SAMEN is het kerkblad voor gemeente-
leden van de gehele Protestantse Gemeente Eindhoven (PGE) en verschijnt 10 keer per jaar. Het kerkblad wil een bron van toerusting en inspiratie zijn, en de lezers stimuleren met elkaar het geloofsgesprek aan te gaan. Daarom biedt SAMEN naast informatie over PGE-brede activiteiten en berichten uit de wijkgemeenten ook beschouwingen over theologische onderwerpen en actuele thema’s.
Inhoud kerkblad SAMEN
Elke maand wordt gekeken welke artikelen uit het kerkblad online gezet kunnen worden. Hieronder vindt u per maand een selectie van artikelen.
april 2021 met thema: "Pasen" Lees meer...
ONTLUIKENDE OGEN
De eerste zondag na Pasen wordt ook wel beloken Pasen genoemd. Beloken betekent net als geloken: dichtgaan. Je vindt het terug in de uitdrukking met geloken ogen. Ik zie dan het beeld voor mij van ogen die langzaam dichtgaan. Alleen een streepje licht komt er nog door de wimpers, terwijl de oogleden langzaam sluiten. De luikjes gaan dicht. Met deze zondag wordt Pasen afgesloten.
Ergens las ik dat de benaming voor deze zondag eigenlijk niet klopt. Want in een leven dat zich naar geloven uitstrekt, blijft Pasen altijd het kloppend hart. En ook in het kerkelijk jaar is tot Pinksteren de kleur van de dienst wit, de kleur van de opstanding. In de oorspronkelijke rooms-katholieke traditie wordt overigens de Paaskaars met Pinksteren uit het liturgisch centrum weggehaald. Dan is de Paastijd voorbij, maar natuurlijk niet het Paasgeloof.
Nu is er ook een andere benaming voor de zondag na Pasen. Dat is als pasgeboren kinderen, in het latijn: Quasi modo geniti infantes. Quasimodo is niet toevallig ook de naam van de hoofdpersoon uit De Klokkenluider van de Notre-Dame. Die werd namelijk als vondeling gevonden op de trappen van de Notre-Dame, precies op de eerste zondag na Pasen. En naar een gewoonte uit die tijd, genoemd naar de dag waarop hij gevonden werd.
Quasi modo geniti infantes / als pasgeboren kinderen komt uit de Bijbel uit de brief van Petrus (2,2). Het slaat - in de naam van deze zondag - op de geloofsleerlingen die in de oude kerk in de Paasnacht werden gedoopt. Op de zondag na Pasen kwamen zij voor het eerst als volwaardige gemeenteleden in de kerk. Volwaardig konden zij meedoen, maar wel stonden zij als pasgedoopte en dus als het ware als pasgeboren kinderen tussen de ‘ervaren’ gemeenteleden.
Een pasgeboren kind, dat roept bij mij het beeld op van een breekbaar en taai mensje. Dat doet langzaam maar zeker zijn ogen open om te wennen aan het licht. Ontluikende of ontloken ogen, ogen die open gaan.
Dat past eigenlijk veel beter als naam voor de zondag na Pasen. Je moet wennen aan het licht van Pasen. Daarover gaat ook het prachtige gedicht van Ida Gerhardt, dat hieronder staat afgedrukt.
CHRISTUS ALS HOVENIER
Eén Rembrandt kende als kind ik goed:
de Christus met de grote hoed
wandelend in de ochtendstond.
En, naar erbij geschreven stond:
hij was de hovenier.
En nòg laat ik mijn tranen gaan
als in de gaarde ik Hem zie staan,
en – wat terzijde – in stille schrik
die éne, zij die dacht als ik:
het was de hovenier.
O kinderdroom van groen en goud –
géén die ontnam wat ik behoud.
De laatste hoven naderen schier
en ijler wordt de ochtend hier.
Hij is de hovenier.
Het gedicht is geschreven bij het verhaal uit Johannes 20 over de verschijning van Jezus. Op een ontroerende manier vertelt het over de opstanding. Het geheim van de opstanding laat het bestaan, en tegelijk de troost. Het is Maria, die bij het graf van de gekruisigde staat (op het schilderij zit zij) en zij huilt. In haar tranen buigt zij zich om het graf in te kijken. En daar – op de plaats waar het lichaam van Jezus had gelegen – zitten twee engelen in witte kleren: ‘Waarom huil je?’
‘Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze hem hebben neergelegd.’ Dan draait Maria zich om en ziet iemand staan. Het is Jezus, ‘maar zij wist niet dat het Jezus was’.
En weer die vraag: ‘Waarom huil je?’
Maria denkt dat het de hovenier is (tuinman in NBV) die daar voor haar staat. Door haar tranen ziet zij niet wie het is. Alsof haar ogen geloken of beloken zijn door een sluier van tranen. Of is het omdat hij die voor haar staat niet meer helemaal dezelfde is? Is hij zo veranderd, de gekruisigde die de opgestane is?
Dan zegt hij:’Maria’.
Hij zegt haar naam en dat is genoeg. Zij herkent Hem. Je zou kunnen zeggen: haar ogen gaan open, haar ogen ontluiken.Het is een ontroerend beeld om je voor te stellen. De dichteres, Ida Gerhardt, schrijft:
En nog laat ik mijn tranen gaan…’
Maar die ontroering van de dichteres heeft ook te maken met hoe zij in het laatste couplet van haar gedicht verder gaat. Zij schrijft dat zij haar kinderdroom (van groen en goud – dat slaat misschien op de kleuren waarmee de prent is ingekleurd) van Christus als hovenier nog steeds koestert. Ook nu zij ouder wordt. Voor dat ouder worden gebruikt zij schitterende beelden: ‘De laatste hoven naderen schier.’
Ik denk dat zij met hoven hier begraafplaatsen bedoelt.
‘En ijler wordt de ochtend hier.’
Het leven is aan het verglijden en niet zo maakbaar en grijpbaar als het lijkt wanneer je jong bent.
En dan in de laatste zin vertelt de dichteres haar droom: ‘Hij is de hovenier.’
Dat is het geloof van Pasen, dat zij kijkend naar Rembrandt en meekijkend met Maria, haar leven lang koestert: Hij is de hovenier. Volgens mij wil de dichteres daarmee zeggen: Op de laatste hoven waar de dood de scepter zwaait, daar is Christus de hovenier. De opgestane zorgt dat de mensen niet verloren en vergeten gaan in de dood.
Christus is de hovenier, ziet de dichteres – net als Maria ziet dat de hovenier Christus is – met door tranen gesluierde, ontluikende ogen.
Terecht heet de zondag na Pasen als pasgeboren kinderen.
------------------------------Tjalling Huisman-----------------------------------------
Over de eerste lootjes en de laatste loodjes
Buiten fluiten de vogels dat het een lieve lust is. Aan de bomen en de struiken komen de eerste lootjes, knoppen, bloempjes uit. De lente is begonnen, onmiskenbaar. In de gang van de seizoenen laten we de ijskoude winter, het donker, achter ons en gaan we door in de lente. De lente als teken van hoop, van nieuw leven, van nieuwe bloei, van nieuwe warmte.
Binnen zitten we achter het scherm. Te beeldbellen met vrienden, familie of collega’s. Te netflixen, videolanden, disneyplussen en te kerkdienstgemisten. Al een jaar komen we bijna of in het geheel niet in de kerkdienst fysiek bij elkaar. Al een jaar zingen we met elkaar niet onze psalmen, gezangen en opwekkingsliederen. Al een jaar drinken we niet met elkaar koffie na de dienst. Wat lang… De laatste loodjes wegen zwaar.
Nu is het vaccineren in hoog tempo aan de gang, de ouderen en de zorgmedewerkers voorop. Daar hebben we er nogal wat van in de kerk. Dat geeft hoop voor een openstelling van de kerk op niet al te lange termijn. Dan begint de lente in de kerk. Dan kunnen we weer bij elkaar komen, zingen, luisteren, bidden, praten, koffiedrinken.
Lente in de kerk is ook de titel van een boek van René van Loon, dominee uit Rotterdam. Hij schrijft over hoopvolle ontwikkelingen in de kerk van nu. Over nieuwe lootjes, over mooie initiatieven, over bloeiende gemeenschappen. Een boek vol hoop over de kerk van de toekomst. Dat betekent wel dat we erop uit moeten, in actie moeten komen, weer naar buiten gaan. Een mooie uitdaging voor de kerk in de aftercoronatijd.
Wanneer u dit leest, heeft ds. Werner Gugler een beroep ontvangen vanuit de Kruispuntgemeente. Vanuit de contacten die met hem zijn geweest, was al duidelijk dat hij zich laat leiden naar waar God hem roept. In mijn tekst aan de redactie schreef ik: Ik hoop dat God hem aanspreekt net als Hij bij Abraham deed: ga op reis, vertrek uit Putten en ga naar de stad die Ik je wijzen zal. Net voordat deze SAMEN klaar was om naar de drukker te gaan, hoorde ik dat ds. Gugler het beroep heeft aangenomen. Een zegen voor Eindhoven! Vanaf deze plaats alvast een heel hartelijk welkom aan hem en zijn vrouw Hanna. Ik wens hen Gods nabijheid toe in de komende tijd van afscheid nemen en toewerken naar hun nieuwe roeping.
Ik eindig met een citaat van de Duitse dichter en theoloog Von Herder, dat past bij de oproep van de lente: Wat de lente niet zaaide, kan de zomer niet rijpen, de herfst niet oogsten, de winter niet genieten.
--------------------------------Benjamin Jansen, voorzitter AK----------------------
Hetvakantiebureau.nl
Hetvakantiebureau.nl maakt deel uit van de Protestantse Stichting Diaconaal Vakantiewerk (PSDV). PSDV wil eraan bijdragen dat mensen zich niet buitengesloten voelen. Daarom bieden zij in samenwerking met en steun van de Protestantse Kerk in Nederland vakantiemogelijkheden aan voor mensen voor wie het door ziekte, beperking of leeftijd niet vanzelfsprekend is om op vakantie te gaan. De vakanties hebben een open-christelijk karakter en zijn voor iedereen, ongeacht zijn of haar achtergrond, toegankelijk. Men viert vakanties in een van de vier eigen ( aangepaste ) of enkele gehuurde ( aangepaste ) accommodaties in Nederland.
Vakanties met aandacht : gezellige uitstapjes, nieuwe mensen ontmoeten en genieten van de heerlijke maaltijden en de prachtige omgeving van uw hotel. U kunt echt vakantie vieren, want de vrijwilligers nemen de tijd voor u en geven u alle aandacht tijdens de vakantieweek.
Er zijn altijd voldoende vrijwilligers aanwezig, waaronder gediplomeerde verpleegkundigen en verzorgenden.
Als uw inkomen niet hoger is dan het minimumloon of een minimumuitkering aangevuld met een klein pensioen ( max. € 250,- bruto per maand ) kunt u een korting krijgen.
Reserveringsformulier via tel. 0343 745890 of Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of via de website www.hetvakantiebureau.nl
-------------------------------------Wim Wiggers, CvD-------------------------------------
Waarom vrijwilligerswerk?
Heel veel mensen, en zeker ook veel “kerkmensen” doen vrijwilligerswerk. Onderzoek van het CBS geeft aan dat bijna 50 procent van alle Nederlanders per jaar minimaal één keer vrijwilligerswerk doet. Vrijwilligerswerk in sportverenigingen, op school, in jeugdwerk, de zorg, levensbeschouwelijke organisaties, in de wijk, in de sociale hulpverlening enzovoort. Mensen worden gevraagd om vrijwilligerswerk te doen, maar ze nemen ook zelf het initiatief en melden zich aan. Waarom doen we vrijwilligerswerk? In dat CBS onderzoek springen 2 motieven eruit: het zelf leuk vinden om te doen en het fijn vinden om iets voor een ander te betekenen.
Velen doen vrijwilligerswerk in diaconale zin. Met hart en ziel zet men zich in voor het welzijn van de ander. Ook in Eindhoven zijn daar prachtige voorbeelden van. Eenzame mensen worden bezocht, er wordt hulp geboden bij de voedselbank en bij de thuis- en daklozen rondom ’t Hemeltje en St. Catrien , er wordt ondersteuning geboden aan vluchtelingen en er worden brieven geschreven voor acties van Amnesty International. Waarom doen we dat? Wat zijn onze motieven? Wat heeft dit diaconale werk te maken met je geloof? Wat ontvangen we als we vrijwilligerswerk doen? Hoe ga je om met de ongelijkheid in positie in de samenleving?
Bovenstaande vragen zijn ongemakkelijk. Zulke vragen graven verder dan zeggen dat je iets leuk vindt of dat het fijn is om iets voor een ander te doen. Tegelijk zijn het wezenlijke vragen, zeker in de kerk, waar we spreken van delen, van rechtvaardigheid , van opstanding en leven zoals God het bedoeld heeft. De komende maanden gaat een aantal belangstellenden en diakenen onder externe begeleiding vier keer met elkaar in gesprek over deze vragen. We gaan op zoek naar onze eigen motieven, en naar de wederkerigheid in de relatie tussen de vrijwilliger en de ander. Ik mag ook mee doen, en zal in rubriek Dienen van SAMEN juni 21 er wat meer over vertellen.
----------------------------------------Antje Dekker--------------------------------------
Jozef
In de gebedsruimte van Eindhoven Airport trof ik een jonge man, een moslim, die aan het bidden was. Toen hij zijn gebed had voltooid, raakten we aan de praat.
Hij vroeg: Bent u christen? Ja ik ben christen, zei ik. Christenen geloven toch dat Jezus de zoon van God is? Ja dat geloven wij, en Maria is zijn moeder. Dus Maria is de vrouw van God? Nee, Maria is de vrouw van Jozef. En haar zwangerschap is een wonder.
Bij de naam Jozef werd hij helemaal enthousiast. Hij vertelde dat in de Koran Jozef ook voorkomt, en dat hij de mooiste man geweest is, die ooit bestaan heeft. Wat is die Jozef toch een bijzondere figuur, echt een voorbeeld. Als je iemand ontmoet met een ander geloof, is het fijn om overeenkomsten te vinden, en niet de nadruk te leggen op verschillen.
Toen ik later thuis kwam, las ik dat paus Franciscus 2021 heeft uitgeroepen tot Jozefjaar. Wonderlijk hoe dingen samen kunnen komen.
---------------------------------------Mirjam van Nie-------------------------------------
Morgen zal het Pasen zijn
Zo’n vijfentwintig jaar geleden verscheen het boekje van de bekende schrijvende dominee André Troost. Lang geleden las ik het. Het boekje kon ik niet meer terugvinden in mijn boekenkasten. Herlezen zat er dus even niet in voor het schrijven van deze column. Maar elk jaar in de lijdenstijd valt die titel me binnen: morgen zal het Pasen zijn.
Het is een boek over lijden. Een millennium versie van het boek Job. Geschreven nadat de schrijver zelf met een onzeglijk leed in zijn gezin werd geconfronteerd, een ervaringsdeskundige in het lijden dus. Lijden. In oude tijden en in moderne tijden. Job leed en bracht zijn lijden bij God. André leed en bracht zijn lijden bij God. Daarin volgen ze Jezus: Mijn God, mijn God, waarom!?
Lijden lijkt lijdelijk. Maar eigenlijk is lijden heel actief. Het vraagt om actie en om een reactie. Wellicht kent u de drie effen wel: fight, freeze, flight. Vechten, bevriezen of vluchten. Laten we eens naar Jezus kijken en Hem als voorbeeld volgen. Op zijn weg naar Golgotha vluchtte Hij ’s avonds de eenzaamheid in, om alleen te zijn en als het ware de strijd aan te gaan met zijn Vader. En gaf Hij zich over aan het lijden dat onafwendbaar was.
Lijden is niet een momentopname. Het is een proces, een spoor, een weg. De diepte in en langzaam er weer uit. De markeringspunten op die weg kwam Jezus tegen op de kruisweg, op de Via Dolorosa, op de weg van de pijn. Achterom verandert de wereld niet meer. En vooruit kijken lijkt in het lijden zo zinloos. Waarom, mijn God!!?
In het moment blijven hangen, is bevriezen. Lijden wijst ook naar de toekomst. Naar morgen. Want… Morgen zal het Pasen zijn. Dan gedenken we dat een eind kwam aan Jezus’ lijden. En ook dat een eind komt aan al het lijden. Wat is uw (re)actie? Vluchten voor God? Bevriezen voor God? Strijden voor God? Met Hem zijn we onderweg naar morgen.
----------------------------------Benjamin Jansen-------------------------------------
De kracht van het samen doen
Ruim vijf jaar ben ik nu gastvrouw bij het Open Huis van de Cathrien. Samen met ruim dertig anderen ontvangen wij in twee- of drietallen de gasten. En dan praat ik even over normale tijden. Tijden waarin we koffie en thee schenken en tussen de middag met elkaar en aan tafel de lunch gebruiken.
Onze gasten zijn vogels van diverse pluimage. De meesten hebben gewoon behoefte aan een praatje, want voor hen is het de enige plek waar ze anderen tegenkomen en waar ze gezien worden. Voor anderen is het gewoon fijn om even binnen te zijn en betekent het even rust. Ook de mentale gesteldheid van onze gasten kan verschillend zijn. De een is door een ongelukkige val zijn verstandelijke vermogens kwijtgeraakt. Een ander is door allerlei tegenslag zonder werk komen te zitten en daardoor depressief geraakt. Zo zijn er tal van variabelen.
Van de gastheren en gastvrouwen vraagt dit empathisch vermogen. Het vermogen om je in te leven in de belevingswereld van die ander. Iedereen doet dit naar beste weten en kunnen en als je je hart volgt, kom je al een heel eind.
De laatste tijd neemt het aantal verwarde mensen toe dat binnenloopt bij het Open Huis. Dat vraagt toch weer om een andere benadering. Hoe maak je met een verward iemand contact? Wil hij dat wel? En hoe doe je een eerste toenadering?
Met dit soort vragen kunnen we gelukkig terecht bij een professionele trainer van wie we zo’n vier keer per jaar ondersteuning ontvangen. Soms leeft er bij de groep een thema, maar meestal heeft de trainer een onderwerp waarover we allemaal kunnen nadenken en dat we dan bespreken met elkaar. Ieder vanuit zijn eigen ervaring en vaak met voorbeelden uit de praktijk van het Open Huis. Het is deze afstemming die ontzettend waardevol is voor het weer vullen van onze accu’s. De spiegeling aan elkaar is ook de bron van waaruit we ons werk kunnen relativeren. We versterken daardoor elkaar en voelen des te meer dat we het alleen samen kunnen doen. Ik ervaar de band met mijn collega’s dan ook als zeer waardevol en als onontbeerlijk om dit werk te kunnen en te mogen doen.
------------------------------------Janny Otto------------------------------------------------
Is er meer?
Ieder jaar organiseren de christelijke studentenorganisaties CSV Ichthus en Navigators Netwerk een cursus voor studenten die graag meer over het christelijk geloof willen weten: de Student Alpha cursus. Al een aantal jaar op rij hebben zij mij daarbij gevraagd om de openingsavond te verzorgen. Deze avond heeft een open, oriënterend karakter en heeft als thema de vraag: ‘Is er meer?’. Juist het open karakter van deze avond past goed bij het werk van TINT en daardoor blijkt dit al een aantal jaren een goede samenwerking te zijn.
De openingsavond van 2020 viel net vóór de lockdown, waardoor het nog mogelijk was om fysiek bij elkaar te komen en met elkaar van een maaltijd te genieten. De gesprekken gingen al wel over Corona, maar de meeste aanwezigen en ikzelf dachten toen nog (net als vele andere Nederlanders) dat het zo’n vaart niet zou lopen. Hoe anders is het allemaal gegaan…
De openingsavond van 2021 vond uiteraard (helaas) online plaats. Ik was benieuwd hoe dat zou gaan en of we een vergelijkbare diepgang in de avond konden ervaren. Dit bleek mee te vallen. Het online samenkomen biedt zelfs mogelijkheden, die je in een fysieke bijeenkomst niet hebt. Zo hebben we de deelnemers aan het begin van de bijeenkomst gevraagd een voorwerp uit hun huis te pakken om zich aan de hand daarvan voor te stellen. Aan de hand van muziekinstrumenten, boeken die graag gelezen worden, een dagboek dat bijgehouden werd, werd er algauw een persoonlijke ingang gevonden. Er zijn overigens nog veel meer werkvormen om een online bijeenkomst interactief en inspirerend te maken, zie hiervoor ook de video ‘ZOOM GAMES voor Alpha online!’ op YouTube.
Zelf heb ik in mijn presentatie meer verteld over mijn achtergrond: hoe ik vanuit een niet-kerkelijke achtergrond via een eigen zoektocht op het spoor van het geloof ben gekomen en er nu van geniet met studenten te werken met verschillende levensovertuigingen. Mijn achtergrond helpt mij meerdere ‘geloofstalen’ te verstaan en bruggen te slaan tussen verschillende levensvisies. Ik vond het leuk te merken, dat mijn verhaal uitnodigde tot vragen. Zo stelde een student een vraag over hoe ik het heb ervaren om als volwassene gedoopt te worden en of ik denk dat je ook christen kunt zijn als je niet gedoopt bent. Ook vroeg iemand zich af wat je kunt doen als je je schuldig voelt en je afvraagt of je zonden wel vergeven worden. Grote vragen, waar geen eenduidig antwoord op te geven valt, maar waar je wel met elkaar een boeiend gesprek over kunt voeren.
Juist daar waar verschillende perspectieven samenkomen, klinken nieuwe geluiden, worden uitdagende vragen gesteld en worden horizonnen verbreed. Ik heb de deelnemers er dan ook toe aangemoedigd om deze Alpha cursus open in te gaan, de vrijheid te voelen op zoek te gaan naar eigen antwoorden en in deze zoektocht te blijven groeien en elkaar te inspireren. Het was mooi dat ook op deze avond al te zien gebeuren!
Studentenpastor/life coach bij TINT www.tint-eindhoven.nl
---------------------------------------Margit van Tuijl------------------------------------
De ‘kerk’
Voor mij heeft het woord kerk in mijn leven een paar betekenissen gehad. De eerste was dat het dat gebouw was waar ik elke zondag heen moest en aan het einde van het jaar met veel enthousiasme een musical werd opgezet.
Daarna werd het de plek waar ik samen kwam met leeftijdsgenoten om het geloof te bespreken maar op een heel erg begaanbare manier. Toen werd ik ‘volwassen’ en zag ik het nut niet meer in van een kerk of een religie. Voor mij was dat maar iets van vroeger waar mensen nog aan meededen omdat ze dat altijd hebben gedaan.
Toen kwam Corona. Deze tijd heeft natuurlijk voor iedereen heel veel veranderd en hun wereld op de kop gezet. De verloren vakantie, de verloren contacten, de verloren baan, de verloren motivatie en doelen, de verloren studie of stage en het verlies van dierbaren. Maar voor mij was het geloof al lang verloren, dus dit kon ik nog alleen maar terug winnen.
Hoewel ik nu niet een fervent gelover ben geworden in de woorden van de bijbel, de psalmen of de preken van de dominee, heeft deze tijd mij wel een andere kant laten zien van de “kerk”. Ik kon me goed voorstellen hoe het was om jezelf erg alleen te voelen en geen verbinding te kunnen vinden. Ik kon me voorstellen hoe fijn het dan zou zijn om een groep mensen te hebben die voor je klaar staan, die je willen helpen. Ik kon me voorstellen hoe het is om geen ritme of structuur te hebben en hoe fijn het dan zou zijn om een dag in de week te hebben die altijd hetzelfde is. Deze tijd heeft mij laten zien dat de kerk geen gebouw is waar gezongen word en een denkwijze wordt opgelegd. De kerk is de mensen die bij elkaar komen om te delen in hun goede en ook de slechte tijden.
Voor mij is de betekenis van het woord kerk, voor nu, veranderd en verduidelijkt. De kerk is een voorbeeld van wat mensen kunnen bereiken als wij samen komen. De mogelijkheid voor ons samen te werken om een groot doel te bereiken, samen te zoeken naar oplossingen, samen te zorgen voor anderen en samen ervoor zorgen dat wij sterk blijven.
----------------------------------Gosse Leibbrandt-----------------------------------------
Achterkant van Samen, Jongeren en Muziek
Genoeg zoals je bent. -
Op de universiteit ben ik omringd door allemaal ambitieuze mensen. Studenten die vanuit huis ijverig doorwerken, studententeams die gestart worden, en er worden grote plannen voor de toekomst gemaakt. Die ambitieuze mindset is in het afgelopen jaar niet verzwakt, maar juist sterker geworden. Nu willen we alles uit onze studententijd halen zolang het nog kan. Zo meteen is het voorbij en hebben we niet alles kunnen halen uit de tijd van het leven waar je nog de meeste vrijheid hebt. Je voelt je toch ingehouden in deze tijd, en verlangt naar meer verbondenheid met andere mensen.
Ik ben zelf ook echt een dromer. Ik vind het leuker om over de mogelijkheden van de toekomst na te denken dan over het dagelijks leven nu. Maar waarom? Wat drijft mij en andere mensen om veel te ondernemen, alles uit het leven te halen? Waar verlangen wij naar?
Hier sluit het nummer ´Stupid Deep´ aan. Het is geschreven door Jon Bellion, en hij schreef de tekst naar aanleiding van een therapiesessie die hij had met mensen uit zijn kerk. Hij had eerder een succesvol album geschreven en voelde de druk als artiest om het door te zetten. Hij voelde de verwachtingen van andere mensen om het vorige album op te volgen met iets wat minstens net zo goed was. Als artiest is jouw werk toch in de publieke spotlight, en het is bijna niet te vermijden om jezelf te meten op basis van het aantal luisteraars dat je op Spotify hebt, of hoeveel mensen je op social media volgen. Jon herkent in dit nummer dat hij die erkenning van anderen verlangt, maar dat het nooit genoeg zal zijn om hem voldoening te geven. Hij zal nooit genoeg zijn voor zichzelf, en hij zal nooit het gat in zijn hart kunnen vullen door erkenning van andere mensen.
What if what I hoped to be was always me? And the love I fought to feel was always free? What if all the things I've done, yeah Were just attempts at earning love? Yeah 'Cause the hole inside my heart is stupid Deep |
Wat als ik altijd was wie ik hoopte te zijn? En die liefde waarvoor ik vecht altijd gratis was? Wat als alles wat ik gedaan heb maar een poging waren om liefde te verdienen? Want het gat in mijn hart is ongelofelijk diep |
Ik zoek zelf ook bewust of onbewust een manier om het gevoel te hebben dat ik het goed doe en dat ik van waarde ben in de wereld. Ik maak een plan voor de toekomst met het idee dat alles maakbaar is. “Waarom is het leven een plan geworden?” zegt Jon dan ook in het nummer. Ik hoop ergens dat dat plan mij voldoening gaat geven. Ik verwacht dat ik mijn waarde en erkenning moet halen uit mijn doen, terwijl ik die erkenning uit mijn identiteit in God kan halen.
When the love I really need is stupid cheap |
Terwijl de liefde die ik nodig heb super goedkoop is |
God werkt anders. Wij hoeven niet te werken voor onze eigen voldoening. Wij schieten altijd tekort, maar Gods liefde is onvoorwaardelijk voor ons. Ik hoef er niet voor te werken. Het kost mij niets meer dan geloof in Hem. Gods liefde is onvoorwaardelijk, en ook groot! Het is groot genoeg om mij helemaal te vullen, en dan is erkenning van anderen ook niet meer nodig.
Vanuit Gods liefde voor mensen, voor mij, mag ik het leven in gaan met de overtuiging dat ik nu al genoeg ben. Ik mag meebouwen aan het koninkrijk van God, vanuit de erkenning dat de liefde er al is. Alles wat ik in de toekomst doe mag een antwoord zijn op Gods liefde. Ik kan niet anders dan voor God alles doen door de liefde die Hij mij laat zien. Dat is misschien wel het mooiste uitgangspunt die je voor het leven kan hebben.
------------------------------------Jore Booy------------------------------------------------
maart 2021 met thema: "Geloofsbrieven" Lees meer...
In dit nummer vindt u een inleidend artikel over het boek Openbaring.
Het is het begin van een geplande serie over de brieven aan de zeven gemeenten die we vinden in de hoofdstukken 2 en 3 van het boek Openbaring.
In tijden van onrust en onzekerheid, bij spanning en dreiging is vaak gegrepen naar het boek Openbaring. We zien en horen dat ook nu in deze tijd van crisis.
Tegelijk is het boek Openbaring voor velen een moeilijk en duister geschrift. In deze serie wordt geprobeerd wat licht te werpen op de moeilijk toegankelijke beelden en woorden in dit boek. Aan de hand van de brieven aan de gemeenten van toen wordt gezocht naar wat voor de gemeente van vandaag wezenlijk en belangrijk is.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Een brief aan de gemeente…
Openbaring
Het Bijbelboek Openbaring hoort bij de gedeelten uit de Bijbel die het vaakst gelezen worden, waarnaar regelmatig verwezen wordt en waarover veelvuldig geschreven wordt. In die zin kun je het boek Openbaring zien als een open boek. Tegelijk merk je dat er in het boek moeilijke taal en lastige beelden worden gebruikt, die er voor zorgen dat ‘Openbaring’ door ‘(voor)oordelen, angsten en misvattingen’ voor veel mensen een gesloten boek is gebleven.
Het boek Openbaring heeft – heel letterlijk – tot de verbeelding van talloze mensen gesproken. Theologen hebben slechts aarzelend en moeizaam een plaats bij hen gevonden. Kunstenaars, vooral schilders, maar ook componisten en schrijvers zijn geboeid door de beeldende taal van het boek Openbaring. Uitleggers wisten en weten er meestal veel minder raad mee.
De visioenen van Johannes gelden als vreemd en bizar om te lezen en moeilijk om te begrijpen. Ze zijn nogal eens opgevat als voorspellingen van wat er ooit in een verre toekomst zou gebeuren. Het zou gaan over het einde der tijden, het einde van onze tijd en geschiedenis, het einde van de aarde. Er is nogal eens geprobeerd dat einde te berekenen en te voorspellen, tot nu toe zonder veel resultaat, voor zover wij dat nu denken te weten. Johannes vertelt zijn verhaal vooral in beelden. Hij schrijft niet met begrippen en al helemaal niet in formules.
Profetie
Johannes noemt zijn boek profetie. Waar profeten nog gezien worden als voorspellers, helpt dat natuurlijk niet zo veel. Maar wie wat anders over profeten heeft leren denken en naar hen heeft leren kijken, is wel geholpen. Profeten hebben een visionaire blik en zien met een scherp oog de gebeurtenissen en de mensen van hun tijd. Ze kijken niet naar succes, macht of geld, maar lijken vooral te letten op recht. Dat komt niet uit henzelf, zeggen zij en het wordt hen in de regel ook niet in dank afgenomen. Ze spreken woorden van God. Die vallen lang niet altijd goed en profeten hebben meestal ook zelf moeite met de woorden die ze gehoord hebben en die ze moeten spreken. Johannes maakt bekend wat God gesproken heeft. Zijn boek is profetie.
In een tijd die dreigend is en niet zonder gevaren, wil Johannes aan mensen troost bieden en moed geven. De vervolging is misschien niet zo sterk meer, maar bestaat nog wel en gaat gepaard met pesterij en verdachtmaking. Christelijk geloof werd in die tijd over het algemeen gezien als vreemd en afwijkend. Gelovigen hadden – en hebben – het niet makkelijk. Hun overtuiging wordt al snel beschouwd als achterhaald of achterlijk. Toen was dat waarschijnlijk gevaarlijker dan nu.
Crisis
Toch valt het op dat er vooral uit het boek Openbaring gelezen is en ook over het boek geschreven is in tijden van ‘aanvechting, van grote crisis, vervolging en onderdrukking’. In Nederland verscheen een aantal boeken over Openbaring in de jaren tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog en ook tijdens de laatste wereldoorlog. Dat was een tijd van grote spanningen, onzekerheid, dreiging van geweld… Bevrijdingstheologen in Latijns-Amerika vonden in het boek Openbaring de bron om kritisch te kijken naar en te spreken over de dictatoriale regimes in hun landen. In de tijd van de apartheid in Zuid-Afrika schreef Allan Boesak een boek over Openbaring. Het kreeg de veelzeggende titel: ‘Troost en protest’. Ook rond de millenniumwisseling naar de 21e eeuw was er de nodige aandacht voor het boek Openbaring. En het is te merken en te begrijpen dat ook in onze tijd van dreiging en crisis (als voorbeelden uit vele noem ik COVID en de klimaatverandering) naar het boek Openbaring wordt gegrepen.
Het boek Openbaring laat zich lezen als een brief aan de gemeente. De ziener Johannes begint zijn boek met brieven aan zeven gemeenten in Klein-Azië. De visioenen die volgen op de brieven zijn ook bedoeld voor die gemeenten. Te merken is dat de gemeenten het moeilijk hebben. Ze staan onder druk en soms is er gevaar. Dan is er ook de kans dat mensen het geloof los laten en verliezen. Om zichzelf te redden of omdat ze het niet meer zien zitten.
Uitzicht
Het belangrijkste wat Johannes zijn hoorders (en lezers) in die situatie wil vertellen is misschien wel dat de grootste mond en de hardste handen het nooit zullen winnen. Ze zullen een tijd aan de macht zijn en het kan gruwelijk zijn; het zal ook niet altijd zonder slachtoffers gaan, maar ze zullen het niet volhouden, de groten en de sterken en dus mogen de anderen moed en kracht vinden om vol te houden en het uit te houden. Dat was zeker voor de christenen in het romeinse rijk een actuele werkelijkheid. Het is niet minder reëel geweest voor zovelen die toen leefden en te lijden hadden en hebben onder geweld, dictatuur en terreur. Soms is het om moedeloos en wanhopig van te worden. Dan gaat het niet zonder de stemmen en handen van mensen die zeggen dat het niet voor eens en altijd is. Dan komt het er op aan dat er mensen zijn die kunnen dragen, meedragen en verdragen.
Johannes stuurt wat hij schrijft als een brief van Christus naar de gemeenten. Hij vraagt om geduld en uithoudingsvermogen. Ook om moed en vertrouwen. Hij weet dat het zwaar en gevaarlijk kan zijn voor de gemeenten, maar ook dat liefde voor en trouw aan de Eeuwige het langste zullen duren. Alle brieven die hij schrijft eindigen met dezelfde woorden: een oproep om te horen: Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeente zegt. En een belofte voor wie het volhoudt: Wie overwint …
Alles nieuw
Er is misschien maar één echt gevaar: dat is dat de gemeente, die iets weet van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, het laat afweten; dat de kerk vergeet uit welk vertrouwen ze leeft. Je kunt een hoop vergeten en ontkennen, maar niet het geheim dat aan je is toevertrouwd. De gemeente van Christus weet als geen ander dat ruimte om te leven nooit opgeofferd kan worden. Wie zo leeft zal leven vinden, zelfs door de dood heen. De duisternis zal zijn macht niet kunnen houden. Het einde is Gods licht voor alle mensen op aarde.
-------------------------------------Bert Jan van Haarlem------------------------------
Avond
Deze week stond bol van de discussies over de avondklok. Een rechtszaak, een spoedappèl, een hoger beroep, twee wetgevingstrajecten, en de boodschap dat het nog wel een tijdje doorgaat met die avondklok. De avondklok wil zeggen dat je op bepaalde momenten niet meer naar buiten mag. Bij de kerk lijkt het op dit moment net andersom. Op zondagmorgen mag je de kerk niet binnen. En al een hele lange tijd. Volhouden zeggen we dan tegen elkaar. En kijken en luisteren naar de digitale dienst...
In de vorige SAMEN stond een dankwoord aan Jan Scheurer voor zijn vele jaren lidmaatschap van de redactie van SAMEN. Daar sluit ik me graag bij aan. Namens de PGE bedank ik hem voor al zijn inzet, creativiteit, betrokkenheid en bevlogenheid. Mede dankzij hem lukt het om elke maand een blad te maken voor ons samen. Met inhoudelijke artikelen en met nieuws en informatie. Jan, bedankt!
Na de vergadering van de algemene kerkenraad in januari zijn verschillende groepen begonnen met het huiswerk rond het samengaan met de protestantse gemeente Sint Oedenrode, Son en Breugel. In de wijken wordt u om een reactie gevraagd, de colleges van kerkrentmeesters werken vermogensrechtelijke zaken uit, de diaconieën spreken met elkaar, in de Johannesgemeente worden de plannen verder uitgewerkt. Dit alles moet leiden tot een verder uitgewerkt voorstel in april.
Wanneer ik dit stukje schrijf, moet het nog 24 februari worden. Dan hebben we een extra AK-vergadering. De beroepingscommissie van Kruispunt heeft verschillende gesprekken gevoerd met een mogelijke predikant en wil deze voorstellen aan de AK. Wanneer u dit leest, heeft dit hopelijk tot een positief resultaat geleid en is het beroepingsproces in gang gezet. Het zou een teken van zegen en van hoop zijn wanneer dit een komst naar Eindhoven gaat betekenen.
Ik eindig met psalm 141, een avondlied. In de berijming van Psalmen voor Nu zingt het refrein: HEER, ik roep tot u. Help mij toch en wacht, wacht niet langer. Ik roep tot u, God, hier is mijn lied, mijn gebed.
------------------------Benjamin Jansen, voorzitter AK-------------------------------
De grens van het leven
Doodgewoon en fascinerend
Wie geboren is zal sterven. Het kan morgen zijn of nog jaren duren, maar eens zal voor ons allemaal het moment aanbreken. Meestal staan we er niet bij stil, zeker als we jong en gezond zijn. Maar op een bepaalde leeftijd overkomt het onze leeftijdsgenoten of krijgen we zelf een slechte diagnose. Vanaf dan beginnen we echt te beseffen dat wij ook zullen sterven. De Coronacrisis brengt dat besef van sterfelijkheid eveneens dichterbij.
Enerzijds is sterven een gewoon gebeuren, tegelijk is het iets wat ons schokt. Het maakt een einde aan ons bestaan, ons lichaam, alles wat we zijn. Sterven is loslaten, iedereen en alles waar we van houden, zonder te weten wat ons te precies wachten staat.
De dood fascineert ook. Opeens ligt er een leeg lichaam, van de ene op de andere minuut is het leven eruit vertrokken. We kunnen het niet bevatten, het is een gebeuren voorbij onze horizon. Waar is de overledene heen gegaan? Wat maakt hij of zij nu mee?
Na de dood
Zij die een keer dicht bij de dood zijn geweest, vertellen soms over een tunnel naar een helder licht waarbij zij volkomen vrede ervoeren. Zij hoorden mooie muziek, zagen een liefdevolle gestalte, kleuren of bloemen. Als in een film werd hen hun geleefde leven getoond, met mildheid, zonder oordeel.
In het Oude Testament is over een hiernamaals echter vrijwel niets te vinden. De dood is het einde van het bestaan. De mens keert terug tot de aarde: ‘Stof ben je en tot stof keer je terug’. Doden zijn schimmen die in de onderwereld een grijs en triest bestaan leiden, waarin ze God niet kunnen loven en danken. Er is geen bewustzijn en geen relatie met God.
In de tijd van de profeten begint er een geloof in de verrijzenis te ontstaan. De achterliggende gedachte is dat de dood niet sterker kan zijn dan God. God is trouw aan mensen en zal dat blijven door de dood heen.
Het Nieuwe Testament spreekt van opstanding aan het eind der tijden. Op andere plaatsen wordt gezegd dat de doden direct na hun sterven in de hemelse heerlijkheid worden opgenomen. Jezus zegt dat voor God allen in leven zijn, de levenden en de doden.
Er zijn mensen die sterven met grote verwachtingen, ze zien er verlangend uit naar het oog in oog te zullen staan met God of Jezus of de liefde en rust van de Eeuwigheid. Anderen ervaren juist rust in hun overtuiging dat er niets is na de dood. Er zijn ook mensen die, door wat ze geleerd hebben, opzien tegen het oordeel van God over hun leven.
Bang
Volgens Augustinus is er geen reden om bang te zijn voor de dood. ‘Vandaag is het licht, net als gisteren. Tussen gisteren en vandaag was er de nacht. We hebben de nacht nodig om naar een nieuwe dag te gaan. Met de dood is het niet anders. Het einde van het aardse leven is als een nacht die we door moeten om van de ene naar de andere dag te gaan. De dag die op ons wacht na de dood is een dag om ons op te verheugen. Wanneer iemand voordat hij sterft, goed geleefd heeft, kan hij rustig de nacht van de dood ingaan.’ Onze ziel wordt losgemaakt van ons lichaam zoals de ziel voor de geboorte los van het lichaam was. De meestel filosofen vinden dat het belangrijk is ons ervan bewust te zijn ons hele leven onderweg te zijn naar de dood.
Ondanks al deze gedachten kan er toch angst zijn voor het onbekende van de dood. We denken er liever niet teveel aan en doen van alles om in leven te blijven: eten, drinken, naar de dokter, medicijnen innemen. Men kan ook bang zijn voor bijkomende verschijnselen zoals benauwdheid, pijn en verlies van waardigheid, of zorgen om hen die achterblijven.
Het helpt vaak als iemand de gelegenheid krijgt de zorgen uit te spreken en dat ze worden erkend. Naast iemand gaan staan in nood en zorgen kan de ervaring geven begrepen te worden. Dat kan meer betekenen dan het geven van een antwoord.
Spreken over het levenseinde
Het is verstandig om in tijd van goede gezondheid al met naasten te spreken over het levenseinde. Wanneer niets besproken en vastgelegd is, moeten nabestaanden besluiten nemen, niet wetend wat hun dierbare zelf gewild zou hebben. Dit kan dan onnodig leed, onnodige behandelingen, spanning en conflict geven. In de vorm van een wilsverklaring kan worden aangegeven welke behandelingen men onder bepaalde omstandigheden wel of niet wil. Ook de keuze tussen begraven en cremeren kan worden besproken.
Het gesprek over de dood is niet voor iedereen gemakkelijk. Ook wanneer het einde werkelijk nadert, wil niet iedereen erover praten. De zieke weet meestal best dat hij gaat sterven, maar weet er niets over te zeggen of heeft geen behoefte aan een gesprek erover. De een spreekt graag, de ander zwijgt liever. Wie goed luistert en kijkt, merkt het wel als iemand wil spreken of met rust gelaten wil worden.
Waken
Zolang er geen sprake is van ondraaglijk lijden, is het goed om het sterven de tijd te gunnen. Veel mensen weten niet dat het een proces is dat dagen of langer kan duren. Waken is het laatste en misschien het mooiste wat mensen voor hun dierbare kunnen doen. Het kan een kostbare periode worden, waarin men dichtbij elkaar komt. Er kan een sfeer zijn van harmonie, aanvaarding van de situatie en goede zorg voor elkaar. Soms worden conflicten nog opgelost.
Naast de ideaalbeelden van een mooi sterfbed waarin men elkaar liefdevol nabij is, zijn er ook trieste, verstoorde relaties die niet meer goed komen. Het verdriet van een niet herstelde relatie kan na het overlijden voor nabestaanden extra zwaar zijn: wat er niet was, zal nooit meer komen, de hoop op verbetering moet definitief worden losgelaten.
Berthilde van der Zwaag, geestelijk verzorger,
auteur van: ‘De dood nabij. Verhalen en gedachten op de grens van het leven’
------------------------------------------------------------------------------------------------
Een vergunning voor Ahmed
Ahmed is in 2010 uit Libië gevlucht en heeft in Nederland asiel aangevraagd. Zijn asielaanvraag werd afgewezen, maar al snel leerde hij zijn Nederlandse vrouw kennen waarmee hij in juni 2014 een geregistreerd partnerschap is aangegaan. Na jaren on-gedocumenteerd samengewoond te hebben, besloot Ahmed om zijn verblijf te legaliseren.
Om legaal bij zijn partner in Nederland te verblijven moest Ahmed een Machtiging tot Voorlopig Verblijf (MVV) aanvragen. Deze vraag je echter niet aan in Nederland, maar op een Nederlandse ambassade in (of in een buurland van) het land van herkomst. Voor Ahmed betekende dit dat hij moest terugkeren naar Libië en vervolgens bij de Nederlandse ambassade in Egypte een MVV aan moest vragen. Verder moesten ze aantonen dat zijn vrouw voldoende inkomen heeft, en dat het gaat om een duurzame relatie en Ahmed moest zijn inburgeringsexamen behalen in het land van herkomst.
In juli 2019 keerde Ahmed terug om zijn MVV te halen. Hij slaagde voor zijn inburgeringsexamen en zijn partner heeft in Nederland de aanvraag ingediend.
Eind april 2020 kwam het verlossende woord: de IND had de aanvraag van Ahmed ingewilligd. Op de Nederlandse ambassade in Caïro kon hij een afspraak maken om zijn MVV op te halen. Feest! Maar al snel kwam de volgende tegenslag. Covid-19 had zich inmiddels over de gehele wereld verspreid, ook in Egypte. De ambassade was dicht. De MVV moet na de inwilliging van de IND binnen drie maanden worden opgehaald. Deze termijn gingen we niet halen, want het zag er niet naar uit dat de ambassade open zou gaan.
Inmiddels waren Ahmed en zijn vrouw al ruim negen maanden van elkaar gescheiden. Gelukkig ging de ambassade na negen maanden weer open en kon Ahmed zijn MVV gaan ophalen. Alles opgelost? Nee, helaas niet. Ahmed kwam met zijn tijdelijke Libische paspoort Egypte niet in. De Nederlandse ambassade kon niets voor hem betekenen. Ahmed zat ‘vast’ in Libië. Meerdere dagen heeft hij bij de grens gewacht in de hoop dat er een wisseling van grenswacht zou plaatsvinden en een milder persoon de wacht kwam houden.
Ahmed moest eerst een nieuw paspoort aanvragen. Eindelijk werd Ahmed begin oktober 2020 toegelaten tot Egypte en kon hij bij de Nederlandse ambassade terecht. Eind oktober 2020 kon Ahmed eindelijk naar zijn vrouw en naar huis.
-------------------------------------Anouk Willemsen, VidK-------------------------------
Vastentijd – tijd van bezinning
Het thema van de 40dagentijdcampagne 2021 van Kerk in Actie is : ”Ik ben er voor jou”,
geïnspireerd op de zeven werken van barmhartigheid. ( o.a. de doden begraven ).
Er is ook een vastenkaart en in de laatste week van de vastentijd word je opgeroepen om een kaarsje aan te steken voor een bekende overledene.
Onlangs ontving ik van een goede kennis onderstaand gedicht van Dietrich Bonhoeffer.
Hij vond dat gedicht wel bij mij passen, doch ik wil het graag met u / jullie delen.
Als je van iemand houdt
Als je van iemand houdt
en je bent door de dood van elkaar gescheiden,
dan is er op de wereld niets en niemand,
die de leegte van de afwezigheid kan vullen.
Probeer het maar niet, want het zal je nooit lukken.
Aanvaard liever het gemis dat je is overkomen.
Dat klinkt hard, maar het is ook een grote troost,
want zolang de leegte werkelijk leeg blijft,
blijf je daardoor met elkaar verbonden.
Zeg niet: “God zal de leegte vullen”,
want – geloof me – dat doet Hij niet.
Integendeel: Hij houdt de leegte leeg
en helpt ons om zo de vroegere gemeenschap
met elkaar te bewaren, zij het ook in pijn.
Hoe mooier en rijker de herinneringen,
des te moeilijker is het afscheid.
Maar dankbaarheid zal de pijn der herinnering
veranderen in stille vreugde.
De mooie dingen van vroeger
zijn geen doorn in het vlees,
maar een kostbaar geschenk,
dat je met je mee draagt.
Zorg dat je niet altijd blijft graven in je herinneringen,
maar doe dat van tijd tot tijd.
Ook een kostbaar geschenk bekijk je niet aldoor,
maar alleen op bijzondere ogenblikken.
Buiten die ogenblikken is het een verborgen schat, een veilig bezit.
Dus, droog je tranen en huil niet,
Als je van me houdt.
Dietrich Bonhoeffer.
Vorig jaar werd herdacht dat Dietrich Bonhoeffer 75 jaar geleden door de nazi’s is terechtgesteld. Eind 1944 schreef hij vanuit de gevangenis in Berlijn een ontroerend gedicht aan zijn verloofde “Von guten Mächten treu und still umgeben” .
Vertaald als “Door goede machten trouw en stil omgeven” in het boekje BONHOEFFER 75, Gedichten en gebeden in gevangenschap.
Op youtube is dit gedicht als lied in het duits te beluisteren :
https://www.youtube.com/watch?v=3C8v9icR6yA.
De duitse tekst van dit lied kun je vinden via de.wikipedia.org en dan zoeken met “Von guten Mächten treu und still umgeben”.
Ik wens u / jullie een gezegende vastentijd toe.
-------------------------------------Wim Wiggers----------------------------------------.
Hulp vragen
Het is niet altijd gemakkelijk om hulp te vragen. Onlangs hoorden we een preek over iemand die dat toch deed en toen genezen werd. Ook kerken kunnen hulp vragen aan andere kerken en weer perspectief krijgen, als er positief op wordt gereageerd. Niet dus als er geantwoord wordt dat men dan maar afstand moet doen van een halve of hele predikantsplaats. Een goede voorganger is belangrijk voor een kerk.
In de begintijd van de christelijke kerk haalden kerken geld op bij hun leden om de kerk in Jeruzalem bij te staan. Paulus schrijft daarover in de brieven aan de Corinthiers. Ook later in de kerkgeschiedenis gebeurde dat. Zo vroeg de gereformeerde kerk te ‘s-Hertogenbosch in 1575 aan de vluchtelingenkerk in Londen om bijstand. De Bossche kerk was noodlijdend, omdat rijkere mensen zich afzijdig hielden, om verlies van klanten en van inkomsten te voorkomen. De kerk ontving een royaal bedrag van de lidmaten in Londen en Norwich.
Omgekeerd hebben ook de Nederlandse kerken liefdegaven gestuurd naar hulpbehoevende buitenlandse kerken. Dat blijkt onder andere uit Brabantse classisverslagen uit de achttiende eeuw. Die laten zien dat de classes gemeenten aansloegen voor een bedrag dat afhankelijk was van hun ledental. Die Brabantse gemeenten waren weliswaar klein, maar de overheid betaalde het honorarium van de predikanten en de kosten van de kerkgebouwen. De landelijke liefdegaven werden verzameld door de synoden van Noord- en Zuid-Holland, die zorgden dat de gaven bij de buitenlandse kerken terecht kwamen. Tot die kerken behoorden de Waldenzen in Italiē, de kerken in het Land van Gulik en de Palts in Duitsland en die in Philadelphia in Pennsylvania in Amerika.
De Waldenzen vormden kerken met wortels in de Middeleeuwen. Na de Reformatie werden zij vervolgd en hadden zij geen burgerrechten.
Het Land van Gulik, waartoe ook Sittard behoorde, vormde een band met de Palts, met Heidelberg als belangrijke plaats. Na de Reformatie was in Duitsland de toegelaten godsdienst in elk van de verschillende landen of rooms-katholiek of luthers. Maar in 1559 was de keurvorst van de Palts van luthers overgegaan naar het calvinisme, zodat daar het gereformeerde protestantisme werd toegelaten. Na de dood van de keurvorst werd de godsdienst katholiek en werden de gereformeerden vervolgd.
De staat Pennsylvania ontstond aan het eind van de zeventiende eeuw toen de Engelse koning een groot gebied schonk aan William Penn, ter aflossing van een schuld aan William’s vader. William was een van de voormannen van de Quakers, een Engelse groep van ondogmatische gelovigen, die Engeland moesten verlaten. Daarnaast vonden ook zeer veel Duitse en Zwitserse hernhutters, gereformeerden en mennonieten (zoals de Amish) en ook leden van de Schotse Presbyterian Church een woonplaats in Pennsylvania, met name in de stad Philadelphia. Ook Nederlandse gereformeerden vestigden zich daar. De Duitse en Nederlandse gereformeerden waren geruime tijd niet in staat om het honorarium van een predikant op te brengen. Zij vroegen de Nederlandse kerken om financiēle hulp en ontvingen die ook. Na een tiental jaren vroegen de Noord- en Zuidhollandse synoden aan de Schotse, Duitse en Nederlandse kerken in Philadelphia om samen te gaan. Dat zou die kerken in staat stellen zelf voor hun uitgaven te zorgen. Uiteindelijk bleken met name de Duitsers niet bereid om met de Schotten samen te gaan, omdat dezen een andere geloofsbelijdenis hadden.
Misschien zijn deze verhalen een spiegel voor ons. Bij samenwerking met andere gemeenten door kerkenraden en gemeenteleden kunnen we elkaar tot een hand en een voet zijn.
Onderschrift voor archiefcitaat:
Gedeelte van de lijst van liefdegaven, classis Peel- en Kempenland
--------------------------------Gerard van Gurp-------------------------------------------
Vaccin
In de gebedsruimte van Eindhoven Airport, trof ik een jonge man bezig op zijn laptop. Hij vertelde dat hij student was aan de universiteit van Groningen, van Roemeense nationaliteit, en onderweg naar Roemenië om de Kerstdagen bij de familie door te brengen.
Ik vroeg welke studie hij deed. Hij vertelde dat hij zich bezig had gehouden met de eiwitreceptoren van COVID 19, om zo een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen van een vaccin. Wat prachtig om iemand te ontmoeten die zó dicht bij de actuele zaken zit. Ik wees hem op de biblebox en zei dat we ook bijbels in het Roemeens hebben. Hij zei: ik heb al een bijbel. Ik zei: dus je bent vertrouwd met het verhaal van Jezus Christus. Ja, zei hij.
We hebben elkaar gezegend Kerstfeest gewenst. Een zegen die een extra lading kreeg, omdat we allemaal hopen dat dat vaccin zijn werk zal gaan doen, en zo voor velen tot zegen zal zijn.
--------------------------------Mirjam van Nie---------------------------------------------
Zelfbeheersing
Eén van de dingen die bij mij bovenkwamen na de zoveelste persconferentie van premier Rutte en minister De Jonge was het woord ‘zelfbeheersing’. Ik moest daarbij denken aan een verhaal van ‘Kikker en Pad’ van Arnold Lobel, dat ik vroeger vaak aan mijn kinderen voorlas:
Pad heeft koekjes gebakken. Samen met Kikker gaat hij ze eten. ‘Dit zijn de lekkerste koekjes die ik ooit heb gegeten! zegt Kikker. Kikker en Pad blijven maar eten. Dan besluiten ze ermee te stoppen, ‘straks worden we nog ziek’. Ze nemen nog één koekje, en dan nog één, en dan nog één. De koekjes zijn onweerstaanbaar. ‘Wij hebben wilskracht nodig’, zegt Kikker. ‘Wils- kracht is erg je best doen om iets niet te doen wat je eigenlijk graag wilt’. Kikker en Pad doen de koekjes in een doos, ze binden er een touw om heen, ze zetten de doos bovenop de kast. Maar ook dat helpt niet. Dan pakt Kikker de doos, zet hem buiten en roept: ‘Hoi vogeltjes, hier zijn koekjes’. Binnen een mum van tijd zijn de koekjes weg. ‘Nu hebben wij geen koekjes meer’, zegt Pad verdrietig. ‘Ja’, zegt Kikker: ‘maar we hebben wel een heleboel wils-kracht!’ ‘Die mag je wel van mij houden, Kikker’, zegt Pad: ’ik ga nu naar huis om een taart te bakken’.
Voor iemand die erg van koekjes houdt, is dit een onweerstaanbaar verhaal. Wat wij in deze tijd nodig hebben is een heleboel zelfbeheersing: erg je best doen om iets niet te doen wat je eigenlijk graag wilt. Maar ja, een mens kan niet leven bij zelfbeheersing alleen. Als je niet wilt denken aan de roze olifant, dan zie je hem opeens overal opduiken. Als je geen koekjes wilt eten, dan ligt ieder koekje je met grote ogen aan te kijken: eet mij toch op!
Naast zelfbeheersing heeft een mens ook iets nodig wat je - toegegeven, het is een wat vreemde uitdrukking - een uitlaatklep zou kunnen noemen: naar de vogeltjes luisteren, een stuk hardlopen, piano spelen en noem maar op.
Maar misschien is er nog een andere manier om de zelfbeheersing vol te houden. Dat is door aan de ander te denken, van wie je hoopt dat die niet besmet raakt. Naast Kikker en Pad ga ik te rade bij Paulus van Tarsus. Die schrijft aan de gelovigen van Filippi: ‘Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf. Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander.’(Filippenzen 2, 3 en 4). Mooi gezegd, Paulus!
Dan wordt het dus iets als: erg je best doen om iets niet te doen omdat je graag wilt dat het de ander goed gaat. Ook best lastig trouwens!
----------------------------------Tjalling Huisman-----------------------------------------
Brieven
In de komende nummers van SAMEN staan de brieven uit de eerste hoofdstukken van Openbaringen op het programma. Het leek de redactie een spannende uitdaging om, met deze brieven in het achterhoofd, brieven te schrijven aan de wijkgemeenten van de PGE. Aanvankelijk was het de bedoeling om pastores, die ooit in onze wijkgemeentes hebben gestaan, te vragen deze brieven te schrijven. Brieven die naast bemoediging ook een kritische noot zouden bevatten. Geheel naar analogie van de brieven uit Openbaringen dus. Uiteindelijk is er voor gekozen dat de huidige wijkpredikanten de genoemde brieven als thema voor de komende hoofdartikelen zullen nemen.
Een brief is een intrigerend medium om boodschappen mee over te brengen. Wellicht tegenwoordig een beetje ouderwets, maar toch. Je kunt met een brief je liefde of excuses overbrengen, je kunt iemand bemoedigen of (constructief) bekritiseren, een moeilijke boodschap overbrengen of iets nog eens helder samenvatten wat je mondeling hebt besproken. In het openbaar bestuur wordt de brief nog wel eens gebruikt. Zo schreef de burgemeester van Nijmegen een brief aan alle inwoners van zijn stad om hen te bedanken voor het naleven van de coronamaatregelen, het omzien naar elkaar en om hen aan te sporen nog even vol te houden. Ook tussen Kamer en Kabinet vindt er regelmatig een briefwisseling plaats. Voordeel is dat de schrijver er goed over kan nadenken en de lezer het nog eens kan nalezen. Ikzelf schreef regelmatig brieven aan mijn lief en af en toe aan mijn kinderen als ik iets moest rechtzetten wat ik niet vis á vis durfde te doen.
Ook in de Bijbel wordt regelmatig gebruik gemaakt van brieven. Met de brieven van Paulus uit het Nieuwe Testament zijn de meesten van ons natuurlijk wel vertrouwd. Met die van Petrus, Jacobus, Judas en Johannes misschien wat minder. Maar ook in het Oude Testament zijn brieven terug te vinden. Zo schreef Izebel (vrouw van Achab) een brief aan de bestuurders van Jizreël, om Nabot te beschuldigen en uiteindelijk te stenigen, schreef Hizkia een brief aan zijn onderdanen om ze te bekeren en ze uit te nodigen voor het Paasfeest, had Nehemia een briefwisseling met zijn vijanden toen hij met de herbouw van Jeruzalem bezig was en ook in het boek Ester spelen brieven een belangrijke rol bij zowel recht als onrecht. Tenslotte gebruikt Jeremia een brief om de koop van een stuk land te bezegelen. U ziet het: je kunt een brief voor van alles en nog wat gebruiken. En het geschreven woord is misschien wel net zo krachtig als het gesproken woord!
Tot nu toe ging het over brieven van mensen aan mensen, de brieven uit Openbaringen echter worden door iemand (Jezus) in een droom aan Johannes gedicteerd en zijn gericht aan de engelen van zeven gemeenten. Er vindt dus een briefwisseling op ‘hoog’ niveau plaats! Een ‘geschreven woord’ in het kwadraat dus eigenlijk! Uiteindelijk wel bedoeld voor de ‘gewone’ leden van die gemeenten, denk ik. En ook in die brieven wordt bemoedigd, kritiek geleverd en tot volhouden opgeroepen. Ik wens onze predikanten veel wijsheid en durf toe bij het vertalen van die ‘hoge’ briefwisseling naar het ‘gewone’ kerkvolk van de wijkgemeenten van de PGE.
---------------------------------------Bernard van Weeghel-------------------------------
’t Hemeltje in tijden van corona – deel 5
Het volgende deel in de feuilleton: ’t Hemeltje in tijden van corona.
Dit 5e deel verschijnt begin maart. Heel misschien is er dan kans op een beetje versoepeling in de maatregelen. Maar tot die tijd: lock-down en avondklok.
We hebben dan sinds medio december te maken met strengere regels en sinds half januari zelfs met een avondklok. Dit om te voorkomen dat de diverse varianten van het corona virus nog meer mensen besmet. Voor ’t Hemeltje geldt nog steeds: we zijn open met in achtneming van de RIVM Maatregelen én de 1,5 meter.
December was geen feestmaand dit jaar. Er was geen bingo met Sinterklaas. De huiskamer was wel versierd in kerstsferen maar de kerstboom kon niet geplaatst worden vanwege de beperkte ruimte. Er was geen kerstdiner. Maar gelukkig hadden onze kokers voor beide kerstdagen een super lekkere maaltijd gekookt: de Boeuf Bourguignon en de kip met champignons waren overheerlijk. Na de kerst zijn we nog een paar dagen open geweest. Dit jaar zijn we voor het eerst niet open geweest op 1 januari. Want op 1 januari is de nieuwe opzet van de maatschappelijke opvang van start gegaan. De daklozen kunnen nu terecht bij de centrale inloop van 9.00 tot 17.00 uur in het gebouw van het Leger des Heils aan de Visserstraat. Een hele verandering voor alle gasten, maar ook voor ons. Het is wennen voor iedereen. We zijn nu ruim een maand verder. We zien dat deze veranderingen tijd nodig hebben.
Daarnaast zijn er nu ook weer extra locaties geopend voor 24-uurs opvang voor alle niet-rechthebbenden (denk aan mensen uit Oost-Europa). Kortom voor veel mensen is er een tijdelijke plek vanwege corona en later in februari ook vanwege de strenge winter.
En zo zijn we bijna een jaar verder, een heel raar jaar. We hebben minder gasten per middag in huis vanwege alle maatregelen. We hebben vrijwilligers zien komen (nieuwe mensen) en gaan (afscheid genomen na jarenlange inzet). Mensen hebben wel goed aan ’t Hemeltje gedacht (veel giften). Ook een jaar waarin we als Hemeltje gekozen hebben om –zelfstandig- ons te blijven inzetten voor de dak- en thuislozen. Een gevolg van zelfstandig blijven is de afwijzing van de subsidie door de gemeente. Misschien heeft u dat ook gelezen. Maar dankzij de fondsenwerving die we al gestart waren, hebben we voor 2021 van een fonds een grote bijdrage ontvangen. Maar we zijn er nog niet. We hebben uw steun hard nodig, ook financieel. Die steun hebben we nodig voor nu en voor de toekomst van ’t Hemeltje. We blijven u op de hoogte houden.
-----------------Namens het bestuur, Jeannet Venekamp-----------------------------
Kerkmuziek
Ik zal mij eerst even voorstellen. Ik ben Jos Dijkshoorn en ben al jaren één van de muzikanten bij de Ontmoetingskerk. Ik ben opgegroeid in Pijnacker en heb een hervormde opvoeding gehad. Als kind was ik gefascineerd door het kerkorgel in de dorpskerk en de imposante klanken die de vaste organist Cees Poot met dit instrument kon maken. De zware bas van de 16 voets orgelpijpen die je in je buik voelde, de galm in het kerkgebouw, dat orgel wilde ik ook leren bespelen! Ik ben op m’n 7e op orgel les gegaan. Voor het orgelfonds werd jaarlijks een concertavond georganiseerd waarbij jeugd iets op het orgel van de dorpskerk mocht spelen. Ik vond dit een geweldige ervaring om op dit orgel met publiek zelf te mogen spelen. In m’n jeugd ben ik natuurlijk ook met populaire muziek in aanraking gekomen en werd rock muziek mijn muzieksmaak. Beukende bassen, scheurende gitaren en maatschappij kritische liedteksten. Ik heb mezelf in die periode leren gitaar spelen. Op mijn 16e ben ik samen met m’n ouders naar Olst verhuisd. In Olst was een oude gereformeerde organist die doof aan het worden was en dus niet meer in staat was om de kerkdienst te begeleiden. Er was behoefte aan een nieuwe organist en zodoende heb ik in de gereformeerde kerk in Olst m’n debuut gemaakt als kerkorganist .
Het kerkorgel en orgelmuziek is diep in de traditie van protestants Christelijke kerken geworteld. Ik vind het een mooie traditie maar het behoud van deze traditie is niet het doel. Tijd en het leven gaan altijd door en zijn progressief en vernieuwend. Ik geloof dat God, de schepper van hemel, aarde, tijd en het leven dus ook progressief en vernieuwend is. In deze overtuiging vind ik het belangrijk om mooie tradities wel voort te zetten, maar wel te blijven vernieuwen door verbinding te zoeken met de tijd waarin we leven.
In mijn orgelmuziek keuze: voor de dienst, na de woordverkondiging, tijdens de collecte, avondmaal en na de dienst, probeer ik mij altijd te laten leiden door het thema van dienst, zodat het verbinding maakt met de boodschap van de predikant, tijd van het jaar, actuele gebeurtenis en of de beleving van de kerkgangers. Zo heb ik ook zo nu en dan die verbinding gevonden in populaire muziek en speel ik een orgelbewerking van een populair muziek nummer. Ik vind het mooi om na afloop van de dienst soms van kerkgangers te horen dat ze de muziek herkenden en vertellen wat het bij hen voor gedachten of gevoel opriep. In de volgende alinea’s wil ik mijn keuze van een aantal van deze populaire muziek nummers toelichten en aangeven wat voor gedachten of gevoel ze bij mij oproepen:
“Turn, turn, turn”: Dit lied is van “The Byrds” en kwam uit in 1965. Het is geschreven door Pete Seeger. Hij gebruikte de letterlijke tekst uit het Bijbelboek Prediker 3:1-8 over de verschillende tijden in het leven. De tekst “turn, turn, turn” komt telkens terug. Verschillende tijden in het leven wisselen elkaar als een wetmatigheid af. Je kunt deze wisselingen passief ondergaan, maar je kunt er ook voor kiezen om slechte tijden te keren. “Turn” kun je ook interpreteren als actief omkeren of bekeren.
“What if God was one of us”: Dit lied is van Joan Osborne en kwam uit in 1995 op het album “Relish”. Het nummer gaat over de gedachte: Wat nu als God een heel gewoon mens zou zijn en niet een grote en geweldige onzichtbare God op afstand? Hoe zou God er dan uit zien. Wat zou je God willen vragen? Het nummer is kritisch op hoe sommige mensen beweren dat God groot en geweldig is, maar dat daar voor anderen niet zoveel van te merken is of zelfs het tegenovergestelde. Wanneer je contact zoekt met God blijft het stil op de gebedstelefoonlijn.
God is al eens een gewoon mens geworden in Jezus. Ik vraag mij af hoe het geweest zou zijn wanneer ik in die tijd geleefd zou hebben en ik over Jezus zou horen en hem zou kunnen zien en spreken. Hoewel Jezus niet meer als mens onder ons is, heeft Hij ons geleerd dat wij Hem in de mensen om ons heen kunnen herkennen. Wat betreft het beeld van Gods grote afwezigheid, geloof ik dat wij Christenen een belangrijke taak hebben om een Gods beeld te verspreiden, dat wanneer je je openstelt voor God, God overal te vinden is: In de natuur, materie, objecten, dieren en mensen om je heen. God is niet ver weg, onzichtbaar en stil aan de telefoon, maar overal aanwezig. Ik geloof dat wanneer je iets van God wil merken het meer een kwestie van jezelf openstellen is voor God dan praten tegen God.
“With or without you”: Dit lied is van “U2” en kwam uit in 1987 op het album “Joshua tree”. Het nummer gaat over tegenstrijdige gevoelens in een liefdes relatie. Het verlangen om samen te zijn, maar het toch eigenlijk ook niet te kunnen. Het gaat over een menselijke relatie, maar dit spanningsveld kun je soms ook in je geloof in God voelen. Er zijn soms tijden dat je worstelt met vragen en even niet met God maar ook niet zonder God kan.
“Mag ik dan bij jou”: Dit lied is van Claudia de Breij en was het openingslied van haar cabaret programma 'Hete vrede'. Het lied gaat over bij iemand bescherming en troost zoeken maar ook bescherming en troost bieden in spannende en of moeilijke tijden. Je kunt ook troost en bescherming zoeken en vinden bij God.
Door een bewerking van dit soort populaire muzieknummers te spelen op het orgel hoop ik onze bestaande kerkmuziek tradities uit te breiden door verbinding te maken met de tijd waarin we leven. Ik hoop dat onze goede protestantse traditie in beweging met onze tijd mee zal blijven gaan, zodat ook jongere generaties zich in deze steeds vernieuwende levende traditie zullen blijven herkennen, thuis voelen en geïnspireerd God blijven zoeken en volgen.
----------------------------------Jos Dijkshoorn---------------------------------------
Rolmodellen
Zonder dat veel mensen het zich realiseren is 11 februari een bijzondere dag. Althans, voor mensen in de bèta wetenschappen, zoals ik. Deze dag is gereserveerd voor ‘The international day of girls and women in science’. TINT heeft deze onbekende feestdag op de kaart gezet op de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Onder leiding van powervrouw Ana (mijn collega student-assistent) en in samenwerking met WISE (Women In Science network Eindhoven) is er een traditie ontstaan, dat wij deze dag jaarlijks vieren. Vorig jaar mocht ik er bij zijn als vrijwilliger, wat ontzettend eye-opening en sfeervol was. Dit jaar mocht ik mee doen met de organisatie voor alweer de 3e editie van deze viering. Deze keer was het een unieke variant, zoals bij vele evenementen, omdat het online plaatsvond. Het was in het begin van de organisatie demotiverend, omdat de sfeer van een online evenement vaak te kort schiet. Gelukkig hebben we niet opgegeven.
We kwamen tot het thema ‘Growing towards a role model’. Hierbij was het doel om langs de fases te gaan die een rolmodel in de academische wereld doorloopt. We stippen de 3 belangrijkste punten aan; de studiekeuze na de middelbare school, de keuze om na je studie promotieonderzoek te doen (PhD) en als laatste de verdere ontwikkeling tot professor op de universiteit. Er werd besproken hoe we meer meisjes van de middelbare school kunnen interesseren voor techniek. Een PhD studente vertelde over haar ervaring en een assistent professor vertelde het volledige verhaal van haar academische carrière, de positieve kanten, maar ook de tegenslagen. Daarnaast hoorde er ook een interactieve opdracht bij elke stap.
Verrassend genoeg zat vanaf het begin af aan de sfeer al in het evenement. Het diverse publiek bestaande uit werknemers en studenten van de universiteit en hogeschool was erg betrokken. De gesprekken gingen in de pauzes levendig door en er was een enthousiaste uitwisseling van tips en inzichten. De grote gemene deler van de avond was hoe zelfvertrouwen een belangrijke rol speelt in de keuze van meisjes en vrouwen. Dat weet ik zelf maar al te goed. Het heeft mijn natuurkundeleraar aardig wat tijd gekost om mij te overtuigen dat ik goed genoeg was voor de universiteit. Ook andere vrouwen gaven aan dat zij nooit hun dromen hadden gevolgd als er niet iemand was geweest die hen steunde of inspireerde. De rolmodellen zijn dus nauw verbonden met het thema zelfvertrouwen. Gelukkig hoeft een rolmodel niet ver van je af te staan, veel dames gaven aan dat hun moeder of oma hun rolmodel was. Zo is dat ook bij mij. Mijn oma heeft mij geïnspireerd om mijn dromen te volgen, ondanks dat dat misschien ‘ongebruikelijk’ is. Zelf ging zij geneeskunde studeren in een tijd waarin studeren nog echt een mannen-privilege was. Ik zou nog hele boeken over haar kunnen schrijven, maar helaas is mijn maximum aantal woorden bereikt. Mocht uw interesse gewekt zijn, dan kunt u op de TINT podcast (zie www.tint-eindhoven.nl) luisteren naar mij en mijn mede-organisatoren over onze rolmodellen.
--------Nuriye van Lamoen, Event organizer/student-assistent bij TINT-----
Colors Of The Wind
Dit liedje uit de Disney tekenfilm Pocahontas is echt een ‘hartenliedje’ voor mij. Behalve de prachtige muziek die het verhaal zo mooi verbeeldt, spreekt de tekst me ook aan. Voor mij vertelt het liedje hoe mooi de wereld kan zijn, maar dat je de natuur moet leren waarderen en dat dat niet gemakkelijk gaat. Zo leer je open te staan voor de wereld om je heen en dus ook voor de mensen om je heen. Ik zelf houd ontzettend veel van wandelen in de natuur, het liefst wanneer de wereld net ontwaakt of wanneer de zon juist ondergaat. Als ik dan bijvoorbeeld het bos vlakbij ons huis in wandel, heb ik niet het gevoel dat het bos van mij is, maar dat ik juist van het bos ben. En als je dan af en toe eens even stilstaat en luistert, vergeet je bijna dat er auto’s, vliegtuigen en mobieltjes bestaan. Een heerlijk gevoel vind ik dat. Ik voel me dan ook altijd bevrijd wanneer ik mijn telefoon thuis laat voor een wandeling. Dat is voor mij de meest voor de hand liggende diepgaande laag bij de tekst van dit liedje. Maar de tekst van het laatste refrein en couplet vind ik nog het belangrijkst.
“How high will the sycamore grow
If you cut it down, then you'll never know
And you'll never hear the wolf cry to the blue corn moon
For whether we are white or copper skinned
We need to sing with all the voices of the mountains
We need to paint with all the colors of the wind
You can own the Earth and still
All you'll own is Earth until
You can paint with all the colors of the wind”
Hier zitten voor mij de belangrijkste actuele maatschappelijke vraagstukken van dit moment in verwerkt. Het effect van het grootschalig kappen van bomen en bossen is het eerste dat wordt benoemd. ‘Wie de bomen rooit, hoort het antwoord nooit’. Daar zal de mens spijt van krijgen. Men zal dan nooit ‘de wolf horen huilen onder de zilveren maan’ en dus nooit de pracht van de natuur horen, zien en voelen.
Het tweede stuk gaat over één van de mooiste dingen die we op aarde hebben. Een oneindig kleurenpalet. Veel van die kleuren heeft het menselijk oog nog niet eens gezien. Slechts een klein deel van dat palet is terug te zien in het lichaam van de mens. En dan zijn die kleuren ook nog eens verschillend per mens. We zijn dus allemaal uniek. Dat vind ik prachtig.
‘We need to sing with all the voices of the mountains, need to paint with all the colors of the wind’ Het is eigenlijk zo gemakkelijk. Doe de natuur niets en je krijgt er heel veel moois voor terug.
En dan die laatste drie regels. Wij mensen willen alles domineren en denken de touwtjes in handen te hebben. Maar ‘Wie de aarde zo begeert, vindt slechts aarde tot hij leert: Het te zien in alle kleuren van de wind.’
Wanneer ik dit nummer hoor of zing denk ik aan de lastige opgave die ons mensen nog te wachten staat en waar we al stap voor stap mee bezig zijn. Voor het eerst in de geschiedenis, moet de gehele mensheid samenwerken om onze gezamenlijke planeet te beschermen voor de ergste gevolgen van klimaatverandering. En ik geloof dat dat kan. Maar pas als we allemaal begrijpen: ‘Blijf niet doof voor alle stemmen van de bergen, blijf niet blind voor alle kleuren van de wind’.
De volledige tekst van het lied is te vinden op https://www.songteksten.nl/songteksten/39524/pocahontas/colours-of-the-wind.htm
-------------------------------Floortje Jansen-------------------------------------------
februari 2021 met thema: "Zingeving" Lees meer...
Zoekende zielen
Elke keer als ik met de auto de rondweg neem, zie ik ergens op een plein in Gestel een lange rij mensen coronaproof opgesteld. Op elk uur van de dag. Met een steek van jaloezie neem ik het waar: stonden de mensen maar net zo in de rij voor de kerk! Wat is daar voor lekkers te halen? Ik ben het niet live gaan uitvogelen, maar kwam door wat omzwervingen op internet tot de conclusie: iets wat je in hogere sferen brengt.
Nou, dat hebben we in de kerk ook in de aanbieding. En toevallig zie ik (nou ja zag ik….voor de lockdown) voor de kerk elke zondag ook mensen coronaproof in de rij staan. Goed, weliswaar alleen op zondag, maar toch! En terecht!
Ik ben altijd onder de indruk geweest van de gedachte dat de mens een onaf dier is. Een dier wordt helemaal geleefd door z’n instinct: eten, slapen, (a)sociaal gedrag, voortplanting. Meer kan ik voor een dier niet bedenken, maar ik ben dan ook een onaf dier. De cirkel van mijn bestaan is niet gesloten, er zit een gat in. Dat gat geeft mij de mogelijkheid om na te denken over wat mijn leven zin geeft.
Allerlei geloven en filosofen zijn er voortdurend mee bezig (en geweest) om een zinnige invulling voor dat gat te bedenken. En vele mensen hebben daar op hun eigen wijze gestalte aan gegeven.
Heel menselijk zit er ook in ieder mens wel de neiging om het gat te vullen met goederen: een mooie auto, een voorbeeldig huis, een authentieke vakantiebelevenis die je het bijzondere gevoel kan geven dat je tijd en geld zo wel héél zinnig besteed zijn.
En je kunt natuurlijk ook zo nu en dan dat gapende gat in je zingeving verdoven, na een tijdje in de rij te hebben gestaan ergens langs de rondweg voor iets dat je in hogere sferen brengt. Ieder mens heeft van tijd tot tijd wel wat verdoving nodig.
De kerk heeft geen monopolie op het nadenken over zingeving of het stellen van levensvragen. Maar ik vind dat wij als kerk wel een taak hebben om mensen te helpen er over na te denken. Niet om de antwoorden, maar om het stellen van de vragen. Om het gebied te verkennen en de vragen levend te houden: Is dit bestaan er zomaar? Hoe kan ik het beste leven? Mag ik zijn wie ik ben? Hoe word ik mijzelf? Wat betekent de ander voor mij? Wat is mijn rol of roeping in deze wereld?
Ik vind het belangrijk dat wij als kerk naar buiten reiken. De kerk is tenslotte geen gesloten club van Bijbeluitleggers of een vereniging tot beoefening van de juiste liturgie, de kerk is het levende lichaam van Christus. Altijd op zoek naar waar Christus te vinden is in onze wereld.
De vraag is dus voor mij hoe wij als kerk vorm kunnen geven aan deze missie.
Dit klinkt verdacht veel naar zieltjes winnen: kerk en missie. Twee handen op één zelfgenoegzame buik. Een buik van colportage: dat je mensen opscheept met een hemelsverzekering waarop ze eigenlijk helemaal niet zaten te wachten.
Het gaat zeker om zieltjes winnen, maar dat zouden best wel eens de zieltjes van ons-van-de-kerk kunnen zijn. De missie is niet het eigendom van de kerk, de missie is eigendom van God. In de missie van God kan de kerk niet meer doen dan dienend aanwezig zijn, opmerkzaam en luisterend, vragenstellend en zoekend; steeds gespitst op waar Christus te vinden is. De kerk weet dan misschien wel waar ze het zoeken moet, maar steeds opnieuw moet zij zelf gevonden worden.
Fantastisch als er zieltjes voor Christus gewonnen worden, maar het is niet zo dat ik automatisch de weter ben en de ander (buiten de kerk) de niet weter. Integendeel: in onze wereld zijn wij allemaal zoekende zielen.
Als de kerk naar buiten treedt, zal ze dat zonder grote woorden moeten doen: luisterend, vragend. Vanuit het geloof dat Gods liefde naar iedereen uitgaat.
De verkondiging van dat geloof zal ze alleen moeten doen als mensen er om vragen. En natuurlijk op zondagmorgen in de dienst, waarin de gemeente er steeds weer aan herinnerd moet worden dat Gods liefde naar jou – en ieder ander – uitgaat. Dat er in dit onverschillige universum een liefde is die jou omarmt.
De kerk kan naar mijn mening het zoeken van zielen niet overlaten aan Happinez of aan Jehova’s getuigen, om maar eens twee uitersten te noemen. Niet aan Happinez (hoe onderhoudend ook om te lezen) omdat daar het zoeken uitwaaiert en uiteindelijk niet tot antwoorden komt. Niet aan de Jehova’s (hoe vol goede bedoelingen ze ook zijn) omdat daar het zoeken wordt gesmoord in het slikken van een complete set leerstelligheden.
Mensen hebben de ruimte nodig om echt te zoeken. Wie zoekt kan gevonden worden.
Hoe wij als kerk zoekende zielen (die daar voor open staan) kunnen helpen over levensvragen na te denken en in gesprek te gaan? Tja, misschien heeft iemand een ideetje?
-----------------------------------Tjalling Huisman------------------------------------
Binnen de kerk is zingeving onzin
Tijdens zijn hoogleraarschap in Leiden schreef Miskotte “Als de goden zwijgen”, een aangrijpend, maar zeer moeilijk boek. Hij schreef het voor “de gemeente”, maar tot zijn verbijstering moesten zelfs theologen dat boek meermalen lezen om het uiteindelijk te begrijpen.
Miskotte zelf was een groot liefhebber en kenner van Mahler's nogal gecompliceerde muziek, die soms met wel duizend muzikanten moet worden uitgevoerd. Dat is wat anders dan een riedeltje van Vivaldi. Mahler schreef negen omvangrijke en ingewikkelde symfonieën. Een vriend en zijn vrouw trokken daarom de telefoon uit het contact om, ieder op een bank liggend, ongestoord naar een Mahler-symfonie te kunnen luisteren. Zó heb ik vaak het gevoel dat ik voor een Miskotte-tekst net zo moet gaan zitten (neen, zeker niet liggen!) als voor een Mahler-symfonie.
Als beginnend student heb ik buitengewoon geboeid naar Miskotte geluisterd, hoewel ik er toen weinig van begreep. Een uitspraak van één van zijn eerdere kerkgangers zou mij toen uit het hart gegrepen zijn: “Ik begrijp hem niet, maar hij begrijpt mij”. Hij begreep ons tóen (in 1956, na de oorlog!) beter dan wijzelf!
Dat kun je vooral zeggen van het magistrale begin van dit boek. Daar analyseert hij de tijd waarin wij toen leefden. En achteraf -zeggen Miskotte-kenners- begreep hij zijn tijd beter dan zijn tijdgenoten zelf. Hij voorspelde namelijk de komst van de vierde mens, de van zijn grond losgeslagen, nihilistische mens, die van 'god noch gebod” meer weet en die zich nu alom roert, waardoor de ene na de andere kerk gesloten wordt.
Ik bezocht vijf jaar geleden mijn toen 90-jarige Sneker oud-collega en kerkhistoricus Dr. Klaas Witteveen, die treurig opmerkte: “Toen ik begon hadden we het enorm druk met kerkopbouw. Van alles moest nieuw worden opgezet. Maar moet je nú eens zien......!” In die opbouwtijd schreef Miskotte zijn boek! Met profetische blik heeft Miskotte dit dus voorzien!
Hij zegt -en dat is buitengewoon ontnuchterend- dat die vierde, nihilistische mens door de derde is voortgebracht en die derde dat is de mens die stoelt op het Griekse en christelijke denken. “De mensen die nu in de kerkbanken zitten zijn de nihilisten van morgen”, schreef hij. Dat betekent dus dat de kerk zelf ook oorzaak is van die teloorgang, omdat in de kerk de Schrift niet grondig genoeg gelezen is. En daarom graaft Miskotte de diepte in en ontdekt hij, dat de theologie van het Oude Testament (door joden Tenach genoemd) nauwelijks leeft in de kerk, waardoor ook de aardsheid van de verkondiging tekort komt. Hij noemt dat het (veronachtzaamde) “tegoed” van het Oude Testament. Natuurlijk bevatten alle bijbelvertalingen wel het Oude Testament, maar het speelde een ondergeschikte rol. Het was hooguit de toegangsweg naar de hoofdweg: het Evangelie. Dat geïsoleerde Evangelie heeft in onze cultuur een hoge vlucht genomen. Maar nu blijkt dat men er zich alom meer en meer van af keert.
Twee voorbeelden. Verheugd begroette ik eens een kerkganger die ik al lang niet meer had gezien. Hij bleek echter alleen vanwege zijn vrouw, die koffie moest zetten, meegekomen te zijn. “Maar zelf geloof ik er helemaal niks meer van” zei hij. Orthodox-christelijk opgevoed, jazeker! Ik hoorde het zijn zus, later, toevallig precies hetzelfde zeggen.
En een ouderling wil bij voorkeur het Oude Testament lezen, want “ach, het Evangelie, dat zijn maar verhaaltjes....!”
De cultureel bepaalde lezing der Schrift (“waar gebeurd”!) is gaandeweg in duigen gevallen en het lukt de meeste mensen niet meer om de verhalen vervolgens met nieuwe oren beter te lezen.
En nu zou het de oplossing zijn om deze mensen, die zo diep teleurgesteld zijn samen met de jongeren die in het voetspoor van de afgehaakte generatie van (nog) niets weten, weer nieuwe zin (=betekenis) aan ons absurd geworden leven te geven?? Ik geloof daar helemaal niet in!
De zin van de kerk is immers de Schrift helder en kritisch tot klinken te brengen. Haar is een zeldzame tekst toevertrouwd waarbij wij tot leven kunnen komen. Die appelleert aan onze gehele existentie en kan ons veranderen, ja “aan wal brengen”! De nieuwe mens op de nieuwe aarde!
Laat zingeving over aan hen die helaas van niets meer weten. Maar laat het alsjeblieft geen (quasi) theologische term worden!
Ik geef een voorbeeld: In de eerste drie verzen van Genesis 1 wordt de gehele bijbelse verkondiging als met een bekkenslag geproclameerd.
Daar is sprake van de aarde vol woestheid, warboel en duisternis en van God die licht maakt. Het is uiteraard geen oergeschiedenis, maar de helaas nog steeds actuele schets van ons aller existentie!! Het godgeklaagde trumpisme en de aangetoonde aantasting van onze rechtstaat zijn daarvan een paar recente voorbeelden. De Duitse vertaling van Buber/Rosenzweig geeft de overbekende hebreeuwse woorden tohoewabohoe weer met irrsal und wirsal, een leven dus, waarbij je de weg kwijt en in volkomen verwarring bent, ja, in het stikdonker. En als God “Licht” roept, dan steekt hij geen kaarsje aan, maar dan doét hij iets: hij schept bevrijdende ruimte voor zijn mens. Als wij liturgisch een kaars aansteken moet dat een eerste begin zijn van dat wij daadwerkelijk het duister te lijf zullen gaan! Immers, in dat zelfde hoofdstuk staat dat de mens, die nieuwe mens dus, het beeld van God draagt, op hem gelijkt! Ook in zijn daden!
Die eerste drie verzen maken al duidelijk dat de Schrift een ethisch boek is, dat ons tot handelen aanzet! Als onze kerk al een kritisch woord spreekt, dan is dat vaak niet luid genoeg. Of het ontbreekt geheel!
Een voorbeeld uit velen: had onze kerk de onvermoeibare vechters-tegen de bierkaai Omzigt en Leijten, niet dubbel en dwars moeten steunen? Ik heb het niet opgemerkt.
We hebben wel diepe bewondering voor Bonhoeffer die het opnam tegen Hitler en zijn Derde Rijk en daardoor geëxecuteerd werd, maar dat is zo lekker ver weg....
In het Evangelie staat dat wanneer je het licht op de kandelaar zet het ook gezien wordt. Daar is dus liturgie het begin van de praxis.
Een kerk als hoopvolle tegenbeweging is als een licht dat niet onopgemerkt blijft! Licht in de duisternis, daar is grote behoefte aan! Zoals dichteres Amanda Gorman, bij de inauguratie van president Biden zei: “We will raise this wounded world in a wondrous one!” of met woorden van rabbijn Jonathan Sachs: “Een gebroken wereld heel maken”.
-----------------------Chris Mondt Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. -----------------------
Zin in het leven!
Wat geeft jouw leven zin? Waar kom je ’s ochtends je bed voor uit? Hoe ontdek je wat de zin van je leven is? En waarom is het belangrijk om dit te weten?
Veel mensen zijn vandaag de dag op zoek naar zin, aangezien die ‘zin’ voor velen niet meer eenduidig ingegeven is door geloof of traditie. Dat veel mensen zoeken naar zin, wordt onder andere duidelijk uit de populariteit van tijdschriften, artikelen en boeken die over dit onderwerp verschijnen. Het feit dat we nu leven in een tijd van crisis heeft dit zoeken naar zin alleen maar verder versterkt: zekerheden vallen weg en wat blijft er dan van waarde over?
Zelf heb ik onlangs het boek ‘De zin van het bestaan’ van Viktor E. Frankl gelezen. Een boek dat overigens niet onlangs geschreven is, maar al sinds de verschijning in 1946 (in het Engels, 1978 in het Nederlands) voor veel mensen van betekenis is gebleken. Het is het verslag van een psycholoog die in de Tweede Wereldoorlog meerdere concentratiekampen heeft overleefd en te midden van al deze gruwelijkheden het gedrag en de beleving van mensen (inclusief dat van hemzelf) heeft bestudeerd. Hij kwam daarbij tot de interessante conclusie dat, zolang een mens maar zin in zijn leven ervaart, hij het ergste lijden kan doorstaan. Zo bleek dat gevangenen, die een doel voor ogen hadden voor hun tijd na een (eventuele) bevrijding, een grotere kans hadden om te overleven. Een belangrijk doel dat Frankl zelf voor ogen had, was het publiceren van zijn onderzoek om daarmee anderen te kunnen inspireren. Na de oorlog heeft hij dit inderdaad gedaan en op grond hiervan heeft hij de ‘logotherapie’ ontwikkeld: een therapie waarbij de cliënt de zin van zijn of haar leven leert ontdekken en daardoor ook weer zin krijgt om te leven. Deze zin kan niet in algemene bewoordingen voorgeschreven worden, maar kan alleen door ieder individu in zijn of haar specifieke situatie gevonden en verwoord worden.
De vraag naar de zin van het leven speelt ook bij studenten een grote rol, al zullen maar weinigen dit letterlijk zo verwoorden. Eerder stellen zij de vraag naar een ‘richting om in te gaan voor de toekomst’ om op grond daarvan keuzes te kunnen maken. Laatst vertelde een student me dat hij het gevoel had een ‘dobberend bootje op een meer te zijn’, terwijl hij juist wind in de zeilen wilde voelen en een koers wilde aanhouden. Ik vind het mooi om studenten te vragen naar wat het is dat hen inspireert: Wat doe je graag? Waar loop je warm voor? Waar krijg je energie van? Op allerlei manieren nodig ik hen uit om te dromen over wat zij willen ervaren in hun leven. Niet zelden blijkt daar dan bij dat zij ook graag van betekenis willen zijn voor anderen en voor de samenleving. Vaak wordt zin ervaren in de verbondenheid met anderen en kun je vanuit wat jij graag doet jouw unieke bijdrage aan deze wereld leveren. Net als Frankl zijn onderzoek wilde publiceren om er anderen mee te inspireren. Soms vragen studenten waarom ik in de begeleiding niet meer nadruk leg op hun zwakke kanten om die te verbeteren. Blijkbaar verwachten zij dit en uiteraard is er ook de ruimte om moeilijkheden en worstelingen te bespreken. Toch ga ik bewust niet op zoek naar ‘zwakke kanten’, aangezien ik ervan uit ga dat het versterken van de inspiratiebronnen en kwaliteiten van mensen zoveel sterker werkt dan het sleutelen aan wat er ontbreekt. Bovendien wordt het zo een vreugdevol proces van het op zoek gaan naar wat er in jou leven bruist en graag het daglicht wil zien.
Uiteraard is deze zoektocht ook voor studenten in coronatijd lastiger dan in de tijd daarvóór. Veel dingen die je graag doet of zou willen verwezenlijken kunnen door alle maatregelen nu niet. Toch is er gelukkig ook nog veel wèl mogelijk. Zo sprak ik laatst een studente, die haar eerdere plannen om in het buitenland te gaan studeren in rook zag opgaan. Na even hiervan gebaald te hebben, kreeg zij de kans om deel te nemen aan een project voor jongeren om mee te denken met het ministerie van buitenlandse zaken. Zo kan zij toch haar passie volgen, zij het in een ander jasje. Het is mooi om dit soort mogelijkheden te zien ontstaan.
Bij TINT richten wij ons overigens niet alleen op zingeving. We zijn ook actief op het gebied van persoonlijke ontwikkeling, levensvragen, spiritualiteit, religie en geloof. Het mooie aan zingeving is wel dat het religieuze en niet-religieuze studenten met elkaar verbindt. Tenslotte komt ieder mens vroeg of laat voor de vraag te staan: ‘wie ben ik en hoe geef ik mijn leven zin?’.
Het verhaal van Frankl laat ons zien, dat zelfs onder de zwaarste omstandigheden zin kan worden gevonden. Dit relativeert onze huidige situatie en moedigt ons aan om ook in deze tijd te blijven denken in mogelijkheden. Ook nodigt dit ons uit om onszelf de vragen de stellen: 1. Wat doe ik graag? 2. Wat kan ik goed? 3. Wat wil ik bijdragen aan de wereld waarin ik leef?
Deze vragen helpen te ontdekken wat jouw leven zin geeft. Waar je antwoorden op deze vragen op het spoor komt, merk je dat je ook steeds meer ‘zin om te leven’ krijgt, want: zin in je leven geeft zin om te leven!
------------Margit van Tuijl, studentenpastor/life coach bij TINT ------------
Samen naar 2022
Het nieuwe jaar 2021 is nog maar net begonnen en nu al vooruit kijken naar 2022?
Het jaar is niet gestart zoals we ons dat eind 2020 voorstelden. De hoop van een vaccin, versoepeling van de maatregelen, weer zicht op diensten met elkaar in de kerk, weer samen zingen, weer koffie drinken, we zagen ernaar uit. Maar een Britse variant gooide roet in het eten. En voor het hogere goed van ons aller gezondheid werden de maatregelen tot nu toe alleen maar strenger. Ik hoop en bid dat u het volhoudt en dat we toch blijven uitkijken naar betere tijden.
In de eerste vergadering van de algemene kerkenraad (AK) hebben we een belangrijk besluit genomen. Na een periode van kennismaken en gesprekken heeft de AK het voornemen uitgesproken om samen te gaan met de Protestantse Gemeente Sint Oedenrode, Son en Breugel (PG OSB). De kerkenraad van PG OSB heeft medio januari een zelfde besluit genomen.
Ik heb u al in een eerdere bijdrage geschreven over de problemen die PG OSB ondervindt om als zelfstandige gemeente voort te blijven bestaan. Gelukkig zijn ze nog wel goed in staat vieringen, pastoraat en diaconaat vorm te geven. Het idee is dat we komen tot een bestuurlijke fusie, waarbij OSB als tweede vierplek onderdeel wordt van de Johannesgemeente. Daarvoor zullen nog diverse condities en afspraken worden uitgewerkt voordat, hopelijk eind dit jaar, een notariële akte kan passeren. Via de wijkkerkenraden wordt u binnenkort in de gelegenheid gesteld om op dit voornemen te reageren en/of vragen te stellen.
Zoals ik eerder schreef is dit mijn laatste kerkelijke seizoen als voorzitter van de AK. Op 1 juli leg ik na vele jaren mijn lidmaatschap van de AK neer. Ik ben blij dat ik u kan aankondigen dat Henk Grootjans, vanuit de Johannesgemeente, bereid is gevonden het voorzitterschap van de AK over te nemen. We hopen hem in de vergadering van april te benoemen. Aangezien ik de afgelopen jaren ook de rol van scriba vervul, zou het fijn zijn als ook deze plek snel door iemand kan worden ingevuld. Scriba zijn van de AK is een positie als spin in het web van de PGE. Het is onder normale omstandigheden niet veel werk: je hebt één of geen vergadering per maand, schrijft gemiddeld één uitgaande brief per maand en ontvangt gemiddeld 6 brieven per maand die geregistreerd moeten worden. Graag ontvang ik reacties (of vragen) op Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. .
Ik eindig deze keer met een werelds citaat wat, dunkt mij, toch ook van toepassing mag zijn op ons samen zijn in de PGE en ons samen worden met PG OSB. Zoals Henry Ford zei: “Samenkomen is een begin; bij elkaar blijven is vooruitgang; samen te werken is succes.”
Ik wens u een hoopvol jaar toe.
-----------------------------------Benjamin Jansen--------------------------------------
Diaconale Jaaractie 2020
Met het SAMEN-nummer van oktober heeft u een brief over de Diaconale Jaaractie ontvangen. In deze brief vroeg het College van Diakenen u om een financiële bijdrage voor het diaconale werk dat de diaconie ondersteunt of verricht.
Zo is de diaconie onder andere actief betrokken bij het Diaconaal Inloophuis ’t Hemeltje, Open Huis Sint Cathrien, het Jongerenhuis, de Voedselbank, Steunpunt Materiële Hulpverlening ( SMH ), de kerstpakketten, de wekelijkse bloemengroet, het Protestfonds, alsmede het geven van leningen bij schuldhulpvragen of broodgeld aan medemensen met financiële problemen.
Wij willen alle gevers hartelijk bedanken voor hun bijdrage en het in ons gestelde vertrouwen :
De Diaconale Jaaractie heeft in 2020 ruim € 29.000,- opgebracht. Het College van Diakenen bedankt alle gevers van harte voor het in haar gestelde vertrouwen.
-----------------------------Wim Wiggers, CvD--------------------------------------------
Voedselbank
Afgelopen jaar steeg het aantal mensen dat in Eindhoven gebruik moet maken van de Voedselbank. Het blijft, in zo’n rijk land als het onze, beschamend dat het in onze samenleving niet lukt om armoede uit te bannen. Het blijft dus nodig om ons in te zetten voor armoedebestrijding.
Tegelijk is er ook goed nieuws. Er zijn in 2020 veel meer giften binnen gekomen voor de Voedselbank dan in de jaren ervoor. In totaal kwam er meer dan 4500 euro binnen als bijdrage voor de Voedselbank. Dat geld kwam heel goed van pas, zeker omdat in 2020 vanwege de coronapandemie steeds meer mensen een beroep deden op de Voedselbank. Inzamelen van voedsel bij bijvoorbeeld de supermarkten bracht minder op dan gewoonlijk, vanwege de beperkingen door de pandemie. En dus is het geweldig dat we met elkaar in 2020 zoveel meer hebben bijgedragen aan de Voedselbank. Zodra het kan zal natuurlijk ook weer via het product van de maand op elke eerste zondag van de maand ingezameld worden voor de Voedselbank. Veel dank aan iedereen die, op wat voor wijze dan ook, bijdraagt aan de Voedselbank!
-----------Namens de diaconie, Wim Wiggers, Antje Dekker -------------------
Bezinning in de 40dagentijd
Op 17 februari begint de 40dagentijd. Een tijd van bezinning. Toeleven naar Pasen als het feest van opstaan, van opstand tegen wat mensen klein houdt, van opstanding. Ik zal vast niet de enige zijn die merkt dat het met die bezinning en voorbereiding op Pasen het ene jaar beter lukt dan het andere jaar. Het gedoe van alle dag even laten voor wat het is, dat is nu eenmaal niet makkelijk. Toch denk ik dat we dit jaar meer dan ooit behoefte hebben aan inkeer en bezinning. De wereldwijde pandemie, de politieke verwarring in de wereld, de schrijnende vluchtelingenstromen vragen om bezinning, in je eentje en met anderen.
Een van de aspecten van bezinning in de 40dagentijd is de campagne van Kerk in Actie voor deze periode. Een campagne waarin we worden uitgenodigd om stil te staan bij wat er mis is in de wereld, bij wat wij kunnen doen in ons eigen leven en bij de tekenen van hoop. Dit jaar is het thema van de 40dagentijdcampagne van Kerk in Actie: Ik ben er voor jou. Dat thema is geïnspireerd op de zeven werken van barmhartigheid. Hongerigen te eten geven, dorstigen te drinken geven, de naakten kleden, de vreemdeling onderdak bieden, de zieken verzorgen, de gevangenen bezoeken en de doden begraven. Er zijn zeven 40dagentijdprojecten, en bij elk project past een werk van barmhartigheid. Zo laten we bijvoorbeeld met de jaarlijkse Paasgroetenactie zien dat we aan gevangenen in Nederland en daarbuiten denken.
Anno 2021 klinkt zo’n term als barmhartigheid misschien wel wat gedateerd. En mogelijk roept die term ook beelden op van ongelijkheid en van ouderwets goed doen met de bijbehorende dankbaarheid. In die zin zou ik het thema wel wat willen aanpassen. Van ‘ik ben er voor jou’, naar ‘ik ben met jou, we zijn samen’. Vanuit het besef dat ieder van ons zo nu en dan behoefte heeft aan gedeelde barmhartigheid. Behoefte aan verzorging en contact, aan beschutting en onderdak, aan eten en drinken. Soms letterlijk en soms figuurlijk. En wat zijn we dan rijk met elkaar! Denk bijvoorbeeld aan de opbrengsten voor de voedselbank , aan grote aantallen brieven die geschreven worden voor Amnesty International, aan de acties voor projecten in Moldavië. Allemaal tekenen van hoop, van samen zijn. Ik met jou en jij met mij. Op weg naar Pasen.
-------------------------------------Antje Dekker-----------------------------------------
Revolutie
In de samenleving heb je te maken met verschillende overtuigingen en meningen. Soms zijn die heel sterk. Er zijn diverse politieke partijen en bewegingen met hun programma.
Demonstraties zijn tegenwoordig aan de orde van de dag. Wij hebben natuurlijk een mening over van alles. Die meningen kunnen veranderen, maar sommige overtuigingen laat je niet zo maar los. Denk maar aan je geloof en welke consequenties dat heeft. Of je politieke inzicht. Maar je merkt soms na jaren dat je inzicht veranderd is. Zo’n verandering kan langzamerhand plaatsvinden en ook wel opeens, doordat je overtuigd bent dat je het niet bij het rechte eind had en te lang je mening had volgehouden .
Ik moest hieraan denken, toen ik een onlangs verschenen boek las dat het proces beschrijft dat voorafging aan de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949: Revolusi, door de Belgische historicus David Van Reybrouck. Het is bijzonder om een geschiedenis te lezen, waar je zelf een klein stukje van hebt meegemaakt. Destijds was de algemene opvatting dat Nederland die kolonie betrekkelijk goed had bestuurd, althans gedurende de twintigste eeuw. Het land was ontwikkeld en welvarend. Er kwamen belangrijke producten vandaan, zoals olie, thee, rubber, tabak en andere. Er waren scholen en er was hoger onderwijs voor Nederlanders en Indonesiërs. Het Evangelie werd verkondigd en er waren Indonesische kerken. In het plaatselijk bestuur werd de bevolking ingeschakeld en er was een Indisch leger. Onafhankelijkheid zou ooit wel bij stukje en beetje komen, maar dat zou nog wel een hele tijd duren, want de bevolking was er nog niet aan toe.
In werkelijkheid kwam van de export echter maar weinig ten goede aan de Indonesische bevolking. Er was verder een groot standsverschil en de leidende figuren van het bestuur waren allen blank. Er was wel al tientallen jaren een bewustwordingsproces bij intellectuele inwoners, maar daar werd met argwaan door het bestuur naar gekeken. Vooraanstaande personen, zoals de latere president Sukarno, werden zelfs geïnterneerd. Na de Japanse bezetting was de gedachte dat het Nederlandse bestuur weer gevestigd zou worden. Sukarno en Hatta, die met de Japanners hadden samengewerkt, riepen echter in 1945 de Republiek uit. De Nederlandse politieke partijen hebben zich jarenlang daartegen verzet, ook militair. Uiteindelijk moest de Nederlandse regering onder buitenlandse druk haar verzet opgeven. Maar de kleinere protestants-christelijke partijen in het parlement hebben daar nooit mee ingestemd, ondanks het beroep dat onder anderen Johannes Verkuyl en andere zendingspredikanten ook op die partijen deden. De tegenstand van de protestantse partijen was gebaseerd op de mening dat Nederland de wettige overheid was en tegenstand daartegen was revolutie. Daar stemde ik toen mee in. Bovendien hadden Sukarno en andere leiders met de Japanners gecollaboreerd.
Het heeft enige tijd geduurd voor in de protestantse kerken en partijen erkend werd dat het verzet tegen de Indonesische onafhankelijkheid onterecht was. Het is tragisch dat de politieke partijen zo lang zijn blijven staan achter een onhoudbare overtuiging, ten koste van veel slachtoffers. Voor mij was het aanleiding om je te realiseren dat je kritisch moet zijn ook op je eigen mening en overtuiging en bereid moet zijn om serieus te luisteren naar anderen.
----------------------------------Gerard van Gurp-------------------------------------
Wat is dat eigenlijk :’ zingeving’
‘Kom jongens , nu aan de digi-les. Morgen is er een toets en dan moeten we vandaag nog goed oefenen.’
‘Ik heb geen zin vandaag. Ik baal van die saaie laptop puzzeltjes. Ik wil vanavond weer eens gezellig stappen in de stad. Mijn maten gaan ook. Ik heb zin om erbij te zijn.’
De radeloze ouder die dit alles aan moet horen kan op verschillende zinnigheden wijzen :
- als je je lessen volgt kun je later een mooi beroep kiezen
- Als je thuis blijft voorkom je dat het Engelse virus dat in het dorp rondwaart een kans krijgt en werk je mee aan de gezondheid van onze gemeenschap.
Het eerste doel is een persoonlijke zingeving (wat wil ik worden)het tweede een sociale(in hoeverre voel ik mij verantwoordelijk voor anderen). Zingeving is geen gemakkelijk te definiëren begrip. Dit kleine voorbeeld laat zien dat zingeving meestal bestaat uit een opvolging van zingevingskoepels : het volgen van lessen wordt zinvol door de bovenliggende koepel van beroepskeuze en het thuis blijven wordt overkoepeld door een sociale ideaal of zingeving van het dragen van verantwoordelijkheid voor elkaar.
In 1943 publiceerde de psycholoog Maslow een ‘behoeftehiërarchie’ Die theorie kwam er – kort gezegd – op neer dat er verschillende behoeftenkoepels zijn die een mens wil bevredigen en dat er een verband is tussen die koepels ‘eerst overleven, dan zekerheid, vervolgens sociaal contact en erkenning en als hoogste zelfrealisatie. Ik ga dat nu allemaal niet uitleggen. Maar volgens Maslow moeten eerst de ‘nabije behoeften’ vervuld worden voordat de daarop volgende aan bod kunnen komen. ‘Eerst dit en dan pas dat’ Nader onderzoek heeft een aantal veronderstellingen uit dit model terecht discutabel gemaakt.
In het artikel van Margit wordt een voorbeeld aangehaald van iemand die zingeving van zijn leven na de oorlog als belangrijke motor heeft ervaren om de barre omstandigheden in gevangenschap te verdragen. Dit voorbeeld illustreert dat je wel degelijk aan zingeving op een ‘hoger’ niveau kunt nadenken en werken terwijl lagere behoeften als eten, drinken en veiligheid helemaal nog niet vervuld zijn.
Zingeving laat zich niet gemakkelijk definiëren. Het is toch weer net iets anders dan ‘behoeften’ al lijkt het er wel op. Laten we het maar noemen :’het uitstippelen van beelden over je voorgenomen bestemming’. Het vinden van zingevingsbeelden en de wijze waarop zij met elkaar in verband staan kan heel belangrijk zijn voor mensen die de koers kwijt zijn of door teleurstellingen zijn lamgeslagen. Maar zingevingskoepels kunnen ook gevaarlijk zijn en tot bouwwerken van asociale of zelfs misdadige zingeving leiden. Een voorbeeld is de zingeving die Trump zijn aanhangers voorspiegelde en een fanatiek populistisch rechts extreem ideaal dat in de tweede wereldoorlog door SS’ers werd uitgedragen en waar je brokstukken bij verscheidene ultra rechtse groeperingen terug vindt.
Ik denk dat zingevings-studie niet om de vraag naar goed en kwaad heen kan : ethiek, religie en levensbeschouwing raken de ‘hogere’ koepels van zingeving die het gedrag van mensen kunnen beïnvloeden. Dat kan verklaren en rechtvaardigen waarom zowel psychologen als theologen met zingevingsvraagstukken bezig zijn.
In de praktijk van het functioneren van ons samenleven is het allemaal niet zo gemakkelijk om zingeving te begrijpen en te sturen. Mensen kunnen soms zo geobsedeerd zijn door directe concrete ervaringen of instellingen dat zij niet over de koepel van directe bevrediging heen kunnen kijken. Predikers van hoog verheven doelen kunnen roependen worden in de woestijn van kortzichtige behoeftebevrediging. als zij te ver weg blijven van wat voor de luisteraar zin en tegenzin bepaalt. Persoonlijke of relationele problemen kunnen het zicht op hogere koepels totaal wegnemen.
In de kerk proberen we met elkaar die ‘hogere’ koepels van religie en ethiek levendig voor te stellen. Soms te mooi om waar te zijn. Laten we proberen toch maar even op de tenen gaan staan om over onze nabije horizon heen te kijken. Misschien krijgen we af en toe weer perspectief in zicht.
--------------------------------------Jan Scheurer-------------------------------------
Nederlands asielbeleid!
De Gazastrook (2x Texel) is de grootste openluchtgevangenis ter wereld. Er wonen twee miljoen mensen. Gaza grenst aan Israël en aan Egypte. De enige grensovergang met Egypte is sinds 2016 slechts twee keer geopend geweest.
Aan vluchtelingen uit Gaza wordt in principe geen asiel gegeven. Blijkbaar is leven bij 70% werkeloosheid, een militaire blokkade, een continue dreiging van bommen uit Israël en een onderdrukkend regime van Hamas goed genoeg om iemand terug te sturen.
Bij Vluchtelingen in de Knel hebben we een cliënt uit Gaza. Zijn problemen met Hamas vanwege vermeende spionage voor Israël werden door de IND niet geloofd. Reden hiervoor? Hij had ter onderbouwing van zijn asielaanvraag verschillende documenten overlegd, die de IND niet op echtheid kon beoordelen vanwege ‘een gebrek aan vergelijkingsmateriaal’. En aan die documenten ‘kon dus niet de waarde gehecht worden die cliënt eraan hechtte’. (aldus de IND)
Vol goede moed gaf hij zichzelf op voor een nieuw project, waarin de IND en de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) ook nogmaals naar de zaak moesten kijken. Hun besluit was: terugkeer! Cliënt had zich in 2018 al eens tot de ambassade van de Palestijnse Autoriteiten in Nederland gewend en hij had op papier gekregen dat zowel terugkeer naar de Gazastrook als terugkeer naar de Westbank niet mogelijk was. Zijn vraag aan de DT&V was: ‘Zijn deze papieren niet genoeg?’
‘Nee’, was het antwoord, ‘want de situatie in Gaza kan sinds 2018 veranderd zijn’. Ja inderdaad, de situatie in Gaza is veranderd. Gaza is sinds 1 januari 2020 namelijk officieel niet meer geschikt voor menselijke bewoning (bron: rapport UNRWA: ‘Gaza in 2020: A Liveable Place?’). Maar dat was niet wat DT&V bedoelde.
DT&V bedoelde natuurlijk dat het zomaar kan dat de grens tussen Gaza en Egypte in 2020 wel weer eens open kan gaan. En dat je dan als Palestijn via Egypte, met een busje door de Sinaï wordt gereden met de kans dat je dan nèt op één van die dagen daar bent dat de grens met Gaza open is (in de afgelopen 4 jaar was dat dus 2 keer).
Helaas dus geen ‘buitenschuld-aanvraag’ voor Palestijnen uit Gaza, maar een moeizaam proces om tegen beter weten in te proberen om terug te keren.
-----------------------Anouk, Vluchtelingen in de Knel-----------------------------
Kerk /geloof en kunst
Naast de diaconie en filosofische/theologische bespiegelingen heb ik nog een grote passie en dat is kunst, vooral beeldende kunst, waaraan ik mijn leven heb gewijd. Sommigen herinneren zich waarschijnlijk nog wel de installaties die ik in de Ontmoetingskerk heb gemaakt. Niet iedereen zag er iets in, vond het mooi. Nu vind ik schoonheid niet het belangrijkste kenmerk van kunst. Ons bestaan is vaak lelijk en dat mag, moet ook getoond worden. Nu begrijp ik best dat voor veel mensen, de meesten zelfs, iets mooi vinden juist samen met herkenbaarheid de toegangspoort tot kunst is. De mens wil graag verleid worden en zich niet overleveren aan iets dat hem totaal vreemd is. Toch zijn het juist deze gevoelens en behoeftes die de verbinding vormen met geloof, en de kerk als veilig thuis (althans zo zou het moeten zijn). Juist kunst kan voor het geloof iets toevoegen aan de bekende rituelen en gewoontes van de kerk. Bovenal is het een aanvulling op het Woord dat in de protestantse kerk zo’n belangrijke rol speelt. Ook zonder hoofdletter. Deze traditie is in tegenstelling tot de rooms-katholieke en de orthodoxe tradities hoofdzakelijk verbaal. Nu is er al iets veranderd. Het beeld, de verbeelding speelt in protestantse kerkdiensten steeds vaker een rol. Veel kerken bieden ruimte aan voor tentoonstellingen. Al veel langer is een kindernevendienst zonder een plaatje en een tekening ondenkbaar. Hoewel ook hier door creativiteitsontwikkeling en prikkeling van de fantasie een bodem wordt gelegd voor ontvankelijkheid van kunst, is dat toch iets anders. Een plaatje bij een praatje is géén kunst.
Mag kunst in de kerk omstreden zijn? Mag het een beeld laten zien dat strijdig met christelijke waarden wordt ervaren en misschien kwetsend is, of is dat vloeken in de kerk? Naakt wordt meestal als niet passend ervaren. Is dát altijd zo geweest? Drie jaar geleden werd 400 jaar Dordtse synode gevierd met een mooie tentoonstelling. Ik nam onlangs een geschrift ter hand dat ik bij die gelegenheid had gekocht maar nog nauwelijks gelezen. Er staan veel mooie artikelen in onder meer één over de plaats die kunst innam bij de sobere calvinist. Er komen een aantal belangwekkende aspecten aan de orde. De zeventiende-eeuwse gegoede burgerij verzamelde graag kunst. Daartoe behoorde ook de politieke elite die zonder uitzondering gereformeerd was, maar niet altijd sober. Kunst gaf status die men graag wilde laten zien. Zo was er een groot schilderij van Ferdinand Bol, waarin de Amsterdammers Wigbold Slicher en Elisabeth Spiegel zich lieten afbeelden als Paris en Venus mét ontblote borst.
Al jaren bestaat de website Artway.eu die wekelijks een beeldmeditatie publiceert. Marleen Hengelaar-Bookmaker initiatiefneemster en stuwende kracht achter deze website publiceerde onlangs een boek: ‘Kunst D.V.’. DV betekent hier Deo Volente, dus voorgelegd aan God. De ondertitel luidt ‘(Neo)calvinistische perspectieven op esthetica, kunstgeschiedenis en kunsttheologie'. Ik stel me voor dit boek de komende tijd nader onder de loep te nemen.
Alles bij elkaar een mooie aanleiding om de redactie van SAMEN voor te stellen een nieuwe rubriek te starten getiteld ‘kerk / geloof en kunst’. Naast beeldende kunst dient ook poëzie en muziek een plaats te krijgen. Te denken valt ook aan architectuur, theater en dans.
De redactie reageerde positief. In ‘zuid’ wordt inmiddels geprobeerd een groepje rond dit thema te vormen en misschien kan dit wel Eindhoven breed om de wijkgemeenten van informatie en ideeën te voorzien. U kunt zich bij mij melden.
-------------------------------------Leo Steinhauzer------------------------------------
Groei
Om 6.00 uur gaat de wekker op een zaterdag in november. Ik sta op en maak me klaar om te vertrekken. Iets voor 7.00 uur stap ik in de auto om te vertrekken naar Gouda. Daar zal ik een training in leiderschap volgen. Ik ben moe, maar heb er heel veel zin in. Aangekomen in Gouda pak ik mijn mondkapje en loop met de studenten van Netwerk Eindhoven naar binnen. Ik ben er klaar voor! Wat volgt is een dag vol gezelligheid, intensieve training, goed eten en fijne gesprekken. Om 21.15 uur stappen we weer in de auto richting Eindhoven. We praten wat na en luisteren dan moe maar voldaan naar de muziek die de auto vult. Wat hebben we genoten van deze dag.
Sinds oktober 2018 is de Navigators in Eindhoven erg veranderd. We zijn namelijk geen vereniging meer, maar noemen onszelf Navigators Netwerk Eindhoven, Netwerk voor de intimi. Het doel is hetzelfde, namelijk: studenten helpen om dagelijks met Jezus te leven en, net als Hij, discipelen te maken die discipelen maken. Wat wel veranderd is, is hoe we dit doen. Netwerk is gericht op de verbinding die we met elkaar en met God hebben. We ondersteunen elkaar en dagen elkaar uit. Zodat we dagelijks met Jezus leven en kunnen doorgeven van wat we van Hem ontvangen.
Om hierin ondersteund te worden zitten we nu midden in een leertraject van LEF, onderdeel van Navigators. Zij hebben jarenlange kennis over vernieuwing, visie en groei van jeugdwerk in kerken. Vanaf vorig jaar mogen wij van deze kennis leren. Wat van toepassing is op het jeugdwerk is ook zeker van toepassing op studentenwerk. Het is ontzettend leerzaam, inspirerend en gezellig om als groep getraind te worden. Zo wordt Netwerk echt van ons samen. Ik als staf bepaal niet hoe Netwerk wordt, maar dat bepalen we met elkaar vanuit de training die we ontvangen.
Afgelopen november waren we met elkaar op een trainingsdag. Ik vond het heel bijzonder om te merken hoe bereid iedereen was om op een vrije zaterdag vroeg op te staan om op deze dag te zijn. Wat was het fijn om in deze tijd van elkaar vooral online zien, elkaar in het echt te kunnen ontmoeten en getraind te worden. Iedereen deed mee, iedereen werd gehoord en iedereen was even belangrijk. Het raakte mij om te zien hoe iedereen onderdeel was van de groep.
De trainingsdag ging over leiderschap. Iets wat we als Netwerk willen meenemen is dat iedereen van voren een schaap kan zijn en van achter een herder. Je leert iets van de een en kunt iets doorgeven aan de ander. Aan het einde van de dag schrijf je een plan, waar je het komende half jaar mee bezig wilt zijn. Wij willen onder andere in kaart brengen waar iedereen goed in is en waar iedereen in wil groeien. Zo wordt Netwerk een plek waar iedereen van elkaar kan leren en met elkaar kan groeien.
---Ymke van Gaalen, studentwerker bij Navigators Netwerk Eindhoven--
Vertrouwen
Toen we in de jeugdkerk spraken over het thema ‘vertrouwen’, hebben we voor onszelf opgeschreven waar we aan denken bij het woord ‘vertrouwen’.
Vertrouwen kan zijn in de samenleving, je vrienden, in mensen, in liefde, in samenzijn, in iets durven, of zelfs blind vertrouwen?
Is geloven ook niet een vorm van blind vertrouwen, vroegen we ons af.
‘Want’, zo zei één van ons ‘Ik ga wel naar de kerk, maar ik weet nog steeds niet zo goed wat ik nu geloof’. Een ander zei ‘Ja en daarbij maak ik ook nog veel fouten door mijn leeftijd’.
En vroeger leek het wel of iedereen in God geloofde, maar nu veel mensen om ons heen niet.
Vertrouwen of dus geloven is dus nog niet altijd zoiets vanzelfsprekends voor ons en zien we vaak ook als een zoektocht.
Toen we daarna bespraken welke muziek voor ons over vertrouwen of misschien dus ook wel geloven gaat, kwam als eerste het nummer ‘The Climb’ ter sprake.
The Climb (de klim) is in 2009 geschreven voor de Disney film ‘Hannah Montan’.
Het lied beschrijft het leven als een moeilijke reis die je beloont.
Het is een lied wat vele prijzen heeft gewonnen en ook los van de film een grote hit werd.
Ondanks dat het in een hele andere tijd en voor een heel andere context geschreven is, zou het in onze ogen zo een lied passend bij een Bijbelverhaal kunnen zijn.
We herkennen dus vooral de twijfel die de ‘ik’ beschrijft in het lied, en dat geloof en vertrouwen je hierbij tot steun kan zijn.
Vrij vertaald vertelt het lied het volgende:
Ik kan het bijna zien,
Die droom die ik droom, maar
Maar er is een stem in mijn hoofd die zegt
‘Je zult het nooit bereiken’
Elke stap die ik zet
Elke beweging die ik maak, voelt
Verloren zonder richting
Mijn geloof trilt
Maar ik, ik moet het blijven proberen
Ik moet mijn hoofd hoog houden
Er zal altijd een andere berg zijn
Ik wil die berg laten bewegen / verplaatsen
Het zal altijd een zware strijd worden
Soms moet ik verliezen
Het gaat er niet om hoe snel ik daar kom
Het gaat niet om wat er aan de andere kant wacht
Het is de klim
Blijf doorgaan
Blijf klimmen
Houd het geloof
-------------------------------------Sonja Trapman-------------------------------------
(slider december - januari 2021 met thema: "Gelijkwaardig" Lees meer...|closed}
Gelijkwaardig
Gelijkwaardig is de titel van dit nummer van SAMEN. Zo mogen wij vanuit het kerstevangelie naar medemensen kijken. Racisme en discriminatie ontstaat wanneer wij medemensen niet meer als gelijkwaardig beschouwen, als wij op ze neerkijken, ze ongelijkwaardig behandelen en discrimineren.
In 4 artikelen en in de column wordt deze spanning in de beoordeling van medemensen beschreven en besproken. Met name komen aan de orde : onze relatie met Joden en het racisme waarvoor de ‘black life matters’-beweging onze aandacht vraagt. Wij hopen met deze artikelen onze lezers te steunen bij het doordenken van de betekenis van de kerstboodschap voor spanningsvolle verhoudingen in onze samenleving.
-----------------------------------------Redactie------------------------------------------------------
Neerkijken op de vreemdeling
Wanneer je Eindhoven uitrijdt langs het Evoluon, net voordat je de N2 opdraait, staat er op de achterkant van een verkeersbord wat slordig geschreven: “Eindhoven, wat zijn wij?” Het juiste antwoord luidt: “Boeren!” Die strijkreet was regelmatig te horen in het PSV-stadion, voordat er sprake was van enige lockdown. Toch een beetje vreemd zo aan de rand van de stad, ook al is het ter hoogte van het Drents Dorp.
Boeren? Het is één van de manieren waarop de supporters zich afzetten tegen de Randstad (020, 010) en zich als provincialen tooien met een geuzennaam. Zo worden Ajax-aanhangers (020) ‘joden’ genoemd; een naam die niet voortkomt uit het feit dat er vooral Joodse spelers (Sjaak Swart, Bennie Muller), verzorgers (Salo Muller) of bestuurders (Jaap en Michael van Praag) rondliepen. Het heeft meer te maken met het grote aantal fans uit de ‘Jodenbuurt’. Ooit!
Om jezelf groot te maken moet je blijkbaar op de ander neerkijken. In onze Christelijke traditie is er ook lang neergekeken op ‘heidenen’: mensen van de hei. In het Latijn: ‘paganus’ (afkomstig van een dorp). In het Engels ‘pagans’. Of in het Grieks: barbaren. Onverstaanbare brabbelaars, onbeschaafd volk. Boeren, dus.
Wat we niet verstaan, niet begrijpen stoot ons af. Onbekend maakt onbemind. Wanneer mensen naast je in een taal met vreemde klanken spreken (bijvoorbeeld Koreaans, Arabisch of Hongaars) voel je je buitengesloten. Die verstoting is voor ons, kuddedieren, niet te harden. Het ongemakkelijke gevoel slaat snel om in je afsluiten voor, je afwenden van en je afzetten tegen. Wanneer mensen andere uiterlijke kenmerken hebben (huidskleur, gezichtslijn, haardracht, lichaamslengte, kleding, taal …) roept dat al snel de beleving op: die is anders, die hoort niet bij ons, wat moet die hier, snapt die het wel. We doen allemaal aan etnisch profileren. Dat is de schaduwkant van gemeenschapsvorming, volgens Rutger Bregman in zijn boek De meeste mensen deugen: “Empathie en xenofobie zijn twee kanten van dezelfde medaille” (p. 267)
Buitensluiten, racisme: het zit in elk menselijk individu. Maar dat niet alleen: het is geïnstitutionaliseerd, het zit ook in de steunpilaren van onze samenleving en de West-Europese cultuur. Eén daarvan is religie, waarvan we al zagen dat er neergekeken wordt op ‘mensen van de hei’. Een andere is de Westerse Wijsbegeerte. Die kent namelijk met denkers als Plato, Descartes en Kant een traditie van universaliteit: één waarheid voor alle mensen. Dat klinkt mooi cultuur en ras overstijgend, maar het ontkent de menswaardige verscheidenheid. Want als er maar één waarheid is, zijn de verschillen tussen mensen niet meer dan afwijkingen die we te boven moeten komen. Als er één waarheid is en ik heb gelijk, dan heb jij per definitie ongelijk. De op 7 november jl. overleden Britse denker, geestelijke en politicus Jonathan Sacks heeft dit helder uitgewerkt in zijn boek Leven met verschil; menswaardige verscheidenheid in een tijd van botsende culturen. Dit is deze voormalige opperrabbijn van de Gemenebest overigens niet in dank afgenomen door de Joodse gemeenschap (“Hoor Israël, Adonai, onze G'd, Adonai is Eén.”) Hoe verlicht Westerse wijsgeren ook mochten zijn (John Locke en Immanuel Kant waren dé Verlichtingsfilosofen), in hun werken duikt onversneden racisme en goedpraten van slavernij op. Iets waar de hedendaagse filosofenwereld zich mee probeert te verstaan.
Alledaags racisme zit diep in onze natuur en cultuur. Ontkennen heeft geen zin, onderkennen wel. Er wijs mee omgaan vraagt om een gezonde dosis wantrouwen in je eerste oordeel. Naast deze introspectie helpt extraspectie: naar buiten kijken. Veel vooroordelen jegens vreemden verdwijnen wanneer we hen lijfelijk ontmoeten, met hen persoonlijk in gesprek gaan. Dan blijken mensen toch mensen te zijn. Ieder met zijn of haar terechte trots en herkenbare sores. Nog beter: deel de maaltijd met elkaar, breek samen het brood. Een oer-ritueel in alle culturen. Waar mensen elkaar daadwerkelijk ontmoeten van persoon tot persoon, verdwijnt de vervreemding en veroordeling. De ware kerk is een ontmoetingskerk, een plek waar de verre als naaste wordt ervaren.
Over de kerk gesproken: opmerkelijk genoeg zijn de woorden ‘vroom’ en ‘vreemd’ etymologisch aan elkaar verwant. Het Oud-Saksisch ‘fremithi’ betekent: ‘van elders afkomstig’, ‘niet behorend bij deze gemeenschap’. Het kent dezelfde taalwortels, basisklanken als het Griekse ‘promos’: ‘de voorste’, ‘de meest veraf staande’ - dat wil zeggen degene die ver voorop staat. En dat woord is de oorsprong van ons woord ‘vroom’. Vroom zijn en vreemd zijn. Vroom zijn betekent herinneren dat ook wij ooit vreemden waren in Egypte. Hetzelfde lot treft momenteel miljoenen gewantrouwde oorlogs-, klimaat- en economische vluchtelingen. Mensen van elders. Mensen van de hei. Boeren die noodgedwongen naar de stad trekken.
Dus Eindhoven, wat zijn wij?
-----------------------------------Erik Boers------------------------------------------------------------
Wij en zij
Een samenleving wordt gekleurd door vele wij/zij verhoudingen. Zo zullen Limburgers vinden dat Friezen anders zijn dan zij. Twenten hebben meningen over mensen uit de randstad en Son is toch echt een andere samenleving dan Nuenen. Zo kunnen we doorgaan. Onderzoekers hebben aangetoond dat zelfs bij groepjes die nog maar net samengesteld zijn al direct oordelen ontstaan over hoe verschillend zij van wij zijn. Het is niet zo dat wij ons altijd beter voelen dan zij. Wij kunnen respect hebben voor de aanpak van de Zweden bij het bestrijden van de corona. Ouderen kunnen respect hebben voor de computerkennis van jongeren. Maar vaak is het andersom. Dan vinden wij dat wij beter zijn dan zij.
Kennis over elkaar helpt
Een beroemd onderzoek naar groepskenmerken is het onderzoek van Geert Hofstede dat hij heeft samengevat in zijn boek “Allemaal andersdenkenden’. Onlangs nog werd in een gesprek van deskundigen over de verschillende aanpakken van de coronacrisis dit onderzoek nog eens aangehaald. Hofstede deed dat onderzoek in een groot internationaal bedrijf. Zicht op de verschillende manieren van denken over elkaar moest aan het licht gebracht worden zodat men daarmee rekening kon houden in de internationale samenwerking. Dat was een constructieve manier van het bewust maken van verschillen tussen wij en zij. Vastgeroeste verschillen tussen wij- en zij-beelden kunnen bij fusies (ook in kerken) een behoorlijke belemmering vormen voor het slagen van een nieuwe samenwerking. Echte belangstelling voor en inzicht in ‘zij’ zijn voorwaarden voor wederzijdse waardering en een vruchtbaar samenleven.
Bijbel-grenzen gaan open
In het oude testament van de bijbel worden de gevaren van een open wij/zij relatie nogal fors aangezet. Het Jodenvolk wordt gemaand zuiver te blijven en dat wil zeggen argwanend en kritisch te zijn t.o.v. ‘zij van andere volken’. Zij mogen zich niet mengen met die volken. En als je de verhalen over de verovering van Kanaän leest dat kun je ook niet zeggen dat het ‘life’ van die andere volken ‘matters’. Ik weet wel dat je die verhalen vanuit een ander perspectief moet beoordelen, maar voor de gemiddelde bijbellezer die zoekt naar harmonie met de ander zijn ze verwarrend. Gelukkig wordt in het nieuwe testament de grens van wij naar zij open gebroken, waardoor het mogelijk werd het christelijk geloof over de wereld en onder alle volken te verspreiden. En dat mag nooit een eenzijdig egaliseren van zij naar het voorbeeld van wij worden. Zending kan vruchtbaar zijn als zij begint met interesse voor, kennis van en begrip voor de wereld van de ander.
Gaat afkeer van elkaar vanzelf over?
Wat heeft dat alles nu met racisme te maken: racisme is een uitwas van een negatieve argwanende wij/zij verhouding, die leidt tot veroordeling, onderdrukking en uitsluiting en tot uiteen groeien van wij en zij. Het is niet eenvoudig te verklaren waarom sommige van die vele wij/zij verhoudingen uitgroeien tot vijandschap tot verachting en discriminatie en andere helemaal niet. Negatieve wij/zij verhoudingen(vaak ontstaan door onderdrukken van de een door de ander) kunnen in de loop van de tijd worden geneutraliseerd. Ze verdwijnen, omdat er geen schadelijke gevolgen zijn overgebleven. Dat geldt bijvoorbeeld voor het verdwijnen van negatieve beelden over Fransen uit de tijd van de overheersing door Napoleon. Die beelden zijn verdwenen en hebben geen gevolgen voor de huidige verhoudingen. Hetzelfde geldt voor de beelden over de Duitsers. Die beelden waren in en kort na de tweede wereldoorlog sterk negatief maar verdwenen omdat er geen sprake meer was van bedreiging en onderdrukking. Het is daarom opmerkelijk dat beelden uit een ver terugliggend verleden (de periode van slavernij) nog zo’n belangrijke rol kunnen spelen.
Black lives matter[1]
Hoe komt dat? De gespannen verhouding met de Fransen vroeger (ten tijde van Napoleon) en de Duitsers in de tweede wereldoorlog heeft uiteindelijk niet geleid tot een blijvend negatief oordeel en een discriminatie van die volken. De verhoudingen zijn ‘genormaliseerd’ . Wij en zij ontmoeten en interacteren met elkaar op gelijkwaardig niveau‘
De ‘black lives matter’ beweging vertelt een ander verhaal. Hoe lang de slavernij ook geleden is er spelen nog tal van vooroordelen over gekleurde mensen en tal van vormen van discriminatie. Dat heeft merkwaardigerwijs veel te maken met kleur en ras (wat dat laatste ook moge zijn). Het is opmerkelijk dat ook in donkergekleurde samenlevingen de andere kleur (albino) wordt afgestoten en gediscrimineerd. Maar ook speelt afstand in levensstijl en cultuur een belangrijke rol in de wij/zij relatie. We zien dan ook dat discriminatie afneemt of zelfs verdwijnt bij mensen die veel met anders gekleurde medemensen te maken hebben en zich in hun levensstijl en oordeelvorming verdiepen.
Het overbruggen van de afstand tussen wij en zij lukt niet door een poging om alle verschillen in cultuur, gewoonten en opvattingen te negeren. Die verschillen zijn vaak boeiend en interessant. Echte overbrugging lukt alleen door de gelijkwaardigheid van zij t.o.v. wij te erkennen en te praktiseren.
De ‘black life matters’ beweging probeert door demonstraties en vaak ook agressieve en gewelddadige acties gelijkwaardigheid af te dwingen. Hoe goed ook bedoeld het gevaar bestaat dat ‘zij’ niet dichter bij ‘wij’ komen maar juist van elkaar vervreemden. Het vraagt heel veel wijsheid en geduld van maatschappelijke leiders om de vensters van wij naar zij open te maken en belangstelling en respect voor elkaar op te roepen.
De deur naar de vrede van Christus
Dit nummer van SAMEN verschijnt in een tijd waarin wij ons buigen over de kribbe in de kerstnacht Een merkwaardig gezelschap van herders en koninklijke wijzen zagen onmiddellijk dat ‘this life matters’ . Dit leven zal iets nieuws brengen waardoor spanningen tussen wij en zij verbleken en mensen zien dat vrede op aarde te vinden is. Koning Herodes zag dat ook maar hij had er geen zin in. Hij stuurde zijn troepen, zijn hooligans, rotzooimakers en moordenaars opdat die gevreesde vrede op aarde er maar niet zal komen. Als je dat ‘vredesaanbod van de vredevorst aan alle mensen’ tot je door laat dringen, dan besef je dat erkennen van door Christus geschonken ‘gelijkwaardigheid‘ de deur naar vrede en solidariteit tussen mensen opent.
[1] We laten de discriminatie en vooroordelen jegens Joden hier onbesproken. Die vraagt een aparte analyse die in andere artikelen uitvoerig wordt besproken.
-----------------------------------Jan Scheurer-------------------------------------------------------
Ooit een Jood gesproken?
Wat joodse mensen opvalt en wat wij vaak horen is, dat het voor christenen blijkbaar gewoon is om over Joden en joodse zaken te spreken zonder dat men met hen zelf in contact is geweest. Dat is een gewoonte die bij joodse mensen soms enige wrevel oproept en ik denk dat het vaak terecht is.
Wat hen verder opvalt is dat men zich dan ook nog een mening of opinie permitteert die niet juist blijkt te zijn. Of het nu over politieke zaken of over godsdienstige aangelegenheden gaat maakt weinig verschil, de afstand tussen Joden en Christenen is duidelijk aanwezig.
Een verwijt vanuit de christenen, maar ook vanuit de samenleving in het algemeen, is vaak dat Joden niet goed geïntegreerd zouden zijn, dat zij zo apart zijn en andere ideeën hebben, dat een ‘normaal’ contact met hen niet goed mogelijk is. Vaak hoor je, ondanks het feit dat Joden over het algemeen ook erg westers zijn: ‘Zij dragen van die aparte kleding, zij hebben vreemde gewoontes en zij praten en gedragen zich ook nog eens anders’. Dat het soms een orthodoxe stroming betreft wordt dan vergeten. Kortom het is volgens de Nederlanders zo dat er bij Joden van ‘wederzijdse aanpassing’ weinig of geen sprake is. Het proces van het elkaar echt leren kennen/aanvaarden en waarderen, zich openstellen voor elkaars cultuur is maar mondjesmaat aanwezig. Verwachtingspatronen zijn over en weer duidelijk anders.
Is het gewenst, een vergaande aanpassing of elementen van een andere cultuur te aanvaarden en te waarderen? Ikzelf doe dat in ieder geval niet, het openstellen ervoor is echter wat anders. Maar de in onze cultuur aanwezige uitwassen zoals racisme, vreemdelingenhaat, antizionisme, anti Judaïsme (= antisemitisme ) zijn duidelijk merkbaar en zichtbaar. Wij Nederlanders zijn voor het merendeel duidelijke voorstanders van het ‘aanpassen a.u.b.’! Met enige nadruk wordt dit vaak geuit. Men verwacht dat men ‘opgaat’ in onze samenleving, in ons nationale, sociale en culturele milieu. Kortom, dat men assimileert en dan liefst voor 100 %. Assimilatie, het opgaan in onze samenleving staat wat dat betreft bovenaan het eisen- of wensenlijstje van ons Nederlanders. Nu die bijna dwingende eis om te assimileren op gespannen voet staat met de Joodse samenleving hier in Nederland, koesteren zij duidelijk merkbaar hun eigen cultuur.
Nu ik nog eens overdenk wat ik hier geschreven heb, realiseer ik me dat deze eis om te assimileren natuurlijk ook geldt voor andere culturen in onze samenleving en dat die door die niet oké te verklaren tot de nodige problemen kan leiden. Moeten we niet meer werken aan het integreren van andere culturen? Dat die deel kunnen en mogen worden van onze samenleving, met behoud van de eigen identiteit. Dat die hun eigen cultuur ook verder kunnen ontwikkelen, waardoor Nederland echt een pluriforme samenleving kan worden. Multiculturalisme, het aanhangen van echte integratie is daarvoor nodig. Wel zal het duidelijk zijn dat de culturele eigenheid, die bevolkingsgroepen mogen behouden, altijd binnen het kader van onze democratische rechtstaat dienen te vallen. Over en weer met elkaar in gesprek gaan is dan noodzakelijk, de ander accepteren in zijn ‘anders zijn’ is voorwaarde.
De ervaringen die veel Joodse mensen in onze samenleving hebben, is niet altijd positief. Hoe wij als Christenen, Nederlanders, denken over Joden, hun geloof en cultuur, is gevormd door het jongste en verre verleden. Hun ervaringen zijn onder andere gevormd door de Holocaust. Christenen deden daar in een aantal gevallen aan mee, lieten het oogluikend toe of hielden zich afzijdig. Joden waren en zijn ook gevormd door de oude ideeën over hen uit het verre verleden. De weinige Nederlandse Joden, die terug kwamen uit de vernietigingskampen in Europa, zijn allerminst op een vriendelijke manier ontvangen. Zelfs hun eigendommen zoals huizen, kunstwerken en dergelijke bleken geconfisqueerd te zijn door Nederlanders. Dat ontjoodsing binnen het christendom heeft plaatsgevonden is duidelijk. En het vindt al vele eeuwen plaats. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het vieren van de Joodse feestdagen, deze zijn allemaal afgeschaft of in de vergetelheid geraakt bij de meeste christenen. Maar ook de eeuwenlange anti-Joodse prediking heeft het Joodse volk geen goed gedaan. De sporen ervan zijn nog van tijd tot tijd merkbaar.
Dat Israël de geboortegrond van de kerk is, kan niet ontkend worden. Zowel Jezus als de apostelen waren Joden en hebben zich als zodanig gemanifesteerd. Ook de Heilige Schrift heeft duidelijk een Joods karakter en het ontkennen daarvan is niet juist te noemen. Ook is de kerk niet in de plaats van Israël gekomen. De synagoge is, hoe je het ook wendt of keert, de ‘geboortegrond’ van de kerk. Enige solidariteit met het Joodse volk en de staat Israël, zonder dat een kritische stellingname over en weer ontbreekt, zou je mogen verwachten.
Vandaag de dag staan Israël, het Zionisme en de Joden in het algemeen vaak bloot aan allerlei kritiek. Opmerkelijk vaak als het enige land in de wereld. Op kritiek is niets tegen, maar als het ontaard in Antizionisme, Antisemitisme of Anti Judaïsme, wat heden ten dage duidelijk weer de kop opsteekt, dan zijn we op de verkeerde weg. Ook internationaal gezien is er sprake van haat tegen de Joden en de staat Israël. Het aantal moties dat door de V.N. tegen Israël is opgesteld staat in geen enkele verhouding tot die welke tegen andere landen zijn opgesteld, een verhouding van 20 staat tot 1 is op zijn zachts gezegd opmerkelijk te noemen. Terwijl Israël de enige democratie is in de regio. Met betrekking tot de omringende landen zijn er duidelijk minder of geen moties tot stand gekomen. In bijna alle gevallen is het willen wegvagen van Israël en het Jodendom het ‘Leitmotiv’ daarbij.
Dat het in gesprek gaan met Joodse mensen helpt om het wantrouwen te overwinnen heb ik meerdere malen ervaren tijdens de reizen van mijn vrouw en mij door Israël. Op een keer ontmoette ik een Joodse man in Jeruzalem bij de synagoge, wij zaten naast elkaar op een bankje en na enige aarzeling ontspon zich een gesprek over Israël en het Jodendom. Hij was duidelijk niet ingenomen met christenen, enige vijandigheid van zijn kant was merkbaar, maar tijdens het gesprek werd dat minder en het vertrouwen groeide. Bij ons afscheid schudden wij elkaar de hand. Ik zei tegen hem: ‘Joden verwachten de Messias en die Joodse Messias is ook degene die wij verwachten’. Hij en ik waren zichtbaar ontroerd en namen afscheid. Ook de keer dat ik een oudere man ontmoette in Israël en ik op zijn arm het kampnummer uit een concentratiekamp getatoeëerd zag, was voor mij een moment van bewustwording, van wat er met de Joden is gebeurd. Zo heb ik meerdere malen mogen ervaren dat er, door in gesprek te gaan met Joodse mensen, vriendschappen kunnen ontstaan. Mijn vrouw en ik kregen zelfs een keer een uitnodiging om Bar Mitswa bij te wonen en de sabbat te vieren. Ook op andere momenten bleek, dat het contact zoeken en het in gesprek raken met elkaar de weg was naar wederzijdse waardering en vertrouwen.
Soms vraag ik mij af of het niet eens mogelijk zou zijn om een Rabbi in onze kerkdienst uit te nodigen om een bijdrage te leveren vanuit hun belevingswereld. Maar ook het toelichten van een hoofdstuk uit het eerste testament is te overwegen. Het lijkt mij iets om verder over na te denken.
Ik schreef deze bijdrage op 4 oktober, op Israëlzondag. Ik hoop van harte dat het stof tot nadenken oplevert.
--------------------------------Heino Simons-----------------------------------------------------------
God doorbreekt grenzen
Een nieuw christendom
De titel ‘Theoloog des vaderlands’, heeft een beperkte houdbaarheid. Jaarlijks wordt hij of – zoals in dit jaar – zij verkozen. Met de korte geldigheidsduur van de titel, is de verkiezing vooral een erkenning van wat iemand als theoloog al (heeft) betekent. Van de vorig jaar verkozen Samuel Lee, had ik eerlijk gezegd nog niet eerder gehoord en ik durf niet te zeggen of hij in het afgelopen jaar bekend(er) is geworden bij het ‘grote publiek’, hoewel hij zichzelf het liefst theoloog ‘van de straat’ noemt.
Samuel Lee schreef in het afgelopen jaar een lezenswaardig boek(je): ‘Verlangen naar een nieuw christendom’. Daarin klinkt zijn diepe verlangen door naar een wereld waar gerechtigheid en liefde heersen.
Gerechtigheid en liefde zijn begrippen die ook een rol spelen in de huidige discussies over discriminatie en racisme: LHBTIQ+, #Me Too, Black lives matter, KOZP, antisemitisme…
De vaak felle debatten gaan ook niet aan de kerken voorbij: Nashvilleverklaring, ‘De negers met hun loftrompet’, afbeeldingen van een ‘witte’ Jezus… en wat te denken van gelijkenissen waarin knechten en slaven een rol spelen, of de rol van vrouwen in de Bijbel en in de christelijke en kerkelijke traditie…
Dialoog
Samuel Lee wijst er op dat Europa en Noord Amerika niet langer het christelijke epicentrum, maar dat het christendom een ‘meerderheidswereld’-religie is geworden. Deze verschuiving betekent een grote verandering voor het christendom. ‘Het christendom gaat zich vernieuwen… Dit zal een tijdperk zijn van zelfreflectie, bewustwording en hervorming van binnen uit… God roept zijn kerk op om … goddelijke liefde te tonen, het credo van tolerantie uit te leven en te zorgen voor de wereld’, aldus Samuel Lee.
Het boek eindigt met een uitnodiging en aansporing om de dialoog aan te gaan: met wetenschap, met culturen en met andere religies. Het gesprek geeft mensen de gelegenheid elkaar te leren kennen en van elkaar te leren. Het is een verrijkende uitwisseling tussen volken, religies en culturen.
Mensheid in Christus
Het verlangen naar een nieuwe gestalte van het christendom en het pleidooi voor het voeren van de dialoog, zijn voor Samuel Lee een kern van de bijbelse verkondiging: ‘Wij beweren dat God mens is geworden, hoe meer moeten wij dan streven naar menszijn en naar de mensheid in Christus .. God is mens geworden, en dat horen ook wij te zijn.’
Daarmee raakt Samuel Lee aan wat wij met Kerst vieren: God is mens geworden.
Het Kerstfeest is niet alleen de vreugde om een nieuw geboren leven, het is ook de blijdschap dat God op aarde is gekomen. Kerst is de verwondering dat God niet op zichzelf, in een eigen wereld is gebleven, maar dat hij het leven van mensen wil delen. Met de komst van Jezus doorbreekt God grenzen en kiest Hij er voor om aan de kant van ons mensen te staan. Het is een teken en daad van liefde: zo lief heeft God de wereld, dat Hij zij enige Zoon gegeven heeft.
De Eeuwige ziet verder dan zijn eigen kring. Wij zouden vandaag zeggen: God stapt uit zijn comfortzone, Hij blijft niet in zijn eigen bubble. Anders gezegd: de Levende doorbreekt grenzen en overbrugt afstand. Er gaat een wereld van liefde en gerechtigheid open als het licht van de Ene over mensen opgaat. Tegenstellingen, tussen God en mensen, tussen hemel en aarde, worden opgeheven en er breekt een nieuwe wereld van vrede en liefde aan:
Eer aan God in de hoogste hemel
en vrede op aarde voor alle mensen die Hij liefheeft.
--------------------------------Bert Jan van Haarlem----------------------------------------------
Kerst
Op 18 november hadden we de jaarlijkse gemeenteavond van de PGE. Voor het eerst, en wie weet voor het laatst, geheel digitaal. Met een scherm vol mensen zaten we stil bij het kerk zijn in deze tijd. Algemene kerkenraad, college van kerkrentmeesters en het college van diakenen legden verantwoording af over het gevoerde beleid. De begrotingen voor 2021 zijn toegelicht en enkele vragen werden beantwoord.
Het belangrijkste onderwerp in de AK is op dit moment de samenwerking met de Protestantse Gemeente Sint Oedenrode, Son en Breugel (PG OSB). In oktober lieten de wijkkerkenraad van de Johannesgemeente en de kerkenraad van PG OSB weten dat zij positief zijn over de fase waarin zij elkaar hebben leren kennen, waarin een aantal activiteiten samen zijn uitgevoerd en waarin is nagedacht over mogelijke vormen van samenwerking. Beide kerkenraden stelden voor over te gaan tot een samengaan (fusie) van beide protestantse gemeenten in een nieuwe protestantse gemeente. De PG OSB zou daarbij samengaan met de Johannesgemeente. De algemene kerkenraad heeft hierover gesproken en gemeend dat een dergelijk besluit nog niet genomen kan worden. Een commissie vanuit de AK is ingesteld die eerst een aantal zaken uitzoekt en op een rijtje zet: de motivatie vanuit PG OSB, vanuit de Johannesgemeente, vanuit de PGE om samen te willen gaan; de mogelijke vorm(en) van samenwerking, de verplichtingen die de PGE en PG OSB daarbij aangaan. De AK vindt van belang dat een toekomstvaste en stabiele situatie ontstaat. De commissie bestaat uit ondergetekende, Christof Francke (Zuid), Henk Grootjans (Johannesgemeente) en Jan Pieter Maurice (Kruispunt). De commissie zal in samenwerking met PG OSB een document opleveren dat eerst in de AK en vervolgens in de verschillende wijkgemeenten (kerkenraad en gemeenteavond) besproken kan worden. Naar verwachting zal dat in het nieuwe jaar zijn.
Binnenkort vieren we kerst, de komst van Jezus op aarde. In en rond de stal van Bethlehem waren geen massabijeenkomsten, grote kerstvieringen, overvolle kerken. Dat zal dit jaar in Eindhoven ook niet zo zijn. We zullen met elkaar kerst vieren in kleine kring, al dan niet op creatieve manieren in groepen in de kerk, met familie, vrienden en geloofsgenoten op afstand. Voor ons het is dat heel bijzonder. Maar voor christenen in sommige landen is dat een gewone manier van kerst vieren: omdat ze met weinigen zijn, of omdat ze er niet mogen zijn. Kerst 2020 geeft daarmee een moment om extra stil te staan bij de grote mogelijkheden en vrijheden die wij normaal hebben. Dat we er zuinig op zijn.
Ik wens u heel gezegende kerstdagen toe. Hartelijke groet!
----------------------Benjamin Jansen, voorzitter algemene kerkenraad---------------
De waanzin heeft het hoogste woord
(naar aanleiding van Gezang 466 uit ons huidige liedboek)
Gezang 125 uit ons oude Liedboek voor de Kerken is sinds zijn verschijnen in 1972 een zeer geliefd lied geworden gedurende de jaarlijkse Advent. Het is geschreven door Willem Barnard, die het in Engelse liedboeken vond. Daar stonden maar vijf strofen, terwijl de oorspronkelijke Latijnse versie uit zeven strofen bestond, bedoeld voor de zeven dagen vóór 24 december, om gezongen te worden tijdens de vesper. Elke dag één strofe bij het zingen van het Magnificat (Maria's loflied).
Later heeft Barnard die hymne opnieuw vertaald en nu met alle zeven strofen. Het zinde hem helemaal niet dat inmiddels in kerkelijk Nederland het refrein: ‘wees blij’ als een advents-wake-up-call ingeburgerd was geraakt.
Barnard zelf noemde dat blaten. Ik moest erg lachen toen ik dat las.
Welke dichter is in staat zijn eigen werk zo kritisch te benaderen? Als een ander het had opgemerkt was hij misschien wel verongelijkt geweest.
Nu, Barnard noemt het bekende “Wees blij” dus blaten. En dan denk je toch onmiddellijk aan een kudde schapen? Ik vind die zelfkritiek grandioos. Ja, ikzelf heb al die jaren heerlijk meegeblaat en het lied is mij ook nog erg lief geworden. Tot ik op een zondag in Advent in de Oud-Katholieke Kathedraal van Sinte Gertrudis in Utrecht Barnards latere versie zong, die in het Oud-Katholiek Gezangboek (559) staat:
‘Op aarde plant het kwaad zich voort,
de waanzin voert het hoogste woord,
het zaad verdort, de oogst wordt schraal,
o Wijsheid, daal als vruchtbare taal!
O kom, ja, kom, Emmanuel!
Verblijd uw volk, uw Israël!’
Het was alsof mijn hart openging. Hier opeens was de Bijbelse theologie helemaal aanwezig! Terwijl de eerste versie, hoe mooi ook, toch een naar binnen gekeerd lied van de kerk was, stonden hier Israël en daarbij ook de kerk opeens midden in de wereld.
Toen ik een jaar later aan dirigent Ruud Huijbregts voorstelde om de nieuwere versie tijdens de Lessons and Carols in de Cathrien te zingen, weigerde hij dat, omdat hij voorrang wilde geven aan de eerste versie. Natuurlijk, kerkmusici willen schoonheid en die eerste woorden van de nieuwe versie waren veel te rauw! Veel kerkmensen willen niet graag dat zaken, waar het eigenlijk om gaat al te luid worden geroepen.
‘Laten wij het fijntjes houden’, riep een kerkganger mij eens verwijtend toe.
Maar kijk nu nog eens naar dat lied. Barnard heeft het geschreven voordat Putin, Erdogan en Trump bestonden. Wel was Hitler al gepasseerd, en natuurlijk waren er ook toen foute regimes, denk aan Pinochet. Maar zo erg en verbreid als het nu is, was het toen nog niet. Dat is de kracht van het kerklied. Dat kan zomaar een nieuwe impuls krijgen als de tijden veranderen. Ik schrijf dit een dag vóór de Amerikaanse verkiezingen en die alleen al weerspiegelen de woorden uit de tweede regel: ‘de waanzin voert het hoogste woord’. Een president die ongestraft 20.000 aperte leugens kan verkopen en daarmee de wereld in een nog grotere gevarenzone brengt dan die al was, wordt hiermee aan de kaak gesteld! ‘Het zaad verdort, de oogst wordt schraal’, wat zijn dat in deze context onheilspellende woorden! De gemakzuchtige oplossingen van politici als Trump zullen voor het klimaat en de gezondheid grote gevolgen hebben.
En dan die aanroeping van de wijsheid: ‘O wijsheid, daal als vruchtbare taal’!
Nee, daar is niet filosofie mee bedoeld, maar het Bijbelse begrip chokma, de diepe praktische wijsheid van de traditie, unieke levenservaring dus, die richting geeft aan het goede leven: Wat een wonderbare zin.
Vooral als je Trump al zijn onzin-zinnen hoort uitventen, klinkt hier het diepe verlangen naar de taal die ertoe doét. De taal van bevrijding, de exodus-taal van het nieuwe leven en van de nieuwe mens.
Dat staat duidelijk in het ook nieuwe, tweede vers:
‘Verlichte wolk en lopend vuur,
zo waart gij eens op aarde hier,
die onze Heer en Meester zijt,
zie neer en kom in majesteit!’
Dus zo wordt gedurende de Advent, geheel in overeenstemming met de lezingen van de Adventstijd en ook nog de weken daarvoor, de aandacht gericht op de barre geschiedenis waarin wij met z'n allen verkeren en waar het licht van de Messias niet zomaar een walmend pitje is, maar een lopend, laaiend, ja, verterend vuur!
Zowel bij Lukas als bij Mattheus is de geboorte van Jezus ingebed in de geopolitiek van die tijd, en dat is niet bedoeld als tijdsaanduiding, maar om synagoge en kerk te leren: niet Herodes, en niet Augustus hebben de macht, maar dit mensenkind, de nieuwe mens! Immanuel: God-met-ons!
De melodie werd rond 1960 gevonden in Rituel à l’usage d’une abbaye de femmes uit 1490-1510, dat zich in de Bibliothèque Nationale de France bevindt. De vierkante noten wijzen op verwantschap met het gregoriaans
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
---------------------------------------Chris Mondt----------------------------------------------------
Kerstcampagne Geef Licht!
Het is Advent en we leven toe naar Kerst. Een feest, want met het Kerstkind werd het licht voor ons allemaal. Het donker kennen we goed. Komt het door het coronavirus, of door verandering van het klimaat, door verstoorde verhoudingen tussen de landen, door verharding van de toon in onze omgang met elkaar, door… ? Midden in onze donkerte laat God het licht worden. Dat licht hebben we hard nodig, En we kunnen het licht doorgeven aan elkaar, aan anderen dichtbij en ver weg.
Met de Kerstcampagne Geef Licht! geeft Kerk in Actie licht aan vluchtelingenkinderen in Griekenland. De situatie in de kampen is schrijnend. Natte tenten, onvoldoende sanitair, teveel mensen op een plek, te weinig voedsel en geen schoon drinkwater. Het is er onveilig en vaak is er geweld. Duizenden kinderen leven in overvolle Griekse kampen. Kinderen op zoek naar warmte, veiligheid, een toekomst. Ruim 5000 kinderen leven zelfs zonder hun ouders of andere volwassenen die voor hen zorgen. De schattingen zijn dat in alle Griekse kampen samen zo’n 50.000 vluchtelingenkinderen wonen.
Kerk in Actie helpt via verschillende organisaties. Vluchtelingen krijgen bij aankomst voedsel, water en kleding. Voor kinderen is er onderwijs op een veilige plek buiten de kampen (al ligt dat nu vanwege de coronacrisis deels stil). Waar mogelijk worden vluchtelingen geholpen om door te reizen naar een betere plek.
De Kerstcampagne Geef Licht! kan voor een aantal van de vluchtelingenkinderen in Griekenland het verschil maken. Uitzicht bieden waar nu geen hoop meer is. Uw steun en uw giften zijn hard nodig. Komt u ook in actie?
---------------------------Antje Dekker, Diaconie-------------------------------------------------
Van de Voedselbank
De vorige editie in maart is geëindigd met mij voor te stellen als nieuwe voorzitter van de Voedselbank Eindhoven als opvolger van Jelle Krol. Ik wil beginnnen met iedereen te bedanken voor de persoonlijke en kerkelijke giften en het inzamelen van voedsel (het product van de maand), waarmee wij heel erg zijn geholpen.
Vorige keer schreef ik dat we hadden verwacht en gehoopt, dat het aantal cliënten van de Voedselbank gestaag zou afnemen; het aantal cliënten stond toen op 650 gezinnen, ongeveer1400 personen. Als gevolg van de coronacrisis dachten wij dat er een toename zou plaatsvinden, maar tot onze verbazing is het aantal cliënten gedaald naar momenteel rond de 600. (ongeveer 1250 personen).
De coronacrisis heeft er ook toe geleid dat wij helaas hebben moeten besluiten om het uitdeelpunt aan de Orionstraat te sluiten, omdat de maatregelen zoals voorgeschreven door het RIVM daar niet konden worden uitgevoerd. We hebben nu nog 2 uitdeelpunten, Kanaaldijk-Noord en de Fakkellaan.
We zijn in de gelukkige omstandigheid dat wij de Voedselbank niet hoeven te sluiten, maar dat we in staat zijn met aanpassingen onze cliënten van een voedselpakket te voorzien. De sociale aspecten zoals koffie drinken, een praatje maken enzovoort kunnen helaas niet meer.
De coronacrisis zorgt er momenteel ook voor dat wij minder voedsel krijgen dan we graag zouden willen. De leveranties van leveranciers nemen af en ook het afhalen bij de winkels wordt steeds minder door allerlei activiteiten die door de winkels zelf worden ondernomen om toch nog zoveel mogelijk van hun producten te kunnen verkopen. Winkelacties worden schaars vanwege het feit dat winkels liever geen extra mensen toelaten om de producten in ontvangst te nemen.
DUS IS ALLE VOEDSEL DAT WE KUNNEN BINNENHALEN WELKOM OOK VIA DE KERKEN.
We kunnen op dit moment dan ook niet meer zulke uitgebreide voedselpakketten geven dan in het verleden. Uitgangspunt is om zoveel mogelijk de schijf van vijf toe te passen (brood, vlees, groente, zuivelproducten).
Ondanks de moeilijke situatie, vanwege de coronacrisis, zetten alle vrijwilligers zich met hart en ziel in om de pakketten ieder dag weer op tijd klaar te hebben om uit te delen. Sommigen hebben afgehaakt en anderen hebben zich aangemeld, waardoor het werk gewoon doorgang kan vinden. Helaas kunnen we niet in de toekomst kijken, maar we gaan ervan uit dat de huidige situatie voorlopig nog wel even zo zal blijven.
We zijn de kerkelijke gemeenschap dankbaar dat zij haar steun nog steeds ononderbroken heeft voortgezet. Voor een deel in de vorm van de gewaardeerde financiële bijdrage, daarnaast het inzamelen van het product van de maand. Dat blijft hard nodig.
Met de feestdagen voor de deur is het ook hartverwarmend te vernemen dat er weer op verschillende plaatsen o.a, scholen, bedrijven, kerken, particulieren, inzamelingen worden gehouden om de cliënten van de Voedselbank iets extra's te doen toekomen.
Ik wil u hartelijk bedanken voor de goede samenwerking in de afgelopen periode en hoop dat dit ook voor het komend jaar het geval kan zijn.
---------------------Rob Baken, Voedselbank Eindhoven-------------------------------------
Straatpastoraat Eindhoven
Rob Kosterman, diaken in de Rooms-Katholieke Kerk is bij velen bekend. Hij werkt sinds enige jaren als straatpastor met dak- en thuislozen. Indien u meer wilt weten over dit werk is het heel interessant om eens een kijkje te nemen op de website: www.straatpastoraateindhoven.nl
U kunt daarop kennisnemen van diverse aspecten van het werk en de organisatie van het straatpastoraat. Diverse filmpjes en jaarverslagen geven een beeld van het boeiende werk van Rob. Andere van de soms erbarmelijke omstandigheden van het straatleven, maar ook eerlijke, trieste en hoopgevende verhalen.
Anderhalf jaar geleden werd ik benaderd door Frans Verhoeven, voormalig deken van de RK kerk in Eindhoven en voorzitter van het stichtingsbestuur (het is een kerkelijke rooms-katholieke stichting). Hij polste mij over de mogelijkheid van een financiële bijdrage voor dit werk door de diaconie. In principe staat het College van Diakenen hier positief tegenover. Tegelijk riep het de vraag op of de steun voor dit werk niet breder door de PGE gedragen zou moeten worden. Het werk heeft weliswaar een sterk diaconale kant, maar heet niet voor niets pastoraat. Mijns inziens verdient het onze ruime steun. Ook de protestantse kerk kan (moet?) zich zo in de samenleving laten zien. In een tijd dat de kerk niet meer vanzelfsprekend aanwezig is en zoekt naar nieuwe manieren om het gezicht van Christus te tonen is dit een uitgelezen kans.
Het afgelopen voorjaar kreeg ik een telefoontje van iemand die ik ken vanuit ’t Hemeltje. Zij was inmiddels theologie gaan studeren, maar nog steeds met hart en ziel verbonden aan de dak- en thuisloze. Zij wilde graag een stage doen bij het straatpastoraat en van daaruit de mogelijkheid onderzoeken om een protestantse loot op het straatpastoraat in Eindhoven te enten. Het liefst zou ze willen dat haar stage tot een baan zou kunnen uitgroeien. Daarom bracht Rob Kosterman haar met mij in contact. Ik kon haar niet meteen helpen. Geld om een stagevergoeding te betalen hebben we niet en het hele plan roept nog veel vragen op en zal een ruime voorbereiding vragen. Niettemin is het een mooie gedachte. Het zaadje was geplant. Inmiddels zijn we op weg naar een volgende stap. Er liggen voorstellen bij het stichtingsbestuur en bij de AK om het gesprek van de PGE en het straatpastoraat te verbreden. Voorlopig een oriënterend gesprek om goed de behoefte en mogelijkheden te onderzoeken. Ook de kans dat er geen meerwaarde is of bezwaren opdoemen moet onder ogen worden gezien. De persoon die ik sprak (ik noem geen namen) gaat vanaf januari met haar stage beginnen.
-------------Leo Steinhauzer, voorzitter College van Diakenen------------------------
Licht en donker
Je niet laten leiden door angst …..
We vertrouwen op handgel, eindeloos handen wassen, mondkapjes en anderhalve meter afstand.
Wat gebeurt er veel in deze tijd.
‘Ik wil niet vervelend zijn’, zegt een mevrouw, ’maar dat die God van u dit allemaal laat gebeuren’.
‘Twijfelt u zelf ook niet regelmatig aan uw geloof? ‘
Ik heb n.a.v. van onze gesprekjes al een viering gewijd aan Naomi, de schoonmoeder van Ruth, die zei : ‘Noem mij maar geen Naomi meer – liefelijke- maar Mara, want de Almachtige heeft mij veel bitterheid aangedaan’.
Dat zei ze , toen ze terug kwam in Kanaän, nadat ze de hongersnood ontvlucht was met man en zoons, die daar stierven.
Kern van die overweging was dat als je God almachtig noemt, je dat ook van je eigen verantwoordelijkheid ontslaat en mijn godsbeeld toch anders was.
Kortgeleden kwam na afloop van een uitvaart een mevrouw van achtennegentig naar mij toe.
‘U moet die van mij ook doen’, zei ze,’ maar ik ben wel van mijn geloof gevallen’.
Die mededeling overviel me. Ik kon alleen maar vragen: ‘En hoe voelt dat dan?’Ze antwoordde: ‘Ik voel me vrij’.
Van haar was ook de opmerking: ‘Een kind zonder ouders noem je een wees. Maar welk woord is er voor een moeder die allebei haar kinderen verloor?’
Een paar weken later bereidden we haar afscheid voor met de kleinkinderen.
We kozen voor 1 Korinthe 13: Geloof, hoop en liefde. ik haalde het beeld aan van het kruisje, het ankertje en het hartje.
Het kruis was mevrouw te zwaar geworden.
Maar de liefde spatte er van af bij de familie. Het werd een heel warm afscheid. Op de begraafplaats regende en hagelde het enorm. Toen we afscheid namen van elkaar – coronaproef - op afstand, was het droog en verscheen opeens een regenboog: teken van hoop!
Licht en donker, bij dat thema stonden we de afgelopen dagen stil, in kleine groepjes, in onze vieringen. Het is telkens onzeker of iets doorgaat. Niets is vanzelfsprekend. Naast de worsteling met het geloof is het telkens bijzonder: de ontroering van het weer samenzijn, het genieten van het moment, de openheid van bewoners en vrijwilligers.
Een kerkdienst met drie bewoners en twee vrijwilligers werd zo’n bijzondere ontmoeting, dat we dankbaar waren dat deze doorging, indachtig de woorden: ‘Waar twee of drie in mijn naam bijeen zijn …’ Als jezelf en je gezin 10 dagen in isolatie/quarantaine zat, begrijp je de pijn van anderen ook beter en de zegen van ‘Ik zal er zijn ….’
Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige Naam.
Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan.
Waar ik ben, bent U: wat een kostbaar geheim.
Uw naam is Ik ben en Ik zal er zijn.
Een boog in de wolken als teken van trouw,
staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou!
In tijden van vreugde, maar ook van verdriet,
ben ik bij U veilig, U die mij ziet.
We leven in de tijd van Advent en verlangen naar het Licht in donkere dagen.
Laten we er zijn voor elkaar!
Stef Bos zingt het zo:
Jij daar in het donker
Jij daar in de nacht
Jij die naar de hemel kijkt
En op een wonder wacht
Jij daar in de doolhof
En jij die wordt vergeten
Jij die naar het licht zoekt
En de keten wilt doorbreken
Jij daar die blijft vechten
Tegen de molens in de wind
Die blijft geloven in de liefde
Tegen elke stroming in
Jij bent niet alleen
Jij droomt niet alleen
Jij staat niet alleen
Want wij staan aan jouw kant
--------------------------------------Joop Lankhaar-----------------------------------------------
By the rivers of Babylon
Met de nieuwe regeringsmaatregelen worden we weer met de neus op de feiten gedrukt: het coronavirus is nog steeds onder ons. Daarom moeten we afstand houden, mogen elkaar niet aanraken, geen verbroedering in de kroegen, geen spreekkoren in het stadion en geen samenzang in de kerk. Ooit doopte premier Rutte dit als ‘het nieuwe normaal’.
Die term doet mij teveel denken dat de nieuwe situatie normaal is. Het klinkt alsof het enige wat ik moet doen, is proberen een knop van in mijn hoofd om te zetten van normaal naar ‘het nieuwe normaal’. Terwijl ik het echt niet normaal vind om al mijn emoties in te houden, en velen ervaren dat zo.
De Bijbel heeft voor dat soort situaties, die niet normaal zijn, toch betere beelden gevonden. Bijvoorbeeld honderden dagen opgesloten zitten in een ark, voortgedreven over het onverschillige water. Of veertig jaar zwerven door de woestijn, zonder te weten wat je zult eten. Of jaren in ballingschap leven in een vreemd land, ver weg van je huis en haard.
Al die beelden klinken niet alsof de bestaande situatie voortaan het nieuwe normaal zal zijn. Reikhalzend kijken mensen uit naar het moment dat het water zakt en de ark aan land komt. Zwervend door de woestijn worden de voeten soms gehinderd door zware onderbuikgevoelens, maar ook gedragen door het verlangen naar het beloofde land. En in de ballingschap worden er liederen gezongen van heimwee naar het land waar wij ooit woonden.
Zo’n lied is Psalm 137. Het is een Psalm die ook in de Popwereld een coming out heeft beleefd. In 1970 bracht de reggaegroep The Melodians uit Jamaica het nummer Rivers of Babylon uit. Het werd pas acht jaar later een echte hit, toen de Duitse discogroep Boney M. er een cover van maakte.
De Psalm is een lied vol heimwee en verdriet, want het is goed om zo af en toe je verdriet uit te spreken (of te huilen) en je heimwee uit te schreeuwen. Dat lucht op!
Er zit verontwaardiging in de Psalm om wat ons is aangedaan; en ook een roep om wraak. Als je wraak voelt woelen in je ziel, kun je dat beter toegeven; wegstoppen heeft geen zin. Iets anders is dat je gehoor geeft aan de duistere verlangens die in je leven. Hoewel, dat Corona virus en al zijn klonen – ik zou ze wel op de rotsen willen verpletteren!
In de Psalm zit ook een verlangen naar Jeruzalem, naar vertrouwde grond. De tijd dat alles weer normaal wordt.
Wat is ons normaal, het Jeruzalem waarheen wij terug willen? Dat je weer dichtbij kunt komen? Dat je de ander een hand kunt geven, zonder dat het niet mag? Dat je kunt omhelzen? Dat je weer samen kunt zingen? Dat je de beker kunt doorgeven aan de ander? Dat je bij elkaar kunt zijn zonder angst? Of eigenlijk alles wat nu niet normaal is?
-------------------------------ds Tjalling Huisman----------------------------------------------
Flexibiliteit inspireert nieuwe initiatieven
Dit bijzondere jaar heeft veel organisaties en stichtingen grote uitdagingen geboden, zo ook TINT. Om studenten te kunnen blijven helpen met thema’s als welzijn, spiritualiteit en persoonlijke ontwikkeling, was het zaak voor TINT om creatief om te gaan met hoe de kaarten dit jaar voor ons allen gedeeld waren. We merkten dat studenten al snel “online moe” werden. Omdat alles naar de virtuele wereld verhuisde, ontstond er minder interesse in de verzadigde markt van online activiteiten. Het laptopscherm werd zo vaak mogelijk gesloten, men ging vaker naar buiten, en zocht meer fysiek vermaak.
Dit maakte dat de online activiteiten bij TINT steeds minder werden bezocht. Dus werd het zaak om nog flexibeler om te gaan met de wensen van de studenten, en kritisch naar onze eigen activiteiten te kijken. Conclusie: we hadden een nieuw medium nodig om de studenten te blijven bereiken, waarbij studenten niet achter een scherm hoefden te zitten, maar wel de handvatten konden ontvangen waar ze nu juist nog zoveel meer naar verlangden dan ooit tevoren. Zo kwamen we bij een medium terecht dat al eerder de interesse had gewekt van onze oud-collega, event organizer Ieva: de podcast.
Een podcast is een serie ‘on demand’ audio-uitzendingen. Het verhoudt zich tot radio zoals Netflix of Videoland zich verhoudt tot televisie. Maar omdat het alleen audio is, kan iemand dus een spelletje spelen, de afwas doen of zelfs de deur uit gaan en lekker fietsen of wandelen, terwijl hij of zij luistert naar een aflevering. De “online moeheid” beperkt luisteraars zo niet meer om in contact te kunnen staan met TINT.
Ook beseften we dat een podcast ons de mogelijkheid gaf om de kennis niet “verloren” te laten gaan: het wordt een archief dat zo lang als wij willen online zal blijven staan en voor iedereen te beluisteren is. Dit zou ons weer helpen een groter bereik te creëren met de kennis van onze life coaches en andere gasten. Want waar wij bij een workshop of evenement maar 12 tot 50 studenten bereiken, zit er geen beperking aan het aantal luisteraars bij een podcast.
In 35 tot 50 minuten gaan we in op de basiskennis van een onderwerp. Maar het is geen vervanger voor de andere TINT activiteiten: daar bieden we verdieping, interactie en persoonlijk contact.
De eerste podcasts staan ondertussen online, met nu al gemiddeld 60 luisteraars. We zijn erg blij om te zien dat we een nieuw medium hebben gevonden dat de studenten aanspreekt. Door al deze kansen beseften we overigens ook, dat dit niet iets hoeft te zijn voor alleen in deze online periode. De kracht van de podcast kunnen we in blijven zetten wanneer de pandemie voorbij is.
Zelf kunt u ook luisteren naar de TINT podcast. Dit kan door te zoeken naar “Tools For Life, de TINT Podcast” op: Spotify, iTunes (Apple Podcasts) of Google Podcasts. Ook vindt u de podcasts op onze website: www.tint-eindhoven.nl
------------------Arantja Rosalina, Programmamanager bij TINT-----------------------
Ere zij God en VREDE OP AARDE………
Het moet me daar toch een engelenspektakel geweest zijn in de velden van Efrata bij de herders. Was er melding gemaakt van dit evenement bij de bureaucratie van keizer Augustus? Waren er leges betaald? Waren de vergunningen in orde? Moesten de engelen meegeteld worden bij de volkstelling? De herders namen het nogal soepeltjes op, al hebben ze waarschijnlijk toch even met de ogen geknipperd.
Veel grote componisten hebben een poging gedaan iets van het overweldigende van de engelenzang voor ons hoorbaar te maken. De herders hadden tijdens hun terugkeer uit Bethlehem daartoe al een voorzetje gemaakt. Onduidelijk is of de componisten daarvan nog iets meegekregen hebben. Telden die herders eigenlijk wel mee?
Het begin van de engelenzang lijkt gelijkenis te hebben met het Onze Vader. Knap neergeschreven toch door Lucas. Duidelijk, misschien wel bijna te volgen. En dan vervolgens: ………VREDE OP AARDE, in mensen een welbehagen………………Bij het Onze Vader volgt dan al snel: …….Geef ons heden ons dagelijks brood……..
Nu iets totaal anders. De stichting NIVD (Nederlandse Industrie voor Veiligheid en Defensie) schrijft op haar website: ”Samen met het Ministerie van Economische Zaken en met het Ministerie van Defensie stellen de Nederlandse wapenfabrikanten elke twee jaar een handelsbevorderingsagenda op”. Dat is dan weer heel andere koek: Economische zaken?…….Wapenhandelaren?…………. handelsbevorderings-agenda???…….…….Vanwege ons dagelijks brood?.......is dat niet gevaarlijk voor anderen?…………is er geen gevaar dat dit vluchtelingenstromen oplevert? Dat is een vraag die mijlenver vooraf gaat aan de vraag of wij die zouden willen opvangen; een vraag over ons dagelijks brood ……….in mensen een welbehagen?
Ondanks de totaal andere bronnen raken die engelenzang en die ministeriële samenwerking met de NIVD elkaar toch wel ergens.
Laten we het nu gezellig houden en ……. met jong en oud kerstversieringen knutselen. John Lennon (Beatles) en zijn vriend Carl Fredrik Reuterswärd waren geen heiligen. Ze hebben wel hun artistieke gaven ingezet voor de vrede. Laten we door hen worden aangespoord om een ‘knotted gun’ te knutselen, geïnspireerd op het ontwerp van Carl Fredrik. Hij maakte dit toen John vermoord was. U kunt de instructie lezen op www.vredesburo.nl onder het kopje kerstversieringen knutselen.
, Platform Levensbeschouwing en Vrede
-----------------------------------Kees Minderhoud----------------------------------------------
november-december 2020 met thema: "Jaarthema's" Lees meer...
Introductie SAMEN november 2020
Het novembernummer is een bijzonder nummer: het behandelt de jaarplannen van de drie gemeenten van de PGE. Dit jaar is door elk van de gemeenten een eigen jaarplan gekozen. De Johannesgemeente kiest het thema ‘het goede leven’ in navolging van de landelijke protestantse kerk. PGE Zuid kiest voor het thema ‘vrede’ , dat ingeleid wordt door een artikel van beide predikanten. Het Kruispunt voor ‘een nieuwe lente’ als veelbelovend perspectief. Bij elk artikel over deze thema’s staat een kort commentaar van een gemeentelid uit een zustergemeente. Een column is bij dit nummer niet.
Naast vele andere waardevolle artikelen is het goed op de middenpagina’s de mededeling over de aanstaande gemeentevergadering te harte te nemen. We hopen dat we ondanks de corona beperkingen dit jaar toch tot een vruchtbare bezinning kunnen komen over de vraag die daarin aan de orde wodt gesteld.
----------------------Jan Scheurer namens de redactie----------------------------------------
Jaarthema 'Het goede leven'
Het was en is een bijzonder jaar, vervreemdend, verontrustend, raar. Door de corona-epidemie zijn we allemaal op unieke wijze van de wijs gebracht. Ons vertrouwde leven is radicaal veranderd. Hoe? Dat is is voor iedereen anders. Maar voor iedereen geldt: onze bewegingsvrijheid is beperkt. We moeten voortdurend oppassen dat we niet besmet raken, of iemand besmetten - áls we al de deur uitgaan. Dat bewustzijn zet onze levens op scherp. Bij alles wat je doet moet je bedenken hoe het dan moet, of je er verstandig aan doet, of het wel goed is. En als je niet meer buitenkomt, geen mensen meer kunt ontmoeten: dan is het de kunst om toch op één of andere manier ritme in je leven te houden, de eenzaamheid te weerstaan en jezelf, zo goed en zo kwaad als dat gaat, in beweging te houden, fysiek en mentaal.
We moeten wennen aan 'het nieuwe normaal' - iets waar je eigenlijk niet aan wilt wennen. We moeten wennen aan leven met onzekerheid: met plannen die niet doorgaan, onduidelijkheid in regels, onze eigenwijzigheid of weerzin tegen de regels. Kortom: het is niet goed, zoals het nu is, en we verlangen naar een tijd waarin het wel goed was.
Hoe zag ons leven er eigenlijk uit voor het uitbreken van de pandemie? En wat maakte het dan goed? Het ultieme beeld van het goede leven misschien wel het meest op het Zwitserlevengevoel. Met open dak langs prachtige uitzichten rijden, of dobberen op een kleine jacht in een Mediterrane zee. Zon, warmte, lekker eten.
Maar wat het leven goed maakt, verschilt per mens. Het leven is goed als je te eten hebt, en een dak boven het hoofd, en zo nu en dan iets gezelligs kunt doen. Maar het is ook een leven waarin je niet teveel moet. Of waarin je juist allerlei dingen te doen hebt. Het is een leven waarin je je nuttig kunt maken voor anderen. Maar waarin je ook je eigen weg mag zoeken. Het is leven in gezondheid, of goed kunnen leven ondanks een slechte gezondheid. Het is nieuwe wegen vinden, of juist het kunnen uithouden met hoe het nu is.
In dit kerkelijke seizoen willen we samen gaan onderzoeken wat het goede leven is, of kan zijn. Voor ons persoonlijk, voor anderen, voor jong, voor oud. Dat is een spannende vraag, in een tijd waarin er zoveel onzekerheid is, en het leven voor veel mensen verre van goed is.
Toch willen we hiermee aan de slag. Want misschien is het leven, zoals het nu, vandaag is, ook wel goed, op z'n eigen manier.
Op de eerste avond, woensdag 4 november, gaan we een (of meer) tekst(en) uit de Bijbel lezen en vragen wat die ons zeggen over het goede leven. Kunnen die teksten ons vandaag helpen?
Op de tweede avond gaan we een film kijken, die ons opnieuw laat onderzoeken: wat maakt het leven goed?
Eind januari zal er een lezing worden gehouden door iemand die werkt voor onderzoeksbureau Motivaction in Amsterdam. Welke beelden leven er onder de Nederlandse bevolking over het goede leven? En speelt geloof daar nog een rol in?
Als het over het goede leven gaat, komt ook het goede sterven in beeld. Steeds meer willen mensen genieten van het leven, de regie daarin houden. En zo willen mensen ook de regie over het laatste stuk van hun leven, tot en met de dood. In maart deelt ds. Karin Seijdell haar ervaringen op het sterven, en hoe ook daarin iets goeds te vinden is.
In het voorjaar hopen we ook in gesprek te gaan met een aantal jongeren. Wat maakt hun leven goed? En speelt God of geloof daar een rol in?
Er is veel te zeggen, en heel veel geschreven over wat het leven goed maakt. We willen in de jaarthema bijeenkomsten graag zo breed mogelijk belichten, in de hoop dat er voor ieder iets te vinden is. Tussen alles door zoeken we ook naar welke rol ons geloof, God, speelt in onze zoektocht naar het goede leven, en hopen we dat we elkaar kunnen inspireren in de tijd die komt. En die inspiratie is nodig... in deze kale tijd.
Bij de voorbereiding van de bijeenkomsten kijken we telkens goed naar de landelijke regels omtrent samenkomsten. Bij de planning houden we rekening met luchtcapaciteit en 1,5 meter afstand. Als de situatie het toestaat, is er koffie en thee. Maar zeker de komende maand zal er geen koffie of thee geschonken worden. Het is dit jaar ook heel belangrijk dat je je aanmeldt! Daar zijn we toe verplicht. Meld je daarom vooraf aan bij ds. Bert Jan van Haarlem, Petra Zweers (kerkelijk werker Son en Breugel) of ds. Kirsten Wuijster.
We zien uit naar een mooi seizoen, waarin we elkaar, ondanks alles, kunnen ontmoeten en inspireren!
--------------Petra Zweers, Bert Jan van Haarlem, Kirsten Wuijster---------------
Reactie uit de Kruispuntgemeente……….
Bij ‘het goede leven’ heb ik meteen een associatie met grammatica. Gaat het bij ‘leven’ om een zelfstandig naamwoord? Een leven waaraan je allerlei kwalificaties kunt hangen, zoals rijk, mooi, gelukkig, gezond, en dus ook, goed. En wat maakt een leven dan een goed leven? Zegt goed dan iets over dat waar je nabestaanden aan het graf je aan herinneren? Of gaat het hier bij ‘leven’ om het werkwoord? Dan is ‘het goede’ dat wat wij moeten en mogen leven, in de zin van doen, najagen, naleven, beleven. En wat is dat goede dan? Zo’n kort zinnetje levert dus al meteen een hoop vragen op en vormt daarmee een mooie basis voor het geloofsgesprek in de Johannesgemeente.
--------------------------------------Benjamin Jansen-------------------------------------------------
Vrede
In het voorjaar wordt elk jaar een thema vastgesteld dat in veel opzichten leidend is voor de gespreksgroepen en activiteiten in het volgende seizoen, dat in de regel begint met een Startzondag. De laatste jaren is er bij de vaststelling van het Jaarthema een goede samenwerking gegroeid tussen Woensel, Son/Sint Oedenrode en Zuid. Door de Coronacrisis is dat helaas niet mogelijk geweest.
In Wijkgemeente-Zuid is gaandeweg gekozen voor het thema vrede. Dit tegen de achtergrond van zowel 75 jaar bevrijding als de vragen en gevoelens die te maken hadden en hebben met de coronacrisis.
In dit artikel schetsen we een eerste (Bijbelse) verkenning rond het thema vrede.
De hof van vrede
In de adventstijd is het altijd een genot om de profetie van Jesaja over de dieren te lezen (11, 1- 10). ‘Als de telg van Isai komt…dan zal de wolf zich neerleggen naast het lam…..een koe en een beer grazen samen…bij het hol van een adder speelt een zuigeling.’ Met kerst komen deze woorden van Jesaja terug in het lied Midden in de winternacht (NLB 486:2): ‘Vrede was het overal, wilde dieren kwamen bij de schapen in de stal en zij speelden samen.’ Het is als een hof van vrede.
De werkelijkheid is anders: de dieren (de meeste) vreten elkaar op, het is eten en gegeten worden in de natuur. En wij mensen vreten de dieren op. We hebben er een hele industrie omheen gebouwd. En mensen onderling….
In het eerste scheppingsverhaal (Genesis 1 – 2: 4) kun je de overtuiging lezen dat het zo niet door God bedoeld is. De dieren krijgen de groene planten als voedsel, zij zijn dus echte veganisten. Maar dat geldt ook voor de mensen: voor hen zijn de vruchten van de zaaddragende planten (granen?) en die van de vruchtbomen. God zag dat het zeer goed was: het is als een hof van vrede.
Maar er gaat iets mis. In de gedaante van een slang komt het kwaad het verhaal van de mensen en dieren binnensluipen. En de mens verbergt zich voor God. Even later slaat Kain zijn broer Abel dood.
De wereld zoals wij die kennen is (regelmatig) een slagveld. Je hoeft maar een natuurfilm te zien of de krant open te slaan of je te verdiepen in de vleesindustrie.
Toch blijven we in advent met hardnekkige regelmaat het visioen van Jesaja lezen; met kerst blijven we hartstochtelijk zingen over de schapen en de wilde dieren die samen spelen.
Maar gaat dat ooit werkelijkheid worden? Hoe ver is de vrede?
Er zijn tijden geweest dat mensen hun visioen van vrede aan anderen probeerden op te leggen. Maar dwang werkt bijna altijd desastreus. De liefde waarmee een visioen beleefd wordt, verandert maar al te snel in haat tegen de anderen die het niet willen delen. De hof van vrede wordt dan een paradijs voor the happy few.
De overheid van een land kan grenzen stellen aan de hebzucht en vraatzucht van (sommige / vele) van haar inwoners; internationale organisaties kunnen grenzen stellen aan de agressie van landen en regeringen. Als er in een land een rechtsorde is, is dat al een groot goed. Zonder dat geen hof van vrede. Ook Jesaja spreekt in zijn visioen over gerechtigheid.
De hof van vrede komt volgens Jesaja in zicht door de kennis van de Eeuwige: ‘Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg. Want kennis van de Eeuwige vervult de aarde, zoals het water de bodem van de zee bedekt. (11,9)’
Kennis van de Eeuwige, daarbij denk ik niet aan veel weten. Ik denk aan ‘je gekend weten’. Dat God niet voor je verborgen is maar dat je je gezien weet. Zoals Jezus de mensen zag en zich over hen ontfermde: ieder mens (en ook ieder dier?) als van God gegeven.
Met die ogen leren zien naar een ander mens (en ook een dier?), is misschien wel de deur van de hof van vrede.
Het is niet voor niets dat het visioen van Jesaja verbonden is geraakt met de geboorte van Jezus.
--------------------------------------Tjalling Huisman-----------------------------------------------
‘Vrede voor u’
Als Jezus na zijn opstanding aan zijn volgelingen, die angstig bij elkaar zitten, verschijnt, zegt hij tot driemaal toe ‘vrede voor u’.
Vrede is één van de centrale begrippen in de geloofsbronnen. Toegepast op de Gezondene kun je zeggen dat vrede zijn hele aardse bestaan omvat. In de nacht van zijn geboorte wordt al vrede uitgeroepen over de wereld en tijdens zijn rondgang deelde hij vrede met de mensen, ‘mijn vrede geef ik u’. Zo ook dus na zijn verrijzenis als de Levende.
Deze vrede heeft te maken met ervaringen van liefde, geborgenheid en inspiratie. Vrede kan op deze wijze worden verstaan als de genadige relatie die God met de mensenwereld is aangegaan. Het raakt aan het diepste verlangen.
Vaak wordt vrede in verband gebracht met vergeving van zonden, weer verder kunnen in een verzoende relatie met God en medemensen. In het evangelie is dit een terugkerend en belangrijk thema. De vergeving wordt ruimhartig aangezegd als een teken van terugkerende vrede.
Vrede legt daarmee tegelijkertijd de krachten van schuld, haat en geweld bloot. Heeft daarom oog voor het slachtofferschap. Niet voor niets sprak Jezus ‘vrede voor u uit’ met de wonden in zijn handen en zij. Aan zijn eigen lijf heeft hij ervaren hoe een oproep tot en voorbeeld van vrede agressie oproept en het tegendeel aan het licht bracht. In hem en door hem worden de wonden van de mensenkinderen herkend en erkend.
Zo vertegenwoordigde hij tevens een tegendraadse vrede die een door de macht opgelegde en afgedwongen vrede ontmaskert en mensen zoekt te bevrijden van alles dat knecht en verwondt. Vrede is daarmee een uiterst kritisch en confronterend begrip.
Vanuit deze blikrichting is vrede niet een goedkoop woord dat alleen verwijst naar een mooie gedachte, die als een luchtspiegeling boven de werkelijkheid zweeft. Vrede wil concreet gemaakt worden.
In die lijn krijgt vrede een uitnodigend karakter. Het raakt de individuele keuzes die mensen maken om medemens en wereld met vrede te omarmen. Vrede die zich uitstrekt over alle levensgebieden, geestelijk en materieel. Hetzelfde geldt voor de samenleving als geheel, waarin de persoonlijke keuzes mogen samenvloeien en leiden tot ervaringen en handelswijzen van vrede. Het gaat dan om onderscheidingsvermogen ten aanzien van daders, slachtoffers en systemen die vrede verpulveren of juist tevoorschijn roepen.
-----------------------------------------Elbert Grosheide---------------------------------------------
Reactie uit de Johannesgemeente
Vrede.
Op 21 september was het Wereld Vrede Dag. In Nederland hoort men rondom die tijd in de troonrede al jarenlang: ”banen en veiligheid”. In Eindhoven 18 september: Viering van herkregen vrijheid! Hoe hangen Vrede, Veiligheid en Vrijheid samen? De Nobelprijs voor de Vrede 2020 ging naar bestrijding van honger. Honger, veroorzaakt door slecht rentmeesterschap en klimaatverandering, zelve waarschijnlijk ook veroorzaakt door slecht rentmeesterschap. Is onze hang naar banen en (vermeende) vrijheid en (vermeende) veiligheid doorgeslagen ten koste van vrede en rentmeesterschap? Zijn we te dominant, te weinig solidair? Te veel narcistische en verlammende hang naar vervlogen suprematie? Is vrede de utopie onder de utopieën waarin investeren het meest verantwoord is? Vrede, meer dan een jaarthema waardig!!
-------------------------------------------Kees Minderhoud--------------------------------------------
Lente in de kerk
Op 13 september jongstleden hebben we het seizoen 2020-2021 in de Kruispunt wijkgemeente geopend. Als thema voor dit jaar haken we aan op het recent uitgekomen boek ‘Lente in de Kerk’ van ds. René van Loon.
Op het eerste gezicht lijken de woorden lente en kerk wellicht een tegenstelling. Krimp, leeg rakende kerkbanken, afnemende interesse in de Bijbel en het geloof dat verdwijnt naar de rand van onze samenleving. Dan denk je eerder aan winter dan aan lente in de kerk. Toch is dat (gelukkig) niet alleen het geval, er blijken genoeg tekenen van lente!
Tijdens de presentatie van het jaarthema zijn we begonnen met een tekst uit Jeremia, ontleend aan een brief van ds. Van Loon met betrekking tot dit onderwerp:
De HEER richtte zich tot mij: ‘Wat zie je Jeremia?’ Ik antwoordde: ‘Ik zie een amandeltwijg.’ ‘Dat zie je goed,’ zei de HEER, ‘zo snel als een amandelboom in het voorjaar uitbot, zo snel laat Ik mijn woorden uitkomen.’ Jer.1:11-12.
De tekst uit Jeremia is vooral een belofte, een bemoediging: God gebruikt het beeld van de amandelboom, die in het voorjaar als eerste bloeit, als teken van Zijn trouw. Ook (of juist) in tijden van crisis laat God zijn Woord niet los. Zoals in de tijd van Jeremia, maar ook in deze tijd, nu veel kerken het gevoel hebben dat ze ‘in de winter’ zitten.
Het goede nieuws is dat Gods Geest zich niet laat tegenhouden, Hij laat steeds weer nieuwe gemeenten ontstaan, geeft nieuwe bloei in oude kerken en verbindt ‘oude’ en ‘nieuwe’ Nederlanders die Jezus Christus willen volgen.
In zijn boek Lente in de Kerk, met als ondertitel Impressie van nieuwe en hoopvolle bewegingen, beschrijft ds. René van Loon in acht hoofdstukken de ontwikkelingen die hij de laatste tijd heeft waargenomen op verschillende plekken in Nederland. En hij vroeg de kerken die groeiden naar het geheim van hun vitaliteit. Hij gebruikt daarbij de metafoor van de jaargetijden. Dan staat lente uiteraard voor groei en bloei: nieuwe leden melden zich, jongeren sluiten aan, mensen laten zich dopen. Zo schrijft hij bijvoorbeeld over de gemeente Noorderlicht in Rotterdam-Noord, waar in een paar jaar tijd een enorme aanwas van leden is geweest, met name jonge mensen die aanhaken op het evangelie van Jezus Christus. Maar er zijn ook kerken waar leegloop regeert, jongeren niet meer worden bereikt of afhaken: het bruist en bloeit er niet meer. Daar is het herfst of zelfs winter, met vergrijzing, fusies en kerkgebouwen die verkocht moeten worden omdat ze niet meer nodig zijn.
Het boek is bedoeld om iets zichtbaar te maken van het werk dat God doet én om kerken die in een herfst- of winterperiode zitten te bemoedigen en te inspireren. Daarnaast om mensen te helpen hierover met elkaar in gesprek te gaan: ‘Hoe kunnen we ons door God laten inschakelen in Zijn werk?’, ‘Wat vraagt Hij van ons in deze tijd?’, ‘Wie zijn wij als gemeente van Christus?’ En ook: ‘Hoe komt dat tot uiting, in ons dagelijkse leven, naar de mensen om ons heen?’.
Juist dat gesprek hopen we in Kruispunt met elkaar te kunnen voeren. In de praktijk loopt dat in eerste instantie via een WhatsApp-groep waarin verschillende vragen en stellingen met elkaar besproken worden. Weliswaar ‘op afstand’, maar toch duidelijk met elkaar verbonden. De appgroep is ondertussen ‘live’ en na een wat langzame start lijkt het gesprek nu goed op gang te komen. Iedere maand proberen we zo centraal één hoofdstuk te behandelen. Het eerste hoofdstuk, Een mooie tijd om in te leven, levert meteen een prikkelende vraag op: ’In welk jaargetijde bevindt Kruispunt zich?’. Hierop wordt heel eerlijk en open geantwoord en dat levert weer nieuwe vragen op als: ‘Hoe komt dat?’ en ‘Wat willen we dan betekenen?’. Een samenvatting van de besprekingen volgt regelmatig in de weekbrief om zoveel mogelijk gemeenteleden te bereiken, ook degenen die niet meedoen, of die het onderwerp in hun kring behandelen.
We willen met dit jaarthema allereerst een gemeente breed gesprek voeren, waarbij de diversiteit in onze gemeente naar voren mag komen en er meer begrip en samenhang ontstaat en ook een beweging richting een gezamenlijk doel: wie we als Kruispunt willen zijn en wat we willen betekenen als (wijk)gemeente in een grote stad.
Daarnaast willen we ook bidden voor een nieuwe Lente in Eindhoven, dat Gods werk hier zichtbaar mag blijven en mensen doet besluiten hun leven te gaan delen in de rijkdom van het geloof in Jezus Christus.
Tenslotte hopen we dat die Lente ook in ons eigen leven zichtbaar mag zijn of worden, dat we iets mogen uitstralen van Gods liefde naar mensen om ons heen. Wat zou het mooi zijn als we zo dichter naar God én naar elkaar toe mogen groeien!
-------------------Jan Pieter Maurice,voorzitter Kruispuntgemeente-------------
Reactie vanuit PGE-Zuid
Lente in de kerk.
Bij lente denk je al snel aan nieuw leven, groei, misschien wel hoop. Eigenlijk omstandigheden die je niet verbindt aan deze Coronotijd. Vooral omdat je nu het idee hebt dat alles stil staat. Maar je kunt lente ook uitleggen als beweging: uit de doodsheid van de winter groeit iets nieuw op. Dan komt toch weer die hoop en verwachting van bloei naar voren. En de grote variëteit van geuren, kleuren en leven dat in de lente ontstaat geeft misschien wel een beeld van alle nieuwe ontwikkelingen die nu in de kerk zichtbaar zijn.
--------------------Rita Petit en Gert Schuller, Linda en Jaap Stooker------------
Over kerk en staat
Afgelopen maand kwam op een bijzondere manier de verhouding tussen kerk en staat in de spotlights. Aanleiding vormde groot onbegrip uit de maatschappij over de hersteld hervormden uit Staphorst die met 600 mensen in een kerk zaten (in plaats van met 30), en groot onbegrip bij de hersteld hervormden over de maatschappij, omdat ze immers ruimschoots aan de rivm-richtlijnen voldeden.
Mijn bijdrage gaat niet over wie hierin gelijk had. Ook niet over de vraag wie het meest verstandig handelde. Deze bijdrage gaat over het onbegrip en de afstand tussen kerk en staat. Nu is die afstand ook zo bedoeld. De staat gaat niet over de kerk en de kerk gaat niet over de staat. Waar de kerk vroeger het karakter had van een staatskerk, later van een volkskerk, is de kerk tegenwoordig vooral een kerk van een aantal individuen.
Niettemin, in de grondwet is het grondrecht op godsdienstvrijheid expliciet vastgelegd (artikel 6), evenals het grondrecht dat bij wet voor de uitoefening van dit recht buiten gebouwen en besloten plaatsen regels kunnen worden gesteld ter bescherming van de gezondheid. Dus expliciet niet binnen de kerkgebouwen! Misschien is dat de reden dat volgens sommigen de kerk vooral achter de eigen voordeur moet blijven.
De posities die nu worden ingenomen zijn bizar. Aan de ene kant zegt men: hoe kan het dat de kerk een uitzonderingspositie heeft in de coronaregels? Eigenlijk komt dat neer op vragen waarom de godsdienstvrijheid in de grondwet is verankerd. En als we dat schrappen, laten we dan maar meteen hoofdstuk 1 van de grondwet over al onze grondrechten schrappen. Dat hoofdstuk hebben ze in Noord-Korea ook niet nodig.
Aan de andere kant is de redenatie: waarom zouden wij wereldgelijkvormig moeten zijn, waarom moet de kerk solidair zijn met de horeca, de sportclubs en de theaters, we voelen ons al zo ingeperkt, laat ons toch gewoon zingen, onze kerk is groot genoeg. Die redenatie heeft evenmin mijn sympathie. Het gaat nu niet om solidariteit met de amusementssector. Het gaat om solidariteit met mensen die ziek worden (van corona) of die ziek zijn en van wie de behandeling noodgedwongen moet worden uitgesteld. In Mattheüs 25 geeft Jezus aan dat wat we voor onze minste broeders hebben gedaan, we voor Hem hebben gedaan. En dan hoop ik maar dat dat meer is dan een psalm zingen in een coronakerk.
Kerk en staat staan in een bijzondere verhouding tot elkaar, net als individu en staat. Laten we dat koesteren en er zuinig op zijn. Dat betekent ook dat we als kerk verstandig moeten zijn en niet alles moeten doen wat kan en mag. Het betekent een goede balans vinden tussen de belangen van de kerkgangers en de belangen van onze naasten.
De kerk heeft door de eeuwen heen al zoveel stormen doorstaan; dat zal nu ook gebeuren. Op woensdag 18 november is de jaarlijkse gemeenteavond van de PGE. We bereiden een mooi interactief programma voor rond het thema Crisis als kans. Elders in deze Samen vindt u de toelichting en de uitnodiging.
-------Benjamin Jansen, voorzitter algemene kerkenraad-------------------
Kerstpakketten 2020
In de weken voor kerst worden door de Protestantse Gemeente in Eindhoven 135 kerstpakketten uitgedeeld door de diakenen en andere vrijwilligers aan mensen die in deze tijd een extraatje wel kunnen gebruiken zoals mensen in de bijstand, asielzoekers en daklozen. De pakketten worden aangevuld met het kerstnummer van Open Deur en een zelfgemaakte kerstkaart met een groet van de PGE.
In elke wijk is één diaken die een lijst met namen samenstelt van mensen die in deze wijk in aanmerking komen voor een pakket. Ook het Protestfonds, Het Diaconaal Inloophuis ’t Hemeltje, Vluchtelingen in de Knel en de Stichting “Ervaring die staat” leveren namen aan. Laatst genoemde stichting geeft zorg aan mensen die eerder dak- en thuisloos waren. Deze groep en de vluchtelingen kunnen veel pakketten gebruiken.
U kunt deze kerstpakkettenactie ondersteunen door: bij te dragen aan de kosten van deze kerstpakkettenactie door geld over te maken naar : IBAN: NL62RABO0373736932 t.n.v. College van Diakenen Protestantse Gemeente Eindhoven. Laten wij oog hebben voor elkaar en onze medemens waar nodig actief ondersteunen!
------------------------------Ingrid Amersfoort, diaconie------------------------------
Stilte vullen met stilte
Februari 2002. Er heeft zich net een aardverschuiving in mijn leven voorgedaan: ik ben van Amsterdam naar Eindhoven verhuisd en begonnen met mijn predikantsstage in Nuenen. Vier maanden lang loop ik mee met dominee Ad Wijlhuizen. Een van de eerste dagen geeft hij mij de adressen van vijf gemeenteleden. “Ga daar maar eens langs, daar is niet zo veel aan de hand.” En zo ging ik op pastoraal bezoek, alleen. Achter elke deur en elk adres een verhaal. En al heel snel bleek, dat er geen huizen zijn waar niets aan de hand is. Indrukwekkende verhalen, die ik sindsdien nooit meer ben vergeten. Over de oorlog meemaken als kind zonder je ouders, over een huwelijk zonder liefde, een kinderwens die nooit vervuld werd en die nog net zo schrijnde op hoge leeftijd als toen ze nog jong was. Ik kwam na de vijf gesprekken bij Ad Wijlhuizen en na een stortvloed van tranen zei ik: “Geef me dan maar geen adressen van mensen waar wel iets aan de hand is.” Hij sprak woorden die ik nooit vergat: “Er zijn geen huizen waar niets aan de hand is. De kunst is je aandacht en tijd zo te verdelen, dat je mensen echt hoort en zelf niet kopje onder gaat. Plan nooit meer dan twee pastorale gesprekken op een dag! Als er daarna nog aandacht overschiet, kun je altijd nog onverwacht bij iemand langs.”
Deze maanden waren in veel opzichten zeer waardevol. De stage heeft me geleerd dat er altijd een verhaal te beluisteren is als je daarvoor de ruimte en de tijd neemt. Twee zaken die in 2020 vaak schaars zijn. Jachtigheid, drukke agenda’s en, door Corona, nog meer afstand tussen mensen.
Als geestelijk verzorger kom ik ook bij mensen thuis. Vanuit het Centrum voor Levensvragen begeleid ik mensen die ernstig ziek zijn en hun naasten en mensen van 50 jaar en ouder. Dit doe ik naast mijn werk voor mensen met een verstandelijke beperking.
Ik doe dit werk al enige tijd en daarbij zijn de lessen van Ad Wijlhuizen nog altijd actueel. Laatst was ik voor het eerst bij een oudere dame, Anna. Het huis kon zo in een Woonblad. De tuin ook trouwens. Thee kreeg ik in een porseleinen kopje en er waren bonbons van de banketbakker.
Typisch een huis waar je voorbij loopt, even naar binnen gluurt en – mogelijk lichtelijk jaloers- denkt dat ze het mooi voor elkaar hebben daar.
We zitten een poosje. Ervaring heeft me geleerd niet elke stilte te vullen met woorden. Je kunt de stilte beter vullen met nog meer stilte, met aandacht. Ze roert de suiker in haar thee. En nog is ze stil. Ze schikt en herschikt de bonbons op het schaaltje. “Kun je me vertellen hoe lang ik nog moet?” Haar eerste vraag. Een waarin de diepte resoneert. De hel die het leven kan zijn. Ze lijdt aan haar leeftijd. Aan het niet meer meedoen, aan het gevoel al dood te zijn voor haar omgeving.
De vraag van deze vrouw is bij uitstek het soort vraag waar geen antwoord op verwacht wordt. Levensvragen zijn vragen zonder antwoord die leiden naar diepere vragen. Ik ben met haar de vraag gaan afpellen. Gaan zoeken naar zin, die duidelijk ontbreekt. Na een uur zijn we allebei moe. Anna vertelt me dat ze vroeger vaak ter kerke ging. In een dorpje op de Bible Belt. Ze had me in het gesprek gevraagd of ik misschien iets geloofde. Ik had haar verteld dat ik dominee ben. We gingen er niet op door.
Bij de deur zegt ze me vanuit het niets: “Dankjewel voor je mooie preek.” Pastoraat als preek. Prachtig.
Meer informatie over geestelijke verzorging bij mensen thuis: www.centrumvoorlevensvragenzuidoostbrabant.nl
----------------Karin Seijdell is geestelijk verzorger bij Severinus in Veldhoven en bij het Centrum voor Levensvragen.---------------------------------------
Open Huis St Cathrien in Corona tijd
Doe ik het wel of doe ik het niet, dat is de vraag die ik in deze tijd vaak aan mezelf moet stellen? Loop ik risico of valt het wel mee? Kan ik me aan de regels houden, of laat ik het maar toe?
En regels zijn er ook binnen de ontmoetingsruimte. Natuurlijk kent iedereen ze, maar hoe ga je er mee om. Een paar van onze gasten hebben een eigen mening over de Corona tijd. Ik hoor nog wel eens, van jullie zijn watjes, het is gewoon griep, flauwekul! Daar kan ik de ene keer beter tegen dan de andere keer. En als ik mijn dag niet heb, moet ik me inhouden om niets terug te zeggen.
Ik voel me in deze tijd soms politieagent, men moet handen desinfecteren, naam opgeven, daar gaan zitten, een mondkapje op, dit alles op 1 1/2 meter, dat is ook niet niks. Er kunnen maar tien personen binnen en als de elfde zich aandient moet die of wachten of als de eerste er al een tijdje er is, moet die plaatsmaken. Dat is niet eenvoudig maar het kan helaas niet anders. Gelukkig konden we wel onze vierendertigste verjaardag vieren. Er was weer een week lang koffie met gebak, broodjes en niet te vergeten de krentenbol. Iedereen heeft ervan genoten. Vier en dertig jaar in het hartje van Eindhoven is toch bijzonder! Klein begonnen en uitgegroeid tot wat we nu zijn. Een hechte gemeenschap, waar iedereen mag zijn zoals hij is, niets uit hoeft te leggen, er gewoon mag zijn. En dat allemaal met vrijwilligers. Het is fijn dat en we elkaar kunnen ontmoeten, want alleen is toch maar alleen. Samen weten we niet hoelang dit nog gaat duren en of het wel ooit weer normaal wordt. Maar wat wel kan is er zijn voor elkaar, naar elkaar luisteren, elkaar bemoedigen en samen de regels in acht nemen. Beslissingen worden genomen voor de veiligheid van de gast en de vrijwilliger. Afstand houden en ook contact houden dat is de uitdaging om samen aan te gaan in Corona tijd en dat ons dat gaat lukken daar ben ik van overtuigd.
---------------------------------------------Loes Laurense-----------------------------------------------
Groene theologie – een weerwoord
Het artikel over “groene theologie” in het laatste nummer van ons kerkblad roept allerlei vragen op en vraagt ook om andere redenen om reactie.
Allereerst: Wie is Trees van Montfoort? Als zij “het beste theologische boek van 2019 geschreven heeft, moet zij toch wel een bekende theologe zijn.
Nu ben ik al jaren met emeritaat, dus – al pluis ik alle recensies van theologische boeken na – er zou mij wel iets ontgaan kunnen zijn. Navraag bij jongere, nog dienstdoende, collega’s leverde echter niets op. Dat is toch wel bevreemdend, als het gaat om “het beste theologische boek van 2019”. Trouwens: “tot het beste boek verkozen” - bij zo’n zin gaat bij mij altijd een rood lampje branden: typisch een flaptekst om de verkoop te stimuleren, en in deze of dergelijke vorm vaak gebruikt. Dan moet je je afvragen: verkozen? Door wie? Door de uitgever, wie anders!
Maar er is meer wat bij mij vragen oproept, zoals die alinea waarin de schrijfster poneert dat “in de tijd waarin de bijbel werd geschreven” – een periode van eeuwen, vergeet dat niet, mevrouw - in die tijd, schrijft ze, “was de natuur vaak bedreigend en gevaarlijk voor mensen”. Waar haalt ze het vandaan! Ik daag mevrouw van Montfoort uit: Wijs mij één bijbeltekst waarin de natuur als bedreigend, zelfs gevaarlijk voor de mens wordt beschreven. Dat is niet wat ik in de bijbel lees. Wat ik in de bijbel lees is bewondering en liefde voor de natuur. Lees de psalmen, lees de evangeliën. Het is eerder andersom: de mens bedreigt de natuur. Dat zie je vandaag de dag, als de natuurlijke bronnen van energie achteloos worden opgebruikt. Maar dat lees je zelfs bij een stadsmens als Paulus. “Heel de schepping ziet uit naar het openbaar worden van Gods kinderen”, d.w.z. “Heel de schepping ziet er verlangend naar uit dat de mens zijn roeping als Gods plaatsvervanger – zie psalm 8! – de schepping te beheren (verzorgend in stand te houden) wat iets anders is dan beheersen (ten eigen bate) waar maakt. Daarvoor is de mens geschapen, dat is zijn opdracht. Daarom wordt de mens in het scheppingsverhaal als laatste genoemd: Niet om hem “klein te houden” maar om hem vanaf het begin zijn taak, zijn hoge roeping, voor ogen te stellen.
Dat is ook de zin van het begrip “rentmeesterschap”. De rentmeester werkt niet voor zichzelf, als iemand die de natuur voor eigenbelang gebruikt “als hulpbron en handelswaar”. De rentmeester werkt voor zijn opdrachtgever. Zijn taak is om wat hij onder zijn beheer heeft met rente terug te geven aan zijn opdrachtgever, en ik hoef u toch niet te vertellen wie in de bijbel als Opdrachtgever wordt bedoeld! Ooit de gelijkenis van de rentmeester, de goeden en de slechten, gelezen, mevrouw van Montfoort?
------------------------------J.Mettau, emeritus predikant---------------------------------------
Gemeente avond op 18 november 2020:
Crisis als kans
Op woensdag 18 november a.s. is de jaarlijkse gemeenteavond van de PGE. U bent van harte welkom! We beginnen om 20.00 uur en eindigen uiterlijk om 22.15 uur. Dit jaar zijn twee manieren om mee te doen: fysiek in de Johanneskerk of digitaal via MS Teams. In beide gevallen moet u zich tevoren aanmelden. Stuur een mailtje naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. en geef aan wat uw voorkeur heeft. Afhankelijk van de situatie met het coronavirus zal het aantal fysieke plaatsen beperkt of zeer beperkt zijn.
De gemeenteavond bestaat uit twee delen. In het inhoudelijk deel gaan we aan de hand van een aantal stellingen met elkaar in gesprek over de kerk van vandaag en de kerk van morgen. Dat corona een grote impact heeft op de manier waarop we gewend zijn kerk te zijn is ontegenzeggelijk waar. Maar wat kunnen we daarvan leren? Welke kansen zien we voor de kerk van de toekomst? Hoe kunnen we gemeenschap van Christus zijn, ook als we elkaar niet wekelijks ontmoeten in het kerkgebouw? Hoe houden we op een andere manier zicht op elkaar? Hoe houden we zicht op de wereld om ons heen en de wereld veraf?
We willen als PGE positief aanwezig zijn in deze tijd. Daarom zien we als algemene kerkenraad deze tijd ook als een tijd van kansen. Een tijd waarin we nieuwe mogelijkheden kunnen ontplooien die waardevol zijn voor de kerk in Eindhoven. Elk van de wijkgemeenten is daar op zijn eigen manier mee bezig. De jaarlijkse gemeenteavond is dan ook een mooie manier om met elkaar daarover te praten en elkaar te inspireren. En dat we de gemeenteavond (noodgedwongen) op een andere manier doen, geeft ook weer kansen om het eens anders te doen en van de digitale middelen gebruik te maken.
Tijdens het tweede deel van de avond zullen de ontwerpbegrotingen voor 2021 kort worden toegelicht door het CvD en het CvK. Deze zijn vanaf 1 november beschikbaar op de site van de PGE en vanaf dat moment ook opvraagbaar via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
We hopen u te ontmoeten!
----Namens de algemene kerkenraad, Benjamin Jansen, voorzitter-----
Emigratie
Zestig jaar geleden hebben mijn gezin en ik als emigranten twee en een half jaar in Zuid-Engeland gewoond en gewerkt en daar de wereldwijde oecumene ervaren. Het heeft onze blik verruimd.
In het stadje waar we woonden zijn we op zoek gegaan naar een protestantse kerk. We waren in Nederland gereformeerd, maar zo’n kerk was daar niet. Er waren wel methodisten, (strict) baptisten, anglicanen en ook ‘congregationals’. We bezochten ze zondags afwisselend en kozen ten slotte voor de congregationals en werden lid van die kerk.
Die kerken stamden uit de zeventiende eeuw, toen ze afkomstig waren uit de Church of England, de anglicanen. Elk van de plaatselijke kerken was onafhankelijk, al was er wel een kerkverband. Een kerkenraad die de gemeente bestuurde, was er niet. Er was wel een commissie, deacons genoemd, een soort kerkrentmeesters. Eenmaal per maand was er een gemeentevergadering, die besluiten nam over van alles. Toen er voor de zondagsschool, Junior Church genoemd, een onderwijzer nodig was, kwam de dominee bij mij. Er was besloten dat ik daarvoor benoemd moest worden. O nee, zei ik. Ik heb dat nog nooit gedaan en ik ben daar ook niet geschikt voor. Is mijn spraak wel goed genoeg? Daarmee was ik in goed gezelschap, denk maar aan Mozes. De dominee reageerde niet door te zeggen, dat ik best wel geschikt was, maar hij zei: ‘Dat is jammer, maar het werk moet toch gedaan worden. Dan nemen we maar iemand die er niet geschikt voor is. Dat is geen overwegend bezwaar. Je moet het dus toch doen.’ Daar had ik niet van terug en ik stemde dus toe. Ik ben met toen met veel genoegen onderwijzer geweest en ik heb de kinderen verhalen verteld.
Toen ik het een keer over Deuteronomium had: Deuteronomy in het Engels, lagen de kinderen in een deuk. Wat een gek woord. Onze oudste twee kinderen zaten ook in de klas. Zij spraken inmiddels vloeiend Engels, zij het met een lokale woordkeus. Ze lachten mij thuis uit wegens mijn Nederlandse accent. Kinderen zijn niet altijd zachtaardig. Eenmaal per jaar stonden de Junior-Churchleiders voorin de kerk en werden ze weer voor een jaar met de leiding belast en gezegend.
Het Avondmaal werd na de dienst gevierd en wie daaraan wilde deelnemen, kreeg een glaasje met wijn. Het brood werd op een schaal doorgegeven. De wijn werd door allen tegelijk opgedronken.
Toen we de eerste keer deelnamen, hadden we ons niet gerealiseerd dat de kinderen uit de Junior Church tegelijk met de dienst werden vrijgelaten. We hoorden nogal wat rumoer buiten. ‘Disgraceful’ werd gezegd. Het bleken onze kinderen te zijn die rondjes om de kerk renden.
Er was een goed contact tussen de kerken in de plaats waar wij woonden. Er zijn een keer interkerkelijke groepjes gevormd, waarin met elkaar over een bepaald onderwerp gesproken werd. Daar werd met respect naar elkaar geluisterd.
Enkele jaren geleden ben ik nog eens met twee kinderen terug geweest. Ons huis stond er niet meer en de school die de kinderen bezocht hadden, ook niet. Maar de kerk was er nog wel. Zij heette nu United Church, een fusie van de Congregational en de Presbyterian Churches. Het was bijzonder om daar weer te zijn. Het was niet veel anders dan hier: weinig kerkgangers en de meesten van gevorderde leeftijd. Wel leuk om sommigen weer te ontmoeten, net als ik oude mensen geworden.
---------------------------------------Gerard van Gurp--------------------------------------------
Gratis
In de gebedsruimte op Eindhoven Airport staat een ‘BIBLEBOX’. Een rechtopstaande doos, met vakjes, waar bijbeltjes inliggen in allerlei verschillende talen. Deze is geleverd door de Nederlandse Bijbelstichting, waar ik ook steeds nieuwe boekjes bestel.
Er staat op ‘gratis voor geïnteresseerden’. Er worden veel bijbeltjes meegenomen, en ik moet ze dan ook voortdurend aanvullen. Ook in deze tijden van corona, waar veel minder mensen op het vliegveld zijn, moet ik nog steeds de bijbeltjes aanvullen. Ik loop dus regelmatig met een stapel bijbeltjes de terminal in. Als ik dan iemand tegen kom die op het vliegveld werkt, zeg ik, ze moeten weer bijgevuld. Mensen die daar werken vinden dat vreemd, dat je zomaar iets mee mag nemen. Vanuit een winkel of restaurant neem je toch ook niet zomaar iets mee. En dat is dus precies het verschil tussen een winkel of een restaurant, en de blijde boodschap, die in de gebedsruimte ligt. Die is gratis en voor niets. Het is een genade, om die uit te mogen delen, en weg te mogen geven.
Wij van de kerk, vinden dat mooi, om die blijde boodschap door te geven, gratis. Het vliegveld is een plek waar deze blijde boodschap letterlijk de wijde wereld ingaat. Dat is nog eens zending, dat is nog eens missionair.
------------------------------------------Mirjam van Nie----------------------------------------------
Nieuws over Brabant voor Moldavië
In Brabant doen ondertussen heel wat kerken mee aan Brabant voor Moldavië. Onder andere in Oisterwijk, Halsteren & Nieuw Vossemeer, Bergen op Zoom, Zevenbergen, Vught, Oudenbosch, Veldhoven, en Eindhoven worden acties gehouden om een aantal projecten van kerk in Actie in Moldavië te ondersteunen.
De gevolgen van de corona crisis zijn in Moldavië heel groot. Net als Nederland is ook Moldavië getroffen door een tweede golf van corona. Het aantal besmettingen loopt snel op. Nu is dat 1000 per dag (op 1,5 miljoen mensen). Dat zijn de officiële cijfers, maar er is een tekort aan testcapaciteit. Waarschijnlijk zijn er dus meer mensen besmet. De gezondheidszorg is zwaar overbelast, er is een tekort aan beschermingsmiddelen en medicatie. De armoede onder de bevolking is toegenomen (en die was al zo groot). De meeste kinderen hebben door de sluiting van scholen en gebrek aan laptops een leerachterstand opgelopen. In de 4 projecten in Moldavië is de aandacht nu volledig gericht op noodhulp, zoals het uitdelen van voedselpakketten.
Voor iedereen, maar zeker voor de ouderen in Moldavië, wordt het een spannende winter. Is er voldoende te eten, blijven ze gezond, is er sociaal contact?? Tijdens de eerste golf heeft Kerk in Actie extra geld ter beschikking gesteld aan HomeCare. HomeCare geeft thuiszorg aan ouderen en zieken in zowel de hoofdstad Chisinau als in dorpen in verschillende regio's in Moldavië. Door corona zijn ouderen en zieken nog meer op zichzelf aangewezen. De overheidsinstellingen zijn vrijwel geheel gericht op het bestrijden van corona waardoor ouderen en zieken weinig of geen hulp kunnen verwachten van de reguliere gezondheidszorg. HomeCare krijgt veel extra aanvragen voor thuiszorg en maakt extra kosten. Er zijn meer verpleegkundigen nodig en er zijn hulpmiddelen nodig.
Kerk in Actie wil HomeCare in deze situatie graag ondersteunen. Daarom heeft Kerk in Actie een
bedrag toegekend van 20.000 euro. Dit bedrag gaat naar de volgende dingen:
- Extra personeelskosten: verpleegsters die meer werken of meer salaris krijgen zodat ze al hun tijd aan de ouderen kunnen besteden
- Winterjassen
- Desinfectiemateriaal
- Medische hulpmiddelen
Als Brabant helpen we mee om Homecare te steunen om deze kwetsbare en eenzame groep de winterdoor te helpen. Door desinfectiemateriaal, door extra personeel, door medische
hulpmiddelen, kunnen we daadwerkelijk verschil maken.
Wat gaan we doen? Alle deelnemende kerken komen tijdens de Adventstijd (29 november-24 december) in actie in hun eigen gemeente. We zijn nu ideeën aan het verzamelen voor mogelijke acties en gebruiken het samenwerkingsverband Brabant voor Moldavië om met elkaar acties uit te werken. Hebt u een idee over wat we in Eindhoven (Johanneskerk, Ontmoetingskerk) kunnen gaan doen? Dan horen we natuurlijk heel graag!
----------------------------------------------Antje Dekker--------------------------------------------
oktober 2020 met thema: " ‘groene theologie’" Lees meer...
Intro oktobernummer SAMEN
In het oktobernummer van SAMEN wordt het thema ‘groene theologie’ besproken. Dat thema is ontleend aan een boekje van Trees van Montfoort die er de waardering ‘theologisch boek van het jaar’ voor kreeg. BertJan van Haarlem beschrijft de belangrijkste thema’s die in dat boek aan de orde komen. Antje Dekker schreef een artikel onder de titel ‘wat moet ik ermee?’
Niet om groen denken in theologie af te keuren maar meer om eens heel dicht bij de leefpraktijk van mensen de vraag te stellen hoe je zulke overwegingen gestalte kunt geven. Met name stelt zij – denkend vanuit haat werkomgeving –kritische vragen over waterverbruik en droogte. Op een andere manier doet Bernard van Weeghel een beroep op de lezer om het eigen gedrag in relatie tot het dienen van de scheppimg kritisch te bezien. Kortom alleszins de moeite waard om eens tot je te nemen en te kijken wat je ermee kunt.
-------------------------------------Jan Scheurer-----------------------------------------------
Groene theologie
Onder deze titel verscheen vorig jaar een boek, geschreven door Trees van Montfoort. Het boek werd verkozen tot het beste theologische boek van 2019. Daarmee is het een belangwekkend boek. Daarbij komt dat in het boek een belangrijk, actueel thema besproken wordt: de samenhang tussen duurzaamheid en ecologie aan de ene kant en aan de andere kant geloof en theologie. In deze bijdrage besteed ik aandacht aan enkele lijnen in het boek.
Duurzaamheid
Volgens de definitie van Brundtland is duurzame ontwikkeling ‘ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien te schaden’. Van Montfoort maakt de definitie wat beperkter: zij schrijft over ecologische duurzaamheid. En tegelijk maakt zij de omschrijving ook breder: het gaat om de toekomst van de hele aarde en niet alleen om die van mensen.
Overheersing
Met dat laatste benoemt Van Montfoort een actueel en dringend probleem: de overheersing van de aarde door mensen. De manier van leven van een deel van de mensen brengt zo veel schade aan milieu en klimaat met zich mee, dat leven op aarde wordt bedreigd. Dat is geen nieuws. Al meer dan zestig jaar wordt gewezen op de grote risico’s die de manier van leven in het rijke westen met zich mee brengt. Vervuiling van water, lucht en grond en opwarming van de aarde hebben tot gevolg dat plant- en diersoorten worden bedreigd met uitsterven en de opwarming van de aarde – met name als gevolg van CO2-uitstoot – leidt tot grote veranderingen in het klimaat: stijging van de zeespiegel, extreme weersomstandigheden in de vorm van hitte, droogte, maar ook hevige neerslag en zware stormen.
Het is in de ogen van Van Montfoort niet geheel ten onrechte dat de christelijke traditie als een van de oorzaken wordt gezien van de ecologische problemen waar we vandaag mee te maken hebben. Dat heeft alles te maken met de plaats die het christendom aan de mensen heeft gegeven in de schepping.
Heersen
In de scheppingsverhalen, die in de eerste hoofdstukken van de Bijbel, Genesis 1 en 2 staan, wordt gesproken over de plaats van de mensen in de schepping. In een eerste scheppingsverhaal lezen we dat God op de zesde dag van de schepping mensen maakt. Als de laatsten van de levende wezens op aarde. Die laatste plek zou bescheiden kunnen maken, maar zo heeft het niet altijd gewerkt. Van de mensen wordt verteld dat God hen maakt als zijn evenbeeld. Dat wordt alleen van de mensen gezegd en dat geeft hen hoe dan ook een bijzondere plaats in de schepping. Bovendien krijgen de mensen een opdracht. Ook tegen hen wordt, net als tegen de dieren gezegd: wees vruchtbaar en wordt talrijk. Als opdracht klinkt: breng de aarde onder je gezag en heers over alle dieren. Over de aarde heersen, dat is de opdracht. Maar het blijft een beetje open wat dat precies betekent.
In de tijd waarin de Bijbel werd geschreven was de natuur vaak bedreigend en gevaarlijk voor mensen. Heersen over de aarde betekent dat zoveel als: bescherm je tegen het gevaar en geweld van de natuur. Houd die als het nodig en mogelijk is in bedwang.
In een tijd waarin de mens veel meer mogelijkheden heeft kan het heersen uitlopen op het gebruiken van de aarde, die dan onbeperkt en onbeheerst! mag worden benut, tot het uitputten en vernietigen toe. De vraag dringt zich op hoe het heersen van de mensen gezien moet worden. Het is immers een heersen van de mensen als evenbeeld van God. Bedoeld is dus een heersen van de mensen over de aarde zoals God dat wil en zou doen.
Dienen
In een tweede scheppingsverhaal horen we dat God zijn schepping begint met het maken van de mens. Hij is het eerste levende wezen op aarde. Dan wordt een tuin gemaakt als plaats voor de mens om te wonen en te leven. En ook nu krijgt de mens een opdracht: de tuin – die leefomgeving is – bewerken en erover waken. In de Hebreeuwse tekst van de Bijbel staat dat het de opdracht aan de mens is om de tuin te dienen en te bewaren.
Rentmeesterschap
De zorg voor de schepping wordt vaak met het begrip rentmeesterschap omschreven. We vinden dat in kerkelijke kringen en ook bij christelijke politieke partijen. In die betekenis vinden we het woord niet in de Bijbel. Van Montfoort ziet een voordeel om dit begrip te gebruiken: het verbindt mensen zowel met God als met de natuur. Zij ziet echter ook grote nadelen: een rentmeester beheert namens een opdrachtgever een bezit. Hij staat aan de kant van de eigenaar en is geen deel van wat hij beheert. Het beeld zorgt dus voor grote afstand tussen mensen en de wereld.
Rentmeesterschap is een economische term en heeft zo het gevaar in zich dat de natuur wordt gezien en gebruikt als hulpbron en handelswaar, onder controle en afhankelijk van mensen.
De term kan al te goed passen in een wereldbeeld dat gevormd is door een ideologie van overheersing en exploitatie, waarin economische groei en technische beheersing de norm zijn.
De belangrijkste uitgangspunten voor de groene theologie van trees van Montfoort zijn: God is verbonden met heel zijn schepping en de mens is onderdeel van de schepping.
Groene theologie laat zien dat de theologie een wetenschap is die over meer gaat dan God en de mensenwereld of over het geloof van mensen. Het gaat in ons wereldbeeld niet alleen over mensen. God staat centraal in een bijbels wereldbeeld en God is betrokken op de hele werkelijkheid. God schept en redt de hele aarde. De rol van mensen in dat grote geheel heeft verschillende kanten: de aarde behoedzaam gebruiken voor het eigen levensonderhoud en ook deelnemen aan het koor van de hele schepping, die Gods lof zingt.
De mensen zijn deel van de schepping. Ze staan er niet boven of buiten. Mensen zijn in de eerste plaats leerlingen, leerlingen van Jezus en van Gods wijsheid.
Ik eindig dit wel heel korte en bondige overzicht van enkele gedachten en inzichten uit het boek ‘Groene Theologie’ met een fragment uit een psalm, een lied over duurzaamheid, waarin klinkt wat Trees van Monfoort beweegt en waar zij onze aandacht op richt.
Loof de Heer, want hij is goed
– eeuwig duurt zijn trouw –
loof de allerhoogste God
– eeuwig duurt zijn trouw –
loof de oppermachtige Heer
– eeuwig duurt zijn trouw –
ie wonderen doet, hij alleen
– eeuwig duurt zijn trouw –
die de hemel maakte met wijsheid
– eeuwig duurt zijn trouw –
die de aarde uitspreidde op het water
– eeuwig duurt zijn trouw –
die Egypte trof in hun eerstgeborenen
– eeuwig duurt zijn trouw –
en Israël wegleidde, uit hun midden
– eeuwig duurt zijn trouw –
met krachtige hand en geheven arm
– eeuwig duurt zijn trouw –
hij geeft brood aan alles wat leeft
– eeuwig duurt zijn trouw –
loof de God van de hemel
– eeuwig duurt zijn trouw!
uit Psalm 136
------------------------------------------Bert Jan van Haarlem------------------------------------
Duurzaamheid: Wat doe ik ermee?
Een paar weken geleden vroeg Jaap Stooker of ik voor het themanummer Groene Theologie iets kon schrijven over de praktische invulling van duurzaamheid. Ik werk immers bij het waterschap en ben daar dus mee bekend. Enthousiast beloofde ik zo’n artikel te schrijven. Maar nu ik achter de laptop zit en mijn gedachten orden, is het allemaal wat minder simpel. Natuurlijk heb ik de afgelopen jaren meer geleerd over water, over het gevaar van droogte, over hoe onze rioolzuiveringen werken, welke (on)bekende stoffen er in de rivieren en beken zitten, het spanningsveld tussen economie en voedselvoorziening , wonen in de stad en de natuur….Maar ik ben geen ecoloog, hydroloog, ingenieur, beleidsmedewerker en begrijp ondertussen dus heel goed hoe weinig ik eigenlijk weet! Over groene theologie weet ik nog minder: best een interessant artikel van Truus van Montfoort, en de gedachte dat rentmeesterschap haaks staat op de baas zijn over de aarde spreekt me aan. Maar wat doe ik ermee? Wat kan ik ermee? Ik heb er voor gekozen een aantal zaken, die mij helpen om praktisch iets duurzamer te leven, te beschrijven. Dat gaat (natuurlijk) over water, maar ook over consumeren en reisgedrag.
De huidige pandemie heeft heel wat ideeën over de noodzaak van reizen onderuit gehaald. We zagen in maart en april hoe helder de hemel was zonder vliegtuigstrepen. De stad rook anders en frisser door veel minder uitlaatgassen. Video vergaderen of beeldbellen met familie en vrienden biedt heel wat mogelijkheden, en het scheelt reistijd en CO2. Tegelijk hebben we gemerkt dat elkaar in het echt zien fijner is dan op het scherm. Als we straks weer de vrije keuze hebben: is dan elke autorit, elke vliegvakantie echt wenselijk, echt nodig? Of kan er meer met de fiets of de trein?
Ook in wat we aanschaffen, eten en gebruiken zijn er praktische keuzes te maken op gebied van duurzaamheid. Dat gaat van repareren in plaats van weggooien en nieuw aanschaffen, tot fairtrade kleding aanschaffen, wasbare mondkapjes in plaats van weggooimondkapjes gebruiken, seizoensgroenten kopen en minder vlees eten. Duurzaam boodschappen doen is overigens niet altijd makkelijk. De biologische komkommer die in plastic is verpakt of de gewone komkommer zonder plastic verpakking? Veel duurzame producten zijn duurder dan de gewone producten, en dus niet voor iedereen betaalbaar. Je eigen zakjes meenemen , zodat je geen plastic zakje hoeft te gebruiken om je groenten in te doen, dat is ook duurzaam. Niet teveel kopen, zodat je niets hoeft weg te gooien. Allemaal mogelijkheden om heel praktisch iets duurzamer te leven.
Opnieuw beleefden we dit jaar een droge zomer met een paar super warme weken. Droogte en water tekort was een paar weken ook flink in het nieuws. Maar wat kun je nu als individu zelf doen? Het waterschap ontwikkelde twee jaar geleden een waterschijf van 5 met weetjes en tip over water en waterbesparing. Het gaat over regen en water in de tuin, over koken, over drinken, over doorspoelen en over wassen. (www.dommel.nl, en dan klikken op bewuster omgaan met water en waterschijf van 5). Wist je dat de CO2 uitstoot van de productie van kraanwater 400 keer lager is als die van flessenwater? Elke minuut douchen kost ongeveer 10 liter water, dus met korter douchen bespaar je echt water. Het afkoppelen van de regenpijp zodat het water in de grind zakt, vult het grondwater aan en voorkomt dat riolen bij forse regenbuien overlopen. Dat klinkt allemaal niet spectaculair, maar als iedereen bewuster met water omgaan, heeft dat zeker effect.
Over de droogte valt heel veel te zeggen. Het klimaat verandert, dat is zeker. En we hebben de afgelopen decennia er ook zelf veel gedaan om het water dat er was zo snel mogelijk af te voeren. 100 jaar geleden was Brabant heel nat! Dat is nu bijna niet meer voor te stellen. De drogere gronden hebben we gebruikt voor landbouw, voor woningen, voor bedrijventerreinen. En nu moeten we vaststellen dat het te droog is: vennen staan zonder water, de bodem daalt, gewassen op het land verdrogen zonder beregening, het peil van het diepe grondwater (waar ons drinkwater vandaan komt) daalt, in de bossen gaan bomen dood …..Belangenorganisaties, politiek, wetenschappers, bedrijfsleven en mondige burgers zijn in debat, onderzoeken oorzaken en gevolgen en denken na over oplossingen. Het moet duurzamer. Maar hoe? Wat moet er anders? Wat zijn de oorzaken van ons tekort aan water?
In het debat over droogte en klimaat valt op hoe aantrekkelijk het is om schuldigen aan te wijzen. En er zijn veel schuldigen. De overheid, omdat de wetgeving te laks is en er niet gehandhaafd wordt. De boeren , omdat ze te intensief produceren, lage grondwaterstanden willen voor hun gewassen en teveel (kunst)mest gebruiken. De bedrijven, omdat ze drinkwater gebruiken als industriewater voor bijvoorbeeld koeling, en onbekende vervuilende en gevaarlijke stoffen lozen. De burger, omdat hij goedkoop voedsel wil en goedkoop wil vliegen. De supermarktketens en handel omdat ze eenzijdig productievoorwaarden opstellen en geen eerlijke prijzen geven voor de producten. Misschien is het wel (praktisch) duurzaam om niet mee te doen aan dit spel van beschuldigen en vinger wijzen. Het vraagstuk is zo complex, dat het in elk geval zeker is dat de hele samenleving mee moet doen in de oplossing. En dat gaat minder goed als we in partijen blijven denken, in boosdoeners, elkaar betichten de werkelijkheid niet onder ogen te willen zien. Hoe kunt u, hoe kan ik in de eigen kring bijdragen aan elkaar beter verstaan? Duurzaam gaat ook over duurzaamheid van verhoudingen in de samenleving, en gaat dus over luisteren, begrijpen, je oordeel uitstellen, vragen stellen. Dat is best praktisch!
--------------------------------------------Antje Dekker--------------------------------------------
Ons leven tussen crisis en vaccin: kansrijk!
In maart werden we als kerk stilgezet: geen vieringen, geen bijeenkomsten, niet zingen, geen avondmaal, geen koffiedrinken. Midden in de crisis begreep iedereen dat dit nodig was en pasten we ons aan. Al snel kwamen mogelijkheden van de technologie in beeld. We streamen de diensten, we Zoomen na afloop, met middelen als menti.com krijgt de dienst een interactief tintje en met facetime kun je een praatje doen met de kinderen thuis.
Tegen de zomer werd het beter. De eerste crisis lijkt voorbij. We gaan weer naar buiten, in de natuur, op het terras, naar de winkel, naar de kerk. Ten minste, de mogelijkheden daartoe zijn er. Toch zien we dat heel veel mensen nog thuis blijven op zondag. Omdat ze in een risicogroep vallen? Omdat de autodienst niet kan functioneren? Omdat ze de dienst niet missen? Omdat de dienst thuis eigenlijk heel goed te volgen is? Omdat er toch geen koffiedrinken is? Omdat het praktisch is?
Een vaccin zal nog wel een tijdje duren. We houden er zomaar rekening mee dat de huidige situatie tot in 2021 zal duren. Wat betekent dit voor de kerk? Hierover spraken we tijdens de kennismaking met ds. Tjalling Huisman in de vergadering van de algemene kerkenraad van september. Twee kernvragen kwamen naar voren:
- Wat mis jij?
- Hoe maken we van de crisis een kans?
Vooral de tweede vraag is intrigerend. Hoe kunnen we de ervaringen en de mogelijkheden van nu gebruiken om te bouwen aan de toekomst van de kerk. Hoe kunnen we juist nu werken aan Kerk 2025. Als je vanuit dit perspectief kunt kijken, dan ontstaat ruimte in plaats van spanning. Onder het motto ‘je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen’ wees ik u vorige keer al op de jaarlijkse gemeenteavond op woensdag 18 november aanstaande. We bereiden een mooi programma voor rond dit thema Crisis als kans. We streven ernaar dat de gemeenteavond zowel fysiek als digitaal bij te wonen zal zijn. Zet de datum alvast op de kalender en in de agenda.
----------------Benjamin Jansen, voorzitter algemene kerkenraad-------------------
Groene theologie
Dit nummer van SAMEN heeft als thema: ‘Groene theologie’, n.a.v. het boekje van ds. Trees van Montfoort. Eigenlijk is dat een vreemde titel. Alsof je ook rode, witte of zwarte theologie zou hebben! Enfin, het zal wel iets met ‘duurzaamheid’ en iets met de ‘bijbel’ te maken hebben. Wat na het lezen van dit boekje bij mij vooral is blijven hangen, is dat ds. van Montfoort zo expliciet de mens als integraal onderdeel van de schepping beschrijft. In de bijbel, zegt ze, spreekt God heel vaak over (en tegen) de schepping als geheel, de mens is inclusief. De mens is dus niet alleen gehouden de schepping goed te onderhouden, maar is eerst en vooral deel van die schepping. Als we die schepping geweld aan doen, doen we ook onszelf (en onze kinderen en kleinkinderen) dus geweld aan! Als je dat tot je laat doordringen en van daaruit wilt handelen, dan beginnen de ‘problemen’ pas echt.
Wij zijn immers niet echt grootgebracht met aandacht voor onze aarde, waar het de gevolgen van ons consumptiegedrag betreft. Ons energiegedrag en eetgedrag staat nu weliswaar volop in de belangstelling, maar ons gebruik van grondstoffen, zoals schone lucht, water (o.a. voor de productie van kleding en voedsel), (edele) metalen (o.a. in auto’s en elektrische apparaten) kan op veel minder aandacht rekenen. Maar ook op het gebied van energie en voedsel doen we rare dingen. We hebben een koelkast nodig in onze centraal verwarmde huizen, omdat we geen kelders meer bouwen. We hebben glastuinbouw in het leven geroepen, omdat we groenten en fruit in alle jaargetijden willen kunnen eten. Meebewegen met de seizoenen, zoals vroeger, zijn we vergeten. Het wordt hoog tijd, dat we ons het gebruik van ‘moeder ‘aarde’ meer bewust worden. En dat we de gevolgen minimaliseren en / of compenseren. Zoals bijvoorbeeld ‘primitieve volkeren’ doen als ze een nieuwe loot planten nadat ze de oude boom hebben omgehakt. Of zoals een imker, die zijn bijen voor de winter met suiker bijvoert, nadat hij de honing heeft weggenomen.
Want ga maar na, we gebruiken veel meer ‘aarde’ dan verantwoord is. Als we zo doorgaan blijft er niets over voor onze kinderen en kleinkinderen. Ik heb m’n eigen ecologische voetafdruk eens uitgerekend en kom tot de verontrustende conclusie dat ik 2,5 keer de aarde nodig heb. En dan wek ik nog wel m’n eigen elektriciteit op, gebruik weinig gas door uitstekende isolatie, doe lang met m’n spullen, koop nauwelijks nieuwe kleren, vlieg niet meer etc. Maar ja die grote auto en dat stukje vlees dat zo goed smaakt. Als ik daar wat aan wil doen, dan moet mijn leven drastisch op de schop. Dan kan ik misschien niet meer zo gemakkelijk oppassen op de kleinkinderen, dan wordt het moeilijk om met de caravan op vakantie te gaan, dan moet ik misschien wel aan de vleesvervangers waar ik zo’n hekel aan heb, etc. Daar ben ik nog niet aan toe, maar ds. van Montfoort heeft wel een punt. En bij dat transitieproces kan ik alle bijbelse inspiratie goed gebruiken. Mijn kleinkinderen zullen er dankbaar voor zijn!
----------------------------------Bernard van Weeghel-----------------------------------------
Eenzaam in Nederland
Toen ik in september 2015 thuis kwam van mijn werk bij de Ambassade vond ik een dreigbrief van de milities. Ik moest op hun hoofdkantoor informatie komen geven over de Britse en Amerikaanse troepen in Irak.
Ik werkte tussen 2004 en 2015 voor de ambassade.
Mijn familie waarschuwde mij dat ik gemarteld zou worden en mogelijk gedood. Ik had geen keuze, ik móest vluchten. Ik kuste mijn slapende kinderen en ik belde een vriend om me naar de grens bij Erbil (Irak) te brengen. .
Als het veilig zou zijn in Irak, zou ik meteen terugkeren. Mijn gezin betekent alles voor me. Omdat ik geen verblijfsvergunning heb in Nederland kan ik ze niet over laten komen . Ook kan ik daardoor niet werken en hen van een afstand onderhouden.
Een goede vriend van mij in Nederland verloor zijn vrouw en kinderen in een auto ongeluk. Hij is heel moedig en blijft sterk. Hij is mijn voorbeeld. Zoals hij hiermee om kan gaan, zou ik ook met mijn problemen om moeten gaan.
Vluchtelingen in de Knel heeft er voor gezorgd dat ik me weer mens ben gaan voelen, ze geven me ondersteuning en advies. Samen bereiden we een tweede asielprocedure voor.
Mijn verdrietigste moment in Nederland was toen mijn vrouw drie maanden geleden belde om te vertellen dat mijn moeder was overleden.
-----------------------------Vluchtelingen in de Knel-----------------------------------------
Dienen
In deze rubriek kunt u lezen over diaconale thema’s en actualiteiten. In kerktaal noemen we dat ‘dienen’. We helpen en ondersteunen omdat we geloven dat het Evangelie ons oproept tot vrede en tot gerechtigheid doen. Kerk in Actie noemt dat: geloof in uitvoering.
Dit stukje wordt geschreven een paar dagen nadat er in de Tweede Kamer gedebatteerd is over de opvang van de vluchtelingen op de Griekse eilanden, in het bijzonder m.b.t. de bewoners van het vluchtelingenkamp Moria. De situatie in dat kamp was al schrijnend, maar door enorme branden is Moria grotendeels verwoest en zijn duizenden migranten op de vlucht zonder te weten waar ze heen kunnen. De bereidheid om hen op te vangen in Europa is niet groot. Dat werd ook in het Tweede kamer debat heel duidelijk. PKN Nederland sprak zich hierover uit, en vroeg in het bijzonder aandacht voor de groep kwetsbare kindvluchtelingen.
Ook wij kunnen aandacht hebben voor deze groep kinderen. Met onze mening, met gesprekken en met geld. Er komt eind november een grote actie om de vluchtelingenkinderen in Griekenland een beter leven te bieden. Deze kinderen, afkomstig uit het Midden Oosten en Afrika, zoeken veiligheid en warmte. Is een vluchtelingenkamp met onvoldoende sanitair, te weinig eten en slapen in de open lucht de plek waar zij eindigen? Dat kan en mag niet waar zijn. Deze kinderen, alle kinderen, hebben recht op een beter leven. Wij kunnen helpen met voedsel, kleding en onderwijs. Met projecten in landen van herkomst, zodat daar kinderen (en hun ouders) een beter leven hebben. Met blijvend aandacht vragen van politici en regeringen om solidair te zijn.
Voor het eerst houdt Kerk in Actie een landelijke huis-aan-huis collecte. In de week van 29 november tot en met 5 december wordt er op veel plaatsen in Nederland, ook in Eindhoven, gecollecteerd voor de vluchtelingenkinderen in Griekenland. Met een huis aan huis collecte kunnen veel meer mensen kennismaken met Kerk in Actie en de projecten ondersteunen. Als kerken staan we in de samenleving en op deze manier laten we dat zien. Ook met de beperkende maatregelen vanwege de corona pandemie is huis aan huis collecteren goed en veilig mogelijk.
Wij kunnen ons steentje bijdrage aan deze actie. U helpt door straks in november aan de deur te geven. U helpt door een poster op te hangen om aandacht te vragen voor deze collecte. U helpt door u aan te melden als collectant (bij de diaconie of Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.). Geloof in uitvoering.
-----------------------------------------Antje Dekker-------------------------------------------------
‘Under construction’
Breaking walls, building relationships
“Nog 8 dagen 23 uren en enkele minuten voordat de ‘Read-it in the City’ lekker naar Eindhoven komt. Zo kun je met een minimale moeite toch goed toegerust het jaar ingaan met talks en reflectie. Met het thema ‘under construction: breaking walls, building relationships’ belooft het een mooie middag te worden met handvatten om gezonde en gebalanceerde relaties op te bouwen met vrienden en familie.”
Nog een laatste promotie die werd rondgestuurd en toen was het eindelijk zover. Op zaterdag 5 september hadden we dan toch weer een IFES-conferentie gepland met het thema ‘Under construction’. Een passend thema als je bedenkt, dat de hele vorm van de conferentie eigenlijk ook in opbouw was naar een nieuwe vorm. Ook ikzelf, en anderen om mij heen, lijk soms door de hele situatie een beetje extra onder constructie te zijn. Door veel veranderingen moeten we meer werken aan onszelf dan we gewend zijn, aandacht hebben voor elkaar via een schermpje, zelfdiscipline bij thuiswerken, omgaan met plotselinge veranderingen, enz.. Genoeg redenen voor ons om als IFES extra te blijven investeren in de studenten. Dus als de studenten elkaar niet meer landelijk kunnen ontmoeten op een conferentie, dan moet de conferentie maar naar de studenten.
Zo werd er in verschillende steden een eigen locatie geregeld, maar volgden we wel allemaal hetzelfde programma. We begonnen met een interessante videotalk van Henk Bakker over ‘breaking walls’ vanaf de bijzondere locatie: de Bataviawerf. Van Hans en Jeanette de Korte kregen we in een videotalk handvatten om een gezonde en gebalanceerde relatie op te bouwen met vrienden en familie. Daartussendoor hadden we een ontmoeting georganiseerd voor kringleiders door de plaatselijke studentenwerkers. Hier in Eindhoven hadden we het over diepgang. Veel kringleiders herkenden zich in de uitspraak: ‘Ik mis diepgang op mijn kring’. In de bijeenkomst zijn ze meegenomen naar verschillende lagen van diepgang en hoe dit toe te passen op kring en welke vragen kunnen helpen. Dit alles hebben we gekoppeld aan de OIT Bijbelstudie methode (observeren, interpreteren, toepassen). Door de studenten stapje voor stapje mee te nemen gingen we elke keer een laagje dieper: van de omgeving en gedrag in de tekst naar identiteit en persoonlijke missie, om vandaaruit ook weer naar de toepassing te gaan. Er werd positief gereageerd op de workshop.
Daarnaast was er ruimte voor gesprekken, gebed en ontmoeting. En zo hadden we toch onze eigen mini conferentie om de studenten toe te rusten voor dit jaar en de kringleiders een goede start te geven.
--------------------------------Eveline Buist-Laseur,---------------------------------------------
Studentwerker bij IFES (International Fellowship of Evangelical Students)
Een icoon is om te kussen!
Sinds ik in 1972 uit Sneek naar Eindhoven kwam is de Cathrien steeds meer mijn kerk geworden. Het begon met de oecumenische vieringen op zondagavond, waar toen nog velen naar toe stroomden, met de vredesdiensten in de tijd van opkomende atoombewapening en die ontroerende lange vredesnacht, de vieringen van een parochiële werkgroep waarbij Joepes Cammelbeeck betrokken was.
Later introduceerde ik er met anderen de Evensong en ging ik zelf in vele vieringen voor en ook werkte ik als bestuurslid mee aan de uitbouw van Muziek in de Cathrien. Dan is er nog die andere tak van het diaconale werk. Een dierbare vriendin, Anneke Nieuwenhuizen is voorzitter van het Open Huis, waar bereidwillige vrijwilligers al meer dan 30 jaar, dak- en thuislozen liefdevol opvangen en hen onthalen met een luisterend oor,soep en brood.
Dankzij haar hoor ik hoe fundamenteel dit werk is. Beide bewegingen zijn diaconaal, dienstverlening aan de medemens. Want ja, ook de muziek dient om de zoekende en eenzame mens te herscheppen!
Nu is daar architect Maas die het onzalige idee oppert om de Catharinakerk omhoog te krikken!
Ik vraag mij af of de man wel eens echt notie heeft genomen wat daar in die kerk gebeurt, niet alleen als deken Wilmink voorgaat, maar ook als de thuislozen binnenstromen en als de muziek uit orgelpijpen, kelen en instrumenten mensen schoonheid, troost en bemoediging bieden. Omdat Maas c.s. kennelijk van theologie geen kaas gegeten hebben wil ik hier een poging doen om een paar kanttekeningen te plaatsen.
In de Bijbel gebeuren allerlei belangrijke gebeurtenissen op een berg. Hoewel dat geografie lijkt, dient dat toch in de eerste plaats als ‘aandachtstrekker’, uitroepteken, een NB! Neem goed nota wil een berg zeggen! De tien geboden op de Sinai, Elia op de Karmel, Jezus met Elia en Mozes op de Tabor en niet te vergeten: Golgotha. Voeg daarbij het beeld van de stad op de berg (Mt. 5,14). De berg functioneert niet als een hemelwaartse beweging, maar om duidelijk te maken dat het licht van de stad op de berg, in stad en ommeland gezien wordt! De ontroerende Madeleine van Vezelay spreidt zijn licht naar beneden! En waarom? Omdat dat de beweging is die in de bijbel wordt genoemd, waardoor ook de kerk in die beweging betrokken wordt. In de liturgie voltrekt zich de beweging van boven naar beneden, niet andersom! Als er op sommige kerken staat ”Hic est porta coeli”, betekent dat niet dat je vandaar de hemel in floept, maar dat de hemel hier op deze barre wereld zichtbaar wordt.
En wel in woorden en liederen, maar zeker ook in die aardse, schamele tekenen van Brood en Wijn en dientengevolge in de solidaire liefde die naar buiten uitgestraald wordt. In de theologie heet dat incarnatie. God laat zich mensenlijk kennen. Hij is een mensengod. Zoals psalm 113,5 het zo onnavolgbaar mooi zegt: ‘Die hoog zit, maar diep ziet!’
Tegenwoordig mijden velen de kerk. Omdat het allemaal onzin zou zijn, omdat de kerk een bandietenbende is, vol misbruikers. Dat is allemaal zo kortzichtig. Het meeste wat de kerk doet deugt (Bregman)! Al die gesloten kerken zullen op den duur gesloten hoofden en harten maken!
En wat architect Maas c.s. nu willen is juist het tegenovergestelde van waar de kerk voor bedoeld is: dicht bij de mensen te zijn!
Wat Maas c.s. willen is wat in het bijbelverhaal over Babel wordt gezegd: ‘Welaan, laat ons een stad bouwen met een toren, waarvan de top tot aan de hemel reikt’. De Eeuwige verhindert dat, door hun eenheidstaal, zoiets als nu bij ons de data van internet functioneren, te verwarren, zodat ze elkaar niet meer verstaan en hun streven gedwarsboomd wordt.
Direct na dit slotverhaal van de voorgeschiedenis komt Israël in zicht met zijn religie waarin juist de aarde volledig serieus genomen wordt. De doorsnee ongelovige, maar tegenwoordig helaas ook de doorsnee kerkmens weet niet meer dat de beweging is van boven naar beneden en niet andersom!
De moderne mens weet hier niks meer van. Maas c.s. ook niet en zij moeten ons leiden? En zij mogen zomaar plannen maken om van onze Cathrien een toren van Babel te maken? Want een verheven Cathrien dient nergens meer toe. Zou er één van de arme sloebers die nu nog komen naar binnengaan? Natuurlijk niet! Kunnen daar nog concerten gegeven worden? Hoe kom je daar met die energieslurpende liften?? Moet je je dan een uur tevoren inchecken? De Cathrien zal een leeg gebouw zijn. Een van mijn oud-bestuursleden van Muziek in de Cathrien hoorde een oud-directeur van het Muziekcentrum zeggen: ‘Eindhoven is erg goed in het neerzetten van mooie gebouwen, maar wat erìn gebeurt interesseert ze helemaal niet!’
Ik heb twee betere ideeën.
1) Gun het onderzoeksgeld aan de huidige Cathrien. Geef één helft aan het Open Huis, zodat de noodzakelijke verbouwingen kunnen plaatsvinden en daardoor de dienstbaarheid geïntensiveerd kan worden en geef de andere helft aan Muziek in de Cathrien zodat al dat schone werk nieuw leven kan worden ingeblazen. Zo wordt er echt licht in de stad gemaakt!
2)En als je persé iets spectaculairs wilt maken, bouw dan op een der nog te bouwen woontorens een replica van het vernielde stadhuis, zodat elke bewoner kan zien wat ons ontnomen is door onze domme cultuur-arme bestuurders. De plek van het prachtige stadhuis is nu een onooglijk straatje. Mooie erfenis!
De Catharinakerk als icoon in de wolken dient helemaal nergens toe. Een icoon moet je kunnen kussen. In orthodoxe kerken kun je dat zien! Een icoon geeft inzicht in een veel grotere wijzere wereld, die zich over ons ontfermt. Zo is de Cathrien ook nu nog: haar licht schijnt in onze duistere wereld!
Laat dat zo, nee, verhevig dat!
------------------------------Chris Mondt, em. predikant----------------------------------------
september 2020 met thema: "Profetische verontwaardiging" Lees meer...
Hoopvolle verontwaardiging
Weinig gelovigen zullen moeite hebben met woorden als liefde, vrede en rechtvaardigheid. Ze zijn bijbels en liggen goed in het gehoor. We spreken erover, bidden erom en zingen ervan.
Ze brengen vreugde waar het werkelijkheid wordt, voeden de boosheid over wat er niet aan beantwoordt en zoeken een bedding van hoop, die de moed schenkt om ermee aan de slag te gaan.
Vrede en gerechtigheid hebben ons gebracht op vele plekken van diaconale actie. Ruime aandacht is gegroeid voor de kwetsbare en “vergeten” kant van onze samenleving. De vrijwilligers zijn niet te tellen, die tijd en energie steken in het omzien naar de medemens, dichtbij en wereldwijd. Velen krijgen er ook energie ván. Hopelijk zal deze inzet vanuit een krimpende kerk blijvend zijn. Naar mijn indruk groeit “kerk-breed”, van traditioneel tot liberaal, de intense betrokkenheid op het welzijn in de samenleving.
Een aantal aspecten van betrokkenheid op mens en maatschappij wil ik graag in dit artikel uitlichten. Als invalshoek kies ik de armoedeproblematiek[1].
gelijkwaardigheid
Veel vormen van verbondenheid met mensen in de marge van de samenleving hebben het karakter van liefdadigheid. In een kraakhelder schrijft Nienke Pruiksma [2] over de voedselbanken en citeert uit een onderzoek waarin geconcludeerd wordt dat de “inhoud van de voedselpakketten en de houding van dankbaarheid die vrijwilligers verwachten, het gevoel van schaamte en de ervaring van armoede kunnen versterken”.
In een ander onderzoek dat zij aanhaalt wordt stevig gepleit voor “een gelijkwaardige relatie tussen vrijwilligers, hulpverleners en klanten”. Even verder: “ontvangers zouden de mogelijkheid moeten krijgen om bij te dragen aan het werk in de voedselbank, zodat ze meer invloed hebben op de inhoud van de pakketten en zodat de relatie tussen vrijwilligers en de klanten als ‘gever’ en ‘ontvanger’ veranderen”.
Het kan goed zijn dat dit al praktijk is bij veel voedselbanken. Toch lijkt het niet overbodig om te benadrukken, dat ontvangers van steun en hulp veel in te brengen hebben. Natuurlijk is het prachtig om dankbare mensen te zien als zij hulp ontvangen, maar is er ruimte voor wederzijdsheid? En wat zou die wederzijdsheid kunnen inhouden? Ik kan me voorstellen dat er een zekere verontwaardiging ontstaat als mensen te afhankelijk zijn van filantropie. Gelukkig zie ik om me heen dat daar steeds meer aandacht voor is[3].
Profetisch spreken
Regelmatig wordt in de beschrijving van diaconale acties de relatie met de overheid en maatschappelijke organisaties aangehaald. Het gaat bijvoorbeeld over de vraag hoe mensen de juiste loketten kunnen vinden voor ondersteuning. Af en toe klinkt dan ook een “profetische stem” door over hoe het mogelijk is dat er structurele armoede bestaat. Dan spreek ik nog niet over het probleem van de armoede wereldwijd. Ik voer een pleidooi om die stem duidelijker te laten horen.
Nu zijn er allerlei terechte “mitsen en maren” te bedenken om als kerken niet te hoog van de toren te blazen met het spreken over misstanden in de samenleving. De kerken hebben in de geschiedenis ook niet altijd voorop gelopen ten aanzien van het aan de orde stellen van structurele sociale kwesties.
De kerk loopt tevens het risico van interne verdeeldheid als teveel nadruk wordt gelegd op politieke en maatschappelijke aspecten van armoede en ongelijkheid. Het kan sowieso niet de bedoeling zijn dat kerken concrete politieke adviezen uitbrengen. Dan overschrijdt ze haar competenties en grenzen.
Het gaat mij echter om het oprechte en krachtige delen van verdriet en verontwaardiging over het feit dat wij als samenleving niet in staat zijn de grote tegenstellingen in welzijn te overbruggen. Een “heilige” boosheid over wat er in deze zin aan onrecht gaande is. De geloofsbronnen gaan ons daarin ruimschoots voor. Denk aan profeten als Jesaja, Jeremia, Amos en niet in de laatste plaats aan Jezus zelf die uiterst scherp profetisch kon spreken in dit verband[4]. Dit profetische spreken was wel altijd geladen met de troostvolle hoop op een betere toekomst!
Contextueel Bijbellezen
De laatste jaren is er mede op initiatief van Kerk in Actie gepleit voor het zogenoemde contextuele Bijbellezen. Het is een methode die voor een groot deel is overgewaaid uit Latijn Amerika. Bijbellezing wordt onmiddellijk gekoppeld aan de context waarin gelezen en gewerkt wordt. Een analyse wordt gemaakt van de werkelijkheid waarin men leeft en tracht die in verband te brengen met de Bijbelse getuigenissen en verhalen. Het bijbelgebruik krijgt daarmee diepgaande betekenis. Het Woord blijft niet boven de dagelijkse werkelijkheid zweven, maar gaat daar rechtstreeks op in.
Vaak sluit dit Bijbellezen direct aan bij de concrete (diaconale) inzet in de samenleving en daagt daar ook toe uit.
In het kader van dit artikel zou het dan kunnen gaan om de Bijbel als inspiratiebron voor het stem geven aan de profetische verontwaardiging over de structurele ongelijkwaardigheid ten aanzien van kansen en middelen. In het verlengde daarvan kan zorg geuit worden over het filantropische eenrichtingsverkeer en een zoektocht kunnen ondernomen worden naar wederzijdsheid.
Natuurlijk is er altijd het gevaar om de Bijbel te laten “buikspreken” in het verlengde van onze opvattingen en verlangens. De profetische stem dient zelf ook onder profetische kritiek te staan om niet te ontsporen.
Blijdschap, verdriet, verontwaardiging
Met vreugde kunnen we constateren dat op vele plekken mensen werkelijk bewogen zijn met het lot van de medemens. Dat er een oprecht verdriet is over mensen die in de marge van de samenleving wegzakken en politiek en maatschappelijk in feite als “overbodig” worden beschouwd. Dit voedt een verontwaardiging die roept om een profetische stem. Wat zou het mooi zijn als deze stem tussen de oren gaat zitten van allen die op welke wijze dan ook verantwoordelijkheid dragen voor de manier waarop wij de samenleving hebben georganiseerd.
Extra actueel zal dit zijn als de gevolgen van de corona-tijd zichtbaar zullen worden.
Elbert Grosheide
[1] Het armoede-onderzoek 2019. “Arm. En wat doet de kerk” geeft een mooi beeld wat er allemaal door kerken gedaan wordt ten aanzien van armoede. Het rapport is verkrijgbaar via de PKN. Uiteraard staat het voorbeeld van de problematiek van de armoede voor vele soorten van onrecht. Het spreekt ook vanzelf dat niet alle vormen van armoede te maken hebben met de “organisatie” van onze maatschappij.
[2] Tussenruimte 2020/2 p. 19 en verder (KOKboekencentrum)
[3] Rob van Waarde schreef over wederzijdsheid in diaconaal-missionaire situaties een excellent boek, “Oog in oog”, 2017
[4] In dit kader verwijs ik graag naar een serie artikelen over de profeten in Samen 2019
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Verontwaardiging
Verontwaardiging brengt vaak het beste bij mensen boven, vaak….. En daarom is verontwaardiging een mooie gemoedstoestand. Het drukt betrokkenheid uit met het onderwerp en menigmaal zet verontwaardiging aan tot actie; men laat het er niet bij zitten.
Maar vanuit welke rol beleef je de verontwaardiging? Als journalist, of als maatschappelijk betrokken burger, als bestuurder van een maatschappelijke organisatie of als volksvertegenwoordiger. En tot welke acties leidt dat?
Een verschil in rol kan leiden tot keuzes die soms moeilijk begrepen worden door anderen, met een andere verantwoordelijkheid. En dan slaat verontwaardiging om in een bron van conflict en verwijten, alle goede bedoelingen van alle betrokkenen ten spijt.
Zo stemde ooit een zeer betrokken raadslid, die de voedselbank een warm hart toe droeg en zich er nota bene daadwerkelijk voor inzette, in een gemeenteraad tegen een voorstel om de plaatselijke voedselbank subsidie te verlenen. Hoon viel hem ten deel door het volk en vooral door de media. Terecht? Of deed hij zijn werk juist goed? Zijn redenatie was dat het de taak van de overheid is om ervoor te zorgen dat geen enkele burger gebruik hoef te maken van de voedselbank. Door in te stemmen met de subsidie wordt een deel van de verantwoordelijkheid van de overheid verschoven naar het particuliere initiatief. Dat vond hij een slechte ontwikkeling.
Verontwaardiging ontstond ook toen onlangs de Tweede Kamerleden van de huidige coalitie vertrokken vooraf aan een hoofdelijk stemming over het verhogen van de salarissen van mensen die in de zorg werken. Door hun actie waren er onvoldoende Kamerleden voor een hoofdelijke stemming aanwezig en kon er geen stemming plaatsvinden. Verontwaardiging alom in de media en dagbladen, woede ook bij de zorgmedewerkers en burgers in Nederland: hoe kun je zorgmedewerkers na alles wat er gebeurd is (corona), een salarisverhoging onthouden?!
De verontwaardiging is begrijpelijk maar de vraag is of dit gebaseerd is op de juiste conclusies. Zo blijft Jan de Vries, redacteur Omroep Brabant zitten met de vraag of “PVV en de linkse oppositie over de rug van de zorgverleners een ingewikkeld politiek spel hebben gespeeld om de coalitie in een kwaad daglicht te kunnen stellen.”
Verontwaardiging is vaak de opmaat naar maatschappelijke verandering. Maar verontwaardiging alleen en onze drang om te werken aan een in onze ogen, rechtvaardiger samenleving kan leiden tot snelle conclusies waarin we anderen te kort doen.
Kunnen de woorden van de bijbel ons nog helpen? Ik moet soms denken aan de woorden van Jezus toen de (in dat geval georganiseerde) verontwaardiging ook groot was. Jezus zei: “wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen.” Laten we ons daarom blijven verdiepen in mensen, ook in degenen die vanuit onze optiek niet de juiste keuzes maken.
-------------------------------------Kees de Heer-----------------------------------------------
Na transpiratie weer inspiratie
Na weken van transpiratie is het nu weer tijd voor de inspiratie. Het leek wel Spanje in Nederland. Hoge temperaturen, warme winden, verkoeling zoeken bij het water of tussen de bomen, … Genoeg om van te transpireren. En waar de zomer normaliter een tijd is waarin het met de kerkdiensten wat minder gaat, was het deze zomer juist het moment waarop de kerkdiensten weer begonnen te bloeien. Dankzij de afname in het aantal coronabesmettingen konden in juli de diensten weer beginnen met enkele tientallen mensen in de kerk. Nog niet alles kon, maar het was toch goed om weer samen te zijn. En dat geeft weer ruimte aan inspiratie.
Op 5 juli maakte ik de eerste `coronadienst’ mee. Met een beperkte groep mensen vierden we de bevestiging en intrede van dominee Tjalling Huisman in de Ontmoetingskerk. Het was toch wel wat onwerkelijk om zo bij elkaar te zijn, letterlijk iedereen op zijn of haar eigen stoel omringd door anderhalve meter leegte rondom. Tegelijk was het ook fijn dat het mogelijk was om weer bij elkaar te komen en te weten dat velen de dienst via de livestream volgden. Ik wil vanaf deze plek Tjalling en zijn vrouw heel hartelijk welkom heten in Eindhoven. Ondanks de beperkingen hoop ik dat ze zich snel thuis zullen voelen en bekend zullen raken. De vele prachtige filmpjes van Zuiderlingen die aan het eind van de dienst werden getoond beloven daarbij veel goeds!
Deze zomer ging het ook vaak over racisme en inclusie. Hoe zit dat voor ons als kerk? Hoe open zijn wij eigenlijk, bevorderen wij de inclusiviteit die als vanzelfsprekend bij de gemeente van Jezus Christus hoort? Of belemmeren wij die eerder en houden we het het liefst bij ons eigen cluppie? Laten we als PGE onze oordelen uitstellen, onze harten warm laten zijn, onze deuren (en streams) openzetten, samenwerken met de migrantengemeenten in onze gebouwen (die toch minstens zoveel medechristen zijn als huurder) en zo in onze eigen omgeving laten zien dat het Evangelie niet exclusief is.
In het komende seizoen staan een paar belangrijke thema’s op de agenda van de algemene kerkenraad. Ongetwijfeld zullen we het nog een tijdje hebben over corona, de gevolgen voor de kerkelijke activiteiten en wat dat verder met zich meebrengt. Ook zullen de gesprekken met de PG St. Oedenrode, Son en Breugel worden vervolgd en allicht op enig moment in een volgende fase komen. Last but not least, zullen we de opvolging voorbereiden van een aantal functies. Zo zal dit mijn laatste seizoen zijn lid en voorzitter/scriba van de algemene kerkenraad.
Onder het motto ‘je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen’ wijs ik u alvast op de jaarlijkse gemeenteavond op woensdag 18 november aanstaande. We bereiden een mooi programma voor. Afhankelijk van de situatie zal dat te zijner tijd (deels) fysiek en/of digitaal plaatsvinden. Schrijf het in elk geval alvast op de kalender en in de agenda.
Ik wens u een goed kerkelijk seizoen toe!
-------------Benjamin Jansen, voorzitter algemene kerkenraad-------------------
Avondmaalsproject Moldavië
In de projecten van Kerk in Actie die we met Brabant voor Moldavië ondersteunen, zijn de gevolgen van de wereldwijde pandemie groot. Zo moest dagopvang voor ouderen sluiten, waren naschoolse activiteiten voor jongeren niet meer mogelijk en was er een tekort aan beschermingsmiddelen voor medisch personeel. En door de verslechtering van de economie werden de prijzen van levensmiddelen hoger en is het voor grote groepen Moldaviërs nog moelijker geworden om in het eigen levensonderhoud te voorzien. Daarom is er met voedselhulp gestart in een paar van de projecten, met een “voedselbank” en het ronddelen van maaltijden.
Vanuit Brabant voor Moldavië gaan we in een het najaar een aantal bijeenkomsten en activiteiten organiseren (vanzelfsprekend corona-proef). We willen meer informatie geven over Moldavië en samen bedenken wat wij kunnen doen en hoe Moldaviërs en wij van elkaar kunnen leren.
In onze kerk is Brabant voor Moldavië ons avondmaal project. Spijtig genoeg hebben we vanaf maart geen avondmaal kunnen vieren samen. Daardoor hebben we ook minder bijdragen voor het project kunnen doen, terwijl de nood in Moldavië groot is. Juist nu willen we Moldavië blijven steunen. Doet u mee? U kunt uw bijdrage overmaken naar NL47 RABO 0373718675 ten name van PGE-collecten onder vermelding van OK avondmaal project Moldavië.
-------------------------Antje Dekker / Dicky Zeilstra--------------------------------------
Kairos, wat dunkt u van de mens
De coronatijd is een lastige tijd. Zij confronteert ons met de kwetsbaarheid van het leven. Er worden eisen aan ons gesteld die ons tegennatuurlijk en soms zelfs onmenselijk voorkomen. Elkaar niet mogen aanraken en op afstand moeten blijven, het gemis van ouders, kinderen en kleinkinderen is al erg genoeg. Maar in eenzaamheid of door eenzaamheid sterven is onverdraaglijk. Mensen die door dementie al verward zijn nog verder in verwarring brengen, is voor een fatsoenlijke samenleving als wij zijn onacceptabel.
Hoe is het met onze menselijkheid gesteld? Dit is geen kritiek op de overheid. De beste stuurlui staan aan wal en het is gemakkelijk te oordelen. Ik heb groot respect en waardering voor Mark Rutte en zijn team. Maar dat neemt niet weg dat het goed is met een kritische blik terug te kijken op de voorbije maanden. Kan het ons iets leren?
Ds Willem Banning stelde de vraag: 'Wat dunkt u van de mens' Het is de titel van een boek dat hij in 1936 schreef. Ook toen was het een tijd van crisis, weliswaar van een andere orde, maar toch... ‘Het gaat om onze menselijkheid’ beweert Banning, ‘Wat komt dáárvan terecht’ vraagt hij zich af. Hij somt een aantal brandhaarden op in de wereld van die tijd bijvoorbeeld in Spanje en wijst op een dreigende wereldoorlog.
Kairos is een mooie term om een beslissend moment in de tijd aan te duiden, een merksteen. Leven wij in zo'n tijd en zal corona een fundamentele verandering van onze wereld teweegbrengen? Wij kunnen onszelf in elk geval vragen stellen. In hoeverre zijn wij bereid om de gestelde regels te volgen en hoe lang? Maken wij ons zorgen over onszelf en wat hebben wij over voor de gezondheid van anderen? Voor velen, en niet alleen jongere mensen, is dat nog niet zo gemakkelijk.
Bij de aankondiging van de maatregelen voorzag de regering de enorme economische gevolgen en wilde daar ruimhartig aan tegemoetkomen. Maar kan zij die belofte wel waarmaken? Waar komen al die miljarden terecht. De dreiging van het coronavirus treft ons allen gelijk, maar betalen we ook allemaal dezelfde prijs? Dat is niet zo. Velen worden zwaarder getroffen dan anderen. Van de andere kant zien sommigen zelfs kans aan de crisis te verdienen. Ik denk dat het nodig is om ons economisch denken fundamenteel onder de loep te nemen. Hoe vanzelfsprekend zijn de economische wetten? Zouden er alternatieven mogelijk zijn?
De lockdown bood de gelegenheid nog meer te lezen dan ik al deed en mij ook in andere actualiteiten te verdiepen. De dood van George Lloyd bracht een storm van protest teweeg tegen racistisch geweld. Het bood mij veel stof ter overdenking. Het positieve effect is geweest dat er eindelijk werkelijk aandacht komt voor de verschrikkingen die onze westerse (Europese) witte cultuur heeft teweeggebracht, maar helaas wordt er dikwijls teveel gefocust op de symbolen. Het woord 'neger' is taboe en Zwarte Piet is langzamerhand not done.
Bijna 15 jaar geleden is de zogenaamde ‘zwarte pietendiscussie’ in ons Eindhovense Van Abbe museum begonnen door enkele kunstenaars. Het was een onderdeel van de tentoonstelling Becoming Dutch.
De pijn van velen die discriminatie op grond van hun kleur of nationaliteit dagelijks ervaren is verschrikkelijk. Joden vermijden het dragen van een keppeltje in het openbaar. Ze zouden er juist trots op willen zijn Mensen die het slavernijverleden in hun familiegeschiedenis met zich meedragen wordt tekort gedaan als die pijn niet wordt gezien en niet wordt erkend door ons, Nederlanders, die deze geschiedenis vanuit de andere kant met zich meedragen. Het gaat om de pijn, niet om het symbool. Het is niet goed om met de symbolen de geschiedenis weg te poetsen. Zo komt de dialoog onvoldoende tot stand en worden de tegenstellingen eerder versterkt. Onlangs is het boek 'de geschiedenis van de slavernij' in het Nederlands vertaald. Het is een indrukwekkend boek, even interessant als gruwelijk. Slavernij is van alle tijden en van alle culturen. Maar een bijzonder zwarte bladzijde is wel de slavenhandel in Afrika en de transporten vandaar naar Amerika. Dat die handel mogelijk was omdat Afrikaanse handelaren de slaven aanvoerden doet niets af aan het Europese superioriteitsgevoel en de begane misdaden. ‘Wat dunkt u van de mens’. Die vraag werd niet gesteld.
Wat was de rol van de kerk. Onlangs las ik in Trouw een artikel over de Lutherse kerk die deze vraag aan zichzelf stelt. Het lijkt mij voor ons een aanbeveling tot navolging. De rol van de kerk was op zijn minst dubieus. Slavernij past niet in de leer van Christus. In werkelijkheid was slavernij eeuwenlang een geaccepteerd deel van het dagelijks leven. Ook voor christenen. De Afrikaanse slaven moesten natuurlijk wel voor zij werden ingescheept Christen zijn. Desnoods werden zij op het laatste moment met de wijwaterkwast collectief gedoopt.
En laten wij niet vergeten dat in sommige kringen racisme, bijvoorbeeld de apartheidspolitiek ook nu nog steeds met de Bijbel in de hand wordt verdedigd.
Genoeg om over na te denken. Kairos - moge deze tijd een keerpunt in de geschiedenis worden: ‘Wat dunkt u van de mens’ een diaconale gedachte.
------------Leo Steinhauzer, Voorzitter College van Diakenen------------------
Protestfonds
Voorbeeld uit de praktijk van Armoede en Schuld.
“Ook al leef ik behoorlijk zuinig, aan het eind van bijna iedere maand kom ik geld tekort.
Dan leen ik hier een tientje, daar twintig euro en voor een onverwachte rekening zestig.
Omdat ik een hekel heb aan leningen, betaal ik van de eerstvolgende uitkering iedereen terug met als gevolg dat ik al halverwege de maand geen geld meer heb.
Met dan weer het refrein : “Hier een tientje ……………”
Een half jaar geleden ben ik gestopt met roken, dus zestig euro per maand over.
Mijn vriendin had me aangeraden om de helft op een automatische spaarrekening te zetten en ze voorspelde dat als ik dat niet deed, het iedere maand gewoon in het niets zou oplossen. Maar het leek mij een uitkomst om iedereen terug te kunnen betalen.
En wat denk je, heeft zij weer eens gelijk gekregen. Hoewel ik denk niks bijzonders te hebben uitgegeven, is het aan het eind van de maand nog precies hetzelfde refrein.
Ik snap best wat mij wordt uitgelegd, maar het doen hè ? En hoe doe je het ?
Maar ik geef de moed niet op, dit krijg ik ook nog wel onder de knie en met de komende verrassing van het Protestfonds hoop ik ook weer een stapje verder te komen.”
Protestfondsgegadigde
In september zal weer een uitkeringsronde plaatsvinden, bedoeld voor mensen met een inkomen op bijstandsniveau. Mag ik U vragen dat ook in deze onzekere tijd weer mogelijk te maken ?
Zij die in aanmerking willen komen voor een uitkering kunnen tot 15 september 2020 een brief met onderstaande inhoud naar het Protestfonds sturen.
“Hierbij deel ik u mee dat ik bereid ben een bedrag uit het Protestfonds als lening te ontvangen. Ik betaal de lening terug door, als ik ooit in betere doen kom, geld te storten in het Protestfonds.
Mijn huishouding bestaat uit een gezin/vrouw/man/kinderen jonger dan 21 jaar/kinderen van 21 jaar of ouder .(Omcirkelen wat van toepassing is)
Als bewijs dat ik van een uitkering op bijstandsniveau leef, stuur ik u bijgaand een kopie van het laatst ontvangen uitkeringsoverzicht van de instelling, die mijn uitkering verzorgt.”
Naam / Adres / Postcode / Telefoonnummer / Bankrekeningnummer / Handtekening “
Reactie en stortingen :Protestfonds van de Diaconie, PGE,
p/a Camphuysenstraat 4, 5615 KS, Eindhoven.
IBAN: NL12 RABO 0373 7369 59
----------------------------------Willem Lamper----------------------------------------------------
Open Huis, ook in coronatijd!
Je weet pas wat je mist, als het even niet beschikbaar is, dat geldt ook voor onze ontmoetingsruimte in het Open Huis. Dat merkten we toen we elkaar niet konden ontmoeten vanwege de Corona.
Ik heb geen dienst, maar een van onze gasten, die lange tijd niemand heeft gezien omdat ze niemand mocht ontvangen, komt vandaag weer naar ons toe en vroeg of ik even kwam. Dat doe ik en jawel hoor ik zie haar al op het kerkplein. Normaal zou ze me een knuffel geven, maar dat doen we nu even niet, we lopen samen naar binnen en omdat ik vandaag ook als gast ben, gaan we gezellig samen aan de koffie. Ik hoef niets te zeggen, alleen maar te luisteren, zo eenvoudig kan onze aanwezigheid zijn, wat heeft ze dat gemist, dat merk ik aan haar verhaal. Op 1 ½ meter afstand is het wel moeilijker om echt contact te maken, maar al versta ik niet alles, we begrijpen elkaar en genieten van het samenzijn.
Luisteren is zo belangrijk, dat blijkt in de loop van de ochtend nog een keer als een bekende gast in paniek binnenkomt en het helemaal niet goed maakt. Gelukkig is direct een van de vrijwilligers in de buurt om er ook voor die gast te zijn, dat is gecompliceerder dan alleen maar luisteren, er moet wat uitgezocht en geregeld worden, dat kost tijd en geduld. Er zijn drie gastvrouwen en terwijl er een zich vrijmaakt voor die gast, zijn de andere er voor onze andere gasten.
Gelukkig komt het allemaal in orde en kunnen we terugkijken op een geslaagde morgen.
Het lijkt allemaal eenvoudig er zijn voor elkaar en iets met elkaar delen, maar ik weet heel goed dat ik het vandaag op kon brengen om te blijven luisteren.
Dat lukt heus niet altijd. En als ik behoefte heb aan een luisteren oor kan ik ook bij iemand terecht.
Ons Open Huis is er voor iedereen, misschien ontmoet ik U ook een keer Welkom.
--------------Loes Laurense, gastvrouw Open Huis St Cathrien.----------------------
Vluchtelingen
Vluchtelingen zijn van alle tijden. Nederland heeft een lange traditie als toevluchtsoord voor mensen die hun huis en haard noodgedwongen moesten verlaten. In de zestiende eeuw zochten veel Brabanders en Vlamingen hun toevlucht tot de noordelijke Nederlanden. Zij kwamen vooral om religieuze redenen, omdat zij protestant waren.
In de laatste 25 jaar van de zestiende eeuw raakten de Zuid-Nederlandse steden al hun protestantse inwoners kwijt. Zij kwamen uit Brabantse steden, zoals ’s-Hertogenbosch en Eindhoven en vooral Antwerpen, en uit Vlaamse steden, zoals Gent en Brugge. De Spaanse legeraanvoerder Parma veroverde de opstandige gewesten waar mensen woonden die in vrijheid hun geloof wilden belijden. Hij wilde die gebieden weer onder het Spaanse gezag brengen en andere godsdiensten dan de rooms-katholieke verdrijven. Toen hij Antwerpen had bezet - waarin meer dan 80.000 inwoners, van wie de helft gereformeerd - stelde hij de protestantse inwoners voor de keus: katholiek worden of vertrekken.
De vluchtelingen weken met name uit naar Holland. Daar werden zij meestal met open armen ontvangen. Uit Antwerpen kwamen vooral kooplieden, die hun handel met het buitenland meenamen. Zij vestigden zich hoofdzakelijk in Amsterdam, waar zij al handelscontacten mee hadden. De stad profiteerde sterk van hun komst. Dat was ook het geval voor andere steden, waar veel vaklieden terecht kwamen, die zorgden voor een opleving van de nijverheid. Zo groeide de Haarlemse linnenindustrie sterk doordat wevers uit Eindhoven en Vlaanderen daar nieuwe methoden introduceerden. Dordrecht kreeg een nieuwe beroepsgroep door messenmakers uit Den Bosch.
De opname van al die vluchtelingen in de samenleving verliep niet zonder problemen. Dat de vluchtelingen Nederlands spraken was een voordeel, maar zij hadden wel hun eigen woordgebruik dat anders was dan het Hollandse. Hun taal was doorspekt met vreemde woorden en volgens de Hollanders praatten zij raar, zij hadden een dialect. Men beweerde ook dat het gedrag van veel vluchtelingen onbetrouwbaar was, het leken wel Spanjaarden. Zo schreef de dichter/schrijver Bredero een toneelstuk met de naam De Spaanse Brabander, waarin de Brabantse hoofdpersoon een bedrieger was. Vluchtelingen uit de betere stand leefden bourgondisch en kleedden zich uitbundig en werden daarin overdreven gevonden. Anderzijds vonden de immigranten de Hollanders grof, bot en ongemanierd. De rijke kooplieden keken neer op de Hollandse inwoners, die volgens hen geen smaak hadden en geen goede manieren.
Na een wat moeizaam begin verliep de integratie van de immigranten toch voorspoedig, al duurde het een tijd voordat bestuursfuncties voor hen opengingen. In de Kerken hadden de Zuid-Nederlanders aanvankelijk hun eigen ambtsdragers, maar na enkele tientallen jaren was dat niet meer nodig. Een punt van irritatie was soms de godsdienstige beleving. De immigranten waren doorgaans strenger, orthodoxer en minder tolerant. Zij waren tegen het streven naar vrede en vonden dat eerst het zuiden bevrijd moest worden.
De assimilatie kwam tot stand doordat niet alleen de vluchtelingen zich aanpasten, maar ook doordat de Hollanders veel gewoonten van hen overnamen. De samenleving heeft sterk geprofiteerd van de integratie en de economische en culturele bloei die volgde. Ook tegenwoordig zou het goed zijn om ons te realiseren dat immigranten de samenleving veel te bieden kunnen hebben.
--------------------------------Gerard van Gurp----------------------------------------------
Cursus ‘Leren van Luther’ - 2020-2021
Spiritualiteit is een veelomvattend en een beetje vaag en zweverig woord geworden. Spiritualiteit gaat om de persoonlijke ervaring van het bovennatuurlijke, het hogere, het geestelijke. Hoe spiritueel bent u? Verschillende aspecten van spiritualiteit komen in deze cursus aan bod.
Spiritualiteit in de Lutherse traditie
Maarten Luther leefde vijftien jaar als monnik (1505-1520) en is de kloosterlijke praktijken van gebed, Schrift-meditatie, verinnerlijking en zelfreflectie na zijn reformatorische wending blijven beoefenen. Spiritualiteit raakt aan het diepste van een menselijk leven. Het kan op heel verschillende wijzen worden gezocht en vormgegeven. Niet alleen via de weg van het gebed, de weg van verstilling en meditatie, maar ook in de weg van de liturgie en zelfs in de manier waarop we omgaan met lijden en verdriet.
In deze cursus die vijf bijeenkomsten omvat, luisteren we niet alleen naar Luther, maar ook naar andere inspiratiebronnen.
I: Spiritualiteit van het bidden
docent: prof. dr. Markus Matthias
Voor Luther was bidden niet vanzelfsprekend. Bidden mag dan door Teresa van Lisieux (in haar Histoire d'une âme) zo mooi beschreven zijn als ‘het opwaarts bewegen van het hart’, maar hoe doe je dat precies? Wat voor gebedsvormen bestaan er en welke rol speelt het persoonlijk gebed in het proces van innerlijke groei? Op welke manier kan bidden je toenemend vertrouwd maken met God of het goddelijke? Hoe kunnen we de nabijheid van God ervaren ook al kunnen wij onmogelijk opklimmen naar Gods ideale wereld? Luther heeft hier spannende dingen over geschreven die we gaan lezen.
II: Spiritualiteit van het vieren
ds. Willy Metzger
Liturgie is het geheel van gebeden, lezingen, ceremonieën en handelingen waarmee we bepaald worden bij de nieuwe werkelijkheid van God en diens heerschappij. In liturgie wordt niet alleen onze verbeelding geprikkeld maar nemen we ook fysiek deelnemen aan het zingen, aan gesproken gebeden, aan staan en zitten, en aan het zich heel bewust 'in een ruimte' bevinden. De schoonheid van die ruimte, de vertrouwde en soms vreemde klanken en beelden kunnen ons boven onszelf uittillen. Kerkmuziek kan daarbij een centrale rol spelen.
III: Spiritualiteit van het leven uit genade
ds. Louisa Vos
Voor Luther is leven uit Gods genade een voortdurende spirituele oefening waarbij we leren hoezeer we Gods vergeving nodig hebben. In de boetepsalm 51 bidt David dat God zijn ogen moge afwenden van onze zonden. 'Zonde' is een leven dat op zichzelf gericht is: je meent dat je je leven geheel zelf in handen hebt, je bent volledig autonoom. Daarmee ontken je hoezeer alles wat wezenlijk is in je leven je geschonken wordt en hoezeer je afhankelijk bent van anderen en de Ander. Wij zijn gemaakt om lief te hebben en geliefd te worden. Naar God en andere mensen toe leven is wat de Schepper heeft bedoeld en dan merk je hoezeer je die genade nodig hebt en waarom we dagelijks om vergeving kunnen vragen.
IV: Spiritualiteit bij de ervaring van het lijden
docent: dr. Theo van Willigenburg
Lijden kan het gevolg zijn van liefde (je lijdt het meest aan het verlies van wat je lief is), maar veel lijden komt ook voort uit natuurrampen en uit menselijk kwaad. Vooral dat laatste heeft Bonhoeffer moeten ervaren. Daarbij werd het hem duidelijk dat een spirituele weg van omgang met je eigen lijden ons dichter bij de kern van ons bestaan en bij God kan brengen. De Bijbel kent niet voor niets talrijke weeklacht-psalmen waarin God wordt bevraagd en waarin de bidder een innerlijke verandering doormaakt juist omdat hij huilend Gods presentie zoekt.
V: Spiritualiteit van de Schrift
docent: ds. Susanne Freytag
In de protestantse traditie is de omgang met de Bijbel een belangrijke bron van spiritualiteit. Lutheranen in Duitsland kennen een Tageswort (bijbelvers voor de dag) en een Monatsspruch (bijbelvers van de maand). Bijbelverzen bij doop en huwelijk hebben een belangrijke betekenis. We verkennen verschillende vormen van bijbellezen van lectio continua tot bibliodrama. Luther wijst ons een weg naar een levende omgang met de Bijbel. Wie 'in de Bijbel' leeft zal, zoals Luther het heeft gezegd, ‘verzadigd en dronken worden’ van de vele Paasdaden van God en de belofte van het heil in Christus.
Leren van Luther 2020-2021
Fysieke bijeenkomsten (minimaal 8 personen) of online bijeenkomsten (via het gratis programma Zoom) wanneer men liever niet fystiek bijeen komt of dit niet kan (1,5 meter) en het minimum aantal van 8 niet wordt gehaald.
Opgave fysieke bijeenkomsten bij:
ds. Susanne Freytag: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Opgave voor Zoom-bijeenkomsten via:
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Cursusdata:
Eindhoven 29-september - 13-oktober - 17-oktober - 10-november - 24-november
Bijeenkomsten van 1,5 uur in de middag van 14.30 - 16.00 uur.
Cursuslocatie:
Dommelhoefkerk - Dommelhoefstraat 1A, Eindhoven
Online cursus is in de avond van 19.30 - 21.00 uur
17-november - 08-december - 12-januari - 02-februari - 09-februari
Cursusgeld: € 20 (inclusief Reader)
---------------------------------------------------------------------------------------------------------
De valkuil van Maarten van Rossem
Iedereen kent en waardeert meestal de verschijning op TV van professor Maarten van Rossem, onze nationale brombeer. Hij is als enig jurylid van het spelletje “De slimste mens” bekend om zijn scherpe en vaak geestige op- en aanmerkingen. Op Youtube staan avondvullende instructieve en ook komische conferences (“colleges”) van hem, die door studenten verrukt worden aangehoord. Het is absoluut geinig om die eens te horen en te zien!
In “De slimste mens” geeft hij gevraagd en ongevraagd ook aanvullende informatie, waardoor hij de indruk wekt van alles bijna alles te weten. Met recht een professor, zo lijkt het. Maar men vergeet dat ook een professor een mens is met beperkingen. Niet alles wat hij zegt hoeft wetenschappelijk verantwoord te zijn.
Dus niet: “Van Rossem zegt het, dan zal het wel waar zijn!!” Dat bleek bijvoorbeeld bij een vraag hoe het tweede bijbelboek heet. Zelfs Andries Knevel's dochter wist het antwoord niet. Maar nadat Van Rossem's belletje had gerinkeld gaf hij zogenaamde achtergrondinformatie over het Oude Testament. Hij meldde met grote verontwaardiging dat het een boek is, zo achterlijk en gewelddadig dat de status 'heilig boek' een schande moest heten. Volkomen krankjorum is het, zei hij er nog bij. Ik hoorde hem al eerder op Youtube tegen de bijbelse God fulmineren!
Zijn mening staat niet alleen. Vijf jaar geleden schreef de Vlaamse schrijver Dimitri Verhulst, na herlezing van het Oude Testament zijn Bloedboek over het buitensporig geweld in de Bijbel. Verhulst kwam uitgebreid in de Wereld Draait Door aan het woord en Van Rossem dus bij dat spelletje. Dat maakt tegelijk duidelijk hoe leeg en gevaarlijk het medium TV kan zijn Want deze meningen worden vrijelijk gespuid op onze populaire media, terwijl deskundige en gerespecteerde theologen zelden geraadpleegd worden. Op deze manier komen mensen aan het woord die van bepaalde onderwerpen niets af weten en dus in feite niets te zeggen hebben. Ze denken dat ze het hebben begrepen, maar hun kennis is één-dimensionaal, zó plat....
Huub Oosterhuis maakt onderscheid tussen de éérste en de tweede taal. De eerste taal is die van de dagelijkse omgang. Wat we allemaal tegen elkaar te berde brengen om de dag door te komen. Er is echter nog een tweede taal, zegt hij, dat is de taal vol geheimen, symbolen, vergezichten, de taal van de poëzie. In die taal is de Bijbel geschreven.
Mijn vriend André van Kempen, eminent oud-pastor van de Eindhovense Studentenkerk voegde er nog een nulde taal aan toe. Dat is de taal die alom en tegenwoordig weer vaker dan ooit gesproken wordt, de taal dus, waarin helemaal niets gezegd wordt.
Professor Johan Goud, ooit remonstrants predikant in Eindhoven schreef op Facebook: “Het is het heilige boek van de joden, als oud testament in de bijbel van de christenen opgenomen. Naar het besef van joden één geheel vormend met de eeuwenoude rabbijnse commentaren in de Talmud - die over de vele betekenissen van de tekst debatteren, er verfijningen in aanbrengen, en vaak een morele toepassing formuleren”.
Goede theologen dus, vooral die dichtbij Jodendom en Tweede Testament blijven hebben een bredere kijk op de teksten dan de doorsnee Nederlander, en dat wil dus ook zeggen: de doorsnee historicus (Van Rossem) en schrijver (Verhulst).
Zo'n Nederlander leest de bijbeltekst vanuit de eerste taal, als concrete, vaak letterlijke informatie. Het is allemaal “waar gebeurd”. Die zienswijze kom je in nog extremere mate tegen in evangelicaal Amerika. Het zijn vaak onze nazaten! Deze zienswijze slaat meestal hard op de trom en dat wordt alom gehoord. Men siert zichzelf daarbij, nogal arrogant, met waarmerk “orthodox” en dat wil dan zeggen: dit is pas je ware, wij hebben gelijk! Maar dat is helemaal niet je ware. Wat Goud schreef, zo heeft de theologie eeuwenlang gefunctioneerd tot op heden. Maar dat willen Van Rossem en Verhulst niet weten. Benno Barnard schreef ergens: “Dimitri (Verhulst) is een schat van een jongen, maar hij begrijpt niets van het Oude Testament”.
Het probleem is dat zij zich in hun kritische analyses teweer stellen tegen de biblicistische interpretatie van de bijbelteksten. Ze zijn er faliekant tegen, maar in hun afkeer blijkt dat zij zelf in dat biblicistische schema zijn blijven steken. Men zit er zelf aan vast geketend, maar nu in negatieve zin. En dat is dus rampzalig, want zo blijft een onwaarheid standhouden en velen beïnvloeden!
Ik geef een voorbeeld. Het thema “Oog om oog, tand om tand” wordt nogal eens barbaars genoemd, omdat het vooronderstelt dat als je iemands oog hebt genomen, jij ook je eigen oog moet inleveren. Maar die uitspraak was juist bedoeld om de toenmaals bestaande ongebreidelde vereffening in te tomen. Uit de recente geschiedenis kennen wij voorbeelden van die ongebreideldheid. Denk maar eens aan wat de Nazi's in Putten deden: één verzetsdaad vergelden met de dood van vele mannen uit het dorp.
Dus zegt die uitspraak: als iemand je oog neemt, mag het slachtoffer niet meer dan het oog van de tegenstander terugnemen. Dat was toén een onmiskenbaar teken van humanisering! En zo is de talmoedische conclusie van Jezus in de Bergrede ook verstaanbaar, omdat hij nòg een stap verder gaat, door te zeggen: “maar ik zeg U heb (daarentegen) je vijand lief! In de Bergrede kwam deze uitspraak tot stand in, zoals Goud dat noemt, verfijning en debat met zijn “tegenstanders”. Dat was en is een echt joodse praxis, om in woorden te strijden om de waarheid! De ethiek staat niet stil, is geen overal en altijd-durend-principe, maar beweegt met de geschiedenis mee en dan vaak in kritische zin!
Van Karl Barth is de uitspraak: “De Bijbel is niet Gods woord, maar Gods woord staat in de Bijbel”. Dat betekent: lees de teksten met verstand en inzicht en neem daarbij eveneens kennis van wat de traditie ervan heeft gezegd. Het is een constant zoeken (midrasj, komt van d-r-s, zoeken) naar de waarheid. En die waarheid is de weg der bevrijding. De mensheid op weg naar het land van Recht en Vrede. Het gaat in die verhalen dus niet om Bijbelse geschiedenis, het verleden, maar om een zoektocht naar de nieuwe mens en de nieuwe wereld. Vandaar ook dat de joodse halacha (“wat te doen?”) en de christelijke ethiek zo manifest in die verhalen op de voorgrond treden.
Wat dit betreft moet emeritus hoogleraar Van Rossem maar eens echte catechese aangaande het Bijbels ABC ondergaan opdat hij nóg meer gezag mag uitstralen! Zijn ook Utrechtse collega Johan Goud kan hem schatten bezorgen!
----------------------------------Chris Mondt----------------------------------------------------
Empowerment: de kracht om te zijn wie je bent
Begin juli konden het TINT team en TINT bestuur eindelijk weer fysiek bij elkaar komen, uiteraard met de nodige afstand. Wat was het fijn elkaar weer eens echt te zien en te spreken, na alle online ontmoetingen van de maanden daarvoor. Voor sommige team- en bestuursleden was het zelfs, door wisseling van de wacht, voor het eerst dat zij elkaar in het echt ontmoetten. We zijn de avond daarom begonnen met een kennismakingsspel: aan de hand van een gekozen afbeelding werden verhalen gedeeld over wat je drijfveer is om bij TINT te werken. Een leuke manier om elkaar beter te leren kennen en tegelijkertijd elkaar te inspireren. Zelf had ik de afbeelding van een zonnebloem gekozen: het is een diepe wens van mij om studenten te helpen te bloeien, te stralen, zichzelf te zijn en te laten zien, wat voor bloem zij ook zijn. Tegelijkertijd verlang ik er ook naar mezelf in het werk te laten zien en mijn kwaliteiten ten volle in te zetten.
Deze wens om studenten te helpen hun kracht te ontdekken en zich als mens te ontwikkelen, sluit goed aan bij de lijn die we ook in de komende jaren bij TINT willen inzetten. Ook vanuit de TU/e is ons gevraagd om bij te dragen aan de bewustwording van studenten: hoe kunnen zij met elkaar een gastvrije gemeenschap vormen waarin iedereen, ongeacht culturele afkomst, seksuele geaardheid of religieuze overtuiging, zichzelf kan zijn? Wat betekent dat voor je eigen identiteit en hoe je in het leven staat? Het woord ‘empowerment’, dat zich zo lastig naar het Nederlands laat vertalen, is hierbij al vaak gevallen: het gaat erom studenten te helpen vaardigheden te ontwikkelen, zodat zij kunnen groeien in verbondenheid met zichzelf, anderen, het leven en (voor de religieuze studenten) met God. TINT wil aan dit bewustwordingsproces graag een bijdrage (blijven) leveren.
Werken aan bewustwording, verbondenheid en zingeving onder studenten is uiteraard niet iets dat alleen in Eindhoven gebeurt. Het is goed om ook als studentensteden onderling van elkaar te leren. Zo is er onlangs een boek is verschenen met de titel ‘Zinzoeken en zijn’ (zie onder), waarin de verhalen vanuit twaalf studentensteden – ook Eindhoven - worden gedeeld. Goed dat daarmee voor alle geïnteresseerden een inkijkje wordt gegeven in hoe er in het studentenpastoraat wordt gewerkt aan bewustwording en levensbeschouwelijke ‘empowerment’ van studenten. Ik vond het leuk om tijdens deze avond ‘officieel’ een exemplaar aan onze voorzitter te kunnen overhandigen.
‘Empowerment’ van mensen is belangrijk binnen en buiten de kerk. Ik zie het als in de lijn van het bijbelse gedachtegoed dat God mensen levensruimte wil geven: ruimte voor iedereen om in vrede te zijn wie je bent, hoe verschillend mensen ook zijn. Ik hoor dit ook terug in de woorden van Huub Oosterhuis: ‘Laat duizend bloemen bloeien’.
Zinzoeken en Zijn: 12 interviews over het belang van de werksoort studentenpastoraat. Walther Burgering, Lianne van Dijk. Uitgeverij: Fortmedia Uitgeverij, 2020. ISBN 978-90-77219-82-9.
----------------------Margit van Tuijl, studentenpastor/life coach bij TINT----------
Juli -augustus 2020 met thema:"Festivals" Lees meer...
Zomernummer over festivals
Festivals en andere grote evenementen mogen in coronatijd voorlopig niet doorgaan. Waarom zouden we daarover nu al in SAMEN schrijven. Is dat om ons lekker te maken met iets dat nog heel lang kan uitblijven?
Nee, dat niet. Maar we hadden al langer iets over festivals willen schrijven. Een vorm van samen zijn en samen vieren die de laatste jaren spectaculair gegroeid is. Er waren meer dan 1100 festivals in ons land in 2019. Als kerk zouden we nieuwsgierig moeten worden : wat gebeurt daar?. Kunnen we er iets van leren ?
Boeiende artikelen helpen ons de festival wereld te verkennen : Karin Seijdell schrijft over haar ervaringen in Biddenhuizen, Petra Zweers verkent heel voorzichtig de relatie tussen festival en religie, Marieke Visser vertelt over haar ervaringen met Youth for Christ en Taize en Elsemarie de Boer schrijft over het samen komen als feest van de Geest.
Kunnen we van festivals iets leren, wat dan wel en wat beter van niet ?
----------------------------namens de redactie Jan Scheurer------------------------------
Zoeken naar zin in de modder bij Biddinghuizen: festivals en zingeving
Inleiding
Muziek heeft de gave te raken, te ontroeren, te verontrusten, te troosten. Niet zo gek dus dat alle grote religies en levensbeschouwingen een grote plek toekennen aan muziek. Veel van wat er in het christendom op het spel staat, is niet in klinkklare taal te vatten. Vandaar het Gregoriaans van de monniken, het Geneefs psalter en recenter, de Gospel om die schone taak te vervullen. Schoonheid en troost gaan vaak hand in hand. Hoe is dat, nu er in 2020 ruim 78% van de mensen niet meer kerkelijk-religieus is? Waar is dan de schoonheid en de troost, voor deze grote en groeiende groep mensen?
Vragen van alle tijden
De afgelopen 30-jaar is zichtbaar geworden dat zingevingsbronnen voor veel mensen opdrogen; mensen zoeken naar zin, willen praten over hun levensvragen maar hebben de taal daarvoor niet meer, en door de steeds verder gaande individualisering hebben ze ook geen veilige plek meer, geen gemeenschap, om het over deze kwetsbare zaken te hebben. Vragen als: wat beteken ik als mens? Wie ben ik ten opzichte van de ander? Is er een hogere macht? Wat betekent leven, lijden en dood?
De vragen zijn de eeuwen door dezelfde gebleven, maar de kaders waar mensen antwoorden vonden, zijn radicaal veranderd. Toen ik in 1994 theologie begon te studeren, was secularisatie een thema, zeker. Ontkerkelijking was er toen ook al. Maar het duizelingwekkende tempo waarmee kennis over de traditie van het christendom verdwijnt, had ik toen echt niet kunnen voorzien. Al die mensen van mijn generatie zoeken net als ik, naar antwoorden. Alleen ontbreekt het hen aan taal voor hun ervaringen. En dat gebrek aan taal neemt alleen maar toe naarmate mensen jonger zijn.
Beeldcultuur en popcultuur
Jonge mensen van nu zijn vaak geboren in een beeldcultuur. Dat betekent, dat zij van jongs af aan gewend zijn dat veel van de werkelijkheid niet in woorden maar in beelden tot hen komt. En de invloed op wat ze zien, is ook groter. In mijn jeugd was er Nederland 1 en 2. Nu is er view-on-demand op televisie, waarbij je zelf bepaalt wat je wanneer ziet. En Instagram, Facebook en Whatsapp zouden niet half zo groot zijn zonder foto’s die het verhaal vertellen waar steeds vaker taal voor ontbreekt. Maar ook jonge mensen zoeken naar taal voor hun ervaringen.
En dat doen zij steeds vaker op meerdaagse festivals waar een mix is van muziek, theater, literatuur en debat. In Nederland zijn er veel festivals: Appelpop, Kempener Pop, Pinkpop, Lowlands, Down the Rabbithole…maar jonge mensen gaan net zo makkelijk naar Roskilde in Denemarken, naar Torhout Werchter in België. Wat vinden ze daar? En wat zoeken ze er?
Als je als buitenstaander verzeild raakt op zo’n festival, kun je denken dat het vooral om drank (veel drank) en drugs (aardig wat drugs) gaat. En er is zeker een groep die om die reden gaat, om eens lekker zichzelf te laten gaan. Hedonisme, zou je met een duur woord kunnen zeggen. Dat kan zeker zorgen dat je zin hebt in de dag, maar het is geen zingeving te noemen. Daarvoor is het te oppervlakkig.
In augustus was ik zelf op Lowlands in Biddinghuizen. Dit grote festival trekt elk jaar 55.000 bezoekers. In zes megatenten kun je er genieten van muziek, theater, debat en…een kerkdienst. Ik was er om met een Amsterdams popkoor een popup kerkdienst te verzorgen in een van de tenten. Doel van de programmering van deze tent was om mensen elk half uur te verrassen met iets nieuws. En, zei Maartje die me belde, een kerkdienst verwachten ze ZEKER niet op Lowlands.
Van 2000 t/m 2007 was ik zelf jaarlijks te vinden op Lowlands. En ook op veel andere, kleinere festivals. Als je voorbij het genot kijkt, voorbij het oppervlakkige genieten van seks en drugs en drank, is er veel spiritueels te ontdekken op dergelijke plekken. Jonge mensen komen er en of ze nu bankwerker zijn of bankdirecteur, voor drie dagen zijn ze allemaal gelijk. Niemand vraagt aan je waar je werkt of wat je doet. Dat deel van je identiteit kun je elke ochtend lekker in je tentje laten liggen als je op pad gaat om muziek te luisteren. Wat dat betreft valt de parallel met Carnaval meteen op, waar statusverschillen ook tijdelijk wegvallen De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat de toegangsprijzen van festivals in de honderden euro’s lopen, waardoor het nadrukkelijk geen plek is waar mensen van alle rangen en standen elkaar ontmoeten. Maar ik sprak voldoende mensen al die jaren die het hele jaar geld opzij zetten om deze dagen te genieten van…ja van wat eigenlijk?
Gezamenlijkheid
Van alles wat kerkdiensten van oudsher ook boden: gezamenlijkheid. Een boodschap. Een oproep tot verandering, tot ethisch handelen. En hoe vind je dat op een dergelijke plek? Want Lowlands, en vele andere festivals, programmeren geen christelijke artiesten. Mijn bijdrage in 2019 was niet een jaarlijkse traditie, maar een unicum; de kerk die een stem krijgt op een dergelijk plek is een uitzondering, het is niet de regel. Je vindt het dus op een zeer seculiere wijze: gezamenlijkheid, dat is te vinden in elke tent en op elk veldje, waar voor even, buiten de dwangkaders van wat er allemaal moet, iedereen gelijk is. Waar open gesprekken worden gevoerd over leven, kwetsbaarheid, het ontdekken van je identiteit, je seksualiteit.
Verandering
En waar klinkt dan die oproep tot verandering? In de toelichting die veel bands en zangers geven op hun muziek. Ik was afgelopen jaar bij James Blake (1988) die in een overvolle tent vertelde hoe hij heeft geworsteld met het leven, met depressie en verslaving. Hij riep op om hierover open te zijn. Er is zo veel verborgen verdriet in de jonge generatie. Ik zag dat het mensen raakte. Hij zei het niet alleen, hij zong er ook over in de song ‘Don’t miss it.’ Hij riep op het leven niet te missen.
Een oproep tot handelen is deel van elke goede kerkdienst. Als er niets is wat veranderd moet worden, in je leven, in je gedachten, dan weet je dat er een stem mag klinken van de andere kant die je weer in beweging roept. Zo is dat ook op Lowlands, waar ik naar de School of Life ging luisteren. Deze School is opgericht door de atheïstische filosoof Alain de Botton. In deze scholen gaat het om leren leven. Hoe doe je dat? Op Lowlands was het thema: wat is vrouwelijke seksualiteit? Hoe actief zijn vrouwen in het zoeken naar hun eigen behoeften? De zaal zat tot de nok toe vol (met vrouwen, dat dan wel). Op het podium een Amerikaanse seksuoloog, die betoogde dat goede seksualiteit helend kan zijn, vervulling kan brengen. Bijna mystieke termen, dacht de theoloog in mij.
Lege kerken…
De kerken zijn steeds leger. En dat doet me verdriet. Want er is zo veel moois en niemand lijkt er meer naar op zoek. Dat blijft wat mij betreft staan. Daar wil ik ook niet achter terug. Maar ten dele is mijn verzuchting niet waar. Mensen zijn van nature zinzoekers. Door alle grote ontwikkelingen, de secularisatie, de globalisering, de individualisering, het fragmenteren van gemeenschappen, zoeken mensen het alleen anders. Ik wil als (relatief) jonge dominee het geluid van geloof, hoop en liefde blijvend laten klinken. Ik prijs me gelukkig dat ook veel niet-kerkelijke mensen door gesprekken met mij getroost kunnen worden. Ik voed mijn eigen geloof, koester de gesprekken met een zeer waardevolle collega over dit onderwerp. We moeten als krimpende gemeenschap elkaar blijvend steunen, in de wetenschap dat Gods wegen ook andere wegen gaan dan wij hadden bedacht.
Ik heb veel moois gezien op Lowlands. Je kunt het daadwerkelijk op een religieuze manier beleven: een soort bedevaart naar schoonheid en naar poëzie, naar muziek die over ervaringen spreekt van alle eeuwen en alle mensen. Jonge mensen zoeken het ofwel in de evangelicale of orthodoxe hoek – soms tot mijn verdriet, want in mijn eigen kerk zijn er zo minder en minder gesprekspartners van eigen leeftijd – of ze zoeken de zin buiten de kerk. En zo lang ik daar ook maar ben – en afgelopen jaar zelfs voor 600 jonge mensen Prediker 3 mocht uitleggen, over spiritueel omgaan met de tijd - , vind ik het prachtig dat ik getuige kan zijn van hun zoektocht. In de klei van Biddinghuizen, in die onverbiddelijke drooggelegde Flevopolder, kom ik soms in hun gezelschap dichter bij engelen dan ik voor mogelijk had gehouden.
Oh ja, een tent is een open ruimte. Ik was dan ook beducht voor het leeglopen van mijn tent toen ik de bezoekers aansprak met ‘gemeente van Biddinghuizen!’ Niets bleek minder waar. Ik kreeg na mijn amen zelfs een juichend applaus. En dat krijg ik dan weer nooit in een kerk
Ds. Karin Seijdell werkt als geestelijk verzorger bij Severinus in Veldhoven en is eigenaar van www.zinlab.nl Karin is verbonden aan het Centrum voor Levensvragen in Eindhoven, dat geestelijk verzorgers inzet bij mensen thuis die worstelen met levensvragen.
----------------------------------Ds. Karin Seijdell------------------------------------------------
Gast of gelijk?
Het eerste half jaar van 2020 is een heftige voor de hele wereld. Waar de problematiek rondom COVID-19 amper voorbij het hoogtepunt lijkt, duikt de volgende uitdaging al op. Racisme blijkt nog steeds een groot probleem te zijn in de wereld, en met de gewelddadige dood van George Floyd in de VS laait dit thema weer op. Ik, als half Antilliaanse, half Nederlandse vrouw in Nederland, kan niet om dit onderwerp heen. Alle herinneringen van mijn eigen ervaringen waar ik gediscrimineerd werd, worden weer opgerakeld; witte vrienden en bekenden zijn benieuwd naar mijn opinie en ervaring; en tegelijkertijd zoeken ze bij mij bevestiging dat ze goed bezig zijn, of proberen ze feiten zoals dat racisme voor veel mensen in Nederland ook een probleem is ter discussie te stellen.
Ondanks dat het een zware last is om zoveel verantwoordelijkheid toegewezen te krijgen, ben ik blij dat ik op de spreekstoel mag zitten, dat ik mijn ervaringen mag delen, en dat ik als onderdeel van het TINT-team de rol in mag nemen om dit soort onderwerpen bij studenten (en medewerkers) op persoonlijk niveau bespreekbaar te maken. Tegelijkertijd zet het me ook aan het denken. Ik vraag me af welke stemmen zwijgen, wat verzwegen wordt, en bij wie de mond al dan niet bewust gesnoerd wordt.
Het doet me denken aan het eerste stuk dat ik voor Samen schreef, in januari 2019. Over één van de eerste evenementen die ik mocht bijwonen: Getting Out of Your Comfort Zone. Studenten vertelden o.a. hoe het voor hen was om naar Nederland te verhuizen voor hun studie. Eén van de sprekers was een TU/e studente uit Kenia. Ze deelde hoe zij racisme en eenzaamheid ervaarde toen ze naar Nederland kwam en hoe ze tijdens haar hele studie geen Nederlandse vrienden had kunnen maken.
Een belangrijk verschil is wel: waar Internationals als gast in een ander land gezien worden, worden niet-witte Nederlanders in bepaalde situaties als gast in eigen land gezien. Maar de gemene deler zit hem in het woord gast. Ik vraag me af of je echt welkom bent wanneer je als gast gezien wordt, en dus toch niet helemaal als gelijke wordt behandeld?
Ik geloof namelijk dat je pas als gelijke wordt behandeld wanneer je onderdeel van die samenleving kunt worden. Echt onderdeel. Van het land en de cultuur. Van de bewoners. En pas dan kun je aarden. Pas dan kun je jezelf echt ontwikkelen.
Daarom ben ik enorm dankbaar voor de organisatie TINT, die zich hard maakt voor het welzijn van studenten. Want je kunt pas aan dat welzijn werken wanneer een student echt welkom is. Met thema’s als identiteit, welzijn, uit je comfortzone stappen, community, eenzaamheid, de betekenis van je werk en meer, streven wij ernaar om alle studenten aan elkaar te verbinden, zich thuis te laten voelen, te laten aarden en zichzelf te ontwikkelen.
-------------Arantja Rosalina, Operations Manager TINT---------------------------
Festivals
Deze Samen staat in het teken van festivals. Dat voerde mij terug naar vele malen kamperen en ontmoeten. Ervaringen van twee ontmoetingsplaatsen wil ik hier iets met de lezers delen.
Allereerst een ‘Youth for Christ’ Muziekfestival.
Het begon in 1978 in Kamperland. Een meerdaags christelijk muziekfestival met kamperen op het festival terrein. Bedoeld als feestje aan het eind van de zomer met goede muziek, ontmoeting, uitwisseling, terugzien van mensen van vakantiekampen. Er was een dagopening vanaf de boot aan het meer, er waren kraampjes en workshops, theater, pastoraat, er waren sprekers.
Een belangrijk doel van het festival was ook kennis maken met verschillende soorten christelijke muziek en daarover in gesprek gaan met elkaar.
Motieven om er te kome waren: het feest, de gezelligheid, de ontmoeting en het leren vannieuwe dingen. Ik ben vanaf er vanaf de allereerste keer tot ongeveer de 15e keer bij geweest. Iedere keer weer een feest van ontmoeting en gezelligheid, een plaats om bij elkaar thuis te komen in een ontspannen sfeer.
Een lied dat voor mij heel typerend was voor dit festival is:
”Why should the devil have all the good music” van Larry Norman.
terug te vinden op youtube https://www.youtube.com/watch?v=iVyNnKsmdok
Larry Norman was een overtuigd christen. Hij werd in de kerk echter niet geaccepteerd omdat hij andere muziek gebruikte om God te eren dan de psalmen en gezangen. Die muziek, Rock en Roll, werd vaak als duivels getypeerd. Hij zong en streed om verbreding in christelijke muziek mogelijk te maken.
Hij zag muziek als een gave van God en dat liet hij niet beperken tot wat traditioneel als christelijke muziek werd gezien zoals kerkmuziek. Ik vertaal twee strofes uit dat lied
‘Why should the devil have all the good music’
Ik wil dat de mensen weten dat Jezus mijn ziel heeft gered
Maar ik luister nog steeds graag naar de radio.
Ze zeggen dat rock-'n-roll verkeerd is, we geven je nog één kans.
Ik zeg dat ik me zo goed voel dat ik moet opstaan en dansen.
Ik weet wat goed is, ik weet wat fout is, ik verwar het niet.
Alles wat ik echt wil te zeggen is:
Waarom zou de duivel alle goede muziek hebben?
Ik heb niets tegen psalmen,
Maar een lied met een fijn ritme raakt me
Ik heb niets tegen lofzangen,
Maar zoek een lied dat mijn voeten beweegt.
Ik wil God kunnen eren met muziek
Die mij doet bruisen van leven!
Jezus vertelde de waarheid, Jezus wees de weg
Ik wil nog iets zeggen.
Ze spijkerden hem aan het kruis, ze legden hem in de grond,
Maar ze hadden moeten weten dat je een goede man niet in bedwang kunt houden.
Ik voel me elke dag goed, ik wil het niet verliezen.
Alles wat ik wil, alles wat ik wil weten
Waarom zou de duivel alle goede muziek hebben?
Dat nieuwe, dat andere, het gesprek daarover was mooi, het bruiste, gaf energie.
Dan iets over Taizé.
Een geheel andere plaats waar veel jongeren elkaar kunnen ontmoeten en waar ik verschillende keren geweest ben is bij het internationale klooster van Taizé in Frankrijk.
Jongeren uit heel veel verschillende landen komen daar bijeen om te zoeken naar geloof en verdieping. In de tijd dat je daar bent wordt je ingedeeld in internationale gespreksgroepen en voor een vrijwilligerstaak. Het is niet de bedoeling om met meer dan 2 mensen die elkaar kennen bij elkaar in een groep te zijn.
Je volgt het ritme van het klooster met iedere dag 3 diensten, 3 eenvoudige maaltijden, een inleiding door een broeder in verschillende talen en daarna in je gespreksgroep een gesprek daarover, zingen, vrijwilligerswerk en ’s middags vaak nog andere ontmoetingen rondom een thema of land. In een dienst wordt meditatief gezongen, worden teksten gelezen, wordt gebeden en er is altijd een tijd stilte voor je eigen ontmoeting met God.
Mensen komen daar heen om God te zoeken, of het geloof, of zichzelf. Ik trof er iedere keer heel verschillende mensen aan. Het internationale gesprek is vaak lastig, maar maakt ook dat je meer in herkenbare beelden en gevoelens gaat praten, omdat die gemakkelijker herkenbaar, verstaanbaar zijn. Ik heb het ervaren als een plaats van inspiratie juist door de eenvoud en het rustige, herkenbare ritme en de ontmoetingen die je daar had met onbekenden. Een plaats om ruimte aan God te geven.
Een lied van Taize dat voor mij heel typerend is ‘Dans nos obscurités’ : In onze duisternis, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft, vuur dat nooit meer dooft. 2x
Dit lied brengt mij terug naar de kern van mijn geloof. In alles wat ik meemaak, waar ik doorheen ga, wat ik als duister ervaar, mag ik teruggaan naar Gods eeuwige vuur dat mij verlicht en zal blijven verlichten.
Dat waren twee ontmoetingsplaatsen, twee bronnen waaraan ik mij kon laven. Ik wens iedere jongere een jeugd met zulke vindplaatsen toe.
-------------------------------------Marieke Visser----------------------------------------------------
Samen (?) weer naar de kerk
Medio juni hebben we op de vergadering van de algemene kerkenraad met gepaste vreugde geconstateerd dat we weer met erediensten in onze gebouwen gaan beginnen. En dan bedoel ik erediensten waar ook u, of in elk geval een deel van u, bij aanwezig mag zijn. Een beetje zoals het was, maar nog niet helemaal. Afhankelijk van het gebouw kan een beperkt deel van de stoelen worden gebruikt, zingen is nog risicovol, een deel van de gemeente zal elke zondag thuis moeten blijven. Het is allemaal nog niet ideaal. Maar toch een belangrijke stap vooruit.
De wijkkerkenraden zijn druk bezig met het maken van een protocol. Wat kan wel, wat kan (nog) niet. Hoe gaan we om met het koffiedrinken? Hoe gaat het met schoonmaken? Veel vragen te beantwoorden. Het is de verantwoordeljkheid van de wijk om binnen de richtlijnen van de overheid tot een passende oplossing te komen. We hebben in de AK afgesproken dat deze richtlijnen het kader vormen. De landelijke PKN heeft een voorzet gedaan voor een mogelijke invulling daarvan; de wijken kunnen daaruit inspiratie halen. We hebben in de AK ook gesproken over onze huurders. Met hen worden heldere afspraken gemaakt over de regels die voor hen gelden.
Goed nieuws kregen we onlangs vanuit TINT. Begin dit jaar heeft het bestuur bij de PKN een aanvraag ingediend voor meerjarenfinanciering van het studentenpastoraat. Deze aanvraag is gezamenlijk gedaan met IFES en Navigators. Als PGE hebben we deze aanvraag met een aanbevelingsbrief ondersteund. Recent kwam het bericht dat de aanvraag is goedgekeurd en dat is heel goed nieuws voor het werk onder de studenten in Eindhoven.
Helaas kregen we recent het bericht dat Henk Lofvers overleden is. Hij is jaren wijkpredikant geweest van de voormalige Adventskerkgemeente. We gedenken hem en wensen de familie veel sterkte toe.
Dit is de laatste SAMEN voor de zomervakantie. Deze zomer zal anders zijn dan andere zomers. Wellicht gaat u op reis, wellicht blijft u thuis. Maar waar u ook bent, de diensten vanuit de kerken van de PGE kunt u blijven volgen.
Ik wens u het allerbeste toe!
---------------------------------Benjamin Jansen--------------------------------------------------
Het feest van de Geest, of toch niet?
Festivals in deze tijd? Dat kan toch niet? Festivals, het is een bijzonder thema voor een blad in een tijd van een pandemie. Maar zijn festivals juist niet iets waar we eigenlijk allemaal naar verlangen? Een evenement wat ons bij elkaar brengt en waar we elkaar weer kunnen zien. Niet via een scherm van een laptop, tablet of mobiel, maar écht.
Begin mei kwam premier Rutte met het verlossende woord: in juni mogen de deuren van de kerk weer open! Na twee maanden kerk-zijn via een online livestream kan dat nieuws ook wel gekenmerkt worden als een festival. Maar is het eigenlijk wel zo’n feest? Er mogen maar maximaal 100 mensen komen en de afstand van elkaar geldt nog steeds. Past dat wel bij het beeld wat we van de kerk hebben en willen verspreiden? Die deur van de kerk die altijd voor iedereen openstaat. “Nee, nu even niet. Er is nu even alleen een deel van de gemeente welkom, sorry”.
Met het gezin, de echtgenoot of misschien alleen voor de livestream kijkend naar de online kerkdienst met een kop koffie in de hand. Voor veel mensen zag de zondag er de afgelopen tijd ongeveer zo uit. We missen het fysieke samenzijn, het koffiedrinken na de dienst en het samen uit volle borst meezingen met de liederen. Zelf kan ik ook niet wachten totdat dat allemaal weer kan. Maar ook al voelt het gemeente-zijn door zo'n scherm soms ver weg, we mogen kracht putten uit de woorden van Jezus in Mattheüs 18:
'Want waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden.' -Mattheüs 18:20
Ook al zijn we met elkaar verbonden door een internetverbinding, God is erbij.
Samen met elkaar als gemeente moeten we opzoek gaan naar creatieve manieren om ons geloof te belijden. Dat wordt de grootste uitdaging tot nu toe.
Want hoe kunnen we in deze tijd kerk zijn zonder de betekenis van kerk zijn te verliezen?
-------------------------------------Elsemarie de Boer---------------------------------------------
Draagt elkanders lasten ( vervolg )
In het artikel “Diaconie in coronatijd” ( Samen , juni 2020, pagina 4 ) schreef Leo Steinhauzer o.a. het volgende : “Bij het begin van de crisis greep het kabinet flink in de buidel om de nood op te vangen en suggereerde aanvankelijk alle gevolgen van de genomen maatregelen voor haar rekening te zullen nemen. Dat kan natuurlijk nooit en dat is inmiddels ook gebleken.”
Zeker als we solidair willen zijn met andere landen en mensen verder weg zal de rekening van deze crisis hoog uitvallen. Deze rekening zal sowieso door ons betaald moeten worden. Mijns inziens ( persoonlijke mening ) zou een solidariteitsheffing op basis van het vermogen een goede zaak zijn, omdat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen.
Als College van Diakenen ontvangen we regelmatig verzoeken van allerlei instanties om financiële ondersteuning in verband met de corona crisis. Een tweetal wil ik hierbij onder uw aandacht brengen.
|
-----------------------------------------Wim Wiggers------------------------------------------------
Minderheid
De meeste mensen willen graag een prettig leven, niet teveel stress, af en toe vakantie, geen financiële problemen etc., etc. In ieder geval geen gedoe. Géén corona aub! Zoiets maakt verschrikkelijk onzeker. En angstig. Het is onvoorspelbaar, dat maakt ons ongelukkig. Wij willen graag tevreden zijn.
In dit opzicht denk ik echter wel dat we ons goed moeten realiseren dat we een minderheid zijn. Het zijn geen prettige omstandigheden, dat klopt. Maar in vergelijking met de rest van de wereldbevolking zijn wij een minderheid. Weliswaar een grote minderheid, maar toch. De meerderheid van de wereldbevolking houdt zich met heel andere dingen bezig dan wij. Miljoenen mensen weten en ervaren wat het betekent om te overleven in omstandigheden die er niet om liegen en waar wij geen notie van hebben: vluchtelingen voor de zoveelste keer van huis en haard verdreven, honger, terreur, oorlog en geweld, dictaturen, ziekte tot overmaat van ramp en geen werk en scholing hebben. Geen sociaal vangnet en geen goede gezondheidszorg.
Covid-19 overviel ons als een dief in de nacht, het overkomt ons en doet ons schudden op onze degelijke grondvesten. Het ondermijnt ons vaak gezellige bestaan, we kunnen er niet goed tegen. We worden ineens uit onze dagelijkse beslommeringen en routines gerukt en moeten overal bij nadenken. We kunnen niet meer naar de kerk, dat hebben wij persoonlijk in heel ons lange leven nog nooit meegemaakt! Erger en eenzamer nog zijn de mensen die in verpleeg-en verzorgingshuizen geen bezoek meer mochten krijgen. Verboden! En waarom?
Velen stellen zich die vraag en velen proberen er een antwoord op te vinden. Wij als christenen stellen natuurlijk ook deze vraag. Sommigen vragen zich af waarom God dit toelaat. Anderen stellen beslist vast dat het een straf van God is of minstens een waarschuwing. Velen roepen God ter verantwoording: Waarom laat U dit gebeuren, waarom grijpt U niet in?
In het westen wordt deze vraag misschien vaker gesteld dan in het oosten, wij willen graag een zo logisch mogelijk antwoord aub.Toch komt vaak Psalm 91 naar voren: het antwoord van de gelovige mens op rampspoed en gevaar.
Kunnen wij, juist in deze onvoorspelbare situatie, een beroep doen op ons vertrouwen in God? Kunnen we het opbrengen om onze onzekerheden aan hem te geven in het geloof en vertrouwen dat Hij weet wat wij nodig hebben, ook in de moeilijkheden van ons leven?
Als we dat echt kunnen, zullen we - ook in Coronatijden – in staat zijn om echte vrede te bewaren en tevreden te zijn. We kunnen elkaar daarbij helpen en bemoedigen, laten we dat vooral doen in onze kerkelijke gemeenschappen. Zowel geven als ontvangen maakt blij! Wegvluchten uit deze nare realiteit kan niet, wegvluchten naar God kan echter altijd. Zie Psalm 118: 24, 25.
--------------------------------Lianne Gast, Kruispunt.---------------------------------------
Spiegelverhalen
Ik wordt steeds vaker bepaald bij verhalen uit het Oude Testament. En dan helpt het natuurlijk dat ik die vroeger met de paplepel heb ingegoten gekregen. En ja ….. ook tijdens mijn ‘geloofsopvoeding’ werden die verhalen gelezen en uitgelegd door de ‘bril’ van het Nieuwe Testament. Alsof die verhalen op zichzelf geen zeggingskracht zouden hebben! Bovendien hebben we niet zoveel met die verhalen van geweld, misstanden en oorlogen. We zijn meer van saamhorigheid, barmhartigheid en de ‘mantel der liefde. Daar is natuurlijk niets mis mee. Maar de wereld zit helaas wat slechter in elkaar. En we zullen ons stinkende best moeten doen om daarin wat verandering te brengen. En dan geven die verhalen uit het Eerste Testament soms verrassende ‘inkijkjes’. En daarvan werd ik me voor het eerst heel indringend bewust toen ik het boek ‘Niet in Gods naam’ van Jonathan Sacks, een engelse rabbijn, las. Voor mij was het ‘bijproduct’ van zijn thema, dat die oudtestamentische verhalen ons een spiegel voorhouden, dat die verhalen in deze tijd verrassend actueel zijn, dat ze ons de weg wijzen, hoe we als beelddragers van de Eeuwige, in deze tijd zouden kunnen staan en handelen! En ja, ik definieer het expres zo, omdat alle nakomelingen van Abraham, Joden, christenen en moslims daarbij, wat mij betreft, zijn inbegrepen.
Met Pinksteren schreven Joost Röselaers een Ad van Nieuwpoort een essay in Trouw, waarin ze deze coronatijd vergeleken met de tocht van de Israëlieten door de woestijn, op weg naar het beloofde land, op weg naar een nieuw leven dat zoveel menselijker zou zijn: het ‘nieuwe normaal’. Maar veranderen is moeilijk, het ‘oude normaal’ steekt de kop op, een gouden kalf wordt ‘geboren’, het consumentisme lonkt, zeggen de twee voorgangers. Gelukkig zijn er dan de 10 woorden om het vernieuwingsproces aan te zwengelen en te begeleiden. Oude woorden, maar nog verassend actueel, denk ik.
En op Tweede Pinksterdag stond daar ineens Donald Trump met de bijbel omhoog voor dat kerkje naast het Witte Huis. Alsof hij wilde zeggen: “Zie je wel, God staat aan mijn kant bij mijn gevecht tegen de plunderingen!” Ik moest onmiddellijk denken aan dat verhaal uit 1 Samuël 4, waar de Israëlieten bij hun oorlog tegen de Filistijnen de ark uit Silo lieten halen, ter ondersteuning van hun strijd. De Filistijnen werden bang en zeiden: “Nu zal het slecht met ons aflopen. Ze hebben hun machtige God erbij gehaald!” Maar helaas, het hielp niet, ze verloren de strijd. Zou dat model staan voor de afloop van het conflict in de Verenigde Staten? In ieder geval laat God zich niet voor het karretje van Donald Trump spannen. Alweer een verassend actueel ‘spiegelverhaal’, dunkt me.
Hoe anders was dat bij Mozes, die in de strijd tegen de Amelekieten z’n staf omhoog hield om de moed erin te houden voor de strijders. God aan de zijde van z’n volk. De Amelekieten hebben zich tegen de Heer verzet, lees ik in de Schrift. Ik denk dat de Eeuwige staat aan de zijde van hen, die opkomen voor onrecht, die opkomen voor de slachtoffers van discriminatie, en vreedzaam Zijn woorden ‘hoog’ houden.
-----------------------------------Bernard van Weeghel------------------------------------------
’t Hemeltje in tijden van corona – deel 2
Het zou zomaar een feuilleton kunnen worden, want hoe lang gaan de coronamaatregelen nog gelden voor ons. In de mei-uitgave van SAMEN hebben we verteld over de eerste weken. De gebeurtenissen stapelen zich op en dan is het goed om dit ook te vertellen. Allereerst zijn we heel erg blij zijn dat we nog alle dagen open konden zijn voor onze gasten. Weliswaar met de nodige beschermende middelen maar we waren er. Want mensen zonder huis/onderdak kunnen niet thuisblijven en hebben juist met deze dagen een plek nodig om te schuilen. Het virus is ook in het inloophuis een dagelijks gegeven. Het aantal gasten in huis was een tijdlang maximaal 9. Alleen de buitenslapers komen bij de inloophuizen. Mensen die we ook wel zorgmijders noemen. Het is voor hen niet te doen om op één plek te blijven. Ook in deze roerige tijden vinden zij geen aansluiting in het systeem. Voor alle andere daklozen is er een 24-uurs opvang vanuit de gemeente. We hebben dit als Eindhoven goed geregeld. Daarin hebben ook de Midden en Oost Europeanen een plaats.
Het is zuchten met de 1,5 meter maatschappij. Bijna iedere dag moeten we gasten vragen plaats te maken voor een van hun mededaklozen. De gasten komen om te eten, te douchen en even iemand te spreken. Eind mei hebben we opgeschaald naar maximaal 15 gasten, door het plaatsen van tenten in de tuin. We hebben geen idee hoelang we de tenten nodig hebben. Het is steeds schakelen, iedere verandering vanuit de regering kan een verandering voor het inloophuis inhouden.
Het geen plek hebben voor thuisloze mensen was heftig, we vonden dat heel vervelend. Men kwam wel naar ’t Hemeltje en stond voor het hek. Steeds dezelfde vraag: mag ik nu dan binnen, heb je eten, heb je koffie? Hoelang duurt het nog voor ik binnen mag? Het voelde als een afwijzing, als uitsluiting. We zijn heel blij dat we vanaf 1 mei ook voor hen weer wat ruimte konden maken, door twee keer per week een koffie-uurtje voor hen te organiseren. Hoe lang dit allemaal gaat duren blijft ongewis. Maar we zijn als Hemeltje open en bereikbaar voor de mensen die dakloos en thuisloos zijn.
We blijven als Hemeltje een plek voor al die mensen die hulp nodig hebben waar geen helper is. Deze gedachte ligt ook ten grondslag aan ons besluit om als Hemeltje zelfstandig te blijven met betrekking tot de ontwikkelingen rond de Maatschappelijke Opvang in de gemeente Eindhoven. Hoe die nieuwe opvang er uit gaat zien, is nog onduidelijk. Daarover wordt binnenkort een besluit genomen. Daarop vooruit lopend hebben we als Hemeltje gezegd: we blijven wie we zijn. Dat betekent zelfstandig blijven, maar wel de samenwerking aangaan met de overige partners in de maatschappelijke opvang.
Het gaat nog een bijzondere tijd worden.
---------------Namens het bestuur, Jannet Venekamp--------------------------------------
Juni 2020 met thema:"Corona II" Lees meer...
Intro juni nummer van SAMEN
Het juni nummer van SAMEN gaat opnieuw over corona. Eerst een artikel van onze AK voorzitter Benjamin Jansen, die het protocol voor kerk in coronatijd toetst aan de kenmerken van kerk zijn zoals die eerder door de PKN waren uitgegeven. Hij stelt kritische vragen. In een beschouwend artikel geeft BertJan van Haarlem aan hoe wij coronatijd ervaren en verwerken. In de column vergelijkt Bernard van Weeghel de anderhalve meter maatschappij met de rituelen rond geboorten in Twente waar een anderhalve meter lang krentebrood als geboortekado wordt gegeven. Elbert Grosheide geeft een samenvatting van de huiskamergesprekken die over het jaarthema ‘hoop’ zijn gehouden. Maar er staat veel meer in. We nodigen U uit om het allemaal te lezen.
-----------------------------------------Redactie SAMEN----------------------------------------------
Mozaïek van kerkplekken
Onder de titel Mozaïek van kerkplekken – over verbinding tussen bestaande en nieuwe vormen werkte de Protestantse Kerk Nederland (PKN) in 2018 en 2019 aan vernieuwing van de mogelijkheden om kerk te zijn in een samenleving die steeds diverser wordt. ‘Met pioniersplekken, leefgemeenschappen, kliederkerken, monastieke initiatieven en meer’. Ach, in dat rijtje mist nu juist de digitale kerk, zoals deze anno 2020 is geworden. Niet vanuit beleid of strategie, niet vanuit wens of wil, maar vanuit een gezondheidscrisis is de kerk als gestalte van Christus totaal van kleur verschoten. Kunnen we eigenlijk nog wel van kerk spreken als we elkaar niet in levende lijve ontmoeten, wanneer we het brood niet delen, wanneer aan de hengel geen collectezak hangt maar een schaaltje met doopwater, wanneer zingen een gezondheidsrisico is geworden…
Onderdeel van het onderzoek van de PKN was het benoemen van tien essenties van kerk-zijn. Laten we die eens langslopen.
- Een groep mensen die door de Geest wil leven uit Gods genade in Jezus Christus. Deze kunnen we afvinken, daar heeft corona niets aan veranderd.
- en regelmatig in het openbaar samenkomt rondom Woord en sacramenten, Hier knelt het. De regelmaat is eruit, we zitten in eigen huis, niet in het openbaar (ook niet als we een reserveringssysteem moeten hanteren), en de sacramenten vieren we niet.
- en die samen een doorgaande geloofsgemeenschap wil vormen, De wil is er en de creativiteit ook. Na de eerste fase van verwondering zijn diverse initiatieven ontstaan om met elkaar door te gaan, oog voor elkaar te hebben en het geloof te delen. Toch is het vormen van een geloofsgemeenschap niet eenvoudig als we allemaal op verschillende plekken los van elkaar ons geloof beleven.
- die zich missionair en diaconaal inzet voor de wereld, te beginnen bij de eigen context, Ik denk dat velen van ons zich op een of andere wijze hebben ingezet voor de ander in de eigen omgeving – boodschappen doen, een kaartje of een telefoontje, juist nu iedereen thuis is geeft dat de mogelijkheid om zichtbaar als christen te zijn voor de mensen om je heen. Of zoals minister De Jonge zei: ‘verspreid het Woord, niet het virus’.
- bestaande uit tenminste tien volwassenen die hun gaven inzetten voor de kerkplek, Met z’n tienen zijn we wel. Maar wat hier eigenlijk ‘kerkplek’ kan betekenen, hebben de opstellers van het stuk zich niet afgevraagd; hun kanttekeningen zeggen daar in elk geval niets over en gaan ervan uit dat dit iets vanzelfsprekends is.
- onder leiding van een kernraad, met tenminste drie belijdende leden van de Protestantse Kerk die ook een kerkelijk ambt bekleden, Ook in coronatijd functioneert de kerkenraad, zij vergadert via beeldbellen, geeft leiding aan het gemeentewerk, organiseert alternatieve activiteiten.
- en met in de kernraad tenminste één ambtsdrager die bevoegd is om het Woord en de sacramenten te bedienen, In de Johannesgemeente en in Zuid is dit gelukkig het geval; in de Kruispuntgemeente niet en is het natuurlijk ook lastig om in deze tijd invulling te geven aan het beroepingswerk.
- en in verbondenheid met de kerk als groter geheel, in het bijzonder de Protestantse Kerk, door te werken aan goede relaties met naburige gemeenten en minimaal jaarlijks mee te doen in het landelijke verband voor kerngemeenten, We willen wel, kijken misschien op zondagochtend ook wel naar de dienst vanuit de PKN-kapel, maar het blijft contact op afstand.
- die zelf de verantwoordelijkheid op zich neemt voor het beleid en de financiën, Doen we, en de kerkrentmeesters vullen ook het rentmeesterschap in voor de gemeentes die in onze gebouwen onderdak vinden.
- en die meewerkt aan toezicht en aan de behandeling van klachten en conflicten door een daarvoor aangewezen orgaan van de Protestantse Kerk. Gelukkig hebben we dit bij de hand in de PGE.
Van de tien essenties kan ik zomaar acht-en-een-half afvinken. Al met al lijkt het nog wel mee te vallen, toch? Nu ja, dat is misschien iets te snel. Essentie b. is een hele belangrijke, een cruciale. En we voldoen aan geen enkele van de kernwoorden uit deze essentie. Met ‘openbaar’ bedoelen we dat de bijeenkomsten geen besloten bijeenkomsten zijn, alleen voor ingewijden. Jezus deed het ons voor, door in het openbaar en in de open lucht te prediken. In die zin is een dienst die op het open net wordt ge-livestreamd passender dan een dienst met maximaal 30 mensen waarvoor je vooraf een kaartje moet reserveren. Met ‘samenkomen’ bedoelen we dat we verbonden zijn met elkaar en bij elkaar zijn. Dat is niet het geval; we kunnen wel allemaal tegelijk naar hetzelfde kijken, maar dat maakt nog niet dat we samenkomen. Dagelijks kijken ook miljoenen mensen naar dezelfde maan, maar dat wil niet zeggen dat ze samenkomen. Ook met de sacramenten is het behelpen. En essentie c. zie ik ook niet volledig werkzaam zijn. Ik kan maar tot één conclusie komen. Ondanks alle goede bedoelingen en inspanningen voldoen we niet aan alle tien essentiële criteria van kerk-zijn. We zijn dus geen kerk op dit moment.
En wat nu... Is dat erg? En komt het oude terug? Vooropgesteld, ik vind het verre van aangenaam en hoop dat het snel weer een vorm van nieuw normaal wordt. En toch, in iedere crisis zit een kans, zitten nieuwe inzichten en nieuwe mogelijkheden. En die moeten we zien, omarmen en benutten vóórdat de crisis voorbij is. Ik noem er één. In veel kerken is nu een webcam geïnstalleerd; diensten worden opgenomen en op ‘kerkdienstgemist’ of op ‘youtube’ geplaatst. En daar bereiken ze niet alleen eigen kerkleden die niet meer naar de kerk kunnen, maar ook anderen. Vaak kennen we ze niet, wellicht leren we hen nooit kennen, maar ik ben ervan overtuigd dat hierdoor mensen God ontmoeten. Laten we daar niet mee ophouden, wanneer de diensten weer als vanouds in de kerkzaal plaatsvinden. Maar laten we de samenkomsten ècht openbaar laten zijn voor de hele wereld. Graag daag ik u uit in dit soort kansen mee te denken.
Tot slot kom ik terug op de titel van het onderzoek van de PKN. Volgens wikipedia is een mozaïek een kunstvorm waarbij een grote afbeelding wordt vervaardigd uit een groot aantal kleine gekleurde steentjes, die in een vloer of wand worden gemetseld. Dat beeld stel ik mij voor bij de kerk van de toekomst: met elkaar vormen wij als christenen een mozaïek van kerkmensen, veelkleurig, van verschillende vorm en grootte en pas als je van een afstandje kijkt, zie je wat het geheel voorstelt. De coronacrisis zet ons op afstand en dwingt ons naar onszelf als steentje en naar de kerk als geheel te kijken. Even niet in de kerk, maar even zonder de kerk. Wat ziet u dan voor beeld? Wordt u daar blij van? Wat mist u, wat wilt u behouden, en wat moet definitief anders?
-----------------------------------------Benjamin Jansen-----------------------------------------------
Ervaren en verwerken
Er gloort weer hoop. De coronamaatregelen worden versoepeld. Er komt ruimte, er kan en mag weer meer. Het is ook zo dat er nog wel beperkingen blijven en er wordt ons gevraagd om verstandig met de verruiming van de regels om te gaan.
Ook voor kerken komen er meer mogelijkheden voor vieringen en andere activiteiten, maar er blijven ook regels en beperkingen. Hoe die ingevuld en nageleefd gaan worden, moet plaatselijk worden ingevuld. Daar is nu nog niet zo veel over te zeggen. Maar de vraag klinkt wel: hoe het verder zal gaan…
Ook wordt de vraag gesteld wat deze tijd ons oplevert, alsof corona ergens goed voor zou zijn… Dat lijkt mij niet, maar wel worden vragen die er al langer waren duidelijker en scherper:
Welke invloed heeft onze manier van leven op het klimaat? De tijd van de lockdown (intelligent of niet) is in ieder geval goed voor onze leefomgeving: de lucht is schoner, het is stiller…
Welke invloed heeft onze leefstijl op onze gezondheid? Ongezonde voeding tast onze weerstand aan en maakt ons vatbaar en kwetsbaar…
Wat betekent leiderschap in deze tijd? Leiders laten zich adviseren, zij tonen en vragen verstandig beleid en gedrag. ‘Leiders’ in binnen- en buitenland prijzen middelen tegen corona aan, waarvan vooral duidelijk is dat ze gevaarlijk zijn en waarvan het nog maar de vraag is of ze werkelijk helpen…
Wat hoop biedt is dat er in de afgelopen weken vooral een beroep is gedaan op onze verantwoordelijkheid. Het beperken van de verspreiding van het corona virus is een zaak van ons allemaal en het lukt alleen als iedereen zich inzet: de adviezen zo goed en zo veel mogelijk volgt en de regels in acht neemt.
Het heeft gewerkt. En meer dan dat. Mooi is om te zien hoe mensen verantwoordelijkheid hebben genomen en gezocht hebben naar andere manieren om voor elkaar te zorgen. Er is en wordt veel goeds gedaan en het is te hopen dat we dat niet kwijtraken als er weer meer ruimte en tijd komt voor andere dingen. Veel mensen hebben – misschien noodgedwongen, maar dan toch – er voor gekozen om dingen anders te gaan doen en zelfs om andere dingen te gaan doen dan zij gewend waren. Er waren en zijn veel ideeën en initiatieven om anderen in hun eenzaamheid en armoede bij te staan. Het kon ook omdat voor ons gevoel de tijd stil stond nu vooral werken en reizen tot het uiterste beperkt werden.
Wij zijn niet gewend dat de tijd stil staat. De tijd tikt en stroomt weg, we hebben het gevoel dat de tijd vliegt. We komen, of kwamen, soms tijd te kort voor alles wat we moeten en willen doen. Eén van onze vijanden is de tijd. En de klok is onverbiddelijk. We hebben steeds minder (levens)tijd. Elke dag, elk uur, elke minuut komen we dichter bij ons levenseinde. Er is dus haast geboden en we moeten de tijd goed benutten. Het is een omgaan met de tijd waarbij en een verleden achter ons en een toekomst voor ons ligt. Het is de kloktijd van werk, agenda, bezigheden en verplichtingen, weinig rust. Het is de tijd die ook geld (geworden) is.
In deze tijd ervaren mensen veel meer rust, die dan ook weer meteen (te) veel van het goed is. We zijn geen rust gewend en weten er niet direct raad mee. Stilte en rust kunnen ons overvallen als we altijd zo druk (geweest) zijn.
Er is niet alleen de tijd die we hebben, of de tijd die ons ‘heeft’, er is ook de tijd die wij zijn. Dat is de tijd die wij ervaren als we niets moeten of hoeven. Het is een moment, waarin je je kunt verliezen. Een moment dat eeuwig lijkt te duren. We kunnen dat beleven als we aandacht voor iemand of iets hebben. Het is de tijd van het ‘nu’ dat geen verleden of toekomst (nodig) heeft. Het is voor ons moeilijk genoeg om – zoals tegenwoordig vaak gezegd en gevraagd wordt – in het ‘nu’ te leven. Op het moment dat we stil staan bij het nu is het immers al weer voorbij, geweest.
We ervaren die tijdloze momenten als we aandacht hebben, verbinding, inspiratie, reflectie. Het zijn ook de momenten waarop we genieten van de natuur, een schilderij of muziek. Dan voelt het alsof de tijd even stil staat. Het is de ervaring van stilte en rust. Wie meer of minder regelmatig wandelt, een klooster bezoekt, muziek maakt of er naar luistert, die weet van deze beleving.
Je mag hopen dat ook kerken en gemeenten iets weten van deze ervaring en beleving. Het is bijzonder hoe de tijd van lockdown en de weken rondom Pasen samen vallen. De ervaring van stilte en rust is vreemd en intens. Het verhaal van Pasen maakt ons duidelijk dat we leven op een heel andere manier dan wij gewend zijn: de weg die Jezus is gegaan laat ons zien dat wij bestaan met de dood achter ons en het leven voor ons. Dat is bij alle vragen en angst een hoopvol en bemoedigend perspectief. Het vraagt kracht en moed om het zo te zien, maar het geeft ook vertrouwen en geborgenheid.
--------------------------------------BertJan van Haarlem-----------------------------------------
Diaconie in coronatijd
‘Het is een rare tijd’. Veelgebruikte woorden. Ik ervaar dat zelf ook zo. Het leven gaat door, maar de tijd lijkt soms stil te staan. Ook voor degenen die al dan niet thuis werken ziet de wereld er totaal anders uit. En de kerk lijkt bijna niet meer te bestaan. Er zijn geen diensten en we missen de mensen. We zijn bezorgd; we zien mensen om ons heen die bang zijn. Sommigen reageren paniekerig, terwijl anderen de neiging hebben om de ernst van de situatie te onderschatten. We raken zo in een proces verzeild waarin we toegroeien naar een steeds groter bewustzijn en erkenning van de werkelijkheid. De kerk past zich zonder morren aan. Trouw aan de overheid ligt ook wel in de traditie van de kerk.
Onzekerheid over ons bestaan, onze leefwijze, over hoe lang het gaat duren neemt ons in beslag. Wordt onze gezondheid bedreigd? Het hoge leeftijdsniveau in onze kerk betekent dat velen tot de risicogroep behoren. We zien ook mensen om ons heen die ziek worden. Ook jonge gezinnen. Gelukkig zijn het geen grote aantallen. Enkelen redden het niet. Er zijn gemeenteleden, die kwamen te overlijden, mensen die wij kennen. Dat doet pijn. Daar schrikken wij van. Zo komt corona wel griezelig dichtbij.
Wat betekent dit voor de diaconie? Zijn wij een diaconale kerk? In bepaald opzicht denk ik zeker dat het zo is. De leden van onze kerk bekommeren zich om elkaar en zien naar elkaar om, Dat was altijd al zo en nu passen we ons aan. Contacten zijn veelal telefonisch. Fysiek contact wordt vermeden, maar iemand die hulp nodig heeft krijgt die met in achtneming van de voorschriften. De wijkdiaconieën blijven beschikbaar. Maar het is onvermijdelijk dat de plotselinge lock-down gevolgen heeft. Bijeenkomsten gaan niet door, vergaderingen worden uitgesteld. Zaken die niet kunnen wachten worden ad hoc opgelost met telefonisch en email contact. Gelukkig roept de situatie ook creativiteit op. Voor de collectes worden alternatieve voorstellen gedaan. Maar in het grote geheel is er een grote leegte. Ik ervaar het zelf als een matte stilte. Pas de laatste weken komt er weer beweging en is er meer activiteit. We raken kennelijk gewend en komt er nieuwe energie vrij, We worden wel gedwongen er rekening mee te houden dat we voorlopig nog niet naar het oude vertrouwde kunnen terugkeren en het voorlopig met het ‘nieuwe normaal’ moeten doen. Trouwens, ik heb mijn hoop meer gevestigd op het ‘tijdelijke abnormaal’ . Enige verruiming lijkt wel mogelijk te worden, maar vooreerst is grote behoedzaamheid nodig en de toekomst onzeker.
We leren echter bij. Videoconferenties waarbij tientallen deelnemers kunnen worden betrokken. Zo zullen er in het nieuwe seizoen misschien toch themabijeenkomsten plaats kunnen vinden, ook als we nog niet in grote groepen bijeen kunnen komen.
Zijn de consequenties voor de kerk en voor ons College van Diakenen al groot, de gevolgen van de coronacrisis voor de gehele samenleving zijn nog vele malen groter. Een kerk die in de samenleving wil staan zal zich daarop moeten bezinnen. Het lijkt mij voor de hand te liggen dat de diaconie daarbij het voortouw zal moeten nemen.
De kerk kan misschien een andere visie ontwikkelen dan waartoe de politiek en het openbaar bestuur in staat is. Daar spelen te veel verschillende - grote en kleine belangen een rol. Zou de kerk in staat kunnen zijn om vanuit geloof en opdracht de politieke belangen en machtsstrijd een tegenwicht te bieden?
De kerk heeft geen gunstige geschiedenis als het om macht gaat Het christendom heeft zich met veel geweld gevestigd en gehandhaafd. De kerk heeft op beslissende momenten de verkeerde regimes gesteund of in elk geval niets in de weg gelegd. Maar er was ook altijd die andere kant. De kerk, die op de bres stond voor de rechteloze, de weduwe en de wees, de zieke en de vluchteling.
Onze regering is van goede wille. Mark Rutte doet het goed. Daar is vriend en vijand het wel over eens, Bij het begin van de crisis greep het kabinet flink in de buidel om de nood op te vangen en suggereerde aanvankelijk alle gevolgen van de genomen maatregelen voor haar rekening te zullen nemen. Dat kan natuurlijk nooit en dat is inmiddels ook gebleken.
Wat er daarna gebeurt is interessant maar minder fraai, omdat al snel blijkt dat het sturend vermogen van de overheid beperkt is. Zodra de economische gevolgen van de genomen maatregelen duidelijk worden begint het spel om deze zoveel mogelijk af te wentelen. Althans diegenen die daartoe in staat zijn proberen er zoveel mogelijk schadevergoeding uit te slepen, zo min mogelijk kosten te betalen en als het even kan aan de crisis nog iets te verdienen. Maar wie betaald dan uiteindelijk de rekening? Ik denk dat dát de kleine luyden zijn om met Abraham Kuyper te spreken.
In mijn ogen is er nog iets merkwaardigs. Vrijwel direct werd er gesproken over een economische crisis die zou ontstaan tengevolge van het coronavirus. Volgens mij is dit niet juist en is er helemaal geen economische crisis. Er is wel crisis door de mogelijke gevolgen van een te snelle verspreiding van het coronavirus met economische gevolgen, Nu lijkt dat misschien een woordenspel, maar het is dan wel een woordenspel dat de visie op economie bepaald.
Nu begeef ik me wel op glad ijs, want ik ben geen econoom en zal me daarom tot bovengenoemde observatie beperken. Als het enigszins hout snijdt hoop ik op nader onderzoek om een andere kijk op economie te ontwikkelen. Die kan aansluiten bij de opvattingen van bijvoorbeeld de econoom Herman Wijffels die duurzaamheid en samenwerking (coöperaties) bepleit en de onlangs overleden Arnold Heertje, die heel lang een veel bredere oriëntatie van de economie heeft bepleit dan zoals deze doorgaans wordt gehanteerd. Ook de bijdrage van Rutger Bregman (‘de meeste mensen deugen’ en ‘gratis geld’ kan bijdragen aan een andere kijk op economie. Hij is creatief en inspirerend. Het is niet nodig het met hem eens te zijn.
De val van de Berlijnse muur die in 1989 het failliet van het communisme verkondigde luidde eigenlijk ook het einde van de sociaaldemocratie in. Even leek het dat het neoliberale kapitalisme definitief had gewonnen. Nu 30 jaar later weten we dat ook die ideologie sleets begint te worden.
Hoog tijd voor een nieuwe en brede doordenking van de economie en de politiek. Mij dunkt dat daar ook een kritische reflectie op onze democratie bij hoort. Dat onderwerp bewaren we dan voor een andere keer.
Terug naar Diaconie in Coronatijd.
Ik pleit voor een economie waarin de mens en de samenleving centraal staat en niet het geld en de cijfers. Dat is mijns inziens een diaconale houding. Het College van Diakenen heeft dan de taak om samen met de hele kerk daarvoor op te komen. Dat is iets wat ik natuurlijk niet alleen uitmaak. Alleen in dialoog komen we verder.
-------------------------------------Leo Steinhauzer (Voorzitter CvD)---------------------
Anderhalve meter kerk
Het zijn barre tijden, nu het coronavirus zijn intrede heeft gedaan. We proberen het virus in te dammen door allerlei hygiënische maatregelen, blijven zoveel mogelijk thuis en als we er al op uitgaan, bijvoorbeeld voor een bezoek aan de dokter of aan de apotheek, dan houden we minimaal anderhalve meter afstand. Daarom gaan alle bijeenkomsten van meer dan dertig mensen niet door! Dat geldt ook voor onze zondagse eredienst en andere kerkelijke bijeenkomsten. Maar hoe kun je dan in vredesnaam nog ‘kerk’ zijn? Dat gaat toch om ‘samenzijn’ en ‘samen’ dingen doen? En hoe doe je dat als je anderhalve meter afstand moet houden van elkaar?
Er zijn inmiddels allerlei vormen van ‘kerk’ ontstaan. De meeste kerken verzorgen online vieringen. Een dominee en een organist in een lege kerk voor de camera, soms een eenzame zanger, en het kerkvolk thuis op de bank voor de buis! De katholieke kerk heeft de ‘drive-in’ mis en ‘drive-in’ biecht uitgevonden en in sommige plaatsen is er zelfs een ‘drive-in’ viering georganiseerd. Kerkgangers in hun eigen auto op een grote parkeerplaats luisteren dan naar een predikant op een podium en zingen samen liederen met geopende ramen. Dat is misschien allemaal acceptabel voor een poosje, laten we zeggen tijdens de ‘intelligente lockdown’, maar wat doen we daarna? Gaan we op die weg door? Het virus is nog wel even onder ons! We komen pas in rustiger vaarwater als er een vaccin is en een medicijn waarmee het virus kan worden aangepakt. En dat duurt nog wel een jaar, vrees ik. Gaan we dan in die anderhalve meter economie weer ter kerke en tenminste anderhalve meter uit elkaar zitten en / of zetten we plexiglazen schotjes tussen de stoelen? Gaan we dan op zondag diensten ná elkaar organiseren met een beperkt aantal (bijvoorbeeld maximaal 30) mensen? Je kunt natuurlijk ook de schapen van de bokken scheiden en alleen degenen die reeds immuun zijn tot de fysieke diensten toelaten! De leden in de risico groepen moeten de viering dan nog maar even online blijven volgen. Ik vrees dat veel ouderen onder ons – misschien wel de meerderheid - nog wel even voor het laatste zullen kiezen zolang er geen vaccin is!
Je kunt natuurlijk ook zoeken naar andere vormen van verbinding. Want juist nu nabijheid niet meer vanzelfsprekend is, beseffen we hoe belangrijk ‘verbinding’ is! Mensen die elkaar bellen, die telefooncirkels opzetten, mensen die beeldbellen met elkaar (wijzelf Skypen meerdere keren per week met kinderen en kleinkinderen) en mensen die misschien wel weer meer geloofsliteratuur en kerkelijk nieuws gaan lezen. Als redactie van SAMEN zijn we ons daarvan terdege bewust. Ik heb natuurlijk ook niet alle antwoorden, maar wat zou het mooi zijn als deze moeilijke tijden ons zouden aanzetten tot meer verdieping, meer contact, meer betrokkenheid, meer delen van ervaringen en meer omzien naar elkaar. Dat er, als het ware, een vernieuwde geloofsbeleving wordt ‘geboren’!
In Overijssel, waar mijn wieg stond en waar ik ben opgegroeid, krijgen ouders, bij de geboorte van een nieuwe spruit vaak een ‘krentenwegge’, een luxe krentenbrood van gewoonlijk ca 1,5 meter lang. Het brood dient ter ondersteuning van de feestvreugde en wordt royaal uitgedeeld aan allen die de ouders komen gelukwensen. Een teken van vreugd, een teken van ‘noaberschap’, een teken van verbinding! Misschien een bruikbare metafoor voor ons ‘kerk’ zijn ná de intelligente lockdown. Net zoals die 1,5 meter krentenwegge letterlijk voedsel is en energie geeft aan het proces van verbinding bij de geboorte van een nieuwe wereldburger, ontstaat er door de 1,5 meter afstand hopelijk extra energie voor de verbinding tussen kerkmensen nu nabijheid even op ‘afstand’ staat!
------------------------------------------Bernard van Weeghel---------------------------------
Terugblik op bezinning over jaarthema ‘hoop’
Samenvatting huiskamergesprekken (1)
Het jaarthema ‘hoop’ heeft in de PGE geleid tot verschillende vormen van bezinning. Ook in vieringen is dit thema aan de orde geweest. Als onderdeel van dat bezinningsproces vinden jaarlijks in Zuid huiskamergesprekken plaats. In die huiskamergesprekken komen zowel kerkgangers als leden die nooit of bijna nooit in de kerk komen. Dat leidt tot boeiende ontmoetingen en gesprekken. De predikant is bij al die gesprekken aanwezig, maar hij is niet belast met de gespreksleiding. Dat wordt gedaan door een aantal daarvoor uitgekozen gemeenteleden. Alle deelnemers ontvangen tevoren een gespreksnotitie over het te behandelen onderwerp. Het is gebruikelijk dat de predikant na afloop van de huiskamergesprekken een samenvattend verhaal maakt van wat er in de gesprekken aan de orde is geweest. Die samenvatting volgt hieronder :
----------
Hoop doet leven en bewegen
Woordgebruik
Zoals ieder jaar richtte in een aantal groepen zich het gesprek in eerste instantie op het taalgebruik. Wat versta je onder hopen? Wat is het verschil met wensen? Kun je niet beter over vertrouwen spreken dan over hoop? Dat gaf meteen al een boeiende uitwisseling, omdat daarin de inhoudelijke uitwisseling rond het thema meekwam. Uit de verschillende gesprekken licht ik een aantal associaties die gemaakt werden bij “hoop doet leven en bewegen”. Het gaat om een impressie.
Hoop op de toekomstige generatie
Nogal wat deelnemers spraken de hoop uit dat hun nageslacht de lijn zou doortrekken van een verantwoord leven, al dan niet in directe verbinding met de geloofstraditie. De hoop werd uitgesproken dat de thema’s van goed en kwaad in goede handen zijn, zoals ze die hadden meegegeven.
Een betere wereld
Hoop op een betere wereld vormde een gewichtig onderwerp. Hoe optimistisch of pessimistisch zijn we ten aanzien van onze wereldsamenleving en deze aardbol? In dit kader vloeien hoop en aanklacht samen. De klacht over wat er mis gaat in de wereld komt voort uit de hoop dat het met de wereld goed komt. De kritische blik vanuit de hoop kan mensen inspireren anders en moedig te gaan leven vanuit de hoop op het welzijn van mensen en de aarde. Dit vraagt verbeeldingskracht, de droom van een vernieuwd bestaan. Gelukkig kon geconstateerd worden, dat ondanks het malaisegevoel dat ons soms overvalt velen bereid zijn een stap te zetten in de richting van een wereld van welzijn voor iedereen, met respect voor de natuur. In dit kader werden grote namen genoemd als Marten Luther King, Havel en Mandela, maar ook die van de Zweedse Greta Thunberg. Wel werd benadrukt dat de utopie van een betere wereld het risico in zich houdt dat de hoop zodanig radicaliseert dat dialoog niet meer mogelijk is.
Leiderschap
In vervolg hierop werd de hoop uitgesproken dat ook de wereldleiders en politici hun verstand zouden gebruiken. Men maakte zich zorgen over wat er op het ogenblik gaande is wat betreft de uitspraken en opvattingen van bepaalde politici wereldwijd.
Concreet en dichtbij
Hoop kan een vaag begrip zijn, maar wordt concreet als het gaat om bijvoorbeeld een kind dat ziek is of in een moeilijke fase zit van een relatie. De hoop op verbetering kan bekrachtiging bieden, al dient de ervaren wanhoop rond bepaalde levenssituaties niet gebagatelliseerd te worden. Hoop kan een teken van meeleven vormen met diegenen die zorg behoeven en zet tot handelen aan om op welke wijze dan ook tot steun te zijn. Maatschappelijk gezien voedt de hoop inzet voor goede menselijke verhoudingen. Open huizen, vluchtelingenwerk, diaconale inzet, enz. zijn daar zichtbare tekenen van. Hoop op en werken aan een betere wereld kan in zekere zin in ons eigen vlees snijden. Het zoeken van bondgenoten om hoop concreet te maken is wezenlijk. Elkaar voeden met hoop.
Een nieuwe kans
Gaandeweg door het bestaan betekent hoop ook dat mensen in hun persoonlijke bestaan elke dag een nieuwe kans krijgen het leven te leven. De hoop voedt de wens en de kracht om mogelijkheden te benutten in de kleine en grotere dingen. Dit tegen de hopeloosheid in. Ieder op zijn of haar eigen plek. Het is mede de zoektocht naar een verantwoord leven en de keuzes die we daarbij maken. Gezegd werd dat het “bij de dag leven” en elke dag dankbaar zijn voor het licht dat opgaat speciale inhoud geeft aan het bestaan.
Vertrouwen
Hoop in het persoonlijke leven vertaalde zich ook naar een begrip als vertrouwen. Het besef dat het leven niet altijd over rozen gaat, integendeel, roept de hoop wakker dat hoe dan ook een begaanbare weg gevonden wordt. Een waardig leven en het vertrouwen ook dat men, als het zover is, rustig dit leven zal kunnen verlaten.
Hoop in leven én sterven
Ten aanzien van hopen op een leven na dit leven ontstond er regelmatig een bepaald soort verlegenheid. Daar wordt verschillend over gedacht en soms ook weinig bij stilgestaan. De één kan zich er geen voorstelling van maken, een ander vertelde van een jongen die ernaar uitzag in het nieuwe leven niet meer kreupel te zijn. Zowel het niet-weten als de ontroerende getuigenissen van mensen die troost putten uit een ultieme geborgenheid door de dood heen konden in alle rust gedeeld worden.
Misère, onmacht, uitzichtloosheid
Eerlijk werd de onmacht en het verdriet gedeeld dat mensen in de greep kan hebben. Kwetsbaarheid en uitzichtloosheid zijn realiteit. Wat zegt dan het woordje hoop? Hoop moet soms bevochten worden op een diep doorleefde leegheid.
Geloofsbronnen
De woorden hoop en hopen komen veelvuldig in de Bijbel voor. De gesprekspartners richten zich daarbij vooral op het eerder genoemde hopen op een rechtvaardige en duurzame wereld. De profeten en het evangelie schetsen een situatie van vernieuwing waarop gehoopt en aan gewerkt mag worden. Zo werd gezegd dat mensen de handen en voeten van God mogen zijn. Het element van “hoop op God” die ons tegemoet komt met een nieuwe wereld werd weinig genoemd. Tegelijkertijd vonden velen het wel een mooie gedachte, die dubbele beweging: mensen worden geroepen om het door Jezus verkondigde Koninkrijk van God te leven in de keuzes die ze maken én het te verwachten, het op ons toe te laten komen als een belofte. Regelmatig werd de drieslag “geloof, hoop en liefde” genoemd als leidraad voor het leven.
Hoop en rituelen
Hoop krijgt ook betekenis in rituelen. Op een stilteplek een bezinning op het leven vanuit hoop en vertrouwen. In liederen, gebeden, gedichten, gebaren en symbolen wordt de hoop verbeeld. Een aantal vond dat we te weinig met rituelen doen.
Bekrachtiging
Hoewel sommigen begrijpelijkerwijze moeite bleven houden met het begrip “hoop” gaven de gesprekken een hoopvol beeld van hoe mensen tegen geloof en leven aankijken. Het delen van de hoop die in ons is kan ons bekrachtigen in ons denken, doen en laten. Hoop doet leven en brengt mensen in beweging.
PS
Met dank aan de samensteller(s) van de gespreksnotitie, de gastheren/gastvrouwen en de leiders van de gesprekken die op creatieve wijze de uitwisseling van gedachten hebben gefaciliteerd.
(1) De gesprekken vonden plaats voordat de omvang en consequenties van de Corona-crisis bekend waren
---------------------------------Elbert Grosheide--------------------------------------------------
Besmettelijk
Coronatijd. Ik kan het over veel dingen hebben die ik leuk vind en waar ik in deze periode veel meer tijd voor heb. Over mijn moestuin die er nog nooit zo mooi bij heeft gelegen als nu. Waar ik de plagen en besmettelijke ziektes die mijn fruit en groente teisteren steeds meer onder de knie krijg. Maar dat is wellicht niet perse wat u van mij wilt horen: over besmettelijkheden.
Ik ben sinds 2016 verantwoordelijk voor het internationale studentenwerk van IFES in Eindhoven. Het was mijn taak om vanuit een situatie waarin er al een lange tijd geen internationaal studentenwerk actief was geweest, alles weer op te zetten. Met de nodige strubbelingen is dat ook gelukt. Afgelopen jaar hadden we uiteindelijk een groep van ongeveer 50-70 contacten (internationale studenten, expats, vluchtelingen en arbeidsmigranten) waarvan er ongeveer 20 onze avonden bezochten. Avonden waarop we één keer in de veertien dagen samenkwamen en een maaltijd deelden, tijd hadden om met elkaar te praten en te bidden. De andere week kwamen we in kleine groepjes bij elkaar om dieper op onderwerpen in te gaan. Alles deed ik samen met een fantastisch team. HOST (zoals we de groep noemen) was voor veel bezoekers een essentiële plek geworden in hun leven.
Toen kwam opeens de lockdown. Studenten die nog konden gingen naar huis, de HOST-avonden moesten afgezegd worden en alles ging al snel online verder. Fantastisch dat het online kan. Maar we merkten al gauw dat er minder mensen op een avond deelnamen, ook al waren er ook studenten die juist vanuit het buitenland nu wél de avonden bezochten. We zijn nu maar gestopt om te proberen de avonden hetzelfde gehalte te geven die het eerst had. In plaats daarvan doen we een kort rondje hoe het gaat en waar iedereen mee bezig is en vervolgens een spel of wat grappige verhalen. Allemaal in de afwachting en de vérwachting dat het straks weer “normaal” gaat worden. Dat we weer bij elkaar aan tafel kunnen zitten en elkaar weer in de ogen kunnen kijken, samen eten en zingen, samen lachen of je verwonderen om de cultuurverschillen. Tsjonge, wat verlangen we daar weer naar. Tot die tijd proberen we de contacten warm te houden en dat gaat op zich best goed.
Tsja en wat is dan “normaal”? Is het normaal dat er 125.000 internationale studenten per jaar in Nederland studeren, dat we af- en aanvliegen om ergens een half jaar te studeren, dat we zonder zorgen over besmettelijk zijn elkaar weer kunnen ontmoeten nadat we vanuit heel de wereld hiernaar toe gekomen zijn? Ik weet het niet. Wat voor mij wel boven water staat is dat ik mijn werk fantastisch vond, vind en straks ook weer ga vinden. Omgaan met andere culturen, levens die je ziet veranderen als jonge mensen God in hun leven toelaten, het discipelen van studenten zodat zij, straks, waar ze ook heengaan, het evangelie over heel de aarde verspreiden. Ik hoop en bid dat we wat dát betreft zo besmettelijk mogelijk zullen zijn.
-------------------------Arjan Scheele, Studentwerker IFES--------------------------------
Open Huis deelt lunchpakketten uit
De Catharinakerk is open, maar het Open Huis is dicht, hoe tegenstrijdig dit ook klinkt. Het Open Huis is in een van de ruimten van de stadskerk. Hier kunnen thuis- en daklozen en iedereen die daar behoefte aan heeft dagelijks (behalve maandag en woensdagmiddag) even binnenlopen voor een kopje koffie. Je kunt er de krant lezen, een praatje maken of gewoon even rustig zitten en tussen de middag is er een gratis lunch. Op de dagen dat we open zijn, verzamelt zich om half elf altijd een vast groepje bij de ingang. De meesten hebben een vaste plaats verworven. Vaste tijden, een vaste plaats, vaste gewoonten, daar voelen mensen zich prettig bij. Het zijn de rituelen van het dagelijks bestaan en rituelen geven vertrouwen en brengen rust. Die regelmaat is nu wreed verstoord. Wat eens zo vanzelfsprekend was, zo voorspelbaar, is er niet meer. We dwalen rond op zoek naar nieuwe gewoontes. Ik kan in mijn eigen warme huisje wachten op betere tijden, maar wat als je dat huis niet hebt? Door wie word jij dan gezien? Wie raakt jou nog aan? Fysieke armoede is ook armoede. Gelukkig kwam deze week het bericht van onze coördinator dat er door een flinke donatie geld ter beschikking is en met dat geld gaan we lunchpakketten maken. Vanaf 2 juni gaan we deze vanuit de stadskerk uitdelen aan onze gasten en aan iedereen die daar behoefte aan heeft. We mogen de mensen dan nog niet aanraken, maar we kunnen ze tenminste weer ontmoeten. Ik zie ernaar uit om samen met mijn collega’s onze gasten weer te zien. Misschien wordt dit voorlopig de nieuwe vaste gewoonte van het Open Huis.
-----------------------------------------------Janny Otto-------------------------------------------
Ontdekkingsreis
Onlangs kwam ik weer op het spoor van het boek met de fascinerende titel ‘Met de moed van een ontdekkingsreiziger. Een fotodocument over dementie en sterven.’ Ik had jaren geleden, op een symposium, enkele foto’s uit dat boek gezien en was toen al gefascineerd. Het boek is samengesteld door Hapé Smeele, Hij volgde gedurende vijf jaar het leven van acht mensen met dementie in Nederland en in het boeddhistische Ladakh, in India. In de inleiding op dit indrukwekkende boek schrijft hij: ‘We moeten ons uiterste best doen om pijn, verdriet en leed te voorkomen. Maar als iemand ziek wordt, bijvoorbeeld dement, zouden we hem moeten steunen in zijn zoeken naar een eigen antwoord daarop. We zouden mensen kunnen bemoedigen het onbekende binnen te gaan en niet krampachtig vast te houden aan het oude, het bekende. Hen helpen de kracht in zichzelf te vinden die nodig is om met de moed van een ontdekkingsreiziger het leven tegemoet te treden.’
Ik heb het boek nu aangeschaft, omdat ik geïnspireerd ben door dit beeld van de ontdekkingsreis die je gaat in je leven. En die zeker doorgaat en intens wordt wanneer je te maken krijgt met ziekte en verlies. Ik gebruik dit beeld vrij regelmatig, in gesprek met mensen, in hun verwarring, in hun verdriet. Naast de rouw om wat er niet meer is, kan er ruimte ontstaan om te onderzoeken wat er openkomt als de oude patronen wegvallen. Dat is een oefening in kijken en luisteren, voor de zieke zelf, voor de mensen om haar/hem heen, voor mij als geestelijk verzorger. Een kostbaar proces, waarin nieuwe intimiteit gevonden kan worden en dankbaarheid om het leven kan groeien.
Het beeld van de ontdekkingsreis kan ook moed geven in deze tijd, waarin het virus een streep heeft gezet door onze gewoontes en plannen. Ik zie om me heen creativiteit en omdenken. Ik word zelf uitgedaagd om na te denken over nieuwe vormen van ontmoeting. Natuurlijk met 1,5 meter afstand, maar elkaar zien en met je hand op het hart groeten is heel anders dan contact via de telefoon, of door een kaartje. In het woonzorgcentrum waar ik werk kan weer iemand op bezoek komen Zoals we op andere plekken ook zien wordt er ‘raamcontact’ gezocht. Ik herinner me de enthousiaste man die voor het eerst in 6 weken weer zijn vrouw had gezien EN gehoord, en zij hem. Natuurlijk nog wel met die ruit ertussen, maar wat was het fijn! Ik raak nog ontroerd als ik denk aan mijn broer (met het syndroom van Down) die opbelde om te zeggen dat hij weer werk had. Vanuit de werkplaats die al een poos gesloten was, werd zijn machine gebracht en kon hij in zijn eigen schuurtje aan het werk. Er was weer verbinding met de wereld.
In deze tijd van het kerkelijk jaar vieren we dat heilige Geest is neergedaald. Over de leerlingen toen, die hun plannen moesten herzien, die open moesten komen voor ‘de Weg’ verder. Ik wens ons toe, in onze tijd en op onze plaats, dat wij mogen ervaren dat de Geest opnieuw waait waarheen Zij wil, wil binnenkomen in ons hart, perspectief biedt, warmte en troost. Dat wij moed vatten en verder gaan.
Hapé Smeele, Met de moed van een ontdekkingsreiziger, uitgever Servire, 2002
---------------------Petra Speelman Geestelijk verzorger---------------------------------- ----------------Vitalis Woonzorggroep, locatie De Horst en Kronehoef---------------.
Mei 2020 met thema:"Corona" Lees meer...
Intro mei nummer SAMEN : Corona
Het was te verwachten : ook SAMEN wijdt een nummer aan de crisis rond corona. Het begint met een mooi artikel van Ellen Enderlée die als geestelijk verzorger vertelt over wat er zich in het ziekenhuis in deze crisistijd afspeelt. Een tweede artikel geeft een bemoedigend beeld van wat er zich achter de voordeur in crisistijd afspeelt. Het derde artikel is een opsomming van alles wat er in wijkgemeenten als antwoord op de crisis gebeurt. Heel boeiend en ook bemoedigend om dat allemaal te lezen. Verder zijn er weer de bekende rubrieken en de wijkberichten ,die alleszins de moeite van het lezen waard zijn.
-------------------------------Namens de redactie Jan Scheurer--------------------
Het Licht van Corona
In het Máxima Medisch Centrum is niets meer hetzelfde. Iedereen en alles is op drift. De routine van de dagdagelijkse gang van zaken is volledig verstoord. En iedereen is op zoek naar houvast om toch zo goed mogelijk zorg te kunnen bieden aan de grote instroom van Corona patiënten. Ik ben als geestelijk verzorger, onder andere, onderdeel van een supportteam. Dit team ondersteunt medewerkers in deze onzekere tijd. In hun verhalen hoor ik veel onmacht, angst, een groot verantwoordelijkheidsgevoel en schuld als het niet lukt om een leven te sparen. Iedereen is op drift en probeert zo goed mogelijk het hoofd boven water te houden.
En dan ook is er veel angst en verwarring bij patiënten en hun familie. Ik sprak vorige week met een patiënt die op de triage afdeling lag te wachten op de uitslag van zijn test. Hij vertelde dat hij het zo graag wilde weten, ‘liever te weten dat ik het heb, dan nog langer in deze onzekerheid te leven’, zei hij. Heel het leven van deze man was op drift geraakt, nu hij zonder naasten alleen in een grote kamer lag te wachten.
We zijn als geestelijk verzorgers ook betrokken bij het vorm geven van het afscheid. Dat is een gebruikelijk onderdeel van ons werk in het ziekenhuis, maar ook hier is de routine weg en moeten we zoeken naar passende vormen. Zo ziet een ziekenzegen er opeens heel anders uit. Het ritueel is teruggebracht tot de kern. Een paar woorden, een gebed, een Bijbeltekst en wat symbolen. We beseffen dat we dit doen in het aangezicht van God, ook al staan wij óok met masker, bril en in pak, en is een warme aanraking niet mogelijk. Ook de voorbereiding brengt heel andere thema’s met zich mee. Bijvoorbeeld het moeten maken van een keuze wie bij de ziekenzegen aanwezig mag zijn vanwege de beperking van het bezoek. Gelukkig is er in ons ziekenhuis voor gekozen om een speciale afdeling te openen waar mensen toch in meer rust kunnen sterven. Wij als geestelijk verzorgers helpen verpleegkundigen en artsen om aandacht te hebben voor de rust en waardigheid die nodig is om humaan te kunnen sterven.
En dan die patiënten die naar andere ziekenhuizen moeten, ergens ver weg uit hun vertrouwde omgeving. Een intensivist kwam zijn verhaal doen in het supportpunt. Hij vertelde dat een patiënt die klaar gemaakt werd voor transport nog had gevraagd of hij wel weer terug zou keren naar zijn geliefde Brabant. Het hart brak van deze dokter, want hij vreesde dat deze man zijn dorp nooit meer zou zien. Wat een hartverscheurende situatie voor patiënt, familie en ook dokters en verpleegkundigen. En wat te denken van al die patiënten die hun normale behandeling niet kunnen krijgen, terwijl dat van levensbelang is.
Deze coronacrisis is een collectieve breukervaring, alles is op drift, vanzelfsprekendheden zijn weg en dat roept veel emoties op.
Maar het is ook wáar dat in deze breukervaring licht naar binnen komt. Zoals Leonard Cohen het zo mooi verwoord in zijn Anthem; “There is a crack in everything, That's how the light gets in “.
Ik noem dat ‘het Licht van Corona’. En dat licht schijnt óok dagelijks in het ziekenhuis. Er is een enorm saamhorigheidsgevoel onder medewerkers. Normale scheidslijnen zijn weggevallen, iedereen heeft hetzelfde doel voor ogen en dat is zo goed mogelijk zorg leveren voor patiënten en naasten. De dokter is gelijk aan de medewerkers die elke dag komt schoonmaken. Het besef elkaar nodig te hebben werkt enorm verbindend. Niet de vraag wat ons scheidt, maar wat ons bindt is nu de normale vraag geworden en dat leidt tot prachtige en creatieve samenwerkingsverbanden. Zo is er ook heel veel oog voor elkaars welzijn. Teams die nu samengesteld zijn en elkaar eigenlijk niet kennen raken binnen de kortste keren op elkaar ingespeeld. Er zijn elke dag evaluatiemomenten waarin niet alleen gekeken wordt naar de inhoud van de dag maar ook naar de verhouding in het team en het individuele welzijn van teamleden. Er is heel snel een nieuwe samenhang ontstaan. Een nieuwe orde. Heel anders dan voor de Corona, maar misschien wel dieper en warmer dan daarvoor.
Dat is het Licht van Corona.
Dit jaar is de 40-dagen tijd in alle dimensies daadwerkelijk een tocht door de woestijn. Verlatenheid en richtingloosheid, angst en lijden zijn dagelijkse gasten in het ziekenhuis. Het is goed om dat onder ogen te zien. Zo is het, dit is wat het is. Het is passend niet te snel voorbij te leven aan de realiteit van deze ‘Goede Vrijdag’. Te snel deze crisis spiritueel duiden zou kunnen leiden tot goedkope troost. We hebben het uit te houden, dat is de realiteit. En (dus niet maar) EN tegelijkertijd mogen we ook oog hebben voor het Paaslicht. Het licht dat schijnt door de donkerte heen en een nieuw perspectief opent.
Dat Licht van Pasen schijnt in de goede dingen die er nu ook gebeuren. De verbinding die er ontstaat, de saamhorigheid, de creativiteit om toch iets voor elkaar te krijgen en de zorg voor elkaar. Het Paaslicht dat schijnt in het besef dat we onderdeel zijn van een groter geheel en in verbinding staan met alles om ons heen. Het besef dat ons leven geen individueel project is maar een gegeven leven waarin we antwoord moeten geven op dat leven zelf. Het Paaslicht dat onze ogen opent voor de kwetsbaarheid van de samenhang waarin we leven en dat we onze verantwoordelijkheid daarin hebben te nemen. Maar bovenal het Paaslicht dat ons zicht geeft op de diepe… diepe waarheid dat de Liefde sterker is dan de dood. Dat, hoe je leven ook gaat, dat altijd gebeurt in het schijnsel van Gods liefde. Door die Liefde wordt ons leven en ons sterven in het Licht gezet. En mogen we ervaren dat niets, maar dan ook niets, ons kan scheiden van die Liefde van God. Dat is de grondtoon van ons leven. De stilte die ons aanspreekt. De onderstroom van ons weten.
Dat is het Licht van Corona en daarmee mogen we dwars door Goede Vrijdag heen Pasen vieren.
Ellen Enderlé, Geestelijk verzorger Máxima Medisch Centrum, ------------------------------------Veldhoven/Eindhoven-----------------------------------
Geloven achter de voordeur!
‘Geloven doe je maar achter de voordeur’ is een veel gehoorde kreet in sommige kringen. Ook Mark Rutte, onze premier, heeft zich vroeger wel eens in die zin uitgelaten. Nou, hij wordt op z’n wenken bediend, zou je zo denken. Om het coronavirus in te dammen zijn we immers ‘opgehokt’ achter onze eigen voordeur. Geen fysieke kerkdiensten, maar online diensten en online vespers, die je thuis kunt meevieren. Achter de voordeur! Geen beleving van de Matteus Passion in een intiem kerkgebouw, maar op de bank voor je eigen TV, achter de voordeur. TOUR houdt haar bijeenkomsten middels beeldbellen met de computer op je eigen honk, achter de voordeur! Met Palmpasen maken de kinderen van de kindernevendienst virtueel paasstokken, achter de voordeur. Drie opvangtehuizen voor daklozen in Eindhoven (incl. ’t Hemeltje) hebben nu zgn. 24-uursopvang plekken waar men de hele dag kan verblijven, jawel achter de voordeur. En zelfs de redactie van SAMEN vergadert met Skype, een ieder achter zijn of haar eigen bureau, ook achter de voordeur.
Maar laat dat geloof zich wel opsluiten? Zit die kerk wel achter de voordeur? De ambtsdragers en andere professionals, die de online diensten verzorgen, gaan toch maar mooi naar de kerk! En de vrijwilligers van ’t Hemeltje doen hun heilzame arbeid toch ook niet thuis. En zelfs Mark Rutte brandt een kaarsje in de St.Jacobskerk in Den Haag, las ik onlangs in de krant. Hoezo, achter de voordeur? En dan heb ik het nog niet gehad over sommige leden van z’n kabinet. Bijvoorbeeld Sigrid Kaag, onze minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, die in haar lekenpreek voor de Remonstrantse Kerk in Bussum op 9 februari sprak over haar drijfveren: recht doen, trouw betrachten en nederig te wandelen met haar God (Micha 6:8). Hoezo, achter de voordeur?
En wat dacht u van Gor Khatchikyan, een Armeense vluchteling, nu SEH-arts in het Antoinius ziekenhuis in Nieuwegein, die ‘slechtnieuws-gesprekken’ moet voeren met corona patiënten die het waarschijnlijk niet zullen redden en dat doet, gesteund door z’n geloof. Z’n bijbeltje heeft ie altijd bij zich, zei hij laatst in een TV praatprogramma. Hoezo, achter de voordeur? En bisschop Gerard de Korte, die in datzelfde praatprogramma zei, dat christenen gelukkig niet opgesloten zitten tussen geboorte en dood! Ook niet bepaald achter de voordeur!
En dat zijn zomaar een paar voorbeelden. Ik zou haast zeggen, de kerk was nog nooit zo zichtbaar als juist in deze tijd!
We hebben net Pasen gevierd, het feest van de opstanding van Jezus, de Heer van onze kerk. Die Jezus, die de tempelelite wilde wegstoppen in een graf, achter een dikke steen, een soort voordeur. Maar het is niet gelukt! Ons voorbeeld en onze inspiratie. ‘Geloven achter de voordeur?’; vergeet het maar!
------------------------------------------Bernard van Weeghel---------------------------------------
Gemeente in Corona
Nu het niet mogelijk is om als gemeente, kring of kerkenraad bij elkaar te komen, is binnen de PGE geestdriftig gezocht naar andere mogelijkheden om elkaar te ontmoeten en in het oog te houden. In dit overzicht vindt u een aantal initiatieven van de verschillende wijkgemeenten om toch met elkaar verbonden te kunnen zijn.
Johannesgemeente
Palmpasenstokken:
De kinderen van de kindernevendienst hebben via Skype met elkaar palmpaasstokken gemaakt tijdens de dienst op zondag Palmpasen.
Paasgroeten:
Gemeenteleden hebben paasgroeten gestuurd naar circa 300 adressen die normaal worden uitgenodigd voor de ouderen paasdienstmiddag. (Kirsten Wuijster)
Kerkdiensten:
De kerkdiensten en vespers worden via kerkdienstgemist.nl uitgezonden. Ook de Protestantse Gemeente Son en Breugel Sint-Oedenrode is hierbij betrokken. In de diensten wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de gevolgen van het coronavirus. (Petra Zweers, Kirsten Wuijster en Bert Jan van Haarlem)
Manna-radio:
Op woensdag tussen 12.00 – 13.00 uur kun je luisteren én kijken naar ‘Manna-radio’ via kerkdienstgemist.nl. Petra Zweers en Kirsten Wuijster gaan tijdens dit programma in gesprek over wat hen en de mensen om hen heen bezighoudt in deze coronatijd. Er wordt ook gezongen en muziek gemaakt!
Tour:
De groep Tour heeft al twee meetings virtueel gedaan om elkaar te ontmoeten in deze tijd. De eerste keer om elkaar weer te spreken. De tweede keer is er een spel gespeeld. Dat was erg leuk met elkaar. Sommigen zijn later nog online gebleven om met elkaar te spreken en bij te praten. (meer informatie via Marleen Kooijman)
Omzien naar elkaar:
In de wijkbrief en op de website vragen we om extra goed rond te kijken naar mensen met hulpvragen door het coronavirus. Indien niet oplosbaar door het gemeentelid verwijzen we naar de betreffende wijkdiaconieën voor verdere ondersteuning.
Veel gemeenteleden bellen regelmatig andere gemeenteleden om contact te houden en te horen hoe het ermee gaat.
Financieel:
In de wijkbrief en website worden wekelijks oproepen gedaan om te doneren via NL47 RABO 0373 7186 75 ten name van PGE-collecten voor de collectedoelen en Voedselbank zolang er geen fysieke collectes en voedsel inzameling mogelijk is.(Wim van Dijk)
Omdat het kerkgebouw gesloten is heeft dit gevolgen voor de huurders. Een voorstel voor huuraanpassing is naar de huurders gestuurd. (Henk Broekhuizen)
Toekomst:
Het nadenken over het weer gefaseerd opstarten van activiteiten en kerkdiensten is pas mogelijk zodra meer bekend is welke voorwaarden de overheid hieraan stelt.
Toch lijkt het verstandig om hierover al vast na te denken.
Wijkgemeente-Zuid
De namen achter de verschillende items zijn de personen bij wie u informatie kunt verkrijgen.
Paaskaarsen:
Net als vorig jaar hebben de kinderen paaskaarsen versierd, maar nu thuis met materiaal dat daarvoor aan huis is bezorgd. Er is een prachtige foto van gemaakt (zie het wijkbericht), die meegestuurd is met het bulletin en die getoond zal worden tijdens de wekelijkse video-opname. (Floor de Nooij)
Goede Vrijdag en Pasen:
Op Goede Vrijdag en Pasen was er een viering te beluisteren vanuit een lege kerk via de website. De belangstelling was zo groot, dat een tijdlang niet iedereen daar toegang toe had. Fijn dat er zoveel geluisterd is. (liturgiecommissie Wil Kielen)
Kaartenactie:
Een geweldige actie is ondernomen om aan zeer vele gemeenteleden een kaart te sturen met een bemoedigende tekst. Met Pasen is ook een Paasgroet rondgebracht, met een mooie tekst van Ferdinand Borger, naar aanleiding van het themanummer van de ‘Open Deur’.
Meditatie met videobeeld:
Ieder weekend is er een meditatie te beluisteren met videobeeld over de zondagse tekst van het gemeenschappelijke leesrooster. Zie de website: www.pkn-eindhoven.nl/eindhoven-zuid-vieringen (Elbert)
Camerabeelden vanuit de kerk:
Momenteel wordt bekeken of vanuit de kerk naast geluid ook camerabeelden beschikbaar gemaakt kunnen worden. U hoort daar meer over. (Erik Boers)
Video-gesprekken met kinderen en jongeren:
Op zondagen zijn de kinderen en jongeren ook met elkaar in contact geweest via video-gesprekken. (Floor)
Dagelijkse bezinning:
Elke dag van de week wordt een tekst, bede, vraag of stelling via mail rondgestuurd. Voor wie dat wil is er dus naar aanleiding van deze mail een dagelijkse bezinning mogelijk. (Elbert)
Omzien naar elkaar door telefonisch contact:
Velen ook onderhouden contact via telefoon. Er wordt veel naar elkaar omgezien.(Margreet Damsma, Corry Velema, Miep ’t Hart, Kea van Zweeden en vele anderen)
Kerkenraadsvergadering:
De kerkenraad vergadert met een videoverbinding en tracht zo de lopende zaken goed te kunnen bespreken, evenals het maken van plannen, bijvoorbeeld met betrekking tot camera-gebruik in de kerkzaal. (Christof Francke)
Collectes:
Er is extra aandacht in het wijkbulletin voor collectes, zoals voor Kerk in Actie en de voedselbank. Ook Amnesty International wordt in deze tijd niet vergeten.
(Antje Dekker - KiA, Henk Damsma - AI)
Kruispuntgemeente
Livestreamdiensten met interactief moment en digitaal inbellen kinderen:
Op 17 en 31 mei hopen we weer een dienst uit te zenden via de website www.xpunt.info.
Omdat we nog geen eigen predikant hebben vraagt het wat meer organisatie waardoor een wekelijkse livestream nog niet mogelijk is. Gelukkig zijn er andere gemeentes die wel diensten uitzenden, dus kunt u daar gebruik van maken!
Kruispunthap 2.0:
Een initiatief waarbij mensen af en toe een pannetje soep of een maaltijd wordt gebracht, of geholpen worden met praktische zaken zoals het doen van boodschappen, vervoer of andere hulpvragen.
Uitgebreide weekmail:
Hierin staan gebedspunten, oproepjes, nieuws, mededelingen, ingezonden artikelen. Deze vervangt nu ook het Cont@ctpunt, het maandelijkse wijkblad.
Gebedspunten:
Deze worden ingediend via e-mail zodat deze in de weekmail kunnen worden meegenomen.
Telefooncirkels:
Een telefooncirkel is een manier om in een kring van gemeenteleden dagelijks contact te houden om te horen dat men nog gezond is en of alles goed gaat. Er zijn al een aantal telefooncirkels gestart!
Digitale Bijbelkringen:
Een aantal kringen zijn overgegaan op digitaal samenkomen, bidden en een gedeelte uit de Bijbel of een boek bespreken
Kindernevendienst via de mail:
In de weekmail is iedere week aandacht voor de kinderen. Op deze manier krijgen de kinderen toch de verhalen en werkjes toegestuurd, zodat ze zelf of samen met de ouders aan de slag kunnen. Tijdens de Livestreamdienst werd er bijvoorbeeld ook ingebeld door de kinderen zodat ze vanuit thuis mee konden doen met de afsluiting van het Paasproject.
YouTube Playlist:
Wekelijks kunnen gemeenteleden liederen insturen die hen bemoedigen, kracht geven en die ze willen delen. In de weekmail wordt de link van deze lijst iedere week aangegeven. Er zijn al een heel aantal liederen gedeeld.
Lutherse gemeente
Extra uitgave Lutherroos met Pasen:
Eind maart werd duidelijk dat er geen diensten in de Stille Week en met Pasen gevierd konden worden. In korte tijd werd er een extra uitgave van ons kerkblad De Lutherroos voor de Pasen samengesteld. Deze uitgave is te vinden op de website www.lutherszuidnederland.nl.
Overdenkingen op video:
Zoals in de weken voor Pasen verzorgen de lutherse predikanten ook in de komende tijd elke zondag een korte overdenking met gebed. Deze wordt dan in tekst en beeld gepubliceerd op de website en is te zien op ons YouTube-kanaal.
Communicatie:
Naast de bekende middelen zoals de post en de telefoon leren we steeds meer de digitale mogelijkheden te benutten. Zo gaan we voor het eerst of steeds vaker video-bellen en video-vergaderen. We zetten video’s op internet. Elke vorm heeft zijn eigen mogelijkheden en beperkingen.
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen
Misschien kent u de uitdrukking (nog) wel. Als je iets heel graag wilt, wat eigenlijk niet kan, wanneer gebeurt het dan? Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen… Tja, we zitten nu in die vijftigdagentijd tussen deze hoogtijdagen in het kerkelijk jaar. In mijn vorig voorzitterlijk stukje, dat ik ruim een maand geleden schreef, hoopte ik nog op een ouderwetse kerkdienst met Pasen. Helaas, dat mocht niet zo zijn. En nu ik dit schrijf, medio april, weten we ook nog niet wanneer de kerkelijke activiteiten wel opgestart kunnen worden.
Zo stond ik op eerste paasdag in een bijna lege kerk voor de camera een moment voor de kinderen te doen, maar zonder kinderen. Gelukkig zijn kinderen helemaal gewend digitaal te communiceren en kon ik er een paar videobellen. In veel gemeenten wordt op deze manier toch een dienst georganiseerd en gedeeld met elkaar. En ook op andere manieren is de kerk zichtbaar, wordt voor elkaar gezorgd, wordt aandacht gegeven aan de ander. De tijd van corona is ook een tijd van diaconia.
Helaas maakt de verraderlijke ziekte corona veel slachtoffers. Ook in onze gemeente en in onze nabijheid. Eén van hen is Theo Sijbrandij. Onverwachts kwam eind maart het bericht dat deze boom van een kerel, deze markante persoonlijkheid, oud-voorzitter van de algemene kerkenraad, was geveld. Met droefheid maar ook met eerbied denken we terug aan zijn leven, zijn bijdrage aan de kerk en de samenleving in Eindhoven. Coby en de familie wensen we sterkte toe.
Voor Pasen kregen we een opbouwend bericht van hoop van de burgemeester van Eindhoven. Ik geef graag een citaat uit zijn brief door: “Maar uit de aard van uw gemeenschap, is het contact met elkaar hebben, elkaar lijfelijk kunnen zien, kunnen aanraken, om samen naast en met elkaar gevoelens en ideeën te wisselen, de kern van uw bestaan. En juist dat kan nu niet. Daarom wens ik u en uw gemeenschap toe, dat u onder de huidige omstandigheden toch goed vorm kunt geven aan uw geloof. Dat u uit uw geloof en uit het menszijn kracht put. Om onder deze zo gewijzigde omstandigheden, het beste van u en de leden van uw gemeenschap naar boven te halen. En te geloven in deze periode van hoop.”
Ik wens u allen heel veel sterkte, gezondheid en vrede toe. En nu het met Pasen niet gelukt is, hoop ik toch echt dat we elkaar met Pinksteren weer in de kerk kunnen ontmoeten.
--------------------------------Benjamin Jansen, Voorzitter AK----------------------------------
De indringer die verbindt
Alles stil.
Stilte op straat, in scholen, winkels en kantoren. Quarantaine. Tot voor kort wisten we niet dat het woord bestond. En nu bestaat ons dagelijkse leven eruit. Hashtags als #workfromhome, #houdafstand en #stayhome zijn trending op social media. Wie had er ooit kunnen denken dat landen in deze tijd waarin alles steeds beter en sneller moet gaan ‘op slot’ kunnen? Toch is het realiteit geworden.
Geen spontane reisjes meer over de grens, niet lekker terrassen met vrienden en ook niet meer op familiebezoek.
We namen het aan als vanzelfsprekend. Tot nu.
Samenlevingen worden nu tot in de kern geraakt. Allemaal veroorzaakt door een onzichtbaar virus met de naam COVID-19.
Oftewel: Corona.
Van het ene op het andere moment zitten we thuis en is er niets meer buitenshuis te doen. Het onzichtbare virus heeft voor pijn en verdriet gezorgd. Pijn bij mensen die te maken hebben gekregen met de heftige vorm van de ziekte. En verdriet bij mensen die er een geliefde door moeten missen. Vreselijk.
We lijken onszelf steeds verder van elkaar af te verwijderen. Anderhalve meter afstand, WC-rollen, eten en zelfs paracetamol hamsteren, geen sociale evenementen en geen handen meer schudden. Zelfs maskers en mondkapjes die worden gedragen om zo min mogelijk in contact met anderen te komen.
En toch kunnen we COVID ook bedanken. Bedanken?! Ja, bedanken.
Ondanks de fysieke afstand, kunnen we mensen bedanken die met initiatieven zoals nietalleen.nl samen de handen ineenslaan om anderen te helpen. Kaartjes die worden geschreven voor mensen die alleen thuis zitten, vrijwilligers die zich aanbieden om boodschappen voor hulpbehoevenden te halen, bloemen die aan hardwerkende mensen worden gegeven en zelfs een landelijk applaus voor alle hulpverleners.
Tot voor kort leefden we ons eigen leven en streefden we onze eigen doelen achterna.
Juist nu komen we tot elkaar, zijn we er voor elkaar en spreken we onze waardering meer naar elkaar uit. Iets wat ongewoon is voor onze individualistische samenleving.
Ondanks deze crisis brengt het onzichtbare virus ons toch ook zichtbaar dichter bij elkaar.
---------------------------------------Elsemarie de Boer----------------------------------------
Brabant voor Moldavië.
Brabant voor Moldavië is een samenwerkingsverband van een aantal Brabantse PKN gemeenten, welke 4 projecten van Kerk in Actie in het armste land van Europa ondersteunen.
Moldavië ( zo groot als België ) is in Europa niet zo bekend. Veel mensen weten wel dat het land bekend staat als het armste land van Europa. Tot 1991 behoorde het tot de Sovjet-Unie. Het land heeft een politiek systeem dat ernstig rammelt en bol staat van corruptie. Zonder geld of zonder de juiste vrienden zijn zelfs onderwijs en gezondheidszorg moeilijk toegankelijk.
Doordat men er niet genoeg verdient om een gezin van te onderhouden, werkt de helft van de beroepsbevolking in het buitenland. Met als gevolg dat kinderen en ouderen niet de zorg krijgen die ze nodig hebben.
Kerk in Actie ondersteunt 4 projecten in Moldavië : ‘Moldavian Christian Aid’ om jongeren en ouderen met elkaar in contact te brengen en voor wederzijdse hulp / levenslessen, ‘Bethania’ met opvangcentra voor kinderen met naschoolse opvang, huiswerkbegeleiding, een maaltijd en zo nodig psychosociale hulp en ook voor eenzame ouderen, ‘Home Care’ voor hulp aan zieke, eenzame ouderen om hen in hun laatste levensfase thuiszorg te geven en mantelzorgers te begeleiden, ‘Youth for Christ’ voor naschoolse kinderopvang, huiswerkbegeleiding en een gezonde maaltijd.
Allemaal zaken welke wij hier vanzelfsprekend vinden, maar die in Moldavië juist het verschil uit maken.
---------------------------------------College van Diakenen----------------------------------------
Corona en het Hemeltje
Sinds eind februari worden we in Nederland direct geconfronteerd met het coronavirus.
Dat heeft een behoorlijke weerslag op onze samenleving. Ook als inloophuis ontkomen we niet aan het nemen van vergaande maatregelen.
Eind februari nemen we contact op met de GGD om te vragen welke maatregelen we moeten nemen. Dat zijn de bekende maatregelen. Ook aan het schoonmaken van ons huis worden strengere eisen gesteld. We kunnen op deze manier even vooruit.
De eisen worden medio maart strenger met name voor Brabant. Vanaf 11 maart mogen alleen de echte daklozen nog in huis komen. De thuisloze mensen (mensen (vaak oud-daklozen) met een huis of kamer maar met een klein sociaal netwerk (’t Hemeltje is deel van hun netwerk)) worden gevraagd thuis te blijven. Deze maatregelen zouden blijven staan tot 31 maart. Alle mensen die binnen komen worden eerst getemperatuurd. Als ze geen koorts hebben, mogen ze naar binnen. Maar de tijd haalt ons in. Vanaf 14 maart besluiten we om met name onze oudere vrijwilligers niet meer in te roosteren voor huiskamerdiensten.
Vanaf maandag 16 maart gaat het snel met alle maatregelen. We besluiten dat er nog maximaal 25 personen in huis mogen komen. Gelukkig is het mooi weer en kunnen mensen in huis en in de tuin zitten. Zo spreiden we de groep. ’t Hemeltje is nu tegelijk open met de inloop van het Leger des Heils (Visserstraat) en met de extra inloop bij Ervaring die staat (Kanaaldijk). We zijn alle 3 tegelijk open van 11 tot 14 uur. Zo kunnen we de groep daklozen spreiden. Het team dat werkt op deze dagen bestaat uit een werker, een maatje en een paar (jonge) vrijwilligers. Ze werken met handschoenen aan en houden afstand. We blijven mensen temperaturen voor ze binnen mogen; het blijft verplicht dit te doen.
Na een week scherpen we de eisen verder aan. Alleen de buitenslapers laten we nog binnen. (er zijn 24 uursplekken gemaakt waar mensen ook kunnen verblijven, zie hieronder).
We laten maximaal 10 personen binnen. Komen er meer mensen dan moeten ze wachten tot er iemand weg gaat. Het is niet anders. De tafels staan op zo opgesteld dat er 1,5 meter tussenruimte is. Mensen moeten blijven zitten en niet gaan lopen. Iedereen moet zich houden aan deze 1,5 meter, gasten en werkenden. Dat is moeilijk. Dat betekent koffie op de rand van de tafel, weg lopen en dan mag iemand het kopje pakken. Het team wordt kleiner, ze werken nog met 4 personen. Op deze manier is het nog even vol te houden, tot………??
Dat gebeurt in huis, maar ook in Eindhoven zit men niet stil. Vanaf 16 maart is er een crisisteam ingesteld door de gemeente dat dagelijks overleg voert. Er is een draaiboek om te kunnen optreden. We worden per mail op de hoogte gehouden van alle ontwikkelingen.
Er zijn nu 3 plekken met 24-uursopvang gemaakt waar daklozen kunnen slapen en verblijven. Deze mensen hebben dus een plekje. Maar ook daar geldt met gepaste afstand. De mensen die hier verblijven komen nu niet meer in de inlopen. Deze plekken worden door NEOS, Leger des Heils en Springplank 040 gefaciliteerd. Het crisisteam heeft veelvuldig overleg met de straatarts dr. Meulensteen, wat te doen en hoe te handelen bij verdachte gevallen. Dat geldt als mensen koorts hebben, veel niezen; de bekende verschijnselen hebben. Er zijn plekken gemaakt waar mensen in afzondering en eventueel in quarantaine kunnen gaan als ze besmet zijn. Er is ook overleg met het crisisteam over hoe het gaat in de inlopen. We blijven elkaar informeren om tot een werkbare situatie te komen en te blijven.
Maar wat doet dit nu met ons, met de werkers, met de vrijwilligers, het bestuur?
Het is een spannende periode. We houden als bestuur de vrijwilligers per mail op de hoogte van de gang van zaken. Daarnaast is er ook veelvuldig telefonisch overleg, om de dag is er overleg tussen het dagelijks bestuur en Margareth: werkt het zoals we afgesproken hebben.
Het huis kan dankzij de inzet van onze werkers en een aantal vrijwilligers open blijven. Dat vergt wel wat van de mensen. Dan is het goed dat er bedankjes komen voor de mails, dat onze mensen een hart onder de riem wordt gestoken door een klein berichtje.
Het zijn onze kanjers.
---------------------------Namens het bestuur, Jeannet Venekamp--------------------------
Nieuws uit het Open Huis Sint Cathrien
Na ruim 33 jaar, 4 dagen per week klaar te staan voor onze gasten, hebben we besloten om gedurende de crisis , tijdelijk onze ontmoetingsruimte te sluiten, zowel in de Cathrien, als onze opvang op zaterdag in de Petrus. Dat was voor het bestuur voorwaar geen eenvoudig beslissing.
Onze vrijwilligers zetten zich met hart en ziel in voor onze gasten, en willen er graag voor hen zijn, zeker in deze moeilijke tijd. Een aanzienlijk deel van onze vrijwilligers behoort tot de kwetsbare groep, het risico voor hun gezondheid heeft een belangrijke rol gespeeld in het nemen van dit besluit.
Onze gedachten waren niet alleen bij de vrijwilligers, maar zeker ook bij onze gasten; daklozen, thuislozen en eenzame mensen. Zij hebben het zwaar te verduren, want wat betekent het advies om thuis te blijven voor hen? Onze ontmoetingsruimte huren wij van de RK parochie Zuid, en daarmee zijn wij ook afhankelijk van de mogelijkheden die zij bieden. Zowel de pastoor als de beheerder hebben er bij ons zeer sterk op aangedrongen om het Open Huis tijdelijk te sluiten.
Na intensief overleg met de andere opvanghuizen is er voor gekozen om uitsluitend opvang te bieden voor de daklozen. In overleg met de Gemeente Eindhoven zijn een aantal plekken daarvoor geschikt gemaakt, voor daklozen is er nu 24/7 opvang. Op het moment dat dit duidelijk was, hebben wij ons besluit genomen. Voor zowel het bestuur, als voor al onze vrijwilligers voelt dat vreemd, het doet ons met name verdriet dat er voor onze thuisloze en eenzame gasten, nu geen enkele opvang is.
Wij hebben aangeboden om waar nodig en mogelijk de andere opvanghuizen te ondersteunen, door inzet van vrijwilligers, of met hand en span diensten. Zo kunnen we toch een bijdrage leveren in deze moeilijke tijd.
We hopen dat we onze gasten spoedig weer welkom kunnen heten in het Open Huis.
-------------------------------Anneke Nieuwenhuizen, voorzitter---------------------
‘De Gave Gods’
Het begon in China. Via de zijderoute en andere handelswegen kwam de pest in 1346 naar Europa. In de daaropvolgende jaren werden miljoenen ziek en kwamen om. Angst en ontreddering maakten zich meester van de mensen.
Door het Midden Oosten, rond de Middellandse Zee vond de ziekte haar weg naar West-Europa. De eerste uitbarsting duurde zes jaar, maar daarna waren er vele perioden waarin de ziekte optrad. Zo bleef de pest jaren rondwaren tot in de achttiende eeuw. De oorzaak was een raadsel. Mensen schreven het toe aan smetstof, bedorven lucht, vuil water, munten, afval, insecten, een komeet. In sommige gebieden zei men dat joden voedsel en bronnen vergiftigd hadden en werden er pogroms gehouden. Misschien kwam dat ook doordat de pest bij joden, naar men zei, minder voorkwam. Misschien door reiniging van het huis voor Pesach?
Het werd duidelijk dat de ziekte zeer besmettelijk was. Daarom moest de bevolking zich beschermen tegen vreemdelingen, die mogelijk die ziekte onder de leden hadden. Men bedacht de quarantaine. Stadspoorten werden gesloten, zoals in Venetië. Niemand kwam binnen. Maar dat had een averechts gevolg. De inwoners besmetten elkaar en tallozen stierven. Later begreep men dat het anders moest. Mensen die van elders kwamen, soms van plaatsen waar de pest was uitgebroken, dat waren degenen die in quarantaine moesten. Zieken moesten uit de samenleving verwijderd worden. Armen werden verpleegd in pesthuisjes en als ze nog op de been waren of genezen, moesten ze een witte stok dragen.
Dokters, ziekenverzorgers, geestelijken die zieken bezochten, waren vaak mede slachtoffers van de aandoening. De dokter had wel speciale kleding aan, maar er werd niet veel afstand gehouden. Geneesmiddelen werden geprobeerd, uit het volksgeloof kwam, wat we nu kwakzalverij noemen, zoals schraapsel van kerkpilaren, kruiden. De ziekte kwam vooral voor in steden. Daar was vaak overbevolking, mensen woonden op elkaar gepakt. Er was veel vuil op straat. Het werd duidelijk dat hygiëne belangrijk was. Als de bewoners van een huis overleden waren, werd het huis schoon gemaakt en berookt met wierook en kruiden.
Het aantal slachtoffers kon heel groot zijn. In Amsterdam met een bevolking van 100.000 stierven in 1602 ongeveer 20.000 mensen. In Leiden met 56.000 inwoners werden 15.000 tot 20.000 slachtoffers geteld. In 1636 had Helmond 420 doden te betreuren op een bevolking van 2.100. Ook in Eindhoven zijn in de archieven stukken te vinden over de pest. Bij de opgraving van de oude Catharinakerk en het kerkhof zijn graven gevonden met kalk. Vermoedelijk zijn lijken overdekt met ongebluste kalk om het ontbindingsproces te versnellen. Dat werd ook gedaan bij andere besmettelijke ziekten, zoals dysenterie, die ook vaak voorkwam.
Het is pas later duidelijk geworden dat de pest werd veroorzaakt door vlooienbeten. De vlooien huisden aanvankelijk bij marmotten, later bij ratten. Die bezweken aan de pestziekte, waarna de vlooien naar mensen oversprongen, met als gevolg etterende zweren. De besmetting ging ook van mens op mens. De meest voorkomende soort was builenpest. Er kwam ook longpest voor, waarbij de besmetting kwam door hoesten. Van de zieken overleed 80% binnen enkele dagen. Pas in 1894 werd gevonden dat de pest werd veroorzaakt door de pestbacil.
Hoe ging de bevolking om met deze rampzalige ziekte? Men sprak van de ‘Gave Gods’, de straf die God aan de mensen stuurde. Dat was om de onmatigheid, het dobbelen, zuipen, pronken. Er staan veel teksten in de Bijbel, waarin God dreigt het volk de pest te zenden om zijn zonden. Maar, zo werd geredeneerd, als het een straf van God was, was er dan wel iets aan te doen? Men hield bededagen, gaf aalmoezen, giften voor het pesthuis. Als het een straf van God was, kon je dan vluchten uit een stad met de pest? Dat had toch geen zin? Als God bepaalde wanneer Hij een mens tot zich nam, dan gaf je je toch over aan Hem? Er verschenen ook boekjes, waarin men hierover sprak. Tegen de pest was het zaak vol berouw tot God te bidden en te smeken om vergeving. Hij kon je beschermen tegen de pest, zoals Psalm 91 zegt. Toen Israel getuchtigd werd richtte Mozes toch ook een koperen slang op? Daarnaast kon je vragen om een zegen over de behandeling. Er waren waarschijnlijk ook natuurlijke oorzaken voor de ziekte. Die vroegen om een verstandige reactie, mensen waren toch ook verantwoordelijk?
Na omstreeks 1669 bleek in Nederland de pest uitgewoed te zijn. De oorzaak hiervan is niet echt begrepen. Was er een verandering opgetreden in de pestbacil? Was er een klimaatverandering, waardoor het kouder werd? Was de samenleving hygiënischer, schoner geworden? Incidenteel is er daarna in andere landen nog wel pest opgetreden, maar er zijn nu geen pandemieën meer.
Is er enige overeenkomst met het coronavirus? Veel moderne ziekten, zoals vogelgriep, Q-koorts, salmonella, gekkekoeienziekte, Spaanse griep, coronavirus, enzovoort, hebben één ding gemeen:. Het zijn ziekten die van een dier afkomstig zijn. Door de manier waarop we met dieren omgaan, is de ziekte overgestapt naar de mens. De overeenkomst van de coronagriep met de pest is dat deze ziekte vermoedelijk ook haar oorsprong vond in een knaagdier, de vleermuis. De Spaanse griep, die vele miljoenen doden telde, heeft van 1918 tot 1920 geheerst en eindigde abrupt. Zal het nu ook zo gaan? Veel zal afhangen van de manier waarop wij onze verantwoordelijkheid nemen, ook ten opzichte van anderen. Laten we hopen dat deze ziekte niet ook vele jaren onder ons zal wonen, zodat we na enige tijd weer de gemeenschap met elkaar kunnen beleven.
---------------------------------------Gerard van Gurp-------------------------------------------------
Vliegveld en Corona
Het vliegveld is doorgaans een plek waar heel veel mensen bij elkaar zijn, en waar het levendig en druk is. Het is vreemd om te zien dat zo’n plek, leeg en verlaten is. Alle Horeca is dicht, het terras is dicht. Toch is het vliegveld operationeel. Ook voor twee inkomende en twee uitgaande vluchten per dag. De verkeerstoren is bemand, de beveiliging aanwezig, en ook achter de informatiebalie zit iemand. Albert Heijn is open en de boekwinkel. Bij de Albert Heijn komen werkmannen een broodje kopen. Bij de boekwinkel zijn ze vooral bezig met opruimen en schoonmaken.
Ook de gebedsruimte is open. Het is duidelijk te zien, dat er gebruik van gemaakt wordt. De kalender ligt op de datum van vandaag. De gebedsmatjes liggen anders, dan de vorige keer. De box met bijbeltjes is bijna leeg en moet aangevuld worden. Ik maak een praatje met een beveiliger, een schoonmaker, mensen die ik anders nooit spreek. Bij de boekwinkel ontmoet ik een medewerkster, die vertelt over hoe leuk ze het vindt om te werken op het vliegveld. En vooral ook om de verhalen van mensen te horen. Dat is precies waarom ik ook op het vliegveld ben, zeg ik. Ieder mens heeft een verhaal, die verhalen aanhoren, is zinvol en belangrijk. Ook in tijden van corona zijn die verhalen nog te vinden.
-----------------------------------------Mirjam van Nie------------------------------------------------
Maart 2020 met thema:"betekenis lied Stabat Mater Dolorosa " Lees meer...
Intro Maartnummer SAMEN
Het maartnummer van SAMEN gaat over de betekenis van het beroemde lied Stabat Mater Dolorosa : het verdriet van moeder Maria staande bij het kruis waarop haar zoon werd gehangen. Dit lied staat in onze liedbundel als lied nr 573. De Eindhovense Oratoriumvereniging voert dit lied uit op 30 maart in de versie van Dvořák. In het hoofdartikel vertelt BertJan van Haarlem over de betekenis van dit lied en de vele versies waarin dit wordt uitgevoerd. In de column legt Bernadette van Litsenburg uit dat het verdriet van Maria als het ware herbeleefd wordt in het leed dat Joden en christenen in hun leefwereld is ten deel gevallen. Een thema dat de lijdenstijd inleidt.
Heel prozaïsch misschien maar wel belangrijk worden in de rubriek ‘bestuurlijk nieuws’ de eerste resultaten van de actie kerkbalans getoond met dank aan de vele lopers die dat alles bij elkaar hebben ‘gecollecteerd’.
--------------------------Namens de redactie, Jan Scheurer---------------------
Een kruisweg
enkele gedachten bij lijdenstijd en Stabat Mater
In protestantse, met name calvinistische kring is het lang gebruikelijk geweest om de weken voor Pasen te zien – en ook te benoemen – als lijdenstijd. Het was een periode die, een beetje afhankelijk van ‘kleur’ en ‘ligging’ van de gemeente, zeven of negen weken lang duurde en waarin alle aandacht was gericht op het lijden en sterven van Jezus Christus.
Tegenwoordig wordt ook in protestantse gemeenten de traditie van de oude vastentijd gevolgd: een periode van ruim zes weken, ongeveer veertig dagen, van aswoensdag tot Pasen. Het zijn weken waarin gezocht wordt naar eenvoud en stilte en gevraagd wordt naar ruimte voor bezinning en concentratie. De aandacht is niet alleen gericht op de lijdensweg, maar ook op de levensweg van Christus. Vanouds is het de periode waarin geloofsleerlingen (catechisanten) werden voorbereid op hun doop in de Paasnacht. Er viel niet alleen accent op de weg van Jezus, maar ook op de weg van de gelovige. Het ging ook om de vraag hoe je als gedoopte – en dus als gelovige – Christus kon navolgen in je leven.
In de vroege Kerk werd het kruis in de eerste plaats gezien als een teken van overwinning. Met het lijden en sterven van Jezus was immers de macht van kwaad en de dood verslagen. Het kruis was voor de eerste christenen vooral het teken van hun redding. Afbeeldingen uit die eerste eeuwen laten een leeg kruis zien. Soms ontspringen er takken (van de levensboom!) aan het kruis of slingeren zich er bloemen om heen. Het lege kruis wordt vaak afgebeeld met in de kruising een cirkel als teken van leven en verwijzing naar de zon, het licht.
In de middeleeuwen ontstaat een andere vroomheid, waarbij het kruis een teken van lijden wordt. Afbeeldingen laten dan niet alleen het kruis, maar ook de gekruisigde zien. Jezus wordt afgebeeld in zijn lijden aan het kruis (crucifix). Met een groter wordende aandacht voor het mens-zijn van Jezus, krijgt niet alleen het lijden van Christus een accent, maar ook het lijden van alle mensen. Er ontstaat een lijdensmystiek, die gevoed wordt door de beweging van mensen die ontstaat rondom Bernard van Clairvaux en – vooral – Franciscus van Assisi. De bedoeling van deze vroomheid is niet om het lijden te verheerlijken (als is dat soms wel een van de gevolgen geweest), maar de verbondenheid met Christus te zoeken. Het gaat om de navolging van de Heer. In het leven van Franciscus van Assisi zien we hoe dit zoeken naar eenheid met Christus zich uit in het omzien naar zwakken: armen en zieken, zoals dat ook door Jezus werd gedaan en die daarvoor- toen het moest- wilde lijden.
Het is ook in deze tijd dat de kruisweg zich begint te ontwikkelen tot een vorm van mee-lijden met Christus en met mensen. Als voorbeeld voor allen die meelijden met Christus wordt Maria, de moeder van Jezus gezien. In het lied ‘Stabat mater dolorosa’ wordt dat uitgewerkt tot een voorbeeld voor alle gelovigen.
Het lied is bekend geworden door vele componisten die het op muziek hebben gezet. De tekst, die waarschijnlijk uit de twaalfde eeuw stamt, is van een onbekende dichter, die vrijwel zeker gezocht moet worden in de kringen van franciscanen.
Het uitgangspunt van het lied is een moment uit het lijdensevangelie, waar vertelt wordt dat de moeder van Jezus bij het kruis staat als haar zoon gekruisigd wordt en moet toezien bij wat gedaan wordt. Het lied grijpt ook terug op de woorden van Simeon waarmee hij Maria zegent (!) wanneer zij met haar pasgeboren zoon in de tempel is: ‘…u zult als door een zwaard doorstoken worden’. Immers, zo zegt Simeon: ‘Weet wel dat velen in Israël door hem ten val zullen komen of juist zullen opstaan. Hij zal een teken zijn dat betwist wordt’.
De gezindheid van velen zal aan het licht komen. De kracht van het lied is dat het kan bijdragen om oog te krijgen voor het lijden van de Heer en van mensen. Het meevoelen van Maria’s verdriet om de pijn van haar zoon, opent oor, oog en hart voor het lijden van mensen, ook in onze tijd.
Met alle nadruk en pijn op het lijden is het niet de bedoeling van dit lied om daarin in te blijven hangen of er aan ten onder te gaan. Het lied wil ons dicht bij de Heer brengen en raakt met het verdriet van Maria ook aan onze pijn om wie lijden en sterven. Het lied verbindt ons evenzeer met de opgestane, levende Heer. Het einde van het lied is een gebed, een verlangen:
‘…fac ut anima donetur paradisi gloria’. In de laatste woorden hoor ik het woord van Jezus doorklinken, die tegen een met Hem gekruisigde zegt: ‘…vandaag zul je met Mij in het paradijs zijn’. Het kruis blijft het teken van redding voor mensen.
Het ‘Stabat mater dolorosa’ is een even gewaardeerd als beroemd lied. In veel Gezang- en Liedboeken is het lied te vinden. Opvallend genoeg niet in het rooms-katholieke ‘Gezangen voor Liturgie’, maar wel in het protestantse ‘Liedboek. Zingen en bidden in huis en kerk’, en eerder al in de hervormde bundel ‘Psalmen en Gezangen’ (1938). Het lied behoort tot de schat van de ongedeelde westerse Kerk en is het waard om gebeden en gezongen te worden.
Vaak is het ‘Stabat mater’ door componisten op muziek gezet. Het is vermaard geworden door de compositie van Pergolesi, maar hij is slechts één van de velen die zich aan een toonzetting gewaagd hebben.
Op maandag 30 maart wordt door de Eindhovense Oratorium Vereniging het ‘Stabat Mater’ van de Tsjechische componist Antonín Dvořák uitgevoerd. Een goede gelegenheid om dit indrukwekkende gedicht (opnieuw) te leren kennen en het te horen met de aangrijpende muziek van deze componist.
--------------------------------------Bert Jan van Haarlem---------------------------
Stabat Mater
Het ‘Stabat mater dolorosa’ is een van de beroemdste Latijnse gedichten uit de Middeleeuwen. Het gedicht bezingt het hartverscheurende lijden van Maria, de moeder van Jezus, terwijl hij aan het kruis hangt. Waarschijnlijk is het door een franciscaan geschreven. Dat kan ik me ook wel voorstellen, want in de middeleeuwse franciscaanse traditie wordt heel wat leed beschreven, bijna verheerlijkt. Maar goed: het is natuurlijk ook verschrikkelijk als je je zoon ziet sterven. Als we bijvoorbeeld luisteren naar de manier, waarop Pergolesi dit gedicht op muziek heeft gezet, dan hoor je in de zangstemmen steeds die schrijnende secundes ( hele of halve toonsafstand) tegen elkaar aanliggen. Zo wil hij het grote moederverdriet vorm geven. Prachtig gedaan! Toch zijn mijn eerste herinneringen aan dit ‘Stabat Mater’ heel anders. Mijn katholieke basisschool ging ieder jaar op Goede Vrijdag naar de kerk, waar om 15.00 uur (het tijdstip waarop Jezus gestorven zou zijn) de kruisweg werd gebeden. Tussendoor werden er liederen gezongen. Bij een van de laatste staties werd het ‘Stabat Mater’ gezongen:
Onder ’t kruis met schreiend d’ogen
stond de moeder diep bewogen
daar haar Zoon te sterven hing
Niet echt een tekst die binnenkwam bij een meisje van een jaar of 10. De melodie vond ik erg mooi en dus zong ik het graag. Maar het belangrijkste was, dat we ons paasrapport in de tas hadden en na de kruisweg begon de paasvakantie. Alle pijn en verdriet waren aan mij voorbij gegaan.
Toen ik ouder werd en de vele muzikale versies van dit gedicht hoorde, ben ik me gaan realiseren, wat hier bezongen werd. Zeker toen ik zelf moeder was geworden, realiseerde ik me het verdriet en de pijn van deze moeder, deze mens.
In dit jaar 2020 is het 75 jaar geleden dat het vernietigingskamp Auschwitz is bevrijd. Daar wordt op verschillende manieren aandacht aan besteed en steeds weer valt het enorme verdriet, de enorme machteloosheid op van zoveel wreedheid. In Eindhoven is van 21 januari tot 2 februari een tijdelijk Holocaustmonument opgericht in het Karel Vermeerplantsoen. Het is onderdeel van het landelijke, tijdelijke monument ‘Levenslicht’, ontworpen door Daan Roosegaard in opdracht van de commissie 4&5 mei en bevat 104.000 aanlichtende stenen. Ze zijn verdeeld over 170 gemeentes om de herinnering levend te houden. De stenen ademen als het ware in het licht. Dat vind ik zo mooi aan dit monument: hoezeer het ook herinnert aan de verschrikkingen van de jodenvervolging: er zit een verheffende beweging in: we gáán, we móéten door.
Ook is het 75 jaar geleden dat Dietrich Bonhoeffer is geëxecuteerd om zijn verzet tegen het fascisme en zijn aandeel in de mislukte aanslag op Hitler. Ook hij zag het grote leed, dat mensen aangedaan werd en wilde dat stoppen: een actieve daad: ‘niet zomaar wat, maar het goede wagen en doen. Niet blijven zweven tussen mogelijkheden. Wees moedig, maat handel en wandel concreet’. ( uit ‘stadia op weg naar de vrijheid’ Bonhoeffer)
Gelukkig staat ook aan het einde van het Middeleeuwse ‘Stabat Mater’ een Halleluja, weliswaar tussen haakjes, maar toch.
Misschien moeten we zeggen: ‘Stabat Mater, Stabat Pater, Stabat Homo’, want het kan ons allemaal overkomen, zo’n groot verdriet.
-------------------------------Bernadette van Litsenburg-------------------------------------
40 dagen tijd: Sta op
Inmiddels zijn we al weer enkele dagen onderweg naar Pasen. Mogelijk staat er op uw tafel al een spaardoosje, krijgt u via de 40dagenkalender of de app van Kerk in Actie elke dag een mooie (bijbel)tekst als inspiratie, of hebt u deelgenomen aan een sobere maaltijd, aan de vespers. Er zijn veel manieren om aandacht te geven aan deze 40 dagen. Onderweg naar Pasen kunnen we wel een steuntje in de rug gebruiken, en spaardoosje, kalender, vesper en vasten helpen daarbij.
Het thema van deze 40dagentijd is ‘Sta op!’ Dat is een aansporing, een oproep die in de Bijbel veel voorkomt. Soms als aansporing van God naar mensen, zoals in het verhaal van Jona. Soms als een roep van mensen naar God. Zo roept David in psalm 44 uit “Sta op, kom ons te hulp, verlos ons, omwille van uw Trouw”. Dat ‘Sta op’ is een oproep om verantwoordelijkheid te nemen, om ergens voor te gaan staan, je stem te laten klinken. In ons dagelijks leven is opstaan natuurlijk ook iets van alle dag: opstaan om een nieuw dag te gaan beginnen. Misschien kunnen we het Bijbelse opstaan ook wel zo opvatten: opstaan om een nieuw leven te gaan beginnen, omdat er bij God altijd weer een nieuw begin mogelijk is. Bijbels gesproken is die oproep om op te staan soms ook een oproep om het anders te doen, tegen de verwachtingen in. Het kan anders.
In de 40dagentijd wordt met de collectes van Kerk in Actie extra aandacht gevraagd voor allerlei initiatieven, waarin mensen laten zien dat het anders kan. Projecten waarin mensen opstaan tegen onderdrukking en geweld, zoals in Zuid Soedan waarin kerken helpen om te overleven in de burgeroorlog. Of in eigen land , waar veel mensen genieten van de zorg en aandacht in diaconale vakantieweken. Of een project in India, waarin Dalit-kinderen scholing en huiswerkbegeleiding krijgen waardoor ze meer kansen hebben op een menswaardig bestaan. Een paasgroet zenden aan gevangenen is een klein gebaar, maar wordt als grote steun ervaren. Met uw inzet voor deze projecten komen we samen in beweging, in deze 40dagentijd. Sta op!
----------------------------------------Antje Dekker---------------------------------
Nood en noodzaak van ’t Hemeltje
Inloophuis ’t Hemeltje viert dit jaar zijn 25-jarig bestaan. Iedereen die wel eens met dit huis te maken heeft gehad, als gast, als vrijwilliger, of op een nog andere manier, draagt dit huis een warm hart toe. Het is de warmte en de veiligheid die dit huis typeert. Dat mag niet in gevaar komen. En als er dan toch situaties zijn dat er meer inzet dan gebruikelijk nodig is, dan staan er altijd direct mensen klaar die zich extra willen inzetten. Nu doet zich zo’n situatie voor waarbij ook uw steun, direct of indirect, nodig is. Daarom wil ik u graag informeren over wat er allemaal gaande is. Problemen stapelden zich op. Dat begon vorig jaar tegen de zomer toen bleek dat er door een menselijke fout een begrotingstekort dreigde te ontstaan. Inmiddels zijn o.a. door extra gaven van particulieren en kerken de financiële problemen opgelost. Een praktisch probleem doet zich nu voor door het vertrek van drie leden van het dagelijks bestuur. Gedeeltelijk was dat verwacht, maar voor een deel ook niet en ontstond er in december een penibele situatie, omdat er nog maar twee functionerende DB-leden over waren. Ook nu sprongen een aantal mensen in, waaronder ondergetekende, om het DB te ondersteunen. ’t Hemeltje kan niet zonder een actief bestuur.
Dit speelt des te meer omdat inhoudelijke zorgen en beleidsmatige veranderingen juist veel aandacht vragen. Er is in de herfst een poging tot brandstichting geweest, die gelukkig in een vroeg stadium door de brandweer is geblust. Dit heeft te maken met een toenemende agressie bij enkele straatbewoners. Er is een toename van het aantal dakloze psychiatrische patiënten, waarvan sommigen ernstig verward zijn. In een enkel geval heeft dit ook tot bedreiging en geweld geleid. Deze problematiek vraagt om een andere aanpak. Als gevolg daarvan kan er op dit moment geen open inloop meer zijn en moeten bezoekers eerst aanbellen om te worden binnengelaten. Hoewel dit door allen als een nederlaag word ervaren is de uitwerking positief en is de rust in huis weergekeerd.
Tenslotte zijn er door de gemeenteraad grootse plannen ontwikkeld om de dak en thuislozenzorg in Eindhoven anders aan te pakken met als inzet: ‘alle daklozen van de straat’. Of dat ook gaat lukken is nog maar de vraag, maar het uitgangspunt is positief. De plannen zijn zeker de moeite waard om over mee te denken. Zij zullen echter gevolgen hebben voor het functioneren van ’t Hemeltje en mogelijk consequenties voor de toekenning van subsidie door de overheid. Gelukkig wordt het belang van ’t Hemeltje breed in de samenleving gewaardeerd. Zelfs de verantwoordelijke wethouder, Renate Richters, heeft met zoveel woorden over het belang van ’t Hemeltje voor de Eindhovense gemeenschap gesproken en haar bestaansrecht erkend. Zij zei tijdens de onlangs gehouden bijeenkomst over hoop in de Johanneskerk, dat wij haar aan die uitspraak mochten houden.
Er is dus veel werk aan de winkel en uw steun is hard nodig. Uiteraard financieel en als vrijwilliger, zoals altijd. Concreet vraag ik uw aandacht voor de vacatures van voorzitter, secretaris en een fondsenwerver. Indien u namen weet of zelf belangstelling heeft voor een functie kunt u zich bij mij melden voor meer informatie. U kunt zich ook bij uw wijkdiaken melden.
----------------------Leo Steinhauzer, (Voorzitter College van Diakenen)--
Hasan, de illegaal!
Ik heb meer dan 50 familieleden in Nederland. Veel van mijn familieleden heten Hassan. Ze noemen mij “Hasan de illegaal”, omdat ik de enige ben zonder verblijfsvergunning. Mijn gelukkigste moment in Nederland was toen ik er achter kwam dat mijn vrouw zwanger is. We krijgen een meisje. Ik ben nooit naar school gegaan, maar nu volg ik voor het eerst in mijn leven lessen, om Nederlands te leren. Ik wil graag begrijpen wat er om me heen gebeurt en ik wil kunnen spreken met de mensen op straat. Mijn droom is om mijn kinderen een ander leven te geven dan ik zelf had. Ik wil ze de mogelijkheid geven om te studeren.
Dit zegt Hasan, een 24 jarige uit Somalië; samen met 6 anderen maakte hij het project (On)gezien, foto’s en verhalen van afgewezen vluchtelingen in Eindhoven.
Op zondag 8 maart is er in de Ontmoetingskerk een Vluchtelingendienst, waarin het werk van Vluchtelingen in de Knel centraal staat. We horen verhalen van vluchtelingen. Enkele jonge vluchtelingen sluiten aan bij de Jeugdkerk voor een ontmoeting.
In de kerkdienst gaat het over jongeren die nu een opleiding volgen, ook al is dat eigenlijk helemaal niet mogelijk als je illegaal bent. Deze jongeren steken hun nek uit om iets te leren, en weten niet of ze de cursus af kunnen maken en hoe nuttig het is voor hen. Maar ook het SUMMA college steekt zijn nek uit, door hen onderwijs te bieden. Wat doet dat met ons? Steken wij, als gelovigen, ook ons nek uit om te onderzoeken wat wij kunnen doen? Om van deze jongeren te leren? Of heeft hun situatie niets met die van ons te maken? Wat hebben we elkaar te zeggen? Dat gaan we samen op 8 maart ontdekken.
-------------------------------Vluchteling in de Knel-------------------------------------------------
Postzegels, kaarten, cartridges en mobieltjes voor de zending.
U kunt postzegels en ansicht- en geboortekaarten sparen voor het zendingswerk van Kerk in Actie en de GZB (Gereformeerde Zendingsbond). Vrijwilligers sorteren de postzegels en ansichtkaarten met veel zorg, kennis en aandacht. Vervolgens verhandelen ze de postzegels via verkoopadressen in Nederland en nationale en internationale beurzen. De ansicht- en geboortekaarten verkopen ze aan verzamelaars op beurzen en bieden ze te koop aan via websites als Markplaats.
Veel oude mobieltjes liggen ongebruikt in de kast, terwijl ze geld waard zijn. Lege toners en cartridges kunnen opnieuw gevuld worden. Via het inzamelprogramma van het bedrijf Eeko, ontvangt Kerk in Actie voor veel ingeleverde telefoons of cartridges een vergoeding.
In 2019 is weer hard gewerkt om een mooi resultaat voor de inzamelingsacties te behalen. De totale opbrengst is € 23.482,-
-----------------Wim Wiggers, 040 2489740 , Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Diaconale Jaaractie 2019
Met het SAMEN nummer van oktober heeft u een brief over de Diaconale Jaaractie ontvangen. In deze brief vroeg het College van Diakenen u om een financiële bijdrage voor het diaconale werk dat de diaconie ondersteunt of verricht. Zo is de diaconie onder andere actief betrokken bij het Diaconaal Inloophuis ‘t Hemeltje, Open Huis St. Cathrien, Steunpunt Materiële Hulpvragen ( SMH ), het Jongerenhuis, de Voedselbank, de kerstpakketten, de wekelijkse bloemengroet, het Protestfonds, alsmede bij het geven van leningen bij schuldhulpvragen of broodgeld aan medemensen met financiële problemen.
Bij deze willen wij alle gevers hartelijk bedanken voor hun bijdrage en het in ons gestelde vertrouwen,de Diaconale Jaaractie heeft in 2019 € 27.672,- opgebracht.
------------ Baukje Osinga en Wim Wiggers, College van Diakenen------------------
Zijn jongeren nog enthousiast voor gebed?
‘Om 1 uur ’s nachts nog een goed gesprek gehad met een man die op het punt stond om weg te gaan. Was een mooie ervaring hoe overtuigd en gepassioneerd hij was, hij was pas 2 jaar of zo gelovig en was een man van ongeveer 40 jaar. Was mooi om mee te maken’ – Student
Wow ik voel me echt gezegend. Een slinger van dankbaarheid pronkt aan het plafond, een enorme opkomst tijdens de gebedsbijeenkomst, mooie gesprekken, harde inzet van de studenten en overal vindt je geschreven gebeden en dromen. Dat studenten dingen op hun eigen manier doen blijkt weer aan de week van gebed voor eenheid. Een keten van 24 uur gebed. En dat midden in de tentamenweken. Een fikse uitdaging voor de eerstejaars studenten van Ichthus. Maar dat laat ze niet stoppen.
Het begon in een overleg met jongerenwerkers (Lighthouse) waar het idee ontstond dat het gaaf zou zijn als we jongeren kunnen betrekken in de week van gebed voor eenheid. Is het mogelijk jongeren enthousiast te krijgen voor (gezamenlijk) gebed? Samen met Matheus (jongerenwerker van Pitstop) werken we het idee uit. We nodigen jongeren uit en lachen dat we in ieder geval 3 mensen zullen trekken, wijzelf en degene die de kaars ophaalt voor de bijeenkomst voor de volgende dag. Maar al snel sluiten de eerstejaars studenten van Ichthus Eindhoven aan. Zij hebben de opdracht een 24 uursgebed te organiseren en zijn enthousiast het te combineren met de gebedsweek. Nog even een twijfel omdat het samenvalt met de tentamens van de Technische Universiteit Eindhoven, maar al snel overtuigd dat juist dan ruimte voor gebed in gedrang komt, dus waarom niet extra aandacht voor gebed tijdens de tentamenweek.
Zo wordt op donderdagochtend het jongerencentrum Pitstop omgetoverd tot een gebedsruimte en staat om 12 uur de eerste student op de stoep om te komen bidden en start de gebedsketen. Om 20.00 introduceren Matheus en ik een dienst in lijn van de gebedsweek, gebruik makend van de ingerichte gebedsruimte die we met de studenten hebben opgezet. Verrast en overrompeld zijn we met iets meer dan de 3-20 mensen die we verwachten. Veertig bezoekers staan om 20.00 uur binnen. Hoewel de gemiddelde leeftijd niet meer onder jongeren valt, zijn we erg blij met deze opkomst. Hoe bijzonder hoe God werkt! Ze vullen de slinger van dankbaarheid aan, schrijven hun dromen op de muur, bidden voor de activiteiten in de stad en stappen hiermee niet alleen over kerkmuren heen, maar ook over generatiekloven. Zelfs na de bijeenkomst blijven er veel mensen nog gebruik maken van de gebedsruimte. Gezellig wordt de gitaar erbij gepakt, worden er spontaan liederen gezongen en ontstaan er open en mooie gesprekken. Maar daar eindigt het niet. Een groep studenten komt om ’s nachts verder te bidden. Tot diep in de nacht gaan ze door en de hele nacht is er minstens één student aanwezig tot vrijdag 12 uur. Tevreden en dankbaar kijken we terug naar een geslaagde 24 uur gebed.
----------------Eveline Buist-Laseur, IFES studentenwerker Eindhoven---
Ervaringsverhaal
Deze keer geen verhaal van mij over mijn werk, maar een ervaringsverhaal van Joyce, een cliënte bij de GGzE. Zij heeft het geschreven tijdens haar opname op de HiC. Dat is een High Care afdeling van de GGzE voor mensen die psychisch in een crisissituatie verkeren. Joyce las dit verhaal, dat ze in gedichtvorm geschreven heeft, voor tijdens een gespreksgroep, die ik wekelijks op de afdeling geef. Het is haar unieke verhaal over diepe dalen, keuzes maken en herstel, maar tegelijk was het ook herkenbaar voor anderen. Ik ben blij en dankbaar voor haar toestemming om het in deze rubriek te mogen publiceren.
“Vakantie op de HiC / ode aan de kwetsbare mens
Wakker worden, rustig, zonder opgejaagd gevoel of pijn,
zo zou het leven altijd mogen zijn!
Alle mensen worden geboren met een gouden hart,
door opvoeding, de maatschappij,
drugs, drank en een valse start
krijgen we problemen in ons hoofd en in het hart.
We gaan leven op de automatische piloot
en worden verdoofd.
Op een gegeven moment worden we daardoor knettergek
En gaan gruwelijk op ons bek.
Ik heb gekozen voor herstel en dus een andere weg.
Wie zegt: “jij bent veranderd”, die heeft pech!
De Joyce 2.0 is positief, liefdevol en het waard
en gaat verder met de strijd door de jungle
met haar gouden zwaard
op naar een mooi eiland in de zee
en neemt al haar geliefdes en fellows met zich mee.”
Joyce van de Pluijm
-----------------------Inkeri Hyvarinen, geestelijke verzorger GGzE-----------------------
Voetstappen in de sneeuw.
Dit keer zou het moeten gaan over de douches en de wasmachine van het inloophuis ’t Hemeltje. Niet echt een onderwerp voor een blad als SAMEN. Toch is dit een heel wezenlijk onderdeel van het inloophuis. Gasten die op straat leven of slecht behuisd zijn, kunnen hier terecht voor een warme douche inclusief toiletspullen. Ook kleding wassen en drogen is mogelijk. Hoe belangrijk dat is, kunnen we illustreren met de persoon van Eddie (niet zijn echte naam). Eddie kwam uit Curaçao. Op een zeker moment had hij zoveel huurschuld opgebouwd dat hij op straat werd gezet en voorlopig niet meer in aanmerking kwam voor een huurwoning.
Zo kwam hij in ’t Hemeltje terecht. Hij bleef vriendelijk en altijd goed gemutst. Als hij ‘s avonds mee at, hielp hij steevast om de tafel dekken. Eddie kon niet tegen gemopper en zorgde altijd voor een leuk gesprek. Hij zag er verzorgd uit en maakte daarom graag gebruik van de aanwezige douches en de wasmachine. Zijn nieuwe onderdak in de buitenlucht was heel inventief: een tent ergens op een achteraf plekje in Eindhoven. Hij wilde uiteraard niet vertellen waar dat was. Als we vroegen hoe hij overleefde als het vroor, legde hij graag uit hoe hij zich warm hield met laagjes kleding. Geleerd als hospik in het leger. Vorst vormde op zich geen probleem voor hem. Veel vervelender en spannender was sneeuw, niet zozeer de sneeuw zelf. Maar zijn voetstappen in de sneeuw konden de plek van zijn geheime onderkomen verraden. Dat sliep niet rustig. Ook had hij het om die reden niet zo op mensen die hun hond uitlieten. Ondanks zijn moeilijke omstandigheden bleef hij zijn Caraïbische goede humeur behouden. Ik vind dat bewonderenswaardig, zo’n levenshouding.
Zo gingen de jaren voorbij. Maar op zekere dag kwam hij in aanmerking voor een eigen kleine woning. Hij vertelde er vol trots over. Hij scharrelde wat meubilair bij elkaar en trok in zijn nieuwe woning. Maar dat was even wennen. Het verhaal gaat dat hij in het begin zijn tentje in de woonkamer opzette omdat hij zo beter de slaap kon vatten. Je zou kunnen zeggen eind goed al goed. Maar waar de klassieker van W.G. van de Hulst, “Voetstapjes in de sneeuw” uiteindelijk een happy end had met een glansrol voor het hondje Bello, liep het met Eddie minder goed af. Hij overleed onverwachts, vrij kort nadat hij zijn nieuwe woning had betrokken. De spanning van het leven op straat had vermoedelijk toch te veel van hem gevraagd. Er blijft in onze herinnering het beeld van een blijmoedig mens en een levenskunstenaar. Eén van de vele bijzondere gasten die het Hemeltje dagelijks bezoeken.
--------------------------------------------Jaap Bruinink--------------------------------------
Oecumenische groepsreis naar Polen
Begin september willen wij ( Katholiek en Protestants Nuenen en Protestants Eindhoven) met een groep van 45 personen naar Zuid-West-Polen. De reis per bus duurt tien dagen van 7 t/m 16 september 2020 en wordt begeleid door SRC. We verblijven in middenklasse hotels en kunnen beschikken over meerdere eenpersoons kamers.
Om u een indruk te geven wat we allemaal gaan bezoeken hier een kort overzicht.
We brengen een bezoek aan de bruisende stad Wroclaw, het oude Breslau.In de buurt van Wroclaw bezoeken we twee vredeskerken in Swidnica en Jawor, de grootste houten religieuze gebouwen van Europa. Na Wroclaw is er tijd voor Krakau, het ‘Florence van het Noorden’ met haar monumentale oude centrum, de voormalige Joodse wijk Kazimierz en de wijk Nowa Huta, het symbool van het Poolse verzet tegen het communisme.
Vanuit Krakau brengen we een bezoek aan Czestochowa, het ‘Lourdes van Polen’ met de icoon van de Moeder Gods met Kindje,de Zwarte Madonna.Tevens bieden we de mogelijkheid om Auschwitz te bezoeken, met zijn loodzware geschiedenis die niet vergeten mag worden. Er zullen ook enkele meditatieve diensten gehouden worden.
Een boeiende, inspirerende en interessante reis.
Is uw belangstelling gewekt en wenst u meer informatie dan kunt u kunt zich aanmelden bij Theo van den Tillaart; e-mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Deze oecumenische reis zal rond de 1000 euro kosten.
Uiterste aanmelddatum is 4 mei 2020.
We hopen uw interesse gewekt te hebben en zien uw reactie met belangstelling tegemoet.
Namens de voorbereidingscommissie Oecumenische Reizen,
-------------------------------Bernadette van Litsenburg-------------------------------
Februari 2020 met thema:" Kunstmatige intelligentie " Lees meer...
Introductie SAMEN februari
‘Robots en kunstmatige intelligentie’. Daar gaat het over in dit nummer. Geen gemakkelijk onderwerp, maar wel een thema waar we steeds minder omheen kunnen. Drie mensen schreven een artikel. Margit van Tuyl vertelt eerst over de ontwikkeling van robots en hun betekenis voor de mens. Dan heeft zij een gesprek met Andreas Spahn, een assitent hoogleraar in filosofie en techniek. Hij laat zien dat het om veel meer gaat dan de ‘namaak mens’. De aandacht voor kunstmatige intelligentie neemt toe en het valt niet te voorspellen waar dat toe zal leiden. Bij de TROUW van 28 december was een ‘letter en geest-bijlage’ gevoegd met de titel: ‘ de jaren 10 U bent gezien’ In dat artikel gaat het over de enorme betekenis en bedreiging van kunstmatige intelligentie, waardoor de mens niet meer ongezien door het leven kan gaan. Henri Hoogendijk schreef over de ontwikkeling van die kunstmatige intelligentie, het tweede artikel. Een ontwikkeling die gemak brengt maar ook tot heel ongemakkelijke situaties kan leiden. Ook hij wijst er op dat er door deze ontwikkeling grote ethische vragen (vragen over goed en kwaad) op ons afkomen waar we niet omheen kunnen. Ook de kerk niet. Het derde en laatste artikel over het thema heeft een meer luchtige toonzetting (oorspronkelijk geschreven als column) en laat ons kennismaken met robothulp in het kerkelijk werk.Het wordt dus wel even goed nadenken. dit keer. Maar het gaat dan ook wel ergens over !
------------------------------------------- Redactie----------------------------------------
Zin in robotisering?
Toen ik de vraag kreeg vanuit de redactie van Samen om een hoofdartikel te schrijven over robotisering in relatie zingeving en geloof, deinsde ik daar aanvankelijk voor terug. Het feit dat ik als studentenpastor/life coach op de TU/e werk, maakt me nog geen kenner op het gebied van robotisering en kunstmatige intelligentie. Tegelijkertijd vond ik het ook een uitdagende aanleiding om eens in dit onderwerp te duiken. Het onderwerp leeft alom en de mogelijkheden lijken onbegrensd.
Zo kwam ik tijdens de Dutch Design Week een ‘Nannybot’ tegen, die voor een baby kan zorgen, als er geen menselijke volwassenen meer zijn. Ook waren er bij de DDW robots, die nog 49 dagen na overlijden de eigenschappen van een overledene overnemen, zodat nabestaanden langer de tijd hebben om afscheid te nemen. In artikelen las ik over robots, die als hartsvriend(in) met je praten, alle talen spreken, overal een antwoord op weten en altijd luisteren. Robots, waar je zelfs voor intimiteit en seksuele ervaringen bij terecht kan. Robots, die de functie van rechter hebben, aangezien ze rationelere beslissingen kunnen nemen.
Bij al deze ontwikkelingen kun je je afvragen of ze als positief te labelen zijn of dat er juist gevaren in schuilen. Zo zag ik bij de tentoonstelling Denkbeelden, georganiseerd door Studium Generale op de TU/e, een foto (‘Far from your bed?, Henriëtte Zoon) waarop je ziet dat een oma zich liever tot haar robotvriend keert, dan tot haar eigen familie. ‘Hij begrijpt mij veel beter dan mijn eigen kinderen’. Ook wordt bij dezelfde foto verteld dat op dit moment in Japan 36% van de alleenstaanden tussen de 20 en 39 jaar liever een virtuele partner hebben dan een ‘echte’. Welke gevolgen gaat dit hebben voor sociale relaties en uiteindelijk ook voor het voortbestaan van volgende generaties? En een andere vraag is de volgende: als robots meer beslissingen gaan nemen, kunnen zij daarbij dan ook een ethisch vermogen ontwikkelen en zo ja, volgens welke ethiek?
Het leek me goed deze vragen eens voor te leggen aan dr. Andreas Spahn, Assistant Professor in Philosophy&Ethics of Technology aan de TU/e. Andreas gebruikt in zijn colleges vaak dilemma’s die aan de orde zijn bij het ontwikkelen van zelfsturende auto’s. Zij moeten kunnen beslissen of ze in geval van nood, als ze moeten uitwijken, ‘liever’ één kind aanrijden of enkele bejaarde mensen. Of dat ze medeweggebruikers aanrijden met helm of zonder helm en vele andere varianten. Wereldwijd worden tests als deze gedaan en data van menselijke beslissingen verzameld. Zijn de resultaten hiervan overdraagbaar op robots? En zo ja, zijn ze een goede reflectie van menselijke waarden? Geldt hier de mening van de meerderheid en welke rol spelen religie en levensbeschouwing hierin? Vragen die nog niet zo gemakkelijk te beantwoorden zijn.
De ethici verschillen van mening over de vraag of robots bewustzijn kunnen ontwikkelen. Andreas Spahn hoopt van wel, aangezien robots dan ook in staat zullen zijn tot reflectie en kunnen gaan kiezen voor ‘goedheid’. Tegelijkertijd maakt hij zich zorgen over de manier waarop robots vooralsnog worden geprogrammeerd en ontwikkeld. De grootste investeringen worden namelijk tot nog toe gedaan op het gebied marketing en voor militaire doeleinden. In de marketing wordt kunstmatige intelligentie voornamelijk gebruikt om mensen te manipuleren. In het militaire veld wordt kunstmatige intelligentie gebruikt om te vernietigen en te doden. Gelukkig wordt er ook kunstmatige intelligentie ontwikkeld in de zorg en om welzijn van mens en natuur te bevorderen. Dit laatste gebeurt echter in mindere mate. We zijn daarom hard op weg om als mensheid robots te ontwikkelen die beter zijn in manipuleren en vernietigen, dan in zorgen en welzijn bevorderen. Creëren we met elkaar robots die de karaktertrekken krijgen van duivels of van engelen? Er zijn weinig tot geen ethici die van mening zijn dat ontwikkelingen binnen de kunstmatige intelligentie moeten worden tegengehouden. Veel ethici daarentegen wijzen op het belang van sturing en reflectie op waarden die we robots meegeven.
Verder speelt er nog een andere vraag: zou het kunnen dat robots uiteindelijk zover door ontwikkelen, dat zij het stokje van de mensheid gaan overnemen? Dat zij ‘de kroon’ worden op de schepping of de volgende stap in de evolutie? En als dat gebeurt, wat betekent dat voor de plek van de mens? Wordt die vergelijkbaar met de plek die dieren nu in onze ogen innemen? Als je dit tot je door laat dringen, is dat wel een beangstigende gedachte, zeker als je bedenkt hoe sommige mensen met dieren omgaan…
Is er nog reden voor hoop? En welke rol speelt geloof hierin? Je zou kunnen zeggen dat er een voordeel zit aan geloven in de goedheid en de liefde van God en dat deze liefde ook de schepping doordringt. Dan heb je er namelijk alle reden toe erop te vertrouwen dat, hoezeer het kwade in de toekomst ook wordt uitvergroot, het goede uiteindelijk zal overwinnen. Als je gelooft dat het koninkrijk van God hoe dan ook komt, robots of niet, dan helpt dat je om te vertrouwen op een goede afloop.
Ook doen deze vragen mij denken aan de uitspraak: ‘Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld’ (Matteüs 28:20). Daar kun je de hoop uit putten, dat er goddelijke leiding bij ons is tot de laatste dag dat deze wereld bestaat. Of in elk geval tot de laatste dag dat wij erop rondlopen. Het is namelijk de vraag of er ook een tijd zal komen dat er geen mensen meer zijn, maar nog wel robots. En zal God dan ook met de robots zijn?
De vragen stapelen zich op en het einde daarvan is nog lang niet in zicht, zeker aangezien de ontwikkelingen in de kunstmatige intelligentie volop doorgaan en zelfs versnellen. Deze ontwikkelingen lijken niet te stoppen, hooguit te sturen. Dit zie ik dan ook als de belangrijkste vraag in dit geheel: hoe zorgen we er als mensen voor, dat de robots van de toekomst in aanleg goed zijn? Hoe blijven we als mensen (en robots) uiteindelijk afgestemd op goedheid en liefde?
--------------------Margit van Tuijl, studentenpastor/life coach bij TINT-------
Kunstmatige Intelligentie (KI)
Gordon Moore medeoprichter van Intel en later president van Fairchild Semiconductor formuleerde in 1965 de Wet van Moore. Deze wet gebaseerd op waarnemingen stelde dat het aantal transistor schakelingen in een geïntegreerde schakeling elke twee jaar verdubbelt. Dus na 40 jaar het ongelooflijke aantal van 1 tot 2 miljard schakelingen op een chip. Dit geldt voor zowel geheugen chips als ook voor verwerkings chips. Deze enorme aantallen chips creëren de basis voor enorme betaalbare geheugens die niet alleen data kunnen bevatten maar tevens de verbanden tussen de data. Dus nu kan er een betaalbare schaakcomputer worden ontwikkeld of auto’s en andere voertuigen die zelfstandig kunnen manoeuvreren. Dicht tegen kunstmatige intelligentie bestaat het begrip FUZZY LOGIC. Denk aan een temperatuur sensor die niet afslaat als de ingestelde temperatuur is bereikt maar probeert de ingestelde temperatuur zo goed mogelijk vast te houden met weinig schommelingen.
Kunstmatige Intelligentie is de intelligentie waarmee machines software en apparaten zelfstandig problemen oplossen. Is dit een bedreiging voor de mens en tot hoever laten we die machines zelfstandig beslissingen nemen? Er zijn veel dilemma’s tot hoe ver willen we gaan. Ik vind de verkeerslicht schakelingen wel prettig als ik elke keer een groen licht krijg als ik er aan kom rijden, maar een ernstig verkeersongeluk van een zelfstandig tijden de Tesla vinden we minder acceptabel.
In Trouw stond onlangs een belangrijk artikel over de omvang van al die gegevensverzamelingen die plaats vinden – ook over ons ieder persoonlijk -. Als je dat leest dat krijg het er benauwd van. Sommige landen zijn vergevorderd in het gebruik van die gegevens voor het bereiken van politieke doelen en het uitschakelen van tegenstanders. De praktijken die in China worden gerealiseerd zijn daar goede voorbeelden van. Maar ook de beïnvloeding van verkiezingen (bijv Amerika) komt steeds meer voor. En al jaren weten we dat ons zoekgedrag op internet, ons doen en laten en onze verblijfplaatsen allemaal gebruikt worden om ons consumentengedrag te beïnvloeden.
De vraag dringt zich op wat doe je ermee en vooral wat doe je eraan. Ik denk dat we de voortgang van al deze data verzamelingen en data verwerkingen niet kunnen stoppen. De mens zal op zoek blijven naar meer weten, meer beïnvloeden, meer voorspellen. Maar de centrale vraag is, wie beslist en hoe wordt er beslist als het om keuzes gaat die het leven en samenleven van mensen en het beheren van hun leefomgeving beïnvloeden. Kristel van Teefelen citeert in TROUW van 3 januari Jarno Duursma die een boek schreef over Kunstmatige intelligentie. Hij schrijft ‘een van de grootste dreigingen zijn de algoritmische beslissingssystemen. We leggen altijd al beslissingen in handen van bedrijven, organisaties en de overheid, maar nu bepalen algoritmes bijvoorbeeld wie wel en niet fraudeert of wie wel of niet een lening kan krijgen. Waar blijft in dit verhaal de menselijke maat ?’ Van de kerk kun je niet verwachten dat zij ICT-er wordt en al die verwerkingstechnieken begrijpt. Wel heeft de kerk een rol in het zoeken naar regels voor goed en kwaad(ethiek) ook in het gebruik van digitale verwerkings-- en besluitvormingstechnieken. Daaruit kunnen immers belangrijke conclusies worden getrokken m.b.t. de oordeelsvorming over en beïnvloeden van het samenleven van mensen.
-----------------------------------------Henri Hoogendijk-----------------------------------
Robot als kerkelijk hulpje!
Aanvankelijk heette het thema, dat we als redactie kozen, ‘robotisering’, later werd het thema verbreed naar ‘Artificiële Intelligentie’(AI). Ik beperk me hier maar even tot robots die ook intelligent (lees: zelflerend) kunnen zijn.
Kunnen we als kerk iets met robots in de toekomst, vroeg ik me af. Ik denk dat robots in de eredienst niet zoveel kunnen bijdragen, of het zou al moeten zijn dat ze worden ingezet om bezoekers welkom te heten, te collecteren en wellicht het orgel te bespelen om de samenzang te begeleiden. De preek houden zie ik niet zo zitten, alhoewel…….. Je zou de inhoud van de bijbel uitstekend in het geheugen van een robot kunnen opslaan, om zo snel toepasselijke bijbelpassagen over het voetlicht te brengen bij bijvoorbeeld een interactieve viering. Al loop je dan misschien wel het risico dat de robot je met bijbelteksten om de oren gaat slaan, zoals ook wel in sommige orthodoxe kringen gebeurd! En dat wil je natuurlijk ook weer niet.
Bij het diaconale werk zie ik wel mogelijkheden. Een diaken, die gemeenteleden bezoekt, met in z’n achterbak een aantal robots. Aangekomen bij z’n eerste ‘klant’ stelt hij deze eerst op zijn / haar gemak met de introductie van een robothondje dat kan worden geknuffeld, zet vervolgens de robot stofzuiger en de robotgrasmaaier aan het werk, laat de koffierobot een lekker kopje koffie zetten om zo tijdens het koffiedrinken tijd te hebben voor een goed gesprek! Op die manier kan er aan velen aandacht worden besteed met een minimum aan capaciteit! In een later stadium zou de diaconie intelligente zelflerende robots kunnen aanschaffen, die bij bijvoorbeeld ouderen kunnen assisteren bij het aankleden, de maaltijden, de medicatie, de krant voorlezen etc. Ook zou zo’n intelligente robot op mooie dagen het robothondje kunnen uitlaten, om zo samen verse zonne-energie op te doen. Door gewoontes en gebruiken van het gemeentelid in het geheugen op te slaan en te verwerken kan de robot gedrag en behoeftes herkennen en daarop inspelen. Daarnaast zou de diaconie een aantal zelfrijdende elektrische auto’s kunnen aanschaffen om daarmee gemeenteleden naar de dokter, de tandarts of het ziekenhuis te brengen. De auto’s kunnen natuurlijk ook worden benut voor bezoek aan een winkelcentrum voor de wekelijkse boodschappen.
U denkt natuurlijk dat ik u voor het lapje hou. Ik begrijp ook wel dat het diaconale werk meer inhoudt, dan stofzuigen, koffiedrinken en een goed gesprek. Een column is toch altijd een beetje een karikatuur om zaken helder neer te zetten. Maar toch! Veel van de aangedragen voorbeelden zijn nu al realiteit. Je kunt natuurlijk denken: ‘Het zal wel weer overgaan’, maar ik vrees dat u zich dan vergist. Bang zijn hoeft ook niet. Het lijkt me beter om er op in te spelen en er maar eens over na te denken. Hoe kunnen we nieuwe technologie op een nuttige manier inzetten zonder de menselijk maat te verliezen? Wat willen we wel en wat willen we niet? Moet al het ‘doe-werk’ in de kerk wel worden uitbesteed aan robots? Een ieder heeft zo zíjn /haar eigen talenten. En zijn gewone steeds terugkerende activiteiten ook niet vaak uitstekende gelegenheden voor een fijn gesprek, een luisterend oor of een troostrijke schouder?
----------------------------------------Bernard van Weeghel-------------------------------
Hoop in een nieuw jaar
Het nieuwe jaar 2020 is al een paar weken begonnen. Ik wens u heel veel zegen toe in dit nieuwe jaar! Dat God met u gaat bij alles wat u doet.
Ook voor de PGE bidden we om een gezegend jaar. We hopen dat dit jaar de twee vacatures voor predikanten in Zuid en in Kruispunt worden ingevuld. En ik hoop van harte dat iemand het (technisch) voorzitterschap van de CvK op zich wil nemen. We hopen op vruchtbare gesprekken in de wijkgemeenten en in de verschillende gremia waar we elkaar ontmoeten. Zo organiseert de algemene kerkenraad op 4 april een heidag voor alle kerkenraadsleden in Eindhoven. We willen dan met elkaar in gesprek over ons geloof, hoe we dat in Eindhoven met elkaar beleven en hoe we naar de toekomst kijken. Als ‘casus’ willen we ook de regeling voor de bekostiging van huwelijken en uitvaarten met elkaar bespreken. Daar wordt namelijk door de wijken erg verschillend over gedacht. En wat doen verschillen dan met ons? Ik hoorde eens iemand zeggen: je overbrugt verschillen door naar de overeenkomsten te kijken. Ik hoop dat we dat kunnen doen met elkaar.
Anno 2020 zijn diverse manieren waarop informatie tot ons komt. Zoals via deze Samen, met interessante artikelen en met nieuws over wat ons beweegt in de PGE. Laatst wees iemand mij op een andere vorm, de zogenaamde “Ongelooflijke podcast”. Dit is een serie van inmiddels 18 afleveringen –in de vorm van een podcast- over de relevantie van geloof in een steeds ongeloviger Nederland. Journalist David Boogerd en de bekende theoloog/schrijver Stefan Paas voeren gesprekken met o.a. wetenschappers, journalisten, theologen over geloof, secularisatie en onze samenleving. Ik vind het inspirerende gesprekken, die ik beluister tijdens het (vele) autorijden. Ik kan dit zeer aanbevelen, omdat het aangeeft dat geloof in 2020 niet meer hetzelfde is als zeg vijftig tot honderd jaar geleden, maar dat geloof ook niet meer zo’n negatieve connotatie heeft als in de tweede helft van de vorige eeuw. Dat het christelijk geloof in het jaar 2020 relevant is, geeft hoop!
Tijdens de eerste vergadering van de algemene kerkenraad spraken we o.a. met twee broeders uit de PG St. Oedenrode, Son en Breugel. We hoorden dat de kennismakingsgesprekken met de verschillende commissies uit de Johannesgemeente goed lopen en nog wel een paar maanden zullen doorgaan. Rond de zomer zal een eerste soort van evaluatie plaatsvinden, zodat we kunnen kijken naar vervolgstappen. Tijdens de vergadering hebben we met elkaar wat overwegingen gedaan, onder andere ook kijkend naar ontwikkelingen in de regio.
Ik wens u een hoopvol jaar toe.
----------------------------------Hartelijke groet, Benjamin Jansen----------------
Gevlucht uit Somalië*
'Mijn broers en ik werkten in Somalië als kleermakers. Op een ochtend kwamen de mensen van El Shabaab onze winkel binnen en beschuldigden ons van het maken van moderne kleren. Dit mag niet volgens de strenge Islamistische kledingregels.
Toen ze ons dwongen om naar de moskee te gaan, antwoordde mijn broer: “Doe niet alsof je God bent!”. Ze hebben hem toen direct vermoord. Na dit incident werd de hele familie “niet religieus” verklaard. In Somalië betekent dat de doodstraf. We moesten vluchten. Toen we de Middellandse Zee overstaken verdronken 22 mensen die op onze boot zaten.
Vanwege de gevaarlijke tocht naar Nederland is mijn zevenjarige zoon nog steeds in Egypte. Hij verkeert in een onzekere situatie. Zijn moeder overleed toen hij zes maanden oud was. Hierdoor ben ik alles wat hij nog heeft en hij betekent alles voor mij. Omdat ik geen verblijfsvergunning heb, kan ik hem niet naar Nederland over laten komen. Het is moeilijk om hem te ondersteunen op afstand, omdat ik niet mag werken.
Mijn gelukkigste moment in Nederland was toen mijn vrouw zwanger werd. We krijgen een meisje. Ik ben nooit naar school gegaan, maar nu volg ik voor het eerst in mijn leven lessen, om Nederlands te leren. Ik wil graag begrijpen wat er om me heen gebeurt en ik wil kunnen spreken met de mensen op straat. Mijn droom is om mijn beide kinderen een ander leven te geven dan ik zelf had. Ik wil ze de mogelijkheid geven om te studeren.'
* Uit ONGEZIEN,
Afgewezen vluchtelingen vertellen hun verhaal (Vluchtelingen in de Knel)
Dag van de Migrant 18 december 2019
Veel vluchtelingen voelen zich eenzaam, terwijl onderzoek laat zien dat persoonlijk contact heel belangrijk is voor een succesvolle integratie. Kerk in Actie organiseert daarom jaarlijks samen met kerken, scholen en gezinnen de landelijke actie ‘Deel je tafel’, om vluchtelingen te laten weten dat ze welkom zijn en om hen te helpen zich hier thuis te voelen. Gevraagd is om op woensdag 18 december - Internationale Dag van de Migrant - mee te doen met de actie ‘Deel je Tafel’. Kom zo met ons in actie tegen eenzaamheid en voor integratie. Om vluchtelingen te laten weten dat ze welkom zijn! We hopen met alle tafels samen de langste tafel van Nederland te vormen en zo mogelijk een nog langere tafel dan vorig jaar. In 2017 en 2018 deden tientallen gemeenten mee en vormden we een tafel van 3,5 kilometer.
Hulp bij integratie
Uit onderzoek blijkt dat 94% van de vluchtelingen graag Nederlandse vrienden wil, maar dat het lastig is vrienden te maken. En dat terwijl andere onderzoeken laten zien dat vriendschappen heel belangrijk zijn voor een succesvolle integratie, het leren van Nederlands en het vinden van werk. Draag u steentje bij aan de integratie.
Het College van Diakenen heeft aan de oproep van Kerk in Actie invulling gegeven en heeft Tafels van Hoop laten organiseren door "De Huiskamer van Eindhoven" en de kosten hiervan gefinancierd. In de Huiskamer van Eindhoven. Lichtstraat 376, komen dagelijks ca. 70 vluchtelingen die gebruik maken van de faciliteiten die daar geboden worden. Veel van deze vluchtelingen hebben helaas geen verblijfsstatus. Ook waren uitnodigingen gestuurd naar Vluchtelingen Werk Nederland, Vluchtelingen in de Knel, Ervaring die Staat, Samen voor Eindhoven, Karoesel, het Woonbedrijf en Tint Eindhoven. Ook is Tafels van Hoop gepromoot op https://www.facebook.com/events/426850698256929/
Op 18 december hebben ongeveer 40 vluchtelingen ‘s middags deelgenomen aan de maaltijd. De tafel was ongeveer 18 meter lang waarmee we een waardevolle bijdrage hebben geleverd aan het vormen van de langste tafel in Nederland. Onze dank gaat uit naar de Huiskamer van Eindhoven en de vluchtelingen die de maaltijd hebben verzorgd en dat wij hierbij te gast mochten zijn.
---------------------------------Antje Dekker en Wim van Dijk---------------------
Landelijke Diaconale Dag
Begin november 2019 werd in Utrecht weer de landelijke diaconale dag gehouden. In het gezamenlijke ochtendprogramma sprak o.a. minister Hugo de Jonge. Ook was er aandacht voor één van de projecten van Kerk in Actie in Moldavië. Moldavië ( zo groot als België ) is het armste land in Europa. Doordat men er niet genoeg verdient om een gezin van te onderhouden, werkt de helft van de beroepsbevolking in het buitenland. Gevolg is dat kinderen en ouderen niet de zorg krijgen die ze nodig hebben. De directeur van de organisatie Bethania was aanwezig. Bethania heeft twee opvangcentra waar kinderen naschoolse opvang, huiswerkbegeleiding , een maaltijd en zo nodig psychosociale hulp krijgen. De ouderen komen naar de centra om te eten, te douchen en de was te laten doen. Dankzij Bethania zijn zij niet eenzaam meer.
Daarna was er 2 keer de gelegenheid om een workshop te volgen. Een hiervan wil ik er uitlichten :
”God in de supermarkt”. Deze workshop werd zeer enthousiast gegeven door Alfred Slomp, auteur van het boek ”Superwaar” , je volgende stap in duurzaam boodschappen doen. De nadelen van het huidige landbouw- en voedselsysteem gaan de voordelen steeds meer overheersen. Denk aan uitwassen als de uitputting van de bodem, een sterke achteruitgang van de biodiversiteit en ongezonde voedselpatronen met welvaartsziekten als gevolg. Maar denk ook aan voedselschandalen, uitzichtloze posities voor de boeren ( zowel de kleine boeren ver weg als de eenzijdig ontwikkelde boeren in ons land ) en aan de ongelijke machtsverhoudingen in de voedselketen.
Zonder bewuste en goed geïnformeerde consumenten zal de noodzakelijke landbouw- en voedseltransitie nog lang op zich laten wachten. In het boek ”Superwaar” worden alle aspecten van duurzaam eten besproken, maar ook de dilemma’s waar je tegen aan loopt als je anders wilt gaan eten. Met praktische tips en inspirerende voorbeelden.
-------------------------------------------Wim Wiggers-------------------------------------
Ondersteuning voor medewerkers
Het zal je maar gebeuren dat je morgens vroeg gebeld wordt met de mededeling dat je collega waarmee je die dag zou werken plotseling is overleden. Daar sta je dan te midden van de drukte van de zorg met de telefoon nog in je hand. In je zak gaat het sein voortdurend, tegelijkertijd moeten collega’s worden geïnformeerd en gaat er van alles in werking. Er gebeurt veel met een team op dat moment. Er is geschoktheid, verdriet, ongeloof en verslagenheid, maar In de drukte van de dag is daar eigenlijk geen tijd voor. Je ziet dan ook dat verpleegkundigen en artsen op de automatische piloot gaan om de meest dringende zorg te kunnen geven. Ik heb enorme bewondering voor hen. Met een zwaar hart geven zij liefdevolle zorg en voelen zich verantwoordelijk voor hun patiënten. Ondertussen worden verpleegkundigen van andere afdelingen ingelicht. Zij nemen de zorg over en het getroffen team zelf kan zich dan even terugtrekken. Meestal is dat ook het moment waarop ik als geestelijk verzorger wordt gebeld met een verzoek voor ondersteuning. Ik heb het net weer een paar keer meegemaakt en steeds weer ben ik onder de indruk van de impact van zo’n overlijden op een team. Als geestelijk verzorger ben ik aanwezig in de koffiekamer om teamleden bij te staan. Om koffie te geven, een arm om iemand heen te slaan of er gewoon te luisteren. Het team komt elkaar op zulke momenten heel na en vormen een hechte groep. Ik geef adviezen over het herdenkingshoekje en zorg dat er materiaal is om het in te richten. Meestal organiseer het afdelingshoofd samen met de geestelijk verzorger na een paar dagen een bijeenkomst voor het team. Het afdelingshoofd zorgt dat iedereen daarbij kan zijn en regelt vervanging. De geestelijk verzorger leidt deze bijeenkomst. Het karakter van zo’n bijeenkomst is heel verschillend. Een tijdje geleden was er sprake van zelfdoding. Dan is de bijeenkomst vooral bedoeld om de tegenstrijdige emoties en onbegrip ruimte te geven. Er is minder behoefte aan een ritueel of een tekst. Gewoon het met elkaar te delen is dan al voldoende.
Niet lang daarna was er sprake van een plotseling overlijden van een teamlid dat al een lange tijd op die afdeling werkte. Dan krijgt de bijeenkomst meer het karakter van herinneringen ophalen en met elkaar rouwen. Dan is er wel ruimte voor een kaars, een gedicht en een foto. De kunst is om aan te voelen wanneer wat nodig is ter ondersteuning. Het zijn geen gemakkelijke momenten in mijn werk, maar ik draag ze op handen. Het is heel fijn om er te zijn voor deze teams. Om ze te helpen een vorm te vinden waarin het verlies getoond mag worden. Hierin komt mijn geestelijke begeleiding tot volle wasdom en mijn ervaring is dat dit enorm wordt gewaardeerd. En hoe triest de aanleiding ook is, meestal leidt het tot meer waardering van geestelijk verzorging in het ziekenhuis. We zijn er niet alleen voor patiënten en naasten, maar zeker ook voor medewerkers. Gelukkig maar!
-----------------------------------------Ellen Enderlé-----------------------------------------
Dag van de Armoede in de Catharinakerk op 17 oktober 2019
In het kader van de dag van de armoede werden op 17 oktober 2019 in de Catharinakerk in Eindhoven lezingen aangeboden. De sprekers waren: Hub Crijns, landelijk katholiek diaconaal beraad en Alinda Scheepers, ervaringsdeskundige armoedebestrijding. Voor de inwendige mens werd gezorgd door medewerkers van het Open Huis ( Catharinakerk). Zij verzorgden de koffie/thee bij binnenkomst en na afloop van de ochtend werd door hen een solidariteitsmaaltijd met soep en broodjes aangeboden.
Een kort verslag van de lezingen van Huub Crijns en Alinda Scheepens.
Dhr. Crijns vertelde dat in 1 op de 12 huishoudens in Nederland armoede een bekend verschijnsel is, veel Nederlanders denken dat we al lang uit de economische crisis zijn. Als je goed naar de gezinnen kijkt, is dat niet het geval: de situatie is zelfs hopeloos. Alle aanwezigen schrokken enorm van de genoemde getallen: deze gezinnen moeten rondkomen met €1040 euro per maand of zelfs met minder. Het aantal gezinnen bedraagt ongeveer 750 000.
Het beeld dat armoede vooral mensen treft die dakloos zijn of kampen met psychische problemen behoeft volgens Crijns dan ook bijstelling. De crisis is meer doorgeschoven naar de huishoudens.
Over de rol van de kerken gaf hij tips en suggesties voor wat vrijwilligers van diaconale organisaties en kerken kunnen doen of doen aan bijdragen op het terrein van armoedebestrijding of het verzachten van armoede. Een voorbeeld hiervan is bv het SMA: Steunpunt voor materiële of maatschappelijke hulpverlening in de Catharinakerk.
Ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting: Alinda Scheepers vertelde vervolgens haar eigen, zeer persoonlijke verhaal.
Na haar scheiding, 20 jaar geleden, heeft zij zelf ervaren wat armoede betekent. In die periode was het open huis in de Catharina kerk voor haar een haven van rust, een plek waar je jezelf kon zijn en een plek waar je met respect werd behandeld. Hier kwam zij voor het eerst ook in contact met het Steunpunt; zij boden haar duidelijkheid en sociale ondersteuning.
Alinda schetste een aantal gevolgen van armoede: schaamte, afhankelijkheid van anderen, niet serieus genomen worden en afstand tot familie en vrienden. Armoede maakt klein en kwetsbaar!
Dank zij een sterke wil en het vragen van hulp kwam er verandering in haar situatie. Zij ging aan de slag, eerst als vrijwilliger en later als ervaringsdeskundige. Haar toekomst is gericht op het bestrijden van armoede: die bij de kern aangepakt moet worden. Ook voor de politiek ligt er een taak nl: werk moet lonen!
Veel mensen die in armoede leven willen hier later niet meer aan herinnerd worden, er niet meer over praten, maar Alinda doet het anders: zij zet haar ervaring juist in en dit maakte zij heel duidelijk met het vertellen van háár verhaal.
-hannie Wittgen en Tosca van den Heuvel,
----------------------------Vrijwilligers van het Open huis----------------------------
De boom der kennis
Waarom mag ik van die boom van kennis niet eten
klein beetje maar
één appel
omdat je met je big data en je zelfsturing en je algoritmes
denkt als God te zijn
en dat ben je niet
een heel klein beetje toch maar
kennisvermeerdering kent geen verbod
één appel
en toen was het paradijs weg………….
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hebt u belangstelling voor dit kerkblad, maar bent u geen lid van de PGE?
Via de webshop kunt u zich inschrijven voor een abonnement.
Bent u, na het lezen van de bovenstaande artikelen, geprikkeld om zelf ook een stukje in Samen te schrijven lees dan eerst de "richtlijnen voor de auteur".