest, dan raad ik je aan eens op de website te kijken van de Hofstad, www.dehofstad.com
----------------------------Wil van Egmond------------------------
Wie Wat Waar in beeld
Als nieuwkomer in de hoofdredactie van SAMEN ben ik bezig geweest met de Wie Wat Waar rubriek en het verkrijgen van overzicht in de rubrieken die in de SAMEN worden behandeld.
Via “Wijkberichten/Kerkdiensten” krijgen we als lezer veel informatie over wat er in de verschillende kerken van onze Protestantse Gemeente Eindhoven (PGE) speelt. Via “ZorgSamen” mogen we delen in de ervaringen opgedaan in de verschillende zorginstellingen. En via “Samen naar Buiten” worden we actief betrokken bij onze medemens in de stad Eindhoven.
Alle gegevens bij elkaar vormden bij mij een beeld wat ik graag met u/jou wil delen. We zijn verbonden met elkaar, wat ik heb willen symboliseren met een draad langs alle locaties die betrekking hebben op de verschillende rubrieken.
Het kerkblad SAMEN is een prachtig blad waarin uiting gegeven kan worden aan alles wat leeft in deze verbonden gemeenschap van mensen in de stad Eindhoven. Voor verbondenheid is het nodig om elkaar te (leren) kennen en elkaar persoonlijk te treffen. Wat let u/jou om eens op de fiets te stappen en de verschillende locaties te bezoeken? Een keer buurten bij de ander, het gesprek aangaan, een kijkje in de keuken nemen, deelnemen aan activiteiten die bij de ander georganiseerd worden?
Zelf raak ik keer op keer geïnspireerd wanneer ik in contact kom met de ander door daadwerkelijk elkaar te treffen op die andere locatie, of op de koffie in een huiskamer of door te lezen over wat die ander met mij wil delen.
Ik ben ervan overtuigd dat wanneer wij bij elkaar in beeld komen het gevoel van verbondenheid alleen maar zal toenemen. We zijn geen losse puntjes op een kaart van Eindhoven, maar we vormen met elkaar een prachtig Samenspel!
----------------------Baukje Osinga-Kuipers------------------------------
Open Huis op zaterdag
De meeste mensen denken dat inloophuis Open Huis alleen in de Catharinakerk is van dinsdag t/m vrijdag. In eerste instantie was dat ook zo, maar in de loop van de tijd, bleek dat er op zaterdag geen enkel inloophuis open was voor de dak- en thuislozen. Het bestuur van het Open Huis wilde daar iets aan doen, maar op zaterdag is er vaak een concert of een andere activiteit, waardoor wij niet kunnen beschikken over de ontmoetingsruimte.
Na wat rondvragen gaf de Petruskerk aan de Kloosterdreef aan hun deuren op zaterdag te willen openen voor onze gasten. Het Open Huis op Zaterdag was geboren! Vanaf het begin hebben zich een aantal vrijwilligers gemeld voor juist deze inlooplocatie. Waar we aanvankelijk in een ruimte in een bijgebouw zaten, hebben de coronamaatregelen gemaakt, dat dat niet meer op deze manier kon. Het team van de Petruskerk heeft toen aangeboden om pakketjes brood en soep uit te delen in de ruimte onder de toren van de kerk. Dat bevalt zó goed, dat dat na de maatregelen zo is gebleven. Hoe gaat het daar aan toe? Bijgaand een verslag van een van de vrijwilligers: ‘Vanmorgen vertrok ik richting Petruskerk. Ja, daar is onze zaterdaglocatie voor het Open Huis op Zaterdag. Eerst maar eens boodschappen doen. Meestal zijn er zo’n twintig personen, maar de twee laatste keren waren het er in eens bijna dertig. Er waren een aantal Polen, die onze locatie gevonden hadden. Mond-op-mondreclame blijkt goed te werken, want we zien steeds meer Polen onder onze gasten.
Ik heb de boodschappen er inmiddels op afgesteld en samen met de andere vrijwilligers ga ik vlug van start om de pakketjes brood te maken, de soep te verzorgen en te zorgen dat alles op tijd klaar staat. Dat doen we meestal met drie mensen. We kletsen dan heel wat af en dat maakt het heel gezellig.
Deze morgen was er een uitvaart dus was het belangrijk dat iemand buiten onze gasten op de hoogte stelde, dat we misschien iets later open zouden gaan. We gebruiken namelijk de ruimte onder de toren dus het voorportaal van de kerk.
Iets over twaalf gingen we open en toen waren ze er allemaal tegelijk. We deelden soep uit, en als iemand liever eerst koffie heeft kan dit ook. Maar het was zó druk vandaag, dat we toch maar adviseerden om ook vast soep mee te nemen.
Meestal gaat het rustig eerst de soep en dan de koffie, thee en de pakketjes, maar vandaag niet, hoor. Er werd direct om pakketjes gevraagd: ‘ik wil er graag twee en ook een voor die daar………, ik graag ook’. We zagen de voorraad snel slinken. Gelukkig is het gelukt iedereen van een pakketje te voorzien en dat is een fijn gevoel. We zien blije mensen weggaan; natuurlijk ook sommige teleurgesteld, want aan slaapplaatsen of geld kunnen we ze niet helpen. Maar dat onze gasten het fijn vinden ook op zaterdag bij ons terecht te kunnen, dat doet ons goed. Een ding vandaag geleerd: we maken volgende week een paar pakketjes meer. Fijn om te doen, maar jammer dat het nodig is.
------------------------Loes en Bernadette----------------------
‘Van U is de toekomst’, over klimaat en kunst
Vragen naar een groene kerk worden al jaren besproken. Dat was al met het conciliair proces in de vorige eeuw. Het gaat over rentmeesterschap over de schepping. ‘Aan de Heer behoort de aarde’, zo begint Psalm 24. Aan de mens is opgedragen goed voor de aarde te zorgen. In Genesis 1 vers 15 staat: ‘De Heer God bracht de mens dus in de tuin van Eden, om die te bewerken en erover te waken’.
De vragen en problemen over de natuur en het milieu zijn uiterst actueel. De klimaatverandering ervaren we deze droge hete zomer wederom aan den lijve. De maatregelen die moeten worden getroffen zijn vergaand, maar treffen niet iedereen gelijk. Denk aan de energiecrisis en het boerenprotest. Het zijn bronnen van conflict en tegenstellingen in onze samenleving. Alle reden om daar in de kerk bij stil te staan.
Het was dan ook een goed idee om het afgelopen seizoen de bijeenkomsten over het thema ‘de toekomst begint nu’ te richten op het klimaat. Ik ben zelf helaas niet in staat geweest om aan enkele van die bijeenkomsten deel te nemen, maar ik neem de uitdaging graag aan om eens te kijken wat deze rubriek met Kunst aan het thema kan toevoegen.
Voor een eerste onderzoek type ik bij Google de woorden ‘kunst milieu’ in. Dat geeft meteen resultaat. Er verschijnt een lijst met verwijzingen. Bovenaan milieudefensie. Er wordt een pagina geopend. De tekst ‘Het klimaat heeft kunst nodig’ komt prominent in beeld. Op de achtergrond is een werk te zien van de beroemde kunstenaar Banksy: I DON’T BELIEVE IN GLOBAL WARMING. Het is een tekst, gespoten op een witte muur. Aan de onderkant verdwijnt de tekst als het ware in het water. Het is een werk in de openbare ruimte in Londen, waarschijnlijk uit 2009. Een nadere toelichting is overbodig. Er zijn vijf kunstwerken op deze pagina te zien. Een andere gaat over politici die in het water staan en met elkaar delibereren. Sommigen staan tot hun nek in het water. Velen kunnen het hoofd al niet meer boven water houden. Van hen is alleen nog een stuk van het schedeldak zichtbaar. Het is van de Spaanse kunstenaar Isaac Cordal. De titel van het werk is ‘Follow the leaders’.
In de krant las ik onlangs een reportage over een pas geopend klimaatmuseum, het nieuwe kunstcentrum Radius in Delft. Alle exposities gaan over klimaat. Ik ga het binnenkort eens bezoeken en zal daarna over mijn ervaringen schrijven.
Het is leuk om, geïnspireerd door de vraag om op zoek te gaan naar kunst die verband legt met de klimaatproblematiek, verder te neuzen. En verwant daaraan ook de omgang met de natuur en de ecologie te onderzoeken. Massaproductie van voedsel en de bio-industrie bepalen in hoge mate onze omgang met de schepping. Mogen we vlees blijven eten of moeten we vegetariër of veganist worden? Is er kunst die over deze thema’s iets heeft te melden? Ik denk bijvoorbeeld aan kunstenaars als Piet Oudolf en herman de vries (hij schrijft zijn naam uitdrukkelijk met kleine letters). Piet Oudolf is tuinarchitect en landschapskunstenaar die o.a. de tuinen van het museum Voorlinden en ook ons Eindhovense Van Abbemuseum heeft ontworpen. De in Alkmaar geboren kunstenaar herman de vries vind ik heel interessant, omdat hij de natuur als onderwerp heeft en hoofdzakelijk natuurlijke materialen gebruikt. Tenslotte de geloofsvraag. Verstaan wij de tekenen des tijds? Ik kom er graag op terug.
----------------------------------Leo Steinhauzer-----------------------------
Studentikoos discipelschap
Als mij drie jaar geleden gevraagd werd waar mijn leven op dit moment om draaide had ik waarschijnlijk het beeld omschreven van een levensgenietende maar gedreven student aan de Technische Universiteit Eindhoven. Een perfecte balans tussen aan de ene kant studiepunten halen en carrière maken en aan de andere kant feestjes en een groot sociaal netwerk. Echter hield God mij al sneller dan ikzelf doorhad een heel andere balans voor. Een balans vinden tussen het uitvoeren van mijn roeping in Eindhoven en het wapenen van mezelf om die roeping geestelijk aan te kunnen.
Een kind van God is altijd christen binnen een aardse context. Het is onze roeping om het Koninkrijk van God naar die context toe te brengen. Dat verschilt niet zoveel van bijvoorbeeld het bedrijfsleven, de zorg of de politiek. Het grote verschil zit hem er vooral in dat studenten minder vaste structuren hebben en veel bezig zijn met het ontwikkelen van hun persoonlijkheid.
Als volgelingen van Jezus hebben we in ieder geval allemaal een groep broeders en zusters nodig om ons heen. Een gemeente die ons troost en beschermt als we dat nodig hebben, maar ook uitzendt om onze roeping uit te voeren als het daar tijd voor is. In die zin verschilt een christelijke studentenvereniging niet zoveel van kerk. Het mooie aan de studentenvereniging is dat deze goed binnen haar context past en daardoor met minder drempels haar taak kan uitvoeren.
Ikzelf ben aangesloten bij C.S.V. Ichthus Eindhoven. Het gaafste wat ik aan deze vereniging vind, is het discipelen wat er plaatsvindt. Binnen de vereniging leer je essentiële kwaliteiten ontwikkelen die nodig zijn voort het Koninkrijk van God. Dat doe je binnen een hele grote vriendengroep wat het ontzettend leuk maakt. Het mooie is dat ik nu na nog maar drie jaar bij de vereniging ook weer wat kan betekenen voor de nieuwe leden. Zo ben ik onder andere al kringleider, evangelisatiecoördinator, kringcoördinator en bestuurslid geweest. Het is een ontzettend dynamische structuur die constant zorgt voor verfrissing. Die structuur is alles behalve efficiënt, maar zorgt er wel voor dat leden bizar mooie persoonlijke ontwikkelingen doormaken in korte tijd.
Ik raad dan ook iedere christelijke scholier aan om een christelijke vereniging op te zoeken zodra je de veilige basis van de kerk waarin je bent opgegroeid steeds meer los gaat laten. Daarin denk ik ook dat veel kerken een grotere verantwoordelijkheid hebben dan ze nu nemen. De christelijke studentenvereniging is de plek om als jonge christen je eigen geloof te vormen en ook je roeping te vinden. De studentvereniging heeft op haar plaats dan weer de verantwoordelijkheid om die taak serieus op haar te nemen. Over de christelijke studenten die net tot geloof zijn gekomen maak ik me minder zorgen, omdat zij zonder twijfel in hun enthousiasme al hun christelijke gemeenschap aan het zoeken zijn of al gevonden hebben.
Als volgeling van Jezus is uiteindelijk de vraag wat jouw roeping is binnen de context waarin je je bevindt. Daarin verschilt de kerkganger niet zoveel van de student. Waar wil God dat jouw leven over drie jaar om draait?
----------------------------Maarten van der Hart--------------------------
Muziek heeft altijd een rol gespeeld in mijn leven
Zolang als ik me kan herinneren was er muziek in ons huis. Door mijn moeder, mijn zus, mijn broer en zelfs mijn oma als ze bij ons was. Of het nou op een muziekinstrument was of er werd gezongen, samen of alleen… er was altijd muziek.
Van jongs af aan speelde ik gitaar en zong ik. Mijn oma vertelt mij graag dat ik achter bij haar op de fiets liedjes over Jezus zong als ze mij ophaalde van school. Mijn moeder heeft ons altijd alle mogelijkheden geprobeerd te geven om muziek te kunnen maken en daar zo ver in te komen als we zouden willen.
Nog altijd is muziek een centraal ding in mijn dagelijks leven. Mijn koptelefoon heb ik altijd bij me en ergens op de dag moet er een keer muziek geluisterd worden. Voor mij zorgt muziek vaak voor rust, afleiding en het brengt me even in een ander wereldje. Afhankelijk van mijn stemming komen er allerlei soorten stijlen muziek voorbij, behalve opera, klassiek of hele heftige rock muziek. Daar houd ik dan weer niet van. Muziek moet iets met me doen, anders heb ik er niet zoveel mee. De melodie, een ritme of iets in het instrumentele van een liedje of een tekst. Als het niet meteen iets met me doet, zal ik er niet zo snel opnieuw naar luisteren. Tijdens de doopdienst van een vriendin werd het nummer Oceans (Where my feet may fail) van Hillsong United afgespeeld.
Iets in dat nummer, tijdens die dienst, is blijven hangen. Misschien door het herkenbare gevoel wat er in dat nummer wordt beschreven; als ik in de put zak, niet meer weet hoe ik mijn hoofd boven water kan houden en het water me overvalt, kan ik dan terugvallen op God? In tijden dat het allemaal niet zo lekker ging had ik met dat beeld nog best wat moeite. Dan sloeg vaak die twijfel toe; is dat wel zo? Misschien kwam het alleen door de muziek of was het de gebeurtenis waarin het liedje werd afgespeeld. Hoe dan ook is het liedje altijd blijven hangen. Het werd een nummer waar ik regelmatig een keer naar luisterde om weer even een connectie terug te vinden en weer even tot mezelf te komen.
Muziek is door persoonlijk verlies ook extra emotioneel geworden. Want waar Oceans voor mij een lied was om weer even bij te komen, bleek het dat ook te zijn voor mijn oom. En toen hij overleed en het nummer op de uitvaart werd afgespeeld, voelde ik een connectie met hem die ik eerder niet zo sterk had. Het was ook zijn lievelingsnummer en wie weet hadden we kunnen praten over wat het nummer met ons deed als we dat geweten hadden van elkaar.
En dat is, buiten afleiding en rust, iets waar muziek voor mij over gaat. Het gaat om verbinding, jezelf terugvinden, inclusie, samenzijn, een verhaal vertellen en delen met elkaar. Soms zijn woorden niet te vinden, maar een melodie wel. En soms heeft iemand anders dat wat je wilde zeggen al in een liedje gezegd.
In de kerk was muziek vroeger ook wat bij mij bleef hangen. Zo rond het begin van de middelbare school en eerder vond ik het nog wel eens moeilijk mijn concentratie vast te houden tijdens een kerkdienst. Dan maakte ik tekeningetjes op de liturgie. En bij vriendinnen in hun kerk hield ik de spreker of de preek ook niet bij. Maar de muziek wel. In de kerkdienst voel ik die verbondenheid via muziek. Zeker als de gemeente een nummer goed kent en uit volle borst meezingt, bijvoorbeeld met kerst, dan is dat voor mij een groot gevoel van verbondenheid, samenzijn en gemeenschap. Maar ook als we een kaarsje zingend begeleiden als er iemand overleden is, voel ik die verbondenheid.
Spirit lead me where my trust is without borders
Leid mij naar waar mij vertrouwen zonder grenzen is
Let me walk upon the waters
Laat mij lopen op het water
Wherever You would call me
naar daar waar U me heen roept
Take me deeper than my feet could ever wander
Breng me verder dan waar mijn voeten me brengen kunnen
And my faith will be made stronger
en mijn geloof zal sterker gemaakt worden.
I will call upon Your name
Ik zal U roepen
Keep my eyes above the waves
Mijn ogen boven het water houden
My soul will rest in Your embrace
Mijn ziel zal rust vinden in Uw omarming
-------------------------------------Esther Visser-----------------------
juli-augustus 2022 met thema: "Vormen van Vieren" Lees meer...
Waarom je iets als een PopUpKerk zou starten
(uit het nieuwste boek van Rikko Voorberg, Gerko Tempelman en Bram Kalkman; Onzeker Weten, een inleiding in de radicale theologie)
So let us pick up the stones over which we stumble, friends, and build altars. Let us listen to the sound of breath in our bodies. Let us listen to the sounds of our own voices, of our own names, of our own fears. Let’s claw ourselves out from the graves we’ve dug. Let’s lick the earth from our fingers. Let us look up and out and around. The world is big and wide and wild and wonderful and wicked, and our lives are murky, magnificent, malleable, and full of meaning. Oremus. Let us pray.
- Padraig O’Tuama
De beker van gebrek
Er staan zo’n tien mensen rond de tafel van de PopUpKerk. Ze hebben hun eten gedeeld en er staat nog voldoende om straks uitgebreid na te tafelen. Meestal gaat er ook nog van alles mee naar huis - als mensen gaan delen, lijkt er altijd teveel te zijn. De tien hebben brood gebroken en gedeeld, voordat ze begonnen te eten. Waarschijnlijk is er iets bij gezegd als: ‘broken for those who are broken’, een zinnetje dat de PopUpKerk ergens heeft opgepikt en dat is blijven hangen. Of iets als: ‘verbinding vindt plaats aan de rafelranden’ met een verwijzing naar de randen van de afgescheurde stukken brood. Er is gegeten en er volgt een tafelrede.
Na de korte toespraak krijgen de aanwezigen elk twee papieren bekers in handen. De uitnodiging is om op één van de bekers te schrijven wat je nodig hebt om heel te worden, om verder te komen of om weer overeind te kunnen staan. De één hoopt al heel lang op een relatie, iemand om het leven mee te delen. Dan zal er een nieuw hoofdstuk aanbreken. Een ander wil haar energie terug, die van voordat ze Covid kreeg. Dan kan ze weer gewoon meedoen. Een derde wil zekerheid over haar koers in het leven. Ze schrijven het allemaal op. Vervolgens is de vraag om op de tweede beker het tegenovergestelde te schrijven. Tegenover een relatie staat: ik blijf single. Een ander: ik blijf moe. Een derde: ik blijf onzeker. Dan gaat de wijn rond en is de vraag uit welke beker je drinkt. De beker van het behalen of die van het falen, de beker van de leegte of die van de vervulling.
Verwarring onder de mensen rond de tafel. Welke beker schenk ik in? Bij sommigen is er een stevig gebaar: ik drink dat ik moe ben, want dat is waar. Enkele anderen heffen hun beker en drinken met haar, de wijn verwarmt het hart. Even zijn we samen. Community, koinonia, gemeenschap. We weten dat we straks op de fiets gewoon weer verlangen naar de partner waarmee alles goed komt, naar het verlost worden van de vermoeidheid en naar een echt doel in het leven waar je honderd procent zeker van bent. Maar rond deze tafel vergeten we even dat het nodig is, geloven we heel misschien zelfs even dat die relatie ons echt niet gaat redden, en de energie ook niet. Het is maar een flits, net genoeg om de vaste beelden van geluk te doen wankelen.
De uitdaging die ochtend aan de PopUpKerk was om te onderzoeken wat het meest verbinding bracht. Is dat de hoop dat het allemaal goed komt of de erkenning van de realiteit van het moment. Misschien gaat het in het evangelie niet allereerst om een verlossing die komt, maar over de verlossing die gebeurt - die plaatsvindt. De functie van de kerk en vergelijkbare gemeenschappen is vaak het bevestigen dat er redding mogelijk zou zijn. Terwijl er iets voor te zeggen valt om te geloven dat het onderscheid tussen kerk en wereld tenminste ook ligt in het radicaal bevragen van de reddingsboodschappen die overal klinken. De kerk heeft de kruisiging als alternatief en dat werd ervaren als dwaasheid, zegt Paulus. Dan kan het niet zomaar één van de vele aanbieders op de geluksmarkt zijn toch? Zou het evangelie niet allereerst goed nieuws moeten zijn voor degenen die zich bedrogen voelen door loze beloftes of het lijden van de gekruisigde herkennen in hun eigen leven?
Wat ik zocht met de PopUpKerk?
De Droominee (woordkunstenaar Rik Zutphen) schreef ooit:
Dit is de kerk van brokkenpiloten waar ik voor voel
we zijn een stille wanorde, ontregelde boel
we hebben het niet op een rijtje
we falen bij de vleet dat is een voldongen feit
vanuit hemels perspectief zijn we allemaal gelijk
geen verschil in behandeling tussen jou en mij
je anders denken en zondigen zet ik voor de goegemeente niet te kijk
we leven in dezelfde wereld gebroken
we zullen liefdesvuur stoken met de verstotenen
of buitenbeentjes die het slecht trekken
en geen verstikkende Bijbelteksten gebruiken om ze te nekken
spreek voor degene die weerloos zijn in hemelsnaam
we zijn passievolle prutsers en knoeipotten zonder schaam
Rik sluit zijn stuk even verderop af met :
we zijn de kerk van brokkenpiloten
gezegend zijn zij die het verkloten
zalig zijn zij die proberen maar mislukken
Christus laat zich vinden te midden van brokstukken
niet om te oordelen maar om te redden
wat er te redden valt tussen schip en wal
we zijn onvolmaakt en verre van af.
De kerk als plek waar het ongeloof in zowel het maatschappelijke als het religieuze ideaal wordt gevierd. Hier komt het niet allemaal goed, hier zijn we niet allemaal nette mensen. We deugen maar mondjesmaat, het op tafel leggen van die realiteit zónder daarvoor de oplossing aan te dragen, is een wekelijkse zondagse oefening waard. Laat de kerk, welke kerk dan ook, een plek zijn om het ongemak, de frustratie, de pijn uit te houden. Wie die niet uit kan houden, kan maar beperkt liefhebben. De gemeenschap van de kerk bestaat ook om het lijden samen te dragen
(...) Aan hen die nooit ergens hebben thuisgehoord, de zwarte schapen en vreemde vogels in rechttoe-rechtaan gezinnen.
Aan de onbegrepenen, de gekleurde kwasten in een zwart-witte wereld, aan de eenzamen.
Aan hen die zien wat er onder het zuchten van de mensheid leeft.
Aan degenen die kiezen te voelen, ondanks dat het hen soms verscheurt, voelen wat anderen te bang zijn om te voelen.
Aan degenen die nooit hebben toebehoord, zeggen we:
‘Welkom thuis. Blijf nog even.
Doe je schoenen uit, leg je zwaard af, er huist hoop in deze muren, er is een bed om te rusten, moeie ziel.
Vind rust. Welkom thuis.
Hier hoef je niet over je schouder te kijken.
Hier hoef je niet te vergelijken. Geen meetlat. Geen succes. Geen falen.
Welkom thuis. Welkom thuis’.
(Uit Joel Mc Kerrow – Welcome Home – vert. Rikko Voorberg)
-----------------------------Rikko Voorberg-------------------------
Geloven op straat
“God geeft niet meer zoveel om mij…”
(citaat B. C.)
Een pijnlijke uitspraak van een van onze Eindhovense daklozen.
Pijnlijk, omdat ik geloof dat het niet waar is. Pijnlijker, omdat wij als samenleving niet in staat lijken te zijn deze persoon een gevoel van waarde te geven. Tegelijk maakt het me ook verdrietig. Welk beeld heeft deze man van God gekregen en wat zegt dit over zijn zelfbeeld? Ik zie een stukje van de lijdende Jezus in hem, maar hij herkent de liefde en zorg van God Zelf niet in mijn ogen…
Zingevingsvragen die we in het straatpastoraat tegen komen zijn niet altijd direct gelinkt aan God. Veel vaker is de vraag bijvoorbeeld: “Waarom overkomt me dit ”, of “Denken ze dat ik gek ben”, “Wat heb ik nou nog te bieden?”
In het boek Deuteronomium wordt uitgebreid stilgestaan bij het wettelijke systeem dat God het volk Israël mee geeft om in het Beloofde Land te voorkomen dat mensen vervallen in ellendige armoede. Om een goede samenleving te zijn. Rechtvaardig en barmhartig. In volledig vertrouwen op Gods zorg. Niemand hoeft arm te zijn, want God zegent het land (Deut. 15: 4-5). En toch zullen er altijd armen zijn; het volk krijgt de opdracht om vrijgevig te zijn tegenover iedereen die in armoede leeft of er slecht aan toe is (Deut. 15: 11).
In dit gedeelte wordt al pijnlijk duidelijk dat het ons mensen niet lukt een dusdanig systeem te creëren waarin we wederkerig, barmhartig en gelijkwaardig met elkaar om kunnen gaan. Het lukt ons gewoonweg niet om ons eigen belang, onze macht of ‘de regel’ ondergeschikt te maken aan de menselijke maat. Het systeem waar wij in leven wordt steeds verder dichtgetimmerd om zo te voorkomen dat mensen misbruik maken van dat waar ze geen recht op hebben. Hoezo kwijtschelding van schulden na 7 jaar (Deut. 15: 1-2)?
Vanuit onze overheid wordt met wantrouwen naar de burger gekeken; bewijs eerst maar eens dat je niet fraudeert. Langzaamaan sijpelt dit wantrouwen ook de andere kant op en komt het de Tweede Kamer binnen. Ik hoor het onze minister president Rutte nog zeggen in het zogenaamde sms-debat: “Als het vertrouwen er niet meer is, dan ga ik andere dingen doen”. Hij zou het kunnen. Iets anders gaan doen. Maar wat ga je doen als je helemaal niets meer hebt. Niets mag, omdat je geen recht hebt. Niet weet waar je die avond eet, kan douchen of mag slapen.
Hoe kan dan, de dakloze, de arme, de mens aan de rand van de samenleving, de verslaafde of verwarde mens het geloofsvertrouwen nog vasthouden? Of terug krijgen, wanneer men dusdanig teleurgesteld is en onze zorg niet meer kan of wil ontvangen? Geloven we zelf eigenlijk nog wel in ons sociale maatschappelijke zorg als we zoveel dingen mis zien gaan?
Dat is dan ook de geloofsvraag van de straat; “Is er nog hoop in mijn situatie, in de overheid, in de mensheid, in God”?
Ik denk dat Kirsten Wuijster het heel raak schrijft in haar stukje in Samen 51.6. Wij kunnen als christenen zeker van betekenis zijn in de levens van mensen die op welke manier dan ook arm zijn; financieel, in sociaal netwerk, dakloos, in geloofsvertrouwen. Door liefde en recht te doen. Door tijd te maken voor de ander. Te luisteren naar het verhaal achter de mens. Door op te staan tegen onrecht. Een stem te geven aan hen die geen stem hebben.
Wat zijn we als christenen dan rijk gezegend met de Geest van de Heer. In Mattheus 26:11 bevestigt Jezus de woorden van Deuteronomium: ‘Want de armen zijn altijd bij jullie’. En daarbij zegt Hij ook: ‘Maar ik zal niet altijd bij jullie zijn’. Deze uitspraak doet Jezus nadat Hij gezalfd werd door een (onbekende) vrouw, als voorbereiding op Zijn dood. Tegelijk is het ook een voorbereiding op wat er daarna komt; Zijn opstanding, de hemelvaart en Pinksteren; de uitstorting van de Heilige Geest. Wij mensen zijn gezalfd met Zijn Heilige Geest. Door Hem en met Hem zijn wij in staat om een naaste te zijn voor onze naasten. Mogen we doen wat Jezus ons voordeed. Omzien naar hen die op welke manier dan ook met uitsluiting te maken hebben. Om die ander vertrouwen te leren en te geven. Geloofsvertrouwen. Geloof in hemzelf. In de maatschappij. In God.
In de ontmoeting met ‘de mensen van de straat’ wordt God en geloof prachtig zichtbaar. Ik ben er niet zomaar voor hen, zij zijn er juist voor mij! Deze mensen weten namelijk wat geven en delen is, omdat ook zij hebben leren ontvangen in tijd van nood. Deze mensen hebben de moed om eerlijk en oprecht te zijn, ook als dit ingaat tegen het sociaal wenselijke; hoe moedig was Jezus niet tegen het gezag van zijn tijd? Deze mensen leggen bloot waar we als maatschappij de plank misslaan; ze zijn vaak de schaamte al voorbij en confronteren ons daardoor met het tekort van onze maakbare maatschappij. Wie is er dan eigenlijk arm?
Deze mensen zijn voor mij de spiegel waarin ik Jezus mag zien. Zij leren mij hoe Hij deed. Zoveel geeft God dus om ons dat Hij er Zelf voor naar de aarde kwam en zichtbaar aanwezig is in alle mensen om ons heen.
In de ontmoeting ontstaat er dan ineens een moment van wederzijdse ontroering. We krijgen een knipoog van de nieuwe schepping…
Ik vergeet nooit meer dat, toen ik nog bij ’t Hemeltje werkte, mijn collega en ik een briefje kregen van een van onze jonge gasten. Hij zat op dat moment vast in de gevangenis in Vught en we waren, tegen het gebruikelijke in, bij hem op bezoek geweest. Op de enveloppe stond: ‘Aan de engelen van de Hemel’. Op zo’n moment raakt de hemel de aarde even aan. Door de Geest werden we allemaal in beweging gebracht en waren we van waardevolle betekenis in het (geloofs)leven van elkaar.
Gelooft u nog in ons?
Gerdien de Graaf, straatpastor i.o.
www.straatpastoraateindhoven.nl
-----------------------------------------------------------------------------------------
God wat ben je mooi
De zomer is voor veel mensen een mooie tijd. Velen van ons genieten van het mooie weer. Tijdens vakanties hebben we vaak ook meer aandacht voor het mooie om ons heen. We gaan op zoek naar mooie plaatsen, we hebben tijd om musea, tentoonstellingen, concerten te bezoeken. Voor velen is de natuur zelf het mooiste schouwspel om van te genieten.
Wanneer we iets als mooi beleven dan is het vaak een onverwachte ervaring die ons treft, een ervaring die ons tot in ons binnenste ontroert, een intens mooie zonsondergang, een mooi schilderij, prachtige muziek. Koester die momenten; het zijn bijzondere momenten.
Wat is nu het mooie, het schone?
Schoonheid is niet te definiëren. Het ontsnapt aan een duidelijke omschrijving. Wat we mooi vinden is vaak ook subjectief. Wat we als mooi ervaren heeft met veel factoren te maken. Schoonheid is dat wat bij het zien of horen een gevoel van behagen opwekt. Dat is de meest algemene omschrijving ervan.
Schoonheid heeft met verhouding, harmonie, glans en klank te maken. En hoewel het een heel persoonlijke ervaring is wanneer we ‘iets mooi vinden’ beleven we het tegelijkertijd als ‘iets dat mooi is’. Als iets dat verder reikt dan onze eigen persoonlijke beleving. Ik verwacht dat wat ik mooi vind in wezen mooi is.
Heeft de schoonheid die we ervaren ook iets met geloof te maken?
Mensen kunnen schoonheid ervaren als iets dat verwijst naar God. De violist Yehudi Menuhin vertelde eens dat na afloop van een concert Einstein bij hem kwam en zei: ‘Dank u, heer Menuhin; u heeft opnieuw aan me bewezen dat er een God in de hemel is’
.
Schoonheid is één van de eigenschappen van God. Schoonheid heeft daarmee een link met het goddelijke. Wanneer we God omschrijven spreken we over Gods heerlijkheid. We kunnen de heerlijkheid van God waarnemen en we kunnen de schoonheid in zijn wereld waarnemen. Schoonheid van mensen, tussen mensen, in wat mensen hebben gemaakt enz. Augustinus roept God aan als ‘Schoonheid van al wat schoon is’. God wat ben je mooi.
Het heilige omvat het schone. Daardoor is schoonheid een belangrijke waarde in de christelijke geloofstraditie. En dat is de reden waarom we zo veel aandacht schenken aan de schoonheid en heiligheid in het kerkgebouw, de (kerk)muziek, het lied en de liturgie. Velen die deze zomer weer op reis gaan, gaan bijna als vanzelf onderweg de mooie kerken bezoeken en genieten van het mooie dat daar te zien en te beleven is.
Daar in de kerken ervaren we ook dat een christelijk schoonheidsbegrip verder reikt dan een standaardopvatting van het schone. Want het enige volkomen schone beeld van God in onze wereld is Christus. Ook het lijden en het lelijke van de zonde krijgen een plaats in de christelijke opvatting van schoonheid. Kruis en schoonheid worden met elkaar verbonden.
Het lelijke en het gruwelijke van kruis en martelaarschap is het tegengestelde van het mooie. Maar het laat ons juist als een schrikbeeld verlangen naar het mooie. De schoonheid van Christus is dat Christus de diepten van het zijn opneemt tot in zijn hemelse heerlijkheid.
Een christelijk begrip van schoonheid kan niet ontwikkeld worden zonder het lelijke van het kruis, van lijden en onrecht. In dit geval is er onderscheid te maken tussen gemakkelijke schoonheid zoals eenvoudige melodieën of een mooi menselijk gelaat die spontaan een reactie van genoegen oproepen en moeilijke schoonheid die verder gaat dan oppervlakkige schoonheid.
Een kunstenaar kan juist verborgen schoonheid aan het licht brengen, zoals Rembrandt de schoonheid kan laten zien van een oude vrouw die bidt. Er is dan bezinning nodig voordat we iets als schoon of lelijk beoordelen.
Het leven is waard om geleefd te worden, alleen al vanwege het genieten van schoonheid. Schoonheid behoort tot de vreugde van de sjaloom, tot de vreugde van het komende Rijk van God.
Het beleven van het mooie wekt als vanzelf het verlangen naar het goede. In een wereld zonder schoonheid verliest het goede zijn aantrekkingskracht.
Het is een levenskunst je te richten op het schone en dat juist binnen te laten. De ervaring van schoonheid maakt gelukkig; het is een vorm van genade.
Ik wens u veel mooie momenten en ervaringen van schoonheid toe in deze zomermaanden.
Susanne Freytag
Maar wat heb ik lief als ik U liefheb?
Niet een mooi lichaam,
geen schoonheid die voorbijgaat,
geen licht dat onze ogen graag zien,
geen mooie melodieën van allerlei liederen,
niet de fijne geur van bloemen of van parfum of zalf,
geen manna en geen honing,
niet een lief lichaam om te omhelzen.
Dat heb ik niet lief als ik mijn God liefheb.
En toch heb ik wel zoiets lief als licht,
zoiets als een stem en als een geur,
zoiets als voedsel en als een omhelzing,
als ik mijn God liefheb:
hij is licht en klank en geur en voedsel,
hij is de omhelzing van mijn innerlijke mens,
waar voor mijn ziel oplicht wat niet aan plaats gebonden is,
waar klinkt wat de tijd je niet afneemt,
waar een geur is, die niet op de wind verwaait,
waar smaken niet minder wordt door eten,
waar omhelzing niet loslaat door verzadiging.
Dit heb ik lief als ik mijn God liefheb.
Aurelius Augustinus
Pag. 1350 (NLB)
----------------------------------------------------------------------
Vrijheid
Afgelopen Pinksteren was er een gemeenschappelijke dienst in de Johanneskerk, samen met Wijkgemeente-Zuid. Deze dienst was weer helemaal als vanouds. Alle stoelen stonden weer in de kerkzaal en het zat helemaal vol.
Iedereen zong ook weer uit volle borst mee. Vergeten was dat het ruim twee jaar geleden was dat we echt weer in een geheel kerk konden vieren. Het is een bevrijdend gevoel dat alle coronabeperkingen nu weg zijn. Het is te hopen dat dit zo blijft en dat we van nu af aan de diensten kunnen vieren zoals we altijd gewend waren. Het valt pas op hoe mooi dit is als het ineens niet meer kan.
Ook in de maatschappij is de vrijheid weer terug en we maken er gretig gebruik van. Als je de drukte en de lange rijen ziet op Schiphol lijkt het of iedereen in Nederland tegelijk op vakantie gaat. Ook op Eindhoven Airport is het weer heel druk en het lawaai van de vliegtuigen (ik woon in Acht) is weer helemaal terug. Overal in Nederland zitten de terrasjes helemaal vol. Dat valt nu eens te meer op, omdat sinds corona er veel meer terrassen zijn bij gekomen. Iedereen is blij met de nieuwverworven vrijheid.
Dit is het tegenovergestelde van wat er elders in Europa gebeurt. De oorlog in de Oekraïne duurt nu al meer dan honderd dagen en er lijkt voorlopig geen eind aan te komen. Miljoenen mensen zijn op de vlucht van het oorlogsgeweld, zowel naar het westen van de Oekraïne, als ook naar de rest van Europa. Mensen in het oorlogsgebied brengen het grootste deel van de dag door in schuilkelders en kunnen soms niet wegkomen voor het geweld. Iedere dag komen tientallen soldaten om en nog meer raken gewond. De mensen in de Oekraïne snakken naar de vrijheid die elders in Europa zo gewoon is.
Wellicht ook als gevolg van de oorlog is er in Nederland een toenemend probleem met de opvang van asielzoekers. Er is onvoldoende ruimte om de instroom op te vangen en een dak boven het hoofd te bieden. Iedere dag hoor je van asielzoekers die op stoelen moeten overnachten. Opvang die beschikbaar was, wordt gebruikt voor vluchtelingen uit de Oekraïne en kan niet meer ingezet worden voor asielzoekers. De tegenstelling met ons allen die het zo goed hebben is groot.
Laten we hopen en bidden, dat de vrijheid, waarvan wij zo genieten ook gaat gelden voor de mensen in de Oekraïne en voor alle andere mensen die op de vlucht zijn, ook die asiel zoeken voor een oorlog in hun land. Laten we ook hopen dat de oorlogen tot een einde zullen komen, zodat de mensen als ze dat willen weer terug kunnen keren naar hun eigen land en in vrijheid kunnen leven.
Ik wens u allen een fijne vakantieperiode en geniet van uw vrijheid.
-------------------------------Henk Grootjans--------------------------------
Acceptgiro stopt
Heeft u het ook gelezen in de krant?
De acceptgiro gaat stoppen per 1 juni 2023.
Currence, de producteigenaar van de acceptgiro, heeft besloten op die datum definitief te stoppen met de acceptgiro, omdat het gebruik hiervan flink is afgenomen. Minder gebruik door zowel de aanbieder van de acceptgiro als door de ontvanger.
Onlangs heeft u nog een acceptgiro van ons ontvangen voor uw bijdrage aan de Solidariteitskas. In oktober krijgt u nog een acceptgiro voor de Jaaractie van de Diaconie. Ook voor Actie Kerkbalans hebben diverse gemeenteleden aangegeven nog in bepaalde maanden een acceptgiro te willen ontvangen.
We gebruiken dus nog op meerdere fronten de acceptgiro.
Dat kan in de toekomst dus niet meer.
Andere betaalmethodes
We zullen gebruik moeten gaan maken van andere betaalmethodes, zoals automatische incasso’s, betaallinks of betaalinstructies op schrift. Velen van u maken reeds gebruik van internetbankieren.
Het College van Kerkrentmeesters (CvK) zal in haar aanstaande vergadering spreken over de aanpak van de geldwervingsronden van volgend daar. Blijven we bijvoorbeeld meerdere geldwervingsrondes organiseren of maken we een andere keuze. Daarnaast wordt momenteel ook onderzocht of we u ook andere mogelijkheden van betalen kunnen gaan bieden.
We houden u op de hoogte, maar vragen u gelijktijdig ook om met ons mee te bewegen.
Bij voorbaat dank.
Met hartelijke groet,
College van Kerkrentmeesters,
Henk Broekhuizen
Wouter Leibbrandt
Teun Poot
Johan Zwart
--------------------------------------------------------------------------
Naar een nieuwe toekomst van de diaconie
Op onze laatste vergadering van het College van Diakenen spraken wij over de voortgang van ons college vanaf 2023. Er is nog steeds een vacature voor het secretariaat. Volgend voorjaar zit de laatste termijn van de voorzitter erop en moet er over opvolging worden gedacht. En dit, terwijl ook de diaconieën moeite hebben voldoende vrijwilligers te vinden. Een goede gelegenheid daar weer eens wat dieper over na te denken en stil te staan bij de vraag wat van ons mag worden verwacht. Maken we nog steeds de juiste keuzes en functioneren we wel altijd op de goede manier?
Een mooi thema om daar het volgende seizoen mee te beginnen. Hoe kunnen we dat doen. Een goed idee leek ons om te beginnen elkaar onze droom over diaconie te vertellen. Daartoe heb ik een aanzet gegeven. Voor mij een goede gelegenheid om bij mijn naderend afscheid stil te staan bij twaalf jaar diakenschap, waarvan ruim 8 jaar als voorzitter van het CvD.
Het vertrekpunt is waar we nu staan en wat we nu doen. De vragen die opdoemen zijn: ‘wat willen wij’ en daarna ‘wat kunnen we aan, hoe maken we keuzes ‘? Tenslotte hoe organiseren we wat daarvoor nodig is.
Acht jaar geleden was er veel beroering in de diaconie. Wij verkeerden in een crisis. De samenwerking met de andere geledingen van de kerk was beroerd. We stelden ons toen gelijksoortige vragen en maakten een omslag. We namen afscheid van Anne van Steenwijk als voorzitter van het CvD met een prachtig symposium.
Eén van de uitgangspunten om tot een beter functioneren van de diaconie te komen was: minder vergaderen, anders vergaderen, meer op de inhoud en op de samenwerking. We dachten aan één diaconie voor heel Eindhoven breed. Dat was echter vanwege de kerkorde niet mogelijk. Bovendien was er tijd nodig om al doende met elkaar op weg te gaan.
De kracht van diakenen ligt bij wat zij doen. Ze hebben de wens om het leven voor mensen in nood te verlichten en de samenleving te verbeteren. Dat is mooi, maar te hoog gestemde idealen vergroten het risico op frustratie. Als er teveel van ons wordt gevraagd, meer dan wij aankunnen en als morele plicht persoonlijke interesse overheerst, daalt de motivatie. We gaan meer discussiëren en minder doen en dat is niet goed. Interessegebieden kunnen uiteenlopen. Dit kan ook een valkuil zijn als er strijd ontstaat om elkaar te overtuigen van ons eigen idee. Luisteren naar elkaar is belangrijker, want dromen mag. Dat kan onszelf inspireren en door elkaar onze dromen te vertellen kunnen we anderen inspireren.
Er zijn een aantal concrete punten die onze aandacht vragen. Het aantal ambtsdragers wordt gestaag minder en dat geldt ook het aantal diakenen. Het wordt steeds moeilijker om vrijwilligers te vinden die diaken willen worden of een andere functie willen vervullen. Al jaren is de functie van secretaris vacant en mijn termijn als voorzitter loopt over een jaar af. Hoe gaan we daarmee om? Kunnen we taken verdelen? En hoe zit het dan met verantwoordelijkheden. Let wel op; het CvD is een rechtspersoon. Dat gegeven stelt juridisch eisen. Bijvoorbeeld een voorzitter en een secretaris die het CvD in rechte vertegenwoordigen.
Laat ik beginnen met míjn droom te vertellen:
Ik ben kort na WO II geboren als wereldverbeteraar - met een opdracht. De wereld lag in puin. De vorige generatie vond dat zij – ondanks hun idealen – had gefaald. Zij hadden de puinhoop veroorzaakt. ‘Dit nooit weer’ kreeg de nieuwe generatie op zijn bordje. Die opdracht heb ik zonder nadenken aanvaard. Het is mijn opdracht. Of mijn romantische droom van een vredige wereld waar voor ieder mens plaats is daaraan vooraf ging, durf ik niet te zeggen. Dat weet ik niet. Zoekend naar mijn weg kwam ik in de politiek terecht en in het sociale werk. Na verloop van jaren bij de kerk. De eerste teleurstellingen in mijn ijver de wereld te verbeteren zette mij aan het denken. Ik maakte mij het adagium ‘verbeter de wereld, begin bij jezelf’ eigen. Daar voegde ik een uitspraak van de Duitse kunstenaar Joseph Beuys ‘Jeder Mensch ist ein Künstler’ aan toe. Het is zijn oproep aan de mens om de creatieve kracht die ieder in zich heeft te ontwikkelen.
Dat is ook de roep van Christus. Zijn evangelie. Hij liet het in zijn leven en dood zien. Hij laat het nog steeds zien. Het gezicht van Christus is een diaconaal gezicht. Dat gezicht is het gezicht van de kerk.
Ik droom van een diaconie die het gezicht van de kerk is. Een open gezicht waarin ruimte is voor iedereen. Gelovigen en twijfelaars, ongeacht welke kerk of groepering; ongelovigen en verstokte atheïsten (hebt uw vijanden lief). Een gezicht dat uitnodigt tot dialoog en samenwerking, tot rechtvaardigheid en gerechtigheid, tot liefde en het leven delen. Een gezicht dat fouten niet veroordeeld, dat ruimte biedt tot reflectie op onze daden.
Tot slot:
Dit is mijn droom, mijn drijvende kracht. Die zal voor ieder anders zijn, maar ik hoop dat hij inspireert. Dit laat ik achter als ik volgend jaar opstap en jullie met elkaar verder gaan, nieuwe wegen ontdekkend.
Ik zou graag willen afsluiten met een symposium in het voorjaar van 2023 over de kerk in de publieke ruimte, het diaconale gezicht van de kerk. Een verdere uitwerking van de thema-avond die Petra Zweers en ik hadden voorbereid maar die door corona niet doorging. Petra en ik hebben binnenkort een afspraak om dit te bespreken.
Ondertussen kunnen we het komende seizoen aan de slag om ons voor te bereiden op de toekomst. Wie droomt er mee.
----Leo Steinhauzer, Voorzitter College van Diakenen--------
Samen
Onlangs hebben we weer eens samen met onze gasten gegeten. De maaltijd werd aangeboden en georganiseerd door Amaro. Deze keer niet in de Catherinakerk maar in het Stroomhuis.
Echte Eindhovenaren weten waar dit pand is, maar voor iemand van ‘boven de rivieren’, die pas vijftig jaar in Brabant woont, was het verrassing om uit te zoeken waar dit huis stond. De binnenhuisarchitectuur zou je als eclectisch kunnen bestempelen, oftewel een samengeraapt zooitje. De etensgeuren waren me al tegemoet gestroomd. De gasten stroomden ook binnen en even later waren alle tafeltjes bezet. Aan een tafelschikking werd niet gedaan, iedereen zocht bewust of intuïtief een plaatsje aan een van de feestelijk gedekte tafels.
Ik kwam naast een wat oudere dame te zitten, die met haar zoon was meegekomen. Vol verbazing keek ze naar de uitstalling om haar heen en wat er zoal op tafel stond. Een karaf met water, waarin ook takjes kruiden dobberden. Na enig aandringen besloot ze een glas te nemen en haar gezicht klaarde helemaal op. Zoiets had ze nog nooit geproefd, dat was best lekker. Als voorgerecht was er soep, kokossoep. Ze liet het zich allemaal lekker smaken en werd ook steeds spraakzamer. Om ons heen hoorden we geanimeerde gesprekken en het was een gezellig geroezemoes. Niemand sprak met stemverheffing. Niemand voelde zich opgeprikt of ongemakkelijk. Niet alleen het samen zijn, maar ook het samen eten, liet een huiselijke sfeer ontstaan. Ik realiseerde me dat onze gasten natuurlijk dagelijks eten, maar dat ze dat meestal in hun eentje doen. Het was fijn om te merken dat mensen openbloeien als ze zich kunnen laten zien aan anderen. En dat allemaal bij een etentje, dat overigens voortreffelijk verzorgd was.
Na het eten stond er aan aantal mensen op, maar sommigen had toch behoefte om het samen zijn te verlengen en bleven nog een poosje zitten. Er daalde een tevredenheid neer in het Stroomhuis. Met een fijn en dankbaar gevoel fietste ik naar huis.
---Janny Otto, Vrijwilliger Open Huis St. Cathrien, 15 juni 2022--
Zomer in kleuren en geuren
De geur van vers gemaaid gras roept in mij altijd de herinnering op aan de tijd dat ik naar de middelbare school fietste, langs weilanden waar gehooid werd.
Fluitenkruid langs de bermen doet me denken aan mijn moeder, die dol was op deze schermbloemen en een herinnering aan het Pieterpad dat we samen hebben gelopen.
Aan welke kleuren denkt u bij dit zomerseizoen? Zijn er misschien ook geuren die voor u bij de zomer horen? Voordat u verder leest is het misschien aardig om daar eens bij stil te staan: welke kleur en geur geef ik zelf aan de zomer, welke herinnering komt boven?
Soms ga ik met een cliënt naar buiten om in de tuin een frisse neus te halen, wind in je haren, zon op je gezicht… Voor velen van ons is dat misschien vanzelfsprekend, maar voor oude mensen in een zorginstelling soms een uitje. Met de rolstoel over de paden door de Kwettertuin, kijken bij het kasje waar tomaten groeien, langs de moestuinbakken met courgette, bietjes, aardbeien (netje erover als bescherming tegen vogels en plukgrage vingers!).
We praten over groene vingers, over de moestuin vroeger thuis. Er komen steevast verhalen los, over de afrikaantjes en begonia’s. Meewerken, schoefelen, boontjes doppen. Langs het tuinpad van mijn vader….
Een vleug weemoed, net als in dat liedje, gezongen door Wim Sonneveld.
Wat ik leer van mensen met dementie is om te genieten in het moment zelf. Niet gisteren of morgen, maar vandaag, sterker nog: nu, dit moment telt!
Want soms gebeurt het dat de ervaring van het buitenzijn alweer vervlogen is bij terugkeer in de huiskamer, in de drukte met andere mensen erbij.
Leven in het nu. Dat kun je oefenen in een meditatiecursus of Mindful-training. Ik leer het van deze bewoners: dit moment, dit contact in het nu. Dat telt. Dat heeft en geeft zin!
Fijne zomer gewenst, met mooie momenten.
Petra Speelman, geestelijk verzorger Vitalis Woonzorggroep, in Wissehaege en Engelsbergen
---------------------------------------------------------------------------------
Wijsheid
Er bestaat een spreekwoord: Grijze haren zijn geen teken van wijsheid, maar van ouderdom. Dit suggereert dat niet alle oude mensen ook wijs zijn. Je kunt wel een lang leven gehad hebben, zonder dat je wijs bent geworden. We ontmoeten zulke mensen wel eens. Sommige ouderen kunnen vasthouden aan vroeger en weinig flexibel zijn.
Zijn er in de geschiedenis mensen aan te wijzen bij wie ouderdom en wijsheid wel gepaard gingen? Vroeger werden mensen gemiddeld lang niet zo oud als tegenwoordig. Maar er waren toch wel zeer bejaarde personen. Joost van den Vondel (1587-1679), de bekende dichter, werd 92 jaar. Hij schreef op zijn tachtigste nog het drama Noah. Andere voorbeelden zijn Desiderius Erasmus (1466-1536), beroemd humanist, 70 jaar, Johan van Oldenbarnevelt (1547-1619), staatsman, die op zijn eenenzeventigste werd geëxecuteerd. Zij stonden bekend om hun grote wijsheid. Daarentegen was er ook Michiel van Bommel (1669-1763), textielfabrikant in Tilburg, die zelfs 93 jaar is geworden. Van hem is bekend dat hij zeer opvliegend was en moeilijk in de omgang. Die was dus niet zo wijs te noemen.
In de huidige tijd worden van tijd tot tijd mensen om hun wijsheid ingeschakeld om problemen op te lossen, zoals bij kabinetsformaties. Zij geven dan adviezen, die echter niet altijd ter harte worden genomen.
Wat bedoelen we eigenlijk met wijsheid? Van de filosoof Van Riessen herinner ik mij dat hij zei: wijsheid is weten wat je doen moet en het dan ook doen. Daar hoort dan bij dat je mensenkennis en inzicht hebt en probleemoplossend vermogen bezit. Zo waren er voor en tijdens de oorlog mensen die het gevaar van het nationaal-socialistisch gedachtengoed onderkenden en ervoor waarschuwden.
Onlangs verscheen een boek van Frits de Lange (Eindelijk volwassen. De wijsheid van de tweede levenshelft). Hij is van mening dat naast die praktische betekenis van wijsheid ook behoort: zelfkennis, zelfbeheersing, zelfrelativering, zelfinzicht, zoals de overweging of je motieven wel altijd zuiver zijn.
Zijn wij in de plaatselijke en de landelijke kerken gezegend met mensen die die verschillende eigenschappen bezitten? Van wie wij vinden dat zij wijs zijn? En wordt er dan gebruik gemaakt van hun wijsheid?
Het is interessant te lezen wat Jacobus daarover schreef in zijn zendbrief.
Wie van u kan wijs en verstandig genoemd worden? Laat hij (of zij) het daadwerkelijk bewijzen door een onberispelijk leven en door wijze zachtmoedigheid. Wijsheid van boven is vredelievend, mild en meegaand, vol van ontferming, onpartijdig en oprecht.
Laten we hopen dat wijze mensen, ouden en minder ouden, om ons heen zijn en ook onder hen die leiding moeten geven.
------------------------------Gerard van Gurp-------------------
Mensenrechten
In de aankomsthal sprak ik een ouder stel, een man en een vrouw. Ze vertelden dat ze hun zoon kwamen ophalen, die samen met zijn man, uit een Oost-Europees land kwam.
Ik vroeg hoe dat is in dat land, twee mannen samen. Ze vertelden dat hun zoon werkt bij de Europese Commissie voor de Rechten van de Mens, in het bijzonder homorechten. Ze waren trots op hun zoon, dat hij dit werk doet, en ze vertelden er met enthousiasme over.
Wat bijzonder om zulke trotse ouders te ontmoeten, met een zoon die zulk zinvol en mooi werk doet. Op het vliegveld vind je de maatschappij onder een vergrootglas. Met alle diversiteit en alle variaties. Hoopvol om te horen, dat er gewerkt wordt aan mensenrechten.
-------------------------------Mirjam van Nie-------------------------
Rotbaan
Veel reizigers op het vliegveld gaan op vakantie. Vakantiegangers zijn vaak in een vrolijke stemming, ze hebben er zin in, en dat is duidelijk te zien en te horen. Maar er zijn ook reizigers die onderweg zijn voor hun werk.
Verschillende keren heb ik jonge mensen gesproken die werken in een distributiecentrum. Allemaal vinden ze dat een vreselijke rotbaan. Of iemand die in de binnenscheepvaart werkt. Drie weken de Rijn af, met een schip volgeladen, en één week naar huis, ergens in Oost-Europa. Deze man zei dat hij blij zou zijn als hij met pensioen kon gaan.
En wat dacht u van al die Polen, die hier in Nederland, komen werken bij de asperges, of ergens anders, en na een paar weken weer terug gaan? Hoe zijn hun arbeidsvoorwaarden? Hoe is hun huisvesting? Wat verdienen ze eigenlijk? Dat zijn vragen die vrolijke vakantiegangers niet stellen. Daarom is het goed ook deze mensen te spreken en hun verhaal aan te horen. Dat al het werk dat ze doen, niet geminacht wordt. Iemand ziet ze staan, ook zij mogen er zijn.
--------------------------------Mirjam van Nie-----------------------------
Diaconaal Inloophuis ’t Hemeltje
Op vakantie?
Dit stukje verschijnt in het juli-augustus-nummer van Samen. Een nummer dat precies in de zomervakantie valt. Misschien bent u nog aan het kijken waar u naar toe gaat op vakantie: in Nederland of toch naar het buitenland. Gaan we met de auto, het vliegtuig, de fiets of lopend? Dat noemen we dan voorpret of vakantiestress. Kiest u maar.
Voor de gasten van Diaconaal Inloophuis ’t Hemeltje is er geen vakantie. Als je dakloos bent, is vakantie vieren niet mogelijk. En denk niet dat zij ‘vakantie’ hebben. Het leven op straat is zwaar en vergt veel van mensen. Daarom is ’t Hemeltje ook gewoon open, van zondag tot en met donderdag. De gasten kunnen dan lekker in de tuin zitten bij goed weer. Een plek om even bij te tanken, letterlijk omdat er eten en drinken is en figuurlijk even geen gedoe, een plek waar het rustig en veilig is. Maar onze vrijwilligers gaan wel op vakantie en dan hebben we soms een krappe bezetting. We hopen altijd dat we niet een dag dicht moeten omdat er te weinig vrijwilligers zijn. Daarom zijn we druk op zoek naar nieuwe vrijwilligers die mee willen helpen bij ’t Hemeltje. Vandaar deze ‘advertentie’.
Vacature:
Wij zijn dringend op zoek naar mensen, die op dinsdag- of donderdagmorgen voor onze gasten zouden willen koken.
Er wordt gekookt met tenminste twee personen. Op dit moment is de groep, waarvoor gekookt wordt ca. veertig personen groot. In overleg wordt bepaald wat er gekookt wordt. Per maand wordt er een menu samengesteld zodat er afwisseling is in hetgeen gekookt wordt. Als meer mensen zich aanmelden, kan er gekookt worden volgens een in overleg samen te stellen rooster.
Wij zijn heel blij met iedereen die hieraan mee zou willen helpen, dat hoeft dus zeker niet elke week. Mocht u hier meer over willen weten, neemt u gerust contact op met ons via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Daarnaast zijn wij ook nog op zoek naar vrijwilligers die tijdens openingsuren met onze gasten een praatje willen maken, een kopje koffie wil geven en samen met de andere vrijwilligers het tijdens de openingsuren gezellig maken. Ook hiervoor kunt u zich aanmelden bij bovengenoemd e-mailadres.
Wilt u meer weten over Diaconaal Inloophuis ’t Hemeltje, kijkt u eens op de website, www.inloophuishemeltje.nl.
Ditta van Eijken
Inloophuis ’t Hemeltje
Graag zien we onze vacature(s) snel vervuld worden, maar het mag/kan ook na de vakantie. Wie weet doet u in de vakantie inspiratie op met nieuwe lekkere gerechten en wilt u die ook wel voor onze gasten maken. Of komt u tot rust en stelt u zich de vraag: wat wil en kan ik doen voor een ander?
Denk dan maar even aan dit stukje…
We wensen u allen een goede vakantie toe, een goede reis en kom weer goed thuis.
Jeannet Venekamp
relatiebeheer
PS: Mocht meer willen lezen over ‘t Hemeltje, dan kunt u zich abonneren op onze digitale nieuwsbrief door een mailtje te sturen naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
----------------------------------------------------------------------
Cantate en de eredienst.
In verschillende steden in Nederland is er een traditie van een maandelijkse uitvoering van een Bach-cantate. Als liefhebber van Bach en van koormuziek bezocht ik al lange tijd de maandelijks cantate-uitvoeringen in de Petruskerk te Nijmegen. Maar via de cantate-agenda van Eduard van Hengel (een van de koorleden in de Nijmeegse uitvoering) ontdekte ik diverse cantate-uitvoeringen in de omgeving. Zo is het al enige jaren mijn traditie geworden om via deze cantate-agenda uit te zoeken welke cantate ik in die week eens zou bezoeken, hetgeen me toch gemiddeld wel drie keer per maand lukte. Wanneer je dat doet, dan kom je ook uitvoeringen tegen binnen een eredienst. En voor mij was er maar één keer nodig om me te realiseren dat de cantates daarvoor bedoeld zijn.
De cantate is uitgesproken kerkmuziek, maar in de calvinistische traditie niet erg geaccepteerd. Calvijn stond niet zo open voor zulke muziek, wel zijn de Geneefse psalmmelodieën rechtstreeks te danken aan zijn inbreng. Luther was zelf musicus en zag dat heel anders. En aan hem danken we vele liederen, waaronder het overbekende ‘Een vaste burcht’.
Luther wilde met het evangelie direct het hart van de gelovige bereiken. Daarom was hij ook een groot voorstander van het gebruik van de moedertaal. Reden waarom Luther veel liederen zelf schreef en de Bijbel in het Duits vertaalde. De cantates zijn ook altijd in de Duitse taal. Maar Luther wist ook dat muziek het hart op een speciale manier bereikt en veel aan de woorden toevoegt. Iedereen zal dat wel ervaren hebben als hij of zij een psalm of lied zingt. De tekst komt sterker binnen, dan wanneer het wordt voorgelezen. Denk maar eens terug aan de Covid-tijd toen er niet gezongen mocht worden in de eredienst.
En Yehudi Menuhin, de wereldberoemde violist van Joodse afkomst zegt van de voorzanger in de synagoge: "His singing, magnifying the meaning of the word, is a passionate expression of faith." (Vertaling: Zijn gezang, dat de betekenis van het woord vergroot, is een gepassioneerde uiting van geloof.)
Zelf hoef ik alleen maar te denken aan 25 maart 2018, toen ik geraakt werd door muziek en tekst: BWV 106, ‘Gottes Zeit ist die allerbeste Zeit’ waar het koor zingt (vertaald): “Het is de oude wet: mens, je moet sterven" waarop de sopraan plotseling daar doorheen zingt: "Ja, ja komm, Herr Jesu", want die opgestane Heer doet die oude wet verbleken. Inderdaad wordt door het zingen de betekenis van het woord vergroot.
Luther ontwierp ook een rooster, waarin aangegeven werd over welke tekst gepreekt moest worden op de 52 zondagen en de christelijke feestdagen van het jaar. De nummering is niet, zoals bij de Heidelbergse Catechismus van 1 tot 52, maar de zondagen worden bij naam genoemd. En zo staan ze altijd te boek bij de cantates zoals Bach ze componeerde: bijvoorbeeld voor de ‘Erster Adventsonntag’; Nun komm, der Heiden Heiland (BWV 61 en BWV 62), met aangegeven teksten Romeinen 13:11-14 en Mattheus 21:1-9; en ‘Wie schön leuchtet der Morgenstern’ (BWV 1) voor ‘Mariae Verkündigung’ met teksten Jesaja 7:10-16 en Lucas 1: 26-38.
In de Lutherse kerk bestond in de oude tijd de traditie dat muziek van het type cantate in de kerkdienst geïntegreerd werd. De bekendste cantateschrijver is Johann Sebastian Bach, maar er waren veel tijdgenoten en voorgangers (Telemann, Schütz, Buxtehude en anderen). Kenmerk is dat de cantate als onderwerp de tekst van de zondag kiest zoals door Luther voorgeschreven.
Bach werd speciaal met dat doel, kerkmuziek, als cantor benoemd in Leipzig. Het is interessant te begrijpen wat een werk er verzet werd tijdens één week: de cantate (meestal een half uur muziek) moest gecomponeerd worden, gekopieerd (met de hand!) ingestudeerd door koor en orkest en op zondag uitgevoerd. Klaar om aan een nieuwe cantate te beginnen voor de volgende zondag. En dit naast alle zaken die Bach deed!
Bach maakte wel gebruik van tekstschrijvers, maar soms bediende hij zich ook van de tekst van Luther zelf. Dan koos hij een tekst uit de Luther-Bijbel of lied uit de Lutherbundel dat goed paste bij de tekst van de zondag en baseerde de cantate geheel op die tekst. Meestal zingt dan het koor het eerste couplet, komen latere coupletten aan de beurt in de volgende aria’s en recitatieven, en wordt het slotcouplet meegezongen door de gemeente. Bach gebruikte dan ook de melodie van dat Luther-lied als muzikaal basisthema.
Muziek is van alle tijden. Maar als je de geschiedenis nagaat zie je ook duidelijk dat muziek vanaf het begin gezongen is: ‘waar het hart vol van is loopt de mond van over’. De Westerse klassieke muziek is op die manier ontstaan, door de eeuwen heen is met name religieuze bezieling de basis geweest voor de drang tot componeren. De klassieke muziek is dus grotendeels gebouwd op de christelijke tradities en moet gezien worden als christelijk erfgoed.
Om Paul Witteman met zijn reclame voor het Concertgebouw te imiteren (ieder die radio 4 regelmatig beluistert zal het herkennen): "We hebben een erfenis gekregen”! Hij heeft het dan over het Concertgebouw. “Wie? Wij”! Hij pleit er voor om deze erfenis door te geven aan de volgende generatie. Ook wij christenen hebben een erfenis gekregen en wat voor erfenis? Een heel bijzondere! Een enorme verzameling kerkmuziek van componisten die het fundament hebben gelegd onder onze hele Westerse muziekcultuur. En die moeten we met hart en ziel overdragen aan de volgende generatie. Dus laten we die schitterende erfenis laten klinken in de eredienst.
Nog een anekdote. In 2000 was het 250 jaar geleden dat Bach gestorven was. Toen werd er natuurlijk aan allerlei facetten van zijn werk aandacht besteed. Ook aan de traditie van de cantate in de kerkdienst die tot op die dag nog steeds werd gehandhaafd in Leipzig. Ik herinner me een gesprek van een verslaggever met een jongetje van 12, die lid was van het jongenskoor dat iedere zondag de cantate voor zijn rekening nam. Het jongetje legde uit hoeveel tijd erin ging zitten: thuis repeteren, samen repeteren, en dan op zondag uitvoeren. En dus kwam de vraag: zou je niet liever met je vriendjes voetballen? Het antwoord van het jongetje: “Die Musik macht alles gut”. Laat ik er nog aan toevoegen: bijna alles, de boodschap van die muziek voegt er nog veel aan toe en maakt alles goed.
--------------------Jan van Egmond, Milsbeek 2022------------------
Toch een beetje thuis
Het internationale studentenwerk vanuit IFES heet HOST. Op de website van het HOST-team in Eindhoven staat (in het Engels): HOST is een groep voor internationale studenten met als doel om de studenten te helpen zich ‘thuis’ te voelen in Eindhoven. Bij HOST mag je gastvrijheid verwachten, het is een plek om vriendschappen te vormen en God te ontmoeten.
Ik ben Jetty Bredius en sinds 2018 ben ik betrokken als studentenwerker voor internationale studenten in Eindhoven. Zelf heb ik ruim tien jaar in Azië gewoond. Mijn werk als studentenwerker is één van de mogelijkheden om mijn ervaringen en kennis in te zetten voor jonge mensen.
Bij een verhuizing naar het buitenland of terugkeer naar het land waar je vandaan komt, hebben veel mensen te maken met een cultuurschok. Je kunt dit omschrijven als: gevoelens van stress en onbehagen die ontstaan als je in een andere cultuur moet functioneren. Vaak wordt dit zichtbaar een aantal maanden na de verhuizing. Dit is wat internationale studenten ook mee maken en wordt regelmatig in gesprekken benoemd. Het sterke heimwee of een verlangen naar de gewoonten van thuis worden dan sterk ervaren.
Gastvrijheid is iets wat ik in het buitenland zelf heb ervaren. Ik werd regelmatig bij mensen uitgenodigd om samen te eten en een avond door te brengen. Ik heb geleerd hoe leuk en leerzaam het is om feestdagen van je eigen land te vieren in een internationale gemeenschap. Dit is iets wat we in Eindhoven ook doen met internationale studenten. Het is bijzonder verrijkend om door de ogen van internationale studenten naar de eigen landen en culturen te kijken.
Ik denk terug aan een avond waarop we een buitenlandse feestdag vierden.
De studenten druppelen binnen. De meegebrachte, nog maar half gebakken cake gaat nog even de oven in. Eén van de studenten gaat achter het keyboard zitten en zucht: ‘Thuis speelde ik elke dag en heb ik een eigen keyboard’. Een andere student is bij de hond gaan zitten en vertelt dat hij de hond van thuis wel erg mist. Samen beginnen we met gebed voor de maaltijd, want geloof is wat ons samenbrengt. Een verlangen en zoektocht om God beter te leren kennen en samen een groep te vormen waar we God ontmoeten. We vinden elkaar vanwege een gedeeld geloof en worden verrijkt en verdiept door de verschillende culturele achtergronden en inzichten die we delen.
Een Aziatische christen vertrok naar haar thuisland en vertelde dat ze had geleerd hoe je een ‘democratische’ Bijbelstudie kon leiden. Ze was gewend om naar een Bijbelstudie te gaan waar één spreker de Bijbel uitlegt. Door het voorbereiden en faciliteren van een Bijbelstudie waarbij iedereen betrokken wordt, heeft ze geleerd hoe verrijkend het is om samen te zoeken in Gods woord naar antwoorden op levensvragen en samen te groeien in het geloof. In haar woorden: een democratische Bijbelstudie.
Voor de studenten is HOST een plaats om vrienden te vinden, voor sommigen de plaats waar ze voor het eerst God ontmoeten, het geloof kunnen verdiepen en ook een beetje thuis zijn
-----Jetty Bredius-Van den Belt, studentwerker bij IFES--------
Geloof, Hoop en Liefde
Terugblik op een speciale dienst
Op Zondag 12 juni hebben wij (Eef, Marte, Rosalijn, Koen en natuurlijk Tjalling) in de Ontmoetingskerk in Eindhoven een speciale dienst georganiseerd met het thema Geloof, Hoop en Liefde.
Het organiseren van deze dienst heeft nogal wat voeten in de aarde gehad. Alleen al een thema bedenken bleek een flinke opgave en vergrootte onze bewondering voor Tjalling, die dat natuurlijk bijna iedere week weer voor elkaar moet boksen. Toch waren we het er vrij snel over eens dat diversiteit, gesymboliseerd door de regenboog, een belangrijke rol moest spelen. Intussen kwamen we er ook nog achter dat de dienst middenin Pride Month viel, dus de keus was snel gemaakt. Diversiteit mag ook binnen de kerk gevierd worden. Wat we meteen erg belangrijk vonden was dat queer mensen binnen de kerk zélf aan het woord moesten komen. Zoals dat gaat bij jonge mensen, leek de dienst ontzettend ver weg, tot het ineens bijna juni was. De appjesfrequentie in de appgroep nam behoorlijke vormen aan, terwijl we koortsachtig probeerden alles voor elkaar te krijgen. Geen nood, het is gelukt.
Die zondag nam de spanning flink toe, maar gelukkig liep alles volgens plan. Op allerlei manieren probeerden we om het thema vorm te geven. Zo hing er een grote regenboogvlag over de kansel en Tjalling had zelfs een regenboogstola weten te ritselen. Tijdens het kindermoment las Tjalling het verhaal ‘Kikker is Kikker’ voor, waarin kikker ontdekt dat hij zichzelf mag zijn. Eef las enkele prachtige gedichten voor uit eigen collectie en ook de liederen waren volledig toegespitst op het thema. Zo zongen we het Taizé-lied Ubi Caritas. Waar zorgzaamheid is, en liefde, daar is God. Ten slotte was er een grote rol voor interviews met queer gemeenteleden, die door Marte professioneel waren verwerkt tot drie hapklare fragmenten.
Natuurlijk mocht ook de preek niet ontbreken en die werd vlammend uitgesproken door Rosalijn. Centraal stond de dubbele houding van de kerk ten opzichte van ‘anders’ zijn. Soms heeft de kerk andersdenkenden omarmd, soms werden die juist vervolgd. Wat voor kerk willen we zijn? Een kerk waarin iedereen mag meedoen, of een kerk die de goeden scheidt van de slechten? Ook in deze tijd staan we voor deze vraag. Ook nu zijn er mensen die buiten de hokjes vallen. Vrouwen willen ook preken, een man wil met een man trouwen, een vrouw met een vrouw. Sommige mensen voelen zich niet meer thuis in het onderscheid tussen man en vrouw. Onze boodschap is dat wij kiezen voor de buitengewone waarde van inclusiviteit, maar dat we niet te snel moeten denken dat we dat doel hebben bereikt. Tolerantie is iets anders dan acceptatie. Iemand niet wegjagen is iets anders dan oprecht geïnteresseerd zijn in diens verhaal en perspectief. We mogen, ook als betrekkelijk open kerk, wel wat actiever en misschien zelfs activistischer zijn in onze nieuwsgierigheid naar elkaar.
Een van de hoogtepunten van de dienst was de boodschap dat de kinderen het nut van de dienst totaal niet hadden ingezien. Ze konden zich niet voorstellen dat mensen konden worden buitengesloten vanwege bijvoorbeeld hun geaardheid. Als alle kinderen zo opgroeien, komt het wel goed met de wereld! Na nog wat mooie liederen en interviews gaf Tjalling iedereen de zegen en konden de gemeenteleden zich onder de zoetgevooisde tonen van Lady Gaga's ‘Born this Way’ richting koffie met regenboogkoek begeven.
Mocht u de dienst hebben bijgewoond: wat ontzettend fijn dat u er was! Heeft u per ongeluk de trein gemist omdat de brug open stond vanwege een kapotte wekker: geen nood, de dienst is online terug te kijken via de website van PKN Eindhoven.
------------------------------Koen-----------------------------------
juni 2022 met thema: "Geloofsbrieven" Lees meer...
Hoor wat de Geest tegen de gemeenten zegt...
bij de brief aan de gemeente in Sardes
Schrijf aan de engel van de gemeente in Sardes:
“Dit zegt Hij die de zeven geesten van God en de zeven sterren heeft: Ik weet wat u doet; men zegt dat u het leven hebt, maar u bent dood. 2 Word wakker, versterk uw laatste krachten: u bent op sterven na dood. Want Ik merk dat uw daden tekortschieten in Gods ogen. 3 Herinner u dat u de boodschap hebt ontvangen en begrepen. Houd eraan vast en kom tot inkeer. Maar als u niet wakker wordt, kom Ik onverwacht als een dief, op een tijdstip dat u niet kent. 4 Maar enkelen in Sardes hebben hun kleren schoon gehouden. Zij zullen bij Me zijn, in het wit gekleed, want ze verdienen het.
5 Wie overwint mag zich ook in het wit kleden. Ik zal zijn naam niet uit het boek van het leven schrappen, maar juist voor hem pleiten ten overstaan van mijn Vader en zijn engelen. 6
Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.”
(Openbaring 3: 1-6)
Christen in Sardes
Het leven in Sardes was voor Christenen - als in heel Klein Azië, moeizaam. Sardes was gelegen in het huidige Turkije, zo'n 150 kilometen van Efeze. Johannes schreef zijn brief in de eerste eeuw na Christus. De bevolking zuchtte onder de Romeinse bezetting. Voor christenen was het bestaan bijzonder moeilijk. Ze geloofden in God en Christus, maar de Romeinen eisten dat alleen de keizer vereerd zou worden, als heer van de wereld en de geschiedenis. Deelname aan de cultusverrichtingen was een burgerplicht en niet deelnemen werd gezien als majesteitsschennis. De christenen weigerden aan deze keizercultus mee te doen, en daarom werden ze op veel plekken vervolgd en verloren ze politieke en economische rechten in het rijk. Daarom is het invoelbaar dat ze zochten naar wegen om hun leven veilig te stellen, en tegelijk hun geloof te belijden.
Dat spanningsveld heeft Johannes voor ogen als hij aan Sardes schrijft: je kunt niet twee heren dienen - er moet een keuze gemaakt worden. Voor Johannes was die keuze overduidelijk: wie zou anders kiezen dan voor God, de Eeuwige, en zijn opgestane Zoon? Met zijn brieven wilde hij de gemeentes in Azië bemoedigen. Hij riep ze op standvastig te zijn, te vertrouwen in God alleen. Dat deed hij door helder en vermanend te spreken. Want er stond iets op het spel!
Wat schrijft hij ons?
Wat Johannes aan ons zou schrijven? Hij zou, om te beginnen, niets begrijpen van de situatie van christenen in Nederland. Want christenen worden, in Nederland, niet vervolgd. Ze hoeven niet te kiezen tussen de keizer of God. Er is vrijheid: kerkdiensten mogen gewoon gehouden worden, niets hoeft in het verborgene. Sterker nog: de kerk heeft een bijzondere status binnen het Nederlandse recht: godsdienstvrijheid is in de grondwet vastgelegd.
Maar: in Johannes' ogen zijn we misschien wel teveel opgegaan in de dominante cultuur. En hebben we daardoor uit het oog verloren waar het werkelijk om moet gaan: God liefhebben en je naaste zoals je zelf. God dienen, en bereid zijn daar werkelijk voor te gáán. Nu ik erover nadenk begin ik me zelfs wat ongemakkelijk te voelen. Johannes zou ons waarschijnlijk niets anders schrijven dan de gemeente in Sardes!
Want waar staan wij voor, als christenen in Eindhoven, christenen in Nederland? Hebben we nog wel het gevoel dat er iets op het spel staat? In elk geval het voortbestaan van de kerk. In veel kerkelijke gemeentes zijn er steeds minder mensen die het werk dat er te doen is, kunnen oppakken. Waardoor het steeds moeilijker wordt om de goede werken, waarover we zoveel spreken, ook werkelijk uit te voeren. Onze invloed lijkt beperkt: er gebeurt van alles in onze samenleving wat absoluut niet strookt met onze christelijke overtuigingen. Denk aan vluchtelingen die voortdurend doorgeschoven worden, steeds minder draagvlak om hen op te vangen. We lezen en merken dat het sociale systeem - ooit door de kerken en religieuze groepen gedragen - steeds minder sociaal wordt: mensen die moeten leven van een uitkering worden op onbarmhartige manier behandeld door de overheid. Mensen die vermogend zijn, worden steeds rijker, en elke bezuiniging wordt vooral gevoeld door mensen die toch al de eindjes aan elkaar moeten knopen. Mensen in geestelijke nood moeten steeds langer wachten op een behandeling in de GGZ, waardoor de problemen opstapelen.
Als christenen voelen we, weten we, geloven we, dat het niet goed is. Maar onze stem verheffen als tot één sterke stem: dat lukt eigenlijk niet.
Misschien is dat ook wel een reden waarom de kerken leeglopen. Voor de meeste mensen in de samenleving is het niet meer zichtbaar, hoorbaar, waar het in de kerk om gaat. Waar christenen voor staan. Maar met thema's als rechtvaardigheid, barmhartigheid; maar ook sociale verbinding, geestelijke zorg, kunnen wij als christenen vandaag wel degelijk een verschil maken. En mensen prikkelen om anders te kijken. Door liefde en recht te verkondigen en uit te stralen, kunnen we wel degelijk iets veranderen. En dan willen mensen zich misschien wel weer verbinden met het geloof, met God.
Geestkracht
Het vraagt van ons een nieuwe geest. Van geloof, van vertrouwen, en van moed. Om hiervoor te gaan staan, het voor te leven, en ook op één of andere manier in het grotere debat een plek en een stem in te nemen.
Met het oog op Pinksteren, het feest van de heilige Geest, van inspiratie, van vuur, mogen we ons bezinnen op onze rol in de samenleving. En beseffen dat we daar écht geestkracht bij nodig hebben. Dat het vuur ons aanwakkert om in beweging te komen. Om ons uit te spreken, om te gaan staan voor wat ons geloof in God ons influistert. Dat we woorden vinden, taal, om uit te spreken wat ons ter harte gaat.
Fluister het mij in, heilige Geest:
ik zal het goede denken.
Spoor me aan, heilige Geest:
ik zal het goede doen.
Verlok me, heilige Geest:
ik zal het goede zoeken.
Geef me kracht, heilige Geest:
ik zal het goede vasthouden.
Bescherm me, heilige Geest:
ik zal het goede nooit verliezen.
(Toegeschreven aan Aurelius Augustinus)
-----------Ds. Kirsten Wuijster---------------------------------
Als vanouds
In april hebben we weer een gewone AK-vergadering gehad. Deze keer fysiek bij elkaar en niet digitaal achter een schermpje. Het was fijn om iedereen weer in levenden lijve te zien.
Ditzelfde geldt al enige tijd voor het bezoek aan onze kerken, waar de afstandsmaatregelen zijn geschrapt, en iedereen weer als vanouds bij elkaar kan zitten en de viering kan meemaken. We hopen van harte dat dit zo blijft en we niet komend najaar weer met maatregelen worden getroffen.
Het was ook de eerste AK-vergadering na de fusie met de Protestantse Gemeente St. Oedenrode, Son en Breugel, die nu helemaal bij ons als Protestantse Gemeente Eindhoven hoort. Daarom was het dit keer niet nodig om over allerlei zaken rond de fusie te praten, maar konden we onze aandacht aan andere zaken besteden. Zo hebben we onder andere - zoals normaal in april - de jaarrekeningen van de kerkvoogdij en de diaconie over het afgelopen jaar besproken. Deze zijn nu voorgelegd aan de gemeente en zullen in juni worden goedgekeurd.
Het inhoudelijk onderwerp deze vergadering ging over het straatpastoraat. Dit stond al enige tijd op de agenda, maar moest een aantal keren worden uitgesteld, onder andere door de coronamaatregelen. We hadden als gasten Rob Kosterman en Gerdien de Graaf om ons bij te praten over het straatpastoraat.
Het huidige straatpastoraat in Eindhoven is gericht op de grote groep dak- en thuislozen in Eindhoven en gaat nu uit van de Rooms-Katholieke Kerk. We hebben gesproken over de huidige aanpak van het straatpastoraat en wat dit inhoudt. Dit is duidelijk goed werk, wat op dit moment maar een klein deel van de dak- en thuislozen kan bereiken. Al enige tijd geleden is daarom de Protestantse Gemeente Eindhoven benaderd of wij ook een bijdrage zouden kunnen leveren.
Als protestantse kerk willen we graag helpen, maar we moeten nog verder invullen hoe dat te doen. Het opzetten van een eigen protestantse stichting zou te veel menskracht van ons vergen om dat bestuurlijk te regelen. Daarom moet er een andere weg gevonden worden. Dit kan in de vorm van samenwerking met de bestaande organisatie of samen met andere protestantse kerken. We gaan dit in de komende tijd verder uitwerken.
Het wordt steeds duidelijker in de kerk en ook in de AK dat er vele mooie initiatieven zijn om aan te werken, maar dat gebrek aan mensen vaak een hindernis is. Ook de AK zelf is onderbezet, met nog een aantal vacatures, waar die van scriba nog het meest een probleem is. Als gevolg daarvan moeten we ons als AK voornamelijk op de kernzaken concentreren, ook al willen we vaak meer doen. We gaan uit van het besef dat het beter is een paar zaken goed te doen dan vele zaken half. In Spreuken staat hierover: Vertrouw bij je werk op de Heer en je plannen zullen slagen.
------Henk Grootjans, voorzitter Algemene Kerkenraad-----
Bijbels Bijbellezen
In het Eindhovense kerkblad SAMEN beginnen we met een nieuwe maandelijkse rubriek: ‘Bijbels bijbellezen’.
Dat lijkt dubbelop, maar niets is minder waar! De Bijbel is een boek vol geheimzinnige letters, die op diverse wijzen gelezen kunnen worden. Elke club kan de Bijbel te eigen bate interpreteren. Een overbekende manier van lezen is geïnspireerd door de Amerikaanse dominee Norman Vincent Peale, die de kracht van positief denken voorstond en met dit instrumentarium de Bijbel heeft gelezen. Deze stroming is in de VS wijdverbreid. Ten tijde van Sartre gingen geëngageerde dominees alom de bijbel lezen volgens het existentialisme.
Ik ben van mening, dat de Bijbel om zichzelf gelezen moet worden. Ik ben het dus volkomen eens met de vroegere Amsterdamse hoogleraar Karel Deurloo (ooit ook jeugdpredikant in Eindhoven) die het adagium hanteerde: ‘De tekst mag het zeggen’.
Dat lijkt vanzelfsprekend, maar een andere, vroegere hooggeleerde (Hendrik Berkhof) zei: mensen laten de Bijbel vaak buikspreken, m.a.w. die leggen hun eigen gedachten en ideeën in de teksten.
Daarom de nieuwe rubriek. Toen de redactie van het Eindhovense kerkblad met mijn idee om een kenner van de Schriften een maandelijkse rubriek te gunnen instemmend reageerde dacht ik onmiddellijk: waarom zouden we die broodnodige hernieuwing van kennis niet met andere kerkbladen delen? Bijbelkennis is heden ten dage weer buitengewoon slecht en de nog steeds alom tegenwoordige heilloze historische lezing (‘Waar gebeurd’) zit zó in ons protestantse dna dat we die steeds weer opnieuw moeten elimineren. Ook de seculiere en vaak bijbel-en kerkvijandige hedendaagse Nederlanders gaan ook veelal nog uit van de vermaledijde historische lezing en vinden ons daarom dom en zielig en vinden de kerken nodeloos. Zij hebben er geen weet van dat een andere oorspronkelijker lezing ook mogelijk is en op bepaalde plekken nog steeds wordt gepraktiseerd. Maar dat weet men dan niet!
Wim de Leeuw zal daarom maandelijkse stukjes schrijven ter verheldering. Hij was in zijn werkzame leven een bekende en zeer gewaardeerde Studentenpredikant aan de TUe. Ook heeft hij in het Eindhovense Kerkblad SAMEN vele artikelen geschreven, die hij voor een klein kring liefhebbers heeft laten bundelen tot een dik boekwerk! Hij is een buitengewoon vaardig Bijbels-theoloog.
------Chris Mondt, emeritus-predikant, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.----
De aanhouder wint
De afgelopen jaren kwamen regelmatig schrijnende verhalen voorbij in SAMEN. Verhalen over onrecht en onzekerheid. Maar gelukkig loopt een (groot) deel van deze verhalen uiteindelijk goed af. Zo ook voor een van onze Soedanese cliënten. Hij kwam ruim tien jaar geleden in Nederland aan. Afkomstig uit Darfur, was hij gevlucht voor zijn leven. Niet wetende waar zijn familie was en zowel fysiek als mentaal getekend door de oorlog, vroeg hij asiel aan in Nederland.
Zijn asielaanvraag werd ondanks meerdere overtuigende bewijzen afgewezen op basis van een taalanalyse. Deze taalanalyse – slechts op basis van zijn accent – stelde dat hij weliswaar opgegroeid was in Darfur, maar dat de ‘scherpe randjes’ van zijn accent af waren. En omdat deze ‘scherpe randjes’ eraf waren, plaatste de taalanalist hem in Khartoum en beoordeelde de IND zijn relaas niet inhoudelijk. De redenatie? Hij kon immers (op basis van de taalanalyse) de problemen waarover hij vertelde niet meegemaakt hebben. Hij leefde namelijk niet in Darfur maar in Khartoum.
Op deze manier werd onze cliënt maar liefst drie keer afgewezen. Ondanks vele overtuigende bewijzen en betogen van taalwetenschappers over de onrechtmatige conclusie van de taalanalyse. Een paar jaar geleden nam Huib de Zeeuw, een onderzoeksjournalist, contact met ons op. Hij deed onderzoek naar het asiel- en uitzettingsbeleid rondom Soedan. Hiervoor interviewde hij ook onze cliënt, die met zijn verhaal in de NRC verscheen (zie het artikel ‘Nederland zet Soedanese asielzoekers uit die gemarteld worden – hoe kan dit?’). Uiteindelijk was dit een aanzet voor de IND om het relaas van onze cliënt opnieuw te beoordelen.
Na jaren van strijden kreeg hij enkele weken geleden het verlossende bericht: een asielvergunning! Met terugwerkende kracht vanaf 2017. Dit betekent dan hij over een paar maanden zelfs al Nederlander kan worden. Met de inburgering komt het wel goed. In alle jaren dat hij in Nederland was heeft hij uitstekend Nederlands geleerd en zelfs autotechniek gestudeerd.
Uiteindelijk bewijst dit verhaal dat de aanhouder wint. Met veel geduld, inzet en lef van onze cliënt en een portie volharding vanuit de stichting is het uiteindelijk goed gekomen.
--------Vluchtelingen in de Knel, Anouk Willemsen ---------
Huiskamer voor Vluchtelingen: talenten ontdekken en gebruiken.
Op 28 april jongstleden hebben we in de Huiskamer voor Vluchtelingen gesproken over wat we kunnen doen om vluchtelingen die (nog) geen status hebben meer kansen te bieden in hun leven hier of elders. Aan het gesprek deden verschillende mensen mee: bezoekers van de Huiskamer, namelijk Kamal, Joel, Achmed, Mohammed en Hassan, Sjaak Huijser van de Huiskamer als initiatiefnemer, Karel Jungheim vanuit Kerk in Actie, Wim, Ton, Tjalling en Antje vanuit de Protestantse Gemeente Eindhoven ( PGE). Uitgebreid kennis maken, ervaringen uitwisselen, plannen maken, nadenken over wat een logische volgende stap is en wie we daarbij nodig hebben, en (heel belangrijk!) samen eten en genieten van de lekkere maaltijd die Kamal en een paar anderen bereid hadden.
Karel vertelde over een paar projecten in Amsterdam, waar ervaring is opgedaan met het geven van cursussen en scholing voor mensen zonder papieren. Cursussen zoals schilderen, behangen, vloeren leggen, elektriciteit en loodgieten, maar ook cursussen op gebied van bijvoorbeeld ICT en computeronderhoud. Zo kunnen mensen meer in hun eigen levensonderhoud gaan voorzien, en ontdekken ze waar ze goed in zijn. In het gesprek noemden we dat: je talent ontdekken en gebruiken. Dat project in Amsterdam draait al een paar jaar, en wij denken dat we veel van hen kunnen leren. Dus is afgesproken dat we een bezoek aan dat project gaan organiseren, met enkele bezoekers van de Huiskamer, Sjaak en een paar gemeenteleden. Dat gaat ergens deze zomer gebeuren.
Verder spraken we over het vergroten van betrokkenheid bij dit scholingsproject in Eindhoven. We willen contact zoeken met andere kerken, vragen of Vluchtelingen in de Knel (VidK) met ons mee wil denken, en we gaan na bij de gemeente Eindhoven of zij mogelijkheden zien voor steun (met geld, of een pand of met contacten bijvoorbeeld). En mogelijk wil men ook vanuit het Summa College of andere onderwijsinstellingen wel mee gaan doen. Dit scholingsproject is zo veelomvattend dat het niet alleen door de Huiskamer en de diaconie van de PGE georganiseerd kan worden; er is dus behoefte aan verbreding, zodat we met meer mensen en organisaties de verantwoordelijkheid kunnen dragen voor zo’n scholingsproject.
Ook hebben we ideeën uitgewisseld over de betrokkenheid van leden van onze kerken. Dat begint natuurlijk heel laagdrempeling. Is het een idee dat bezoekers van de Huiskamer koekjes bakken en dat die koekjes in de kerk voortaan bij de koffie worden geserveerd tegen een kleine vergoeding? Kunnen we vaker gezamenlijk maaltijden in de Huiskamer regelen, waarbij bezoekers en kerkleden met elkaar in gesprek gaan? Kunnen we met Advent een activiteit organiseren waarbij we aan winkelend publiek koekjes uitdelen door de Huiskamer gebakken, met het verzoek om die weer met anderen te delen? Sommige bezoekers van de Huiskamer maken mooie tekeningen of schilderijen, hoe kun je daar meer bekendheid aan geven samen? Zou er belangstelling zijn voor een excursie naar de fietsenwerkplaats?
Als laatste bespraken we met elkaar hoe het nu verder zou moeten. Duidelijk werd in elk geval dat we het zo gaan organiseren dat de bezoekers van de Huiskamer zelf direct betrokken zijn bij dit plan en bij het verwezenlijken ervan. Op die manier zorgen we dat iedereen zich verbonden kan voelen aan het project, en leren we van elkaar. Ter plekke is afgesproken dat zij alvast eens gaan rondkijken in de stad naar geschikte locaties. Het bezoek aan Amsterdam zal door Antje geregeld worden. Wim en Antje zullen nagaan welke diakenen nog meer mee kunnen doen. En eind mei worden er alvast een paar mogelijke sponsoren benaderd. Want hoe eerder we geld hebben om een coördinator aan te stellen om dit scholingsproject van de grond te krijgen, hoe beter!
Op 2 juni om 13.00 uur praten we verder. Eerst samen eten en daarna bespreken we wat de volgende stappen zijn.
---------Namens de Diaconie, Antje Dekker en Wim Wiggers--------.
Ontvankelijkheid
Een herinnering.
Het is pauze, ik zit in groep 5 of 6. Ik ga altijd graag naar de evenwichtsbalk naast het schoolplein. De balk is rond, vrij smal en donkerbruin. Niet zo hoog zodat ik er makkelijk op kan staan. Eraf vallen is niet pijnlijk maar zeer beslist niet de bedoeling.
Heen ga ik putjesscheppen, met telkens een been naast de balk. Voorzichtig zet ik daarna mijn voet weer voor de andere. Het einde van de balk komt in zicht en dan is het omdraaien zonder eraf te vallen. Terug ga ik dan met paardensprongetjes naar de andere kant.
Het gaat me niet om hoe vaak het me lukt voor de bel gaat, dat zeg ik tegen mezelf. Diep van binnen wil ik echter ongeschonden de pauze door, zonder een voet op de grond. Zwevend tussen de lessen ben ik even nergens, ben ik alleen met mijn stappen, onderweg, telkens weer, naar de overkant. Om daar dan niet te rusten maar om te keren. Een eindpunt dat geen eindpunt is maar telkens weer een begin van een nieuwe oefening.
Ik wil gewoon heel graag die stilte in mijn hoofd. Dat gevoel dat je met elke stap weer dichter bij je eigen gedachten geraakt. Putjesscheppen, 1, putjesscheppen 2, links, rechts. De sprongen zijn een geconcentreerde vreugdedans. Het is geen moeten, geen willen, daar op die balk. Het is het plezier dat ik met mijn gedachten nergens kan zijn. Ik geef me over aan de oefening en voel me, als ik een pauze lang gebalanceerd heb, rustig en wat zekerder van mezelf.
Een fijne herinnering aan een tijd dat ik mindful was zonder ervan gehoord te hebben. “Leven in het moment” wordt als je opgroeit, vaak steeds moeilijker. Je krijgt taken en verantwoordelijkheden.
In de loop van de jaren raakte ik het steeds meer kwijt en bepaalde de agenda vaak niet wat ik wilde doen, maar wat moest. Van mezelf, of van een ander. Het woord agenda betekent letterlijk: de dingen die gedaan moeten worden. Zo onschuldig en zo verleidelijk. Om de tijd zo vol te proppen dat die gaat leiden naar obesitas.
Ik werk dit jaar 20 jaar als geestelijk verzorger in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. De meesten hebben geen agenda. Ze leven bij de dag, sommigen zelfs bij het moment. Ze hebben vaak alle tijd en confronteren mij met mijn eigen ‘drukkigheid’. Tegenover mijn kloktijd van op tijd komen, te laat zijn en door naar de volgende afspraak, stellen zij een andere tijd. Die van intimiteit, kwaliteit, spiritualiteit. In de ontmoeting ben ik er helemaal, althans, meestal, als ik de druk van de klok buiten de deur laat als ik naar binnen ga.
De evenwichtsbalk uit mijn jeugd, vind ik nu in de ontmoeting die me voor even bevrijdt van alles wat ook nog moet. Dat is niet nu. Ik heb geen tijd, of heb ik niets dan tijd?
-------------Karin Seijdell - Geestelijk verzorger Severinus---------
Vluchtelingen
Een luchtvaartmaatschappij heeft een aantal gratis vliegtickets ter beschikking gesteld voor vluchtelingen uit Oekraïne. Dat betekent dat op Eindhoven Airport die vluchtelingen aankomen.
Ze komen dan meestal uit Polen of Letland en worden opgevangen door mensen die hen willen helpen. Dat kan gebeuren uit particulier initiatief, of door een organisatie als het Rode Kruis.
Het is allemaal met goede bedoelingen, maar het kan gebeuren dat die helpers elkaar in de weg lopen. Ik hoor de verhalen van de hulpverleners aan en wens hen alle goeds.
Maar ik zie ook de vluchtelingen zelf. Mensen een beetje in elkaar gedoken, en schichtig kijkend. Terwijl even verderop mensen uitgelaten vrolijk op vakantie gaan. Een heel vreemd contrast.
-----------------Mirjam van Nie-----------------------------------
Brieven aan gemeenten
Samen met een collega-visitator heb ik meer dan zeven brieven mogen schrijven. We noemden het pastorale brieven. Brieven waarin we benoemden wat ons geraakt had aan inzet en enthousiasme in de gemeente. Daarna waren er dan opmerkingen over wat misschien beter zou kunnen. Ze bevatten in ieder geval nooit zo’n hard oordeel als de brief aan de gemeente in Sardes. Het zal je maar gezegd zijn: ’ jullie zijn levend dood’. Maar wat is levend dood? Is dat lusteloosheid, onverschilligheid, je talenten begraven? Is het zelfverzekerdheid of verdeeldheid, zoals de dichters van lied 967 schrijven?
Of is het gebrek aan menskracht? We kwamen het allemaal tegen. Mijn collega, een ouderling uit een zeer actieve gemeente, zuchtte wel eens bij het bezoek aan zo’n kleine gemeente, waar onvoldoende menskracht was. Ze zei dan: ‘Ik zou verstikken in zo’n gemeente.’ En namens de landelijke kerk moesten we soms zeggen dat zo’n gemeente met twee of drie kerkenraadsleden geen overlevingskansen had. Levend dood? Ik vond dat verschrikkelijk want ik zag heel hardwerkende mensen, die zich met hart en ziel inzetten voor hun gemeente. En vaak in dorpen waar de Rooms-Katholieke kerk al gesloten was en zij de enige plek waren waarover Gods liefde voor mensen werd gesproken. Soms zetten zij zich zelfs nog in om de kinderen op de basisschool godsdienstlessen te geven en de Rooms-Katholieke broeders en zusters pastorale steun te geven. Zo werd door de omstandigheden een verstrooide kudde samengebracht.
Ik blijf me afvragen of zulke kleine gemeenten niet meer onze steun zouden moeten krijgen. Niet alleen financieel maar op één of andere manier met vrijwillige menskracht, ook al moeten mensen daar dan misschien voor reizen.
Het lijkt mij belangrijk dat ook in die kleine dorpen Gods bevrijdende Woord blijft klinken.
Ik heb er moeite mee dat de financiën daar de hoofdrol in spelen. Eerlijk gezegd herinner ik me dan ook niet dat wij die gemeenten waarschuwden, vaak zochten ze al samenwerking met andere gemeenten. Belangrijk vonden ze dat er plaatselijk ook een kerk bleef. Ik deelde hun mening.
We bezochten, als twee vrouwen, ook gemeenten waar men moeite had met het feit dat er vrouwen kwamen visiteren: een besluit van de landelijke kerk dat er geen verschil gemaakt mag worden. Toen ik geconfronteerd werd met ongenoegen daarover spraken we af dat we, als we wisten in zo’n gemeente te komen, ik als eerste de kerkenraadsleden zou vragen hoe dit voor hen was, bezoek van een vrouwelijke dominee en een vrouwelijke ouderling? De vraag overviel dan wel maar ze konden het eerlijk zeggen. Niet iedereen durfde dat of er klonk een zucht, ‘ja, dat heeft de landelijke kerk zo besloten’. Maar als er een eerlijk antwoord kwam en ik aangaf dat ik het begreep vanuit hun gezichtspunt, dan gaf het ruimte om later een diepgaand geloofsgesprek te voeren. Een gesprek waarover we bij sluiting van de vergadering te horen kregen dat ze nog nooit, ook niet met elkaar zo’n gesprek gevoerd hadden. En zij er zelf verwonderd over waren. Met vreugde schreven we dan achteraf de pastorale brief.
Soms was er verdeeldheid in de gemeente dan kwam het erop aan te luisteren, te horen en zien en weer proberen te verbinden. Dat betekende dat het niet bij een bezoek kon blijven. Alle keren betekende het dat wij telkens het mooie en hoopvolle van zo’n gemeente benadrukten en ze probeerden te bemoedigen. Dat gebeurt in vijf van de zeven brieven naar de gemeente in Openbaringen ook, in twee niet waaronder die van Sardes.
Misschien was het nodig, maar of het hielp? Natuurlijk hebben wij in onze tijd veel geleerd over feedback geven en wij doen dat op een andere manier. Ik ben blij dat wij nooit zo’n snoeiharde brief hebben hoeven schrijven. We hebben met onze brieven hopelijk veel kleine gemeenten bemoedigd.
------------------------Wil van Egmond--------------------
Uit het Open Huis
Er is altijd iets te doen in de ontmoetingsruimte van het Open Huis. Onze gasten vinden het erg fijn, dat ze weer op gewone afstand met elkaar kunnen praten. Ook eten we weer gezamenlijk. Alleen zitten we nog niet aan lange tafels met brood op schalen. Iedereen zit in kleine groepjes aan tafel waar de lunch in zakjes wordt uitgedeeld: niet ideaal, maar het went.
Corona heeft ook zijn uitwerking gehad op onze gasten: ze reageren iets sneller op elkaar en om de sfeer goed te houden is ingrijpen soms nodig. Maar ja, hoe doe je dat en wanneer wel en wanneer niet?
Om dat adequaat te doen hebben we, als bestuur, besloten daar een aparte training aan te wijden. Iemand van de Fontys-hogescholen, die bekend is met onze doelgroep heeft een training opgezet, waarin wij, vrijwilligers, leren omgaan met moeilijke situaties en met verwarde mensen. Met een aantal opdrachten gaan we enkele weken daarna aan het werk en na acht weken kijken we wat het ons heeft opgeleverd en wat eventueel nog toegevoegd kan worden.
Op 19 mei hadden we nog een verwenmoment. Er was nog geld in de portemonnee om onze gasten nog eens op een bijzondere manier te verwennen en onze keuze is gevallen op een etentje in een restaurant. Dat maken de meeste van onze gasten niet mee, dus een heel bijzonder moment, zo dachten wij. Zoals u wellicht weet kookt chef Amaro, van het Ketelhuis op Strijp-S, ieder jaar een kerstmaal voor onze mensen en dat gebeurt in de Catharinakerk. Zeker, de afgelopen twee jaar is dat niet doorgegaan, maar we rekenen er op, dat het dit jaar wel kan. We zijn daar zó blij mee, dat we dachten: we doen eens een keer iets terug. Nu heeft hij een klein, nieuw restaurant op Eindje 1: het stroomhuis. Een bijzondere locatie, omdat het vroeger inderdaad een huis was van waaruit de stad van stroom werd voorzien. Later is het een slaap- en opvanglocatie voor daklozen geweest en nu is het een restaurant. Het is klein en helemaal vintage ingericht. Daar hebben we met 29 mensen een heerlijk drie-gangen diner gekregen. Iedereen heeft genoten. De sfeer was ontspannen en er werd druk met elkaar gepraat. De incidenten die er wel eens zijn in de ontmoetingsruimte leken vergeten. Het was heel gezellig en wij, vrijwilligers, waren heel blij dat we hier vrijwilliger mochten zijn.
Zo proberen we steeds weer om onze gasten zich welkom en gezien te weten, iets dat ieder mens nodig heeft, maar de een maakt dat wat vaker mee dan de ander. Ik hoop dat we samen een mooie zomer tegemoet gaan met een gastvrij Open Huis.
-------------Bernadette van Litsenburg-------------------
Gedichten en nog wat
Terwijl de oorlog in Oekraïne doorgaat en er geen einde in zicht is of zelfs van een staakt-het-vuren, komt bij mij steeds een gedicht in gedachten. Een gedicht waarin de schrijver Adam Zagajewski zich een ander Rusland had gewenst. Niet het Rusland van Stalin of iemand als Poetin.
Het is geschreven in 1985, dus nog in de communistische dagen.
“ Als Rusland gesticht zou zijn door Anna Achmatowa,
Als Mandelsztam wetgever was geweest maar Stalin
enkel een marginale figuur in een verloren gegaan Georgisch epos
Als Rusland zijn borstelige berenvel had afgelegd,
Als het kon leven door het woord
en niet met de vuist
Als Rusland, Als Rusland….”
Zowel Achmatowa als Mandelsztam zijn bekende Russische dichters, die in de Stalintijd hebben geleden. Het is zelfs onbekend hoe en waar Mandelsztam is overleden.
Zagajewski is afkomstig uit het vroegere Lwow, toen een Poolse stad, nu Lviv genoemd in het huidige Oekraïne. Na de oorlog is hij als kind met zijn ouders evenals vele anderen uit die stad door het sovjetregime op transport gezet en gedeporteerd naar het “nieuwe“ Polen. Het gezin kwam in Silezië terecht waar op hun beurt de toen woonachtige Duitsers met geweld verdreven waren. Het vertrek was soms zo overhaast dat de nieuwe bewoners bij het betrekken van de “nieuwe” woning ontdekten dat de pannen nog op het fornuis stonden.
Zoals veel migranten, die tegen wil en dank hun geboortegrond moesten verlaten, blijft de herinnering aan vroeger een zere plek in hun leven, ongeacht wie je bent, Pool, Duitser of Oekraïner.
Die zere plek klinkt door in een lang gedicht van Zgajewski. Ik geef hiervan maar enkel de beginregels en het slot door.
“Op weg naar Lwow”
Op weg naar Lwow, uit willekeurig welk station,
Op weg naar Lwow, als het geen droom is, vroeg in de ochtend,
De dauw op de koffer, wanneer juist de sneltreinen tot leven komen.
Op weg naar Lwow, ‘s nachts, overdag, in september of in maart
Als Lwow bestaat onder de dekmantel van grenzen
En niet enkel in mijn nieuwe paspoort…….”
Hierna volgt een lange beschrijving van herinneringen aan het vooroorlogse leven in Lwow. Dit is een leven dat Zagajewski niet zelf heeft gekend, maar dat hem bekend is uit de familiegeschiedenis. Zo heb ik ook zelf enkele malen mensen uit Lwow ontmoet die mij aan de hand van oude foto’s van deze stad hun verhaal hebben doorgegeven.
Het slot van het gedicht volgt nu:
“Zonder zakdoek en tranen volgt ‘s morgens het afscheid
Nooit zal ik je zien, zoveel dood wacht op jou, daarom moet elke stad
een Jeruzalem worden en ieder mens een Jood, en nu snel inpakken
Altijd, dagelijks en zonder aarzeling, op weg naar Lwow.
Immers het bestaat, Lwow is overal”
Iedere migrant draagt zo zijn eigen “Lwow” met zich mee, ofwel zijn eigen Jeruzalem.
---------------------------------Johan Beks------------------
Flexibel omgaan met verandering?
Waar een artikel over verandering vaak gaat over hoe we wel wat flexibeler mogen zijn, wil ik hier het tegenovergestelde voorstellen: blijf te midden van veranderingen dichtbij jezelf. Dit doe ik door een stukje over mijn eigen ervaring rondom verandering en mijn ontwikkeling binnen (en met) TINT met jullie te delen.
Met de deur in huis vallend start ik dit artikel zoals ik bijna vier jaar geleden voor mijn gevoel ook binnen kwam “vallen” bij TINT. Via het netwerk van Anniek Mol (toenmalig event organiser bij TINT) werd ik uitgenodigd in een bewogen periode voor TINT. Binnen een kwartaal stopten 3 medewerkers en werden er 2 nieuwe aangenomen, waaronder ik. In een team van 5 personen had dit een enorme impact. Er volgde een periode waarin TINT zichzelf herontdekte en antwoorden zocht op vragen als: Wat hebben we precies nodig? Wie neemt de benodigde rollen op zich? Hoe vullen we elkaar aan? Doe er dan nog eens een TINT-verhuizing bij van een vast kantoor naar flexwerkplekken en alle vorm van vastigheid lijkt verdwenen (met uitzondering van onze rots in de branding: Margit van Tuijl). Het heeft een grote impact en vraagt veel flexibiliteit van alle betrokkenen op zowel team- als bestuursniveau.
Voor mezelf merk ik dat ik in zulke situaties doorgaans op zoek ga naar wat er het hardst nodig is binnen een team, en hoe ik dat gat kan vullen. Van het ondersteunen in het ‘organiseren van evenementen’ tot ‘bereiken van de studenten door middel van digitale media’, en van secretariële taken tot financiële en personeelszaken, “you need me, I’ll do it”. Ik wil zo’n periode van transitie zo aangenaam mogelijk maken.
En hoewel ik enorm geniet van een ondersteunende rol, ontdekte ik dankzij dit proces dat ik strategisch denken en nieuwe kansen benutten het leukste aspect vind aan mijn werk bij TINT. Onder andere hierdoor ontstond er ook een verandering binnen mijzelf, waarin ik ontdekte wat ik zelf wil: de diversiteit van identiteiten zichtbaar maken en ruimte voor ze creëren. Denk hierbij aan culturele identiteiten, maar ook spirituele, seksuele identiteiten en ‘identiteiten’ door een beperking of handicap. Iets waar TINT gelukkig ook voor staat binnen de studenten community.
Dankzij deze ontwikkeling zie ik dat ik mezelf beter heb leren kennen en dichter bij mijzelf kan blijven. Tegelijkertijd heb ik nu ook juist meer moeite met verandering om mij heen. Vooral wanneer het van mij vraagt om meer taken uit te voeren die mij minder zijn gaan aanspreken, of wanneer ik niet weet wat me te wachten staat.
Heb ik daardoor meer moeite met verandering? Mogelijk.
Leer ik dat ‘geven en nemen’ in balans moet zijn en dat dit voorheen niet het geval was? Absoluut.
Ben ik (en is TINT) - door dit proces gegroeid - gelukkiger? Zonder twijfel!
Laten we daarom ook te midden van veranderingen dicht bij onszelf blijven en begrijpen waar de grenzen van flexibiliteit liggen. Laten we begrijpen wat wij nodig hebben van elkaar. En laten we bovenal met een open blik kritisch naar onszelf durven te kijken. Waar komt (het gebrek aan) flexibiliteit écht vandaan?
Komt het vanuit onze intrinsieke drijfveren? Dan heeft het absoluut recht van bestaan.
-----Arantja Rosalina, Program Manager TINT--------
Zorg voor het klimaat, een geloofsartikel?
Op maandag 16 mei, om 20.00 uur was er in de Ontmoetingskerk aan de Meerkollaan 3 in Eindhoven een avond over het thema Zorg voor het klimaat, een geloofsartikel?
Drie mensen hielden een inleiding als vertegenwoordiger van 3 organisaties.
Wil van Egmond Grootouders voor het klimaat
Laurens Bliek Cristian Climate Action
Maarten van Andel Directeur Fontys Hogescholen Eindhoven
De mensen van Christian Climate Action zijn er zeker van: je inzetten voor het klimaat heeft te maken met je geloof. Zij zetten zich in met acties, desnoods burgerlijk ongehoorzaam, maar altijd geweldloos, om mensen bewust te maken van de klimaatcrisis en overheden aan te zetten tot veranderingsacties. Voor CCA hoort goede zorg voor de schepping tot het hart van hun geloof.
Grootouders voor het klimaat willen de aarde leefbaar houden voor de volgende generatie. Zij proberen, samen met hun (klein)kinderen, invloed uit te oefenen op de overheid en bedrijven om over te stappen naar klimaat neutraal werken. Voorlichting over het klimaat aan kinderen krijgt handen en voeten door het nomineren en kiezen van het KinderKlimaatboek van het jaar. Ook acties worden niet geschuwd door manifestaties bij Schiphol en een pensioenfonds om te wijzen op uitstoot en investeringen in fossiele bedrijven.
Maarten van Andel is auteur van de boeken ‘De groene illusie’ en ‘De groene kans’. Vanuit zijn wetenschappelijke achtergrond benadert hij de zorg voor het klimaat vanuit zijn kennis over energiesystemen. In de transitie naar een duurzame samenleving en duurzaam energiegebruik wil hij eerst nagaan - berekenen - welke maatregelen zoden aan de dijk zetten en daarop persoonlijk inzetten. Een verandering van beleid vanuit het individu afdwingen door verandering van consumentengedrag, waardoor bedrijven en overheid zich moeten aanpassen naar duurzame productie en beleid. Hij vindt zich meer transitiescepticus, geen klimaatscepticus.
De urgentie van klimaataanpak is voor alle partijen boven alle twijfel. Voor de ene begint het met de klimaatfilm van Al Gore. Voor anderen zijn de publicatie van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Control) de reden om nog meer in actie te komen. Voor alle drie de inleiders geldt dat het geloof een rol speelt bij hun inspanningen voor het klimaat. Voor de één misschien wat meer dan de ander, maar rechtvaardigheid naar volgende generaties.
Tijdens de presentaties kwam eerst bij mij over dat Christian Climate Action en Grootouders voor het klimaat zich voornamelijk bezighouden met beïnvloeding van politieke en bedrijfsbestuurlijke beslissers. Minder gericht op aangeven van concrete acties van hen zelf maar het aanzetten van beslissers om een andere koers in te slaan. In de discussie kwam echter naar voren dat de zorg voor het klimaat een duidelijke invloed heeft op het persoonlijke leven van elk van de inleiders. Persoonlijke keuzes die iedereen voor zich kan maken. De nadruk lag op wat je zelf kunt doen. Grote overeenstemming was er over:
- Niet autorijden, of in elk geval niet te hard. (100 km max)
- Minimaliseren van het energieverbruik van huisverwarming
- Koopgedrag: tweedehands kopen, repareren vóór nieuw kopen, kleding en huisraad langer gebruiken. Niet meedoen met de wegwerpmaatschappij.
- Verminderen van watergebruik door kort douchen of minder douchen maar wassen aan de wastafel
- Geen tuin sproeien met drinkwater
Er werd gewaarschuwd voor schijnbare verduurzaming door over te stappen van aardgas naar elektriciteit. Elektriciteit wordt op dit moment nog grotendeels met fossiele brandstoffen opgewekt.
Een elektrische auto waarmee je hard rijdt gebruikt meer energie, die opgewekt moet worden, vergelijkbaar met een benzine auto.
De batterijen die we gebruiken zijn nog vol met chemische stoffen die zeker niet gezond zijn en hergebruik van batterijen is nog niet grootschalig opgezet.
Bij verduurzaming van het eigen leven blijft het dus opletten op echte besparing en niet het omzetten van de ene energiebron naar de andere.
---------------------Jaap Stooker-------------------------------
mei 2022 met thema: "Inclusieve samenleving" Lees meer...
Inclusieve samenleving
We moeten in versneld tempo nieuwe woorden en termen leren waarmee we actuele processen en gewenste ontwikkelingen in onze samenleving kunnen typeren.
Sommige van die begrippen kunnen in een heldere ‘kreet’ worden verwoord. ‘Black lives matter’ ‘is zo’n voorbeeld: kort genoeg om op een spandoek te schrijven en duidelijk genoeg om te snappen waar het over gaat. LHBT in gekleurde vlaggetjes uitgedrukt - vaak zelfs zonder woorden - snappen we inmiddels ook. En alles met ‘groen’ of ‘eco’ of ‘bio’ ervoor spreekt ook goed aan. Maar als je met een spandoek met ‘inclusiviteit’ erop gaat lopen trek je niet veel publiek Meer een term voor de intellectuele elite.
Eerst dus maar wat uitleg over wat bedoeld wordt met ‘inclusieve samenleving’. Met die term willen we zeggen dat ‘we er allemaal bij horen’; gelijke kansen, niemand uitgezonderd. Super slim of verstandsbeperking, rijk of arm, gezond van lijf en leden of gehandicapt, rijke ouders of arme, allochtoon of autochtoon, kletsmajoor of stotteraar: we horen er allemaal bij en we moeten allemaal de kans krijgen om volwaardig mee te doen in onze samenleving.
Even een voorbeeld. Laatst zag ik voor TV een uitzending over kinderen van arme ouders. Zij kunnen het dure schoolreisje niet betalen, zij mijden verjaardagspartijtjes omdat ze geen geld hebben voor een cadeautje, ze kunnen geen hippe kleren dragen omdat die te duur zijn. Ga zo maar door. De inclusief denkende mens gaat dan op zoek naar middelen of mogelijkheden waarop kinderen gelijkwaardig mee kunnen doen in een schoolgemeenschap en niet eindeloos smoesjes moeten bedenken waarom ze af moeten haken.
Een ander voorbeeld. De olympische spelen voor gehandicapten geven een belangrijk en mooi signaal van kansrijkheid bij gebreken. Maar op gymnastieklessen wordt vaak pijnlijk duidelijk wie handig, vlot en sterk is en wie onzeker, zwak en angstig. Vaak worden op onbarmhartige wijze prestaties geprezen en beloond en rest er nauwelijks enige bemoediging voor de zwakkere die minder handig is. De inclusief denkende mens zal dan creatieve wegen moeten zoeken waarop alle leerlingen tot hun recht komen. Helaas gebeurt dat maar al te vaak niet. Misschien komt dat wel omdat er in de sport een volkomen uit de hand gegroeide prestatiecultuur heerst. En zo’n cultuur verdraagt zich slecht met gelijkheidsdenken.
Op wereldschaal zie je schrijnende verschillen tussen hongerigen en mensen die alleen in de beste restaurants willen eten, tussen mensen met vaccinatie en mensen die wonen in landen waar de vaccinatie niet betaald kan worden. Tussen mensen in oorlog en mensen die zo verwend zijn met vrede en luxe dat ze spanning gaan zoeken in rellen en stoken.
Kortom: inclusief denken betekent dat er aandacht is voor die enorme verschillen en dat ernaar gestreefd wordt omstandigheden te scheppen waardoor alle mensen tot hun recht komen: ‘ze horen er allemaal bij’.
Dat alles klinkt mooi. En dat is het ook. Maar bij de invulling van dit alles doen zich ook problemen voor. Enige tijd geleden werd ervoor gepleit de sociale werkplaatsen (werkplekken voor mensen die in het ‘normale’ bedrijfsleven niet mee konden komen) op te heffen; mensen met beperkte ‘gaven’ moeten ook in het bedrijfsleven welkom zijn, je moet ze daar in opnemen, niet uitsluiten naar een ‘vluchtplaats’ zoals ‘de sociale werkplaatsen’. In de praktijk bleek het best moeilijk te zijn om mensen met beperkingen in het bedrijfsleven mee te laten doen. Bovendien verdween voor die zwakker begaafden de sociale werkplaats waar zij minder onder druk stonden, gezelligheid aan elkaar beleefden en waar ze dingen mochten maken die ze aankunnen. Soortgelijke problemen doen zich voor bij een deel van de minder begaafde kinderen die uit het speciaal onderwijs naar het regulier onderwijs moesten verhuizen.
Integratie en inclusiviteit zijn twee verschillende begrippen. Maar niet ontkend kan worden dat sociale apartheid (gebrekkige integratie) nogal eens op gespannen voet staat met gelijke kansen om in de dominante samenleving mee te doen. Dit probleem doet zich nogal eens voor wanneer allochtonen in aparte woonbuurten en sociale gemeenschappen zich afzonderen. Gaan we even terug in de tijd dan zagen we dat veel Ambonezen die na de politionele actie een onderdak zochten in Nederland bij elkaar in clusterdorpen gingen wonen. En wat dichter bij huis In Eindhoven kennen we het ‘Philipsdorp’, een wijk speciaal gebouwd voor Drentse veenarbeiders die in groten getale bij Philips werk kregen aangeboden en waarvoor dan ook een eigen ‘dorp’ (het ‘Philipsdorp’ oftewel het ‘Drents Dorp’) gebouwd werd waar zelfs een eigen typisch Drentse kerk (de huidige Maranathakerk) werd gebouwd om op de vertrouwde wijze hun godsdienst te beleven. In onze tijd zien we dat migrantenkerken hun bestaan vooral ontlenen aan het gegeven dat zij iets vertrouwds bieden voor hun landgenoten. Allemaal een ook beetje apart dus. Niet erg inclusief ondanks het streven om deze mensen wel als gelijken in de samenleving op te nemen.
Maar er kunnen ook goede redenen zijn om bepaalde mensen of groepen van mensen gelijke rechten te onthouden of althans te beperken. Denk aan motorclubs als de ‘Hell’s angels’ of de ‘No Surrender’ groep. Die groepen zouden we niet graag gelijke kansen en rechten geven als een ‘normale’ motorclub omdat ze geen constructieve maar eerder een destructieve rol in de samenleving spelen. We bestrijden terreurgroepen die de samenleving proberen te ontwrichten. We beperken de rechten van religieuze of levensbeschouwelijke groepen wanneer wij vinden dat hun praktijken destructief voor de samenleving zijn. Voor hen geen inclusiviteit. ‘Ze horen er allemaal bij’ en ’ze moeten dus gelijke kansen en faciliteiten hebben’ is dan niet op iedereen en alles van toepassing.
Al met al is dat inclusiviteitsstreven complexer dan het lijkt. Een recente uitglijder vond plaats in de Europese Commissie waar commissaris Helena Dalli op grond van inclusiviteitsmotieven het woord Kerst wilde schrappen en vervangen door winterfeest of wintervakantie. Dat ging die commissie wat al te ver en het voorstel werd ingetrokken.
Het klinkt mooi als je zegt ‘iedereen gelijke kansen’ of ‘we horen er allemaal bij’ maar bij de uitwerking stuiten we op problemen. Het lijkt daarom verstandiger om het streven naar ‘gelijke rechten’ toe te spitsen op deelgroepen en deelproblemen, zoals bijvoorbeeld de positie en honorering van vrouwen, de maatschappelijke erkenning van de waarde van vakmanschap en de daarbij behorende opleidingen, en andere vormen van ongelijkwaardige behandeling van bevolkingsgroepen.
De bijbel en met name het nieuwe testament vertelt hoe Jezus tijdens zijn rondwandeling telkens iemand ‘uit de schare’ uit haar of zijn achterstand naar voren haalt en laat zien dat zij of hij er toe doet. Hij kiest niet voor de rol van de grote beleidsmaker die een voor ieder geldende sociale inclusie-structuur ontwerpt. Hij ziet de naaste, de mens die hij ontmoet en hij zorgt ervoor dat die mens er weer bij hoort, ertoe doet. Inclusiviteit begint met de mens die jij ontmoet. Je ‘naaste’, zoals dat zo mooi in de bijbel genoemd wordt.
Tot slot dan nog even dat mooie verhaal uit handelingen over Petrus’ droom, over dat laken met allerlei dieren (reine en onreine) dat voor hem neerdaalt. Hij mag ze gaan eten, maar hij is geschoold in die oudtestamentische wetten en regels en dus zegt hij ‘dat doe ik niet’. En dan tilt God hem uit dat regelharnas en zegt ‘wat God rein noemt mag jij niet onrein noemen’. Hij moet opnieuw leren zien welke mensen hij ‘erbij’ moet halen. Dan volgt die ontmoeting met de Romeinse officier waar hij anders met een boogje omheen gelopen zou zijn maar die nu opeens toegankelijk is, ertoe doet, erbij hoort, als inclusief beschouwd moet worden. Soms moet je eerst leren ‘kijken’ voordat je kunt ‘zien’ waar mensen en een samenleving van mensen mee geholpen worden. Naastenliefde kan heel verschillende vormen krijgen.
Inclusiviteit lijkt een te breed begrip om sociale nodige veranderingen teweeg te brengen. Het lijkt beter dat we deelthema’s uit dat streven concreet benoemen en daarmee aan de gang gaan. Maar laten we vooral van Jezus leren dat we op onze reis door het leven ook zonder steun van brede theoretische begrippen mensen tegenkomen die we onze ‘naasten’ mogen noemen, die we ‘kansen moeten geven’, die we doen ervaren dat ze erbij horen, dat ze waardevol zijn en dat hun leven zin heeft.
-----------------------Jan Scheurer----------------------
Onzekere Tijden
In het eerste kwartaal van dit jaar zijn stap voor stap de coronamaatregelen opgeheven. Geen mondkapjes meer en andere beperkende maatregelen. Dat zie je ook in de kerkdiensten, die weer bijna als vanouds gehouden worden. Met Pasen zullen er vast weer volle kerken zijn. Daar zijn we heel blij mee.
De afgelopen twee jaar hebben we altijd gedacht dat we na het opheffen van de coronamaatregelen weer helemaal naar een normale samenleving zouden gaan en de onzekerheden achter ons konden laten. Dat is helaas niet het geval. Door de oorlog in de Oekraïne en een aantal andere ontwikkelingen hebben we eens te meer te maken met onzekere tijden. Dat begon al aan het begin van het jaar toen de inflatie begon op te lopen. Door de stijgende energieprijzen en daardoor ook de stijgende prijzen van veel andere zaken werd het veel moeilijker voor ons allemaal en speciaal voor de mensen met een klein inkomen om rond te komen. Dat is door de oorlog alleen nog maar erger geworden. De inflatie is enorm gestegen. Dat zien we in de prijzen van alles we nodig hebben, van de boodschappen in de supermarkt, de benzine voor de auto tot natuurlijk de energierekening.
Naast het effect dat het nu al heeft op ons dagelijks leven brengt de oorlog in de Oekraïne verdere onzekerheid. Niemand weet hoe lang de oorlog zal duren en hoe we daar verder bij betrokken zullen raken. We zien dit nu al in de vorm van grote aantal vluchtelingen in West-Europa. Dat alles staat natuurlijk in geen verhouding met het leed van de plaatselijke bevolking. Laten we hopen dat er snel een vredesproces op gang gaat komen en het vechten stopt. Zelfs dan zal het heel lang duren voor alle schade hersteld zal zijn.
Dit alles speelt naast een aantal grote maatschappelijke vraagstukken waar we in Nederland mee te maken hebben, met als belangrijkste de klimaatcrisis. Dat is alleen al een groot probleem waar we allemaal mee te maken hebben en dat ons leven zal veranderen, al kunnen we op dit moment niet precies overzien hoe. Ook dit geeft ons allen een extra gevoel van onzekerheid. Wat staat ons te wachten in de komende jaren? Wat gaat er allemaal veranderen, niet alleen voor ons maar speciaal voor onze kinderen?
Ondanks alles is het nu belangrijk vertrouwen te blijven houden in de toekomst. Gelukkig weten we dat aan alle oorlogen op een gegeven moment een eind komt en het gezonde verstand weer gebruikt wordt. Laten we hiervoor bidden. Voor alle andere problemen is het belangrijk na te denken wat we zelf kunnen doen. Iedere stap die we zetten brengt ons de goede kant op.
Als je vertrouwen hebt hoef je niet de gehele trap te zien om de eerste stap te zetten.
Henk Grootjans, voorzitter Algemene Kerkenraad-----------
Thema-avonden
In de maand mei zijn er nog twee thema-avonden, die dit jaar georganiseerd zijn door de PGE Noord - Son en Breugel en de PGE Zuid.
Zorg voor het klimaat, een geloofsartikel?
Op maandag 16 mei om 20.00 uur is er in de Ontmoetingskerk aan de Meerkollaan 3 in Eindhoven een avond over het thema Zorg voor het klimaat, een geloofsartikel?
De mensen van Christian Climate Action zijn er zeker van: je inzetten voor het klimaat heeft te maken met je geloof. Zij zetten zich in met acties, desnoods burgerlijke ongehoorzaamheid, om mensen bewust te maken van de klimaatcrisis. Voor hen hoort goede zorg voor de schepping tot het hart van hun geloof. Hoe denkt een ‘grootouder voor het klimaat’ daarover? Hoe denkt u / hoe denk jij daarover? Wat betekent de geloofsuitspraak aan het begin van de Apostolische Geloofsbelijdenis (de Twaalf Artikelen van het geloof): ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde. Is het een vertrouwen dat alles uiteindelijk goed komt? Of is het een appel om de Schepper te eren en verantwoordelijkheid te nemen voor de schepping?
We horen op deze avond verhalen van drie kanten: van iemand die zich bezighoudt met energietransitie horen we welke mogelijkheden hij ziet. De ‘Grootouders voor klimaat’ delen hun drijfveren met ons. En natuurlijk iemand van de Christian Climate Action. Na deze verhalen gaan we met elkaar in gesprek.
De toegang is gratis, aanmelden is niet nodig maar wel handig. Het kan bij Tjalling Huisman: tel. 0615695919, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Film: the Biggest Little Farm
The Biggest Little Farm (2018) is een film van John Lester en vertelt het waargebeurde verhaal van John en zijn vrouw Molly.
Ze kopen een dor en uitgeput stuk land in Californië. Ondanks tegenslagen en teleurstellingen weten ze dit om te bouwen tot een bloeiend en zelfregulerend ecosysteem met een heel bijzondere boerderij.
De beelden zijn prachtig en het is een inspirerende en hoopgevende film.
Op vrijdag 20 mei wordt de film vertoond in de Johanneskerk aan de Mercuriuslaan 1B in Eindhoven. Er zijn twee voorstellingen: ’s middags om 15.00 uur en ’s avonds om 20.00 uur, de zaal is een half uur van tevoren open.
De film duurt anderhalf uur. Wil van Egmond zal ‘m inleiden.
Opgeven is niet nodig maar wel handig. Het kan bij Bert Jan van Haarlem: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. / tel. 040-2366339
---------------------------------------------------------------
Werkvloer voor Vluchtelingen zonder Status
Weet u het nog? In de SAMEN van december hebben we verteld dat de diaconie subsidie heeft aangevraagd voor een project van de Huiskamer voor Vluchtelingen bij het fonds Kerk en Wereld. Met het project ‘Werkvloer voor Vluchtelingen zonder Status’ willen we vluchtelingen die (nog ) geen status hebben cursussen aanbieden, die dienen als voorbereiding op de werkvloer of een toekomstig beroep. Door die cursussen kunnen de vluchtelingen hun gevoel van eigenwaarde herwinnen. Ze krijgen meer zelfvertrouwen en worden actiever. De cursussen worden gegeven door vrijwilligers (van binnen en buiten de PGE), die hun kennis en ervaring willen overbrengen. Daarnaast kan het project ook zorgen voor verbinding met de buurt, met andere maatschappelijke organisaties, met de gemeente Eindhoven en met onderwijsinstellingen.
Jammer genoeg hebben we die subsidie niet gekregen. En er waren zoveel aanvragen dat we ook niet van Kerk en Wereld hoorden wat ze nu van ons project vinden. Heel jammer. Maar daarmee is het niet voorbij. Deze, vaak jonge, vluchtelingen verdienen een kans om hun talenten en mogelijkheden te benutten.
Daarom gaan we nu aan de slag om bij andere fondsen subsidie te krijgen. En tegelijk willen we ook kijken of we ook al concreet iets kunnen doen. We zoeken mensen die hieraan mee willen werken. Meehelpen met fondsenwerving, of vrijwilligers zoeken, of zelf een cursus in elkaar zetten, of ons in contact brengen met andere initiatieven, of…. Zo’n project als dit kan alleen maar slagen als een aantal mensen er enthousiast mee aan de gang gaat!
Doet u mee? Of weet u iemand die misschien wel mee zou kunnen/willen doen? Of hebt u een goed idee? Of wilt u eerst meer weten? Alle reacties zijn van harte welkom!
Namens het College van Diakenen,
Antje Dekker en Wim Wiggers (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.).
---------------------------------------------------------------
Dienen
Deze rubriek over de diaconie heet Dienen. Bijna elke maand wordt in deze rubriek door éen van de diakenen geschreven over diaconale activiteiten. Bijna elke maand: schrijven is niet makkelijk, diakenen zijn bezig met activiteiten, ontmoetingen en het gewone regelwerk van collectes en vergaderingen. Vertellen over wat we als diaconie, in de wijk en in de stad, doen, schiet er dus wel eens bij in. Dat zou tot gevolg kunnen hebben dat gemeenteleden en de lezers van SAMEN niet merken dat er zoiets als een diaconie bestaat. Terwijl diaconie juist een vorm van “geloof in actie’ is, een vorm van naastenliefde, en daarmee een belangrijk kenmerk van kerk zijn.
Diaconie is niet het exclusieve domein van diakenen, van ambtsdragers. Veel gemeenteleden zijn actief bij ‘t Hemeltje, bij het Open Huis, zijn vrijwilliger bij de Voedselbank, zetten zich in voor Amnesty, zijn betrokken bij de daklozenopvang aan het Kanaal, geven taalles aan vluchtelingen, helpen met vervoer, sparen boodschappenpakketten voor mensen die het nodig hebben, brengen kerstpakketten rond, enzovoort. Dat zijn allemaal diaconale activiteiten. Activiteiten waarbij we in contact komen met andere mensen, mensen soms buiten onze eigen sociale kring, mensen met een heel andere levensgeschiedenis als jijzelf. Mensen die (even) hulp en steun nodig hebben, en die op hun beurt ook mij, jou, wat te bieden hebben. Juist de wederkerigheid in het contact, maakt zulke ontmoetingen waardevol. We worden elkaars naasten.
In de wijken zijn diakenen betrokken bij gemeenteleden (en wijkbewoners) die een praktisch of financieel steuntje in de rug kunnen gebruiken, bij activiteiten in de wijkgemeente voor Amnesty International, voor de Voedselbank, voor vluchtelingen met en zonder status, voor een bijzonder diaconaal project buiten Europa…. Er worden soms maaltijden georganiseerd, omdat samen eten zoveel gezelliger is als alleen eten en mensen in de wijk elkaar wat beter leren kennen door samen te eten. Een informatieavond over diaconale acties (zoals Brabant voor Moldavië), het organiseren van paasgroeten aan gevangenen en sobere maaltijden in de Veertigdagentijd: allemaal diaconale activiteiten. Met alle wijkdiaconieën samen organiseren we jaarlijks de kerstpakkettenactie, bespreken we hoe we betrokken kunnen zijn op het armoedebeleid in de stad, en proberen we samen betekenisvolle projecten op te zetten. Voorbeelden daarvan zijn: Brabant voor Moldavië, en ook het project Werkvloer voor Vluchtelingen (zie elders in deze SAMEN).
Er gebeurt dus best veel. Tegelijk is er nog zoveel meer behoefte en nood. Of je nu diaken bent, of vrijwilliger bij de voedselbank, ieder van ons kent wel het gevoel dat je eigenlijk nog zoveel meer zou moeten doen. Meer tijd besteden aan…., meer geven, meer vertellen over wat je doet, meer open staan voor anderen enzovoort. Het is waar, er is nog zoveel meer te doen. Daarover piekeren, je schuldig voelen, of nog meer hooi op je vork nemen, helpt allemaal niet. Helpt mij en jou niet in ons gevoel van tekort schieten, en het helpt ook de ander niet als wij onder druk en met groot plichtsbesef iemand tegemoet treden. Diaconie is dienen. En dat betekent ook accepteren dat we doen wat we kunnen. Claartje Kruuijff zegt over naastenliefde in haar boekje Leegte achter de dingen: “Laat mij maar keuzes maken en proberen mijn naaste lief te hebben waar het in mijn mogelijkheid ligt. En dat is voor iedereen anders. Ik denk dat iedereen andere gezichten en verhalen voor ogen heeft als de vraag gesteld wordt: wie klopt er aan jouw deur? Wie of wat ligt er zwaar op je hart? Eén ding weet ik zeker: het maakt wel degelijk uit wat je doet voor een ander, hoe klein en onbetekenend het ook moge voelen of lijken. Wat als je iets bijdraagt aan de wereld om je heen, word je er ook meer deel van. We kunnen in het kleine groots zijn en verschil maken voor elkaar. Al is het maar door iedere dag zelf opnieuw naaste te worden.”
----------------------Antje Dekker----------------------
Geluk
Vanuit het raam van mijn werkkamer op de Grote Beek heb ik uitzicht op een van de vijfentwintig geluksplekken in Eindhoven. Er staat een bank van waaruit je een mooi uitzicht hebt over het landgoed. Maar behalve de prachtige natuur, waarin je heerlijk kunt wandelen, lijkt er op de Grote Beek in de eerste instantie misschien weinig aanleiding voor spreken over geluk. Dat geld zeker als het gaat om het ‘reclamegeluk’. Al die succesvolle, stralende, gezonde, jeugdige, welvarende, populaire mensen: op de Grote Beek zie je ze zelden. En als je hier een tijdje rondloopt dan ga je ook steeds meer inzien hoe betrekkelijk dat soort geluk is. Je wordt geboren in een liefdeloze omgeving, je groeit op met geweld, misbruik, je krijgt te maken met zwaar verlies, eenzaamheid, je vindt geen aansluiting met mensen om je heen, je raakt verslaafd en zo kan ik nog een hele poos doorgaan. Het gevolg is dat zelfs de hoop om ooit zo’n ideaalbeeld van geluk te bereiken al in de kiem gesmoord is.
En toch is deze geluksplek niet leeg. Er is hier meer geluk dan je ooit zou verwachten. Maar het is niet het geluk dat er van afspat zoals in de reclame. Het is er gewoon in stilte, zonder ophef, in een gebaar, tussen de regels, in een flits, een groet, een verhaal. Dit geluk sluit verdriet en tragiek van het leven niet uit, maar juist in. Het zit in die ene kleine herinnering, die je door alle verdriet en ongeluk heen gedragen heeft: je welkom voelen bij oma en opa, een windvlaag die je streelde toen je buiten aan het spelen was, de juf die je zag en om je gaf. Het geluk zit in de wederzijdse herkenning en erkenning van je verdriet, in tijd en aandacht om te luisteren naar elkaars verhalen. Het lost de tragiek en het verdriet niet op. Maar het is er wel. Je kunt het niet in je zak steken, niet bewaren. Soms is het een lange tijd verborgen totdat het weer onverwacht tevoorschijn schiet. Zoals een lach door de tranen.
Onlangs gaf een cliënte me een gedicht, waarin dit geluk treffend verwoord is. Ze heeft het gekregen van haar oma, die het in de oorlogsjaren geschreven heeft. Het is een hart onder de riem. Niet alleen voor de cliënte die een zware crisis in haar leven doormaakt. Maar onverwachts ook voor mij te midden van alle verdriet over de oorlog in Oekraïne. En misschien ook voor u? De cliënte stemde er graag mee in om dit geluk ook met u te delen.
“Geluk zit in duizend kleinigheden;
De boom die bloeit, een kind dat stoeit,
de dagelijkse bezigheden.
Geluk zit niet in grote dingen,
het is er als de vogels zingen
en als de zon zo schijnt.
Geluk is in de innerlijke vrede,
al vallen bommen naar beneden.
Het is er, ondanks leed en pijn.
Geluk is niet aan het leven hechten,
maar zolang je er bent te blijven vechten
voor alles wat de wereld mist.
Geluk is steeds weer te bezinnen
dat het goeie toch zal overwinnen.
Dan valt het leven licht.
Geluk is niet om na te jagen,
het komt bij ieder alle dagen.
Het is er ondanks leed en pijn.
Geluk is in de innerlijke vrede,
al vallen bommen naar beneden.
De rust die maakt dat het je niet raakt.”
oma van een cliënte
--Inkeri Hyvarinen, Geestelijk verzorger GGzE--
Kaïn de musical uitgespeeld
De eerste twee weekenden van april heeft u de musical ‘Kaïn, zwerver in de oerverhalen’ kunnen meemaken in de Johanneskerk en in de Ontmoetingskerk. Onze enthousiaste groep heeft vol overgave gezongen, gespeeld en muziek gemaakt. Bijna 400 mensen zijn ons publiek geweest.
We hebben een verhaal laten zien op basis van de eerste boeken van Genesis waarin de schepping plaatsvindt en waar Adam en Eva het paradijs uit groeien. Er was Noach die een nieuwe start mocht maken met de schepping en we hebben een kleurrijke dierenparade de Ark zien intrekken.
Kaïn zwerft door al deze verhalen, samen met zijn schuldgevoelens. Het leven in het paradijs of de wens om op gelijke hoogte te komen met God past de mens niet. Als mens moet je je plaats in de schepping respecteren; geniet dat je mens mág zijn, zoals je bent!
Als groep zijn we erg trots op het resultaat.
Corona heeft onze groep parten gespeeld en hierdoor zijn we veel langer bezig geweest met onze voorbereiding. Om die reden hebben we veel meer kosten gemaakt dan bedoeld.
Na afloop van onze musical hebben we gecollecteerd. Er is gul gegeven, maar niet genoeg om onze kosten te dekken. Was u erbij en had u minder contant geld bij u dan u had willen geven? Geef dan nog wat extra aan ons wijkfonds. Hierdoor kunnen we ook in de toekomst weer een musical organiseren en Protestant Eindhoven met elkaar verbinden.
Wilt u ons extra steunen? Maak dan een bijdrage over aan het wijkfonds van de PGE Eindhoven Zuid op IBAN NL88 RABO 0373 7187 13 onder vermelding van Musical Kaïn.
------Ad Fijan,Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.------------
Gods hand?
Onze voorouders waren overtuigd van Gods leiding over wat er allemaal in hun opstand tegen de Spaanse onderdrukkers plaatsvond. Een paar gebeurtenissen.
Op 14 augustus 1568 werd volgens het Martelarenboek Michiel Rombouts in ’s-Hertogenbosch opgehangen. Zijn misdaad was dat hij diaken was geweest in de gereformeerde gemeente en dat hij ook werd verdacht van deelname aan de Beeldenstorm. Voor hij het schavot opging, bad hij God om een teken voor het volk, als bewijs dat hij onschuldig was. Toen hij van de ladder was gestoten, werd onverwacht de lucht verduisterd en hoewel het midden op de dag was, begon het verschrikkelijk te waaien, te onweren en te hagelen. Daarna was vrijwel meteen de lucht weer helder.
De Sint-Jan in Den Bosch had vroeger nog een houten toren op het midden van de kerk. Toen in 1584 Willem van Oranje in Delft was doodgeschoten door een katholieke dader, werd de toren getroffen door een blikseminslag en vloog in brand. De hele toren brandde af. In Den Bosch ging het verhaal rond dat dit Gods straf was voor deze moord.
In 1588 ging de Spaanse ‘onoverwinnelijke vloot’ ten onder door een geweldige storm, toen deze het bestaan van de jonge Nederlandse republiek bedreigde. Er werd een gedenkpenning uitgegeven met de tekst: ‘Gods adem heeft ze verstrooid’.
Valerius dichtte na weer een ander succes tegen de Spanjaarden: ‘Die zulk een grote werk gedaan heeft aan zijn kerk’.
Deze verhalen, maar ook andere verhalen en liederen, tonen een geloof in Gods hulp aan Nederland in de onafhankelijkheidsoorlog onder andere door natuurverschijnselen. Denken we daar nu toch anders over? Zien wij nog Gods hand in onze geschiedenis? En in de wereldgeschiedenis?
Tijdens de oorlog werd er hartstochtelijk gebeden om uitredding, die na vijf jaar werkelijkheid werd. Na de bevrijding dankten we God dat Hij geholpen had om de Duitsers te verslaan. En was de val van de Berlijnse muur en van het communisme een ingreep van God? Ik denk niet dat we kunnen zeggen dat we de hand Gods in de wereldgeschiedenis kunnen ontdekken. De Bijbel zegt ons wel hoe wij moeten leven.
De aanwezigheid van de Eeuwige in ons leven is een geloofsuitspraak. Wij kunnen geloven dat wij zijn zegen en leiding mogen vragen en ontvangen. En bidden om kracht voor onszelf en anderen.
---------------Gerard van Gurp-------------------------
Inclusieveteit
Jan Scheurer heeft hiervoor helder uit de doeken gedaan wat onder ‘inclusieve samenleving’ wordt verstaan. Jan pleit vooral voor het werken aan deelthema’s zoals werken aan gerechtigheid. Dat maakt het concreet.
Een ‘inclusieve samenleving’, stelde iemand in mijn omgeving, is als een paasmandje waar alle eieren in passen: gekleurde, witte, grote en kleine eieren. Voor iedereen is er plaats. Een mooie paasgedachte…, maar nu de praktijk.
Er worden tegenwoordig veel en mooie woorden besteed aan de inclusieve samenleving. Je zou zeggen, is het nog niet geregeld? Bij wet is discriminatie verboden. De regelgeving wordt steeds meer aangescherpt om te voorkomen dat groepen mensen uitgesloten worden. Dus, waar praten we over?
Maar we komen er met elkaar achter dat sommige mechanismen krachtiger zijn dan we zouden wensen. Met het opstellen van anti-discriminatiewetten zou je denken dat het geregeld is. Maar niets blijkt minder waar. In publieke functies bijvoorbeeld, zijn vrouwen, allochtonen enz. nog steeds structureel ondervertegenwoordigd.
Allochtone studenten hebben meer moeite met het vinden van een stageplaats dan niet autochtone studenten, puur vanwege hun naam.
Het uitsluiten van groepen mensen gebeurt dus veel ‘slimmer’. Het onttrekt zich zelfs aan de waarneming van de gewone burger die het hart op de goede plek heeft. Je ontdekt het pas als je het aan den lijve ondervindt. Je gaat het pas zien als je het doorhebt, vatte Cruijff het ooit, in een ander verband, bondig samen.
Als we het door krijgen met elkaar, kijken we vaak naar de politiek en vragen we om aanvullende regelgeving. Het is de vraag of al die wetten en regels ons gaan helpen. En met het stellen van de vraag is die ook beantwoord. Nee, dat gaat ons onvoldoende helpen. Uitsluiting vindt namelijk heel subtiel plaats. Het begint al op het schoolplein tussen de populaire en minder populaire kinderen. Kortom, bij de opvoeding dreigt het al mis te gaan. We geven het elkaar van huis-uit mee.
Een ‘inclusieve samenleving’ is ook gebaat bij gedragsverandering en door hard met elkaar te oefenen. En dat zijn twee lastige zaken voor mensen. Ons gedrag veranderen we niet snel. Mensen zijn gewoonte-dieren en worden niet graag geconfronteerd met het onbekende, laat staan de onbekende ander.
Dan maar hard oefenen. Dat wil zeggen, voortdurend jezelf afvragen hoe inclusief je denkt en werkt. Oefenen met jezelf en met elkaar om de subtiele uitsluitingsmechanismen te ontdekken en te ontmaskeren. Gemakkelijker gezegd dan gedaan. Vertel mij wat.
Moeten we ons er dan maar bij neerleggen? In het verleden hoorden we in de kerk dat ‘De mens onbekwaam is tot enig goed en geneigd tot alle kwaad.’ Geen fraai beeld, zeker als je een ‘inclusieve samenleving’ nastreeft. Je kunt dit inzicht echter ook zien als een uitdaging om te blijven werken aan jezelf.
En er blijft altijd hoop, want ‘de meeste mensen deugen’, stelt een nieuwe generatie psychologen.
Weg met ons negatieve wereldbeeld van hel en verdoemenis. Aan de slag!
--------------------Kees de Heer-------------------------
Diaconaal Inloophuis ’t Hemeltje
De zon schijnt en het is lente. Vroeger betekende dat: tijd voor de voorjaarsschoonmaak. Alle kasten werden uitgesopt, de winterkleding opgeruimd en de zomerkleding kwam weer in de kast. Dat soppen en opruimen gold dan ook voor alle kamers en de keuken. Het huis blonk als nooit te voren. Geen idee of u dat nog doet, ik in ieder geval niet. Het blijft vaak bij het wekelijks poetsen. En tussen neus en lippen door, doe je even de was in de wasmachine en klaar is het weer. Dat was vroeger wel anders, denk maar aan: maandag wasdag…..
Ik hoef u vast niet uit te leggen wat een werk dat betekende. In ’t Hemeltje gaat de was er niet even “tussendoor”. Veel gasten maken gebruik van de mogelijkheid om hun kleren te laten wassen. Er wordt genoteerd van wie de was is, en dan gaat de was de machine in en na het wassen in de droger. Zo lukt het vaak om 2-3 wassen per dag te doen, naast onze eigen was. Hoe kom ik hierop? We houden een staatje bij van het aantal wassen per maand. En achter mijn laptop zittend en nadenkend over een thema voor dit stukje, kwam het overzicht net per mail binnen. Zo zie je maar weer, hele praktische hulp. Maar dat is ook nodig, want waar kun je je was laten doen als je dakloos bent? Zij willen ook graag schone kleren aan, net als u en ik.
In het staatje staan ook het aantal douches. En dat zijn er veel, per middag maken er 6 tot 8 gasten gebruik van de douche. Even genieten van het warme water, even alles van je afspoelen: mens worden. En dat mens worden, mens mogen zijn, is wat we doen in ’t Hemeltje. Aandacht voor de mens die in huis is, die tegenover je zit.
In het nummer van maart van SAMEN heeft Antje Dekker een stuk geschreven over wederkerigheid. En dat is ook in ons huis een belangrijk thema. We willen present zijn, aanwezig zijn, een relatie opbouwen met alle mensen die in huis zijn en komen. Dat betekent luisteren naar de ander, naar zijn/haar verhaal. Dat betekent ook open staan voor de ander, wat heeft hij /zij jou te bieden en wat bied jij hen? Dat is niet altijd gemakkelijk en dat lukt soms ook niet. Het hoeft ook niet groots te zijn, het mag ook in het klein.
En dat kan ook door bijvoorbeeld spijkerbroeken in te zamelen, door een gift te doen. Op velerlei manieren kunt u wat doen. En mocht u wat meer willen doen, denk dan eens aan vrijwilligerswerk bij ’t Hemeltje. We hebben plaats voor vrijwilligers in de huiskamer. Voor het bestuur zijn we dringend op zoek naar bestuursleden. Want met een grote groep vrijwilligers en een goed bestuur kunnen we er zijn voor de dak- en thuislozen in Eindhoven.
PS: Mocht u meer willen lezen over ‘t Hemeltje, dan kunt u zich abonneren op onze digitale nieuwsbrief door een mailtje te sturen naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
--------Jeannet Venekamp ,relatiebeheer---------
IND-logica, Dat dit in Nederland gebeurt!
Mahmoud uit Guinee kwam ruim twintig jaar geleden naar Nederland. Hij sleepte de sporen van zware marteling zichtbaar met zich mee. Een jonge man met een loopje van een oude heer. Mahmoud was marktkoopman in een klein dorpje aan de grens van Sierra Leone. Dat gebied is al decennialang onrustig. Op een dag stormden regeringstroepen het dorp binnen. Ze richtten vernielingen aan en namen een groot deel van de mannelijke bevolking gevangen. De aanklacht? Vermeende samenwerking met de Sierra Leoonse rebellen.
In de gevangenis werd Mahmoud verschrikkelijk gemarteld. Toen hij uiteindelijk met de hulp van een bewaker uit de gevangenis wist te ontsnappen, verliet hij meteen het land. In Nederland werd zijn verhaal niet inhoudelijk beoordeeld omdat hij geen identiteitsdocumenten had. Mahmoud is een eenvoudige man, die niet kan lezen of schrijven. In Nederland kwamen behandelaars er achter dat hij een licht verstandelijke beperking heeft en daarnaast lijdt aan verschillende psychische problemen zoals depressie en PTSS.
Mahmoud wist niet hoe hij de IND kon overtuigen van zijn problemen in Guinee. Hij vroeg VidK om hulp. Wij schakelden in Guinee een onderzoeker in die veldwerk ging doen. Deze onderzoeker reisde af naar het geboortedorp van Mahmoud en sprak met verschillende mensen die Mahmoud kenden. Hij maakte ook foto’s van de vernielingen in het dorp en schreef een ijzersterk rapport. Daarnaast verkreeg hij middels een machtiging diverse officiële documenten voor Mahmoud.
Uiteindelijk wees de IND zijn aanvraag direct af: Hoe kon het zo zijn dat Mahmoud na al deze jaren ineens wél aan documenten kon komen? Zou hier geen sprake zijn geweest van corruptie? De rechtbank maakte korte metten met deze argumentatie, mede gezien het feit dat de documenten op de juiste manier verkregen én gelegaliseerd waren. Na een hoger beroep van de IND verwees de rechter de zaak weer terug naar de IND. Deze week bracht de IND weer een negatief voornemen uit. Let wel: deze hernieuwde asielaanvraag werd al in 2017 ingediend – we zijn al vijf jaar verder! Hoewel ze nu zijn nationaliteit, herkomst, identiteit, de martelingen en de gevangenschap wél geloofwaardig achten, zeggen ze: Het is 20 jaar later, je loopt geen risico meer. Je kan terug.
---Eef Daey Ouwens, Vluchtelingen in de Knel--
‘Kerk, Geloof en Kunst’
Titel: Louis van Dijk
Als kind kwam ik al vroeg in aanraking met muziek. Zo herinner ik me dat ik met mijn ouders meeging naar de Prom-concerten die, al weer lang geleden, jaarlijks in Eindhoven werden gegeven. Dit waren groots opgezette concerten met een symfonieorkest en verrassende cross-over gasten. Eén van die gasten was Louis van Dijk die mij liet kennismaken met Gershwin’s Rhapsody in Blue. Louis van Dijk (alweer twee jaar geleden overleden) was een echte multi-muzikant die grote invloed heeft gehad op mijn muzikale ontwikkeling. Ik was en ben nog steeds diep onder de indruk van hoe hij als organist en pianist kon improviseren. Daarin kon je door zijn omgang met ritme, contrapunt, harmonie en sfeer zijn voorliefde voor de muziek van Bach en Mozart herkennen.
Wat minder bekend is, is dat hij ook gecomponeerd heeft voor de kerkmuziek. Zo heeft hij in 1970 veertien psalmen en gezangen van o.a. Huub Oosterhuis op muziek gezet. Daar is een lp van gemaakt (‘Waar blijft u met uw wonderen’) waarop een jongerenkoor deze nieuwe liederen uitvoert met ritmische begeleiding van trio Louis van Dijk. Wat een muzikaliteit en inventiviteit! Zijn bewerking van psalm 147 (een Hooglied voor de Heer) is ook in onze kerken vaak uitgevoerd door Zajebo.
Van een andere orde is de laatromantische Franse religieuze muziek. Ik word iedere keer weer stil als ik luister naar de Messe Solemnelle van Louis Vierne. Dat begint al met een aantal grandioze openingsnoten op het volle orgel waarna het koor het Kyrie inzet: kippenvel. Deze muziek brengt je in een totaal andere wereld, een ‘hemelse’ wereld waarin je helemaal tot rust kunt komen en kunt mediteren.
En dan is er natuurlijk Bach. Als organist ben ik opgegroeid met zijn orgelmuziek. In de lijdenstijd heb ik vaak geluisterd naar de Mattheus Passion. Maar van de grote werken voor koor, solisten en orkest is en blijft zijn Messe in H-moll mijn favoriet. Ook hier de afwisseling van stemmingen van het feestelijke Gloria tot het zeer ingetogen Agnus Dei: magistraal!
Onlangs kwam ik bij toeval de opname ‘Bach Stories’ tegen van het Poolse duo Aleksander Dębic en Marcin Zdunik. Zij spelen een aantal Sonates van Bach en wisselen die af met eigen bewerkingen van bekende koraalvoorspelen, eveneens van Bach. Die oorspronkelijk voor orgel geschreven koraalvoorspelen zijn door hen heel mooi (opnieuw) gearrangeerd voor piano en cello. Van de koraalbewerkingen kan ik in het bijzonder het bekende ‘Jesus, bleibet meine Freude, O Mensch, bewein dein Sünde groß, en O Lamm Gottes unschuldig’ aanbevelen. Hier wordt met zo’n intensiteit, diepgang en zeggingskracht gespeeld dat er geen woorden nodig zijn om te begrijpen waar dit over gaat. De melodie wordt afwisselend door piano en cello gespeeld. Zij voegen aan de oorspronkelijke Bachversie extra noten toe waarbij jazzy-noten niet worden geschuwd. Hun spel doet mij terugdenken aan Louis van Dijk. Deze opname kan via een streaming service (bijv. Spotify of Tidal) maar ook via YouTube worden beluisterd.
---------------Ronald Kamminga-----------------------
Wie heeft mij door?
Ik ben Arjan Scheele. Studentenwerker voor IFES in Eindhoven en verantwoordelijk voor de internationale studenten. Ik ben 57 jaar en ben bij IFES de oudste studentenwerker en de enige die ook kleinkinderen heeft. Er wordt me vaak gevraagd waar mijn werk uit bestaat en de verleiding is groot om op te gaan sommen wat ik allemaal doe aan activiteiten en wat voor resultaten ik behaal. En ergens willen mensen ook resultaat van me horen omdat een groot deel van mijn inkomen komt van privé-sponsoren. Die willen graag zien dat “hun” geld goed rendeert.
Ik heb een beetje last van een imposter-syndrome. Het oplichterssyndroom. Iemand die daaraan lijdt meent dat het succes van zijn werk sterk afhangt van externe factoren in plaats van zijn/haar eigen kwaliteiten. Geluk, toevallige timing, anderen die hun werk doen en vaak beter. Ik herken er wel wat van. Ik ben naar de maatstaven die onze maatschappij stelt eigenlijk niet zo’n hele gekwalificeerde arbeidskracht. Ik werk met jonge mensen die soms mega-intelligent zijn en hoog opgeleid. Ík heb een mbo opleiding gedaan en ben van oorsprong hovenier. De studenten ontwikkelen zich zodat zij straks een goedbetaalde baan kunnen hebben. Ík leef voor een groot deel van giften. Ik heb mijn leeftijd al genoemd en de afstand tussen de leefwereld van de studenten en die van mij neemt elk jaar een jaartje toe. Ík word steeds ouder, mijn “publiek” houdt de zelfde leeftijd. Je moet toch op zijn minst een sterk geloof en vertrouwen hebben. Ik worstel nog steeds met heel veel dingen van het geloof. Ik ben geen groot spreker, zeker niet voor een groep en al helemaal niet in het Engels. Ik kan me zelf soms zo tekort voelen schieten.
Maar dan laat ik de complimenten en de goede punten even de revue passeren. Ik krijg regelmatig te horen dat ik het verschil mag maken. Mijn houding, degene die ik ben, heeft impact op de levens van sommigen. Ik verbind niet van hoofd tot hoofd maar van hart tot hart. Mijn afhankelijkheid van mensen en van God is een inspiratiebron. Mijn worstelingen, die ik ook deel met de studenten, blijken me meer “mens” te maken en daardoor ben ik benaderbaar. Mijn gebrek aan theologische stelligheden maken dat ik “oordeelloos” kan luisteren. En mijn leeftijd levert op dat ik een bak aan levenservaring heb die me autoriteit geven. Ik ben voor IFES inmiddels verantwoordelijk voor vier studentenwerkers in verschillende steden.
Nog even terug naar dat oplichterssyndroom. Als de definitie nu is dat mijn succes bepaald wordt door een externe factor dan klopt het eigenlijk best wel. Ik zie dat God mijn “zwakheden” gebruikt en dat ik gewoon door mezelf te zijn, de aandacht op God weet te richten. God is mijn externe factor. Hij is de reden dat ik “succesvol” ben. Niet mijn eigen kracht maar Zijn Kracht door mij heen. In Zijn naam mag ik af en toe een wondertje doen. Gewoon door mezelf te zijn en mijn leven te delen. Wat heb ik een prachtige baan.
-----Arjan Scheele, Studentwerker bij IFES------
Pelgrimsgebed (Amanda Strydom, Janine Neethling)
Vader God U ken my naam
My binnegoed en buitestaan
My groopraat en my klein verdriet
My vashou aan als wat verskiet
U ken my vrese en my hoop
Die pad wat ek so kaalvoet loop
Die pad heb U lankal berei
U maak die pad gelyk vir my
Refrein: Alle pelgrims keer weer huistoe
Elke swerver kom weer thuis
Ek verdwaal steeds op die grootpad
Soekend na U boardinghuis
Moeder God U ken my waan
My ego en my regopstaan
Die drake waarteen ek bly veg
U wys my altyd weer die weg
U het my met uw lig geseen
Die lig strooi ek op iedereen
Net U weet hoe my toekoms lyk
Ek het niks, U maak my ryk.
Refrein: Alle pelgrims keer weer huistoe
Elke swerver kom weer thuis
Ek verdwaal steeds op die grootpad
Soekend na U boardinghuis
Het is ons dit keer niet gelukt een jongere te vinden die voor deze rubriek iets wilde schrijven. Daarom hebben we zelf een lied/gebed gekozen dat ons aansprak.
Je kunt het beluisteren via www.youtube.com/watch?v=fTsYx8W_2w0
----------------Redactie----------------------------------
april 2022 met thema: "Geloofsbrieven" Lees meer...
Wie overwint…
bij de brief aan de gemeente in Pergamum
Schrijf aan de engel van de gemeente in Pergamum:
“Dit zegt Hij die het scherpe, tweesnijdende zwaard heeft: Ik weet waar u woont, namelijk waar Satans troon staat. U bent mijn naam trouw gebleven en hebt uw geloof in Mij niet verloochend, ook niet toen Antipas, mijn betrouwbare getuige, werd gedood in uw stad, waar ook Satan woont. Maar enkele dingen heb Ik tegen u: sommigen houden vast aan de leer van Bileam, die Balak liet weten hoe hij voor de Israëlieten een valstrik moest zetten, waardoor ze vlees dat bij de afgodendienst gebruikt is zouden eten en ontucht zouden plegen. Zo is het ook bij u: sommigen houden op dezelfde manier vast aan de leer van de Nikolaïeten. Kom toch tot inkeer, anders kom Ik binnenkort naar u toe en zal Ik hen met het zwaard uit mijn mond bestrijden.
Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint zal Ik van het verborgen manna geven, en ook een wit steentje waarop een nieuwe naam staat, die niemand kent behalve degene die het ontvangt.”
Openbaring 2: 12-16
Pasen is het feest van een overwinning: de dood is verslagen. In veel liederen wordt de overwinning van de dood bezongen:
Christus overwon de dood,
God de Vader zij geloofd.
Nu triomfeert de Zoon van God
die is verrezen uit de dood,
met grote macht en heerlijkheid.
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!
Al dit zingen betekent niet dat de dood er niet meer is. Sterker nog: sterven hoort bij alle leven. Er is geen ontkomen aan. Vroeg of laat komt de dood in één van zijn vele vormen: na ziekte, bij een ongeluk, in een oorlog… Het gaat allerminst om een makkelijke overwinning. Dat klinkt soms ook in liederen door:
Het was een weergaloos gevecht,
het deed de aarde beven,
de strijd werd vorstelijk beslecht,
de vorst liet zelf het leven.
De dood heeft voor het eerst gebeefd.
In de bijbelse verhalen over de opwekking van Jezus lees je niets over strijd die geleverd moest worden om de overwinning te behalen. Je hoort niets over het gevecht dat gevoerd moest worden om de dood te verslaan. In de liederen klinkt het soms wel en we kunnen ons er waarschijnlijk wel iets bij voorstellen.
De brieven die Johannes heeft geschreven aan de zeven gemeenten in de romeinse provincie Asia aan het einde van de eerste eeuw eindigen allemaal met een belofte: Wie overwint… Voor de gelovigen in die gemeenten is de overwinning lang niet zeker. De gemeente van Pergamum blijft trouw aan de Naam van de Heer, maar ze staat onder druk.
Pergamum is de hoofdstad van de provincie Asia (nu grotendeels Turkije) in het romeinse rijk. De stad is vooral beroemd om zijn grote bibliotheek, in die tijd de op één na grootste in het rijk. Het materiaal waarop toen werd geschreven is genoemd naar de stad: perkament. Ook is de stad een centrum van bestuur en handel. Het religieuze leven kent een bonte verscheidenheid. De griekse goden en godinnen, Zeus, Athene en Apollo worden aanbeden en natuurlijk is de stad ook een centrum van de keizerverering. Wie de romeinse keizer niet als een god vereert, loopt groot gevaar in de stad. Het laat zich raden wat er wordt bedoeld met de troon van Satan, die in de stad staat. Het zijn de tempels en de altaren voor de griekse goden en de als god aanbeden keizer van Rome. De gemeente kent minstens één martelaar, die is omgebracht omdat hij trouw bleef aan zijn geloof in Jezus Christus en weigerde te knielen en te buigen voor de keizer. Het zwaard is niet alleen in de hand van Christus.
Er zijn tot op vandaag machthebbers en regeringen die geweld niet schuwen om hun invloed te houden en te vergroten. Oorlogen – en dus ook vluchtelingen en slachtoffers – zijn van alle tijden. Ook wanneer het nu zo dichtbij komt en ons bezig houdt, betekent het niet dat oorlog iets nieuws is en dat er veel oorlogen zijn die ons minder of zelfs nauwelijks raken. De oorlog in Oekraïne roept bij veel mensen herinneringen op aan de tweede wereldoorlog en brengt de tijd van toen met al zijn geweld en angst weer boven. We ervaren hoe groot en sterk de dood is.
Het voegt zich bij de ervaringen van kwetsbaarheid en onzekerheid die we hebben opgedaan in de afgelopen jaren van de covidpandemie. Als de dood al overwonnen is, dan zeker nog niet nu.
Dat zorgt voor spanning en vragen. Wie geloven voelen ook iets van verlegenheid als het Pasen wordt. Het vraagt nogal wat vertrouwen en geduld om te geloven dat de dood niet het einde, het laatste is. Er is hoop nodig om te zeggen dat het leven sterker is dan de dood, het licht sterker dan het donker.
Die verbazing en verwondering merk je ook bij de leerlingen van Jezus als zij horen dat de Heer is opgestaan. Ze kunnen het nauwelijks geloven. Hun aarzeling lijkt sterker dan hun blijdschap. Er is tijd (en dus ook geduld) nodig om te geloven en te blijven vertrouwen. Soms heeft geloven ook iets van een strijd.
Nooit is de verkondiging van het boek Openbaring beter gehoord dan in tijden van spanning en dreiging. Prachtige en krachtige boeken over Openbaring zijn geschreven in Nederland tijdens de duitse bezetting en in Zuid-Afrika onder de apartheid. Waar mensen onder druk en in de knel komen zoeken zij ook veerkracht en wordt moed en wijsheid gevonden. Het boek Openbaring laat in alle tijden en op alle plaatsen horen dat de grootste monden en de hardste handen het niet voor het zeggen houden.
Het laatste woord is aan het manna, het brood voor onderweg door de woestijn naar het land van de belofte. Het laatste woord is aan een wit steentje – teken van overwinning – met daarop een nieuwe naam. Een nieuw begin.
Het laatste woord is aan wie overwint. Niet door geweld, maar door geduld en vertrouwen.
Jezus is door de dood heen gegaan naar een nieuw leven. Als eerste, voor ons uit en wij mogen met hem gaan, het licht tegemoet. Wie overwint gaat de lange weg door de nacht naar het licht van een nieuwe dag.
De morgen is vol nieuw geluid, –
werp af uw boze dromen.
---------------------Bert Jan van Haarlem----------------------
Saamhorigheid
Ik wil beginnen met goed nieuws. Als U dit leest is de akte van de fusie tussen de Protestantse Gemeente Eindhoven en de Protestantse Gemeente St. Oedenrode, Son en Breugel gepasseerd en is daarbij het proces van samengaan van onze beide gemeentes voltooid.
Dat is een blijde gebeurtenis en ik wil de mensen uit St. Oedenrode, Son en Breugel hartelijk welkom heten in onze gezamenlijke gemeente. Vanaf nu zullen ze deel uitmaken van de Johannesgemeente, die daarom vanaf nu twee kerken heeft, een in Woensel en een in Son. Het integratieproces tussen deze twee kerken is al enige tijd in volle gang en ik heb er alle vertrouwen in dat het verder goed gaat verlopen.
Dit proces van samengaan wordt voltooid in een zware periode. Voor het eerst in lange tijd hebben we te maken met een oorlog in Europa. Dagelijks worden we geschokt door de gruwelijke beelden van verwoestingen en menselijk leed in de Oekraïne. Naast de gruwelijke beelden van de oorlog valt ook de wilskracht van de Oekraïense bevolking op, die vecht voor hun eigen land en opkomt voor de andere mensen. We zijn nu in de tijd voor Pasen en het begrip ‘lijdenstijd’ krijgt hier een nieuwe dimensie.
De oorlog heeft een enorme vluchtelingenstroom opgewekt, niet alleen naar de andere landen in Europa, maar vooral van de oorlogsgebieden naar het westen van de Oekraïne. Toch zijn er, als ik dit schrijf, al meer dan twee miljoen mensen gevlucht naar landen van de Europese Unie, vooral vrouwen en kinderen. Het is indrukwekkend om te zien hoe vooral landen als Polen en Moldavië enorme aantallen vluchtelingen opvangen en hen eten, kleding en onderdak geven. Dat spreekt van een geweldige saamhorigheid. Ook in Nederland wordt een groeiend aantal vluchtelingen opgevangen. Gemeenten, instellingen en particulieren zetten zich in om deze vluchtelingen een dak boven het hoofd te geven. In deze onzekere tijd weten we niet voor hoe lang dit zal zijn. Het zal een uitdaging zijn deze volwassenen en kinderen met een eigen taal en cultuur - los van de effecten van de oorlog - op te vangen. Het is onze hoop dat er binnen niet al te lange tijd weer vrede zal zijn in de Oekraïne, zodat deze mensen weer terug kunnen keren naar hun eigen land. Iets wat zij duidelijk allemaal willen.
Het is goed dat op dit moment alle landen van West-Europa eensgezind zijn en achter de maatregelen staan die worden genomen, ook al zullen die zorgen voor problemen bij de eigen bevolking. Dit geldt ook voor Nederland en Eindhoven. Als kerk zullen we hiervoor moeten openstaan en hulp bieden als mensen binnen en buiten onze kerk in de problemen komen.
-------------------------------Henk Grootjans----------------------------
Over dik hout en een witte steen...
Tweeduizend jaar geleden. In de prachtige stad Pergamum wordt in luxe geleefd, worden goden vereerd, zijn de inwoners trots op hun stad en op hun macht. In de stad is ook een christelijke gemeente, volgelingen van Jezus, tot geloof gekomen door het woord van rondreizende evangelisten. En hoe praktiseer je dan om in de wereld te zijn en niet van de wereld te zijn... Nu, een beetje kan wel. Toch? En dus wordt geflirt met de verleidingen van het leven van de stad.
Tweeduizend jaar geleden. Johannes schrijft een brief. Zelf zit hij voor pampus op Patmos, in visioenen ziet hij de afgoden in alle vormen en maten, het is maar de vraag of hij een gemeente om zich heen heeft. Hij heeft alle reden om jaloers te zijn op het leven in Pergamum. Hij schrijft een brief... Na een positieve start van de brief gaat hij er stevig op los, met een harde boodschap voor de gemeente in Pergamum.
Tweeduizend jaar geleden. Mail, app, sms, telefoon bestaan nog niet. Communicatie gaat mondeling of op schrift. De Protestantse Gemeente van Pergamum krijgt een brief. Van Johannes. Van dik hout zaagt men planken. Hoe zal die gelezen zijn? Hoe zal die ingeslagen zijn? Wie kreeg het schaamrood op de kaken? Zou een gebedsbijeenkomst zijn georganiseerd? Wie veranderde zijn of haar leven?
Tweeduizend jaar later. Eindhoven. We hebben het goed. Luxe om ons heen, kerken in alle soorten en maten, een protestantse gemeente met bekende en beminde geloofsgenoten. Op zondagmorgen krijgen we een brief. Een brief van Johannes gericht aan de Protestantse Gemeente van Eindhoven. Hij staat in Openbaring 2: 30-36. Wat is de boodschap aan ons? Wat houdt Johannes ons als spiegel voor? Wat staat voor de eeuwigheid over ons geloof en levenswandel op schrift? En wat is onze reactie?
‘En Ik zal een witte steen geven’, zo eindigt de brief met een belofte. Een witte steen als teken van onschuld en bevrijding. Dat doet herinneren aan de steen die voor het graf van Jezus lag en op zondagmorgen was weggerold. Een steen als teken van Jezus' overwinning op de dood. Een steen als teken van onze vernieuwde onschuld.
-------------------------------Benjamin Jansen------------------------
Een Luthers ABC - V
Een godsdienstige houding houdt zich niet alleen en ook niet in eerste instantie bezig met vragen over het hiernamaals, maar geeft vorm aan het leven hier en nu. Een christen die bij Maarten Luther in de leer is gegaan, zou daarom op vele terreinen een karakteristiek gedrag kunnen laten zien dat voortkomt uit zijn geloof in Jezus Christus. Dit keer de letter V van het alfabet.
Vergeving
Ben je gestruikeld en kun je van harte zeggen: ik heb gezondigd, dan kan God ook zeggen: ik heb je vergeven. Als je echter de zonde rechtvaardigt of verheelt, ze goed praat of ervan niets wilt weten, dan zal Hij zeggen, dat Hij je niet kan vergeven.
[WA 44, 503: 2-4 – Lezingen over Genesis, 1535–45: n.a.v. Gen 42,28; Latijn.]
Met weinig woorden laat Luther zien dat hij – misschien als eerste in de Westerse christenheid - het geheim van vergeving gewaar is geworden en onder woorden heeft gebracht, zonder vergeving theoretisch helemaal te hebben begrepen. En dat hij daarmee tegelijkertijd de boodschap van Jezus Christus herontdekt heeft. Dat is heel bijzonder. Want in de Westerse theologie en wijsbegeerte werd pas vanaf het begin van de 19e eeuw een theorie van vergeving ontwikkeld, dus een betoog erover wat kenmerkend of constitutief voor vergeving is, bijvoorbeeld in tegenstelling met genoegdoening. De discussie daarover is trouwens nog steeds gaande.
Luther noemt in dit stuk als noodzakelijke voorwaarde voor vergeving het inzicht in de eigen schuld, dus in het eigen tekortschieten tegenover iemand anders. Dat inzicht mag niet halfslachtig zijn of opgedrongen, maar moet van harte komen.
Halfslachtig is het als ik me in alledaagse situaties verontschuldig, dus juist probeer de schuld te minimaliseren, weg te nemen. ‘Het kan gewoon gebeuren, dus maken wij ervan geen probleem!’ Hetzelfde gebeurt als ik in het alledaagse leven mijn excuses aanbied. Want dan verwacht ik alleen maar begrip voor mijn situatie.
Opgedrongen is dat inzicht als mij in de kerk of elders verteld wordt dat ik schuldgevoelens moet hebben. Anders zou er geen redding voor mij zijn. Luther heeft in zijn eigen tijd het boetesacrament zo ervaren. Je moest iets opbiechten om de vrijspraak te verkrijgen. Een opgedrongen schuldgevoel is echter geen inzicht en daarom nutteloos. En je hebt niets aan de vrijspraak als ze slechts het gevolg van een opgedrongen schuldgevoel is.
Opvallend genoeg gebruikt Luther in de tekst twee keer het woordje ‘kunnen’ in verband met Gods vergeving. God kan alleen vergeven als je van harte kunt zeggen: ik heb gezondigd. En als jij dat niet kunt doen, dan kan ook Hij niet vergeven. De achterliggende logica is niet die van de wet of de gerechtigheid, noch gaat het om Gods almacht. Nee, God kan niet, omdat vergeving op zich berouw veronderstelt. Berouw is geen voorwaarde die God of wij van de mensen moeten vragen. Het gaat er niet om (in Gods namen) eerst de mensen te vernederen om de eigen of Gods grootheid en barmhartigheid aan te tonen.
Berouw is noodzakelijk voor ons als wij om vergeving vragen omdat wij zonder berouw niet in de vergeving kunnen geloven. Hoe zou ik God kunnen geloven wanneer Hij me vergeving van mijn zonden laat verkondigen als ik van geen zonde weet of slechts halfslachtig of opgedrongen ervan weet? Waarover hebben wij het dan? Vergeving en geloof kunnen alleen waar worden als wij ons eigen gebrek, ons eigen falen inzien. Maar ook andersom: Hoe meer wij in de vergeving kunnen geloven hoe eerlijker en waarachtiger kunnen wij over onszelf zijn. Geen schuld immers die God niet zou kunnen vergeven.
Wat vergeving is, kan ik slechts ervaren als ik weet wat mij vergeven moet worden. Dat vereist diepe waarachtigheid, de waarachtigheid van het hart, zegt Luther. Dat vereist dus juist de erkenning van eigen schuld in tegenstelling tot de poging van verontschuldiging. Erkenning van eigen schuld is echter moeilijk. Daarmee geef je je prijs aan jouw slachtoffer. Je geeft toe dat hij tegenover in het gelijk is. Omdat dat zo moeilijk is, hebben wij zo weinig begrip voor vergeving. Wij zijn immers juist ermee bezig om onszelf steeds in het gelijk te stellen en over de ander te triomferen.
Vergeving is iets anders dan rechtvaardiging door genoegdoening die in de rechtsspraak gebeurt. De rechtsspraak bedoelt op zakelijke manier een herstel van de gerechtigheid. De misdaad wordt vergoed door een bepaalde compensatie. Daarmee wordt de balans van de gerechtigheid hersteld. De schuld die door vergeving weggenomen wordt, ontstaat echter door het kwetsen van de integriteit van een persoon. Iedere inbraak in een huis is niet slechts een zakelijke inbraak, maar ook een schending van het levensvertrouwen van het slachtoffer en daarom een schending van de geboden onaantastbaarheid van de mens. Deze schending kan niet hersteld worden en daarom moet je de ander om vergeving vragen.
Als wij met Luther begrijpen wat het geheim van vergeving is, pas dan ervaren wij dat het geloof een hoog of verheven zaak is, trouwens ook niet slechts een levensbeschouwing.
Want: als je van jouw eigen zonden en hun zwarte van harte weet, als je weet, hoe je iemand anders (incl. God) in zijn integriteit gekwetst hebt, hoe kun je dan geloven dat God of een mens je kan vergeven? Hoe meer je van jezelf weet, hoe minder zou je op vergeving kunnen hopen. Zou de zonde niet te zwaar zijn? Kan en wil God de zonde, die op geen manier te compenseren valt, überhaupt vergeven?
Pas dan begrijpen wij iets van de grootheid en verhevenheid van vergeving.
-------------------------------Markus Matthias------------------------------------
Wim is [nog] niet dood, hij leeft!
Lang niet meer van mij gehoord. Ach ja, iedereen, ook ik, had wel andere dingen aan zijn hoofd.
Maar nu covid op zijn retour is, wil ik toch weer gevolg geven aan mijn activiteiten van daarvoor.
Oftewel, er zal een nieuwe gelegenheid komen om jezelf bijbels theologisch op te frissen:
Bijbelse theologie bij Wim in de serre.
Maximaal 5 deelnemers, duur 10 keer, zoveel mogelijk wekelijks, kosten relatief laag, koffie en thee inbegrepen, alsmede stencils.
Opgave via mijn e-mailadres: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., of telefonisch: 06-24795574.
Ik hoop binnenkort 80 jaar te worden, dus niet te lang aarzelen!
Hopelijk gaat het jullie allemaal goed en wie weet tot ziens.
Met hartelijke groet,
---------------------Wim de Leeuw---------------------------------
Plek
Het is 1 april 2021. Mijn eerste werkdag bij de GGZ Eindhoven. Na een heel aantal jaren gewerkt te hebben in de ouderenzorg maak ik welbewust de overstap naar de psychiatrie.
Landgoed de Grote Beek. Een begrip in Eindhoven. “Nooit gedacht dat ik hier nog eens zou komen…” hoor ik zeggen als ik deze eerste dagen kennis maak met de mensen. “En stel je voor dat ik over een tijdje weer naar huis kan. Wat zeg ik dan eigenlijk, als m’n buren vragen waar ik al die tijd was… Oh, ik was gewoon een tijdje op de Grote Beek….?”
Ik wandel deze eerste dagen veel over het terrein. Het is er zo mooi. In de prachtig onderhouden tuin wordt het eerste groen zichtbaar. In de kassen staat de jonge sla. In het bos zijn de bomen nog haast kaal. Maar even verderop, als ik de pasgeboren lammetjes opzoek, loop ik door een haag van perenbloesem.
In de tuin rond het gebouw waar mijn werkkamer is ligt een tegel. Hij is daar, zo blijkt, ooit neergelegd door een oud-collega:
“Zijn met wat er is” – ik vind dat best een hele kunst. Vaak wil ik helemaal niet “zijn”, maar veel liever ergens kómen, iets bereiken. Aan de slag gaan. En “zijn” is niet meteen iets doen, maar juist even stilstaan. Je handen laten rusten. En ook: het lef hebben om te blijven wanneer je je onthand voelt. Want niet alles kan geheeld worden. Of goedgemaakt.
Een klein jaar later zit ik bij Jan. Hij durft sinds kort weer van zijn kamer af. “Maar het gaat niet goed. Eten gaat niet. Naar buiten gaat niet. De pillen helpen niet. En God ook niet.” Hij valt stil. Ik ook. Ik weet ook even niet wat te zeggen. Opeens pakt Jan mijn hand. “Och wat heb je kouwe handen.” En voor ik het weet, Corona of niet, warmt hij ze allebei.
“Zijn met wat er is” - eigenlijk een prachtige samenvatting van deze plek. En wat een voorrecht om hier zomaar te mógen zijn. Om te mogen delen in de levens van zo veel mensen – de rijkdom én de moeite daarin – en me te warmen aan wat me zomaar gegeven wordt.
--------Alice Bremmer, Geestelijk verzorger, GGZE-------------
Auschwitz
In het restaurant van het vliegveld ontmoette ik twee vrouwen die vertelden dat ze naar Auschwitz gingen. Dat is in Polen vlakbij Krakow.
Wat zeg je tegen mensen die naar Auschwitz gaan? Niet ‘Veel plezier’, maar wat dan wel? Ze zeiden dat ze de geschiedenis in de ogen wilden zien. Op die plek, is dat een heel zware confrontatie. Natuurlijk is het belangrijk om de geschiedenis te kennen, en om die goed tot je door te laten dringen. Ieder mens doet dat op de eigen manier. Ik zei, ‘Ik hoop dat dit een zinvolle reis voor u zal zijn’. Ze hoopten met een intense ervaring rijker, weer thuis te komen.
De motieven om op reis te gaan zijn voor iedereen anders. Het boeiende van luchthavenpastoraat is, dat je al die verschillende motieven tegenkomt. Maar iedereen mag ik een goede reis wensen en iedereen mag ik Gods zegen wensen.
------------------Mirjam van Nie----------------
Hoop
In 1561 voltooide de voorganger van de gemeente te Doornik, Guido de Bres, een geloofsbelijdenis. Deze bevatte 37 artikelen over wat volgens hem de gereformeerden beleden. Het was een tijd van vervolgingen. In artikel 27 over de Kerk schreef hij dat zij door God staande wordt gehouden tegen het woeden van de gehele wereld, hoewel zij soms tot niets schijnt te zijn geworden. Het waren woorden van hoop.
In 1567 waren de gemeenten in de zuidelijke Nederlanden tot niets geworden en was Guido opgehangen. Dankzij de standvastigheid van de bewoners waren er vele jaren later weer gemeenten die in vrijheid konden samenkomen. Maar in de zestiende eeuw waren er wel duizenden mensen voor hun overtuiging ter dood gebracht. Er was geen belofte van definitieve bevrijding. Aan het eind van de zestiende eeuw waren de reformatorische kerken in de zuidelijke Nederlanden verdwenen.
In 1940 was het gedaan met de vrijheid in Nederland en andere landen. Hoe lang zou het duren? Een jaar, twee jaar? Het werden er vijf. Steeds leek het gauw voorbij te zijn. Na de invasie in 1944 begon de vrijheid te dagen. De bevrijding kwam dichterbij. Toen kwam Dolle Dinsdag. De geallieerden zouden al in Breda zijn, zelfs in Rotterdam. Op de Rijswijkseweg in Den Haag stonden mensen langs de kant van de weg te hopen op de bevrijding. Tevergeefs. Toen daarna in september de operatie Market Garden mislukte, was de moed en de hoop in de schoenen gezakt. De Hongerwinter volgde. ‘Almaar onvervulde hoop maakt ziek’, aldus de (nieuw vertaalde) Spreukendichter.
Uiteindelijk kwam dan toch de bevrijding. Maar miljoenen waren in de concentratiekampen ter dood gebracht. Ontelbare mensen waren omgekomen door bommen, door gevechten, door uitputting.
De hoop was niet vervuld geworden door alleen maar te wachten en te bidden. Mensen waren staande gebleven, er was verzet geboden, mensen waren gespaard doordat anderen onderdak verleenden. Omdat ze bleven hopen.
Wat kunnen we van dit alles leren?
Hoop wordt niet altijd vervuld. Soms komt het niet goed. Worden we niet beter als we ziek zijn.
Hoop is een voorwaarde om staande te blijven, actief te zijn. Zolang ik niet dood ben, wil ik leven.
Hoop is niet hetzelfde als optimisme.
Evenmin overtuiging
dat iets goed zal aflopen.
Wel de zekerheid dat iets zinvol is,
afgezien van de afloop,
het resultaat.
Vaclav Havel
-------------------------Gerard van Gurp----------------
Kledingbank in de Catharinakerk
Door een gelukkig toeval kwamen wij, bestuur van het Open Huis in de Catharinakerk, in contact met het netwerk Goed Volk. Dit werkt op vrijwillige basis met jonge mensen tussen de veertien en twintig jaar, die gemotiveerd zijn om te werken aan een mooiere wereld en zo ook beter inzicht krijgen in zichzelf. Bij de activiteiten rond kerstmis afgelopen jaar, bleken er Goedvolkers te zijn, die ons Open Huis en haar activiteiten bijzonder genoeg vonden om daar ook actief aan deel te nemen. Zo zijn er inmiddels verschillende jongeren die als gastheer/vrouw bezig zijn. We merken aan onze gasten, dat ze het heel leuk vinden om ook eens jonge vrijwilligers mee te maken, die heel enthousiast zijn. Onze vaste vrijwilligers zijn ook heel enthousiast, maar wat ouder en nieuwe gezichten: dat spreekt altijd aan.
Toen kwam een van de medewerkers op het idee om in de kerk een kledingbank te organiseren voor de dak- en thuislozen van Eindhoven. Daar zijn we nu mee bezig. Er wordt druk kleding ingezameld door Goedvolkers en onze eigen vrijwilligers en op 6 april van 12.00- 14.00 uur is het zover. Netwerk Goedvolk en wij van het Open Huis zijn er om onze gasten te voorzien van allerlei soorten kleding. Naast Goed Volk werken ook vrijwilligers van Soep&Co mee. Zij delen gratis soep uit aan alle aanwezigen. En dat is nog niet alles. Door een gift van muziekgroep 4Tune kunnen we ook een frietkot laten komen, waar alle gasten een frietje met een snack krijgen. Het wordt een feestje en ik nodig u uit om even langs te komen om dit hartverwarmende evenement mee te maken.
En er zijn meer positieve geluiden. Ieder jaar krijgen onze gasten een fantastische lunch aangeboden van een mevrouw uit Eindhoven. Ze wil niet met name genoemd worden, maar het is ontroerend, hoe zij, rond haar verjaardag, met grote zorgvuldigheid een heerlijke en verantwoorde lunch klaar maakt!
Nu de coronamaatregelen vervallen zijn, is het eindelijk weer mogelijk om onze jaarvergadering te houden samen met al onze vrijwilligers. Twee jaar lang moest die afgezegd worden, omdat de maatregelen het niet toelieten om met veel mensen bij elkaar te komen, maar 21 maart zijn we weer bij elkaar geweest om naar het afgelopen jaar te kijken en ook natuurlijk hoe we de toekomst zien. Tijdens deze jaarvergadering heeft wethouder Renate Richters vrijwilligerspenningen uit gereikt aan een vrijwilliger die 12 ½ jaar vrijwilliger is en drie vrijwilligers die al 25 jaar gastheer/ vrouw in het Open Huis zijn. Renate heeft dit alle jaren met verve gedaan en nu was het haar laatste keer, omdat ze zich terugtrekt uit de politiek. Daar hebben we natuurlijk ook nog even een feestje van gemaakt. Na een korte viering hebben we samen genoten van een heerlijk koud buffet. Het was goed om weer eens zo bij elkaar te zijn.
Een volgende keer wil ik wat vertellen over hoe wij onze vrijwilligers toerusten om hun werk zo goed mogelijk te doen.
-----------------Bernadette van Litsenburg--------------------
Kerk Geloof en kunst
Zoekend naar de verbinding tussen kerk, geloof en kunst en naar de onderwerpen die interessant zijn om in deze rubriek te bespreken kom ik altijd weer terecht bij basisvragen als: wat is kunst en heeft wat mij drijft in de kunst met geloof te maken?
Ofwel: wat is kunst en wat geloven wij, wanneer verbindt kunst, geloof en religie met de Bijbel en de Kerk?
Beiden hebben gemeenschappelijk dat ze verwijzen naar mensen en de wereld en al wat in het dagelijks leven gebeurt. U denkt misschien: allemaal mooie woorden, maar ik kijk gewoon of een beeld mij aanspreekt en ik het herken. Wil je echter doordringen tot een dieper begrip van kunstwerken en de vraag naar wat een kunstenaar beweegt en motiveert? Voor de zoektocht naar de plaats van kunst in de kerk is meer nodig. Net zoals het nodig is om tot een dieper begrip van ons geloof te komen om het belang van de Kerk en de Bijbel voor ons persoonlijk leven te ontdekken. In het gesprek met Frederika van Veen bij mijn bezoek aan haar tentoonstelling kwam de vraag naar wat kunst is, het religieuze in haar werk en wat ‘kunst’ tot kunst maakt snel aan de orde
Als u SAMEN op tijd ontvangt en meteen leest, bent u nog t/m 3 april in de gelegenheid op kasteel Geldrop de tentoonstelling van collages, gemaakt door Frederika te bezoeken. Als u dat niet al eerder heeft gedaan. Wat is daar te zien: Landschappen, portretten, bloemen en architectonische werken, die soms doen denken aan religieuze ruimtes. Frederika zegt dat haar werk vaak religieus is geïnspireerd. Dat is in een aantal gevallen heel duidelijk bijvoorbeeld in haar Christusportretten, waar het lijden sterk naar voren komt. Het hele werk ademt een diepte-dimensie die ik religieus zou willen noemen, een kwaliteit die verder moeilijk is te omschrijven of aan te tonen, maar die ík zo ervaar. Aan u om zelf te gaan kijken en uit te maken hoe ú het ervaart.
Daarmee raken we een volgend punt, de vraag naar een objectieve waarde of maat om de waarde van kunst te bepalen. Naar mijn mening is het een subjectieve ervaring en kan die nooit objectief worden vastgesteld. Ook daarin lijkt kunst op religie en geloof. Alleen door de uitwisseling tussen mensen van persoonlijke ervaringen en herkenning bij elkaar kan zowel kunst als geloof eigendom van de gemeenschap worden. Interessant is wat Frederika zelf van haar kunst vindt. Op de vraag of zij die religieus noemt, antwoordt zij direct positief. In de podcast over haar werk gaat zij hier uitvoerig op in en bespreekt zij de wijze waarop ze zich ontwikkeld heeft en hoe haar werk tot stand komt. Ik kan u aanbevelen het interview eens te bekijken: https://youtu.be/nsZbbFlK0Wg
Frederika maakt onderscheid tussen spiritualiteit en het religieuze karakter van haar werk. De religiositeit ervan ziet zij vooral in de christelijke thematiek van bijvoorbeeld het lijden dat zij ervaart in de gelaatsuitdrukking van de Christus-portretten. Daar komt bij, dat zij haar eigen verdriet en pijn daarin herkent. In dat persoonlijke spreekt zij over spiritualiteit. Dan doelt zij op haar eigen persoon en ontwikkeling als kunstenaar. Zij benoemt het wonder van het ontstaan van haar collages, alsof dat buiten haar bemoeienis ligt of anders gezegd haar verwondering over het ontstaan ervan uit haar handen. Ik zou dit ook religieus willen noemen. Bemoeit God er zich mee? Leidt Hij haar hand?
Dit overwegende vraag ik mij af hoe dit zit bij andere gerenommeerde kunstenaars die geen specifieke band met geloof en Christendom hebben. Het doet hen geen recht hun werk specifiek religieus of gelovig te noemen, want zij leggen die relatie zelf niet, maar er spelen zich wel gelijksoortige processen af. Er zijn veel kunstenaars die hun persoonlijke problematiek en ervaringen door hun kunst verwerken. Dat is zeker spiritueel. Maar wat is eigenlijk het verschil tussen spiritualiteit, inspiratie, en geloof. Ik wil dat graag eens nader onderzoeken. Bijvoorbeeld aan de hand van Louise Bourgeois en de Nederlandse Anton Heijboer. Hun werk wordt getekend door hun persoonlijke problematiek. Dit is ook zo voor de Duitse Joseph Beuys en de Nederlander Armando. Bij deze kunstenaars spelen maatschappelijke problemen een grote rol. Bij uitstek de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog doordrenken hun werk. De manier waarop zij deze ervaringen in hun werk laten meespelen zou ik wel religieus willen noemen. Ik kom daar graag in een volgend artikel op terug.
-----------------------------Leo Steinhauzer----------------------
Studentenwelzijn
Als bijwerking van de coronapandemie zie ik meer aandacht komen voor studentenwelzijn in mijn omgeving. Het is zichtbaar in de aanvragen voor workshops en de één-op-één life coaching die TINT aanbiedt. Maar ook andere groepen en zelfs het bestuur van de TU/e steken veel moeite in initiatieven om studenten te ondersteunen.
Het is fijn als student om bevestiging te krijgen dat mijn welzijn belangrijk gevonden wordt. Tegelijkertijd voel ik me ook overspoeld door alle workshops, trainingen en online platforms die me allemaal proberen te helpen. Hoe weet ik mijn weg te vinden in al deze initiatieven? Maar de belangrijkere vraag is: wanneer moet ik gebruik maken van deze initiatieven? Wanneer moet ik hulp zoeken?
Grote hoeveelheden stress, tot diep in de nacht doorstuderen en regelmatig veel alcohol drinken; allemaal dingen die binnen de studentencultuur normaal zijn, maar problematisch kunnen zijn voor je welzijn. Daarnaast zijn er voor (internationale) studenten veel factoren om je zorgen over te maken; studievertraging, woonomstandigheden, financiën, eenzaamheid etc. Met al die factoren is het soms lastig om te bepalen wat precies ‘normaal’ is en wanneer je om hulp moet vragen. Zeker als je voor het eerst met deze dingen geconfronteerd wordt en mensen van je verwachten dat je nu zelfstandig kunt zijn.
Zelf heb ik daar aardig wat moeite mee gehad. Als ras-perfectionist ben ik gewend om hoge eisen aan mezelf te stellen en toen ik op de universiteit kwam, werd dat problematisch. Professoren vragen veel van je met massa’s huiswerk en dikke boeken om te lezen. Maar ik wilde ook graag blijven sporten, afspreken met vrienden en in het weekend naar mijn ouders toe. Het paste simpelweg niet meer in mijn week. Ik heb toen uit onwetendheid gekozen om de dingen die belangrijk zijn voor mijn welzijn te verwaarlozen, waardoor ik uiteraard op den duur mentaal vastliep. Op het moment dat ik die keuze maakte, had ik iemand nodig die een hand op mijn schouder zou leggen en zeggen: ‘Leg je niet te veel druk op jezelf? Kom, laten we uitzoeken wat nu echt belangrijk voor jou is.’
Dat is precies wat TINT voor mij gedaan heeft, toen ik daar uiteindelijk terecht kwam voor life coaching. Die coaching gesprekken en alles wat daarna kwam, heeft mijn leven weer op de rails gezet en ik heb geleerd goed voor mijn welzijn te zorgen. In retrospectief hadden deze problemen voorkomen kunnen worden, door bewustzijn en een gezonde cultuur op de universiteit. Daarom ben ik blij om te zien dat daar nu ook hard aan gewerkt wordt. Er wordt gebouwd aan een cultuur waar welzijn op één staat, we goed op elkaar letten en men voor je klaar staat wanneer je hulp nodig hebt.
Dat is wat mij zo inspireert aan de nieuwe aandacht voor welzijn; het enthousiasme om te werken aan preventie door het bouwen van een nieuwe gezonde cultuur. En ik ben trots dat TINT daar een belangrijke rol in speelt.
-----Nuriye van Lamoen, Student assistent / Event organizer bij TINT
Stilte
Stilte. Een woord dat niet meer lijkt te passen in deze maatschappij. We leven in een maatschappij waar alles 24/7 doorgaat. We worden opgeslokt door onze studie, werk, relaties en social media.
Zelf merk ik dat ook, zelfs als ik eindelijk rust heb dan gaan mijn gedachten toch vaak weer naar wat ik nog moet en kan doen. Het nummer Quiet (stripped) van Elevation Rhythm gaat hier precies over. Het eerste couplet gaat over je gedachtes die alsmaar alle kanten opgaan. Dit kan heel overweldigend zijn en het kan je angstig of onrustig maken. Maar hoe geweldig is het als God die gedachtes kan doorbreken en als je Zijn vrede mag ontvangen en mag weten dat je niet alleen bent. Zelf heb ik dit al vaak genoeg ervaren, namelijk dat mijn hoofd overloopt, maar wanneer ik toch de stilte probeer op te zoeken, wanneer ik God de ruimte geef, dat ik inderdaad die rust heb mogen ontvangen.
Helaas kan het lastig zijn om God daadwerkelijk die ruimte te geven, in ieder geval voor mij. Ik houd zelf graag de controle en ik ben zeker niet de enige. Er zijn echter zaken die ik niet 100% in eigen handen heb. Een goed voorbeeld hiervan is de toekomst, die je in zekere zin kan beïnvloeden, maar je hebt uiteindelijk geen garanties. Je kunt van alles plannen, maar dingen kunnen nu eenmaal anders lopen door omstandigheden. Het kan moeilijk zijn om hiermee om te gaan, maar als christen weet je dat God de wereld in Zijn hand heeft.
Oftewel, je moet de touwtjes loslaten en God vertrouwen, daar gaat het tweede couplet over. Het couplet begint zo:
Ik hoef niet te weten wat er gaat komen,
morgen is in Uw handen,
ik kan mijn toekomst aan U toevertrouwen,
want U bent daar al.
Als je dit leest of hoort, denk je misschien ‘ja, dat weet ik ook wel hoor’, maar dat kan vanuit je verstand zijn. De vraag is of je daadwerkelijk gelooft dat God de toekomst in Zijn handen heeft. Mijn antwoord op deze vraag is, als ik echt eerlijk ben, ‘niet altijd’. Bij mij sluipt er soms onzekerheid in, dan betwijfel ik of alles wel op zijn pootjes terechtkomt met als gevolg dat ik stiekem twijfel aan God.
Hoe kunnen we dan omgaan met die twijfels en onzekerheden? Het volgende gedeelte in het lied geeft hier een mooi antwoord op, vind ik.
‘Away with the distractions, I wanna hear what’s true.
The only words that matter, they come from You.’
Vrij vertaald: ‘Weg met de afleidingen, ik wil horen wat waar is. De enige woorden die ertoe doen komen van U’. We moeten onze ogen richten op God en luisteren naar Zijn stem, dus ga bidden en lees de Bijbel. Daarnaast moeten we afleidingen vermijden, dit betekent soms voor mij het uitzetten van de TV of afstand nemen van Instagram.
Wanneer je deze acties onderneemt, dan leer je wie God is, wat Zijn karakter is en dit is belangrijk. Een uitspraak van A.W. Tozer zegt dit heel mooi: ‘What comes into our minds when we think about God is the most important thing about us’. Vrij vertaald: ‘Wat in onze gedachten komt wanneer we aan God denken zegt het belangrijkste over ons’. Door te weten wie Hij is, kunnen twijfels en onzekerheid verdreven worden.
Dit lied is voor mij keer op keer een herinnering om te vertrouwen op God, want Hij is degene die voor ons strijd. Maar ook herinnert het mij om weer opnieuw de stilte op te zoeken, om in Zijn aanwezigheid te zijn. Gewoon in de stilte.
-----------------------Joan Kant---------------------------
maart 2022 met thema: "Wederkerigheid" Lees meer...
Wederkerigheid
Wat is wederkerigheid? Een eenduidige definitie is er niet. Wederkerigheid wordt gezien als samenwerking op basis van gelijkwaardigheid, twee richtingen verkeer. Of als een onderlinge verplichting binnen een relatie om een gift te beantwoorden met een tegengift. Voor wat hoort wat. Over en weer uitwisselen in een sociale context.
Voordat ik dieper inga op wat wederkerigheid inhoudt en wat we met dit begrip als mensen van God aan kunnen en aan moeten, eerst het volgende. Een tekst over wederkerigheid kan per definitie geen eenrichtingsverkeer zijn. Iets schrijven over wederkerigheid zonder wederkerigheid op te zoeken, lijkt me niet mogelijk. Daarom hoop ik op reactie van lezers, op tegenspraak, op voorbeelden, op correctie en aanvullingen. Waar komt u wederkerigheid tegen? Is het een begrip dat ons verder brengt, in de samenleving en in onze kerkgemeenschap, of juist niet?
Hoe verschillend de definities ook zijn, een aantal essentiële kenmerken komen steeds terug. Het gaat over relatie en contact, over uitwisseling, over beweging, over gelijkwaardigheid. Wederkerigheid gaat dus altijd over contact, over de ander zien, over open staan voor de ander. Is wederkerigheid iets dat bijna vanzelf ontstaat in een relatie, in een verband van mensen? Of is er meer voor nodig, moeten we een bewuste keuze maken voor wederkerigheid?
In het gezegde ‘voor wat hoort wat’ zit een verplichting tot wederkerigheid. Als ik iets voor jou heb gedaan, dan mag ik ervan uitgaan dat jij vervolgens ook iets voor mij doet. Zo opgevat is wederkerigheid niet iets vrijwilligs, niet iets waar je zelf in vrijheid toe besluit. Meer een verwachting (een norm?) over hoe we met elkaar moeten omgaan in de samenleving. Deze wederkerigheid heeft dus vooral te maken met je houden aan de maatschappelijke spelregels. Je wilt je maatschappelijk verantwoord gedragen. Kun je dat inderdaad ook wederkerigheid noemen? Ik ontken niet dat die verwachting dat de ander ook iets terug doet, bestaat. En natuurlijk hebben we er baat bij als we ons gedragen naar de normen van hoe we in de samenleving met elkaar omgaan. Maar voor mij gaat wederkerigheid verder dan zo’n sociale norm.
Wederkerigheid heeft een andere kleur, gaat dieper dan een verplichting, of iets doen om erbij te blijven horen. Wederkerigheid bestaat in een relatie, en dat houdt in dat er sprake is van contact. Van elkaar echt zien. Zo opgevat is er dus sprake van een keuze. Ik kan ervoor kiezen om met open ogen en zonder direct oordeel naar de ander te kijken[1]. Of heb ik een beeld van die ander, en zie ik enkel wat in dat beeld past? Ga ik een relatie aan, durf ik geraakt te worden door de ander? Of houd ik het veilig en voorspelbaar? Zie ik de tollenaar, of zie ik een man in het nauw? Het gaat erom dat zo te kijken naar die ander dat je ontdekt dat die ander, net als jij, een mens is die wat te bieden heeft. Dat er aandacht is voor de mens zelf, niet (alleen) voor zijn probleem, zijn behoefte of voor het probleem dat hij veroorzaakt. Zo kijken naar de ander geeft niet alleen die ander de kans om zich gewaardeerd te voelen, maar geeft mij ook de kans om los te komen van beelden en verwachtingen over mezelf die mij beklemmen.
Een paar voorbeelden uit onze kerkelijke praktijk om dit te verhelderen. We organiseren diaconale acties, bijvoorbeeld de collecte om geld in te zamelen voor de kinderen in de Griekse vluchtelingenkampen. Een duidelijke situatie: wij zijn de helpers en zij zijn de hulpbehoevenden. Helpen gaat ons over het algemeen beter af dan geholpen worden. Misschien geeft dat helpen ons een goed gevoel, of zijn we blij dat we tenminste iets kunnen doen. Hoe deze kinderen of hun ouders onze hulp ervaren, weten we niet. Een relatie tussen helper en geholpene is er eigenlijk niet, wederkerigheid is grotendeels afwezig. Of laten we ons, ondanks afstand en onbekendheid, raken door hun verhalen? Leren we van hen over moed en uithoudingsvermogen en solidariteit? Denken we na over waar zij ons mee helpen?
Misschien is wederkerigheid dichterbij als we de mensen voor wie we wat doen beter kennen. Bijvoorbeeld bij de financiële steun aan ’t Hemeltje, de Huiskamer voor Vluchtelingen of een project als Ervaring die Staat. Projecten in de stad, waar we ons bij betrokken voelen. En toch is het ook dan moeilijk om rollen en beelden van helper/geholpene los te laten, en ons open te stellen voor wat die ander ons kan geven. Contact met een dakloze op straat die geld vraagt, met een man die rouwt om het verlies van zijn vrouw, met een jongere die het op school niet redt, met iemand die een biertje drinkt zomaar op straat in het gangetje bij de kerk, met…. In al die situaties hebben we een keus. Groeten we, geven we geld, staan we stil voor een praatje? En als we dat doen, is er dan sprake van gelijkwaardigheid? Of ben ik zo vriendelijk om iets (geld, aandacht) te geven, en weet de ander dat hij dank je wel moet zeggen? Het kan best spannend zijn om je in zo’n situatie open te stellen voor wat die ander te geven heeft. Maar ook in een kort contact tussen twee onbekenden die elkaar daarna niet meer zien, kan er sprake zijn van wederkerigheid en van echte ontmoeting. In elk contact hebben we de kans de ander en onszelf te zien als mensen. Geschapen naar Gods beeld en gelijkenis, zoals een oude formulering het zo mooi verwoordt. Ook, en misschien wel juist, in zo’n korte ontmoeting kunnen we Gods aanwezigheid in de wereld met elkaar ervaren.
Samen leven zonder wederkerigheid is niet denkbaar. We leven in een tijd van tegenstellingen en tegenspraak, waarin de meningen je om de oren vliegen en voor- en tegenstanders elkaar voor gek verklaren. Een tijd waarin het wij-zij denken welig tiert. Luisteren naar wat die ander met een heel andere mening te zeggen heeft, is niet makkelijk. Het is moeilijk om contact te houden, als er dingen gezegd worden die je echt tegenstaan, als er gediscrimineerd wordt, als dat wat jij belangrijk en waardevol vindt belachelijk gemaakt wordt. Als wij niet mee willen doen aan het wij-zij denken, aan de één-zijdigheid, aan het versterken van tegenstellingen tussen mensen en groepen in onze samenleving, dan moeten we wederkerigheid beoefenen. Elke dag opnieuw.
[1] Dit wordt exposure methode genoemd, ontwikkeld in het oude wijken pastoraat. Zie ook artikelen op www.korschippers.nl
----------------------Antje Dekker-------------------------------
Naar normaal
Ik schrijf dit stukje de dag na de laatste persconferentie over de coronapandemie. Nu we over de piek van de besmettingen zijn en de bezetting van de ziekenhuizen laag blijft, is er besloten om vrijwel alle maatregelen los te laten. De laatste twee jaar hebben we vaker versoepelingen gezien, maar niet zover als deze keer. Wat betreft de maatregelen gaan we weer vrijwel naar de situatie van voor de pandemie, dus zoals veel mensen zeggen weer terug naar normaal. Alles gaat weer open zoals vanouds en zelfs het carnaval kan doorgaan zonder speciale maatregelen.
Voor veel mensen zal dit als een soort bevrijding worden gevoeld, het kunnen leven zonder beperkingen en weer veel dingen kunnen doen die twee jaar niet of slechts beperkt mogelijk waren. Vooral de jonge mensen hebben dit nodig, zodat ze hun sociale contacten weer kunnen oppakken. Echter er zal ook een groep mensen zijn, vooral de ouderen en de kwetsbaren, die vindt dat alles nu wel heel snel gaat. Veel mensen uit deze groep zijn nog steeds bang besmet te worden, speciaal nu ze minder beschermd worden. Zoals een commentator zei : ‘De maatregelen waren er steeds om de kwetsbaren te beschermen, nu moeten de kwetsbaren zichzelf beschermen’. Het is te hopen dat de andere mensen toch zullen blijven rekening houden met deze groep om te voorkomen dat ze zich buitengesloten zullen voelen.
Al is - als ik dit schrijf - nog niet bekend wat dit betekent voor onze kerkdiensten, ziet het ernaar uit dat we weer veel meer mensen gaan toelaten en dat mondkapjes en afstand houden gaan verdwijnen. Ook met zijn allen koffiedrinken na de dienst zonder afstand houden zal er weer bij zijn.
Wat we moeten afwachten is hoe onze kerkgangers dit alles zullen opnemen. Zeker zullen de meeste mensen blij zijn dat ze gewoon weer naar de kerk kunnen en daar andere mensen kunnen ontmoeten zonder dat ze afstand moeten houden of met mondkapjes op moeten lopen. Er zullen ook mensen zijn die zo gewend zijn om de diensten digitaal in de eigen huiskamer te volgen dat ze hiermee door zullen gaan en minder dan vroeger naar de kerk zullen komen. Verder zal er zeker een groep zijn die liever nog enige tijd voorzichtig wil blijven en nog niet naar de kerk durft te komen als de mensen weer dicht op elkaar zitten. Het is dus afwachten hoeveel mensen de diensten nu zullen bezoeken.
Voor ons allen zal het zaak blijven met elkaar rekening te blijven houden, zeker in de eerstkomende maanden. Voor ons allemaal geldt dat we weer zullen moeten wennen aan het nieuwe normaal. Het is daarbij belangrijk als kerk om te zien naar al onze kerkleden, ook als sommigen om verschillende redenen nog niet naar de diensten zullen komen. Het zal nog wel even duren voor alles echt normaal wordt. Dus ik roep allen op om naar elkaar om te zien.
--------------------Henk Grootjans ----------------------------------
Zien en gezien worden
In het boek ‘Gewone deugden’ stelt Michael Ignatieff dat mensen overal ter wereld bereid zijn zich in te zetten voor anderen in hun directe omgeving. Mensen geven niet zoveel om universele kwesties en om mensen in wie zij zich niet herkennen.
Ik herken dit in mijn eigen omgeving en bij mezelf. Meestal ben je gefocust op mensen van je eigen groep. Bij beslissingen die je neemt voor een maatschappelijk doel of in sociale relaties, speelt dikwijls de vraag: ‘Wat levert het me op?’ of ‘Wat krijg ik ervoor terug?’.
Al jaren bezoek ik met regelmaat een vriend die vanwege een aangeboren aandoening afhankelijk is van de zorg. Hij kijkt steeds naar mijn bezoek uit. We zitten dan een paar uur te praten, vooral over wat er in zijn omgeving en zijn gedachten is voorgevallen. Zijn sociale wereld lijkt erg klein. Met medebewoners kan hij maar beperkt communiceren omdat ze met heel andere dingen bezig zijn. Ieder leeft daar in een eigen moeilijke en vaak trieste wereld. Voor mij is het contact met deze vriend erg waardevol. Het is mooi om te zien hoe hij, ondanks de regelmatig terugkerende angsten en depressies, iets van zijn leven weet te maken. Hij is belangstellend en de onderwerpen waar hij over praat zijn altijd interessant. Vaak heeft hij voor mij gedichten gemaakt die me diep kunnen raken.
De pandemie heeft ervoor gezorgd dat we mensen zijn gaan zien als wezens die we op afstand moeten houden. Eenzaamheid en depressiviteit zijn hierdoor erg toegenomen, vooral bij degenen die afhankelijk zijn van anderen. Het ligt niet in de menselijke aard om anderen systematisch uit de weg te gaan vanwege besmettingsgevaar. Toch wil je er alles aan doen om te voorkomen dat je een levensbedreigende ziekte overbrengt aan kwetsbare mensen.
Afstand houden is niet alleen gerelateerd aan besmettelijkheid. Zo zijn we geneigd om de confrontatie met mensen in moeilijke en kwetsbare omstandigheden uit de weg te gaan. We gaan pas naar de gesloten afdeling van het verpleeghuis als vader of moeder daar is opgenomen. In andere gevallen komen we daar liever niet. Misschien wel om te verdringen dat we zelf ooit in zo´n situatie kunnen terechtkomen.
In het boek ‘VerpleegThuis’ schrijft Teun Toebes op een luchtige manier over de tijd dat hij op een dementieafdeling van een verpleeghuis is gaan wonen en daardoor ging beseffen dat wij ons beeld van mensen met dementie drastisch moeten veranderen.
In de bijbel is wederkerigheid een terugkerend thema in veel verhalen. Het gaat dan om het herkennen en erkennen van de ander.
Telkens blijkt dat je heel veel terug krijgt van iemand voor wie je je open stelt, zelfs als je dat niet verwacht.
In deze tijd van ‘zelfverwezenlijking’ is de ander óf de concurrent óf degene aan wie je iets moet hebben om jouw belang te dienen. Echte ontmoeting kan er pas zijn als je als gelijkwaardige mensen en zonder vooropgesteld eigenbelang met elkaar omgaat.
------------------------Laurens Wytzes-----------------------------------
Stichting Oecumenische Vieringen Eindhoven SOVE
Het jaarthema bij SOVE is dit jaar: de weg van de mens
Op 5 maart 2022 zal de derde viering plaatsvinden
Waar: in de Ontmoetingskerk, Meerkollaan 3, 5613 BS Eindhoven.
Aanvang: 18.30 uur
Voorganger: Henk Baars
Het projectkoor o.l.v. Karel Baken zal zingen in wisselzang met de bezoekers.
Na afloop is er koffie en thee en kan er nagepraat worden.
De vieringen worden altijd voorafgegaan door een leerhuis,
Dit jaar zijn de leerhuizen digitaal en deze worden geleid door Alex van Heusden. Er volgen er dit jaar nog drie. U kunt zich daar nog voor opgeven Het thema van seizoen 2021-2022 is ‘MIGRATIE’. De Leerhuisavonden worden georganiseerd door SOVE en zijn online te volgen na betaling van € 5,- . Het tijdstip is op de tweede of derde donderdag van de maand om 19.00 uur.
Opgeven kan via de website https://sove-eindhoven.nl
Namens SOVE,
-------------------------Wil van Egmond------------------------------
Lezing over de Kruisweg van Wietske Lamper
Vanaf zondag 6 maart zijn de Staties van de Kruisweg, geschilderd door Wietske Lamper te zien in de kerkzaal van de Ontmoetingskerk, Meerkollaan 3 in Eindhoven.
Met deze tentoonstelling geeft zij een beeld van haar beleving van wat er in de veertigdagentijd tijd gebeurt. Zij nam de vrijheid zelf de keuze te maken uit welke beelden ‘haar’ Kruisweg bestaat. Zo is het eerste beeld ‘Het laatste Avondmaal’. En het laatste ‘De Opstanding’.
Voor haar is zo de cirkel rond …. en daarom blijft deze Kruisweg tot en met Pasen hangen.
Bezichtiging en inloop is mogelijk na de zondagochtenddiensten.
Wietske Lamper wordt voor haar werk vaak geïnspireerd door religie of het kerkelijk jaar. Schilderen is voor haar vooral spelen met kleur.
Op woensdagmiddag 23 maart zal zij van 14.00u – 16.00u komen vertellen over dit werk, inloop vanaf 13.30 uur.
Dit vindt ook in de Ontmoetingskerk plaats.
U kunt zich hiervoor opgeven bij Giny Middel, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. / 040 2134044
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Themabijeenkomsten
van de kerken van Son en Breugel, Sint-Oedenrode, Eindhoven-Noord en Eindhoven-Zuid
De kerk van de toekomst
Op dinsdag 8 maart om 20.00 uur is er een gedachtewisseling over ‘De kerk van de toekomst’. De avond vindt plaats in de Ontmoetingskerk, Meerkollaan 3 in Eindhoven.
De kerk gaat ons aan het hart. Ondanks krimp en vergrijzing zien we andere vormen van kerk-zijn ontstaan (mozaïek van kerkplekken, zie www.pkn.nl).
Hoe kijken wij tegen onze eigen kerk aan? Hoe is het in onze stad en regio? Kan de kerk blijven zoals zij is of mag de kerk veranderen? Welke toekomst heeft de kerk en hoe zien wij dat voor ons? Spreken we over de toekomst van de kerk of over de kerk van de toekomst? Hoe denken wij, hoe denken jullie daarover?
Erik Boers zal deze avond het gesprek leiden. Hij zal de voorgangers van Eindhoven en Sint-Oedenrode/ Son en Breugel op socratische wijze bevragen en vervolgens met jullie in gesprek gaan
Aanmelden is niet nodig, maar het is wel handig voor de organisatie. Het kan bij Petra Zweers: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Bewust (geen) vlees en zuivel eten?
In de Protestantse kerk van Son en Breugel (Zandstraat 26) wordt op dinsdag 22 maart om 20.00 uur een avond gehouden over het eten van vlees en zuivel.
Het gaat over de vraag naar het effect van de consumptie daarvan op ons milieu.
Op veel plaatsen klinkt de roep om anders om te gaan met het eten van vlees en zuivel.
Zo stelt de Europese Rekenkamer:
‘Landen van de Europese Unie moeten veel meer doen om de consumptie van vlees door hun burgers te beperken. Alleen zo kunnen de klimaatdoelen worden gehaald. Ook worden met EU-geld nog steeds campagnes gevoerd om vlees en zuivel te promoten. Terwijl het
juist andersom moet’, aldus Jindrich Dolezal, één van de leden van de Rekenkamer.
Uit cijfers in het rapport van de Rekenkamer blijkt dat de consumptie van vlees en zuivel binnen de EU sinds 2014 niet is gedaald… Ruim 80 procent van de broeikasgasuitstoot van ons eten is afkomstig van dierlijke producten, terwijl die maar een kwart van de dagelijkse calorieën leveren. (bron: Volkskrant 21 juni 2021)
Hoe gaan wij om met het eten van vlees en zuivel? Waarom kiest iemand ervoor om bewust (geen) vlees te eten? Hoe gaat een biologische boer hiermee om? Wat beweegt iemand om als veganist te leven en dus totaal geen dierlijke producten te gebruiken? Wat is het beleid van een supermarkt in het aanprijzen van vlees en vleesvervangers?
We maken kennis met de intenties van een veganist, een biologische boer en een manager van een grootwinkelbedrijf.
De focus van de avond is: hoe kan het bewust (geen) vlees en zuivel eten bijdragen aan de toekomst van onze aarde. Nadat de drie inleiders hun verhaal hebben gedaan, is er gelegenheid voor vragen en meningsvorming. De toegang voor deze avond is gratis.
Opgave kan bij Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. / 06 15 69 59 19 .
PS Het is niet nodig je op te geven, maar wel handig voor de organisatie.
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
De film After life
Op vrijdag 1 april wordt de film After life vertoond in de Ontmoetingskerk aan de Meerkollaan 3 in Eindhoven. U / je kunt hem ’s middags om 15.00 uur bekijken of ’s avonds om 20.00 uur.
De film is uitgebracht in 1998 en is gemaakt door Hirakozu Kor-Eda, van oorsprong documentairemaker. In de film doet een verlaten kantoorgebouw dienst als tussenstation tussen leven en dood.
In een gesprek kiezen de overledenen één dierbare herinnering, die later op film wordt vastgelegd. Bij de vertoning vergeet de overledene al die andere herinneringen om zo, met deze dierbare herinnering, naar het hiernamaals te kunnen.
Vanuit tal van interviews, vaak gedaan op straat, heeft de filmer twaalf verhalen gekozen. Sommige van die verhalen worden verteld door de mensen zelf. Een ander deel wordt verteld door acteurs die waargebeurde levensverhalen vertellen.
Een film die tot nadenken stemt, misschien nog meer door die heel andere, mysterieuze Japanse cultuur.
’s Middags is de zaal vanaf 14.30 uur open, ’s avonds vanaf 19.30 uur.
De film duurt twee uur. Ds. Wil van Egmond begeleidt deze middag en avond.
Opgave is niet nodig maar wel handig voor de organisatie. Het kan bij: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. / 06 15 69 59 19.
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Het Vakantiebureau
Het vakantiebureau maakt deel uit van de Protestantse Stichting Diaconaal Vakantiewerk (PSDV). PSDV wil eraan bijdragen dat mensen zich niet buitengesloten voelen. Daarom bieden wij in samenwerking met en steun van de Protestantse Kerk in Nederland vakantiemogelijkheden aan voor mensen voor wie het door ziekte, beperking of leeftijd niet vanzelfsprekend is om op vakantie te gaan. De vakanties hebben een open-christelijk karakter en zijn voor iedereen, ongeacht zijn of haar achtergrond, toegankelijk.
Vakantieweken gaan weer van start!
De Paasvakantieweek zal, anders dan in de vakantiegids vermeld, toch plaatsvinden van zaterdag 16 april tot en met zaterdag 23 april. In deze week vieren gasten en vrijwilligers samen de Paasdagen in Hotel Nieuw Hydepark! Al wandelend of met de rolstoel, fietsend kan men genieten van de ontluikende natuur op het landgoed. In huis zijn er (creatieve) activiteiten en in de avond is er een sfeervol en gezellig avondprogramma. De betrokken gasten en vrijwilligers zijn inmiddels geïnformeerd.
Kent u mensen die er op korte termijn op uit willen? Er is op dit moment nog plek in de volgende weken:
*Nieuw Hydepark, Doorn 16 april - 23 april* Paasweek, Gemengde senioren vakantie *Dennenheul, Ermelo 30 april – 7 mei*
Vakantie voor mantelzorgers en hun thuiswonende partner met dementie
*Dennenheul, Ermelo 7 mei – 14 mei* Seniorenvakantie zonder of met lichte zorg
*Dennenheul, Ermelo 14 mei – 21 mei* Seniorenvakantie zonder of met lichte zorg
Ook later in het seizoen zijn er nog diverse mogelijkheden! Mensen kunnen zich aanmelden via de website www.hetvakantiebureau.nl
Of een vakantiegids en reserveringsformulier aanvragen via:Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. / 0343 – 74 58 90.
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
IND-beleid in strijd met Europees recht
Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft op 10 juni 2021 een belangrijke uitspraak gedaan die grote invloed kan hebben op het juridische perspectief van de doelgroep van Vluchtelingen in de Knel.
De uitspraak betreft een afgewezen Afghaanse asielzoeker in Nederland. De man werkte als chauffeur van een overheidsfunctionaris in Afghanistan en werd daarom bedreigd door de Taliban. De Taliban staken zijn huis zelfs in brand.
De Immigratie-en Naturalisatiedienst (IND) wees de eerste asielaanvraag af omdat de bedreigingen door de Taliban niet geloofd werden. Bij de tweede aanvraag diende hij documenten in om zijn verhaal te staven, maar ook deze werd afgewezen omdat de documenten kopieën waren. Bij zijn derde asielaanvraag diende de man originele exemplaren van de documenten in, waaronder een originele verklaring van de brandweer, dat zijn huis in Afghanistan in brand was gestoken.
Vreemd genoeg wees de IND de asielaanvraag opnieuw af omdat de authenticiteit van de nieuwe documenten niet was aangetoond.
De IND baseerde dit op het beleid dat de asielzoeker de authenticiteit van nieuwe documenten bij iedere volgende asielaanvraag moet aantonen. Bij een eerste aanvraag ligt de bewijslast niet volledig bij de asielzoeker. Bij opvolgende aanvragen moet de echtheid van een nieuw document wel onderzocht worden.
De recente uitspraak van het Hof trok per 10 juni 2021 een streep door dit formalistische beleid omdat het in strijd is met het Europees Unierecht. De IND moet nu een inhoudelijk oordeel geven over alle documenten die in een opvolgende procedure worden ingediend. Het feit dat de IND zelf niet over referentiemateriaal beschikt om de echtheid van het document vast te stellen, of dat het document als kopie is ingediend, is geen reden waarom de aanvraag automatisch afgewezen mag worden.
VidK begeleidt regelmatig afgewezen asielzoekers bij het voorbereiden van een opvolgende asielaanvraag. De kans dat de opvolgende aanvraag ingewilligd wordt hangt in grote mate af van nieuwe documenten of bewijsstukken die de gestelde problemen van de cliënt geloofwaardig maken. Dit is op zichzelf al moeilijk genoeg. Dat de IND strenge eisen hanteerde die ervoor zorgden dat bewijsstukken automatisch afgewezen werden maakte de zaken nog moeilijker.
Wat zou het mooi zijn als we op basis van deze uitspraak de zaken van een of meer cliënten opnieuw aan de IND kunnen voorleggen!
Namens Vluchtelingen in de Knel
-----------------------Jaap Morgenstern------------------------
“In stilte gaat open wat gesloten is”.
“In stilte gaat open wat gesloten is”, luidt de tekst op mijn visite/afspraken-kaartje. Zo kan ik aan cliënten of afdelingen mijn telefoonnummer doorgeven of de afgesproken tijd vastleggen. En dan nog is het een hele toer om een gesprek te arrangeren. ( afspraak onthouden en nakomen, in de gelegenheid zijn, onderweg niemand tegen komen, geen kamer of separeerprogramma, overplaatsing) enz. enz. Niets veranderlijker dan mensen tenslotte.
Nu is er echt veel stilte, want mijn werktelefoon doet het niet (goed) meer. Er is een verandering doorgevoerd in de telefonie binnen de hele GGzE. De vaste telefoonnummers zijn opgeheven en doorgeschakeld naar de mobieltjes. Daarnaast is er een beveiligingsupdate geweest voor alle telefoons. Privacy, de wet op de persoonsgegevens en het risico op gijzelsoftware hangen als een zwaard van Damocles boven onze organisatie.
Gelukkig werkt mijn telefoon nog wel; ik kan er mee bellen wat toch de eerste functie is van een telefoon. Alleen, ik kan niet meer appen of YouTube kijken met cliënten en daarover in gesprek gaan. O ja, en mijn office functies zijn ook uitgevallen. Mijn papierloze kantoor is offline.
Snel druk ik een foto af. Onder de afdruk staat: ”Niet doen” als het niet nodig is. Maar dit moet! Van de kaarsjes, aangestoken voor en namens een cliënt in de separeer. Als hij de print ophangt kan daar in stilte toch iets open gaan.
Dat de whatsapp niet meer werkt is best lastig want ik zit in een groep van geestelijk verzorgers voor de Woenselse Poort en in de groep van het Centrum van Bezinning van de hele GGzE. Geen berichten! Ook geen goede berichten: niet van die ene man die na twee jaar werk een eigen woning heeft. Hij stuurde me foto’s van een opgeruimd huis, van zijn hond en van zijn gedachtenishoekje met waxinelichtje plus foto van zijn vader. Ook niet van een andere man die worstelt op leven en dood met zijn levensvragen. Per appje laat hij mij altijd weten hoe het gaat. De app zwijgt. Een onaangename stilte.
Tsja, een onvolledige werktelefoon roept zomaar wat bespiegelingen op. Vreemd, denk ik, hoe die telefoon is ingeburgerd geraakt, om te betalen en niet te vergeten de CoronaCheck, die deuren voor je opent. We kunnen bijna niet meer zonder. Hoe belangrijk is communicatie, zeker als je gevangen zit.
Binnen de Woenselse Poort hebben we een ambivalente verhouding met de mobiel. Op sommige afdelingen mogen cliënten wel en op andere afdelingen geen telefoon hebben. Gaan ze op verlof, moeten ze een mobiel meenemen voor noodgevallen en - stiekem denk ik – om misschien ook gevolgd te kunnen worden? Gaat mijn fantasie hier met mij op de loop? Toen ik een gebedsapp installeerde zag ik en passant hoe Google mijn woon-werkverkeer bijhoudt. Onderweg gedraag ik me netjes. Ik dacht ‘Social credit’: zou dat iets voor TBS zijn? In ‘alle stilte’ kan blijkbaar ook zo maar iets opengaan wat tot de privacy van mensen behoort.
Berend Veldhorst, geestelijk verzorger GGzE, Centrum voor Bezinning
Wederkerigheid
Wederkerigheid. In de economie een gegeven. Ik betaal voor mijn boodschappen. In het leven zelf is het soms troosteloos lang eenrichtingsverkeer. Krijg je geen gehoor, word je niet gezien. Wat zoeken we als we wederkerigheid zoeken?
Pastores, vrijwilligers in het pastoraat en geestelijk verzorgers hebben een dienende functie. Er wordt zo mooi gezegd dat je taak in het pastoraat is de ander tevoorschijn te luisteren en God aanwezig te laten zijn in het gesprek. Een hele taak!
Als geestelijk verzorger geef ik die zorg voor de ziel aan iedereen, gelovig of niet. De dienende functie die je als luisteraar hebt, kan de ander het gevoel geven dat zijn of haar verhaal het waard is om gehoord te worden. Een prachtig iets.
In december en januari was ik zelf deels afwezig. Ik wilde graag veel tijd doorbrengen met mijn zieke vader en dat heb ik gelukkig ook gedaan. Dat was heel fijn en ook vermoeiend. Dat merkte ik eigenlijk als eerste aan mijn luisterkwaliteiten, die waren verminderd. Ik was minder in staat volledig ten dienste te staan, omdat ik zelf verdriet had. Ik was me hier wel van bewust. Want wederkerigheid is in vriendschappen en relaties een groot goed, maar ik vind dat niet op zijn plek in mijn werk. Daar ben ik er voor de ander.
De eerste week na mijn afwezigheid bezocht ik Lucas. Een man van midden 50. Ik had zin in de ontmoeting. Ik merkte dat het me bij hem niet veel moeite kostte om me open te stellen voor wat hij te vertellen had. Ik had ruimte voor zijn verhaal. Waarom kon ik dat wel bij hem en niet bij een andere vrouw die ik die week bezocht? Ik weet het niet.
Wel weet ik, dat goed zorgen voor mijn eigen ziel, me uiteindelijk heeft geholpen. Door zelf te praten met een fijne collega, door ruimte te maken, letterlijk in mijn agenda, voor mijn eigen verhaal, kan ik er nu weer zijn voor anderen. Niet alleen voor Lucas, maar ook voor anderen.
Ik heb gemerkt, dat het voor een geestelijk verzorger van levensbelang is om aandacht te hebben voor het eigen verhaal. Zodat het niet in de weg zit als de ander aan het woord is.
Gods Geest wordt bij Johannes 14 wel de Trooster genoemd, die komt om ons mensen alles te leren. Dat vind ik een mooi beeld voor wat wij als mensen aan elkaar kunnen geven: troost. Soms heb je het zelf nodig, een ander moment kun je het geven. Ik zoek de wederkerigheid niet in elk contact, maar zorg er wel voor dat ik zelf niet leeg raak.
--------------Karin Seijdell, Geestelijke verzorger, Severinus-------
Welkom
In de aankomsthal van het vliegveld, staan de afhalers te wachten. Soms met een spandoek, of een rode loper. Daar is veel creativiteit te zien. Als dan degene die ze verwachten door de schuifdeuren komt, volgt er een begroeting.
In deze tijden van mondkapjes en anderhalve meter afstand zijn er allerlei manieren van begroeting te zien. Sommigen doen meteen hun mondkapje af en beginnen te zoenen. Anderen zoenen door hun mondkapje heen. Of ze blijven op een afstandje staan, en buigen naar elkaar. Wat zou u doen? Het hangt natuurlijk af van de relatie die je met die persoon hebt, op welke manier je elkaar begroet. In ieder geval, gaat het om mensen die blij zijn elkaar te zien, die de ander een warm welkom geven. Het is vaak hartverwarmend om dat te zien.
Ook in de ontmoetingen die ik heb, wil ik graag het gevoel meegeven dat iemand welkom is. En zeker ook in de gebedsruimte is iedereen welkom. Een welkom aan de ander, een welkom aan de vreemdeling, in onze tijd is dat niet altijd vanzelfsprekend. Op het vliegveld kom ik die ander, die vreemdeling, in levende lijve tegen. Ik doe mijn best die met vriendelijkheid te begroeten. Vaak is dat een begin, van een mooi gesprek.
--------------------Mirjam van Nie---------------------------
Joachim & Anna - Uitnodiging
Beste lezer(s),
Zoals u waarschijnlijk bekend is, worden er in de Johanneskerk in Eindhoven ongeveer zes keer in een jaar bijeenkomsten georganiseerd onder de naam Joachim & Anna. De doelgroep betreft senioren. De bijeenkomsten worden gehouden op woensdagmiddag tussen 14.00 uur en 16.00 uur. Er wordt dan inhoud gegeven aan een bepaald thema. Dit kan door middel van een lezing of een film. Afwisselend verdiepen we ons in een serieus thema, maar ook komen regelmatig diverse vormen van kunst aan de orde. Soms is er een creatieve activiteit. In de pauze is er koffie of thee en na afloop een drankje.
We draaien al een aantal jaren en hebben een trouwe groep van bezoekers. Gelet op de toekomst willen we vooruitzien en proberen om de groep te verrijken met nieuwe mensen. In de achterliggende jaren hebben we geconstateerd dat er meer gemeenteleden zijn die over vrije tijd kunnen beschikken, omdat zij niet meer aan het betaalde arbeidsproces hoeven mee te doen. Misschien behoort u ook tot deze categorie. Een goed idee om eens een keer naar een bijeenkomst te komen?
In SAMEN en in de wijkbrief publiceren wij regelmatig wanneer u welkom bent en wat het thema van de middag is.
We zien uit naar uw komst.
-----------Namens Joachim & Anna,Wietske Lamper-------
Gelijkwaardigheid?
In de zestiende en zeventiende eeuw kwamen veel Europeanen naar Amerika, in nederzettingen om te handelen of om in vrijheid te wonen, zoals de protestanten op de Mayflower.
Zij gingen handelsrelaties aan met de bewoners in dat gebied en kwamen dus in contact met elkaar. Er braken spoedig epidemieën uit. De Europeanen hadden een afweersysteem tegen besmettelijke ziekten zoals pokken, difterie, mazelen en andere ziekten, waartegen de Indianen niet bestand waren. Het gevolg was dat velen van die inheemse volken ziek werden en overleden, zo erg dat de oorspronkelijke bevolking daardoor werd gedecimeerd.
Tijdens de achttiende eeuw kwamen talloze immigranten in gebieden, waar nog veel oorspronkelijke volken woonden. In de staat Pennsylvania arriveerden tienduizenden protestantse immigranten, die in Duitsland en Zwitserland vervolgd werden, zoals quakers, een vredelievende christelijke groep, doopsgezinden en gereformeerden. Ook Schotten en Nederlanders, die vanwege de slechte economische omstandigheden hun land verlieten, vestigden zich daar. Het waren vooral veel landbouwers die de overtocht waagden. Dat betekende dat die nieuwe inwoners land nodig hadden. De Indiaanse stammen, die elk hun eigen gebied bewoonden, waren bereid om land te verkopen. Aanvankelijk was dat voldoende voor de boeren, maar door de grote toestroom was er steeds meer land nodig.
Nu was de staat Pennsylvania, die in 1681 in het leven was geroepen, eigendom van de quaker William Penn, naar wie de staat was genoemd, en later van zijn zonen. Twee van hen beweerden dat hun vader ooit een overeenkomst met een stam had gesloten, waarin was opgenomen dat de Indianen een gebied, ter grootte van een afstand die een man in anderhalve dag wandelend kon afleggen, voor een bepaalde prijs zouden verkopen. Met ‘wandelend’ werd bedoeld: zoals indianen dat op hun gemak deden, met tijd om te eten en te rusten. De twee zonen van William Penn lieten de afstand echter afleggen door drie hardlopers achter elkaar, zodat het gebied veel groter was dan eerder bedoeld was. Door dit bedrog raakten de Indianen een groot deel van hun gebied kwijt. Het land werd door de gebroeders Penn aan immigranten verkocht, zodat de verkopers grote rijkdom vergaarden. De Indianen wilden niet te midden van de blanken wonen en vertrokken naar gebieden aan de grenzen van Pennsylvania.
Het spreekt haast vanzelf dat de immigrantenkerken die ontstaan waren, ook zending gingen drijven. Er was een zendeling die zich de taal van de Indianen had eigen gemaakt en die rapporteerde dat hij vele tientallen had gedoopt. Of die bekeerde Indianen hun plaats in hun stam bleven houden, is niet bekend.
De Indianen waren zelfbewust en kozen ook partij in de oorlogen die in Amerika uitbraken. Zo was er van 1754 tot 1760 een oorlog tussen de Engelsen en de Fransen, waarbij de Fransen uit Amerika verdreven werden. Aan beide zijden vochten Indianen mee. Dat gebeurde ook tijden de Amerikaanse vrijheidsoorlog tussen Amerikanen en Engelsen van 1775 tot 1782, waarbij de Amerikanen onafhankelijk werden. Vooral in deze laatste oorlog zijn veel doden gevallen.
Ook in latere jaren zijn veel Indianen verdreven uit de plaatsen waar zij leefden. Tegenwoordig is er wel aandacht voor wat de Indianen is aangedaan door de christelijke Europese immigranten, maar het leed is niet meer goed te maken.
-------------Gerard van Gurp-----------------------
Diaconaal Inloophuis ’t Hemeltje
Het zonnetje in huis
De uiterste inleverdatum voor een stukje in “Samen” staat in mijn agenda omcirkeld. De dagen daarvoor ben ik in mijn hoofd al weer bezig met vragen: waarover moet het deze keer gaan? Wat is interessant voor de lezers?
Een onderwerp kiezen vind ik moeilijk. Alle perikelen met Corona in Diaconaal Inloophuis ’t Hemeltje zijn al eens aan de orde geweest. Alle maatregelen gelden nog en er mogen maximaal 14 gasten per keer in de huiskamer. En het is ook wel een keer genoeg.
Dan oppert mijn man om in de nieuwsbrief van ’t Hemeltje te kijken wat daar in staat. In het laatste nummer van februari 2022 vertellen we over het wel en wee in de huiskamer en over Sinterklaas en Kerst. Want in de laatste maanden van het jaar gebeurt er veel.
Zo hebben we veel spijkerbroeken en warme jassen alsook zakken vol met nieuwe sokken en ondergoed mogen ontvangen. Want hoe fijn is het om mensen warme, droge en schone kleren te kunnen geven in dit koude en natte jaargetijde.
We hebben diverse presentaties gegeven over ’t Hemeltje en haar gasten.
Naar aanleiding daarvan hebben we mooie geldelijke bijdragen mogen ontvangen.
Fijn dat iedereen aan ons denkt en meeleeft op welke manier dan ook.
En dan hebben we het nog niet gehad over alle voorbereidingen in huis om het gezellig te maken voor onze gasten. De Sinterklaas bingo kon helaas niet doorgaan (corona). Maar er was wel wat lekkers voor iedereen. En hoe moeten we nu het kerstdiner vormgeven? Nou gewoon in drie sessies met een overheerlijk diner! De gasten hebben genoten.
Dan is de maand januari altijd weer even een afknapper.
De maand duurt lang, er zijn geen feesten en het is vaak guur weer, wat voor de dakloze bezoekers van het Hemeltje erg zwaar is. En dit jaar was januari wel heel somber en grijs. We hebben geen zonnetje gezien deze maand. En datzelfde geldt helaas ook voor de maand februari. Maar de lente komt er aan(!) met hopelijk meer zon. En een beetje extra zon kunnen we ook wel gebruiken in huis. Misschien wilt u wel dat “zonnetje in huis” zijn. We zijn dringend op zoek naar vrijwilligers die in de huiskamer gastvrouw/gastheer willen zijn. Ook zijn er nog vrijwilligers nodig die willen koken op dinsdag- of donderdagochtend.
Dat “zonnetje” mag u ook op een andere manier invullen: denk aan het inzamelen van spijkerbroeken, denk aan een financiële bijdrage of denk aan het bakken van wat lekkers voor onze gasten. U kunt de zon laten schijnen!
En zo is de zon voor mij ook weer gaan schijnen, het artikel is klaar. Soms is het even doorbijten en dan komt toch nog goed.
PS: Mocht meer willen lezen over ‘t Hemeltje, dan kunt u zich abonneren op onze digitale nieuwsbrief door een mailtje te sturen naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
------------------Jeannet Venekamp relatiebeheer-----------------------
Liederen van Luther
Deze keer een minder bekend lied van Luther. Het staat in geen van onze liedboeken. Dit lied van Luther is gebaseerd op psalm 67. Zie hiervoor ook de tekst van psalm 67 in het kader, dan kunt u volgen hoe dicht Luther in zijn berijming bij de Bijbeltekst is gebleven. Maar voordat we naar de tekst zelf kijken nu eerst iets over de ontstaansgeschiedenis.
In 1522 heeft Luther de psalmen in het Duits vertaald. Zo ontstond bij hem het idee om de psalmen in berijmde vorm ook in de eigen taal zingbaar te maken. In 1523 schrijft Luther in een brief aan Georg Spalatin (een humanist en theoloog) waarin hij hem vraagt om mee te helpen met het vertolken van de psalmen in berijmde liederen. Hijzelf heeft alvast een begin gemaakt met psalm 67. Naar dit voorbeeld zou toch de begaafde Spalatin en een paar anderen ook liederen kunnen dichten.
Lied van Luther naar psalm 67
1. Es wolle Gott uns gnädig sein
und seinen Segen geben,
sein Antlitz uns mit hellem Schein
erleucht zum ewgen Leben,
dass wir erkennen seine Werk
und was ihm lieb auf Erden,
und Jesus Christus, Heil und Stärk,
bekannt den Heiden werden
und sie zu Gott bekehren.
2. So danken, Gott, und loben dich
die Heiden überalle,
und alle Welt, die freue sich
und singt mit großem Schalle,
dass du auf Erden Richter bist
und lässt die Sünd nicht walten;
dein Wort die Hut und Weide ist,
die alles Volk erhalten,
in rechter Bahn zu wallen.
3. Es danke, Gott, und lobe dich
das Volk in guten Taten;
das Land bringt Frucht und bessert sich,
dein Wort ist wohlgeraten.
Uns segne Vater und der Sohn,
uns segne Gott der Heilig Geist,
dem alle Welt die Ehre tu,
vor ihm sich fürchte allermeist.
Nun sprecht von Herzen: Amen.
Van dit lied van Luther weten we toevallig dat het - voordat het in liedboeken in druk verscheen - daarvoor ook al als liedblad verspreid en verkocht werd. Daar hoort een verhaal bij. Op 6 mei 1524, zo lezen we in een kroniek uit Maagdenburg, staat een oude man, een wever, op het marktplein van Maagdenburg bij het standbeeld van Otto de Grote en zingt liederen.
Mensen gaan nieuwsgierig om hem heen staan. De liederen die hij zingt zijn nieuw. Kerkliederen in het Duits. Eén van de liederen die hij zingt is ‘Es wolle Gott uns gnädig sein’. De liederen die hij zingt staan ook gedrukt op een los liedblad, een Flugschrift (flyer), die hij verkoopt. De mensen zijn nieuwsgierig en kopen deze flyers.
Omdat deze man hiervoor opgepakt werd weten we hiervan. De burgemeester komt uit de vroegmis en ziet de verzamelde menigte daar zingen. Een stadsdienaar moet er naartoe gaan en onderzoeken wat daar gebeurt. Hij brengt verslag uit: daar staat een arme sloeber die ketterse liederen van Luther verkoopt en deze de mensen voorzingt.
De burgemeester grijpt in en laat de man oppakken en opsluiten.
Maar even later verzamelt zich een menigte van 200 mensen voor het stadshuis. Zij eisen zijn vrijlating omdat de stadsdienaar hem ten onrechte van ketterij heeft beschuldigd.
Het protest heeft succes. De man wordt vrijgelaten en in zijn plaats wordt de stadsdienaar gevangengezet. De man heeft nog dagenlang de liederen gezongen en verkocht. Na een tijd waren de liederen zo bekend dat het volk deze in de kerk voorafgaande aan de dienst vanzelf begon te zingen. Door deze zingende verkopers die losse liederen verkochten, verspreidden zich Luthers liederen razendsnel onder de mensen die ze vervolgens weer aan anderen leerden.
In hetzelfde jaar, 1524, werd dit lied ook voor het eerst in een liedboek, het ‘Geystliche gesangk Buchleyn’, in Wittenberg uitgegeven. Luther zelf publiceerde het in een van zijn boeken over liturgie ‘Ein weise christlich Mess zu halt?’. Daar stelt hij voor dit lied als zegenlied aan het einde van de dienst te zingen. Ook verscheen het in 1524 in Erfurt in het ‘Eyn Enchiridion oder Handbuchlein’.
De herkomst van de melodie is niet duidelijk. Een vergelijkbare melodie werd rond die tijd voor verschillende liederen gebruikt. Deze melodie is dus niet door Luther zelf gecomponeerd. Heinrich Schütz, Johann Sebastian Bach, Gustav Mahler en vele andere componisten hebben koraalbewerkingen bij dit lied gecomponeerd. Hoe bekend het lied in die tijd was, zo onbekend is het in onze tijd. Aan de tekst ligt het niet maar de melodie moeten we of vaker gaan zingen en ons eigen maken of misschien verdient dit mooie lied een frissere modernere melodie.
Het lied is gebaseerd op Psalm 67. Luther kende deze psalm goed omdat deze in de kloosters elke ochtend werd gebeden. Zoals de zon opgaat zo zal de zegen over ons opgaan. Zo mogen we elke morgen beginnen ‘Moge God ons genadig zijn en ons zegenen’. Dat herinnert ons eraan dat ons denken, onze plannen en ons handelen elke ochtend, elke dag het milde en genadige licht van Zijn zegen nodig hebben. Zo begint ook het lied: ‘God moge ons genadig zijn’.
Psalm 67 spreekt van het licht van het gelaat van God. In de christelijke kerk herkennen we in Christus het gelaat van God. Daarom heeft Luther in zijn berijming van deze psalm deze woorden ook op Christus betrokken. Hij spreekt van de hoop dat Christus onder alle mensen bekend wordt. Christus is Gods heil en kracht.
Het tweede couplet begint met dankbaarheid. Het zingt van de hoop dat ooit alle mensen God loven en danken, dat alle mensen blij zijn dat God de rechter is over alles, dat hij de zonde een halt toe roept en dat Gods Woord alle volkeren op aarde op de goede weg houdt en bewaart.
Het derde couplet begint bij het antwoord van ons mensen. Waar het Woord van God in goede aarde valt daar draagt het vrucht in goede daden. Het lied is een bede voor een goed samenleven niet alleen voor onszelf maar voor alle mensen, alle volkeren.
Het lied eindigt met een bede om de zegen. De zegen van God is geen vanzelfsprekendheid maar komt voort uit zijn genade. Voor God die we met ontzag vrezen, hoeven we niet bang te zijn omdat hij ons zijn zegen schenkt. Die zegen mogen we dankbaar aanvaarden.
Het lied maakt duidelijk wat we onder de zegen van God mogen verstaan. De zegen is het Woord van God dat door mensen gehoord, begrepen en serieus genomen wordt. De zegen is de gave van het vriendelijke en genadige gelaat van God, zijn liefde die ons wil aanvuren om te antwoorden met goede daden. Zegen dat is dus fundamenteel iets ander dan gewone woorden; zegen zijn de goede en door liefde gedragen woorden van de genadige God, Vader, Zoon en Heilige Geest.
En wij kunnen deze goede woorden doorgeven.
-------------------Susanne Freytag----------------------
Jezelf laten zien
In het kader van nascholing heb ik een tweedaagse training gevolgd over het thema ‘Succes- en faalangst’. Twee inspirerende dagen vol oefeningen die je helpen bewust te worden van wat je van jezelf aan de wereld laat zien. Hoe kun je je successen vieren? Hoe geef je jezelf de ruimte om fouten te maken? Hoe ga je in het licht staan?
Één van de meest inspirerende oefeningen vond ik de volgende: schrijf op een vel papier de zin ‘Hoe ik graag wil dat anderen mij zien…’ en maak een lijst van aspecten van jezelf die je graag laat zien. Draai vervolgens het vel om en schrijf op de achterkant de vraag ‘Wat ik niet wil dat anderen van mij zien…’ en maak daar een lijst van aspecten die je liever verborgen houdt.
Toen ik deze oefening deed, werd mij duidelijk hoezeer ik in mijn dagelijks leven probeer een perfect plaatje van mezelf in stand te houden en hoeveel energie dat kost. Waarom niet wat meer ruimte maken voor mijn verborgen aspecten? Dat zou veel ontspanning geven. Meer en meer werd me duidelijk dat, wil ik mezelf zijn, de aspecten van de voor- en achterkant van mijn papier erbij horen.
Nu deed zich de gelegenheid voor om deze oefening ook met studenten te doen. Onlangs organiseerden we vanuit TINT namelijk, samen met de organisaties Women In Science Eindhoven (WISE, voor vrouwelijke TU/e medewerkers) en Beyond (voor vrouwelijke TU/e studenten), voor het vierde jaar op rij een ‘Celebration of Women in Science’. In een viertal workshops konden deelnemers inspiratie opdoen op het gebied van zelfvertrouwen en ‘jezelf laten zien’.
In mijn workshop ‘Show yourself to the world’ gingen zeven studenten met de oefening aan de slag. Het was mooi om ze te zien reflecteren en vervolgens hun verhalen te horen. Één deelnemer gaf aan dat zij niet graag aan anderen laat zien, dat ze ervan houdt om lui te zijn. Het leuke was dat algauw een andere student aangaf, dat zij ook graag lui is. Een mooie ontdekking: waar je iets van jezelf durft te laten zien, blijken er vaak anderen te zijn die iets vergelijkbaars ervaren.
Uit het gesprek dat vervolgens ontstond, werd duidelijk dat de momenten van lui zijn voor deze studenten momenten waren om bij te komen van het harde werken, te ontspannen en ook te reflecteren over hun leven. De ‘verborgen luiheid’ bleek dus ook nog eens vruchtbare en zinvolle tijd te zijn.
Uiteraard kun je niet op alle momenten en plekken alles van jezelf laten zien, dat zou te kwetsbaar zijn. Wel kun je spelen met de vraag: ‘In hoeverre kan ik in een bepaalde situatie mezelf zijn en hoe kan ik deze ruimte vergroten?’. De oefening van de ‘voor- en achterkant’ is ook een mooie werkvorm voor gespreksgroepen in een kerkelijke gemeente. Je leert jezelf en elkaar er beter door kennen en er ontstaat voor iedereen meer ruimte om jezelf te zijn!
-------Margit van Tuijl, Studentenpastor/life coach bij TINT----------
Muziek als houvast
Muziek speelt een grote rol in mijn leven. Ik ben graag bezig met het maken van muziek en anders wel met het luisteren ernaar. Er zijn een hoop verschillende genres die me aanspreken en waar ik met plezier naar luister, maar de mooiste muziek is voor mij de nummers waar een sterke boodschap of emotie achter zit. Dit is zeker het geval met één van mijn favoriete nummers: ‘A reason to fight’ van de band Disturbed.
Het nummer gaat over het vechten tegen je innerlijke demonen die de kop opsteken in je leven. Met de demonen worden onder andere depressie en verslaving bedoeld, maar er zijn natuurlijk veel meer gevoelens en gedachten die hieronder vallen (denk bijvoorbeeld aan faalangst of onzekerheid). Het is, denk ik, een nummer waar veel mensen zichzelf in herkennen. In de maatschappij van tegenwoordig kunnen mensen snel het gevoel krijgen dat ze niet aan bepaalde eisen voldoen en dat de sociale druk hen te groot wordt. De boodschap van dit nummer is: blijf vechten! Zelfs als alles tegen zit en je situatie uitzichtloos lijkt, is er altijd wel iemand die in je gelooft en je erdoorheen wil helpen. Voor mij is dit nummer een groot houvast. Tegen mij zegt het: het wordt beter, hang in there! Ga niet bij de pakken neerzitten en neem de controle over je leven in eigen hand.
Veel mensen vinden dit houvast bij God. Je bent niet alleen, er is altijd iemand die in je gelooft en die je stimuleert om door te gaan en je problemen of de strijd met jezelf te overwinnen.
De emotie die in dit nummer overgebracht wordt, voelt als hoop. Het wordt erg goed vertolkt door de fantastische zanger en de stilistische keuzes die de band gemaakt heeft bij het schrijven en uitvoeren van het nummer. De band staat niet bepaald bekend om zijn ballads maar slaat met dit nummer de spijker op zijn kop als het gaat om de innerlijke strijd die sommige mensen dagelijks ervaren.
Een zin uit de tekst die me erg aanspreekt is ‘Lost in your world of lies’. Ik denk wederom dat mensen zich makkelijk in deze zin herkennen. In ons hoofd zijn we erg goed in het uitvergroten van onze problemen en het doemdenken, waardoor we uit het oog verliezen hoe de dingen daadwerkelijk zijn. We creëren zelf een nieuwe realiteit met onze eigen interpretaties waardoor we worden meegesleept in de gedachten en de gevoelens die bij onze eigen werkelijkheid horen.
Dit nummer is een bron van kracht voor mij. Het maakt me ervan bewust dat ik niet de enige ben met negatieve gedachten en gevoelens en dat er altijd een reden is om door te blijven gaan met vechten, hoe donker sommige dagen ook zijn.
Ontzettend cliché: maar er is licht aan het einde van de tunnel.
-----------------------Jacobien van Haarlem-------------------
februari 2022 met thema: "Geloofsbrieven" Lees meer...
Brief aan de engel van de gemeente in Filadelfia
Openbaring 3 vers 7-13
Wat zou die brief aan de engel van de gemeente in Filadelfia voor ons nu kunnen betekenen? Uit mezelf zou ik niet op de gedachte zijn gekomen om over die lastige tekst na te denken. Maar langzamerhand begon ik blij te worden dat de redactie van SAMEN met die zogenaamde brieven aan de slag wilde gaan. Maar ja, hoe lezen we een brief die geen normale brief is?
Openbaring staat vol beelden en getallen. En als je goed leest, valt op dat je al lezend struikelt over verwijzingen naar teksten uit het Oude Testament. In Openbaring komt de hele Bijbel opnieuw tot leven. Je kunt het met Eugene Peterson ‘de laatste woorden’ noemen. Openbaring sluit de reeks Bijbelboeken van Genesis tot de brief van Judas af. Hij stelt dat we Openbaring het best verstaan als we zien dat Johannes schrijft als theoloog, dichter en pastor. Het boek wil de betekenis van Jezus Christus als gelaat van de Onzienlijke ontsluieren, openbaren. Daarin is hij een theoloog. De dichterlijke beeldtaal wil ons hart openen voor dat levensgeheim midden in de storm van de tijd waarin we leven. Dat doet hij als pastor en deelgenoot van het dagelijkse leven van de mensen aan wie hij schrijft.
Het boek Openbaring bevat geen voorspelling van de toekomst. Al hebben telkens weer mensen geprobeerd dat zo uit te leggen. De meeste uitleggers zijn het erover eens dat het boek mensen, die gebukt gingen onder de onderdrukkende macht van het Romeinse rijk, een hart onder de riem wilde steken. De rijke symbooltaal van dit boek kleurt die bemoedigende boodschap. Het gaat dan om kleuren: de regenboog als teken van hemelse glorie, symbool van God. Wit wijst op zuiverheid (wit als sneeuw) en overwinning. Witte haren op waardigheid. Het gaat ook over getallen: drie voor God, Heilig, heilig, heilig. En het getal zeven voor de volheid. Liefst vierenvijftig keer komt dat getal zeven voor. Ook lezen we over engelen, sterren en kandelaren. Een engel betekent een boodschapper of vertegenwoordiger van God. Een lauwerkrans is een teken van volharding hebben bij beproeving en van vreugde.
Het boek Openbaring wil de gelovigen van alle tijden troosten. Ze bemoedigen om het geloofsvertrouwen vast te houden tegen alle verdrukking en verleiding in.
Dr. K.H. Miskotte hield in de winter van 1943/44 in Amsterdam-Zuid bijbelavonden over het boek Openbaring voor mensen van buiten en binnen de kerk. De teksten voor die avonden werkte hij uit tot het boek Hoofdsom der historie. In de inleiding schreef hij dat Openbaring een troostboek is. ‘Wij zien de wereld dan heden donker en wij zien ook de toekomst donker, maar daarom behoeft de wereldgeschiedenis allerminst donker te zijn. Het gaat erom Hem en Zijn heerlijkheid te bespeuren, overal in alle dingen, ook in het schijnbaar-omgekeerde van alles, wat wij als Christus kennen.’ Zo wil ik ook vandaag Openbaring verstaan. We worden bemoedigd trouw te blijven, ook als veel ons daarvan weg kan trekken. Dat geldt ook voor deze tijd waarin de wereld in de ban van een pandemie is.
Johannes begint te vertellen dat hij op de dag van de Heer in vervoering raakte en achter zich een luide stem hoorde. Hij moet wat hij te zien krijgt in een boek schrijven en naar de zeven gemeenten sturen. En toen hij zich omdraaide zag hij tussen zeven gouden lampenstandaards een indrukwekkende gestalte. Die persoonlijkheid verzekerde hem dat hij niet bang hoefde te zijn. Hij hoorde dat de zeven sterren die hij in de rechterhand van die gestalte zag, de engelen van de zeven gemeenten waren en de zeven standaards de zeven gemeenten zelf. Een gemeente is een standaard waarop het licht van Christus voor iedereen schijnt. Hij moest telkens aan de engel van één van de zeven gemeenten iets schrijven. Niet aan de gemeenten zelf, maar aan de engel van die gemeente. Een engel is degene die God vertegenwoordigt, openbaart, zijn stem verstaanbaar maakt. Het is de Geest die tot de gemeente spreekt en de Geest wordt ervaarbaar, hoorbaar en zichtbaar, in mensen en gebeurtenissen. Iedere brief eindigt ook met die woorden ‘Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.’
De onthulling van de betekenis van Christus voor ons leven en samenleven wordt dus aan kerkelijke gemeenten gegeven. Het is geen individuele boodschap voor mijn binnenkamer. Het klinkt in het midden van concrete kerken. Daarmee hebben de meeste mensen zowel positieve als negatieve ervaringen.
Waarom worden deze zeven gemeenten in het Westen van het huidige Turkije genoemd? Ik vermoed dat deze zeven gemeenten symbool staan voor de hele kerk. Dat vermoeden werd sterker toen ik achter elkaar las hoe degene die tot de engel van de gemeente spreekt zich aankondigt. En dat is toch het levende Woord. Het begint met ‘Dit zegt hij die de zeven sterren (de engelen van de zeven gemeenten) in zijn rechterhand houdt en tussen de zeven gouden lampenstandaards (de zeven gemeenten) verblijft’. De laatste brief begint met ‘Dit zegt Amen, de trouwe en betrouwbare getuige, het begin van Gods schepping.’ Samen vormen deze zeven beschrijvingen de naam van de Stem die spreekt tot de kerk in deze wereld en daar verblijft. Lees de aanhef van deze zeven brieven maar eens achter elkaar. Ook in ons leven kan iedere keer een andere kant van Gods Naam oplichten.
Filadelfia is een jonge stad, een eeuw voor het begin van onze jaartelling gesticht. De naam betekent broederliefde. Concreet was dat de liefde tussen twee broers die elkaar opvolgden als koning. Het ligt strategisch gunstig. In de omgeving werd wijnbouw bedreven. In de stad werd de god van de wijnbouw, Dionysos, vereerd.
De naam voor de Ene die in de brief aan Filadelfia klinkt is: ‘hij die heilig en betrouwbaar is, die de sleutel van David heeft – wanneer hij opendoet, kan niemand sluiten, wanneer hij sluit, kan niemand openen’.
Als kerkelijke gemeente in Eindhoven mogen we vertrouwen dat onder ons de Ene verblijft die heilig en betrouwbaar is. In Openbaring worden vele malen ook mensen heiligen genoemd. Iemand die heilig is roept mijn respect, blijde verwondering op. Ik doe bij wijze van spreken mijn schoenen van mijn voeten, zoals Mozes bij de brandende doornstruik. Dat kan ik bijvoorbeeld bij een sterfbed ervaren als iemand zich werkelijk kan toevertrouwen aan dat sterven. En zelf blijken wij soms heilig, geheiligd te zijn. Ook wij kunnen blijde verwondering oproepen, die naar Jezus verwijst. Zo zie ik in onze kerk steeds weer mensen die voor mij iets laten zien van Jezus.
Betrouwbaar wordt alleen de Ene, God, genoemd. U en ik kunnen ons inzetten om betrouwbaar voor anderen te zijn. Maar dat blijkt begrensd te zijn. We schieten in liefde uiteindelijk altijd tekort. Ons heilig zijn is nooit volmaakt. Daarom is het goed om samen het lichaam van Christus te vormen.
Hij die betrouwbaar is heeft de sleutel van David. Wat zou dat betekenen voor ons? Dit beeld verwijst overduidelijk naar Jesaja 22 vers 22: ‘Ik zal hem (Eljakim, God zal oprichten) de sleutel overhandigen van het huis van David; wanneer hij opendoet, kan niemand sluiten, wanneer hij sluit, kan niemand openen’. Een echo daar weer van klinkt in Matteüs 16 vers 19. Jezus zegt daar tegen Petrus: ‘Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven, en al wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.’
Wat doet Johannes met dit beeld aan ons? Filadelfia is een jonge gemeente. En ze hadden naar hun eigen beleving weinig invloed op de samenleving. Wat stelt onze kerk voor in de Eindhovense samenleving? Voor ons is de deur geopend die ons in contact brengt met het geheim van Gods ‘er zijn’ in deze wereld. En ook is ons die sleutel gegeven met gezag, als die van David, als die van de grote Zoon van David. Wat dat betreft delen we in de belofte die Jezus aan Petrus gaf. Petrus, die symbool staat voor de kerk. We kunnen in wat we doen en laten, zeggen en zwijgen de poort naar de werkelijkheid van God openen of sluiten. Ik versta dat beeld van de sleutel als een uitdagende prikkel om ons niet te verschuilen achter onze marginale positie als kerk in de samenleving. In vrijwilligerswerk, in hoe we omgaan met onze buren, in wat er van ons uitgaat kunnen we deuren openen die niet meer dicht zullen gaan. Daarin kunnen we trouw zijn in navolging van de Betrouwbare.
Dan horen we over een tijd van beproeving. Ieder kan daarvan vast persoonlijke voorbeelden geven en de Covid-19-pandemie veroorzaakt over heel de wereld zeker een tijd van beproeving. Maar ook nu kunnen we de trouw van God ervaren. Aan ons om de poort daarnaar te openen. Het is goed dat we ons vasthouden aan dat vertrouwen.
In de zeven brieven aan de engel van een gemeente wordt steeds een drieslag gemaakt die ook model kan staan voor ons pastoraal omgaan met elkaar. Eerst worden we via de engel bemoedigd: ‘Ik weet wat u doet. U bent trouw gebleven.’ We mogen elkaar allereerst erkennen, bevestigen. Het is goed dat je er bent. Ik ben blij met je.
Maar we kunnen niet zonder heilzame tegenstem. Soms hebben we correctie nodig. Die klinkt ook in de brieven. In die aan Filadelfia is die het minst aanwezig. Wel wordt de gemeente gewezen op de tijd van beproeving die komt. In het pastoraat is het heilzaam ook elkaars tegenstem te zijn. Het mag ook schuren. Als derde stap mogen we elkaar motiveren, perspectief aanreiken. De mensen in Filadelfia dachten klein over zichzelf. Ze vroegen zich af wat ze voorstelden. Maar Johannes ziet dat ze tot een zuil in de tempel van God gemaakt worden. Ze zullen blijken stevigheid te bezitten, waar je veilig op kunt leunen.
Het lijkt me spannend om met deze woorden en beelden naar onszelf te kijken.
Dit mogen we in onze oren knopen, want dit zegt de Geest aan de kerk op alle plaatsen, de eeuwen door.
Schrijf aan de engel van de gemeente in Filadelfia:
“Dit zegt hij die heilig en betrouwbaar is, die de sleutel van David heeft – wanneer hij opendoet, kan niemand sluiten, wanneer hij sluit, kan niemand openen: 8Ik weet wat u doet. Ik heb ervoor gezorgd dat de deur voor u openstaat, zonder dat iemand hem kan sluiten. Want ook al hebt u weinig invloed, u bent trouw gebleven aan wat ik heb gezegd en hebt mijn naam niet verloochend. 9Ik zal mensen laten komen die bij Satan horen, leugenaars die zich Joden noemen en het niet zijn; zij zullen zich eerbiedig aan uw voeten neerwerpen en erkennen dat ik u heb liefgehad. 10Omdat u trouw bent gebleven aan mijn gebod om stand te houden, zal ik u ook trouw zijn wanneer binnenkort de tijd van de beproeving aanbreekt, als heel de aarde en de mensen die er leven op de proef worden gesteld. 11Ik kom spoedig. Houd vast aan wat u hebt, dan zal niemand u de lauwerkrans kunnen afnemen.
12Wie overwint maak ik tot een zuil in de tempel van mijn God. Daar zal hij voor altijd blijven staan. Ik zal op hem de naam schrijven van mijn God en van de stad van mijn God, het nieuwe Jeruzalem dat bij mijn God vandaan uit de hemel zal neerdalen, en ook mijn eigen nieuwe naam. 13Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.”
-------------------------------------Gideon van Dam-----------------------------------
Samengaan
Ik schrijf dit stukje een dag na de AK-vergadering van januari. Dit was deze keer weer een digitale vergadering, thuis achter het scherm, in verband met de coronamaatregelen. We hopen dat we de volgende keer weer echt kunnen samenkomen en zo beter alles kunnen bespreken met een goede discussie en niet alleen de lopende zaken zullen afhandelen maar ook toekomen aan een inhoudelijk onderwerp. We zouden eigenlijk deze keer praten over het straatpastoraat, maar dat wordt nu een volgende keer.
Ik wil het in dit stukje hebben over onze samenwerking met de gemeente St. Oedenrode, Son en Breugel. Hier begint nu echt vaart in te komen en we zijn goed op weg van samenwerken naar samengaan van onze beide gemeentes.
Zoals besproken tijdens de gemeenteavond in november heeft de AK in juni besloten om over te gaan tot een fusie met de Protestantse Gemeente St. Oedenrode, Son en Breugel. In juli hebben we het besluit hiervoor naar de classis gestuurd om hun goedkeuring te krijgen. We kregen al snel bericht dat de door ons voorgestelde manier van samengaan niet mogelijk was onder de bestaande kerkorde. We wisten al dat de kerkorde aangepast moest worden om de manier van samengaan die wij wilden, toe te staan.
Half november bereikte ons het goede nieuws dat de synode de aanpassing van de kerkorde heeft goedgekeurd, die wij nodig hadden om te fuseren met St. Oedenrode, Son en Breugel zonder dat we een nieuwe gemeente met bijbehorende rechtspersoon hoefden te vormen. Dat is iets wat een hoop administratieve rompslomp zal vermijden. Dus in plaats van samen een nieuwe gemeente moeten vormen, wordt nu St. Oedenrode, Son en Breugel onderdeel van de bestaande Protestantse Gemeente Eindhoven. Midden december ontvingen we ook de voorlopige goedkeuring van de classis. Deze goedkeuring wordt definitief als de bezwaarperiode van een maand voorbij is. De volgende stap is om bij de notaris alles goed vast te leggen. Er is goede hoop dat we deze laatste stap van het formele proces in de loop van februari kunnen afronden.
De belangrijkste stap in het samengaan zal nu door ons zelf genomen moeten worden. We moeten ervoor zorgen dat de kerkleden van St. Oedenrode, Son en Breugel zich thuis zullen gaan voelen in onze gemeente. We krijgen er nu een nieuwe kerk bij in Son, die deel zal zijn van de Johannesgemeente. Er zijn al een aantal stappen genomen om samen op te trekken. Zo vergadert de wijkkerkenraad van de Johannesgemeente al sinds september samen met de kerkenraad van St. Oedenrode, Son en Breugel. We doen dat om en om in de Johanneskerk en in de kerk in Son, tenminste voor zover de coronamaatregelen dat toelaten. Verder zijn er al twee ontmoetingsdagen geweest. Een die begon in de Johanneskerk en eindigde in Son en een andersom. Later dit jaar, als de beperkingen hopelijk minder worden, zal er meer worden georganiseerd. Ik roep een ieder op om aan dit proces deel te nemen.
--------------------------Henk Grootjans, voorzitter AK------------------------------------
De kerk van de toekomst
Op dinsdag 8 maart om 20.00 uur is er een gedachtewisseling over ‘De kerk van de toekomst’. De avond vindt plaats in de Ontmoetingskerk, Meerkollaan 3 in Eindhoven-Tongelre.
De kerk gaat ons aan het hart. Ondanks krimp en vergrijzing zien we andere vormen van kerk-zijn ontstaan (mozaïek van kerkplekken, zie www.pkn.nl).
Hoe kijken wij tegen onze eigen kerk aan? Hoe is het in onze stad en regio? Kan de kerk blijven zoals zij is of mag de kerk veranderen? Welke toekomst heeft de kerk en hoe zien wij dat voor ons? Spreken we over de toekomst van de kerk of over de kerk van de toekomst? Hoe denken wij, hoe denken jullie daarover?
Erik Boers zal deze avond het gesprek leiden. Hij zal de voorgangers van Eindhoven en Sint-Oedenrode/ Son en Breugel op socratische wijze bevragen en vervolgens met jullie in gesprek gaan (zie: www.hetnieuwetrivium.nl).
Aanmelden is niet nodig, maar het is wel handig voor de organisatie
Het kan bij Petra Zweers: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Themabijeenkomsten rond ‘De toekomst begint nu’
Een aantal van de thema bijeenkomsten van de kerken van Son & Breugel, Noord en Zuid is niet doorgegaan vanwege de coronabeperkingen. Inmiddels zijn er nieuwe data:
- dinsdag 8 maart om 20.00 uur, De kerk van de toekomst, Ontmoetingskerk
- dinsdag 22 maart om 20.00 uur, Bewust (geen) vlees en zuivel eten, PKN kerk Son en Breugel
- vrijdag 1 april om 15.00 uur en om 20.00 uur, de film After live, Ontmoetingskerk
- maandag 16 mei om 20.00 uur, Zorg voor het klimaat – een geloofsartikel?, Ontmoetingskerk
- vrijdag 20 mei om 15.00 uur en om 20.00 uur, de film The biggest little farm, Johanneskerk.
---------------------------------------------------------------------------------------------------
Een saaie dag
Hij is geen klager. Hij mankeert van alles, zijn lichaam heeft een hoge leeftijd bereikt, maar hij kan goed alleen zijn ondanks het gemis van zijn vrouw. Hij houdt zijn geest scherp met de krant, klassieke muziek op de radio en een breed scala aan tv-programma’s. Vanuit zijn stoel heeft hij zicht op mezen, mussen, spechten en fazanten, die door zijn kinderen voorzien worden van vetbollen en speciale vogelpindakaas.
Hij heeft nooit gehoord van ‘blue monday’. En toch gebeurt het op die moeilijkste dag in januari, dat hij verzucht ‘dit is een saaie dag’.
De lucht kleurt al dagen grijs, hij mist de zon. En ook al komt hij weinig buiten, de wetenschap dat even buiten zitten nog maanden kan duren trekt vandaag een zware wissel op zijn stemming.
Ik ben op bezoek en voel me aangesproken door zijn opmerking. Hoe zal ik reageren? Ik kan zeggen ‘Ik ben er nu toch? Kan ik iets doen om de saaiheid te verlichten?’ Tegelijk ben ik blij met zijn eerlijke openhartigheid. Ik besluit om niet in de verdediging te gaan, of om allerlei aan te dragen van wat ‘u toch wel hebt?’ Deze kant van het leven is er immers ook: dat het saai is, dat je alleen bent ondanks aanbod van allerlei activiteiten of lieve mensen om je heen.
In gesprekken met ouderen merk ik hoe belangrijk het kan zijn om juist die eenzaamheid te erkennen. Dat het gezegd mag worden dat het leven soms zwaar valt, het ouder worden, het oud zijn. Dat ik niet hoef te gaan regelen of organiseren of….. Luisteren en het levensgevoel laten bestaan en laten gaan.
De man en ik zijn een poosje stil met elkaar
Dan gaat zijn blik naar de tuin. Er zijn bollen geplant. Nu nog onder de grond, maar op de plekken waar ze begraven zijn staan vrolijkgekleurde stokjes.
‘Kijk’, zegt hij, ‘daar kijk ik naar. Bij die gekleurde stokjes staat iets te gebeuren.’
Hij grijnst naar me. Pure veerkracht zie ik.
Zonder veel woorden is het toch ineens wat lichter geworden.
--------Petra Speelman, geestelijk verzorger Vitalis Woonzorggroep------------
Onopgeefbaar verbonden
Bij ontmoetingen tussen Joden wordt wel gezegd: ‘Volgend jaar in Jeruzalem’. Die uitspraak is ook deel van het gebed op Grote Verzoendag (Jom Kipoer) en Pesach.
De eeuwen door hebben Joden in de diaspora een verlangen naar het Heilige Land uitgesproken. In Psalm 137 spreekt de dichter in ballingschap uit:
‘Als ik jou vergeet, Jeruzalem, laat dan mijn hand de snaren vergeten. Laat mijn tong aan mijn gehemelte kleven, als ik niet meer denk aan jou, als ik Jeruzalem niet stel boven alles wat mij verheugt’. Nadat Kores de Joden vergund had naar het Heilige Land terug te keren, schreef de dichter: ‘Toen de HEER het lot van Sion keerde, was het alsof wij droomden’ (Psalm 126). In deze teksten staan Jeruzalem en Sion symbool voor het land.
In 1896 richtte Herzl de Zionistische beweging op, met als doel het zelfbewustzijn van de Joden te bevorderen en hun vestiging in wat toen heette Palestina naderbij te brengen.
Geschiedenis
De hele geschiedenis door hebben Joden te maken gehad met allerlei beperkingen. Zo mochten zij geen ambacht uitoefenen. Als gevolg daarvan hielden zij zich vooral met de handel bezig. Zij vormden doorgaans een groep binnen de samenleving en woonden veelal samen in Jodenbuurten of in getto’s.
Joden hadden steeds te maken met antisemitisme. Zij kregen voortdurend van alles de schuld en omdat zij handig waren in de handel, voelden mensen zich soms bedrogen. In het oosten van Europa werden Joden vaak verdreven en er kwamen moordpartijen voor, de pogroms, zodat velen emigreerden. De voorouders van mijn grootvader (foto) kwamen waarschijnlijk uit Zuid-Polen. In ons gezin waren wij ons bewust van onze verwantschap met de Joden.
In de zeventiende eeuw kwamen veel Joden vooral in Amsterdam terecht. Zij vormden twee stromingen. De ashkenazim kwamen uit Oost-Europa, waar zij Jiddisch spraken met elkaar. De sefardiem hadden hun oorsprong in Spanje en Portugal, vanwaar zij vanaf 1492 verdreven waren. Van de sefardische Joden waren velen vermogend. In Amsterdam werden twee hoofdsynagogen gesticht, de Nederlands-Israëlitische (ashkenazisch) en de Portugees-Israëlitische (sefardisch).
Israël
In de twintigste eeuw was Palestina geen onafhankelijk land, maar sinds 1920 Brits mandaatgebied. Na de Tweede Wereldoorlog gingen nogal wat Joden die de vernietigingskampen hadden overleefd, daarheen. Ook veel andere Joden vestigden zich daar. Dit gaf veel conflicten tussen de Palestijnse inwoners en de immigranten. Joodse milities werden gevormd om zich te verdedigen. De onrust werd zo groot dat de Britten van dit gebied af wilden. In 1947 stelden de Verenigde Naties een verdelingsplan op tussen Joods en Palestijns gebied. De Joden accepteerden dit plan, maar de Palestijnen verwierpen het. Door dit plan werden veel Palestijnen door de Joodse milities verdreven uit hun huizen en hun land. Het bleef dus onrustig.
Op 15 mei 1948 werd onder leiding van Ben Gurion de staat Israël uitgeroepen. Dit werd door veel Joden ervaren als een bevrijding uit de ballingschap, waar zij woonden en waar in de oorlogsjaren zovelen waren omgekomen. Kort daarop startten de omliggende Arabische landen een offensief tegen de nieuwe staat. De aanvallen werden afgeslagen en veel Palestijns gebied kwam in Israëlische handen.
In de jaren die volgden is Israël opnieuw enkele malen door omringende landen aangevallen. Dit gebeurde in 1967 en in 1973. Tijdens die oorlogen zijn veel gebieden door het Israëlische leger bezet. Het is geen wonder dat de bewoners van Israël zich altijd bedreigd bleven voelen. Nog steeds streven Iran en ook de Hamas-beweging naar de vernietiging van Israël.
In 1994 kreeg generaal Rabin, die inmiddels namens de Labour Party minister-president was geworden, samen met Arafat, hoofd van de Palestijnse Liberation Organization (PLO), en de Israëlische Peres, de Nobelprijs voor de vrede voor hun pogingen vrede te sluiten tussen Joden en Palestijnen. De PLO erkende Israël. Helaas vermoordde een orthodoxe Jood die tegen de verzoeningspolitiek van het kabinet was, minister Rabin. Dit betekende het einde van de vredespogingen.
Een jaar na de dood van Rabin werd Netanyahu van de Likoed Partij minister-president. Er kwamen veel Joodse nederzettingen op Palestijns gebied. De kolonisten beschouwden zich als wettige inwoners van het aan de aartsvaders beloofde land. Politieke en orthodoxe religieuze partijen die de politiek van de Israëlische regering in stand houden, laten geen verandering daarin toe.
Orthodoxe Joden spreken van het Beloofde Land, zoals in de Thora beschreven, maar velen gaan voorbij aan wat bijvoorbeeld in Leviticus 19:34 staat, dat vreemdelingen behandeld moeten worden als volksgenoten.
Nederland
In 2011 is in Nederland de Joodse stichting ‘Een ander Joods geluid’ opgericht om vredesinitiatieven te ondersteunen en te werken aan een Israël dat mensenrechten respecteert, en zijn inwoners als gelijkwaardige en gelijkberechtigde burgers behandelt. Zij wil ook het taboe doorbreken dat Joden geen kritiek op de staat Israël zouden mogen uiten. Kritiek op Israël wordt in sommige kringen beschouwd als antisemitisme. De 92-jarige Joodse psychiater Herman van Praag heeft zich onlangs uitgesproken tegen de nederzettingenpolitiek van Israël, die het probleem vrijwel onoplosbaar heeft gemaakt.
De Joodse Hajo Meyer, die in Duitsland geboren was en voor de oorlog naar Nederland is ontkomen, maar later het concentratiekamp Auschwitz heeft overleefd, heeft de behandeling van Palestijnen vergeleken met de positie van de Joden in Duitsland in de jaren dertig: het waren tweederangs burgers..
Bij de oprichting van de PKN in 2004 is in de Kerkorde opgenomen de uitspraak dat de kerken onopgeefbaar verbonden zijn met het volk van Israël. Daarbij is bewust niet de staat Israël genoemd, wegens de bedenkelijke politiek van de Israëlische regering ten opzichte van de Palestijnen. Deze beperking is in de kring van de stichting ‘Christenen voor Israël’ betreurd.
Wat nu?
Het is belangrijk dat wij ons bewust zijn van die onopgeefbare band met de Joden, in onze sympathie en belangstelling. De Protestantse Raad voor Kerk en Israël heeft onlangs een brochure op internet gezet onder de titel ‘Onopgeefbaar verbonden’. Daarin staan vragen om te gebruiken in gespreksgroepen.
Als wij kritiek hebben op de politiek van de Israëlische regering mag dat niet in de weg staan van onze sympathie met het Joodse volk. Er is veel antisemitisme in Nederland tegen Joden en ook tegen moslims. Daar moeten wij oog voor hebben en het moet bestreden worden. Tegelijk zal ook sympathie en steun nodig zijn voor de Palestijnen, waaronder zich duizenden christenen bevinden. Wij hopen dat in wat nu een onoplosbaar probleem lijkt te zijn, ooit verandering ten goede zal optreden en dat er vrede zal komen tussen Joden en Palestijnen.
------------------------------------Gerard van Gurp-----------------------------------------
Houvast
Weet u, als ik zo de ontwikkelingen in de wereld volg, dan wordt het me soms bang te moede. Mensen die op de vlucht slaan voor dictatoriale regimes. Mensen die omkomen in oorlogen, door hongersnood of natuurrampen, mede veroorzaakt door ons handelen of misschien wel juist door ons niet-handelen. Mensen die lijden onder het vandalisme van anderen. Maar ook mensen die geloven in leugens en complottheorieën. Het maakt me soms depressief. ’t Zal wel met de ouderdom te maken hebben!
Wat zijn de echte feiten? Waarin kan / moet ik geloven? Waarom hechten velen meer aan de berichten op Facebook dan aan de uiteenzettingen van wetenschappers? Denk aan de discussie in Amerika met betrekking tot de presidentsverkiezingen, denk aan al die meningen over corona en denk aan de standpunten over de aanpak van het klimaat! Kortom, wat is waarheid?
Dan is het toch een zegen, dat je christen mag zijn, dat je mag geloven in de kracht en de vruchten van de Geest, om het maar eens plechtig te zeggen. Ik noem er een paar: vrede, zelfbeheersing, liefde. Wie wil er nu niet in vrede leven? Is dat niet waar al die ontheemden naar snakken? En zelfbeheersing? Zou dat niet geweldig helpen om al die rellen rondom de coronamaatregelen te voorkomen? Tja, en liefde? Hoe meer hoe beter, zou ik zeggen! Voor elkaar, voor de natuur, maar zeker ook voor de waarheid!
Maar ja, wij, christenen kunnen dat wel geloven en in praktijk proberen te brengen, maar we zijn als kerk inmiddels maar een klein clubje geworden in dit land. Zoiets memoreert ook de brief aan de engel van Filadelfia in Openbaringen: ‘Jullie hebben weinig invloed’. (Openb. 3:8 BGT) Maar Johannes schrijft ook: ‘Als jullie volhouden, dan zullen jullie een zuil zijn in de tempel’. Ik weet niet wat er met die zuil precies bedoeld wordt, daar moet een theoloog maar eens z’n licht over laten schijnen, maar in mijn ogen is het zoiets als een minaret bij een moskee. Die zie je van heinde en ver! Vrij vertaald: ‘Als jullie de christelijke deugden blijven uitstralen, dan zal dat niet onopgemerkt blijven’. Een mooi voorbeeld vond ik terug in de speech van de Tweede Kamervoorzitter naar aanleiding van het overlijden van Bas van de Vlies. Zij memoreerde de christelijke levenswandel expliciet als basis voor de waardevolle bijdrage van Bas.
En ja, dan krijg ik toch weer een beetje hoop. Het geeft me houvast. Een zegen dat ik die waarden van huis uit heb mogen meekrijgen.
-------------------------------Bernard van Weeghel-----------------------------------------
De jacht naar het paradijs
Een kunstenaar die zich al veertig jaar laat inspireren door beelden en ideeën uit het christendom en de islam is Marc Mulders (1959). Tijdens de pandemie maakte hij het indrukwekkende schilderij ‘Hunt for paradise (hope)’, dat nu deel uitmaakt van de collectie van De Pont Museum in Tilburg. Het laat zien dat hoop een kracht is die het duister kan weerstaan.
De pasteltinten op het schilderij zijn zacht, licht en bloemig. Maar in deze paradijselijke tuin verschijnen donkere vormen, met tentakels die om zich heen grijpen. Tuinen en bloemen vormen al heel lang een rijke bron van inspiratie voor Mulders. Opvallend is, vooral in het latere werk, het licht dat door de verf heen lijkt te stralen. Het is het licht van het paradijs, waar vrede en harmonie te vinden zijn.
De confrontatie met het donkere en het kwade is Mulders in eerder werk ook aangegaan. Hij deed dit steevast in een andere techniek dan olieverf, met name in collages. Vanaf 2017 maakt hij ook donkere schilderijen, die hij ‘Nocturnes’ of ‘Moonlight Gardens’ noemt. Hierin verbeeldt hij een spirituele kant van het duister: het mystieke donker van de maanverlichte nacht en de hoopvolle ochtendschemering.
De donkere partijen in ‘Hunt for paradise (hope)’ hebben een heel ander karakter, en verwijzen wel degelijk naar het kwaad. In de lichte tuin verschijnen donkere ‘intruders’, indringers: het paradijs wordt bedreigd. Voor Mulders werd dit concreet in de zomer van 2020, toen hij ontdekte dat op landgoed Baest in Oostelbeers, waar hij woont en werkt, illegaal vervuilde grond werd gestort. De vondst van stukken plastic en puin midden in de natuur die de inspiratiebron is voor zijn werk maakte hem boos en verdrietig. Hij schakelde de politie in en pleitte er als ‘klokkenluider’ bij het bestuur van het landgoed voor om de bossen, beken en velden van Baest te beschermen.
Mulders heeft zich vaker kritisch en bezorgd uitgesproken over de hoogmoed en het egoïsme van de mens, de overdadige consumptie, het gezondheidsgevaar van megastallen en de roekeloze omgang met alles wat kwetsbaar is. In het uitbreken van de coronapandemie werd zijn vrees bevestigd dat het een keer verkeerd moest gaan. De dreiging die uitging van de pandemie wierp donkere schaduwen over de periode waarin dit schilderij ontstond.
De tuinen van verf die Mulders creëert op zijn doeken verbeelden zijn verlangen naar een harmonieuze en spirituele omgang met de natuur. Dat hij nu het dreigende zwart toelaat in de tuin geeft een grote intensiteit en spanning aan het werk. Mulders zegt hierover: ‘Het vuile zwart van die ‘intruders’ wilde ik tot rust manen, bezweren, laten opgaan in een overwinningsmelodie van kleuren en ‘zweepslagen’ aan verfstreken. Ik heb ze willens en wetens opzichtig gepositioneerd, maar deze donkere passages zijn toch in balans gekomen met de meer zachte kleurige toetsen. Er ontstond deze zomer voor het eerst een soort yin-yang orde in mijn schilderijen, een balans tussen het donker en het licht.’
Van Anneke van Wolfswinkel verscheen onlangs het boek ‘Marc Mulders. Werken 1980-2020’, te verkrijgen via Motta Kunstboeken: www.mottakunstboeken.nl of 040-2465087
---------------------------Anneke van Wolfswinkel------------------------------------------
Een kerk van oor en oog
(eerder verschenen in ‘kerk en theologie synodespecial 2021')
Oosters-orthodox christendom, katholicisme, anglicanisme, lutheranisme en calvinisme, elke stroming binnen het christendom heeft haar sterke en zwakke kanten. Het calvinisme is sterk als het gaat om zijn oog voor een wereld waarin Gods Geest werkt. Zijn zwakte is dat het als enige stroming weinig met het beeld doet binnen de kerk. Is het een kerk zonder oog? Dat is niet helemaal waar. Calvijn roemde de verbeelding van God in zijn schepping en acht beeldhouwkunst en schilderkunst gaven van God. Luther (die zelf het ‘beeld’ in de kerk niet afwees) en de andere reformatoren wezen destijds terecht de misstanden rond de beeldverering af. Helaas gooiden Zwingli en Calvijn het kind met het badwater weg. Zo ontstond een kerk van het oor, het horen van het Woord. Het oog kreeg in de spiritualiteit en in de eredienst verder geen ruimte met als ongewenst gevolg dat de calvinistische traditie bekend staat als rationeel.
Kijkt men naar de theologische verantwoording van de rijke beeldtraditie van de andere stromingen binnen het christendom, dan blijkt Calvijns onvolledige visie op het beeld onjuist te zijn. God geeft de mens vele zintuigen behalve het oor, ook het oog (om me hier hiertoe te beperken) om Hem te zoeken. De protestantse traditie heeft een prachtige muziektraditie, ook als onderdeel van de eredienst. De protestantse kerk zou op haar eigen wijze naast kerk van het oor, ook meer een kerk van het oog kunnen worden. Soms is ze dat al dankzij het kerkgebouw met haar sobere architectuur en glas-in-loodramen, maar ze kan dit wel wat meer zijn in haar spiritualiteit en liturgie.
Materiële beelden zoals fresco’s, schilderijen, sculpturen, foto’s, films, video’s raken het hart op een andere wijze dan woorden. Zelf begreep ik de diepte van Lucas’ evangelieverhaal over de aankondiging van Jezus’ geboorte door de engel aan Maria pas doordat ik de verbeeldingen ervan bekeek van verschillende schilders uit de Renaissance. Maria voert een dialoog met Gabriël. Schilders uit de Renaissance beelden de fases van de dialoog uit door middel van de erbij passende gebarentaal. Ik ervaar het evangelieverhaal over Jezus’ instelling van het Avondmaal veel ingrijpender dankzij Da Vinci’s beeldende uitleg ervan in zijn Het Laatste Avondmaal. Het beeld kan iets tonen wat in woorden moeilijk is uit te drukken. Da Vinci laat in zijn verbeelding het tegelijk van Judas’ verraad én de instelling van het Avondmaal zien. Het diepte- en hoogtepunt tijdens Jezus’ maaltijd met zijn leerlingen verbindt hij onlosmakelijk met elkaar dankzij de taal van het beeld. Een verhaal kan alleen het ‘na elkaar’ van beide gebeurtenissen vertellen. Da Vinci toont in een uitgerekt heden beide gebeurtenissen tegelijk. Hij benadrukt ermee dat Jezus Judas aanwees als zijn verrader met als gevolg dat Jezus als mens zou worden gedood én dat Hij als Gods Zoon via de instellingswoorden van het Avondmaal het ‘ik ben met jullie … tot aan de voltooiing van deze wereld’ uitsprak. Even licht die avond iets op van een goddelijke werkelijkheid zoals bij Jezus’ doop en de verheerlijking op de berg.
Hoe kan een beeldtraditie er voor protestanten uitzien? Materiële beelden kunnen op verschillende manieren worden gebruikt. Dat gebeurt bijvoorbeeld al in de catechese. In de eredienst kan de Woordverkondiging worden verdiept met een ‘beeldpreek’. Zoals de voorganger zijn bijbelcommentaren gebruikt, kan hij of zij ook gebruik maken van de rijke, oude en hedendaagse christelijke beeldtraditie. Sommige kerken hebben een stiltecentrum. Men kan daar bidden, een kaars opsteken of mediteren. Een Christusicoon of een andere verbeelding kan het stiltemoment verdiepen. Ook in het diaconaat heeft het beeld een functie. Een iconische foto van vluchtelingen roept profetisch-kritisch de nood van de wereld op.
Huidig onderzoek naar de calvinistische beeldtraditie laat zien dat Calvijns argumenten betreffende het beeldverbod en zijn beoordeling van de kerkelijke beeldtraditie niet meer overtuigen. Richtinggevend is het Tweede Concilie van Nicea van 787. Het concilie stond het gebruik van beelden toe omdat God mens is geworden in Jezus en Christus door Paulus ‘beeld van God’ wordt genoemd (Kol.1:15). ‘Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien’ (Joh. 14: 9). Verering betreft niet het beeld zelf maar degene naar wie het verwijst, Christus of een heilige. Alleen God wordt aanbeden, niet het beeld, aldus het concilie dat de Reformatie links heeft laten liggen.
Kortom, de christelijke traditie heeft rijke schatten in huis. In het dagelijkse leven kan de spiritualiteit worden verdiept door ook het oog zijn werk te laten doen. De kerkelijke viering kan veel gevarieerder door behalve met het oor ook met het oog Gods heil te vieren.
Wessel Stoker is predikant (destijds was hij o.a. predikant in Stratum) en is emeritus hoogleraar Esthetica VU Amsterdam)
Geraadpleegde literatuur:
A.C Bronswijk, God en zijn beelden: Protestantse theologie & visuele zingeving, een oriëntatie, Deventer: De Mug 2021.
W. Stoker, God opnieuw verbeeld: een theologische kunstbeschouwing, Almere: Parthenon 2019
--------------------------------Wessel Stoker--------------------------------------------
In onze verschillen toch onze hoop delen
We schuiven de tafels en banken naar elkaar toe en maken een grote kring van 8 mensen. Aan tafel zit Daniël met een muts op, want hij heeft zich inmiddels kaal laten scheren om zoveel mogelijk geld op te halen voor onze missionaire week. Hij is vol passie voor evangeliseren. Hij vertelt anderen graag over God. Hij krijgt het voor elkaar om na het doen van een bachelor opdracht met zijn begeleider een mini-Alpha te doen. (Dit is de Alpha-cursus maar dan in een drietal). Heerlijk hoe natuurlijk hem dit lijkt af te gaan. Hij heeft daarin duidelijk een talent van God gekregen. Hij maakt mensen enthousiast over evangelisatie en is voor sommigen echt een voorbeeld. Maar niet iedereen kan zich hier in vinden, want wat Daniël kan, dat kan niet iedereen. Soms komt dan de gedachte op dat evangelisatie maar voor een enkeling is.
Naast mij zit Willem. Hij is christelijk opgevoed, maar maakt in zijn studententijd zelf een bewuste keuze voor het geloof en laat zich dopen. Hij zoekt naar hoe je oprecht christen bent met alles wat erbij hoort. Hoe geef je hier invulling aan in je leven en hoe vertel je anderen over het geloof? Zijn enthousiasme, harde werken en aandacht voor anderen is inspirerend. Maar niet iedereen deelt het enthousiasme van Willem over het geloof op dezelfde manier. Naast Willem zit Ymke, de stafwerker van Navigators Netwerk Eindhoven. Zij en de studenten van Netwerk willen studenten helpen om dagelijks met Jezus te leven en, net als Hij, discipelen te maken die discipelen maken. Maar ze geeft aan dat ze dit lastig vindt. Het gaat niet vanzelf en ze heeft anderen nodig die haar daarbij helpen. Ikzelf heb in mijn geloofsopvoeding nooit geleerd om het anderen te vertellen. Ik zat in een grote christelijke bubbel, dus er was geen noodzaak om het anderen te vertellen.
Zo zitten we vanavond met 8 verschillende mensen aan tafel, maar hebben we één overeenkomst: we hebben aandacht voor een missionaire houding en willen graag nadenken hoe we bij de studenten van zowel Ichthus als Navigators Netwerk een plek kunnen creëren, waar ze zelf kunnen groeien en ontdekken welke missionaire houding bij hun past. Sommige studenten willen eerst focussen op hun eigen geloof voordat ze denken dit te kunnen delen met anderen, anderen vinden het gewoon doodeng om te vertellen over je geloof, weer anderen zouden het wel willen, maar hebben geen idee hoe. We willen iedereen de mogelijkheid geven om te ontdekken welke manier bij hem of haar past. We zijn ons daarbij bewust dat wij in God een hoop hebben die voor iedereen goed nieuws is. Een hoop die we niet alleen voor onszelf houden, maar waarin we graag delen. Dus komen we samen om te brainstormen hoe we de studenten in onze vereniging hierin kunnen dienen. Herken jij/u jezelf in één van deze voorbeelden? Hoe ga jij/u hiermee aan de slag? Ik ben zeer benieuwd naar uw ideeën. Je mag ze me altijd mailen naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
------------Eveline Buist-Laseur, IFES-studentenwerker Eindhoven-------------------
Hoe God mij via een rocknummer steunde
Als klein mensje zat ik op de fiets naar school, een rit van tien minuten die ik elke dag heen en terug fietste. En elke dag, als ik van huis vertrok, luisterde ik naar het liedje ‘lullaby’ van Nickelback. In dat liedje vertelt de zanger aan de luisteraar dat die hoop moet houden.
‘So just give it one more try
With a lullaby
And turn this up on the radio
If you can hear me now
I'm reachin' out to let you know
That you're not alone’
‘Dus geef het nog een kans
Met een slaapliedje
En zet het aan op de radio
Als je me nu kan horen
Ik neem contact op om je te laten weten
Dat je niet alleen bent’
En dat was precies wat ik elke ochtend nodig had om te horen. Het was niet alsof de mensen op school niet aardig waren tegen me. Nee, mijn brein was de boosdoener. Ik had veel last van faalangst en daardoor was school eigenlijk meer vreselijk dan fijn. Doordat ik via dat liedje iemand hoorde zeggen dat ik daar niet alleen in was, in mijn nare en angstige gevoelens, zorgde dat ervoor dat ik toch op school aankwam met een klein beetje moed.
Nu fiets ik, als een iets groter mens, nog steeds wel eens met dit liedje op. Alleen voel ik de tekst nu heel anders. Waar het voor mij eerder voelde als een kracht tijdens de wanhoop en het strijden, voelt het nu meer als een dankjewel. Dankjewel, dat iemand wél in mij geloofde, als ik dat niet in mezelf deed. Dankjewel, dat iemand wel de tijd nam om naar mij te luisteren en mij probeerde te begrijpen.
Als ik er nu op terugkijk, heb ik het idee dat God toen tegen mij sprak via dit liedje. Zeker met deze woorden:
‘Please let me take you
Out of the darkness and into the light
'Cause I have faith in you
That you're gonna make it through another night’
‘Laat me je alsjeblieft
Uit het donker halen en naar het licht
Want ik geloof in jou
Dat jij het nog een nacht gaat redden’
God hoort je, en belooft je naar een fijnere plek te brengen. Hij zal weer zorgen voor licht. Want Hij heeft vertrouwen in je. Hij gelooft in jou. Net als hij al die tijd al heeft geloofd in mij.
En die gedachte, dat God er altijd voor me zal zijn, wat ik ook ervaar, vind ik geruststellend. Die geeft me nog altijd kracht.
-----------------------------------------Eef Preuter------------------------------------------
december-januari 2022 met thema: " Kerst " Lees meer...
Kerst
Wat heeft het Bijbels verhaal van de torenbouw te Babel (Genesis 11) te maken met Kerst? Het is maar de vraag van welke kant je het bekijkt. Laat ik hier een gesprek weergeven dat ik jaren geleden met een man voerde die nogal sceptisch was over religie in het algemeen en dus ook over het christelijk geloof.
Zijn argumentatie was ongeveer zo: “Alles wat mensen zeggen over God kan per definitie niet juist zijn. Waarom? Wij leven in een wereld van een driedimensionale ruimte (lengte, breedte, hoogte). Ons denken en beseffen is afgestemd op deze wereld zoals onze ogen afgestemd zijn op een bepaalde frequentie van het licht. Wij zien bijvoorbeeld geen infraroodstraling. Als er een God bestaat, dan leeft hij in de vierde dimensie, of in de vijfde. In elk geval kunnen wij niets van Hem begrijpen. Alles wat wij over een God beweren, schiet absoluut te kort. Wanneer religies over God praten is dit ongeveer als een kleurenblinde spreekt over kleuren.”
“Ik denk dat u gelijk hebt!”, was mijn antwoord. “Mensen hebben altijd behoefte gehad om God te bereiken of uitspraken over hem te maken.” Om dit te verduidelijken heb ik hem het verhaal van de torenbouw te Babel verteld. Over de poging van mensen in Mesopotamië de lelijke kloof te overbruggen van deze wereld naar de wereld van God. Een toren als brug naar de hemel. Er staan vandaag nog heel wat restanten van deze tempeltorens (of ziggoerats) die nogal afwijken van de voorstelling van Middeleeuwse schilders. Het waren piramide-achtige constructies met zeven verdiepingen. In de bovenste verdieping mocht dan de koning de godheid ontmoeten en zegen voor het land ontvangen.
Je zou dit ‘de weg van de religies’ kunnen noemen. De methodes verschillen nogal maar het basisprincipe is hetzelfde: Een mens baant zich een weg naar een godheid. En dat is eigenlijk onmogelijk – in zover heeft u gelijk. Maar gesteld dat God zich nu een weg gebaand heeft naar de mensen. Gesteld dat God vanuit zijn vierde dimensie afdaalt en in onze wereld van drie dimensies komt. Gesteld dat het net andersom werkt dan in alle religies van Babel tot en met New Age? Dit is nou exact de verrassende basisgedachte van Kerst: God kwam naar ons toe. In Jezus van Nazaret werd God letterlijk toegankelijk. Hij werd de brug van God naar deze wereld – of zoals Jezus over zichzelf zei: Ik ben de weg naar de Vader (Joh. 14:6).
Het raakt mij telkens weer als ik aan de manier denk waarop de eeuwige Zoon van God mens geworden is. God werd klein, zeer klein. Een bevruchte eicel is dacht ik maar een tiende millimeter groot. Met mijn verstand kom ik daar niet bij – ik sta voor een geheim dat aanbeden wil zijn. Toch is dit de fantastisch mooie boodschap van het evangelie: God kwam in onze gebroken wereld, en Hij wist dat de meerderheid niet op Hem zat te wachten. Hij wist dat zijn komst aan het kruis zou eindigen. Niet voor niets is het kruis het symbool van het christendom: de houten brug tussen God en de mens. Net een toren – maar dan wel door God gebouwd. Kerst en het kruis horen blijkbaar sterker bij elkaar dan wij denken. Voor mij betekent het: God daalt af ook naar mijn gebroken wereld; Hij komt in mijn duisternis en draagt en verdraagt mij. Zo brengt Hij Licht in mijn leven.
----------------------------------------Werner Gugler----------------------------------
Op weg naar Kerst
Als ik dit schrijf staat de Adventstijd op het punt van beginnen en gaan we als kerk op weg naar de kerst. Dat is normaal altijd een fijne tijd, met volle kerken, kaarslicht en een blije boodschap. Echter dit jaar hebben we als kerk en maatschappij, net als verleden jaar, weer rekening te houden met coronamaatregelen.
In de kerkdienst kunnen we niet iedereen meer ontvangen, moeten we afstand houden en is ook het zingen beperkt. Niemand weet hoe het verder zal gaan en hoe het met de kerst er uit zal zien. Verleden jaar dachten we allemaal dat het nog één winter volhouden was en dat het dit jaar weer bijna gewoon zou zijn als vrijwel iedereen gevaccineerd zou zijn. Echter het virus is nog niet verslagen en besmettelijker dan voorheen. Beperkende maatregelen zijn weer nodig, ook in de kerk. Gelukkig kunnen we de diensten nog steeds online volgen. De hoop is dat er niet nog strengere maatregelen komen voor de kerkdiensten, zodat we toch de kerst kunnen vieren met mensen in de kerk.
Ook in de maatschappij heerst onzekerheid en onenigheid. Ziekenhuizen lopen vol met vaak ongevaccineerden en ook de weerstand door het vaccin lijkt af te nemen. Dit heeft nu geleid tot de eerste lockdownmaatregelen, waar velen het moeilijk mee hebben. We zijn zo gewend om zelf te bepalen wat we doen en dit geeft problemen, nu we weer te maken krijgen met beperkingen en de onzekerheid wat ons te wachten staat. Verder worden we gevraagd om onze contacten te verminderen, juist nu we deze zo nodig hebben.
Aan onze gemeente zou ik willen zeggen: laten we denken aan de kerstgedachte. Kerst staat in het teken van vrede en verbondenheid. Ook als we niet meer met zijn allen naar de kerk kunnen en als we gaan elkaar niet meer kunnen ontmoeten tijdens koffiedrinken na afloop, blijft het belangrijk om naar elkaar om te zien. Dat kan ook door een begroeting op afstand of met een belletje.
Laten we hopen dat in de maatschappij de rust zal weerkeren. Laten we tijdens de kerstperiode stilstaan bij de mensen in de zorg die weer tot het uiterste belast worden en aan alle mensen die een geliefde in het ziekenhuis hebben.
Hierbij kunnen we hoop koesteren uit de kerstgedachte die met de geboorte van Christus staat voor een nieuw begin en het zicht op betere tijden.
---------------------------------Henk Grootjans--------------------------------
Actie kerkbalans 2022 komt eraan!
In januari gaat Actie Kerkbalans van start. Het thema is ook dit jaar ‘Geef vandaag voor de kerk van morgen’. Tijdens deze actie krijgen alle leden van onze gemeente een brief met het verzoek voor een jaarlijkse financiële bijdrage.
We hopen dat we ook in 2022 weer op u mogen rekenen!
Voor de kerk van morgen
De kerk is niet alleen voor ons maar ook voor de generaties na ons van grote waarde. Zeker na een ingewikkelde coronatijd willen we als kerk nu weer vooruit. Om ook in de toekomst van betekenis te zijn voor mensen die verdieping en ontmoeting zoeken. Om uitnodigend te zijn voor jonge mensen die hun leven nog voor zich hebben. Door vandaag te geven, maken we de kerk van morgen mogelijk.
We hebben uw inzet en bijdrage hard nodig. Dit verzoek is noodzakelijk, want de inkomsten uit Kerkbalans vormen de financiële basis voor onze gemeente. Net als voor een huishouden is een gezonde financiële situatie belangrijk voor het voortbestaan van de kerk. Vandaar dat we elk jaar al onze gemeenteleden om een bijdrage vragen.
In de week van 15 januari ontvangt u daarom een brief met het verzoek om bij te dragen. We hopen dan ook dat we weer op u mogen rekenen. Dankzij uw bijdrage kunnen we onze belangrijke taken blijven vervullen en plannen maken voor de toekomst.
In de week van 22 januari hopen we uw ingevulde toezeggingsformulier weer terug te ontvangen. U kunt uw bijdrage ook digitaal overmaken. Kijk voor meer informatie op: https://site.skgcollect.nl/50/doel/161/kerkbalans.html
Door vandaag te geven, kan de kerk blijven doen waar ze al eeuwenlang voor staat. Op naar de kerk van morgen!
In de uitgave van SAMEN van april hopen wij u een indicatie te geven van de toezeggingen.
Doet u mee? Bij voorbaat hartelijk dank.
Bij voorbaat hartelijk dank,
Het College van Kerkrentmeesters,
Henk Broekhuizen
Wouter Leibbrandt
Teun Poot
----------------------------------------------------------------------------------------
Verslag Gemeenteavond
Op woensdag 17 november kwam een kleine groep gemeenteleden bij elkaar in de Adventskerk voor de jaarlijkse gemeenteavond van de PGE. De bijeenkomst werd gehouden in de kerkzaal om zo voldoende afstand te kunnen houden in verband met de coronaregels.
In het eerste deel van de avond werd een update gegeven van de stand van zaken met het fusieproces van de Protestantse Gemeente Eindhoven met de Protestantse Gemeente St. Oedenrode, Son en Breugel. Nadat de Algemene Kerkenraad (AK) in juni het besluit had genomen om over te gaan tot een fusie van de beide gemeentes zijn in juli alle benodigde stukken ingediend bij de classis. Echter in september werd duidelijk dat de classis op dat moment geen toestemming kon geven, omdat aan een van de voorwaarden van onze gemeente, namelijk dat zij na de fusie de bestaande rechtspersoon kan behouden, niet voldaan kon worden. Hiervoor is namelijk een aanpassing van de kerkorde nodig, die al wel onderweg was, maar nog niet goedgekeurd door de synode. Die goedkeuring is gelukkig in november gebeurd. De verwachting is nu dat de fusie ergens in het eerste kwartaal van 2022 afgerond kan worden. Diny Zuidam gaf na vragen hierover nog een uitleg over wat er al gedaan is om de gemeente in Son en de Johannesgemeente nader kennis te laten maken, onder andere door twee kennismakingsdagen.
Na de pauze werd er een overzicht gegeven van de begrotingen van de kerkrentmeesters (CvK) en de diaconie (CvD). In de begroting van het CvK is duidelijk te zien dat de laatste jaren het inkomen uit kerkbalans aan het teruglopen is door de vergrijzing en krimp van onze gemeente. Om toch in de komende jaren onze kerkgebouwen en voorgangers te behouden zal er een tekort op de begroting ontstaan, dat we opvangen door iets in te teren op het vermogen. In 2022 is er een groter tekort begroot door de kosten van de geplande verbouwing van de Ontmoetingskerk. De begroting van de diaconie verandert de laatste jaren niet veel. Voornaamste inkomen is de diaconale jaargift. Voornaamste uitgaven zijn giften en ondersteuningen en plaatselijk diaconaal werk. Na wat kleine vragen stemden de aanwezigen in met de beide begrotingen.
De avond werd afgesloten met gebed.
-------------------------------Henk Grootjans, voorzitter AK-------------------------
Diaconie van de PGE dient subsidieaanvraag in bij het fonds Kerk en Wereld.
Als christelijk geïnspireerd fonds wil het fonds Kerk en Wereld ( van de PKN ) graag mensen verbinden in de Nederlandse samenleving, met welk geloof, kleur of achtergrond dan ook.
Kerk en Wereld wil het onderlinge gesprek en de samenhang in de samenleving stimuleren. Daarom wordt een groot bedrag beschikbaar gesteld voor projecten die mensen bij elkaar brengen. Gedurende een periode van maximaal drie jaar ontvangen kunnen vier projecten maximaal € 50.000,- per jaar ontvangen.
De Diaconie van de Protestantse Gemeente Eindhoven heeft in samenwerking met de Huiskamer voor Vluchtelingen een project ingediend bij Kerk en Wereld :
Werkvloer voor Vluchtelingen zonder Status
Werk is zoveel meer dan geld verdienen, het zorgt voor dagritme, persoonlijke ontwikkeling en sociale verbinding. Dat geldt ook voor vluchtelingen en misschien nog wel meer voor vluchtelingen zonder status. Deze mensen, met (nog) geen recht op een verblijfsvergunning leven in een isolement. Met het project ‘Werkvloer voor Vluchtelingen zonder Status’ willen we hen een kans bieden.
Vanuit onze diaconale taak in deze wereld gaan we in dit project deze mensen cursussen aanbieden. Cursussen die dienen als voorbereiding op de werkvloer of een toekomstig beroep. Voor deze cursussen gaan we vrijwilligers van binnen en buiten de PGE zoeken die hun kennis en ervaring willen overbrengen. Daarnaast zal het project ook zorgen voor verbinding met de buurt, met andere maatschappelijke organisaties, met de gemeente Eindhoven en met onderwijsinstellingen. Zo wordt de uitstraling van het project naar de Eindhovense samenleving als geheel versterkt en kunnen we bijdragen aan Eindhoven als inclusieve gemeente waar iedereen tot zijn recht kan komen, gezien en gehoord wordt.
De Huiskamer voor Vluchtelingen Eindhoven.
Vluchtelingen die (nog) geen recht hebben op een verblijfsvergunning, leven in een isolement. Men mag niet naar school en men mag niet werken. Allerlei maatschappelijke voorzieningen zijn voor vluchtelingen zonder status niet toegankelijk. Men is veroordeeld tot niets doen, het leven staat als het ware stil. Vaak verslechtert de situatie van vluchtelingen hierdoor, vooral op psychisch gebied. Veel vluchtelingen zonder status worden na verloop van tijd apathisch, soms ook depressief en ziek. Al hun mogelijkheden en talenten blijven onbenut.
Met de Huiskamer bieden we deze mensen een veilige plek. Een unieke plek in Eindhoven, waar zij tot rust kunnen komen en ondersteund worden om het roer weer in eigen handen te nemen. Zodat ze zich verder kunnen ontwikkelen, zinvol bezig kunnen zijn en zich actief kunnen bezinnen op hun eigen toekomst.
Samenwerking tussen de Protestantse Gemeente Eindhoven en de Huiskamer voor Vluchtelingen.
De afgelopen jaren heeft de PGE bijgedragen aan het werk van de Huiskamer door het houden van enkele collectes en een jaarlijkse afdracht van 2.000 euro aan de Huiskamer. Ook zijn enkele gemeenteleden actief in de Huiskamer. Wij vinden het nu tijd om de samenwerking tussen PGE en de Huiskamer te versterken en te intensiveren.
Gezien de ervaringen met de Huiskamer en de fietsenwerkplaats is het plan ontstaan om een Werkvloer voor vluchtelingen zonder status te ontwikkelen. Een werkvloer waarin zij alle vaardigheden leren, en alle kennis opdoen, om een huis te kunnen onderhouden. Op die werkvloer kunnen vluchtelingen in verschillende cursussen leren hoe de binnenkant van een huis te schilderen, hoe vloerbedekking te leggen, hoe de elektra te repareren, hoe de waterleidingen en kranen te repareren, en hoe een tuin aan te leggen en te onderhouden. Met deze praktische kennis en vaardigheden vergroten vluchtelingen hun mogelijkheden voor de toekomst, of die toekomst nu hier in Nederland is of elders. Een tweede, minstens zo belangrijk effect van deze cursussen is dat het zelfvertrouwen groeit en dat hij/zij meer eigen initiatief kan nemen. De cursussen zullen gegeven worden door vrijwilligers.
Wij houden u op de hoogte of de subsidieaanvraag van ons project gehonoreerd is en zo ja, wat de vervolgstappen zijn.
Namens het College van Diakenen,
Antje Dekker en Wim Wiggers.
------------------------------------------------------------------------------------------------
Protestfonds
De Raad van Kerken steunt het voorstel van het Kabinet om huishoudens welke geconfronteerd worden met de snel stijgende energiekosten te compenseren. De Raad roept het Kabinet op om de regeling zo aan te passen, dat de compensatie terecht komt bij de mensen die het echt nodig hebben. Lokale diaconieën en caritasinstellingen zetten zich al vele jaren in voor mensen in nood en onder waardering voor hun werk moedigt de Raad hen aan om zich daarvoor te blijven inzetten.
De Raad van Kerken in Nederland maakt zich zorgen over de groeiende tweedeling in onze samenleving. De groeiende kloof tussen rijk en arm tast de sociale samenhang aan. Sociale vrede en welzijn worden bepaald door de onderlinge solidariteit tussen mensen en groepen in de samenleving.
Op het Protestfonds van het College van Diakenen kunnen mensen die in armoede leven een beroep doen voor een financiële bijdrage. In januari/februari zal weer een uitkeringsronde plaats vinden.
Mag ik u vragen dat ook nu weer mogelijk te maken.
Zij die in aanmerking willen komen voor een uitkering kunnen tot 15 januari 2022 een brief met onderstaande inhoud naar het Protestfonds sturen.
“Hierbij deel ik u mee dat ik bereid ben om een bedrag uit het Protestfonds als lening te ontvangen. Ik betaal de lening terug door, als ik ooit in betere doen kom, geld te storten in het Protestfonds.
Mijn huishouding bestaat uit een gezin/vrouw/man/kinderen jonger dan 21 jaar/kinderen van 21 jaar of ouder. ( Omcirkelen wat van toepassing is ).
Als bewijs dat ik van een uitkering op bijstandsniveau leef, stuur ik u bijgaand een kopie van het laatst ontvangen uitkeringsoverzicht van de instelling welke mijn uitkering verzorgt.”
Brief voorzien van Naam, Adres, telefoonnummer, bankrekeningnummer en handtekening.
Reactie en stortingen
Protestfonds van de Diaconie, PGE
p/a Camphuysenstraat 4, 5615 KS Eindhoven.
IBAN : NL12 RABO 0373 7369 59
----------------------------------Wim Wiggers.-------------------------------------------
Licht in het donker
Vandaag nu ik dit schrijf, is het bijna eerste Advent. De tocht naar het licht is dit jaar wederom taaier dan voorgaande jaren. En toch zal het ook dit jaar weer Kerstmis worden. Mijn twintigste Kerst als geestelijk verzorger bij mensen met een verstandelijke beperking.
Voor mijn aanstelling als geestelijk verzorger had ik niet zo veel met Kerst. Ik was altijd bij de kerstnacht in mijn geboortedorp Noord-Scharwoude, het liefst in de rooms-katholieke kerk want daar hadden ze voor kinderen een engeltje dat met het hoofd knikte als je er een gulden in deed. Dat vond ik prachtig. De essentie van het feest was voor mij niet zo belangrijk als nu.
De bewoners hebben me in alle opzichten geleerd om het leven te vieren. Van alles is een feest te maken met wat goede wil en een flinke dosis onvervalst levensplezier. Zelfs Hemelvaart werd een heel bijzondere ervaring door de volkomen overgave van de bezoekers van de vieringen. Hemelvaart? Dat is het feest van zelfstandig je weg mogen gaan. Met Pinksteren vieren we onze creativiteit, de levensvreugde die we krijgen van elkaar en van God zelf. En met Kerst is het elke keer weer een belevenis om te zien hoe gewone mensen veranderen in kerstfiguren. Op maandag zie ik Jan nog een broodje kroket eten in het restaurant. Om hem dan een paar dagen met Kerstmis volkomen in aanbidding als herder het kindje in de kribbe te begroeten.
Elk jaar is er wel een medewerker die als kersverse moeder met haar baby in de stal zit. De moeder is vermomd als herder zodat het echte stralende middelpunt de Maria kan zijn met een verstandelijke beperking. Ik heb Maria’s gezien van in de 80. Maria’s met Downsyndroom. Maria’s in de rolstoel. Het maakt niet uit want het kerstspel wordt ernstig genomen. En de spelers omkleden zich met hun rol en de mooie kleren die daarbij horen. Maria in een blauw gewaad, Jozef ernaast met een houten staf en een glanzend bruine jas. De engelen met zilveren vleugels. Ik heb engelenkostuums die geschikt zijn voor engelen in een rolstoel. De vleugels zitten vast aan de achterkant van de rolstoel. Zo krijgt ieder vleugels en wordt Jezus elk jaar weer daadwerkelijk geboren. Ik moest denken aan de regels van een gedicht: soms breekt het licht onstuitbaar door. Als u dat niet meer kunt geloven en het eens wilt ervaren, wil ik u van harte uitnodigen om eens mee te vieren met ons bij Severinus.
Ja, de herbergier vergeet zijn tekst wel eens en zegt dat er toch plek is. “Want dat kun je toch niet maken.” En Herodes is zo’n kwaaie nog niet. Want diegene zegt dan gewoon in de microfoon: “Nee hoor, ik ben ginne kwaaie, laat hem maar lekker naar Egypte gaan. Heeft ie nog wat eten nodig op de kameel?”
Zo komt Lucas 2 op geheel andere wijze tot leven en krijgt ieder figuur even het licht op zich geschenen. Als ik daar kerst heb gevierd, dan is het pas echt kerst. Een oud-collega en vriendin van Eckartdal zegt me altijd: “Het is voor mij pas kerst als ik bij jou en de bewoners ben geweest.”
Dit jaar zal kerst sober zijn, geen volle kerk. Maar wel een livestream met wificamera’s die de wandeling door de wijk naar de lichtjes in de kerk zullen vastleggen en zo recht de huiskamers èn harten zullen verwarmen van bewoners en familieleden. Ik wens iedereen een zinvol kerstfeest.
Exegese is tekstuitleg. De bewoners hebben een ander talent: hun eigen leven in het verhaal leggen, hun eigen karakter en hun bijzondere kijk op dit aloude verhaal. Zo wordt hun leven in het verhaal gelegd. Dat is ook exegese. Misschien wel meer dan mijn geploeter op vertalen.
Zalig kerstmis!
Karin Seijdell -- Geestelijk verzorger van Severinus
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------
Herinneringen
Als het winter wordt, is het vroeg donker, de sfeer van het ten einde lopende jaar maakt dat herinneringen aan vroeger naar boven komen. De viering van het Kerstfeest, hoe onze moeder een verhaal voorlas. Hoe in de kerk op Tweede Kerstdag een juffrouw een verhaal met lichtbeelden vertelde en je een sinaasappel en chocolademelk kreeg en een kinderboekje, tenminste als je ouders lid waren van de kerk. Nostalgie.
Bij mij komt de oudejaarsavonddienst van 1944 weer terug. Het was midden in de hongerwinter in een oorlog die maar niet eindigde. Mijn zus en broer waren in Duitsland, hoe zou het met hen zijn? Het was donker, er waren olielampjes en de dominee had een kaars. Het was koud, iedereen had een jas aan. Van de preek herinner ik me niets meer, maar wel de tekst 1 Korinthe 15:58.
Wees standvastig, wetende dat uw arbeid niet ijdel is in de Heere.
Het was een tijd zonder uitzicht, veel jongeren, maar ook ouderen waren ondergedoken of gevangen, scholen waren dicht, er reden geen treinen en trams en bussen. Velen werkten niet. Moeders moesten proberen elke dag weer eten op tafel te zetten. En in die hopeloze tijd sprak de predikant die bemoedigende woorden. Wat je ook doet, het is niet voor niets. Houd vol. Het is geen wonder dat het ergens in mijn hoofd is opgeborgen gebleven.
Enkele weken eerder was ik met mijn vader in de sneeuw met een slee op zoek gegaan naar mijn zus, die er op een oude fiets op uit getrokken was om bij boeren in de omgeving eten op te scharrelen. Ze was al meer dan een dag op stap. Naarmate ze langer wegbleef werd de ongerustheid groter. Zou haar iets overkomen zijn? Besloten werd dat mijn vader en ik haar zouden gaan zoeken. Wij hadden wat te eten bij ons voor Nel en een warme kruik en doeken. Waar zou ze ergens zijn? Ze zou naar Zoetermeer gaan, dat toen een klein dorpje was. We liepen dus vanuit Delft die kant uit. Zoeken, vragen, uitkijken in de omgeving. Maar het was allemaal tevergeefs. Niemand leek Nel gezien te hebben. Ongerust en in arren moede besloten we maar om weer naar huis te lopen. We hadden ondertussen honger gekregen. Zouden we de meegenomen boterhammen kunnen opeten? Wat zouden ze daar thuis van vinden? Na veel aarzelen vond mijn vader het goed dat we toch maar wat van de proviand op zouden eten. Maar ten slotte was er niets meer van over. Eindelijk thuisgekomen in het halfdonker, bleek Nel al thuis te zijn. Wat een opluchting. Gelukkig was ze terecht, niet gewond of zo en niet meer vermist. Haar fiets was stuk gegaan en ze was langs een andere weg thuisgekomen. Wij moesten opbiechten dat we de boterhammen hadden opgegeten. We kregen verwijten. Dat hadden we niet moeten doen. Het gevoel van spijt komt gewoon weer terug als ik aan die geschiedenis terugdenk.
-----------------------------------Gerard van Gurp---------------------------------------
Mist
Er was dichte mist op Eindhoven Airport. Het was zeer druk in de terminal, de toegang tot de security was gesloten, en mensen stonden dicht opeengepakt tegen elkaar aan te dringen.
Er hing een zekere spanning in de lucht, mensen waren ongeduldig en boos. Er stond een rijtje marechaussees toe te kijken.
Toen ging de toegang open en de terminal stroomde vrij snel leeg. De situatie begon weer op normaal te lijken. Ik sprak een paar van de marechaussees aan. Ze zeiden dat het een belangrijke taak is om de mensen rustig te houden. In zo’n situatie zijn ze al gauw opgewonden. En zeker als er alcohol bij komt kijken, kan het uit de hand lopen. Als ze daar alleen maar gaan staan, werkt dat al rustgevend. De marechaussee is een belangrijke aanwezigheid op het vliegveld. Ik heb ze zegen op hun werk gewenst.
Ook de gebedsruimte is een rustgevende plek. Even uitblazen, even je emoties neerleggen in een gebed of in een meditatie. Een plek waar je je verhaal kwijt kan. Emoties reguleren, zorgen dat die emoties niet uit de hand lopen, maar een plek krijgen. Een fysieke plek, of een plek bij God. Hoe nodig is dat in deze tijd, waar mensen zo gauw er op gaan slaan, als iets ze niet bevalt.
--------------------------------------Mirjam van Nie-----------------------------------
Adventsverhaal
Heel langzaam brandden eens vier kaarsen. De omgeving was zo rustig dat men ze kon horen spreken.
De eerste zei : ‘”Ik ben de VREDE. Ik deed zolang mijn best opdat mensen geen ruzie zouden maken, dat ze geen wapens zouden gebruiken, dat ze niet zouden slaan voor een meningsverschil. Maar er blijft oorlog overal, en waar groepen samen komen blijven er twisten ontstaan. Wat heeft het voor zin dat ik voor hen brand? Niemand, kan mij beletten dat ik uitdoof.” Haar vlammetje werd vlug kleiner en doofde uit.
De tweede kaars zei: “Ik ben het VERTROUWEN. Meestal kan ik gemist worden. Dus heeft het geen zin meer dat ik blijf branden. Want ik leer mensen om te geloven in het leven zelf en in elkaar. Ik leer hen dat ze samen iets moois kunnen maken, maar ze luisteren niet. Ze geloven alleen wat simpel is en in dromen die wegvliegen als een veertje. Mensen vertrouwen niet eens meer hun eigen hart, en geloven niet meer in het waarom van hun bestaan.” Wanneer ze stopte met praten blies ze zichzelf met een laatste zuchtje uit.
Op haar beurt sprak zachtjes de derde kaars: “Ik ben de LIEFDE. Ik heb de kracht niet gekregen om te blijven branden. De mensen negeren mij. Ze vergeten zelfs hun naasten te beminnen. En het gevoel dat er altijd iemand ook van hen hield, zelfs al wist men dat niet.” Ze wachtte niet langer en doofde uit.
Plots kwam er een kind aan en zag de drie uitgedoofde kaarsen. Het keek naar de VREDE waarvan het licht verdwenen was, en naar het VERTROUWEN dat het nodig had om groot te worden en om moedig te zijn en naar de LIEFDE omdat het kind niet alleen wilde zijn. “Waarom branden jullie niet langer? “ riep het kind vol onzekerheid uit. De drie kaarsen spraken en vertelden hoe slecht het met hen ging. Nadat dit alles gezegd was begon het kind te wenen.
Toen zei de vierde kaars: “Wees niet bang mijn kind. Nu ik nog brand kunnen we de andere kaarsen weer aansteken. Want ik ben de HOOP! “ Met glanzende ogen nam het kind de kaars van de HOOP en stak de andere kaarsen weer aan. Het vlammetje van de HOOP wilde het kind nooit uit het leven laten verdwijnen.
Laten ook wij allemaal de HOOP, het VERTROUWEN, de VREDE en de LIEFDE bewaren en koesteren! Dan groeit het grote licht dat Kerstmis is voor vandaag, voor morgen en altijd.
Uit de Brief van de Nederlandse Lutherse Vrouwenbond
--------------------------------------Hetty van Weeghel--------------------------------------
Hoop en warmte: licht in de duisternis
Eigenlijk wilde ik er het niet meer over hebben: wat de invloed is van de coronamaatregelen op het werk in ’t Hemeltje. Maar ik ontkom er niet aan.
Nadat we eind september weer meer gasten (25 i.p.v. 15) mochten ontvangen in de huiskamer, moeten we nu sinds half november weer terug naar het oude aantal: 15 gasten. Het is weer wennen, voor ons maar ook voor de gasten. Het is weer handen desinfecteren, mondkapje graag op en 1,5 meter afstand houden. De gasten krijgen hun koffie/thee en de maaltijd door onze vrijwilligers aangereikt. Toch wachten er nog mensen buiten totdat de eersten weer weggaan. Iedereen wil graag wat drinken en eten, en als het nog kan graag even douchen.
En dan gaan we ook de koude en natte maanden weer in. We merken dat aan de vele vragen naar slaapzakken, warme jassen en stevige spijkerbroeken. Gelukkig hebben we kleding en slaapzakken gekregen om ze aan onze gasten te geven. Al kunnen we nog meer spijkerbroeken goed gebruiken. Hoe fijn is het om te zien dat iemand opknapt van een warme douche en droge warme kleren. Een beetje warmte in deze tijd.
De feestdagen komen er aan en dus zijn we al volop bezig met de planning: sinterklaasfeest, kerstviering en kerstdiner. Want met name rond deze dagen is een stukje warmte dringend nodig. December is niet altijd een makkelijke maand. Voor veel gasten komen dan de herinneringen aan vroeger weer boven, aan gezelligheid en geborgenheid. Dan zijn we blij dat we hen dat kunnen bieden deze maand.
December is de maand van kado’s (sinterklaas en kerst), maar ook van gezellig samen eten.
En eten doen we iedere dag in ’t Hemeltje. Graag maken we u attent op het kookboek dat Rokus Harder heeft gemaakt. Zie hieronder de beschrijving van het boek en de opbrengst.
“Eten verbindt en brengt gezelligheid, zeker in deze maanden waar het buiten donker, koud en guur is. Wat is er dan leuker om je te laten inspireren door de favoriete recepten uit drie generaties van onze families? Met recepten uit Nederland, maar ook uit diverse andere landen waar we gewoond hebben zoals: Turkije, India en Libië.”
Nog mooier, door de aanschaf van dit boek zorg je ook dat de thuis- en daklozen in Eindhoven kunnen genieten van een maaltijd, een kop koffie en een luisterend oor. Al direct vanaf de verkoop van het eerste boek tot en met de verkoop van het laatste boek gaat de opbrengst naar ’t Hemeltje, waar het besteed wordt aan maaltijden voor hun gasten.
Meer weten en bestellen?
Het kookboek is een hardcover uitgave van 280 bladzijden met veel foto’s van gerechten en achtergrondverhalen. Prijs € 29,95 per boek (exclusief verzendkosten). Kijk op www.rokusharder.nl om het boek te bestellen of schrijf een e-mail naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. “
Een bijzonder kado voor u, maar ook voor ons. Het is hartverwarmend. En die warmte en hoop, dat licht in de duisternis kunnen we deze dagen goed gebruiken.
We wensen u allen goede en gezegende feestdagen en alle goeds voor 2022.
-----------Bestuur en team van ’t Hemeltje, Jeannet Venekamp--------------------
The writing on the wall
Veel mensen zullen bij metal muziek niet meteen denken aan religie. Toch zijn er een hoop nummers in dit genre die wel degelijk verwijzen naar de bijbel of inspiratie halen uit verhalen uit de Schrift. Zo ook Iron Maiden in hun nummer ‘The writing on the wall’. Ik vind het een erg gaaf nummer en ik was verbaasd toen ik de video zag die bij het nummer hoort. In de eerste instantie kon ik geen touw vastknopen aan het verhaal dat de band probeert te vertellen met het nummer en de clip, maar na enig onderzoek kwam ik bij de onderliggende boodschap van dit lied.
Het nummer verwijst naar het verhaal uit het boek Daniël over het feest van Belsassar. Belsassar was de koning van Babylonië en op een dag gaf hij een groot feest voor de machthebbers in zijn koninkrijk. Tijdens het feest wordt er door de koning gedronken uit bekers die uit een tempel in Jeruzalem geroofd zijn. Terwijl de koning en zijn gasten zich te goed doen aan de wijn en het overvloedige eten verschijnt er uit het niets een hand die een tekst op de muur schrijft. De koning laat alle wijzen uit zijn koninkrijk komen om dit fenomeen uit te leggen maar niemand heeft een verklaring. Ook Daniël wordt bij de koning gebracht en hij heeft een uitleg. De tekst op de muur zei: ‘Mene, mene, tekel ufarsin’. Daniël legt aan de koning uit dat de tekst een boodschap van God is. Hij vertelt de koning dat God de dagen van zijn koninkrijk geteld heeft en er een einde aan maakt, de koning is gewogen en te licht bevonden en het koninkrijk is door de Heer verdeeld en aan de Meden en de Perzen gegeven.
Het nummer heeft een stevige boodschap, evenals de video die bij het nummer hoort. In de video worden de elite en de leiders van tegenwoordig vergeleken met koning Belsassar. Er wordt een post apocalyptisch landschap getoond waar niets kan groeien. De mensen zien er mager en ziek uit. Dit stelt het volk voor. Aan de andere kant zien we een grote toren waar wereldleiders en machthebbers een groot feest houden. Dit is de verwijzing naar het feest van de koning. De video verwijst ook naar het boek Openbaringen, dit gebeurt door middel van de vier ruiters van de Apocalyps die het schrift op de muur symboliseren. De realiteit van honger, oorlog, ziekte en dood. Er komt in de video ook een figuur in een witte mantel voor. In de eerste instantie lijkt deze figuur onheilspellend maar naarmate het nummer vordert komt de kijker erachter dat de figuur in het wit het volk probeert te helpen. Voor mij is deze figuur een interpretatie van Jezus.
Ik denk zelf dat dit nummer en de video een oproep zijn tot verandering. Er wordt in de huidige maatschappij veel vastgehouden aan traditie en gewoonten (denk bijvoorbeeld aan het gebruik van fossiele brandstoffen) en veel waarde gehecht aan materiële zaken om status aan te duiden. Dit gaat vaak ten koste van het milieu (denk aan grote auto’s, privévliegtuigen en dergelijke). Ook behandelen mensen elkaar niet altijd even goed, denk hierbij aan dictators en sociale ongelijkheid. De video eindigt met het instorten van de toren waar het feest gehouden wordt, een symbolische vernietiging van de onwetendheid en de oppervlakkigheid van onze samenleving. Er wordt een nieuwe start gemaakt voor de mensheid, een kans om te veranderen en dingen anders te doen.
Al met al denk ik dat dit nummer een goede boodschap heeft en de problemen van onze maatschappij goed duidelijk maakt aan de hand van deze vergelijking met het Bijbelverhaal.
Het eind is misschien wat te idealistisch, maar de oproep voor verandering is zeer sterk wat mij betreft.
Jacobien van Haarlem (Het nummer en de video zijn te vinden op YouTube)
november-december 2021 met thema: "Geloofsbrieven" Lees meer...
Over de brief aan de gemeente in Tyatira: Openbaring 2: 18-29
Door de formulering: ‘aan de engel van de gemeente in Tyatira’ wordt de gemeente aangesproken op haar eigen identiteit zoals ze geroepen is. Natuurlijk is de situatie nog niet ideaal, maar de engel, boodschapper, houdt zo in de gemeente de verwachting van het ‘hemelse’, het ‘ideale’ levend.
Algemeen
Het Griekse woord ‘Apocalyps’ betekent letterlijk ‘ergens het deksel vanaf halen’, iets onthullen en Johannes gebruikt dit woord in 1: 9 in de zin van een existentiële crisis. Vanuit die crisis schrijft Johannes dit boek. Er zit iets knel, wat ruimte moet krijgen en dan kan ‘onthullen’ bevrijdend werken. Wanneer wij onszelf in de ‘verdrukking’ ervaren, dat we klem zitten, dan komt het leven in de knel. Johannes ervaart rond het jaar 95, als hij dit boek schrijft, de arrogantie van de macht van het Romeinse rijk die in zijn ogen een werktuig van het kwaad is geworden. Johannes, inmiddels naar Patmos verbannen, is verbijsterd, dat dit alles kan gebeuren na kruis en opstanding van Jezus: alles gaat op de oude voet verder en de ‘oude’ aarde wordt zo geen ‘nieuwe’ aarde.
We worden
persoonlijk
aangesproken
De brieven
De zeven brieven aan de verschillende gemeentes zijn eigenlijk geen gewone brieven, want ze hebben geen opbouw van een brief en hebben ook niet als losse brieven een geïsoleerd bestaan geleid. Ze zijn een onderdeel van het boek van visioenen. Ze zijn ook niet filosofisch abstract of theoretisch, maar in de taal van het gewone leven. In de komst van het Koninkrijk gaat het immers om het gewone leven en de gewone mens, die de Eeuwige wil ontmoeten. In deze brieven richt God zich intiem tot ons hart. We worden apart genomen en persoonlijk aangesproken. Hiervoor is de briefvorm ideaal, want hij is open van aard, doet impliciet een open appél en vormt geen afgesloten verhaal. Het ligt in Johannes’ bedoeling om met deze zeven gemeentes de ‘hele kerk’ te beschrijven.
Tyatira
Tyatira was een kleine stad, waar maar één god werd vereerd: Apollo, beschermer van de schone kunsten. Het was een indrukwekkende God, die de mens naar de hemel voerde. Daarom ook noemt Johannes de Messias niet de mensenzoon, maar de zoon van God en hij wordt ook indrukwekkend beschreven: ogen als vlammend vuur en voeten als brons. Hieruit blijkt wel, dat Johannes goed op de hoogte is van de situatie in Tyatira. De stad was beroemd om haar koper- en metaalindustrie. De gemeente wordt uitbundig geprezen in wat ze doen en in de loop van de tijd is ijver niet verflauwd. Integendeel, die is alleen maar toegenomen: ‘U doet nu zelfs meer dan vroeger’. En het is natuurlijk niet voor niks, die complimenten. Daarna durf je je toch meer bloot te geven, kwetsbaar op te stellen. ‘Wek mijn zachtheid weer. Geef mij terug de ogen van een kind. Dat ik zie wat is. En mij toevertrouw en het licht niet haat’. 1
Die kwetsbaarheid, die openheid is nodig, want zoals ik al in mijn inleiding zei: het is toch nog niet wat het moet zijn. Izebel wordt hier genoemd. We kennen Izebel uit de verhalen over Elia en Elisa. Zij heeft koning Achab verleid tot diefstal van de wijngaard van Nabot en tot de moord op hem. Zij heeft koning en volk van de God van Israël weggehaald om Baäl voortaan te dienen. Ze is een slecht mens, belichaming van Satan. Haar naam is spreekwoordelijk voor de afval van Israël en Johannes gebruikt haar naam om de verleiding van de gemeente te beschrijven. Het is onwaarschijnlijk, dat Johannes hier een bepaalde persoon bedoelt. Die verleiding is meer een verschijnsel, dat aan Izebel doet denken. Zo wordt deze brief een profetie en ook leerstof.
Hoe zetten we de kerk
weer op de kaart?
Wat zou er aan de hand zijn? Waarschijnlijk hebben gemeenteleden zich mee laten nemen door de verhalen over het naar de hemel gevoerd worden door de God Apollo. Dán zul je pas een godservaring hebben met een echt aanwezige god en dan ga je het licht zien, dan wordt het leven echt mooi en bevrijd!
En Johannes wil hen op het hart drukken: ‘Je wordt misleid. Het is niet de echte wereld die je dan ziet. Het verhult de werkelijke aardse verhoudingen’. Het gaat in de wereld van God maar om één ding: vrede en gerechtigheid en die bereik je alleen door de nuchterheid van de Tora en de vreugde daarover. Vreugde der Wet is, dat we eindelijk zijn bevrijd van onze verblindingen, van onze verleidingen. Met andere woorden: mensen die zich in de luren laten leggen door Apollo-aanhangers moeten daar snel mee ophouden. Zij moeten zich bekeren: ‘Ik heb haar de tijd gegeven om te breken met het leven dat ze leidt’. Een ommekeer is nodig. Mensen moeten in hun ziel durven kijken om tot inzicht te komen, dat alleen met de God van Israël het goed komt met de wereld. Gelukkig is niet iedereen bezweken aan verleidingen en toch ook niet alle diepe gedachten kunt volgen. Houd vast wat je hebt en verwacht de komst van de Messias. Dan zien we een citaat uit psalm 2: ‘hij zal hen weiden met een ijzeren staf’. In psalm 2 gaat dit over de zoon van Israël die pal staat tussen het razen van de volken. En het gaat ook over Gods geschiedenis: ‘zoals ik de macht van mijn Vader heb ontvangen’. En dan, aan het einde die morgenster, het hemellichaam dat de nuchterheid van de nieuwe dag aankondigt en het signaal, dat er, ondanks alles, toch te leven valt: de dag die geen avond zal hebben.
Tot slot
Soms word ik weemoedig, omdat het niet goed gaat met de kerk. Wie weet nog wat wij doen in de kerk, waar we voor staan? De gemeente in Tyatira stond ook midden in het leven van de stad. Natuurlijk, daardoor komen verleidingen gemakkelijker voorbij. Zouden wij ons teveel hebben teruggetrokken op ons zelf en zo alleen vrede en gerechtigheid voor onszelf nastreven of is het corona, die ons de das om heeft gedaan?
Het is een moeilijk spanningsveld, want onze energie kan maar één keer op. Wat gaat dan voor: de kerk of de wereld? Als predikanten van de werkgemeenschappen van Eindhoven en Helmond hebben we daarover gediscussieerd: hoe zetten we de kerk weer op de kaart na corona? Misschien een idee om deze discussie ook met de leden van de PGE te doen.
[1] Huub Oosterhuis: liedboek 925
----------------------------------------Bernadette van Litsenburg----------------------------
Blijde Boodschap
De afgelopen week waren de kerken prominent in het nieuws. Terwijl het laatste jaar de kerken vaak negatief in het nieuws waren, bijvoorbeeld door het niet navolgen van de coronaregels in sommige gemeentes, was er dit keer gelukkig goed nieuws te vermelden.
Dit vanwege het uitkomen van de nieuwe Bijbelvertaling, toepasselijk genaamd NBV21. We hebben kunnen zien op de televisie hoe het eerste exemplaar van deze nieuwe vertaling werd overhandigd aan de koning. Ook stonden in alle kranten artikelen over de nieuwe Bijbel.
Uit een aantal voorbeelden van deze vertaling wordt duidelijk dat deze beter aansluit bij ons dagelijks taalgebruik. Zo wordt ‘zet het kwaad bloed’ nu vertaald als ‘ben je jaloers’. Een mooi voorbeeld vind ik zelf dat ‘vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was’ veranderd is in ‘zoals ook wij vergeven wie ons iets schuldig is’. Dit past blijkbaar ook bij de oorspronkelijke Griekse tekst en verandert iets dat in het verleden speelt en waaraan we dus niets meer kunnen doen, in iets in het heden en een soort opdracht voor ons. Daar heb je veel meer aan. In de kranten hebben we veel nieuws gezien over wat er allemaal veranderd is. Daaruit zou je kunnen afleiden dat het een heel andere Bijbel is geworden. Toch moeten we bedenken dat het slechts om 12000 aanpassingen gaat op een totaal van meer dan een miljoen woorden, wat betekent dat het grootste deel van de tekst hetzelfde is gebleven. Het meeste is dus bij het vertrouwde gebleven.
Ook al wordt deze vertaling de vertaling van de 21e eeuw genoemd, denk ik dat het niet de laatste van de eeuw zal zijn. Ook de komende jaren zal onze maatschappij en de taal verder ontwikkelen en de Bijbel zal dit moeten volgen om begrijpelijk te blijven voor volgende generaties. Het is volstrekt duidelijk dat niet alleen de Bijbel, maar ook de kerk zich zal moeten blijven aanpassen aan de ontwikkelingen in de samenleving. Zeker nu de vergrijzing alom aanwezig is in onze kerken, is het zaak te kijken hoe wij ons als Protestantse Gemeente Eindhoven kunnen aanpassen aan de tijd. Daarbij moeten we natuurlijk zorg dragen het vertrouwde bij onze bestaande kerkgangers niet kwijt te raken. Dit is iets waar we de komende tijd zeker aandacht aan zullen geven. Een verandering waar we op dit moment als PGE maar ook in de omringende gemeentes mee te maken hebben, is de krimp en vergrijzing van onze kerken. Een van de gevolgen is dat het steeds moeilijker wordt om mensen te vinden voor onze ambtsdragers en bestuurders. Dit speelt ook in de gemeentes in de omgeving van Eindhoven. Een van de gevolgen van dit is de aanstaande samenvoeging van de Protestantse Gemeente St. Oedenrode, Son en Breugel met de PGE. In onze gemeente-avond op 17 november zal hier aandacht aan worden gegeven. Elders in SAMEN vindt U een uitnodiging met meer details.
--------------------------------Henk Grootjans,voorzitter AK--------------------------------
Een Luthers ABC - S
Een godsdienstige houding houdt zich niet alleen en ook niet in eerste instantie bezig met vragen over het hiernamaals, maar geeft vorm aan het leven hier en nu. Een christen die bij Maarten Luther in de leer is gegaan, zal daarom op vele terreinen een karakteristiek gedrag laten zien dat voortkomt uit zijn geloof in Jezus Christus. Dit keer de letter S van het alfabet.
Schepping
“Alle schepselen zijn een uiterlijk gedaante of een masker van God. In deze zaak hebben wij echter een wijsheid nodig waarmee wij in staat zijn om onze Heer en God van zulke maskers te onderscheiden. Deze wijsheid heeft de wereld niet. Daarom kan ze ook onze Heer en God niet van zulke maskers onderscheiden.“
(Commentaar van Luther over de brief aan de Galaten, [1531] 1535; Latijn; WA 40 I, 174: 13-15).
In Luthers taalgebruik is een masker slechts de schijn of de buitenkant van een zaak, niet de zaak zelf. Het zou tot verwarring leiden als wij het ene niet van het andere kunnen onderscheiden. Luther was bijvoorbeeld van mening dat vele in zijn tijd het masker van vroomheid droegen, hoewel ze helemaal niet vroom waren. Het zou fout zijn als wij een mens slechts uiterlijk beoordeelden.
Volgens Luther draagt ook God zo’n masker, niet omdat Hij Zijn wezen wil verbergen, maar omdat Hij het moet verbergen; Zijn verschijning zou immers voor de mens onverdraaglijk zijn (Ex 33:20; 1Tim 6:16). In het geval van Gods masker zit het probleem echter elders. De schepping is het werk van God. De natuur is een kunst- en wonderwerk. Ze heeft geen ingrijpen nodig om te functioneren. De planten dragen hun zaad in zichzelf (Gen 1:11v). En ook de “natuurlijke” orde van de samenleving is zo ingericht dat mensen met elkaar in vrede kunnen leven. Op zich lijkt God daarvoor niet nodig te zijn. Alles functioneert op “natuurlijke” wijze. Sterker nog: Tegenwoordig ziet de mens zich gemachtigd en in staat om in de schepping in te grijpen om het menselijke leven (voor sommigen) te verbeteren of zelfs te optimaliseren.
Voor Luther is de schepping, d.w.z. de natuurlijke schepselen en de natuurlijke orde van het menselijk samenleven, echter een maskerspel van God en dat behelst twee inzichten.
Aan de ene kant is het wel goed om het spel serieus te nemen, omdat God ervoor gekozen heeft om de mensheid op die manier in stand te houden en met haar te communiceren. Daarom is de schepping als Gods werk te erkennen, te eerbiedigen en te gebruiken.
Aan de andere kant moeten wij tevens beseffen dat wij de eigenlijke acteur van het spel niet kunnen herkennen. Daarom moeten wij leren tussen het masker en God zelf goed te onderscheiden. Dat is inderdaad een kunst en leidt vervolgens tot een kritische of vrije verhouding van de christen tegenover zijn levenswereld.
Bijvoorbeeld eerbiedigen wij – volgens Luther – vooraanstaande personen meer dan de functie of het ambt dat ze – van Godswege – invullen. De bisschop wordt als persoon geëerbiedigd in plaats van de functie waarvoor God het bisschopsambt heeft ingesteld en waarvoor wij God zouden moeten eerbiedigen.
In de samenleving hebben wij meer eerbied voor de persoon die een overheidsambt vervult dan voor het ambt dat God ingesteld heeft (Rom 13:1) om het samenleven van zelfzuchtige mensen op aarde mogelijk te maken. En zo zijn wij ook geneigd om beslissingen eerder te nemen op basis van het aanzien van personen dan op basis van de waarachtigheid of de waarheid van hun daden of woorden.
Dat moet je echter niet doen! (Gal 2:6; vgl. Deut. 1:17; 1ß:17). God ziet immers de “persoon” niet aan (Rom. 2:11). (Het Latijnse woord “persona” betekent trouwens ook “masker”.) In die zin weet de gelovige zich vrij van het gezag, dat mensen (schepselen) voor zich persoonlijk opeisen.
Er komt nog iets bij. De mens vraagt soms niet eens naar God achter de schepping. Dan gaat zijn verlangen niet verder dan naar de natuur of dat wat hem voor ogen ligt. Hij eerbiedigt de schatten van de wereld als laatste en hoogste goederen. De vrek vindt in het goud zijn hoogste goed; de genotzoeker in heerlijke spijzen en dranken; de godsdienstige mens in de pracht van een heilig ritueel. Alle drie genieten van de schepping. Ze zouden echter de schepping op een juiste manier moeten gebruiken om zich te verheffen naar God toe.
Daarentegen zou een gelovige het goud moeten gebruiken om er mooie dingen van te maken, die iets van de heerlijkheid en schittering van God zouden kunnen weerspiegelen; een christen zou ook spijzen en dranken kunnen genieten, als ze hem ook kunnen verwijzen naar de oorsprong en het doel van het genieten. Hij kan door prachtige kleren, gebouwen en rituelen Gods nabijheid symboliseren en vieren, als hij maar weet dat God hem soms ook in een armzalige keet of in een bedelaar tegemoet treedt. In die zin weet de gelovige zich vrij van de dingen van deze wereld (schepselen) en van het verlangen om te bezitten. Op die manier blijft de schepping voor de gelovige christen het zicht-, hoor-, voel-, smaak- en tastbare van God die in wezen met de zintuigen niet kunnen worden ervaren.
De natuur is zo te zeggen datgene, wat Hij ons van Zich laat zien, vergelijkbaar met de “achterzijde” van een persoon (Ex 33:23). Als gelovige zouden wij daarom de natuur zo kunnen beschouwen dat wij op haar schoonheid, ingewikkeldheid, rijkdom, overvloed enz. onze aandacht richten. Van daaruit zouden wij ons dan in gedachten kunnen verheffen naar God als de verheven oorsprong van dat prachtige goddelijke schouwspel.
-----------------------------------Markus Matthias---------------------------------------------
Kerstpakketten 2021
In de weken voor kerst worden door de Protestantse Gemeente in Eindhoven 135 kerstpakketten uitgedeeld door de diakenen en andere vrijwilligers aan mensen die in deze tijd een extraatje wel kunnen gebruiken zoals mensen in de bijstand, asielzoekers en daklozen. De pakketten worden aangevuld met het kerstnummer van Open Deur en een zelfgemaakte kerstkaart met een groet van de PGE.
In elke wijk is een diaken die een lijst met namen samenstelt van mensen die in deze wijk in aanmerking komen voor een pakket. Ook het Protestfonds, Het Diaconaal Inloophuis ’t Hemeltje, Vluchtelingen in de Knel en de Stichting “Ervaring die staat” leveren namen aan. Laatst genoemde stichting geeft zorg aan mensen die eerder dak- en thuisloos waren. Deze groep en de vluchtelingen kunnen veel pakketten gebruiken.
U kunt deze kerstpakkettenactie ondersteunen door bij te dragen aan de kosten. U kunt geld over maken naar : IBAN: NL62RABO0373736932 t.n.v. College van Diakenen Protestantse Gemeente Eindhoven. Laten wij oog hebben voor elkaar en onze medemens waar nodig actief ondersteunen!
Namens de diaconie een hartelijke groet,
---------------------------------------Ingrid Amersfoort------------------------------------------
Welk stapje zet U vandaag?
Half oktober was het Dutch Design Week in Eindhoven. Er was heel veel te zien, te beleven, te horen en te voelen. Eén van de installaties in het Klokgebouw was een labyrint, dat op initiatief van Floris van Alkemade, onze rijksbouwmeester was gemaakt. Dat labyrint bestond uit gangen tussen witte gordijnen, waarbij er allerlei objecten en teksten te zien waren over de vraagstukken van samenleving en klimaat waarmee we nu worstelen. Steeds opnieuw kon je kiezen hoe je liep: sla ik hier naar links, ga ik rechtdoor, kijk ik naar wat hier staat of sla ik het over? De algemene boodschap van het hele labyrint was dat we niet weten hoe we alle problemen van deze tijd kunnen oplossen, maar dat het er om gaat een stapje te zetten en dan maar weer verder te kijken.
Die boodschap geeft hoop. En is ook zeker van toepassing op diaconale activiteiten. Wat te doen aan de armoede in onze stad? Hoe kun je de positie van vluchtelingen verbeteren? Hoe kunnen we meer betrokken zijn bij Moldavië? Wat kan de kerk betekenen in het klimaatdebat? Allemaal grote en lastige vraagstukken. En dan kun je als kerk wel zeggen dat je vindplaats bent van geloof, hoop en liefde, maar hoe geven we dat handen en voeten? Zoveel vragen en onzekerheid, daar kan een mens moedeloos van worden.
En toch. We doen met elkaar al veel, en zetten kleine stapjes. Die zijn betekenisvol, voor vandaag en voor morgen. Of het nu gaat om het schrijven van een Amnesty-brief voor een gewetensgevangene, of een gift aan KerkinActie, of vrijwilligerswerk bij de Voedselbank, of…. Dat is allemaal diaconaal werk. En zo vormen we samen inderdaad een vindplaats van geloof, hoop en liefde. Welk stapje zet U vandaag?
---------------------------------------Antje Dekker--------------------------------------------
In stilte gaat open wat gesloten was
Dit staat nog steeds op mijn visitekaartje als geestelijk verzorger binnen de Woenselse Poort. Telkens weer verbaast het mij hoe waar dat kan zijn.
Voor mij was de islam een gesloten boek. Ik hield me daar niet echt mee bezig, ook al ben ik in Saoedi-Arabië en Qatar geweest. In stilte ging het open toen ik me gedwongen voelde me erin te verdiepen. Onlangs nog door een gezamenlijk gesprek met een twee cliënten hierover. “Jij bent toch een geestelijke?” ”Jij bent toch iemand van het boek (dat wordt genoemd in ons boek)? “Jij kan onze geestelijke nood snappen.”
Dat weet ik niet zeker gaf ik ten antwoord. Wij hebben ook een islamitisch geestelijk verzorger hier. “Nee” klonk het unisono.
En ik moet eerlijk toegeven dat ik benieuwd was wat er zou volgen. Waarom niet? En ze brandden los. De een had heel duidelijk ideeën over de toepassing van de shariawetgeving – beslist niet te letterlijk nemen alstublieft (zijn woorden) maar het was zeker waardevol volgens hem – en over de verhouding tot de Nederlandse wetgeving. Over dat laatste hebben ze bij ons overigens allemaal in alle mogelijk variaties een mening. Hij prees de rechtsbescherming, die er wordt geboden. Een groot goed vond hij. En dat dit ook gold voor Moslims vond hij bijzonder. Fijn dat Moslims welkom zijn in Nederland voegde hij daaraan toe, maar liever niet teveel, want dan zou democratie zoals wij die kennen gevaar kunnen lopen. Dit geluid kwam voor mij uit een onverwachte hoek. En hij begon voorbeelden op te sommen van landen waar hij niet zou kunnen zijn wie hij wilde. Landen waar geestelijke politie je vertelt hoe je moet leven en wat te doen, en vooral wat niet. Dat er onderscheid wordt gemaakt tussen ‘verboden’ en ‘afgeraden’ maar dat dat laatste al gauw wordt ‘beschermd’ door het te verbieden.
De ander wilde niet met de islamitisch geestelijk verzorger spreken omdat hij afvallig was geworden, zoals hij dat noemde. Hij zat met zichzelf in de knoop, want wie was hij nu nog, zonder zijn geloof. De angst voor een leven na de Islam en na de dood zat er goed in. En allemaal omdat hij tot de conclusie gekomen was dat de Koran niet het letterlijke woord van God kon zijn. Sommige cliënten geeft het lucht om dat eens hardop te kunnen zeggen. Die nood kan ik begrijpen.
Wij zouden het als onkerkelijk omschrijven, maar uit het vervolg bleek dat de parallel niet helemaal opging. In veel islamitische landen is het levensgevaarlijk om daaraan uiting te geven. Op geloofsafval staat daar zelfs de doodstraf. Hij begon over mogelijke repercussies voor de familie thuis als ze dat zouden horen. En ik kreeg een hele verhandeling over een tribaal rechtssysteem van geven en nemen en eerwraak, op hem, op hen. Elke moslim zou geroepen zijn theocratie te realiseren, zo nodig met geweld. In de sharia wordt zo’n theocratie geschetst. Alcoholgebruik, overspel en geloofsafval worden moreel veroordeeld en moeten met een bijpassende straf bestraft worden. Het zou een miskenning zijn van de unieke profeet en zijn unieke god. Wie kan dan nog in vrijheid voor een religie kiezen als de stok achter de deur staat in geval van ongeloof en afwijzing?
Vrijheid van geloof en denken. Daar gaan wij over als geestelijk verzorgers. Om gefragmenteerde mensen weer een beetje heel te helpen maken. Een geloof blijft een ‘constructie’ hebben wij inmiddels geleerd, zoals ons ‘zelf’, onze identiteit, wie wij zijn dat ook is. Wij ontdekken wie wij zijn door ons levensverhaal te (her-) vertellen. En het verhaal van God. Die ochtend ontdekten wij alle drie iets. Ik werd er weer stil van.
--------------------------Berend Veldhorst, geestelijk verzorger GGzE---------------.
In stormgetij
Oude mensen zijn vaak met hun verleden bezig. Het zijn soms vage en gebrekkige herinneringen aan gebeurtenissen. Soms zijn het meer gevoelens en emoties die je zijn bijgebleven. Het maakt je dan nieuwsgierig naar wat er precies gebeurde. Ik denk nu aan een herinnering uit mijn kinderjaren.
In de Duindorpkerk te Scheveningen was ik op een avond naar een film geweest, ik denk met mijn moeder en misschien broers en zusjes. Het moet wel een christelijke film geweest zijn, anders zou die niet in de kerk gedraaid zijn en had ik er ook niet heen mogen gaan. Ik herinner mij de melodie van ‘Blijf bij mij, Heer’ en dat het donker was toen we naar huis gingen. Dus wel de emotie.
Toen ik het aan mijn acht jaar oudere broer vroeg, herinnerde hij zich dat hij stukjes voor de krant schreef. Hij had die bewaard en zocht toen op of daarin iets te vinden was. Het bleek dat er een film was geweest waarover hij had gerapporteerd. De titel van die film was: ‘In stormgetij’. Wat doe je als je ergens naar op zoek bent? Dan ga je googelen. En warempel, meteen raak! De NCRV had in 1937 een film uitgebracht onder die titel. Het begin van de film toonde een hoge zee, wat op Scheveningen altijd gevoelens opwekt. Een jongen wil als kind al zeeman worden, maar zijn gelovige ouders zien dat niet zitten. Hij wordt dan daarom op de opleiding voor onderwijzer geplaatst. Daar is hij echter niet op zijn plaats en hij gaat alsnog naar de zeevaartschool. Hij wordt leerling-stuurman en gaat varen. Hij leeft er op los en vergeet zijn christelijke opvoeding. Aan boord krijgt hij een ongeluk waardoor hij in het ziekenhuis terecht komt, in Algiers. Daar komt hij door een radio-uitzending van de NCRV tot inkeer. Onder de tonen van ‘Blijf bij mij Heer’ gingen de mensen naar huis. Een vooroorlogse bekeringsgeschiedenis als propaganda voor de NCRV. Zo werd mijn vage herinnering tot leven gewekt.
Iets dergelijks gebeurde ook met een herinnering aan zomervakanties in het Friese dorp Niawier, bij Dokkum, tijdens de oorlog. Hoe was ik daarheen gereisd? Een bezoek aan dat dorp en contact met een plaatselijke oud-bakker, tevens historicus, leerde mij dat diaconieēn in Friesland contact hadden met diakenen in het Westen. Het gevolg was dat een bus met kinderen arriveerde op het dorpsplein waar zij werden verdeeld over plaatselijke inwoners, die zich geheel belangeloos over de kinderen ontfermden.
Zo kunnen wij door het internet niet alleen genieten van een kerkdienst tijdens de coronapandemie, maar ook van ervaringen uit de kindertijd.
-------------------------------------Gerard van Gurp-----------------------------------------
Spot
Op het plein voor de terminal van Eindhoven Airport stond een aantal mensen te lachen en te wijzen. Ik ging kijken. Daar liep een robot in de vorm en de afmeting van een hond.
Er stond een man bij die hem met een afstandsbediening bestuurde. Hij vertelde dat hij van de TU was. Daar hadden ze het ding in elkaar gezet. Het was een proef, en ze zouden hem misschien inzetten voor beveiligingsdoeleinden. Harkerig bewoog hij zich voort. Ik vroeg ‘Hoe heet hij?’ Het antwoord was ‘Spot’. Iemand riep ‘Pas op hij doet een plasje’.
Techniek kan leuk zijn. Het is begrijpelijk dat het vliegveld een plaats is om nieuwe technieken uit te proberen. Maar ik vond mijn gesprek met de TU-man leuker en zinvoller dan die hele Spot. Een gesprek van aangezicht tot aangezicht, daar kan geen techniek tegenop.
-----------------------------------Mirjam van Nie------------------------------------------
Een slechte vrouw
Afgelopen week las ik het nieuwe boek van Annejet van der Zijl, ‘Fortuna’s kinderen’. Ook daarin komt de naam Jezabel voor. Blanke mannen in het Oude Zuiden van Amerika kochten aantrekkelijke zwarte meisjes voor hun eigen plezier, liefst voordat ze de vruchtbare leeftijd hadden bereikt. Als de wettige echtgenoten zichzelf toestonden boos te worden, dan richtte die woede zich bijna altijd op de zwarte rivale. In hun ogen een Jezabel, die hun man met haar onbeschaamde seksualiteit en voodookunsten in de ban had gekregen. Jezabel, ook deze meisjes werden met de naam van de vrouw Izebel van Achab aangeduid. Die naam staat in de bijbel model voor een slechte vrouw, goddeloos, hebzuchtig, manipulerend. Maar die naam betekent: ongerept, kuis (Bijbelse encyclopedie, Kok). Zouden die blanke vrouwen de werkelijke betekenis van die naam gekend hebben, wanneer hun man een koopakte tekende voor zo’n jong meisje? Een vrijbrief voor misbruik. Het maakt me woedend als ik zoiets lees. En ik ontkom niet aan de gedachte: ‘arme mannen, willoos slachtoffer van slechte vrouwen.’ Waar blijft hun verantwoordelijkheid! Dus las ik het verhaal van Achab en Izebel nog maar eens door (1 Kon 21). Dat maakte me niet minder boos.
We zijn elkaar gegeven
ook als tegenover
Achab gedroeg zich als een verwend kind, pruilde toen hij zijn zin niet kreeg. Liet Izebel haar gang gaan, die ook een verwende koningsdochter bleek. Wilde zij dat huwelijk met deze koning wel? Of was het een deal tussen twee koningen, goed voor de vrede tussen hun landen. Ja, wat zij deed was ronduit slecht, maar haar man maakte graag gebruik van haar ‘geslepenheid’ en alle oudsten van het volk deden wat zij wilde. Toen de profeet Elia hem terecht kwam wijzen trok Achab, in mijn ogen, nogal gemakkelijk het rouwkleed aan. Daarom zou, volgens Elia, God zijn straf uitstellen tot Achab overleden was. Waren ook al deze betrokken mannen willoos slachtoffer van een vrouw?
En hoe zit het dan met de Jezabel uit de brief aan Tyatira? Er wordt wel gedacht dat zij de vrouw van de voorganger was van die gemeente. Jezabel, Izebel.
Maar is het wel reëel om het kwaad aan een vrouwspersoon toe te schrijven?
De gemeente wordt geprezen, dat zouden wij ook vast graag willen horen. We doen immers met een handvol mensen wat we kunnen doen, op hoop van zegen. ‘Vierentwintig uur in dienst van de Heer’, hoor ik met enige regelmaat. Maar er zijn ook tegenkrachten, ik denk dat die er de hele geschiedenis door in de gemeenten geweest zijn. De karaktertrekken van Izebel huizen, denk ik, in ieder van ons, vrouw of man als we eerlijk in de spiegel durven kijken. Soms door een beetje te manipuleren om onze zin te krijgen. O ja, we denken beslist eerlijk dat het die kant op moet met de gemeente. Dus verzamelen we medestanders om het voor elkaar te krijgen. Of we pruilen als Achab wanneer het niet de kant opgaat, waarvan wij denken dat het de goede is. Verborgen agenda’s om het de richting op te krijgen die wij denken te moeten gaan. Ik ben er zelf soms ook op gewezen. “Dit past jou niet.” Gelukkig! Het lijkt misschien onschuldig maar het kan chaos, verwarring en doodlopende wegen veroorzaken in de gemeente. Wat goed dat we elkaar gegeven zijn niet alleen ter bemoediging, maar ook als tegenover.
Wie kan in ons een brief van Christus lezen,
als niet de Geest ons aan elkander rijgt,
die ons als dode, levenloze letters
beademt en tot nieuwe zin herschrijft.
( lied 976: 2, tekst Sytze de Vries)
-----------------------------------Wil van Egmond--------------------------------------
‘Feest’ in het Open Huis
Eindelijk zijn er versoepelingen, eindelijk mogen we weer bij elkaar aan tafel zitten, eindelijk mogen we meer gasten ontvangen. Wat hebben we daar naar verlangd. Natuurlijk, een beetje afstand houden we nog wel, want covid is niet weg, maar we gaan de goede kant op. Daardoor wordt er weer van alles mogelijk. Om te beginnen hadden we op 11 september het ‘frietkot’, een evenement bij de Petruskerk, waar een friettent stond, waar iedereen een ‘frietje met’ kon nuttigen. De Rotary heeft onze gasten en vrijwilligers dit cadeau gedaan. Waarvoor onze hartelijke dank.
Na anderhalf jaar hebben we eindelijk weer een feestavond gehad op 28 september. Wat was het een feest om elkaar weer te zien, te spreken en samen te eten. Gesprekstof te over. We hebben heerlijk gegeten, van Thijs Eradus van Sprinkplank040 gehoord hoe het staat met de Maatschappelijke opvang en Renate Richters deelde vrijwilligerspenningen uit. We namen ook afscheid van enkele mensen. Ieder had zijn of haar reden om te stoppen na veel inzet. Dus ook applaus voor hen.
Er waren ook een paar verrassingen voor onze gasten; zoals u weet, heeft de gemeente haar subsidie aan ons gestopt, vanwege de nieuwe vorm van Maatschappelijke opvang. In coronatijd hebben onze gasten flink moeten inleveren v.w.b. het krijgen van een luisterend oor of een fijn gesprek. Om dat te compenseren heeft de gemeente ons en ’t Hemeltje ieder € 7.500,- gegeven om onze gasten te verwennen. We hebben besloten om dit samen met ’t Hemeltje te doen. Zo hebben we op 6 oktober met een aantal gasten en vrijwilligers in een bus de lichtjesroute gereden. Wat was dat leuk! We hadden een gids, die ons van alles vertelde over de verschillende lichtornamenten en hun geschiedenis.
Op 20 oktober komt er een tent op het grasveld van de Petruskerk aan de Kloosterdreef, waar we bingo spelen met mooie prijzen en waar ook drinken is met wat lekkers. Dat beloofd een mooie dag te worden.
Daar komt bovenop, dat wij, samen met het straatpastoraat € 2.000,- hebben ontvangen van Sprinkplank040. Er worden nog plannen gemaakt voor de besteding daarvan.
In de week van 28 september bestond het Open Huis 35 jaar en is na zolang nog steeds springlevend. We hebben het de hele week gevierd met broodjes en gebak. Wel is het inmiddels duidelijk, dat er behoefte is aan nieuwe vrijwilligers. Als jullie mensen kennen, die geïnteresseerd zijn in dit soort vrijwilligerswerk: nodig hen dan uit om een keer te komen kijken.
Inmiddels hebben we de eerste trainingen weer achter de rug en in november komt er nog één. Ik hoop dat we die weer met velen volgen. Het blijkt in een behoefte te voorzien om met elkaar de verhalen te delen vanuit de praktijk, maar ook om te kijken hoe we ons, als vrijwilligers, kunnen verbeteren.
Wat fijn, dat we na zoveel tijd weer positieve berichten hebben. Ik hoop dat dat, met enige voorzichtigheid, zo blijft.
------------------------------Bernadette van Litsenburg----------------------------------
Verbinding
Tijdens de introductieweek en het eerste kwartaal van dit schooljaar, heeft TINT zich gefocust op het thema verbinding. Mede dankzij de lange tijd van isolatie, besloot TINT de studenten te ondersteunen in het maken van verbinding nu de wereld weer open gaat.
Door het eerste kwartaal heen hebben we de diepgang van deze verbinding vergroot. We begonnen tijdens de introductieweek met het eerste contact met nieuwe mensen. Er heerste een sfeer van een nieuw begin, waar ik zo van hou tijdens de introductieweek en ik kreeg meteen zin in de rest van het kwartaal. Door middel van platonisch speeddaten lieten we duo’s een gesprek voeren aan de hand van vragen die ze konden stellen om elkaar snel en goed te leren kennen. Deze persoonlijke en uitdagende vragen noemen we graag ‘typische TINT vragen’. Zoals bijvoorbeeld deze:
Wat is je meest dierbare herinnering?
Wat zou jij veranderen aan de wereld?
Na al deze nieuwe ontmoetingen was het tijd om een stap dieper te gaan. Eind september organiseerde TINT daarom het ‘first connections’ evenement. Ook hier waren veel nieuwe ontmoetingen, maar gingen we ook dieper in op het vormen van vriendschap. Kwetsbaar durven zijn is hierbij belangrijk. Wanneer je dingen van je zelf durft te delen met anderen, schept dat een band. Het is een teken van vertrouwen en het laat zien dat we allemaal menselijk zijn, wat de band alleen maar versterkt. Dit en nog veel meer lessen brachten de life coaches Laura Curta en Margit van Tuijl mee naar dit evenement. En ondanks dat veel van deze inzichten niet nieuw zijn, bracht het een fris perspectief voor de deelnemers. Het was een steuntje in de rug voor de studenten om in het nieuwe jaar met een nieuwe situatie, toch met zelfvertrouwen nieuwe verbindingen aan te gaan.
Als laatste gingen we in op nóg diepere verbinding, namelijk liefdesrelaties. Samen met De Liefdesdokter Inge van de Vorst, organiseerde TINT een avond over de liefde. Op deze avond deelden Inge en Margit hun inzichten en kennis over de liefde, maar was er ook veel ruimte voor de studenten om dingen te vragen aan de coaches. Opnieuw was het een verfrissende avond die mij en de deelnemers vanuit een nieuwe hoek naar liefdesrelaties leerden kijken.
Daarnaast hebben we ook geprobeerd de verbinding te leggen tussen verschillen. Van 4 tot 11 oktober was het Diversity week op de TU/e, waarbij de diversiteit op de campus gevierd werd. TINT sloot zich hierbij aan door het organiseren van het ‘Open Stories’ evenement. Hierbij waren allerlei mensen met verschillende levensverhalen uitgenodigd om over hun verhaal in gesprek te gaan met een klein groepje deelnemers. Ondanks dat ik er zelf helaas niet bij kon zijn hoorde ik dat het evenement een groot succes was. Mensen waren dankbaar voor de ruimte die er was voor de unieke verhalen en er zijn weer vele bruggen geslagen om de verbinding op de diverse TU/e campus te verbeteren.
----------------------------------Nuriye van Lamoen-----------------------------------------
Persevere
“I thought I had a real understanding then of loss
But I didn’t know a thing ‘til you weregone”
Ik dacht dat ik begreep wat verlies betekende,
Maar ik wist niks totdat jij er niet meer was.
Dit is de tweede zin uit het lied Persevere, van Gang of Youths.
Dit lied betekent voor mij heel veel op het gebied van geloof en verlies. Het beschrijft in lineaire vorm hoe de verteller omgaat met het verlies van het jonge kindje van een vriend van hem. Hij vertelt ons, de luisteraars, dat hij dacht te weten hoe het is om iemand te verliezen, maar nu hij echt iemand was verloren voelde het toch heel anders dan hij dacht.
Dit is een gevoel waar we ons misschien allemaal mee kunnen verbinden. Hoe je jezelf denkt voor te bereiden op het ergste, maar wanneer het gebeurt voel je je compleet onvoorbereid. En daarna moet je door. Hoe graag je het ook even op ‘pauze’ wilt zetten, je zet door en je leeft door. Dat is waar we de titel van dit lied tegen komen, persevere. Volhouden.
Een gesprek vindt plaats in het lied, waarin de verteller zegt dat hij niet gelooft dat er een God is, waarna zijn vriend hem zegt, “It’s okay to feel unbelievably lost.” (Het is oké om je ongelooflijk verloren te voelen). Iets later volgt de zin uit de tekst die mij altijd het meest aangrijpt:
“‘Coz nothing tuned me in to my
Failure as fast
As grieving for a friend
With more belief than I possessed”
Want niks laat me zo gefaald voelen
Als rouwen voor een vriend
Die meer geloof heeft dan ik
Deze zin geeft zo rauw de leegte weer die je kunt voelen na het verlies van een dierbare. Want wat voor troost kan jij bieden, als die persoon de onvoorwaardelijke liefde van God al heeft?
“We threw a party up in here
But god it was bittersweet
I live hard ‘coz I am scared
That I won’t mean anything
So now I’m praying to the ceiling
To the windows, to the walls
Against this sudden sinking feeling
That there’s nothing there at all”
We hebben gefeest,
Maar wat was het bitterzoet
Ik leef hard want ik ben bang
Dat het niks zal betekenen
Dus nu bid ik naar het plafond
Naar de ramen, naar de muren,
Tegen het gevoel
Dat daar helemaal niks is
Dit is het laatste deel van het lied, waarin het lijkt alsof de verteller geen vertrouwen meer heeft in het leven, en daarom uit wanhoop overal om gaat bidden, om toch ook dat vertrouwen te krijgen wat zijn vriend heeft, zelfs na het overlijden van zijn dochtertje.
Maar dan eindigt het lied met nog één zin, waarin de wanhoop verandert in hoop.
“And still, we just persevere.”
En nog steeds blijven we maar volhouden.
Dus ondanks dat hij misschien niet hetzelfde vertrouwen heeft in God als zijn vriend, heeft hij wel het vertrouwen om door te zetten. Ik interpreteer het als vertrouwen op het geloof dat anderen hebben. En hopen dat je zelf het vertrouwen dat anderen in God hebben, ook ooit kunt vinden. Dit lied gaat voor mij over geloof en verlies, maar vooral ook over volhouden, hoop, en vertrouwen.
----------------------------------Rosalijn Dekker---------------------------------------------
Hebt u belangstelling voor dit kerkblad, maar bent u geen lid van de PGE?
Via de webshop kunt u zich inschrijven voor een abonnement.
Bent u, na het lezen van de bovenstaande artikelen, geprikkeld om zelf ook een stukje in Samen te schrijven lees dan eerst de "richtlijnen voor de auteur".